KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen - Houtwal
Artikel 4 Groen - Landschap
Artikel 5 Leiding - Riool
Artikel 6 Waarde - Aardkundig Waardevol Gebied
Artikel 7 Waarde - Archeologie 1
Artikel 8 Waarde - Archeologie 3
Artikel 9 Water
Artikel 10 Wonen
Artikel 11 Woongebied
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelregel
Artikel 13 Algemene Bouwregels
Artikel 14 Algemene Gebruiksregels
Artikel 15 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 16 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 17 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 18 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 19 Overgangsrecht
Artikel 20 Slotregel
Bijlage 1 Beeldregieplan
Bijlage 2 Tabel Toegestane Bebouwing
Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 2 Quickscan Wet Natuurbescherming
Bijlage 3 Stikstofdepositieberekening
Bijlage 4 Vervallen
Bijlage 5 Geohydrologisch Grondonderzoek
Bijlage 6 Archeologisch Bureauonderzoek
Bijlage 7 Archeologisch Booronderzoek
Bijlage 8 Vooronderzoek Conventionele Explosieven
Bijlage 9 Bijlage Bij Vooronderzoek Conventionele Explosieven
Bijlage 10 Bijlage Bij Vooronderzoek Conventionele Explosieven
Bijlage 11 Detectieonderzoek Conventionele Explosieven
Bijlage 12 Akoestische Notitie
Bijlage 13 Aanmeldnotitie M.e.r.
Bijlage 14 Verslag Informatieavond
Bijlage 15 Nader Onderzoek Vleermuizen, Jaarrond Beschermde Vogels En Overige Beschermde Soorten
Bijlage 16 Landschapsinpassingsplan
Bijlage 17 Aardkundige Waarden
Bijlage 18 Aanvullende Onderbouwing Landschap En Cultuurhistorie
Bijlage 19 Ladder Voor Duurzame Verstedelijking
Bijlage 20 Nota Inspraak
Bijlage 21 Voortoets Nnb
Bijlage 22 Notitie Geluid Plangebied
Bijlage 23 Memo Hydrologie
Bijlage 24 Nota Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 25 Berekening Lir Compensatie Kwaliteitsverbetering Landschap

't Marktje Woensdrecht

Bestemmingsplan - Gemeente Woensdrecht

Vastgesteld op 04-07-2024 - vastgesteld

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan “`t Marktje Woensdrecht” met identificatienummer NL.IMRO.0873.HOWOxBP221xHERZx45-VG01 van de gemeente Woensdrecht;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 verbeelding

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0873.HOWOxBP221xHERZx45-VG01;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 aaneengebouwde woning

een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen;

1.7 aangebouwd bijgebouw

een met een overlap van minimaal 1,2 meter aan het hoofdgebouw, geheel of gedeeltelijk, verbonden gebouw; anders is sprake van een vrijstaand bijgebouw;

1.8 aardkundige waarden en kenmerken

waarden en kenmerken van een gebied die vanwege geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen dan wel anderszins vanwege de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van de bodem, van algemeen belang zijn vanuit aardkundig oogpunt;

1.9 achtererf

gedeelte van het erf dat gelegen is achter de achtergevelrooilijn;

1.10 achtergevel

de meest van de wegzijde afgekeerde gevel van een gebouw;

1.11 achtergevellijn

denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de zijdelingse bouwperceelsgrenzen;

1.12 achtergevelrooilijn

denkbeeldige lijn die gelegen is op de helft van de afstand tussen de voorgevel van een hoofdgebouw en de achtergrens van het bouwperceel met een maximum van 15 meter achter de voorgevel;

1.13 archeologisch verwachtingsgebied

gebied, aangegeven op een archeologische waardekaart, waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te verwachten zijn;

1.14 archeologische verwachtingswaarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit oude tijden;

1.15 bebouwd oppervlak

het totaal van de oppervlakten van bouwwerken voor zover deze een grotere hoogte hebben dan 1,2 meter, met dien verstande dat pergola's, erf-/perceelafscheidingen, e.d. buiten beschouwing worden gelaten;

1.16 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.17 bebouwingspercentage

een in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.18 bedrijfsgebouw

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.19 beeldregieplan

beeldregieplan 't Marktje, dat als Bijlage 1 Beeldregieplan bij deze regels is gevoegd;

1.20 beroep aan huis

een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.21 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een beroep aanhuis c.q. een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.22 bestaande situatie

ten aanzien van bebouwing

  • bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning;

ten aanzien van gebruik

  • het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;

1.23 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.24 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.25 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;

1.26 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.27 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.28 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.29 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.30 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.31 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel;

1.32 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.33 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.34 carport

een dakconstructie, hoofdzakelijk bedoeld voor de stalling van voertuigen, aan maximaal drie zijden begrensd door wanden, waarvan in ieder geval de naar de feitelijke voorgevel gekeerde zijde geen wand heeft;

1.35 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur;

1.36 Cultuurhistorische Waardenkaart

in het kader van de Verordening Ruimte door de Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant vastgestelde kaart inzake cultuurhistorische waarden;

1.37 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.38 dakopbouw

een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok of de dakrand van het dak, dat het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert;

1.39 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.40 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksbedrijf;

1.41 dienstverlening

het beroepsmatig / bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek op het bezoekadres rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen zoals een reis- of uitzendbureau, kapsalon, pedicure, schoonheidssalon, medische of therapeutische praktijk, juridisch adviesbureau of bankfiliaal;

1.42 ecologische waarden en kenmerken

aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde;

1.43 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

1.44 erf

al dan niet bebouwd bouwperceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat hoofdgebouw;

1.45 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.46 geschakeld

blok waarbij de hoofdgebouwen door middel van bijgebouwen en/of aan- en uitbouwen met elkaar zijn verbonden;

1.47 gesloten verharding

een gesloten verharding, dat anders dan bij elementenverharding, is opgebouwd uit materiaal, dat na het aanbrengen een solide geheel vormt, en waarin geen losse elementen zijn te onderscheiden met een oppervlakte van meer dan 0,21m², met dien verstande dat verharding met een waterdoorlaatbaarheid van ten minste 5,4.10-5 m/s hiervan is uitgezonderd;

1.48 gestapelde woningen

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden; ;

1.49 geomorfologische waarde

de waarde van de samenhang van de verschijningsvorm van het aardoppervlak met de wijze van zijn ontstaan;

1.50 gevellijn

de als zodanig op de verbeelding aangegeven lijn, die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen c.q. bouwgrenzen;

1.51 hoofdgebouw

een gebouw dat, in architectonisch en/of functioneel opzicht als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.52 houtwal

een lijnvormig element in een landschap begroeid met bomen en struiken;

1.53 huishouden

persoon of groep personen die een huishouding voert, die binnen een woning gebruik maken van dezelfde voorzieningen, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.

1.54 IHCS

het plangebied is deels gelegen binnen het zogenaamde Inner Horizontal and Conical Surface van de vliegbasis Woensdrecht; dit gebied is vastgesteld ten behoeve van de vliegverkeersveiligheid;

1.55 ILS

de vliegbasis Woensdrecht beschikt over een Instrument Landing System. Het ILS is bedoeld voor nauwkeuriger uitvoeren van naderingen door vliegverkeer. Voor het goed functioneren van het systeem is noodzakelijk dat in een gebied rondom start- en landingsbaan geen verstoring optreedt;

1.56 kantoor

het beroepsmatig / bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek niet of slechts in beperkte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen zoals een administratiekantoor, ontwerp-technisch bureau, makelaarskantoor of assurantiekantoor;

1.57 kwaliteitscoördinator

een door de gemeente aan te stellen deskundige op het gebied van architectonische, landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit;

1.58 landschappelijke waarde

bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang;

1.59 landschappelijke inpassing

een inpassing van objecten met groenelementen die is afgestemd op de landschappelijke waarde van een gebied; het 'Afsprakenkader Kwaliteitsverbetering van het landschap West-Brabant', zoals deze geldt op het tijdstip van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag voor een initiatief, dient als leidraad voor de beoordeling van de landschappelijke inpassing en het daarvoor opgestelde inrichtingsplan;

1.60 natuurlijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige biotopen bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren;

1.61 normaal onderhoud en beheer

het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren

1.62 mantelzorg

het bieden van zorg aan een ieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.63 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.64 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;

1.65 parkeervoorziening

verhardingen en voorzieningen voor het op het maaiveld parkeren van voertuigen;

1.66 peil

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:

de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;

  1. b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:

de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

  1. c. indien in of op het water wordt gebouwd:

het Nieuw Amsterdams Peil (of andere plaatselijk aan te houden waterpeil);

1.67 perceelgrens

grens van een stuk land;

1.68 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.69 samenhangend straat- en bebouwingsbeeld

  1. a. een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  2. b. een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling;
  3. c. een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;
  4. d. de cultuurhistorische samenhang van de omgeving;

1.70 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.71 tuin

de gronden van een bouwperceel behorende bij een woning of wooneenheid;

1.72 twee-aaneen

blok van twee aaneengebouwde hoofdgebouwen;

1.73 voorerf

gedeelte van het erf dat gelegen is voor de voorgevellijn;

1.74 voorgevel

de meest naar de wegzijde gekeerde gevel van een gebouw;

1.75 voorgevellijn

denkbeeldige of op de verbeelding aangegeven lijn die strak langs de voorgevel van een hoofdgebouw loopt tot aan de zijdelingse bouwperceelsgrenzen;

1.76 voorzieningen van algemeen nut

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;

1.77 wadi

een bufferings- en infiltratievoorziening, die tijdelijk gevuld is met hemelwater;

1.78 wonen / bewonen

het gehuisvest zijn van een huishouden in een woning / wooneenheid of ander daartoe bedoeld object;

1.79 vrijstaand

een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander gebouw;

1.80 woning of wooneenheid

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de permanente huisvesting van niet meer dan één huishouden, kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;

1.81 zijerf

gedeelte van het erf dat begrensd wordt door de zijgevellijn van het hoofdgebouw, de voorgevellijn en de achtergevelrooilijn;

1.82 zijgevel

een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is;

1.83 zijgevellijn

(denkbeeldige) lijn die strak loopt langs de zijgevel van een gebouw tot aan de voorste en achterste bouwperceelsgrens;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij het toepassen van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstanden

van bouwwerken onderling, alsmede afstanden van bouwwerken tot de bouwperceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;

2.2 de afstand van een gebouw tot de zijdelingse bouwperceelsgrens

vanaf het dichtst bij de bouwperceelsgrens gelegen punt van het gebouw en haaks op de bouwperceelsgrens;

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.4 de breedte en diepte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot het hart van de scheidingsmuren, met dien verstande, dat wanneer de betreffende gevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat;

2.5 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.6 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.7 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.8 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.9 het bebouwde oppervlak

van een bouwperceel, of een ander terrein wordt bepaald door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen bij elkaar op te tellen, tenzij in de regels anders is bepaald;

2.10 ondergeschikte bouwdelen

  1. a. bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt;
  2. b. bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als luifels, erkers en balkons buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen - Houtwal

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Houtwal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. houtopstanden in de vorm van een houtwal;
  2. b. plantsoen, bermstroken;
  3. c. inritten, ten behoeve van de ontsluiting van aanliggende erven.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Beeldregieplan

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering, de afmeting, de vormgeving en de kwaliteit van beplanting, bebouwing, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erfscheidingen, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:

  1. a. het realiseren van de met het plan beoogde stedenbouwkundige, landschappelijke en beeldkwaliteit, waarbij wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen en stedenbouwkundige- en kwaliteitseisen zoals vastgelegd in het tegelijkertijd vastgestelde Beeldregieplan 't Marktje, Woensdrecht', d. d. van de gemeente Woensdrecht, dat als Bijlage 1 bij deze regels is gevoegd.

3.5 Voorwaardelijk verplichting - Beeldregieplan

  1. a. bij aanvraag van een omgevingsvergunning dient te worden aangetoond dat er wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen en stedenbouwkundige- en kwaliteitseisen zoals is opgenomen in het Beeldregieplan `t Marktje, Woensdrecht dat als Bijlage 1 bij deze regels is gevoegd;
  2. b. de onder lid 3.5 a bedoelde ontwerprichtlijnen tav de aangewezen gronden Groen - Houtwal dient uiterlijk binnen één jaar na ingebruikname van de gronden en de bijbehorende bebouwing gerealiseerd te worden. Na realisatie dienen de aangewezen gronden Groen - Houtwal duurzaam in stand te worden gehouden. Conform het Afsprakenkader Kwaliteitsverbetering West-Brabant.

3.6 Specifieke gebruiksregels

3.7 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.6.2:

  1. a. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

3.8 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Groen - Landschap

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de aanleg en instandhouding van groen(voorzieningen);
  2. b. de aanleg en instandhouding van groen(voorzieningen) ten behoeve van landschappelijke inpassing;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'pad'; paden en wegen ten behoeve van het wegverkeer;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom': bescherming en instandhouding van de daar aanwezige waardevolle boom;
  5. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder wadi's;
  6. f. verharding ten behoeve van opstelplaatsen en manoeuvreerruimte voor reddingsvoertuigen.

met daaraan ondergeschikt:

  1. g. hondentoiletten;
  2. h. speelvoorzieningen;
  3. i. voorzieningen van algemeen nut;
  4. j. paden.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de hoogte niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat voor lichtmasten en masten ten dienste van de verkeersgeleiding een hogere hoogte is toegestaan tot een maximum van 4 m.

4.3 Beeldregieplan

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering, de afmeting, de vormgeving en de kwaliteit van beplanting, bebouwing, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erfscheidingen, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:

  1. a. het realiseren van de met het plan beoogde stedenbouwkundige, landschappelijke en beeldkwaliteit, waarbij wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen en stedenbouwkundige- en kwaliteitseisen zoals vastgelegd in het tegelijkertijd vastgestelde Beeldregieplan 't Marktje, Woensdrecht', d. d. van de gemeente Woensdrecht, dat als Bijlage 1 bij deze regels is gevoegd.

4.4 Voorwaardelijke verplichting - Beeldregieplan

  1. a. bij aanvraag van een omgevingsvergunning dient te worden aangetoond dat er wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen en stedenbouwkundige- en kwaliteitseisen zoals is opgenomen in het Beeldregieplan `t Marktje, Woensdrecht dat als Bijlage 1 bij deze regels is gevoegd;
  2. b. de onder lid 4.4 a bedoelde ontwerprichtlijnen tav de aangewezen gronden Groen - Landschap dient uiterlijk binnen één jaar na ingebruikname van de gronden en de bijbehorende bebouwing gerealiseerd te worden. Na realisatie dienen de aangewezen gronden Groen - Landschap duurzaam in stand te worden gehouden. Conform het Afsprakenkader Kwaliteitsverbetering West-Brabant.

4.5 Specifieke gebruiksregels

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 4.5.2:

  1. a. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 5 Leiding - Riool

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolleiding.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.4 Algemene gebruiksregels

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 5.4.1

  1. a. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 6 Waarde - Aardkundig Waardevol Gebied

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Aardkundig waardevol gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de bescherming en het behoud van de op en/of in de gronden voorkomende aardkundige waarden.

6.2 Bouwregels

  1. a. In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag, met uitzondering van de bouwpercelen, niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
  2. b. Op of in deze gronden mogen, met uitzondering van de bouwpercelen, geen gebouwen worden gebouwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 6.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de beoogde bescherming van de aardkundige waarden;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een deskundige op aardkundig gebied.

6.4 Beeldregieplan

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering, de afmeting, de vormgeving en de kwaliteit van beplanting, bebouwing, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erfscheidingen, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:

  1. a. het realiseren van de met het plan beoogde stedenbouwkundige, landschappelijke en beeldkwaliteit, waarbij wordt voldaan aan de ontwerprichtlijnen en stedenbouwkundige- en kwaliteitseisen zoals vastgelegd in het tegelijkertijd vastgestelde Beeldregieplan 't Marktje, Woensdrecht', d. d. van de gemeente Woensdrecht, dat als Bijlage 1 bij deze regels is gevoegd.

6.5 Algemene gebruiksregels

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 6.5.1:

  1. a. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

6.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 7 Waarde - Archeologie 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende hoge archeologische waarden.

7.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. a. ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot; en waarbij de diepte incl. fundering niet wordt vergroot;
  2. b. de bouw van een bijgebouw, de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw of het oprichten van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvoor graafwerkzaamheden worden verricht tot een diepte van 0,50 meter onder maaiveld èn waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m².

7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2 en toestaan dat ten behoeve van de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits de indiener bij de aanvraag om een omgevingsvergunning een archeologisch rapport overlegt van een ter zake deskundige, waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:

  1. a. het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, òf
  2. b. de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, òf
  3. c. in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 8 Waarde - Archeologie 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende hoge archeologische waarden.

8.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. a. ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot; en waarbij de diepte incl. fundering niet wordt vergroot;
  2. b. de bouw van een bijgebouw, de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw of het oprichten van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvoor graafwerkzaamheden worden verricht tot een diepte van 0,50 meter onder maaiveld èn waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 100 m².

8.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2 en toestaan dat ten behoeve van de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits de indiener bij de aanvraag om een omgevingsvergunning een archeologisch rapport overlegt van een ter zake deskundige, waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:

  1. a. het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, òf;
  2. b. de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, òf;
  3. c. in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 9 Water

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterlopen, waterkeringen en waterpartijen;
  2. b. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  5. e. infiltratievoorzieningen;
  6. f. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden;

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  2. b. op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de waterhuishouding mogen worden gebouwd, alsmede bruggen, steigers, duikers en keerwanden.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. een goede woonsituatie;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de sociale veiligheid;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

9.4 Afwijken van de bouwregels

n.v.t.

9.5 Specifieke gebruiksregels

9.6 Afwijken gebruiksregels

n.v.t.

9.7 Wijzigingsbevoegdheid

n.v.t.

Artikel 10 Wonen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in de vorm van vrijstaande woningen, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. erven en tuinen;
  2. c. parkeervoorzieningen;
  3. d. waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op de onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 10.1 genoemde functies worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

10.3 Specifieke gebruiksregels

10.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 11 Woongebied

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. landschappelijke inrichting;

met daarbij behorende:

  1. c. tuinen;
  2. d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  3. e. voorzieningen van openbaar nut;
  4. f. straatmeubiliair;
  5. g. parkeer- en verkeersvoorzieningen;
  6. h. speeltoestellen;
  7. i. voet- en fietspaden;
  8. j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  9. k. kunstwerken;
  10. l. erfafscheidingen, enkel in de vorm van een houtwal.

11.2 Bouwregels

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  1. a. de situering en afmetingen bouwwerken;
  2. b. de situering en afmetingen van bouwpercelen;
  3. c. de kapvorm van gebouwen;
  4. d. de materialisering;

onder voorwaarde dat deze eisen blijven binnen de in het plan neergelegde begrenzingen en indien zulks noodzakelijk is in verband met:

  1. 1. de woonsituatie in de directe omgeving:
  2. 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. 3. de verkeers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding;
  4. 4. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.

11.4 Afwijken van de bouwregels

11.5 Specifieke gebruiksregels

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 13 Algemene Bouwregels

13.1 Plaatsbepaling en vormgeving bouwwerken

13.2 Bestaande afstanden en andere maten

Artikel 14 Algemene Gebruiksregels

14.1 Algemeen gebruiksverbod

Het is verboden de in hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of te laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

Artikel 15 Algemene Aanduidingsregels

15.1 geluidzone - industrie

Binnen de op de verbeelding met gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' aangewezen gronden is het bouwen van nieuwe gebouwen met een geluidsgevoelige bestemming, in overeenstemming met het bepaalde in Hoofdstuk 2 in dit plan, uitsluitend toegestaan, indien voor de vaststelling van dit bestemmingsplan een hogere grenswaarde conform de Wet geluidhinder is verleend.

15.2 luchtvaartverkeerzone - 2

15.3 luchtvaartverkeerzone - 8

15.4 overige zone - attentiegebieden ehs

15.5 overige zone - cultuurhistorisch waardevol gebied

15.6 veiligheidszone - niet-gesprongen explosieven

15.7 vrijwaringszone - radar

Artikel 16 Algemene Afwijkingsregels

16.1 Afwijkingsbevoegdheid

16.2 Afwijken mantelzorg

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de specifieke gebruiksregels voor het toestaan van het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw of tijdelijke woonunit als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:

  1. a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit een oogpunt van mantelzorg, waartoe advies wordt ingewonnen van een, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, onafhankelijke deskundige;
  2. b. de afhankelijke woonruimte mag slechts worden gebruikt voor de huisvesting van één huishouden;
  3. c. de omgevingsvergunning vervalt zodra de onder a. bedoelde noodzaak is komen te vervallen;
  4. d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  5. e. een vloeroppervlakte van ten hoogste 80 m² mag worden gebruikt als afhankelijke woonruimte.

Artikel 17 Algemene Wijzigingsregels

17.1 Algemene wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  3. c. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.

Artikel 18 Algemene Procedureregels

18.1 Afwijkingsbevoegdheid

Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

18.2 Nadere eisen

Bij toepassing van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

18.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 19 Overgangsrecht

19.1 Overgangsrecht bouwwerken:

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen éénmalig in afwijking van lid 19.1, sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 19.1, sub a met maximaal 10%;
  3. c. Lid 19.1, sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

19.2 Overgangsrecht gebruik:

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 19.2, sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 19.2, sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. Lid 19.2, sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

19.3 Afwijking overgangsrecht gebruik

Indien toepassing van het overeenkomstig lid 19.2 in het plan opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan de gemeenteraad met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie, van dat overgangsrecht afwijken.

Artikel 20 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan '`t Marktje Woensdrecht'.

Bijlage 1 Beeldregieplan

Bijlage 1 Beeldregieplan

Bijlage 2 Tabel Toegestane Bebouwing

Bijlage 2 Tabel toegestane bebouwing

Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 3 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek

Bijlage 2 Quickscan Wet Natuurbescherming

Bijlage 2 Quickscan Wet natuurbescherming

Bijlage 3 Stikstofdepositieberekening

Bijlage 3 Stikstofdepositieberekening

Bijlage 4 Vervallen

Bijlage 5 Geohydrologisch Grondonderzoek

Bijlage 5 Geohydrologisch grondonderzoek

Bijlage 6 Archeologisch Bureauonderzoek

Bijlage 6 Archeologisch bureauonderzoek

Bijlage 7 Archeologisch Booronderzoek

Bijlage 7 Archeologisch booronderzoek

Bijlage 8 Vooronderzoek Conventionele Explosieven

Bijlage 8 Vooronderzoek conventionele explosieven

Bijlage 9 Bijlage Bij Vooronderzoek Conventionele Explosieven

Bijlage 9 bijlage bij vooronderzoek conventionele explosieven

Bijlage 10 Bijlage Bij Vooronderzoek Conventionele Explosieven

Bijlage 10 bijlage bij vooronderzoek conventionele explosieven

Bijlage 11 Detectieonderzoek Conventionele Explosieven

Bijlage 11 Detectieonderzoek conventionele explosieven

Bijlage 12 Akoestische Notitie

Bijlage 12 Akoestische notitie

Bijlage 13 Aanmeldnotitie M.e.r.

Bijlage 13 Aanmeldnotitie M.E.R.

Bijlage 14 Verslag Informatieavond

Bijlage 14 verslag informatieavond

Bijlage 15 Nader Onderzoek Vleermuizen, Jaarrond Beschermde Vogels En Overige Beschermde Soorten

Bijlage 15 Nader onderzoek vleermuizen, jaarrond beschermde vogels en overige beschermde soorten

Bijlage 16 Landschapsinpassingsplan

Bijlage 16 Landschapsinpassingsplan

Bijlage 17 Aardkundige Waarden

Bijlage 17 Aardkundige waarden

Bijlage 18 Aanvullende Onderbouwing Landschap En Cultuurhistorie

Bijlage 18 Aanvullende onderbouwing Landschap en cultuurhistorie

Bijlage 19 Ladder Voor Duurzame Verstedelijking

Bijlage 19 Ladder voor duurzame verstedelijking

Bijlage 20 Nota Inspraak

Bijlage 20 Nota inspraak

Bijlage 21 Voortoets Nnb

Bijlage 21 Voortoets NNB

Bijlage 22 Notitie Geluid Plangebied

Bijlage 22 Notitie geluid plangebied

Bijlage 23 Memo Hydrologie

Bijlage 23 Memo Hydrologie

Bijlage 24 Nota Beantwoording Zienswijzen

Bijlage 24 Nota beantwoording zienswijzen

Bijlage 25 Berekening Lir Compensatie Kwaliteitsverbetering Landschap

Bijlage 25 Berekening LIR compensatie kwaliteitsverbetering landschap