Bebouwde kom Putte, 1e herziening
Bestemmingsplan - Woensdrecht
Vastgesteld op 07-11-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
- plan:
het bestemmingsplan “Bebouwde kom Putte, 1e herziening” van de gemeente Woensdrecht;
- bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0873.PUTTxBP072xHERZx01-VG01 met de bijbehorende regels;
- verbeelding:
- a. analoge verbeelding: de verbeelding van het bestemmingsplan "Bebouwde kom Putte, 1e herziening" bestaande uit 3 kaartbladen met de nummers:
- kaartblad 1 deelgebied noord: NL.IMRO.0873.PUTTxBP072xHERZx01-VG01_GV01;
- kaartblad 2 deelgebied zuid: NL.IMRO.0873.PUTTxBP072xHERZx01-VG01_GV02;
- kaartblad 3 legenda: NL.IMRO.0873.PUTTxBP072xHERZx01-VG01_GV03;
- b. digitale verbeelding: de verbeelding van het bestemmingsplan "Bebouwde kom Putte,
1e herziening" bestaande uit de volgende pdf-bestanden:
- BP_VG_ Bebouwde kom Putte, 1e herziening_kaartblad 1_deelgebied noord.pdf;
- BP_VG_ Bebouwde kom Putte, 1e herziening_kaartblad 2_deelgebied zuid.pdf;
- BP_VG_Bebouwde kom Putte, 1e herziening_kaartblad 3_legenda.pdf.
- aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
- aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
- aaneengebouwde woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen;
- aangebouwd bijgebouw:
een met een overlap van minimaal 1,2 meter aan het hoofdgebouw, geheel of gedeeltelijk, verbonden bijgebouw; anders is sprake van een vrijstaand bijgebouw;
- afhankelijke woonruimte:
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gewenst is;
- agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren;
- akkerbouwbedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen);
- archeologisch verwachtingsgebied:
gebied, aangegeven op de provinciale Indicatieve Kaart Archeologische Waarden , waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te verwachten zijn;
- bebouwd oppervlak:
het totaal van de oppervlakten van bouwwerken voor zover deze een grotere hoogte hebben dan 1,2 meter, met dien verstande dat pergola's, erf-/ perceelafscheidingen, e.d. buiten beschouwing worden gelaten;
- bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- bebouwingspercentage:
een in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
- bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
- bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
- begeleid wonen:
een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met (voorzieningen voor) verzorging en begeleiding (ook 24-uursbegeleiding);
- beroep aan huis:
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
- beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een beroep aan huis c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
- bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
- bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
- bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
- bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
- bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
- bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
- bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
- bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
- bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
- bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
- carport:
een dakconstructie, hoofdzakelijk bedoeld voor de stalling van voertuigen, aan maximaal drie zijden begrensd door wanden, waarvan in ieder geval de naar feitelijke voorgevel gekeerde zijde geen wand heeft;
- cultuur en ontspanning
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder musea en toeristische attracties;
- Cultuurhistorische Waardenkaart:
door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vastgestelde kaart met indicatieve archeologische waarden, versie 26 september 2006;
- dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
- dakopbouw:
een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok of de dakrand van het dak, dat het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert;
- detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;
- dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksbedrijf;
- dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé;
- discotheek:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische/elektronische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;
- eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
- gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
- geluidbelasting vanwege industrieterrein:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
- geluidbelasting vanwege spoorweg:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer of op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder spoorwegen;
- geluidbelasting vanwege wegverkeer:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
- geluidgevoelige functies:
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
- geluidgevoelige gebouwen:
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
- geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
- gemengd:
een combinatie van minimaal twee gelijkwaardige functies van hoofdgroepen van bestemmingen;
- gestapelde woningen:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
- gevellijn:
de als zodanig op de verbeelding aangegeven lijn, die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen c.q. bouwgrenzen;
- grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt;
- hoge verwachtingswaarde:
grote kans op archeologische vondsten of informatie;
- hogere grenswaarde:
een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
- hoofdgebouw:
een gebouw dat, in architectonisch en/of functioneel opzicht als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;
- horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij, te onderscheiden in:
horeca van categorie 1:
een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt. Daaronder worden begrepen: een ijssalon, een koffie- en/of theehuis;
horeca van categorie 2:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszaken/lunchroom, konditorei, afhaal-centrum, eetwinkels, restaurant;
horeca van categorie 3:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen;
Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar;
horeca van categorie 4:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren:
Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning);
horeca van categorie 5:
een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf.
Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers;
- horecabedrijf:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een seksbedrijf;
- houtteelt:
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe afwijking is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;
- IHCS (Inner Horizontal and Conical Surface):
het plangebied is gelegen binnen het zogenaamde Inner Horizontal and Conical Surface van de vliegbasis; dit gebied is vastgesteld ten behoeve van de vliegverkeersveiligheid.
In het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT-2) is opgenomen, conform de ICAO-normen, rondom de gehele luchthaven een obstakelvrij vlak van 45 meter hoog boven het maaiveld is gelegen met een straal van 4 km rond de landingsdrempel, dat overgaat in een conisch vlak met helling van 5% tot 145 meter hoog boven het maaiveld over een afstand van 2 km;
- kantoor:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie;
- kantine:
aan sportactiviteiten ondergeschikte horecavoorziening;
- kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
- kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
de in de bij de planregels behorende "Staat van bedrijven" (Bedrijvenlijst ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering VNG) genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
- kwetsbaar object:
- a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen of woonwagens als bedoeld in onderdeel b, onder 1;
- b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
- 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
- 2. scholen, of
- 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
- 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m2 per object, of
- 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m2 per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
- d. en kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;
- lage verwachtingswaarde:
kleine kans op archeologische vondsten of informatie;
- levensloopbestendige woning:
een woning die zodanige ruimtelijke kwaliteiten heeft dat de kans groot is dat een huishouden er in verschillende levensstadia goed kan wonen;
- maatschappelijk(e voorzieningen):
religieuze, onderwijs- (inclusief crèches en kinder- en buitenschoolse opvang) educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen voor het openbaar bestuur, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
- mantelzorg:
het bieden van zorg aan een ieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
- middelhoge verwachtingswaarde:
gemiddelde kans op archeologische vondsten of informatie;
- niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt;
- omgevingsvergunning:
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
- overkapping:
een bouwwerk, geen gebouwzijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;
- peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd:
- het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
- permanente bewoning:
bewoning door eenzelfde persoon of groep van personen, terwijl elders niet daadwerkelijk over een hoofdverblijf wordt beschikt;
- praktijkruimte:
een gebouw, dat door zijn indeling uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd om te worden gebruikt ten behoeve van beoefenaars van vrije beroepen, zoals advocaten, architecten, artsen, therapeuten, assuradeurs en notarissen;
- productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
- prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;
- recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
- recreatieve bewoning:
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
- seksbedrijf:
de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie of tot het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard tegen betaling;
- stacaravan:
een caravan, die als een gebouw valt aan te merken;
- terras:
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;
- twee-aaneengebouwde woning:
een woning de onderdeel uitmaakt van twee aaneengebouwde woningen;
- verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; (let op: dit is dus de netto vloeroppervlakte);
- volwaardig bedrijf:
een bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van ten minste één volledige arbeidskracht en waar-van het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd op een in bedrijfseconomisch en milieuhygiënisch opzicht verantwoorde wijze;
- voorzieningen van algemeen nut:
voorzieningen ten behoeve van op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of wegverkeer;
- voorgevel:
de meest gezichtsbepalende gevel van een gebouw aan de straatzijde of het openbaar gebied;
- voorkeursgrenswaarde:
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
- vrijstaand bijgebouw:
een van het hoofdgebouw losstaand bijgebouw; een bijgebouw dat een overlap van minder dan 1,2 meter met het hoofdgebouw heeft wordt aangemerkt als een vrijstaand bijgebouw;
- Wabo:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- vrijstaande woning:
een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning;
- wet / wettelijke regelingen:
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen en dergelijke, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
- winkel:
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
- woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
- woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
- woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
- zijdelingse perceelsgrens:
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt;
- zomerhuis:
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning.
- zorgwoning:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw bestemd voor het wonen voor mensen die in lichte dan wel overwegende mate hulpbehoevend zijn, al dan niet met gemeenschappelijke voorzieningen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
- a. afstanden:
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
- b. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
- c. de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
- d. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
- e. de horizontale diepte van een gebouw:
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
- f. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
- g. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
- h. de verticale diepte van een gebouw:
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Bij de goothoogte wordt gemeten daar waar de goot het hoogst ligt. Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakopbouwen bevinden, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dat 50% van de gevelbreedte, wordt de goot- en de bouwhoogte van de dakopbouw(en) als goothoogte respectievelijk bouwhoogte aangemerkt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van industriële en ambachtelijke bedrijven alsmede groothandelsbedrijven, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende richtafstandenlijst, met uitzondering van inrichtingen aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit op grond van de Wet milieubeheer (Besluit van 5 januari 1993, Staatsblad 50);
- b. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorzieningen', nutsvoorzieningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' een vulpunt voor lpg;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtbewerking', tevens een houtbewerkingsbedrijf;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – gebruik als tuin bij wonen', tevens het gebruik van de gronden als tuin overeenkomstig de aansluitende bestemming 'Wonen-1' respectievelijk 'Wonen-3',
met daarbij behorende:
- g. bedrijfswoning, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum, met dien verstande dat, indien wonen geschiedt zonder combinatie met de toegestane functies, op die gronden de bouw- en gebruiksbepalingen van artikel 15 (bestemming 'Wonen-3') van toepassing zijn;
- h. detailhandel, mits productiegebonden aan het bedrijf,
- i. met daaraan ondergeschikt:
- j. erven en tuinen;
- k. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de brandveiligheid;
- g. de parkeerruimte op eigen terrein.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:
- a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien;
- b. het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
- c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 sub a resp. 3.5 sub b met inachtneming van de volgende regels:
- a. een omgevingsvergunning mag worden verleend voor de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf, dat is opgenomen onder de milieucategorie 3 van de richtafstandenlijst en dat naar zijn aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de onder de categorieën 1 en 2 vallende bedrijven;
- b. een omgevingsvergunning mag voorts worden verleend voor de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf, dat hoewel gelijkwaardig aan de categorieën 1 en 2 van richtafstandenlijst daarin niet is vermeld;
- c. bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingscomponenten mede te worden betrokken: geluidhinder, geurproductie, stofuitworp, trillinghinder, gevaar, straling, visuele hinder, verontreiniging van lucht, bodem en water, verkeersaantrekking.
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
3.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
3.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van woningvermeerdering, mits:
- a. de woningvermeerdering past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
- b. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
- c. uit voorafgaand onderzoek is gebleken dat er geen (milieu)planologische belemmeringen zijn.
Artikel 4 Bos
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de aanleg en instandhouding van bos;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', tevens voorzieningen ten behoeve van de scouting;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – gebruik als tuin bij wonen', tevens het gebruik van de gronden als tuin overeenkomstig de aansluitende bestemming 'Wonen-1' en 'Wonen-3',
- d. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'ecologische hoofdstructuur', tevens voor de bescherming en het behoud van de op en/of in de gronden voorkomende natuur- en ecologische waarden,
met daaraan ondergeschikt:
- e. groen- en parkeervoorzieningen;
- f. halfverharde paden;
- g. voorzieningen van algemeen nut;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. waterlopen en waterpartijen.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen, zulks met uitzondering van speelvoorzieningen en verlichtingsarmaturen, vlaggenmasten e.d. waarvan de hoogte ten hoogste 6 meter mag bedragen; erf-/perceelafscheidingen dienen in een overwegend transparante uitvoering te worden uitgevoerd;
- b. de oppervlakte van een bouwwerk voor algemeen nut mag niet groter zijn dan 15 m² en de hoogte mag ten hoogste 3 meter bedragen;
- c. binnen het bouwvlak zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten dienste van de scouting, met een maximale hoogte van 6,5 meter.
4.3 Nadere eisen (n.v.t.)
4.4 Afwijken van de bouwregels (n.v.t.)
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
4.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Artikel 5 Centrum
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. dienstverlening;
- c. horeca van categorie 1, 2 en 3;
- d. kantoor;
- e. maatschappelijke voorzieningen;
- f. wonen, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum, met dien verstande dat, indien wonen geschiedt zonder combinatie met de toegestane functies, op die gronden de bouw- en gebruiksbepalingen van artikel 15 (bestemming 'Wonen-3') van toepassing zijn;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening – seksbedrijf', tevens voor een seksbedrijf;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening – seksbedrijf op de bovenverdieping', tevens een seksbedrijf op de bovenverdieping,
met dien verstande dat:
- i. deze functies, met uitzondering van wonen, uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding;
- j. functieverandering binnen de bestemming uitsluitend is toegelaten met inachtneming van onderstaand schema:
functie | w | dh | h(1,2,3) | h(5) | b | sw | m | k | dv | |
wonen (w) | - | o | o | v | nt | nt | o | o | o | |
detailhandel (dh) | o | - | o | v | nt | nt | o | o | o | |
horeca, cat 1, 2 en 3 | o | o | - | v | nt | nt | o | o | o | |
sekswinkel (sw) | o | o | o | v | nt | - | o | o | o | |
dienstverlening (dv) | o | o | o | v | nt | nt | - | o | o | |
maatschappelijk (m) | o | o | - | v | nt | nt | o | - | o | |
kantoor (k) | o | o | o | v | nt | nt | o | o | - |
o = toegelaten
v = uitsluitend toegestaan middels omgevingsvergunning
nt = niet toegestaan
- = niet van toepassing
b = bedrijf
h(3) = horeca van categorie 3
met daaraan ondergeschikt:
- k. erven en tuinen;
- l. groen- en parkeervoorzieningen;
- m. kunstwerken;
- n. verhardingen, zoals wegen en paden;
- o. voorzieningen van algemeen nut.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de brandveiligheid;
- g. de parkeerruimte op eigen terrein.
5.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.1 sub e voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:
- a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien;
- b. het niet ten koste gaat van (bestaande parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
- c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 sub g ten behoeve van de vestiging / uitoefening van de functie horeca categorie 5 buiten de aangegeven aanduiding horeca, onder de volgende voorwaarden:
- a. er mag geen onevenredige verstoring plaatsvinden van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur op het gebied van de horeca in het centrum;
- b. voorzien dient te worden respectievelijk te zijn in voldoende parkeergelegenheid hetzij op eigen terrein hetzij op openbaar gebied in of aansluitend op het kerngebied.
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
5.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van woningvermeerdering, mits:
- a. de woningvermeerdering past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
- b. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
- c. uit voorafgaand onderzoek is gebleken dat er geen (milieu)planologische belemmeringen zijn.
Artikel 6 Detailhandel
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel,
met dien verstande dat:
- b. deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond, tenzij anders op de verbeelding aangegeven;
- c. wonen is toegestaan mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum, met dien verstande dat, indien wonen geschiedt zonder combinatie met de toegestane functies, op die gronden de bouw- en gebruiksbepalingen van artikel 15 ('Wonen-3') van toepassing zijn,
met daaraan ondergeschikt:
- d. erven en tuinen;
- e. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de brandveiligheid;
- g. de parkeerruimte op eigen terrein.
6.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 sub e voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:
- a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien;
- b. het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
- c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
6.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
6.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
6.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van woningvermeerdering, mits:
- a. de woningvermeerdering past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
- b. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
- c. uit voorafgaand onderzoek is gebleken dat er geen (milieu)planologische belemmeringen zijn.
Artikel 7 Dienstverlening
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. maatschappelijke voorzieningen,
met dien verstande dat:
- c. deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
- d. wonen is toegestaan, met uitzondering van het bepaalde onder e, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum, met dien verstande dat, indien wonen geschiedt zonder combinatie met de toegestane functies, op die gronden de bouw- en gebruiksbepalingen van artikel 15 ('Wonen-3') van toepassing zijn;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten', is wonen niet toegestaan,
met daaraan ondergeschikt:
- f. erven en tuinen;
- g. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de brandveiligheid;
- g. de parkeerruimte op eigen terrein.
7.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.1 sub e voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:
- a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien;
- b. het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
- c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
7.5 Specifieke gebruiksregels
7.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
7.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
7.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
7.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van woningvermeerdering, mits:
- a. de woningvermeerdering past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
- b. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
- c. uit voorafgaand onderzoek is gebleken dat er geen (milieu)planologische belemmeringen zijn.
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de aanleg en instandhouding van groen(voorzieningen);
- b. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur', tevens de bescherming en het behoud van de op en/of in de gronden voorkomende natuur- en ecologische waarden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – dierenweide', een dierenweide;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - rioolgemaal', tevens een rioolgemaal;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – gebruik als tuin bij wonen', tevens het gebruik van de gronden als tuin overeenkomstig de aansluitende bestemming 'Wonen-1' respectievelijk 'Wonen-3',
met daaraan ondergeschikt:
- f. (digitale) informatie- en reclameborden;
- g. hondentoiletten;
- h. parkeren;
- i. speelvoorzieningen;
- j. voet- en fietspaden;
- k. voorzieningen van algemeen nut;
- l. voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalcontainers;
- m. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- n. waterlopen en waterpartijen.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen (n.v.t.)
8.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 08.2 ten behoeve van het inrichten van een jongerenontmoetingsplaats (JOP) voor een periode van maximaal 5 jaar, onder voorwaarden dat:
- a. er per jongerenontmoetingsplaats maximaal één gebouw is toegestaan die aan het volgende voldoet:
- 1. de oppervlakte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 30 m2;
- 2. de bouwhoogte van het gebouw niet meer mag bedragen dan 3,5 meter;
- 3. de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 8 meter mag bedragen;
- b. de afstand tot woningen mag niet minder bedragen dan 50 meter;
- c. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de verkeersveiligheid;
- d. de jongerenontmoetingsplaats niet leidt tot onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
- e. er, vanuit het oogpunt van sociale veiligheid, sprake moet zijn van een open karakter;
- f. het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast, hetgeen tevens inhoudt dat in ieder geval de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
8.5 Specifieke gebruiksregels
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 08.1 ten behoeve van het gebruik als jongerenontmoetingsplaats (JOP) voor een periode van maximaal 5 jaar, onder de in artikel 08.4 genoemde voorwaarden.
8.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
8.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Artikel 9 Horeca
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca van categorie 1 t/m 3,
met dien verstande dat:
- b. de horecafuncties 1 t/m 3 uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – horeca op bovenverdieping', tevens horeca op de bovenverdieping;
- c. wonen is toegestaan, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum, met dien verstande dat, indien wonen geschiedt zonder combinatie met de toegestane functies, op die gronden de bouw- en gebruiksbepalingen van artikel 15 ('Wonen-3') van toepassing zijn,
met daaraan ondergeschikt:
- d. erven en tuinen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. terrassen;
- g. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de brandveiligheid;
- g. de parkeerruimte op eigen terrein.
9.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.1 sub e voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:
- a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien;
- b. het niet ten koste gaat van (bestaande parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
- c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
9.5 Specifieke gebruiksregels
9.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
9.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, van werkzaamheden (n.v.t.)
9.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
9.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van woningvermeerdering, mits:
- a. de woningvermeerdering past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
- b. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
- c. uit voorafgaand onderzoek is gebleken dat er geen (milieu)planologische belemmeringen zijn.
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. begeleid wonen;
- b. bibliotheek;
- c. cultuur en ontspanning;
- d. gemeenschapshuis;
- e. gezondheidszorg;
- f. onderwijs, inclusief crèches en kinder- en buitenschoolse opvang;
- g. openbare dienstverlening;
- h. ouderenhuisvesting;
- i. religie;
- j. sociale activiteiten;
- k. welzijnsinstelling;
- l. zorgvoorzieningen (inclusief dagactiviteiten voor mensen met een begeleidings- en /of zorgvraag);
- m. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne', een brandweerkazerne;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens panden met cultuurhistorische waarden;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'religie', een kerk;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal', een sporthal met bijbehorende kantine;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – gebruik als tuin bij wonen', tevens het gebruik van de gronden als tuin overeenkomstig de aansluitende bestemming 'Wonen-1' respectievelijk 'Wonen-3',
met dien verstande dat:
- r. wonen niet is toegestaan;
met daaraan ondergeschikt:
- s. erven en tuinen;
- t. één horecavoorziening per locatie;
- u. speelvoorzieningen;
- v. terrassen;
- w. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de brandveiligheid;
- g. de parkeerruimte op eigen terrein.
10.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:
- a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien;
- b. het niet ten koste gaat van (bestaande parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
- c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
10.5 Specifieke gebruiksregels
10.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
10.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
10.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
- a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden';
- b. het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan;
- c. het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
- 1. het normale beheer en onderhoud betreffen;
- 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
10.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Artikel 11 Sport
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van sport, met bijbehorende voorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'jongeren ontmoetingsplek', tevens voor een jongeren ontmoetingsplaats;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan', voor een tennisvoorziening;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - fitnesscentrum', tevens een fitnesscentrum;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport – speelterrein', voor een speelterrein;
met daaraan ondergeschikt:
- f. één kantine per voorziening;
- g. groen- en speelvoorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. waterlopen en waterpartijen.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de brandveiligheid;
- g. de parkeerruimte op eigen terrein.
11.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:
- a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien;
- b. het niet ten koste gaat van (bestaande parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
- c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
11.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. seksbedrijven, coffeeshops, discotheken en bardancings;
- b. horeca, met uitzondering van ondergeschikte horecavoorzieningen als bedoeld in de bestemmingsomschrijving;
- c. de opslag en verkoop van motorbrandstoffen;
- d. (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte.
11.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
11.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
11.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
11.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Artikel 12 Verkeer - Verblijfsgebied
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer – Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsgebied, onder andere bestaande uit wegen, straten, pleinen, terrassen, verhardingen en fiets- en voetpaden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie alsmede ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden, zoals woonstraten, woonerven en paden, inclusief bermen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'garage', garageboxen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'markt', tevens (markt)standplaatsen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water – ondergrondse watergang', tevens een ondergrondse watergang;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – gebruik als tuin bij wonen', tevens het gebruik van de gronden als tuin overeenkomstig de aansluitende bestemming “Wonen-1” en “Wonen-3”,
met daaraan ondergeschikt:
- f. (digitale) informatie- en reclameborden;
- g. groen- en speelvoorzieningen;
- h. hondentoiletten;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling;
- k. voorzieningen van algemeen nut;
- l. waterhuishoudkundige voorzieningen.
- m. waterlopen en waterpartijen;
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen (n.v.t.)
12.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2, ten behoeve van het inrichten van een jongerenontmoetingsplaats (JOP) voor een periode van maximaal 5 jaar, onder voorwaarden dat:
- a. er per jongerenontmoetingsplaats maximaal één gebouw is toegestaan die aan
- b. het volgende voldoet:
- 1. de oppervlakte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 30 m2;
- 2. de bouwhoogte van het gebouw niet meer mag bedragen dan 3,5 meter;
- 3. de bouwhoogte lichtmasten maximaal 8 meter mag bedragen;
- c. de afstand tot woningen mag niet minder bedragen dan 50 meter;
- d. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de verkeersveiligheid;
- e. de jongerenontmoetingsplaats niet leidt tot onevenredige aantasting van de
- f. stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
- g. er, vanuit het oogpunt van sociale veiligheid, sprake moet zijn van een open karakter;
- h. het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast, hetgeen tevens inhoudt dat in ieder geval de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
12.5 Specifieke gebruiksregels
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.1, ten behoeve van het gebruik als jongerenontmoetingsplaats (JOP) voor een periode van maximaal 5 jaar, onder de in artikel 12.4 genoemde voorwaarden.
12.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
12.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
12.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemming 'Centrum', met dien verstande dat door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid de distributieplanologische situatie van Putte niet onevenredig wordt verstoord.
Artikel 13 Water
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. infiltratievoorzieningen;
- c. waterberging;
- d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. waterlopen en waterpartijen;
- f. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'ecologische hoofdstructuur', tevens de bescherming en het behoud van de op en/of in de gronden voorkomende natuur- en ecologische waarden.
13.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken, gelden de volgende regels:
- a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen;
- c. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 m² bedragen;
- d. de bouwhoogte van erf-/perceelafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen.
13.3 Nadere eisen (n.v.t.)
13.4 Afwijken van de bouwregels (n.v.t.)
13.5 Specifieke gebruiksregels (n.v.t.)
13.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
13.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
13.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Artikel 14 Wonen - 1
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de vorm van vrijstaande woningen, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening – schoonheidsalon', tevens een schoonheidssalon met dien verstande dat de vloeroppervlakte van de schoonheidsalon niet meer bedragen dan 175 m²;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - seksbedrijf', tevens een seksbedrijf,
met daaraan ondergeschikt:
- d. aangebouwde en/of vrijstaande bijgebouwen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- f. erven en tuinen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels
Op de onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 14.1 genoemde functies worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
14.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de brandveiligheid.
14.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de opgenomen bouwgrens met gevellijn te verschuiven met maximaal 10 meter en vervangende nieuwbouw c.q. nieuwbouw, voor zover dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum, toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. er dient sprake te zijn van een verantwoorde, samenhangende en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit, waarbij gelet wordt op de samenhang met nabij gelegen bebouwing;
- b. er mag geen onevenredige schade worden toegebracht aan de verkeersveiligheid, alsmede de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
- c. door middel van onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat het waterbelang voldoende is meegewogen.
14.5 Specifieke gebruiksregels
14.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
14.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
14.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van woningvermeerdering, mits:
- a. de woningvermeerdering past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
- b. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
- c. uit voorafgaand onderzoek is gebleken dat er geen (milieu)planologische belemmeringen zijn.
Artikel 15 Wonen - 3
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de vorm van vrijstaande woningen, twee-aaneengebouwde woningen en aaneengebouwde woningen, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens panden met cultuurhistorische waarden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', tevens detailhandel;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', tevens horeca;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens kantoren;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening – kapsalon', tevens een kapsalon;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening – seksbedrijf', tevens een seksbedrijf;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water – ondergrondse watergang', tevens een ondergrondse watergang,
met daaraan ondergeschikt:
- i. aangebouwde en/of vrijstaande bijgebouwen;
- j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- k. erven en tuinen;
- l. parkeervoorzieningen;
- m. waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels
Op de onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 15.1 genoemde functies worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de brandveiligheid.
15.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de opgenomen bouwgrens met gevellijn te verschuiven met maximaal 10 meter en vervangende nieuwbouw c.q. nieuwbouw, voor zover dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum, toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. er dient sprake te zijn van een verantwoorde, samenhangende en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit, waarbij gelet wordt op de samenhang met nabij gelegen bebouwing;
- b. er mag geen onevenredige schade worden toegebracht aan de verkeersveiligheid, alsmede de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
- c. door middel van onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat het waterbelang voldoende is meegewogen.
15.5 Specifieke gebruiksregels
15.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
15.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
15.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
- a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van de beeldbepalende panden, die op de verbeelding zijn voorzien van de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden';
- b. het geheel of gedeeltelijk slopen van de in sub a bedoelde bouwwerken is slechts toelaatbaar indien de ruimtelijke en visuele karakteristiek van de gronden en de gebouwde omgeving niet in onevenredige mate wordt aangetast waartoe burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de monumentencommissie of een ander vergelijkbaar orgaan;
- c. het in sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
- 1. het normale beheer en onderhoud betreffen;
- 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
15.9 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 16 Wonen - 4
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de vorm van gestapelde woningen, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum;
met daaraan ondergeschikt:
- b. aangebouwde en/of vrijstaande bijgebouwen;
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- d. erven en tuinen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels
op de onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 16.1 genoemde doeleinden worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
16.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de brandveiligheid;
- g. de parkeerruimte op eigen terrein.
16.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.2.1 sub f voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:
- a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien;
- b. het niet ten koste gaat van (bestaande parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
- c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
16.5 Specifieke gebruiksregels
16.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
16.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (n.v.t.)
16.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
16.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van woningvermeerdering, mits:
- a. de woningvermeerdering past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
- b. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
- c. uit voorafgaand onderzoek is gebleken dat er geen (milieu)planologische belemmeringen zijn.
Artikel 17 Waarde - Archeologie
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende middelhoge en hoge archeologische waarden.
17.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
- a. ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot;
- b. de bouw van een bijgebouw, de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw of het oprichten van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvoor graafwerkzaamheden worden verricht op een diepte van minder dan 0,60 meter onder de oppervlakte en waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 100 m².
17.3 Nadere eisen (n.v.t.)
17.4 Afwijken van de bouwregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2 en toestaan dat het in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits de indiener bij de aanvraag om een omgevingsvergunning een archeologisch rapport overlegt van een terzake deskundige, waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
- 1. het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, òf
- 2. de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, òf
- 3. in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.
17.5 Specifieke gebruiksregels (n.v.t.)
17.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
17.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
17.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Artikel 18 Waterstaat - Bergbezinkbassins
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat – Bergbezinkbassins' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bergbezinkbassins.
18.2 Bouwregels
18.3 Nadere eisen (n.v.t.)
18.4 Afwijken van de bouwregels (n.v.t.)
18.5 Specifieke gebruiksregels (n.v.t.)
18.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
18.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
18.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 19 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 20 Algemene Bouwregels
20.1 Algemene regels m.b.t. ondergronds bouwen
20.2 Bestaande afstanden en maten
- a. Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden;
- b. in die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden
- c. in het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in sub a en b van dit artikel uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
Artikel 21 Algemene Aanduidingsregels
21.1 Veiligheidszone - bevi
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone – bevi' mogen geen kwetsbare objecten worden gebouwd.
21.2 Vrijwaringszone – radar
Artikel 22 Algemene Afwijkingsregels
22.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:
- a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven;
- c. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 meter;
- e. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van communicatievoorzieningen, zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 56 meter boven N.A.P.;
- f. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
22.2 Afwijken mantelzorg
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de specifieke gebruiksregels voor het toestaan van het gebruik van een bij een (dienst-)woning behorend (vrijstaand) bijgebouw of tijdelijke woonunit als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
- a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit een oogpunt van mantelzorg, waartoe advies wordt ingewonnen van een, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, onafhankelijke deskundige;
- b. de afhankelijke woonruimte mag slechts worden gebruikt voor de huisvesting van één huishouden;
- c. de omgevingsvergunning vervalt zodra de onder a bedoelde noodzaak is komen te vervallen;
- d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- e. een vloeroppervlak van ten hoogste 80 m² van de op grond van de respectievelijke bouwregels bij een (dienst-)woning toegestane (vrijstaande) bijgebouwen mag worden gebruikt als afhankelijke woonruimte;
- f. afwijken is niet mogelijk ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – bevi'.
Artikel 23 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de overschrijdingen als bedoeld in sub a en b mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- d. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Artikel 24 Algemene Procedureregels
24.1 Wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
24.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de artikelen 3.8 en 3.9 Wabo van toepassing.
24.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de artikelen 3.8 en 3.9 Wabo van toepassing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 25 Overgangsrecht Bouwwerken
25.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
25.2 burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
25.3 het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 26 Overgangsrecht Gebruik
26.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
26.2 het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
26.3 indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
26.4 het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Artikel 27 Persoonsgebonden Overgangsrecht
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meerder natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding va het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht een omgevingsvergunning verlenen.
Artikel 28 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan “Bebouwde kom Putte, 1e herziening”.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 7 november 2012.
De griffier, De voorzitter,
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Tabel Toegestane Bebouwing
Bijlage 2 Tabel toegestane bebouwing
Bijlage 1 Toelichting Onherroepelijk Bestemmingsplan
Bijlage 1 Toelichting onherroepelijk bestemmingsplan
Bijlage 2 Rapportage Geluid Politieacademie Locatie Ossendrecht
Bijlage 2 Rapportage geluid Politieacademie locatie Ossendrecht
Bijlage 3 Eindverslag Inspraak
Bijlage 3 Eindverslag inspraak
Bijlage 4 Eindverslag Vooroverleg
Bijlage 4 Eindverslag vooroverleg
Bijlage 5 Gewijzigde Versie Bestemmingsplanregels
Bijlage 5 Gewijzigde versie bestemmingsplanregels
Bijlage 6 Nota Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 6 Nota beantwoording zienswijzen