KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein - Luchthavengebonden
3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Bouwregels
Artikel 6 Algemene Gebruiksregels
Artikel 7 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 9 Overige Regels
Artikel 10 Algemene Procedureregels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
Artikel 12 Slotregel

Europalaan 31 (Maastricht Airport)

Bestemmingsplan - Gemeente Beek

Vastgesteld op 08-02-2024 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Europalaan 31 (Maastricht Airport) met identificatienummer NL.IMRO.0888.BPEUROPALAAN3122-VA01 van de gemeente Beek.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarop ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.6 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.7 bestaande situatie

  1. bebouwing: bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;
  2. gebruik: het gebruik van gronden en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen.

1.8 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.9 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.10 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.11 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.12 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.13 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

1.14 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.15 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.16 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop of verhuur of leasing, alsmede het verkopen en/of leveren en/of bewaren van goederen aan personen die, die goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.17 emissie-kental

geluidemissie van een lege kavel uitgedrukt als bronvermogen (Lw in dB(A)) per vierkante meter, of dB(A)/m²); het emissie-kental betreft een etmaalwaarde zoals bedoeld in de Hmrl 1999.

1.18 gebouw

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.19 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, situering, afmetingen of bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

1.20 gebudgetteerde geluidruimte

de geluidruimte door gebruik van een kavel, zoals toebedeeld aan de bestaande en lege kavels overeenkomstig de toetsingstabellen (bijlage 3 bij de regels).

1.21 geluidbeheersplan AviationValley

het geluidbeheersplan bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport Businesspark AviationValley, zoals opgenomen in bijlage 4 bij deze regels.

1.22 geluidruimte door gebruik van een kavel

het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) vanwege een bestaande kavel of een lege kavel, exclusief de bijdrage vanwege de bij de inrichting behorende verkeersaantrekkende werking buiten de inrichtings- of kavelgrenzen, per periode van het etmaal (dagperiode van 07.00 tot 19.00 uur, avondperiode van 19.00 tot 23.00 uur en nachtperiode van 23.00 tot 7.00 uur) en als etmaalwaarde.

1.23 geluidgrenswaarde voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau

de waarde van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) die op de toetspunten zoals opgenomen in de toetsingstabellen (bijlage 3 bij de regels) door alle bestaande en toekomstige bedrijven op Businesspark AviationValley gezamenlijk (cumulatief) niet mag worden overschreden.

1.24 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.

1.25 luchthavengebonden bedrijvigheid:

bedrijven/kantoren die een ondersteunende functie hebben voor de luchtvaart- en logistieke activiteiten of een nauwe verwevenheid daarmee hebben, inclusief modern gemengde bedrijven met een zekere mate van luchthavenbinding.

1.26 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, waaronder elektriciteitsvoorzieningen, gasregelstations en pompinstallaties.

1.27 onderbouw

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen.

1.28 peil

  1. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte maaiveld.

1.29 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een andere tegen vergoeding.

1.30 reserve geluidruimte

het niet aan een bestaande kavel of een lege kavel toebedeelde geluidbudget, dat het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken onder voorwaarden kan toedelen aan een bestaande kavel of een lege kavel, zonder dat de geluidgrenswaarden op de toetspunten zoals opgenomen in de toetsingstabellen (bijlage 3 bij de regels) wordt overschreden.

1.31 risicovolle inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grens-waarde, richtwaarde voor het risico c.q. risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

1.32 ruimtelijke kwaliteit

de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van ruimte.

1.33 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichtingen worden in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.34 stedenbouwkundig beeld

het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief het ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormd beeld.

1.35 straatprostitutie

het zich op de openbare weg respectievelijk in openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk in de openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen tegen vergoeding.

1.36 toetsingstabellen

de tabellen met bijbehorende ligging van de geluidtoetspunten zoals opgenomen in bijlage 3 bij deze regels, waarin zijn weergegeven de toetspunten, de geluidgrenswaarde van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en de gebudgetteerde geluidruimte voor bestaande kavels en voor lege kavels.

1.37 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten, etc.

1.38 weg

een voor het rij- of ander verkeer bestemd weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of het pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 Meetregels


Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.2 Wijze van berekenen in verband met geluidbeheersplan AviationValley


berekenen gebudgetteerde geluidruimte lege kavel:
De gebudgetteerde geluidruimte voor een lege kavel wordt bepaald op basis van geluidbronnen, met voor elke geluidbron een bronsterkte overeenkomstig een emissie-kental per m2. Deze geluidbronnen emitteren geluid volgens het spectrum industrielawaai als gehanteerd in het als bijlage 4 opgenomen geluidbeheersplan AviationValley, hebben een hoogte van 5 meter boven het plaatselijk maaiveld en een verdeling van één deelbron per 5.000 m2.
Vervolgens wordt de geluidimmissie berekend op de toetspunten als opgenomen in de toetsingstabellen (bijlage 3 bij de regels), conform een op de meet- en rekenmethode industrielawaai voor complexe situaties (methode II) uit de HmrI 1999 gebaseerd rekenmodel, met inachtneming van de regels van de HmrI 1999. De omgevingssituatie in het rekenmodel (bodemgebieden, bestaande afschermende en reflecterende objecten, maaiveldhoogtes en hoogtes ten opzichte van maaiveld) dient gelijk te zijn aan die als opgenomen in het als bijlage 4 opgenomen geluidbeheersplan AviationValley. Dit geldt ook voor de lege kavel zelf. De aldus berekende geluidimmissie is de voor de kavel gebudgetteerde geluidruimte.
berekenen geluidruimte door gebruik van een kavel ten behoeve van toetsing aan gebruiksregels:
De geluidruimte door het gebruik van een kavel wordt berekend op de toetspunten als opgenomen in de toetsingstabellen (bijlage 3 bij de regels), conform een op de meet- en rekenmethode industrielawaai voor complexe situaties (methode II) uit de HmrI 1999 gebaseerd rekenmodel, met inachtneming van de regels van de HmrI 1999 en op basis van de actuele omgevingssituatie ten tijde van het indienen van de aanvraag. De actuele omgevingssituatie wordt bepaald door de beheerder van het geluidbeheersmodel, die door het bevoegd gezag wordt aangewezen.
berekenen geluidruimte door gebruik van een kavel ten behoeve van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels:
De geluidruimte door het gebruik van een kavel wordt berekend op de toetspunten als opgenomen in de toetsingstabellen (bijlage 3 bij de regels), conform een op de meet- en rekenmethode industrielawaai voor complexe situaties (methode II) uit de HmrI 1999 gebaseerd rekenmodel, met inachtneming van de regels van de HmrI 1999 en op basis van de actuele omgevingssituatie ten tijde van het indienen van de aanvraag. De actuele omgevingssituatie wordt bepaald door de beheerder van het geluidbeheersmodel, die door het bevoegd gezag wordt aangewezen.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein - Luchthavengebonden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - Luchthavengebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. luchthavengebonden bedrijven met bijbehorende kantoren van categorie 1 t/m 4.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten bedrijventerreinen, die als bijlage 1 bij deze regels is gevoegd, ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf tot en met categorie 4.1’;
  2. verkeersvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. groenvoorzieningen;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    2. de milieusituatie;
    3. de verkeersveiligheid;
    4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    5. de sociale veiligheid;
    6. de externe veiligheid.
  2. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
  3. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in artikel 10 van toepassing.

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene Bouwregels

5.1 Bestaande afwijkende bouwhoogte

De op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan bestaande bouwhoogten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden.

Artikel 6 Algemene Gebruiksregels

6.1 Strijdig gebruik

  1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of te laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming.
  2. Onder een strijdig gebruik met de bestemming wordt tenminste verstaan het gebruik:
    1. voor het opslaan, storten of bergen van bruikbare en/of onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
    2. voor het plaatsen van kampeerwagens, caravans, kampeerauto's, kampeertenten en vaartuigen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van gronden;
    3. van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting, raam-, straatprostitutie en prostitutie.

6.2 Uitzondering strijdig gebruik

Onder een gebruik strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan het gebruiken en/of het doen en/of het laten gebruiken en/of het in gebruik geven van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning of ontheffing vereist is en deze is verleend.

6.3 Parkeren

Artikel 7 Algemene Aanduidingsregels

7.1 luchtvaartverkeerzone - eurocontrol

7.2 luchtvaartverkeerzone - CNS apparatuur

Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels

8.1 Afwijkingsbevoegdheid

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning kan worden verleend, kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
  1. het afwijken van de voorgeschreven maten ten aanzien van bouwhoogten, inhoudsmaten, bouwperceelsgrensafstanden en bebouwde oppervlakten met ten hoogste 10%, met dien verstande dat in het geval de maximale bouwhoogte na afwijking ter plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone – Eurocontrol 200-1.000 m nieuw‘ meer dan 138 m boven NAP bedraagt, het bevoegd gezag alvorens de omgevingsvergunning te verlenen advies vraagt aan Eurocontrol;
  2. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, alsmede religieuze doeleinden zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, monumenten, kapellen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:
    1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m²;
    2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
    3. de bouwwerken naar aard en afmetingen passen in het plan, met dien verstande, dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 10 m mag bedragen;
  3. geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
  4. het in geringe mate afwijken van de vorm van bouwvlakken, voor zover zulks noodzakelijk en/of wenselijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen;
  5. het oprichten van voorzieningen ten dienste van het ontvangen en zenden van radio- en televisiesignalen en signalen ten behoeve van de luchtvaart, voor zover deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte niet meer bedraagt dan 15 m voor antennes voor privé-gebruik en niet meer dan 30 m voor antennes voor gemeenschappelijk gebruik, met dien verstande dat moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 8 lid 2;
  6. het oprichten en/of verplaatsen van voorzieningen ten dienste van het luchtverkeer, met dien verstande dat moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 8 lid 2.

8.2 Afwegingskader

Een in artikel 8 lid 1 genoemde afwijking kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. de landschappelijke waarde;
  3. de milieusituatie;
  4. de verkeersveiligheid;
  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  6. de sociale veiligheid;
  7. de externe veiligheid;
  8. de vliegveiligheid.

Artikel 9 Overige Regels

9.1 Verwijzing naar andere wetten

Indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van het plan.

Artikel 10 Algemene Procedureregels

10.1 Procedureregels nadere eisen

Bij het stellen van nadere eisen dient bij de voorbereiding van het betreffende besluit de volgende procedure te worden gevolgd:
  1. het ontwerp van het besluit met bijbehorende stukken ligt gedurende drie weken ter inzage;
  2. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren in een of meer in de gemeente verspreid wordende dag- en/of nieuwsbladen en/of digitaal bekend;
  3. in het voorkomende geval wordt tevens de aanvrager van de omgevingsvergunning, naar aanleiding waarvan de nadere eisen worden gesteld, tevoren in kennis gesteld van de terinzagelegging;
  4. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent het ontwerpbesluit in te dienen bij burgemeester en wethouders;
  5. burgemeester en wethouders nemen zo spoedig mogelijk een beslissing. De beslissing is, als tegen het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingediend, gemotiveerd.

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan;
  2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig, in afwijking van het bepaalde onder a., een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a., met maximaal 10%;
  3. Het bepaalde in sub a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

11.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, als bedoeld onder sub a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. Indien het gebruik, als bedoeld in sub a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode van langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. Het bepaalde in sub a., is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan Europalaan 31 (Maastricht Airport) van de gemeente Beek.