KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Gemengd
Artikel 5 Horeca
Artikel 6 Maatschappelijk
Artikel 7 Verkeer
Artikel 8 Wonen
Artikel 9 Woongebied
Artikel 10 Woongebied - Uit Te Werken
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Artikel 12 Algemene Bouwregels
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 16 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 17 Overgangsrecht
Artikel 18 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Bedrijf Aan Huis
Bijlage 3 Gemengd - 2
Bijlage 1 Bijlagenboek

Oppe Brik

Bestemmingsplan - gemeente Beesel

Vastgesteld op 06-10-2014 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

plan:

het bestemmingsplan Oppe Brik met identificatienummer NL.IMRO.0889.OPPEBRIK-VG01 van de gemeente Beesel.

bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en bijlagen).

aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

aan-huis-gebonden bedrijvigheid:

  1. a. het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
  2. b. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk;

dat door zijn beperkte omvang in een woning met bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.

aan-huis-gebonden beroep:

het aan huis uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten door zijn beperkte omvang binnen de woning en de daarbij behorende gebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Deze diensten kunnen betrekking hebben op juridisch, medisch, therapeutisch, administratie kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen gebied.

achtererf:

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.

antenne:

een constructie bestaande uit een mast, een ontvang- en zenddraad of een stelsel van draden, danwel een schotel bestemd voor (tele)communicatiedoeleinden.

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

bed & breakfast:

een voorziening voor overnachting met het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de woonfunctie. Het bieden van een overnachtingsmogelijkheid aan personen die tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid verrichten valt niet onder bed & breakfast.

bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

bedrijfswoning:

een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting.

(beperkt) kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald.

bestaand:

  1. a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat bestaat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan danwel gebouwd is of kan worden krachtens een verleende vergunning voor het bouwen;
  2. b. gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken zoals krachtens een vergunning voor het gebruik is toegestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan; daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
  3. c. bestaande aantal: het aantal zoals toegestaan krachtens een vergunning op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond.

De begane grond is een bouwlaag, kelders en zolders in de kap zijn geen aparte bouwlaag.

bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel.

bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

caravan:

een al dan niet uitklapbare wagen of voertuig die of dat bedoeld is voor woon-, dag- of nachtverblijf en bedoeld is om als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook als deze wagen of voertuig wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, is hij voor de toepassing van dit plan een caravan.

carport/overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak zonder of met ten hoogste één tot de eigen constructie behorende wand of wanden.

detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden van, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen voor eigen gebruik of verbruik, dat niet betreft de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting, waarvoor op grond van de Wet geluidhinder een geluidzone geldt.

hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

horeca:

een bedrijf waar:

  1. a. bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden bereid en verstrekt;
  2. b. bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
  3. c. inrichtingen waar een kans- of behendigheidsspel wordt uitgeoefend;

seksinrichtingen vallen niet binnen dit begrip.

horeca in categorie 1 :

een bedrijf of instelling waar:

  1. a. bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor consumptie ter plaatse worden bereid en verstrekt;
  2. b. bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
  3. c. een zaalaccommodatie wordt geëxploiteerd.

maatschappelijke voorzieningen:

voorzieningen voor:

  1. a. religieuze, onderwijs-, medische, (semi-)overheids-, sportieve, sociale en welzijnsdoeleinden;
  2. b. voor onderwijs en overheidsdiensten, welke een min of meer openbaar karakter hebben.

overig bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

risicovolle inrichting:

een inrichting waarvoor het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico geeft of risico-afstand voor het toelaten van kwetsbare of beperkt-kwetsbare objecten.

seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is:

  1. a. seksuele handelingen worden verricht;
  2. b. vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.

Deze regels verstaan onder een seksinrichting in ieder geval: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

voorerf:

erf dat geen onderdeel is van het achtererf.

voorgevel:

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

voorgevelrooilijn:

de denkbeeldige lijn die buitenwerks strak loopt langs de voorgevel van een gebouw, tot aan de perceelsgrenzen.

waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hieronder vallen onder andere duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen voor berging en infiltratie van hemelwater.

webwinkel:

het al dan niet hobbymatig dan wel bedrijfsmatig verkopen van goederen via internet, waarbij de goederen elders worden bezorgd en er geen sprake is van voor publiek toegankelijke winkelruimte of showroom.

werk - wooneenheid:

een in functioneel opzicht onlosmakelijke combinatie van een bedrijfsgebouw met één bedrijfswoning en waarbij in het bedrijfsgebouw bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan.

woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw op 1 m boven peil en haaks op de perceelgrens.

bebouwd oppervlak van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken, gemeten buitenwerks en 1 m boven peil.

bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren, op 1 m boven peil. De grootste maat is daarvoor bepalend.

dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel (in geval van een lessenaardak is dit de hoogte van de goot aan de lage zijde van het dak).

inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

peil:

  1. a. voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddelijk aan de weg grenst is dit de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang:
  2. b. in andere gevallen is dit de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte terrein;

tenzij elders in deze regels anders bepaald.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven in milieucategorie 1, zoals genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1);
  2. b. tevens wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  3. c. aan-huis-gebonden beroepen en bedrijvigheid;
  4. d. opslag en uitstalling;
  5. e. parkeervoorzieningen;
  6. f. wegen en paden;
  7. g. tuinen, erven en verhardingen;
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. 3.1 onder a voor bedrijven die niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten worden genoemd, maar naar het oordeel van het bevoegd gezag naar aard, omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven als bedoeld in categorie 1.
  2. b. 3.1 onder a voor bedrijven in categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
    1. 1. het stedenbouwkundige inpasbaar is;
    2. 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    3. 3. aangetoond is dat sprake is van een goed woonmilieu;
  3. c. 3.3.1 onder b voor bedrijven die niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten worden genoemd, maar naar het oordeel van het bevoegd gezag naar aard, omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:

  1. a. de regels in artikel 8 van toepassing zijn;
  2. b. het stedenbouwkundige inpasbaar is;
  3. c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  4. d. aangetoond is dat sprake is van een goed woonmilieu;
  5. e. de wijziging past binnen het Regionaal Volkshuisvestingsplan (RVP) en het gemeentelijk woningbouwprogramma.

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met aan-huis-gebonden beroepen en bedrijvigheid, uitsluitend ter plaatse van de bedrijfswoning (die deeluitmaakt van de werk-wooneenheid);
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' bedrijfsactiviteiten die voorkomen in milieucategorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), uitsluitend ter plaatse van het bedrijfsgebouw (dat deeluitmaakt van de werk - wooneenheid);
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' bedrijfsactiviteiten die voorkomen in milieucategorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), uitsluitend ter plaatse van het bedrijfsgebouw (dat deeluitmaakt van de werk - wooneenheid);
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' tevens voor religieuze, onderwijs-, medische, (semi)-overheids-, sportieve, sociale en welzijnsdoeleinden;
  5. e. webwinkels;
  6. f. parkeervoorzieningen;
  7. g. wegen en paden;
  8. h. tuinen, erven en verhardingen;
  9. i. groenvoorzieningen;
  10. j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  11. k. nutsvoorzieningen;
  12. l. webwinkels.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen:

  1. a. de bestemming 'Gemengd' wijzigen naar 'Maatschappelijk' en/of 'Verkeer', met dien verstande dat:
    1. 1. de wijziging stedenbouwkundig inpasbaar is;
    2. 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    3. 3. aangetoond is dat sprake is van een goed woonmilieu;
    4. 4. de wijziging past binnen het Regionaal Volkshuisvestingsplan (RVP) en het gemeentelijk woningbouwprogramma.

Artikel 5 Horeca

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca in categorie 1 met bijbehorende terrassen en bovenwoning;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel;
  3. c. opslag en uitstalling;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. wegen en paden;
  6. f. tuinen, erven en verhardingen;
  7. g. groenvoorzieningen;
  8. h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. 3.1 voor bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
    1. 1. het stedenbouwkundige inpasbaar is;
    2. 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    3. 3. aangetoond is dat sprake is van een goed woonmilieu

5.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Horeca' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:

  1. a. de regels in artikel 8 van toepassing zijn;
  2. b. het stedenbouwkundige inpasbaar is;
  3. c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  4. d. aangetoond is dat sprake is van een goed woonmilieu;
  5. e. de wijziging past binnen het Regionaal Volkshuisvestingsplan (RVP) en het gemeentelijk woningbouwprogramma.

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. religieuze, onderwijs-, medische, (semi)-overheids-, sportieve, sociale en welzijnsdoeleinden;
  2. b. aan de functie zoals bedoeld onder a ondergeschikte horeca;
  3. c. aan de functie zoals bedoeld onder a ondergeschikte bedrijvigheid;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. wegen en paden;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorie' tevens voor de instandhouding en bescherming van de bestaande gebouwen;
  9. i. nutsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen:

  1. a. de bestemming 'Maatschappelijk' wijzigen naar 'Woongebied' en/of 'Verkeer', met dien verstande dat:
    1. 1. er maximaal 15 wooneenheden gerealiseerd mogen worden;
    2. 2. het bouwplan stedenbouwkundig inpasbaar is;
    3. 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    4. 4. aangetoond is dat sprake is van een goed woonmilieu;
    5. 5. de wijziging past binnen het Regionaal Volkshuisvestingsplan (RVP) en het gemeentelijk woningbouwprogramma.
  1. a. de bestemming 'Maatschappelijk' wijzigen naar 'Gemengd - 2' (zoals opgenomen in bijlage 3) en/of 'Verkeer' met dien verstande dat:
    1. 1. er maximaal 15 wooneenheden gerealiseerd mogen worden;
    2. 2. het bouwplan stedenbouwkundig inpasbaar is;
    3. 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    4. 4. aangetoond is dat sprake is van een goed woonmilieu;
    5. 5. de wijziging past binnen het Regionaal Volkshuisvestingsplan (RVP) en het gemeentelijk woningbouwprogramma.
  2. b. de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorie' verwijderen en de toegestane maatvoering en situering van de gebouwen wijzigen, teneinde een nieuw gebouw te realiseren, met dien verstande dat:
    1. 1. het nieuwe gebouw uit maximaal 3 bouwlagen mag bestaan;
    2. 2. het nieuwe gebouw een totale oppervlakte mag hebben van maximaal 2.800 m2;
    3. 3. het bouwplan stedenbouwkundig inpasbaar is;
    4. 4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Artikel 7 Verkeer

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen al dan niet in combinatie met aan-huis-gebonden beroepen en bedrijvigheid;
  2. b. te plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - ijssalon' tevens voor een ijssalon;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kapsalon' tevens voor een kapsalon;
  4. d. webwinkels;
  5. e. tuinen, erven en verhardingen;
  6. f. parkeervoorzieningen ten dienste van de woning;
  7. g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 9 Woongebied

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen al dan niet in combinatie met aan-huis-gebonden beroepen en bedrijvigheid;
  2. b. webwinkels;
  3. c. ontsluitingswegen;
  4. d. tuinen, erven en verhardingen;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. parkeervoorzieningen ten dienste van de woningen;
  7. g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 10 Woongebied - Uit Te Werken

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen al dan niet in combinatie met aan-huis-gebonden beroepen en bedrijvigheid;
  2. b. een (half)verdiepte parkeergarage met bijbehorende in- en uitritten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' uitsluitend voor een parkeerterrein;
  4. d. tuinen, erven en verhardingen;
  5. e. ontsluitingswegen;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. parkeervoorzieningen;
  8. h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders moeten de in lid 10.1 bedoelde bestemming uitwerken overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkzone' mogen woningen worden gebouwd, uitsluitend in gestapelde vorm, waarbij het volgende geldt:
    1. 1. er mogen maximaal drie hoofdgebouwen, in gestapelde vorm, worden gebouwd;
    2. 2. er mogen maximaal 32 woningen per hoofdgebouw worden gebouwd;
    3. 3. een hoofdgebouw, in gestapelde vorm, mag maximaal uit 4,5 bouwlagen bestaan;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkzone' geldt dat:
    1. 1. minimaal 8.000 m2 van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkzone' ten behoeve van groenvoorzieningen gebruikt moet worden;
    2. 2. een (half)verdiepte parkeergarage gebouwd mag worden met een bouwhoogte van maximaal 1 m, gemeten vanaf peil, waarin minimaal één parkeerplaats per woning binnen de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkzone' wordt gerealiseerd;
  3. c. ter plaatse van de gronden die niet voorzien zijn van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkzone' mogen woningen worden gebouwd, in vrijstaande, twee-aangebouwde, aaneengebouwde vorm en/of gestapelde vorm waarbij het volgende geldt:
    1. 1. er mogen maximaal 50 woningen worden gebouwd;
    2. 2. de bouwhoogte van een hoofdgebouw in vrijstaande, twee-aangebouwde en/of aaneengebouwde vorm, mag maximaal 10 m zijn;
    3. 3. een hoofdgebouw in gestapelde vorm mag maximaal uit 3 bouwlagen bestaan;
  4. d. de uitwerking dient te passen binnen een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen beeldkwaliteitplan;
  5. e. er dient voldaan te worden aan de geldende parkeernormen zoals opgenomen in artikel 13.2;
  6. f. er dient voldaan te worden aan de geldende milieu-eisen.

10.3 Bouwregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 11 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 12 Algemene Bouwregels

12.1 Ondergronds bouwen

  1. a. Op plaatsen waar hoofd- en bijgebouwen zijn of gelijktijdig worden gebouwd mag eveneens ondergronds gebouwd worden. Direct aansluitend mogen in- dan wel uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken worden gebouwd;
  2. b. De verticale diepte bij ondergronds bouwen mag maximaal 3,5 m onder peil zijn.
  3. c. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder het hoofdgebouw of bijgebouw. De in het gebied aanwezig waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

12.2 Bestaande afwijkende maatvoering

Met betrekking tot de op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan bestaande maten gelden de volgende regels:

  1. a. De bestaande maten die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, zijn de maximaal toegestane maten.
  2. b. Bestaande maten die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, zijn de minimaal toegestane maten.
  3. c. Bij herbouw is het bepaalde onder a en b van toepassing, wanneer de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.

Artikel 13 Algemene Gebruiksregels

13.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of prostitutie;
  2. b. het gebruik van bijgebouwen bij een (bedrijfs)woning als zelfstandige woningen;
  3. c. het gebruik van bijgebouwen bij een (bedrijfs)woning als afhankelijke woonruimte;
  4. d. het gebruik van gebouwen ten behoeve van een bed & breakfast.

13.2 Parkeren

Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor:

  1. a. het afwijken van de voorgeschreven maten met ten hoogste 10% voor:
    1. 1. goot- en bouwhoogten;
    2. 2. dakhellingen;
    3. 3. afstanden tot de bouwperceelgrens;
    4. 4. bebouwde oppervlakten;
  2. b. het bouwen van kleine bouwwerken van openbaar nut en voor religieuze doeleinden zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, (glas)containers, monumenten, kapellen, wegkruisen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, alsmede voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de inrichting van jongerenontmoetingsplaatsen (JOP) mits:
    1. 1. de oppervlakte maximaal 25 m2 bedraagt;
    2. 2. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt;
    3. 3. de bouwhoogte maximaal 5 m bedraagt;
    4. 4. de bouwwerken naar aard en afmetingen passen in het plan, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 5 m mag bedragen;
    5. 5. de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik.
  3. c. geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van of noodzakelijk zijn voor:
    1. 1. een ruimtelijk beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken;
    2. 2. de situering van ontsluitingen;
    3. 3. de werkelijke toestand van het terrein;
  4. d. het in geringe mate afwijken van een bestemmingsgrens, alsmede de vorm van bouwvlakken, als dat noodzakelijk en/of wenselijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen;
  5. e. het oprichten van voorzieningen voor telecommunicatiedoeleinden, met dien verstande dat:
    1. 1. deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn;
    2. 2. de bouwhoogte van antennes voor privé-gebruik maximaal 15 m mag zijn;
    3. 3. de bouwhoogte van antennes voor gemeenschappelijk gebruik maximaal 30 m mag zijn;
    4. 4. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast.

Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen:

  1. a. ten behoeve voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, als dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
  2. b. ten behoeve van het verschuiven van bouwvlakken, als dit van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De verschuivingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

Artikel 16 Overige Regels

16.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, duidt dit op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 17 Overgangsrecht

17.1 Overgangsrecht bouwwerken

17.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 18 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Oppe Brik'.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Bedrijf Aan Huis

Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijf aan huis

Bijlage 3 Gemengd - 2

Artikel X Gemengd - 2

x.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met aan-huis-gebonden beroepen en bedrijvigheid, uitsluitend ter plaatse van de bedrijfswoning (die deeluitmaakt van de werk-wooneenheid);
  2. b. religieuze, onderwijs-, medische, (semi)-overheids-, sportieve, sociale en welzijnsdoeleinden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. wegen en paden;
  5. e. tuinen, erven en verhardingen;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorie' tevens voor de instandhouding en bescherming van de bestaande gebouwen;
  9. i. nutsvoorzieningen.

x.2 Bouwregels

x.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. a. Bouwwerken moeten worden gebouwd binnen het bouwvlak.

x.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. a. De bestaande gebouwen dienen te worden gehandhaafd.
  2. b. De bestaande maatvoering van gebouwen (goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte) geldt als maximum maatvoering.

x.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. a. Erfafscheidingen en vlaggenmasten mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd.
  2. b. De bouwhoogte mag maximaal 3 m zijn, met dien verstande dat:
    1. 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn maximaal 2 m mag zijn en voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m;
    2. 2. de bouwhoogte van vlaggenmasten maximaal 6 m mag zijn.

x.3 Specifieke gebruiksregels

x.3.1 Aan-huis-gebonden beroepen en bedrijvigheid

Voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en van aan-huis-gebonden bedrijvigheid in of bij de bedrijfswoning, gelden de volgende bepalingen:

  1. a. De maximale oppervlakte voor beroeps-/bedrijfsmatig gebruik van gebouwen mag:
    1. 1. voor aan-huis-gebonden beroepen 60 m2 per woning zijn;
    2. 2. voor aan-huis-gebonden bedrijvigheid 25 m2 per woning zijn.
  2. b. Aan-huis-gebonden bedrijvigheid is toegestaan wanneer het bedrijven betreft die voorkomen in de categorieën 1 en 2, zoals genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten aan-huis-gebonden bedrijvigheid (bijlage 2).
  3. c. Bij aan-huis-gebonden bedrijvigheid zijn erotisch getinte bedrijvigheid, een horecabedrijf of detailhandel niet toegestaan. Beperkte verkoop die verband houdt met, en ondergeschikt is aan de uitgeoefende bedrijfsactiviteit, is wel toegestaan.
  4. d. Wonen dient ter plaatse de hoofdfunctie te blijven.
  5. e. Degene die de bedoelde activiteit uitoefent, moet op het zelfde perceel wonen.
  6. f. Het beroeps-/bedrijfsmatig gebruik mag niet zoveel verkeer aantrekken dat:
    1. 1. de woonomgeving onevenredig wordt belast:
    2. 2. extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn, tenzij deze op eigen terrein worden aangelegd.
  7. g. Reclame-uitingen ten behoeve van de aan-huis-gebonden beroeps- of bedrijfsuitoefening niet zijn toegestaan.

Bijlage 1 Bijlagenboek

Bijlage 1 Bijlagenboek