Veegplan Centrum
Bestemmingsplan - gemeente Brunssum
Vastgesteld op 14-04-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Veegplan Centrum met identificatienummer NL.IMRO.0899.BPVeegplanCentrum-VA01 van de gemeente Brunssum.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.
1.3 aan huis gebonden bedrijf
een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is.
1.4 aan huis gebonden beroep
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel is toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden beroep.
1.5 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
1.6 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.7 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.8 achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
1.9 achtergevelrooilijn
denkbeeldige lijn die evenwijdig loopt aan de voorgevelrooilijn en die gelegen is aan de zijde van de weg afgekeerde gevel van de bebouwing.
1.10 ambacht
op ondernemersgewijze manier vervaardigen of bewerken van goederen in verband met onderhoud en herstel, een en ander in hoofdzaak als handwerk, waarbij het accent niet ligt op massavervaardiging, inclusief verkoop van ter plaatse vervaardigde of bewerkte goederen.
1.11 ander bouwwerk
bouwwerk geen gebouw zijnde zonder dak. Een bouwwerk geen gebouw zijnde met dak wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
1.12 ander-werk
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid.
1.13 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.14 bebouwingspercentage
het oppervlak dat maximaal mag worden bebouwd met bouwwerken, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het perceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van de bestemming (bijvoorbeeld binnen een bouwvlak).
1.15 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen.
1.16 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
1.17 bedrijfsmatige exploitatie
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie.
1.18 bedrijfsvloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.19 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon en/of familie, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.20 begane grond
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder.
1.21 beheerder
de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent in een inrichting of bedrijf.
1.22 belhuis
een inrichting waarvan de bedrijfsvoering, onder welke benaming dan ook, is gericht op het ter plaatse tegen betaling bieden van gelegenheid tot elektronische berichtenuitwisseling in de vorm van telefonie of door middel van toegang tot het internet. Een op de openbare weg geplaatste telefooncel wordt hier niet onder begrepen.
1.23 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan legaal bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning of omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan legaal bestaat, danwel nadien in gebruik kan worden genomen krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald.
1.24 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.25 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.26 bevoegd gezag
het bevoegd gezag in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Brunssum.
1.27 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak.
1.28 bijgebouw
een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Een bijgebouw wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
1.29 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.30 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.31 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.32 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.33 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.
1.34 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.35 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.36 carport
een op de grond staande overkapping van één bouwlaag bij een bestaande (bedrijfs)woning of een bestaand woongebouw, die bedoeld is als een overdekte stallingsruimte voor motorvoertuigen, die geen eigen wanden of deuren heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door de (bedrijfs)woning of daarbij behorende bijgebouwen en/of ondersteuningen van de overkapping. Een carport wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
1.37 coffeeshop
een horecabedrijf, dat als hoofddoel heeft het verstrekken van softdrugs en dranken voor gebruik ter plaatse of elders.
1.38 consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten
het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in afwijking van het aan huis gebonden beroep, gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten in de woonbebouwing zodanig is dat de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.
1.39 cultuur en ontspanning
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning;
[zoals bijvoorbeeld een atelier, bioscoop, bowlingbaan, casino, congrescentrum, creativiteitscentrum, cultureel centrum, dansschool, evenementterrein, museum, muziekschool, muziektheater en theater, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie]
1.40 dakkapel
een in het dakvlak uitspringend venster (uitbouw) dat het hellende dakvlak onderbreekt.
1.41 dakopbouw
uitbreiding van de woning waarbij een (gedeeltelijke) verdieping bovenop de woning wordt aangebracht, waarmee een nieuwe ruimte wordt gecreëerd of een bestaande ruimte wordt vergroot. Dit resulteert in een wijziging van de vorm en het profiel van het dak, waarbij de bestaande bouw- of goothoogte meestal wordt verhoogd.
1.42 dakrand
een verticaal constructiedeel aan het einde van het dak, soms in combinatie met een goot.
1.43 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.44 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord worden gestaan en geholpen.
1.45 discotheek
een horecabedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormt.
1.46 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond.
1.47 erf
al dan niet bebouwd perceel exclusief hoofdgebouw, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, voor zover dit bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt.
1.48 erfafscheiding
bouwwerk ten behoeve van de afbakening van een erf.
1.49 erker
ondergeschikte toevoeging van maximaal één bouwlaag aan de gevel van een gebouw. Een erker wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
1.50 escortbedrijf
een exploitant of beheerder die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die niet ter plekke wordt uitgevoerd (escortservices, bemiddelingsbureaus, en dergelijke), waarbij uitgesloten het gebruik als vergaderruimte, verzamelplaats, kantine, wachtruimte, of iets van dien aard, voor en/of door prostituees of klanten.
1.51 evenement
al dan niet periodiek terugkerende gebeurtenis op het gebied van sport, cultuur, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en vergelijkbare gebeurtenissen.
1.52 exploitant
de natuurlijke persoon of personen of rechtspersoon of rechtspersonen die een inrichting of bedrijf exploiteert of exploiteren.
1.53 garagebox
een stallingsruimte hoofdzakelijk bedoeld voor het stallen van een auto, motor of ander vervoermiddel op het maaiveld (niet onder de grond), alsmede een berg- en/of bewaarplaats voor niet bedrijfsmatige opslag van particuliere goederen.
1.54 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.55 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
1.56 gestapelde woning
een woning in een woongebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.
1.57 grondgebonden woning
een gebouw, dat uitsluitend één woning omvat.
1.58 groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfs- of beroepsactiviteit.
1.59 grow-producten
verzamelnaam voor producten welke gebruikt worden voor de kweek van hennep zoals onder andere meststoffen, zaden, groeilampen, ventilatoren, lectuur.
1.60 growshop
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan, het exploiteren, uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van grow-producten.
1.61 head-producten
verzamelnaam voor producten welke verwant zijn aan de hasj-cultuur zoals onder andere waterpijpen, vloeipapier, cocaïnedoosjes en versnijdingsmiddelen zoals cafeïne.
1.62 headshop
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan, het exploiteren, uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van head-producten.
1.63 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.64 horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
De horecabedrijven zijn in drie categorieën te onderscheiden:
Categorie 1: lichte horeca
Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend ( vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
1a. Aan de detailhandelfunctie verwante horeca, bijvoorbeeld:
- automatiek;
- broodjeszaak;
- cafetaria;
- croissanterie;
- koffiebar;
- lunchroom;
- ijssalon;
- snackbar;
- tearoom;
- traiteur.
1b. Overige lichte horeca, bijvoorbeeld:
- bistro;
- restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);
- hotel.
1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking, bijvoorbeeld:
- bedrijven genoemd onder 1a. en 1b. met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 250 m2;
- restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrive).
Categorie 2: middelzware horeca
Bedrijven, die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld:
- bar;
- bierhuis;
- biljartcentrum;
- café;
- proeflokaal;
- shoarma/grillroom;
- zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/ dansevenementen).
Categorie 3: zware horeca
Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers trekken en daardoor grote hinder voor de omgeving kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld:
- dancing;
- discotheek;
- nachtclub;
- partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/ dansevenementen.
1.65 kantoor
een ruimte die of gebouw dat door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijke administratieve aard ten behoeve van derden, zonder baliefunctie.
1.66 kwetsbaar object
- a. woningen, hieronder begrepen woonwagens en woonschepen;
- b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
- 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
- 2. scholen;
- 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
- 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object;
- 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd.
1.67 luifel
een niet zelfstandig dragende horizontale overbouwing, welke slechts bestaat uit een constructie tegen weersinvloeden tegen de muur van een gebouw aangebracht meestal boven een deur, raampartij of gehele pui. Een luifel wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
1.68 maatschappelijke voorzieningen
culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte horeca en kantoren ten dienste van deze voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een begraafplaats, scouting, gezondheidszorg, zorghotel, jeugd-/kinder-/naschoolseopvang, onderwijs, openbare dienstverlening, religie, uitvaartcentrum, zorg en welzijnsinstellingen.
1.69 maatvoeringsgrens
de grens van een maatvoeringsvlak.
1.70 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt.
1.71 mantelzorg
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
1.72 nadere eis
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
1.73 normaal onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
1.74 nutsvoorzieningen
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, bemalingsinstallaties, gemalen, telefooncellen, bluswatervoorzieningen en zendmasten.
1.75 onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,50 m boven het peil is gelegen.
1.76 onzelfstandig wonen
een woonvorm in de vorm van een instelling/verzorgingshuis waar zorg en huisvesting wordt aangeboden aan mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen door ouderdom, ziekte of een handicap, waarbij veelal sprake is van gemeenschappelijke voorzieningen (badruimte, keuken en/of woonkamer) en faciliteiten in de vorm van maaltijdbereiding, wasvoorzieningen, kapel en (medische) zorg.
1.77 openbaar toegankelijk gebied
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
1.78 overkapping
een op de grond staand bouwwerk geen gebouw zijnde van één bouwlaag, voorzien van een gesloten dak zonder wanden. Een overkapping wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
1.79 parade
Al dan niet periodiek terugkerende gebeurtenis op het gebied van cultuur, folklore, muziek en amusement.
1.80 peil
de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.81 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.82 prostitué(e)
degene (m/v) die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.83 raamprostitutie
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué(e) tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.
1.84 ruimtelijke karakteristiek
het ter plaatse aanwezige karakter van de ruimte, gevormd door bouwwerken en onbebouwde ruimte inclusief het gebruik.
1.85 ruimtelijke kwaliteit
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.
1.86 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, dan wel erotische en/of pornografische artikelen te koop en/of ter verhuur worden aangeboden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.87 serre
een grotendeels uit glas bestaande uitbouw op de begane grond, meestal aan de achterzijde van een huis. Een serre wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
1.88 setback
een dakopbouw, die gelegen is op tenminste 2 meter achter de doorgetrokken voorgevel van een (bedrijfs)pand met een hoogte van maximaal 3,2 meter. Bij een (bedrijfs)pand met meerdere voorgevels wordt in deze alleen de voorgevel waarin de hoofdtoegang is gelegen, als zodanig aangemerkt.
1.89 smart-producten
verzamelnaam voor producten met een, sterk, stimulerende, werking. De betreffende producten zoals onder andere herbal, XTC, frisdranken met guarana, producten met efedrine en paddo's kunnen zijn samengesteld uit meerdere, oppeppende, psychotrope stoffen.
1.90 smartshop
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan het exploiteren, uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van smart-producten.
1.91 speelvoorziening
Openbaar toegankelijke recreatieve voorziening waar al dan niet tegen betaling gebruik kan worden gemaakt van speeltoestellen en daarmee vergelijkbare voorzieningen.
1.92 standplaats
Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel aanbieden van diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of tafel op een markt als bedoeld in artikel 160, lid 1 aanhef en onder h van de Gemeentewet.
1.93 stedenbouwkundig beeld
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n).
1.94 straatprostitutie
het door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken.
1.95 terras
min of meer afgescheiden plek in de buitenlucht behorende bij een naast- of nabijgelegen horecabedrijf waar eten en drinken kan worden genuttigd.
1.96 totale bouwhoogte
de optelsom van de maximale hoogtematen van het totaal toegestaan aantal bouwlagen.
1.97 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Een uitbouw wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
1.98 uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
1.99 verkoopvloeroppervlak
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
1.100 voorgevel
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
1.101 voorgevelrooilijn
een (denkbeeldige) lijn ter plaatse van de voorgevel van een gebouw, zoals dat blijkens de verbeelding aanwezig is, en het verlengde daarvan (tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen).
1.102 voorkant
die zijde van een hoofdgebouw waar zich de voorgevel bevindt.
1.103 weg
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
1.104 wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
1.105 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.106 woongebouw
gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin twee of meer woningen zijn gelegen die zijn te bereiken door een of meer gemeenschappelijke ruimte(n).
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk op dat perceel, waar die afstand het kortst is.
het bebouwde oppervlak van een bouwperceel
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige, vergunningplichtige bouwwerken tezamen.
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen of dakopbouwen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 70% van de breedte van de achtergevel of meer dan 50% van de breedte van de overige gevels, is de goot, de druiplijn of het boeiboord van die dakkapel of dakopbouw maatgevend voor het bepalen van de goothoogte.
de horizontale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
de verticale diepte van een gebouw
vanaf het peil tot aan het diepste punt van een gebouw.
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
2.2
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits:
- a. de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt;
- b. de afstand tussen een luifel of een balkon en de openbare weg bedraagt minimaal 3,5 m;
- c. de breedte van een luifel of een balkon bedraagt maximaal 1/3 deel van de voorgevel van het aangrenzende hoofdgebouw.
2.3
De in deze regels gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op dakkapellen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. voorzien van een plat dak,
- b. gemeten vanaf de voet van de dakkapel niet hoger dan 1,75 m,
- c. onderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet,
- d. bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok,
- e. zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak, en
- f. niet op:
- 1. een woonwagen,
- 2. een gebouw waarvoor in de omgevingsvergunning voor het bouwen daarvan is bepaald dat het slechts voor een bepaalde periode in stand mag worden gehouden, of
- 3. een bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf door één huishouden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor een garagebedrijf ter plaatse van de aanduiding 'garage';
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, voorzieningen van openbaar nut, tuinen en erven.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de minimale en maximale maten ten behoeve van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
- a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer;
- b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Artikel 4 Centrum
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel op de begane grond, met dien verstande dat detailhandel op de verdieping is toegestaan daar waar aanwezig ten tijde van ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan;
en tevens voor:
- b. consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten op de begane grond;
- c. dienstverlening op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- d. horeca op de begane grond;
- e. kantoor daar waar aanwezig ten tijde van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan;
- f. verkeer;
- g. terrassen tot op maximaal 2 m vanuit de gevel van het naastgelegen gebouw;
- h. bestaand wonen;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, parkeervoorzieningen, pleinen, groenvoorzieningen, voorzieningen van openbaar nut, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in:
- a. lid 4.2.1 onder f ten behoeve van het oprichten van een extra bouwlaag en/of lid 4.2.1 onder g dan wel h ten behoeve van het afwijken van de maximale bouwhoogte van een bouwlaag, met dien verstande dat de overschrijding van de maximaal toegestane totale bouwhoogte met niet meer dan 3,2 m wordt overschreden;
- b. lid 4.2.3 onder f voor het ophogen van het bebouwingspercentage naar maximaal 60.
4.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten behoeve van:
- a. de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedenbouwkundig beeld ter plaatse;
- c. het aantal parkeervoorzieningen;
- d. de situering van parkeervoorzieningen;
- e. de situering van onderdoorgangen.
4.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
- a. nieuwvestiging van bedrijven in de vorm van cultuur en ontspanning, kantoor, en maatschappelijke voorzieningen;
- b. woningsplitsing, nieuwbouw van woningen of het anderszins toevoegen van een woning (bijvoorbeeld kamerverhuur) met uitzondering van vervangende nieuwbouw van een woning.
Artikel 5 Dienstverlening
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor dienstverlening en kantoor;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de minimale en maximale maatvoering ten behoeve van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- b. ten behoeve van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
wanneer dit noodzakelijk is:
- c. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- d. ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
Artikel 6 Gemengd
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. consument verzorgende ambachtelijke activiteiten op de begane grond;
- b. bestaande detailhandel op de begane grond met een maximum bedrijfsvloeroppervlak van 250 m2;
- c. dienstverlening op de begane grond;
- d. kantoor op de begane grond en op de verdieping;
- e. maatschappelijke voorzieningen op de begane grond, met bijbehorende ondergeschikte horeca;
- f. bestaand wonen, met daaraan ondergeschikt aan huis gebonden beroepen;
- g. onzelfstandige zorgwoningen ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning';
- h. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal' tevens een sporthal;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad' tevens een zwembad;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, pleinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, voorzieningen van openbaar nut, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de minimale en maximale maatvoering ten behoeve van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- b. ten behoeve van de situering van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
wanneer dit noodzakelijk is:
- c. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- d. ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.1 onder a of e voor de uitoefening van de daarin genoemde activiteiten op de verdieping(en) met dien verstande dat:
- a. de uitbreiding direct verband houdt met de activiteit op de begane grond;
- b. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de parkeerbalans.
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
- b. parken en plantsoenen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. een openluchtteater ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - openluchttheater';
- e. een voorzieningengebouw met kleedruimten, toiletten en verkoop van snoep en dranken ten behoeve van het openluchttheater, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - voorzieningengebouw';
- f. fiets- en voetpaden, speelvoorzieningen, water(partijen) en voorzieningen voor de waterhuishouding;
met andere bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen en met inachtneming van de keur van het waterschap.
7.2 Bouwregels
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - openluchttheater' mogen worden gebouwd:
- 1. een bouwwerk in de vorm van een tentconstructie met dien verstande dat de bouwhoogte aan de zijde van de publieke tribune maximaal 15 m en de bouwhoogte aan de zijde van het podium maximaal 10 m mag bedragen;
- 2. een voorzieningengebouw met een bouwhoogte van maximaal 4 m en een oppervlakte van maximaal 100 m2 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - voorzieningengebouw';
- 3. andere bouwwerken geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van maximaal 5 m;
- b. Op overige gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van maximaal 5 m worden gebouwd.
Artikel 8 Maatschappelijk
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor basisschool, gymzaal, kinderdagverblijf en peuterspeelzaal;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, openbare nutsvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot het bepaalde in artikel 8.1 en 8.2, ten aanzien van:
- a. de situering van bouwwerken;
- b. de omvang en afmetingen van de bebouwing op de verdieping(en);
- c. de situering van parkeervoorzieningen;
wanneer dit noodzakelijk is:
- d. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden, het uitzicht en de privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- e. ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.
Artikel 9 Tuin
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen;
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Verkeer
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op verblijf en de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
- c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- d. doeleinden van openbaar nut;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' tevens een parkeerterrein;
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
10.2 Bouwregels
- a. een gebouw mag niet worden gebouwd;
- b. bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer is maximaal 10 m.
10.3 Specifieke gebruiksregels
tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen.
Artikel 11 Water
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water, waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen, groenvoorzieningen met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde waaronder bruggen, dammen en/of duikers;
- b. een openluchttheater ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - openluchttheater'.
11.2 Bouwregels
- a. gebouwen mogen niet worden gebouwd;
- b. bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde is maximaal 4 m.
Artikel 12 Wonen - 1
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het bestaande aantal woningen ter plaatse van de aanduidingen:
'gestapeld' gestapelde woningen; 'twee-aaneen' twee-aaneen gebouwde woningen; 'vrijstaand' vrijstaande woningen; - b. aan huis gebonden beroepen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. doeleinden van openbaar nut;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
- g. ontsluitingswegen en verhardingen;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
Tevens zijn de gronden bestemd voor:
- h. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', bestaande dienstverlening.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de minimale en maximale maatvoering ten behoeve van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- b. ten behoeve van de situering van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
wanneer dit noodzakelijk is:
- c. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- d. ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
12.4 Afwijken van de bouwregels
12.5 Specifieke gebruiksregels
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 12.5.1 voor het toestaan van een consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteit, mits:
- a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd;
- b. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaat of kunnen ontstaan;
- c. de oppervlakte maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 35 m2;
- d. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
- e. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van de consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteit.
Artikel 13 Wonen - 2
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal gestapelde woningen;
- b. aan huis gebonden beroepen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. doeleinden van openbaar nut;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
- g. ontsluitingswegen en verhardingen;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
Tevens zijn de gronden bestemd voor:
- h. dienstverlening, detailhande, consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten en maatschappelijke voorzieningen met bijbehorende ondergeschikte horeca, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de aanduiding 'centrum'.
13.2 Bouwregels
13.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:
- a. de minimale en maximale maatvoering ten behoeve van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- b. ten behoeve van de situering van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
wanneer dit noodzakelijk is:
- c. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- d. ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
13.4 Afwijken van de bouwregels
13.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 14 Leiding - Gas
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. een ondergrondse hoofdtransportgasleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas';
- b. het beheer en onderhoud van de leiding;
- c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 13) zijn op de in artikel 14.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
14.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 13) mag binnen een afstand van 5 m aan weerszijden van de gasleiding geen nieuw bouwwerk worden gebouwd.
14.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 14.2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen of bouwwerken, geen gebouw zijnde op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden, mits:
- a. de veiligheid van de in artikel 14.1 bedoelde leiding(en) niet wordt geschaad;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder;
- c. geen kwetsbare objecten worden toegelaten;
- d. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 15 Waarde - Archeologie 2
15.1 Bestemmingsomschrijving
15.2 Bouwregels
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 16 Waarde - Archeologie 4
16.1 Bestemmingsomschrijving
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 17 Waarde - Archeologie 5
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 18 Waarde - Beschermd Stads- En Dorpsgezicht
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beschermd stads- en dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en herstel van de hoogwaardige ruimtelijke, esthetische en functionele kwaliteiten van de bebouwing en de openbare ruimte, alsmede voor het behoud van de historisch - geografische en historisch - ruimtelijke structuur van het beschermd stads- en dorpsgezicht.
18.2 Bouwregels
- a. de oriëntatie van gebouwen, de verkavelingstructuur, het stratenpatroon en het straatprofiel moet gehandhaafd blijven zoals dat bestaat op het moment van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan;
- b. de goot-en bouwhoogte van gebouwen dient aan te sluiten bij de aanwezige bebouwing;
- c. de vorm en nokrichting van gebouwen dient aan te sluiten bij de aanwezige bebouwing.
18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 19 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 20 Algemene Bouwregels
20.1 Aangrenzende terreinen
Het is verboden enig terrein of perceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of perceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit bestemmingsplan zou overeenstemmen, of voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.
20.2 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
- a. Voor een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan overeenkomstig een daarvoor verleende vergunning aanwezig is, in uitvoering is of gebouwd kan worden en dat ingevolgde de bestemming is toegelaten, maar waarvan de afstands-, hoogte-, inhouds- en/of oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
- 1. voor zover de in de bouwregels voorgeschreven maximale maten worden overschreden, de betreffende afwijkende maten als ten hoogste toelaatbaar worden beschouwd;
- 2. voor zover niet wordt voldaan aan de in de bouwregels voorgeschreven minimiale maten, de betreffende afwijkende maten als ten minste toelaatbaar worden beschouwd.
- b. In geval van herbouw is het onder a bepaalde uitsluitend van toepassing indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
20.3 Boomgeleidingsconstructies
Voor het bouwen van boomgeleidingsconstructies gelden de volgende regels:
- a. de bouwhoogte mag, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 4 meter;
- b. de afstand tot de erfgrens, zoals deze bepaald is voor de plaatsing van een houtopstand in de gemeentelijke Bomenverordening, bedraagt minimaal 0,5 meter;
- c. het staanders is gelijk aan het aantal stammen van de bomen die door de constructie worden geleid, vermeerderd met één.
Artikel 21 Algemene Gebruiksregels
21.1 Parkeren
De parkeervoorzieningen dienen te voldoen aan de in bijlage 1 van deze regels weergegeven normen.
21.2 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken als opslag- of verkoopplaats voor vuurwerk;
- d. permanente bewoning van niet voor bewoning bestemde gebouwen of ruimten;
- e. een (zelfstandige) woonfunctie in bijgebouwen;
- f. het uitoefenen van detailhandel, behoudens voor zover detailhandel binnen de bestemming is toegelaten;
- g. een gebruik van gronden direct gelegen tussen de voorgevel van een woning en de weg als parkeerplaats, tenzij het betreft gronden gelegen tussen de ingang van een bij een woning behorende garage en de openbare weg;
- h. een gebruik van gronden en bouwwerken voor raamprostitutie en straatprostitutie, een seksinrichting en/of escortbedrijf, een coffeeshop, growshop, headshop en/of smartshop, een groothandel van producten die in het maatschappelijk verkeer worden aangeduid als smart-, head-, en/of growshopproducten en een belhuis, met dien verstande dat een ten tijde van ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande seksinrichting, escortbedrijven, coffeeshop, growshop, headshop, smartshop, groothandel in smart- head- en growproducten of belhuis, uitsluitend op de begane grond, wordt toegestaan waarbij het gebruik niet mag worden vergroot en het gebruik na onderbreking niet mag worden hervat.
21.3 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 22 Algemene Aanduidingsregels
22.1 Luchtvaartverkeerzone
22.2 Vrijwaringszone - straalpad
22.3 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduidingen 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1a' en wetgevingzone - wijzigingsgebied 1b', de bestemmingen te wijzigen in de bestemmingen 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer' en 'Wonen' ten behoeve van het realiseren van gestapelde en grondgebonden woningen en parkeren, met dien verstande dat:
- a. het maximum aantal te realiseren woningen 32 bedraagt;
- b. gestapelde woningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1a';
- c. het aantal gestapelde woningen minimaal 14 en maximaal 17 bedraagt;
- d. de gestapelde woningen in minimaal 3 en maximaal 5 bouwlagen worden gerealiseerd;
- e. parkeren ten behoeve van gestapelde woningen bij voorkeur ondergronds plaatsvindt;
- f. grondgebonden woningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1b';
- g. het aantal grondgebonden woningen minimaal 15 en maximaal 18 bedraagt;
- h. de grondgebonden woningen in maximaal 3 bouwlagen worden gerealiseerd;
- i. de uitvoerbaarheid van de bestemmingen wordt aangetoond;
- j. de belangen van derden niet onevenredig mogen worden geschaad;
- k. er geen onevenredig nadelige gevolgen mogen ontstaan voor het woonmilieu;
- l. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig mag worden beïnvloed;
- m. er geen afbreuk mag worden gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse;
- n. aansluiting wordt gezocht bij de regels van de bestemmingen zoals opgenomen in dit bestemmingsplan.
22.4 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduidingen 'wetgevingzone - wijzigingsgebied - 2a' en 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2b', de bestemmingen te wijzigen in de bestemming 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer' en 'Wonen', ten behoeve van het realiseren van grondgebonden woningen en parkeren, met dien verstande dat:
- a. het maximum aantal te realiseren grondgebonden woningen 38 bedraagt;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2a' uitsluitend aaneengebouwde en twee-aaneen gebouwde woningen zijn toegestaan in maximaal 3 bouwlagen en met een platte afdekking;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2b' uitsluitend vrijstaande, twee-aaneen gebouwde, geschakelde en patiowoningen zijn toegestaan in maximaal 2 bouwlagen en met een platte afdekking of een kap met een nokrichting evenwijdig aan de wegas van de weg aan de zijde van de voorgevel;
- d. de uitvoerbaarheid van de bestemmingen wordt aangetoond;
- e. de belangen van derden niet onevenredig mogen worden geschaad;
- f. er geen onevenredig nadelige gevolgen mogen ontstaan voor het woonmilieu;
- g. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig mag worden beïnvloed;
- h. er geen afbreuk mag worden gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse;
- i. aansluiting wordt gezocht bij de regels van de bestemmingen zoals opgenomen in dit bestemmingsplan.
22.5 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 3
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3', de bestemmingen te wijzigen in de bestemming 'Gemengd' of 'Wonen' ten behoeve van het realiseren van maximaal 1 woning en dienstverlening, met dien verstande dat:
- a. de woning in maximaal 2 bouwlagen met kap wordt gerealiseerd;
- b. de uitvoerbaarheid van de bestemming wordt aangetoond;
- c. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- d. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan voor het woonmilieu;
- e. de parkeerbalans in de directe omgeving mag niet onevenredig nadelig worden beïnvloed;
- f. er mag geen afbreuk worden gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse;
- g. aansluiting wordt gezocht bij de regels van de bestemmingen zoals opgenomen in dit bestemmingsplan.
22.6 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4', de bestemmingen te wijzigen in de bestemmingen 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer' en 'Wonen' ten behoeve van het realiseren van grondgebonden woningen en parkeren, met dien verstande dat:
- a. het maximum aantal te realiseren grondgebonden woningen 26 bedraagt;
- b. de woningen in maximaal 2 bouwlagen met kap worden gerealiseerd;
- c. de uitvoerbaarheid van de bestemming wordt aangetoond;
- d. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- e. er geen onevenredig nadelige gevolgen mogen ontstaan voor het woonmilieu;
- f. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig mag worden beïnvloed;
- g. er geen afbreuk mag worden gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse;
- h. aansluiting wordt gezocht bij de regels van de bestemmingen zoals opgenomen in dit bestemmingsplan.
Artikel 23 Algemene Afwijkingsregels
23.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan, mits hierdoor geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, een omgevingsvergunning verlenen voor:
- a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
- b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
- c. de bouw van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen, mits deze bouwwerken geen grotere goothoogte dan 3 meter en geen grotere oppervlakte dan 50 m2 hebben;
- d. de bouw van straatmeubilair en andere bouwwerken, die om waterstaatkundige of verkeerskundige redenen noodzakelijk zijn, zoals duikers of keermuren, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2,5 meter;
- e. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
- f. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot maximaal 10 m;
- g. de regels en toestaan dat gronden en bouwwerken gebruikt worden voor evenementen met de duur van maximaal 1 dag, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen;
- h. de regels en toestaan dat gronden en bouwwerken gebruikt worden voor evenementen met de duur van maximaal 10 dagen, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen, met dien verstande dat deze meerdaagse evenementen enkel op de locaties Lindeplein, Koutenveld en het Vijverpark zijn toegestaan;
- i. de regels en toestaan dat gronden en bouwwerken gebruikt worden voor de Parade, met dien verstande dat dit evenement slechts eenmaal per vier jaar plaats vindt en maximaal vier weken duurt.
23.2 Samenvoegen van woningen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het samenvoegen van woningen, met dien verstande dat de karakteristiek van het pand en het gevelbeeld niet onevenredig mogen worden aangetast.
Artikel 24 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 25% worden verschoven;
- b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 25 Uitsluiting Aanvullende Werking Bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- f. de ruimte tussen bouwwerken.
Artikel 26 Voorrangsregels
26.1 Voorrang dubbelbestemming
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
26.2 Onderlinge relatie dubbelbestemmingen
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt:
- a. in de eerste plaats de regels van de bestemming 'Leiding - Gas';
- b. in de tweede plaats de regels van de bestemmingen 'Waarde - Archeologie';
- c. in de derde plaats de regels van de bestemming 'Waarde - Beschermd stads- en dorpsgezicht'.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 27 Overgangsrecht
27.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10%.
- c. Artikel a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
27.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in artikel a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Artikel a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 28 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Veegplan Centrum'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 april 2015.
Bijlage 1 Parkeernormen Centrum Brunssum - Minimumnormen
Bijlage 1 Parkeernormen Centrum Brunssum - Minimumnormen
Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Brede School Kerkeveld
Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Brede School Kerkeveld
Bijlage 2 Verkennend Bodemonderzoek Dorpstraat/prins Hendrikstraat
Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek Dorpstraat/Prins Hendrikstraat
Bijlage 3 Verkennend Bodemonderzoek Pastoor Savelbergstraat
Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek Pastoor Savelbergstraat
Bijlage 4 Quick Scan Flora En Fauna Pastoor Savelbergstraat
Bijlage 4 Quick scan flora en fauna Pastoor Savelbergstraat
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai Pastoor Savelbergstraat En Entree Dorpstraat
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Pastoor Savelbergstraat en Entree Dorpstraat