Roepaen-Klooster
Bestemmingsplan - gemeente Gennep
Vastgesteld op 12-03-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Roepaen-Klooster met identificatienummer NL.IMRO.0907.BP17075ROEPAOTS-VA01 van de gemeente Gennep
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft
1.5 ambachtelijk bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van ter plaatse vervaardigde goederen verband houdend met het ambacht
1.6 atelier(ruimte)
een werkplaats van een (beeldend) kunstenaar.
1.7 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1.8 bebouwingspercentage
een in het plan aangegeven percentage dat de grootte van het in de regels aangegeven terrein aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd
1.9 bed and breakfast
een activiteit ondergeschikt aan een woning die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf voor korte tijd en waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten (daaraan) ondergeschikt is
1.10 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
1.11 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is
1.12 bestaand
- bij bouwwerken: op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezig of in uitvoering, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning;
- bij gebruik: bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan
1.13 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak
1.14 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming
1.15 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning
1.16 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw
1.17 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats
1.18 bouwgrens
de grens van een bouwvlak
1.19 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten
1.20 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel
1.21 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten
1.22 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond
1.23 congresruimte
ruimte en voorzieningen voor het houden van congressen.
1.24 cultuurhistorische waarden
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied
1.25 dagrecreatie
verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat.
1.26 detailhandel
bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit
1.27 discotheek / bar-dancing
een vorm van horeca, die gericht is op het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen
1.28 dove gevel
een gevel als bedoeld in artikel 1b, lid 5, van de Wet geluidhinder
1.29 ecologische hoofdstructuur (EHS)
samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden
1.30 erf
het gedeelte van een bouwperceel gelegen buiten het, binnen het bouwperceel gelegen, bouwvlak.
1.31 evenement
een georganiseerde, een- of meerdaagse gebeurtenis op het gebied van kunst, cultuur, en recreatie en dergelijke, al dan niet in de openlucht
1.32 extensieve recreatie
recreatie met weinig dynamiek die nauwelijks druk uitoefent op de omgeving. Bijvoorbeeld wandelen, fietsen en natuurkamperen. Er zijn weinig of geen gebouwen nodig en het aantal recreanten (per tijdseenheid of oppervlakte-eenheid) is beperkt
1.33 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt
1.34 groepsaccommodatie
(een deel van) een gebouw dat blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers waar een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten. Per definitie vindt gemeenschappelijk gebruik plaats van sanitaire voorzieningen, keuken, verblijfsruimten en slaapzalen
1.35 hogere grenswaarde
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de ter plaatse geldende maximale geluidsbelasting en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder.
1.36 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie en/of afmeting als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken
1.37 horeca
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals (eet)cafés, restaurants, brasserieën, cafetaria's etc., met uitzondering van een discotheek / bar-dancing, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaak functie
1.38 hotelkamer
een kamer in een hotel voor het verblijf van gasten met als standaard inrichting een bed, een bad/douche en wc
1.39 maatschappelijke doeleinden/voorzieningen
educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.40 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie
1.41 ondergeschikte detailhandel
detailhandel die wordt uitgeoefend als ondergeschikt onderdeel van een bedrijf of instelling en die in directe relatie staat tot het betreffende bedrijf dan wel de betreffende instelling.
1.42 onderkomens
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken woonwagens, woonschepen, kampeermiddelen, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken
1.43 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak
1.44 realiseren van woningen
realisatie van een woonfunctie in een bestaand gebouw of een nieuwbouw
1.45 recreatief medegebruik
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan
1.46 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar
1.47 verblijfsrecreatie
een vorm van recreatie waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar ten minste één nacht in het recreatiegebied verblijft, met dien verstande dat geen sprake mag zijn van permanente bewoning en uitsluitend recreatief nachtverblijf in de vorm van een groepsaccommodatie en/of een bed and breakfast is toegestaan;
1.48 Staat van Bedrijfsactiviteiten
de lijst van de bedrijven, bevattende basisinformatie voor milieuzonering, zoals deze is opgenomen als bijlage 1, behorende bij deze regels
1.49 Staat van Horeca-activiteiten
een als bijlage 2 bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van horecabedrijven.
1.50 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan infiltratievoorzieningen (zoals infiltratiekratten, wadi's, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie-en transportriolen), dijken, dammen, grondwallen, duikers, stuwen en gemalen
1.51 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding
1.52 zalencentrum
een horecabedrijf dat naast het bieden van (alcoholische) dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse hoofdzakelijk is gericht op het faciliteren van evenementen en congressen, in combinatie met een poppodium.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is
2.2 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen
2.5 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk
2.7 de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren)
2.8 de ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk
2.9 de hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine
2.10 het peil
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Natuur En Landschap
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van agrarische bedrijfsactiviteiten;
- b. de hobbymatige uitoefening van agrarische bedrijfsactiviteiten;
- c. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarde van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in de openheid van de gronden, de beplantingselementen, de geomorfologische en bodemkundige waarden en de aanwezige flora en fauna;
- d. bestaande infrastructurele voorzieningen;
- e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water,
- f. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik zoals wandel-, fiets- en ruiterpaden
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - in- en uitstapplaats boten' een in- en uitstapplaats voor boten, alsmede oever voorzieningen voor een trek pontje over de Niers.
met daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschap' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Gemengd - Roepaen-klooster
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Roepaen-Klooster' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bescherming, behoud en herstel van de monumentale en cultuurhistorische waarden van het complex Roepaen-Klooster, een en ander zoals vervat in de Aanwijzing Rijksmonument Maria Roepaan, monumentnummer 504497, inclusief de kloostertuinen;
- b. overige bebouwing, zoals nader omschreven in 4.2.3 en 4.2.4;
- c. horeca behorende tot de categorieën 1 of 2 in de Staat van Horeca-activiteiten, zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regels (Bijlage 2), inclusief zalencentrum / partycentrum voor bijeenkomsten, zoals culturele evenementen, conferenties en partijen met niet meer dan 1500 personen per evenement;
- d. maatschappelijke doeleinden, zoals een (streek)museum;
- e. werken, in de vorm van werkplaatsen / atelier(ruimte) met een omvang van niet meer dan 50 m² per werkplaats tot een gezamenlijke omvang van niet meer dan 500 m² met bedrijfsactiviteiten behorende tot de categorieën 1 of 2 van de 'Staat vanBedrijfsactiviteiten' zoals opgenomen als bijlage 1 bij deze regels (Bijlage 1);
- f. wonen, tot een totale omvang van niet meer dan 1200 m² bruto (920 m² netto en 280 m² bergingen in de vorm van niet meer dan 12 appartementen dan wel kamerbewoning, (onzelfstandige eenheden) voor niet meer dan 35 personen waarbij per 5 kamers een gezamenlijke keuken en badkamer aanwezig moet te zijn;
- g. groepsaccommodatie voor niet meer dan 75 personen;
- h. niet meer dan 10 hotelkamers;
- i. één bedrijfswoning en/of bed & breakfast ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' ;
- j. stalling en verhuur van fietsen en boten ten behoeve van recreatief gebruik;
- k. ondergeschikte detailhandel bij de uitoefening van de onder c, e en g toegestane functies;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', tevens voor een parkeerterrein;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', tevens voor het behoud en herstel van de bestaande begraafplaats;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - beheer en onderhoud': een gebouw ten dienste van beheer en onderhoud;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - houtwallen en houtopstanden': tevens het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de vorm van:
- 1. schuil-/broedplaatsen of foerageergelegenheid voor fauna;
- 2. huisvesting van beschermde flora;
- 3. typerende houtwallen en houtopstanden;
met daaraan ondergeschikt:
- p. recreatief en educatief medegebruik;
- q. infrastructurele voorzieningen;
- r. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- s. waterlopen en waterpartijen.
4.2 Bouwregels
Op de voor 'Gemengd - Roepaen-Klooster' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Ter plaatse van het in 4.2.1 genoemde bouwvlak is het verboden om zonder omgevingsvergunning een bouwwerk geheel of gedeeltelijk te slopen.
Artikel 5 Verkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeer en vervoer over de weg;
- b. bermen;
- c. watergangen;
- d. incidentele evenementen;
- e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water, waaronder bergbezinkbassins en niet zijnde voorzieningen ten behoeve van ijsbanen of siervijvers;
met bijbehorende gebouwen, zoals bushaltes, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken en voorzieningen, zoals fietspaden, loopbruggen, taluds, nutsvoorzieningen, en groenvoorzieningen;
met dien verstande dat:
- f. de verkoop van motorbrandstoffen niet is toegestaan.
5.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 6 Leiding - Riool
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. een riooltransportleiding tot een breedte van 2,5 m ter weerszijden van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool';
- b. het beheer en onderhoud van de leiding
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
Op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden:
- a. mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de riooltransportleiding;
- b. mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 3 m bedragen;
- c. mogen geen nieuwe bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Waarde - Archeologie 4
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische en cultuurhistorische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
7.2 Bouwregels
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde -Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 8 Waarde - Beekdal
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beekdal' aangewezen gronden, zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden welke zijn verbonden aan een vochtig milieu en zoals die mede tot uitdrukking komen in de vorm van kwelgebieden.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Waarde - Ecologische Hoofdstructuur
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Ecologische hoofdstructuur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden zoals geomorfologische, bodemkundige, landschapsvisuele en ecologische waarden.
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Waterstaat - Bergend Regime
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Bergend regime' aangewezen gronden, zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de berging van rivierwater.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 11 Waterstaat - Waterkering
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden, zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens.
11.2 Bouwregels
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden:
- a. mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de waterkering;
- b. mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 3 m bedragen;
- c. mogen geen nieuwe bouwwerken ten dienste van de overige daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd.
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 13 Algemene Bouwregels
13.1 Uitzondering ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, zonnecollectoren, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- of bestemmingsgrens of de bouwhoogte met ten hoogste 1 meter wordt overschreden.
13.2 Bestaande afstanden en maten
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand van bouwwerken, die rechtens tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in of krachtens het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal voorgeschreven respectievelijk maximaal toegestaan.
Artikel 14 Algemene Gebruiksregels
14.1 Strijdig gebruik
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden en bouwwerken voor het beproeven van voertuigen, voor het racen of crossen met motorvoertuigen of bromfietsen en voor het beoefenen van de model vliegsport;
- c. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels
15.1 Afwijkingsbevoegdheid
15.2 Afwegingskader afwijkingsbevoegdheid
Artikel 16 Algemene Wijzigingsregels
16.1 Wijzigingsbevoegdheid
16.2 Afwegingskader wijziging
16.3 Afwegingskader Kwaliteitsmenu
Er dient te worden voorzien in een compensatie van het verlies aan omgevingskwaliteit door middel van een kwaliteitsbijdrage conform de Structuurvisie buitengebied gemeente Gennep - Borging Kwaliteitsmenu - (NL.IMRO.0907ST11027ALGBUI-VA01), als vastgesteld door de raad op 15 februari 2012.
Artikel 17 Overige Regels
17.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
17.2 Verwijzing naar adressen
De adressen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, betreffen de adressen zoals deze op de verbeelding zijn terug te vinden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht
18.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
18.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 19 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Roepaen-Klooster'
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "Roepaen-Klooster" van de gemeente Gennep.
1.1.1 Aanleiding
Het rijksmonument kloostercomplex Roepaen is al enige tijd bezig met een herbezinning op haar bestemming. De eigenaren, de heer en mevrouw Kuijpers, zijn met name op zoek naar nieuwe inkomstenbronnen, naar een verdienmodel, om het complex te behouden voor de toekomst. De vigerende bestemming is 'Horeca'.
Het nieuwe perspectief omvat een breder gebruik en wel een vorm van 'coöperatieve ontwikkeling' van wonen, werken, horeca en cultureel podium, geïnspireerd door en met als uitgangspunt behoud en versterking van het cultuurhistorische kloostercomplex.
Gezien het maatschappelijke belang van het behoud van het cultuurhistorische complex stemt het college van burgemeester en wethouders in met het doorlopen van een procedure tot een herbestemming. De betreffende besluiten zijn als bijlage 1 opgenomen.
Voorliggend bestemmingsplan komt in hoge mate overeen met het ontwerpbestemmingsplan dat ter visie heeft gelegen. Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen op en het bestuurlijke overleg over het ontwerp is voorliggend bestemmingsplan aangescherpt op de volgende punten:
- de bestaande brute oppervlakte wonen blijft onveranderd, maar mag ten behoeve van het verdienmodel Roepaen verdeeld worden over 12 in plaats van 9 appartementen;
- de appartementen mogen zowel in de noordvleugel, als in de zuidvleugel gesitueerd worden, mist voldaan wordt aan het Bouwbesluit inzake het geluid;
- het maximale bezoekersaantal voor de grotere evenementen wordt teruggebracht van 5000 tot 1500 bezoekers per evenement ter beperking van de overlast voor de omgeving;
- de bijlage businessplan Roepaen 2.0 is vervallen en wordt vervangen door een meer concreet exploitatieplan dat apart wordt vastgesteld.
1.1.2 Doel
Het doel van dit bestemmingsplan is het bieden van een actueel planologisch juridisch kader conform de Wet ruimtelijke ordening. Op basis van het bestemmingsplan kunnen omgevingsvergunningen verleend worden voor het gebruik van de gronden en de toegelaten bouwwerken.
1.2 Ligging En Kadastrale Begrenzing
Onderstaande afbeelding geeft de topografische situatie weer.
AFB 1.1 TOPOGRAFISCHE SITUATIE 2014
Het kloostercomplex Roepaen ligt aan de Kleefseweg 9 in Ottersum. De afstand tot het dorp Ottersum bedraagt ca. 1,5 km, tot Gennep 3 km en tot Kleef 15 km.
Bijzonder is dat ter hoogte van Roepaen het riviertje de Niers direct langs de Kleefseweg stroomt.
Onderstaande afbeelding geeft de kadastrale situatie weer. Tevens is de plangrens van voorliggend bestemmingsplan ingetekend.
AFB 1.2 KADASTRALE SITUATIE
Het eigendom landgoed Roepaen is aangeduid.
De gronden van het kloostercomplex zijn kadastraal bekend gemeente Gennep, sectie E, nummers 2470, 3389, en 3388. De omvang van het kloostercomplex bedraagt ca. 4,11 ha.
De in- en uitstapplaats boten langs de Niers is ook eigendom van Roepaen en 0,15 ha groot.
De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt 4,26 ha.
NB Deze oppervlakte is gemeten op basis van de digitale kadastrale kaart en kan afwijken van de oppervlakte zoals deze is opgenomen in het formele kadastrale bericht. De oppervlakte in het kadastrale bericht is leidend, maar om praktische redenen is in dit rapport de meetbare oppervlakte van de digitale kadastrale kaart aangehouden.
1.3 Vigerend Bestemmingsplan
Het kloostercomplex Roepaen is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 2012.
- vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 3 april 2012;
- onherroepelijk door uitspraak Raad van State d.d. 23 januari 2013.
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het plangebied is aangegeven.
AFB 1.3 UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN
Toetsing
Het kloostercomplex met bebouwing en tuinen heeft de bestemming Horeca ( art. 11), behoudens de begraafplaats die de bestemming Maatschappelijk ( art. 12) heeft.
Binnen de bestemming Horeca is in principe alleen horeca, en meer specifiek een zalencentrum, toegestaan, alsmede op basis van een omgevingsvergunning bed & breakfast in de bedrijfswoning. Niet mogelijk zijn de geplande nieuwe functies wonen en verblijfsaccommodatie.
Bovendien gelden de dubbelbestemmingen:
- Waarde - archeologie 4 (art. 28), inhoudende dat bij bodem ingrepen met een omvang van meer dan 2500 m² een omgevingsvergunning vereist is;
- Waarde - Houtopstanden en houtwallen (art. 31), inhoudende dat een omgevingsvergunning vereist is voor het bewerken van de grond en het kappen van bomen.
De gronden langs de Niers hebben de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur en landschap (art. 5). Hierbinnen is extensieve recreatie toegestaan.
Voorts gelden de dubbelbestemmingen:
- Leiding - Riool (art. 25);
- Waarde - Archeologie 4 (art. 28);
- Waarde - Beekdal (art. 29);
- Waarde - Ecologische hoofdstructuur (art. 30);
- Waterstaat - Bergend regime (art. 34);
- Waterstaat - Waterkering (art. 36).
De bestaande in- en uitstapplaats voor boten is niet expliciet geregeld.
Van belang is voorts dat in de omgeving van het plangebied drie agrarische bedrijven zijn gelegen en enkele burgerwoningen.
Conclusie
De voorgenomen nieuwe ontwikkelingen passen deels wel en deels niet in de vigerende bestemmingen. Mede gezien de eigenheid van dit bijzondere complex en de omvang ervan is besloten een geheel zelfstandig bestemmingsplan Roepaen Klooster op te stellen.
1.4 Leeswijzer
Dit rapport is voorts als volgt opgebouwd.
- In hoofdstuk 2 is een gebiedsanalyse van het plangebied en omgeving opgenomen.
- Daaropvolgend wordt in hoofdstuk 3 het feitelijke (steden)bouwkundig plan beschreven.
- Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van het beleid waarbinnen het plan moet passen.
- Hoofdstuk 5 vervolgt met de met het plan samenhangende omgevingsaspecten milieu, waarden en water.
- De financieele economische aspecten komen in hoofdstuk 6 aan bod.
- Hoofdstuk 7 beschrijft de juridische aspecten (regels en verbeelding).
- Hoofdstuk 8 tenslotte bevat een rapportage van de resultaten van de procedure.
Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse
Dit hoofdstuk geeft een ruimtelijk-functionele analyse van het plangebied. Achtereenvolgens:
- geschiedenis;
- wijdere omgeving;
- directe omgeving en plangebied.
2.1 Geschiedenis
Wie de geschiedenis kent, heeft een voorsprong.
Rijksmonument Maria Roepaen kent een rijke geschiedenis die teruggaat tot in ieder geval 1650, als in geschriften melding wordt gemaakt van de boerderij-herberg Roepaan. De naam komt mogelijk van een pontje over de Niers dat hier aangeroepen kon worden. Tot ca. 1880 stond ter plaatse de herberg annex boerderij De Roepaan.
In 1882 werd de boerderij "Roepaan" door de congregatie van de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid uit Steyl aangekocht, omdat het pensionaat in Kessel te klein was geworden. De bouw van het klooster startte in 1882, toen aan de voormalige boerderij de eerste uitbreidingen ten behoeve van het klooster gebouwd werden. In 1909 bereikte het klooster de voltooiing. Toen was een markant kloostercomplex gerealiseerd in een eclectische stijl van barok en neogotische elementen.
Daar het klooster dichtbij de grens lag, stuurden de armenbesturen vanuit Duitsland weeskinderen naar Nederland. Er werd gestart met onderwijs voor Nederlandse en Duitse leerlingen. Het klooster had een goede naam. Meisjes uit de burgerstand leerden er de huishouding. Het Herrenhaus werd gebouwd voor gegoede pensiongasten uit Duitsland Veel zieke zusters kwamen vanuit Duitsland naar Maria Roepaan voor verzorging en herstel. Maria Roepaan groeide uit tot een groot complex. Het hoogtepunt ligt in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Dan is er een relatieve volkomenheidsgraad.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog staken de Duitse soldaten öp 2 februari 1945 op hun terugtocht het klooster in brand. Een gedeelte bleef bruikbaar voor de zusters tot 1951. Daarna is het gebouw weer wat verder hersteld en in 1952 ingericht voor lichamelijk en geestelijk gehandicapte kinderen. Tot 1975 is dat zo gebleven. De Stichting Maria Roepaan heeft toen een nieuw complex betrokken in Ottersum. Het kloostergebouw stond vervolgens leeg tot 1990, werd verkocht en weer doorverkocht. Er was in 1990 zelfs een sloopvergunning afgegeven.
Van sloopvergunning naar Rijksmonument
In 1990 kopen Tonnie en Henriëtte Kuijpers het kloostergebouw, en redden het van de sloop, Zij slagen erin het kloostercomplex te laten herleven als Landgoed Roepaen. Na de eerste 'etappe' - restauratie van de zuidvleugel (deels) en de kapelvleugel - is het herstelde kloostergebouw in 1996 zelfs tot Rijksmonument (nr. 504497) verklaard, met name vanwege de onderdelen buitengevels en gangen, en de kapel. Tevens is het klooster geclassificeerd als Limburgs Erfgoed.
AFB 2.1 OORLOGSSCHADE 1945
Citaat aanwijzing Rijksmonument:
"Het complex is van cultuurhistorische waarde vanwege de grote betekenis van het klooster voor de sociaal-economische en geestelijke geschiedenis van de regio. Als een zogeheten 'Kulturkampf-klooster' is het kloostercomplex Maria Roepaan een exponent van een internationale politiek-historische ontwikkeling in het laatste kwart van de negentiende eeuw."
Het Aanwijzingsbesluit met een uitvoerige historische beschrijving is als bijlage bij dit rapport opgenomen.
AFB 2.2 HERRENHAUS, GANGEN EN KAPEL
De grote klooster, zalen en de kapel zijn veranderd in ruimtes met moderne faciliteiten voor evenementen, terwijl tegelijkertijd de sfeer zoveel mogelijk behouden is gebleven. Overige delen van het kloostergebouw worden gebruikt voor wonen en atelierachtige werkplaatsen.
De basiskwaliteit van Roepaan is de cultuurhistorie van het klooster Maria Roepaan. Naarmate hiervan meer beleefbaar blijft, des te meer behoudt Roepaen eigenheid/identiteit.
AFB 2.3 HET KERKHOF
Kloostertuin
Uit een vergelijking met de oude kaarten blijkt dat de bestaande kloostertuin door de jaren heen de huidige omvang heeft gekregen. Zie afbeelding 2.4.
Op de historische kaart van 1868 is de oude boerderij/herberg Roepaan afgebeeld met erven. Bij de voltooiing van het kloostergebouw in 1909 kwam de tuin overeen met de erven van de oude boerderij. Tussen 1914 en 1938 is de kloostertuin aan de noordzijde van het kloostergebouw met ca. 3,5 ha vergroot. In dat gedeelte ligt het kerkhof.
AFB 2.4 BOVEN: KAART 1914, ONDER 1938
2.2 Wijdere Omgeving
Roepaen klooster ligt in het landelijke gebied van Noord-Limburg, het Rijk van Nijmegen, en het aangrenzende Noordrijn-Westfalen. Hemelsbreed 2 km van het centrum van Gennep, 12 km van het centrum van Kleef en 18 km van het centrum van Nijmegen.
AFB 2.5 WIJDERE OMGEVING
Euregio Rijn - Maas - Noord Limburg
AFB 2.6 REGIO OPPER-GELRE / NIEDER RHEIN
Een bijzonder gegeven en interessant historisch aanknopingspunt is de bovenregionale verbondenheid met het oude Opper-Gelre. Gennep en omgeving behoren pas sinds het congres van Wenen in 1815 bij de provincie Limburg. Daarvoor was de regio meer verbonden met de Niederrheinische leefwereld en Pruisisch gericht. De stichting van klooster Roepaan is een initiatief vanuit Duitsland.
Thans wordt er over gesproken deze oude banden nieuw leven in te blazen in de vorm van de potentiële Euregio Opper-Gelre/ Euregio-Rijn - Maas - Noord Limburg.
Als elementen in relatie met het historische Opper Gelre zijn van belang:
- het dal van de Niers;
- het historische dorpscentrum van Gennep;
- de historische vesting Genneperhuis;
- het Reichswald en de stad Kleef.
AFB 2.7 ROEPAEN AAN DE NIERS IN DE EUREGIO
Algemene ontwikkeling Regio Maasduinen In de Regiovisie Maasduinen wordt gewezen op het beperkt aantal toeristische kralen in Noord-Limburg. Het klooster Roepaen is een cultuurhistorisch complex met boven, lokale/regionale betekenis voor de culturele en recreatieve activiteiten.
Roepaen Klooster
Roepaen Klooster vervult al jaren de functie van cultureel podium voor Noord-Limburg en de regio's Nijmegen en Kleef en wordt wel genoemd ''Paradiso van het zuiden''.
Ontsluiting Roepaen is gelegen aan de Kleefseweg N291. Dit is de historische weg tussen Gennep en Kleef. Binnen fietsafstand liggen: Gennep 4 km, Kleef 13 km, Nijmegen 22 km.
Er komt geen openbaar vervoer in Ottersum.
2.3 Directe Omgeving En Plangebied
Onderstaande afbeelding en de foto's geven de bestaande toestand van de directe omgeving en het plangebied weer.
AFB 2.8 DIRECTE OMGEVING
AFB 2.9 ROEPAEN AAN DE NIERS
Roepaen ligt in een buitengebiedsituatie, 1,5 km ten oosten van het dorp Ottersum. Buurtschap Aaldonk ligt ca. 1 km ten noorden van Roepaen en Ven-Zelderheide ca. 2 km aan de oostzijde.
De gronden rondom het kloostercomplex zijn overwegend in agrarisch gebruik. Akkerbouw ten noorden van de Niers en grasland in het beekdal van de Niers. Verspreid liggen natuurgebieden en bospercelen. Als geheel is sprake van een gevarieerd, relatief open agrarisch landschap.
2.3.1 Ontsluiting
Roepaen wordt ontsloten op de Kleefseweg N291.Dit is een gebiedsontsluitingsweg tussen Gennep en Kleve. Langs de weg ligt aan de noordzijde, zijde klooster, een tweerichtingen fietspad.
Roepaen heeft twee aansluitingen op de Kleefseweg:
- 1. aan de westkant van het kloostergebouw bij de hoofdentree, met thans aansluitend ca. 15 parkeerplaatsen; zie foto kloostererf westzijde.
- 2. aan de oostkant van het kloostergebouw, met aansluitend een parkeerterrein van ruim 2.500 m2, voor ca. 150 auto's; zie foto kloostererf oostzijde.
AFB 2.10 LINKS KLOOSTERERF WESTZIJDE, RECHTS KLOOSTERERF OOSTZIJDE
2.3.2 Bebouwing en functies
In deze paragraaf worden de bestaande bebouwing en functies beschreven.
2.3.3 Beplanting
Op het complex is een rijk bomenbestand aanwezig, in hoofdlijnen te onderscheiden in:
- het kloostererf rond het kloostergebouw en;
- de meer naar achter gelegen kloostertuin;
- de Niersoever.
AFB 2.14 BESTAAND GROEN ERF OOSTZIJDE KLOOSTERGEBOUW
Kloostererf
Het groen op het erf rond het gebouw bestaat uit een samenstel van opgaande bomen, struikgewas, (ruige) grasvelden en verhardingen voor paden en parkeren.
Het erf aan de oostkant van het gebouw met de vele hoge bomen heeft een zeer aantrekkelijke, informele ambiance als verblijfsplek. Deze kwaliteit is een gevolg van het feit dat hier tot 1945 de oostvleugel stond met de aangrenzende kloostertuin. De plek vormt nu de reguliere (dagelijkse) parkeerplaats voor Roepaen.
AFB 2.16 MONUMENTALE BOMEN IN KLOOSTERTUIN
Kloostertuin
De kloostertuin is getekend op afbeelding 2.16.
De hoofdkenmerken zijn:
- het kerkhof
- paden
- 80 tot 150 jaar oude bomen
- ruiggrasvelden
- opgaand groen
AFB 2.16 KLOOSTERTUIN
NB: Op de gemeentelijke kaart 'kapvergunningplichtig gebied' zijn grote delen van het park aangewezen als behoudenswaardige houtopstand of groenstructuur. Voor bomen in deze gebieden wordt geen kapvergunning verleend, tenzij veiligheid of gevaar voor de volksgezondheid in het geding zijn. Het 'kapvergunningplichtig gebied' is in onderhavig bestemmingsplan juridisch vervat in de aanduiding op de verbeelding ' houtwallen en houtopstanden'.
AFB 2.17 KAPVERGUNNINGPLICHTIGE GEBIEDEN
Niersoever
AFB 2.18 HOOGWATER IN DE NIERS
De gronden langs de Niers zijn weiden zonder noemenswaardige beplanting. In 2015 is langs de zijde van de Kleefseweg een dijk tegen hoogwater aangelegd. Deze dijk zal een afwerking met grasbegroeiing krijgen. Als gevolg van de dijk is het zicht vanaf de weg op de Niers verdwenen. Het zicht kan hersteld worden door een (fiets)pad op de dijk.
Tegenover het kloostergebouw ligt een in- en uitstapplaats voor boten in eigendom van Roepaen.
2.3.4 Belemmeringen
Zoals in hoofdstuk 5 nader wordt toegelicht vormt het verkeerslawaai van de Kleefseweg een belemmering voor de functie wonen in de vleugel langs de Kleefseweg.
Over het plangebied liggen geen milieucontouren.
De omliggende woningen vormen randvoorwaarde voor de activiteiten op Roepaen.
2.3.5 Bestaande beeldkwaliteiten
Roepaen is onmiskenbaar een landmerk.
De beeldkwaliteiten betreffen vooral het 'machtige complex' als geheel in het relatief open landschap van de directe omgeving. Meer bepaald zijn de beeldkwaliteiten:
- de architectuur van het gebouw met torentje op de kapel;
- het bestand hoge bomen;
- het gezicht op het gebouw vanuit het open beekdal van de Niers.
2.4 Conclusies Gebiedsanalyse
De gebiedsanalyse leidt tot de volgende relevante punten voor de planontwikkeling.
- 1. Het complex Roepaen Klooster is een rijksmonument en van grote cultuurhistorische waarde.
- 2. Het complex kent feitelijk een multifunctioneel gebruik: wonen, werken, horeca, bijeenkomsten, recreatie.
- 3. Het klooster is zowel cultuurhistorisch, als recreatief van belang in de regio Maasduinen.
Hoofdstuk 3 Plan
Na voorgaande inventarisatie en analyse volgt in dit hoofdstuk de beschrijving van het feitelijke plan. Achtereenvolgens:
- ontwikkelingsperspectief;
- randvoorwaarden en uitgangspunten;
- bedrijfsplan;
- ruimtelijk plan.
3.1 Ontwikkelingsperspectief
Sinds een paar jaar wordt nagedacht over het toekomstperspectief van Roepaen.
De ziel van Roepaen is en blijft het grote doorlopende verhaal van de historische boerderij-herberg De Roepaan, het historische klooster 'Maria Roepaan', en de nieuwe betekenis als 'Roepaen Klooster' voor onze tijd.
AFB 3.1 MOOD BOARD TOEKOMST ROEPAEN
Anders wonen Anders werken
In 2013 heeft Kets Design een "mood board" opgesteld over de eigenheid en toekomst van Roepaen. Zie afbeelding 3.1
Daarbij zijn de volgende vragen aan de orde:
- Wat is er?
- Wat kan er komen?
Op de afbeeldingen zijn deze vragen illustratief beantwoord, onder het motto 'van Maria tot Roepaen':
- de historische locatie
- de landelijke omgeving
- de recreatie en het toerisme
- het cultureel podium
- een algemene ontmoetingsplek
Er kan komen:
- bijzonder wonen
- bijzonder werken
- verbreding cultuur
- verbreding ontmoeting
Uitdagend voor Roepaen is het gegeven dat veel mensen heden ten dage op zoek zijn naar een zingeving aan hun leven. Naar een leven meer verbonden met de natuur en de historie en met respect voor het milieu. Een levensstijl niet gericht op 'geld verdienen', maar in harmonie met het ritme van de natuur. Deze levensstijl krijgt een doorwerking in allerlei aspecten zoals wonen, werken, eten, kleding en ontspanning. (Deze manier van leven overigens niet te verwarren met de hippies uit de 60-er jaren van de vorige eeuw, die zich uit de mainstream terugtrokken.)
Dit eigentijds zoeken naar zingeving aan het leven past in het 'verhaal van Maria Roepaan'. Het kloosterleven was een gemeenschap van bidden, wonen en werken. Ora et Labora.
Het kloosterleven was een minisamenleving.
Op Roepaen kan een eigentijdse minisamenleving ontstaan, een 'eigentijdse community', die de cultuurhistorische erfenis Maria Roepaan uitdraagt met een hedendaagse invulling. Het is een open gemeenschap van mensen die meer of minder intensief, langer of korter, deel willen hebben aan de 'coöperatie Roepaen Klooster', met als doel een leven gericht op verbondenheid met de grond en de natuur, de historie en de spiritualiteit. Daarmee krijgt het hele plan Roepaen Klooster 'bezieling'.
Het bijzondere complex Roepaen biedt een inspirerende omgeving voor creatieve mensen.
Het kan een creatieve broedplaats worden, die enerzijds goed is aangehaakt op de huidige technologie, en anderzijds een eigen minisamenleving vormt.
Dit betekent bijvoorbeeld dat de functies ontmoeting en horeca echt anders moeten worden ingevuld dan in een 'gewoon' horecabedrijf: eenvoudig, informeel, gastvrij, met gerechten uit de biologische landbouw en met voorrang voor streekproducten.
Als geheel ademt Roepaen Klooster de geest van: het kan niet anders, dan dat het zo moet gaan met Roepaan.
AFB 3.2 KAPELTOREN, SYMBOOL HISTORISCHE GEMEENSCHAP
Missie Roepaen
Samengevat hebben bovengenoemde ideeën geleid tot het kiezen voor een ontwikkelingsperspectief dat aansluit op de immateriële/spirituele behoeften van de huidige tijdgeest.
Gekozen is als missie voor Roepaen: 'het ontwikkelen van een eigentijdse coöperatieve gemeenschap Roepaen Klooster', een eigentijdse minisamenleving.
Deze 'missie' vormt mede de grondslag voor het Businessplan Roepaen 2.0 dat in 2016 - 2017 is opgesteld, en nader geconcretiseerd wordt in een exploitatieplan.
Deze 'missie Roepaen' omvat twee hoofddoelstellingen:
- 1. De fysieke hoofddoelstellingbehelst herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische situatie van het kloostercomplex, bestaande uit:
- a. behoud en ontwikkeling van de cultuurlijke en natuurlijke waarden;
- b. herstel kloostergebouw inclusief oostvleugel (op termijn);
- c. herstel kloostertuin;
- d. medegebruik oever de Niers;
- 2. De maatschappelijke hoofddoelstellingbetreft het ontwikkelen van een eigentijdse sociale en culturele gemeenschap bestaande uit:
- a. woon- en werkgemeenschap;
- b. ontmoetingsplaats (kloosterherberg) voor eenieder;
- c. podium voor kunst en cultuur;
- d. knooppunt openluchtrecreatie inclusief verblijfsaccommodatie.
De keuze voor deze missie krijgt een uitwerking in het ruimtelijke plan dat in het volgende hoofdstuk beschreven wordt.
Coöperatie Roepaen Klooster
Uiteraard vereist deze missie een specifieke uitwerking in een 'leefplan' voor de gemeenschap, de minisamenleving, Roepaen. Tonnie Kuijpers denkt daarbij aan een organisatie die refereert aan de traditionele coöperatievorm.
Euregio Opper Gelre
In 2014 heeft gedeputeerde Ger Koopmans tijdens zijn bezoek aan Roepaen het belang van de cultuurhistorische wortels benadrukt, zijnde het oude Opper Gelder en de Niederrheinische verbondenheid.
In het Europa van de regio's verdient de Euregio Opper Gelre een eigen plaats. Het klooster Maria Roepaen is een van de historische dragers in deze Euregio.
3.2 Randvoorwaarden En Uitgangspunten
In deze paragraaf zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten opgenomen. De randvoorwaarden zijn harde eisen, gebaseerd op regelgeving en het geldende beleid (hoofdstuk 4).
De uitgangspunten voor de ontwikkelingen zijn gebaseerd op de kwaliteiten van de bestaande situatie (hoofdstuk 2) en de missie Roepaen voor de toekomst.
3.2.1 Randvoorwaarden
De randvoorwaarden worden primair bepaald door het beleidskader en behelzen:
- Een integrale aanpak volgens het motto 'behoud door ontwikkeling'.
- Behoud en herstel van het historische Maria Roepaan als cultuurhistorisch-ruimtelijk complex met bebouwing en kloostertuinen met de nieuwe naam Roepaen Klooster.
- Functies die maatschappelijk van meerwaarde zijn.
- De principebesluiten van burgemeester en wethouders d.d. 30 juni 2015 en 21 juni 2016 inzake herziening van het bestemmingsplan.
3.2.2 Uitgangspunten
De volgende uitgangspunten gelden voor onderneming Roepaen:
- 1. Het complex Roepaen is een cultuurhistorisch monument. Het gebouwde casco zal (zo veel mogelijk) in tact gelaten worden.
- 2. Het gebruik van Roepaen als geheel verandert door de tijd heen. Het was van oudsher een hoeve/herberg, het werd een kloostergemeenschap en evolueert nu naar de coöperatie Roepaen Klooster.
- 3. Uitgaande van de historie en het feitelijk bestaande gebruik is sprake van een doorontwikkeling met een gemengde economie van wonen en werken, alsmede ontmoetingen voor kunst, cultuur en recreatie.
- 4. Om het ideële hoofduitgangspunt te verwezenlijken is een duurzaam, verdienmodel nodig. Dit vereist flexibel multifunctioneel gebruik van de gebouwen en de gronden.
3.3 Bedrijfsplan
Voor Roepaen is in 2016/2017 een bedrijfsplan opgesteld: Businessplan Roepaen 2.0. Dit was als bijlage bij het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. Mede op basis van dit businessplan wordt/is een concreter exploitatieplan Roepaen opgesteld. De algemene uitgangspunten voor de bedrijfsvoering zijn in beide rapporten hetzelfde en worden hierna beschreven.
De vigerende bestemming 'Horeca' is te monofunctioneel gebleken. Daarom is als nieuwe bestemming gekozen voor een menging van functies, zoals van oudsher op het klooster ook aanwezig was. Een nieuwsoortige minisamenleving van wonen, werken en hospitality.
In onderstaand schema is de voorgenomen menging van functies weergegeven.
In het schema zijn verwerkt de gemeentelijke beleidsuitgangspunten zoals opgenomen in de raadsinformatiebrief van B&W d.d. 21 juni 2016 aan de gemeenteraad, bijlage 1 bij deze toelichting. Tevens zijn verwerkt de resultaten van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.
AFB 3.3 TABEL FUNCTIES
Op onderstaande afbeeldingen is de situering van de functies aangeduid.
AFB 3.4 VERNIEUWD GEBRUIK BESTAAND GEBOUW
AFB 3.5 VERNIEUWD GEBRUIK BESTAAND GEBOUW 3D WEERGAVE
Hieronder volgt een beschouwing van de verschillende functies.
3.3.1 Wonen
Uitgangspunt voor het wonen is het gebruik van het grote kloostergebouw voor onder meer wonen als economische pijler, ten behoeve van een bijdrage aan het behoud van het rijksmonument.
Sinds jaar en dag wordt op Roepaen gewoond in de zuidvleugel langs de Kleefseweg. Daarbij zijn totaal 9 appartementen in gebruik. De bewoners van de appartementen gebruiken ook aparte ruimten voor bergingen en kleine werkplaatsen of ateliers.
Het type wonen op Roepaen valt niet binnen de reguliere woningmarkt sectoren, main stream wonen, zoals die genoemd worden in de gemeentelijke en provinciale beleidsnota's. Ook de typering 'excellent' wonen in de zin van kwalitatief hoogwaardig is niet van toepassing. Roepaen is en wordt geen regulier appartementengebouw.
Het uitgangspunt voor het wonen op Roepaen is het bieden van woonruimte voor mensen die op zoek zijn naar een vorm van eenvoudig en informeel wonen (en werken) in verbondenheid met de historie en de natuur en een eigen woongroep. Een specifieke vorm van woonkwaliteit, voor bijvoorbeeld studenten en/of kunstenaars. Slechts een beperkt aantal mensen zal kiezen voor zo'n minisamenleving. Het groepswonen wordt onder meer ondersteund door het voorzien in een gemeenschappelijke huiskamer.
Vanwege de status rijksmonument vormt het casco van het gebouw met de bestaande gangen en de raampartijen in de gevels randvoorwaarde voor de beschikbare woonruimten. Het wonen op Roepaen houdt daarom in ieder geval in dat voordeuren van de wooneenheden aan de gemeenschappelijke kloostergangen liggen en dat er geen balkons komen.
Een en ander betekent dat beleidsmatig sprake is van een "niche markt". Als totaal is er geen of zeer beperkte concurrentie met de reguliere woningmarkt.
AFB 3.6 ZUSTERHUIS NOORDVLEUGEL
In principe is de noordvleugel, de voormalige slaapvleugel van de zusters in het klooster, het meest geschikt voor wonen. In het ontwerpbestemmingsplan was daarom alleen de noordvleugel voor wonen bestemd. Dit deel van het klooster ligt aan de rustige, geluidluwe zijde van het klooster, grenzend aan de kloostertuin. De reden hiervoor was ook dat het aanvankelijke geluidsonderzoek d.d. september 2015 als uitkomst had dat het verkeerslawaai vanwege de Kleefseweg een woonbestemming in de zuidvleugel zou uitsluiten. Het is echter gebleken, dat het onderzoek 2015 op verkeerde verkeersprognoses was gebaseerd. Wonen in de zuidvleugel is binnen geluidstechnische randvoorwaarden wel mogelijk.
In het, naar aanleiding van het businessplan/exploitatieplan Roepaen 2.0, gevoerde overleg tussen het provinciaal bestuur, het gemeentebestuur en het Nederlandse restauratiefonds (NRF) is vastgesteld dat het wonen een essentiële poot is voor het verdienmodel Roepaen. Om die reden is de flexibiliteit voor het wonen vergroot, en is in dit bestemmingsplan wonen toegestaan zowel in de noord- als in de zuidvleugel.
De toegestane omvang is beperkt tot de omvang van het wonen, zoals in het ontwerpbestemmingsplan was opgenomen. Daarin was bepaald dat het gehele zusterhuis voor wonen gebruikt mocht worden, zijnde bruto 1200 m², met als onderverdeling:
netto wonen 920 m² en bergingen 280 m².
Deze toegestane omvang uit het ontwerpplan blijft ongewijzigd in dit vastgestelde bestemmingsplan.
In de Raadsinformatiebrief d.d. september 2016 is de legalisering van de 9 bestaande appartementen opgenomen, en ter flexibilisering mogen ook maximaal 35 kamers (kamerverhuur, onzelfstandige wooneenheden) worden gerealiseerd.
De in de Raadsinformatiebrief genoemde voorwaarde van verplaatsing van de appartementen naar de achterzijde van het complex (noordvleugel) vervalt vanwege het gecorrigeerde geluidsonderzoek. Bovendien mogen om exploitatietechnische redenen binnen de toegestane omvang in m² maximaal 12 in plaats van 9 appartementen gerealiseerd worden.
Samengevat gelden voor het wonen nu de volgende uitgangspunten:
- de totale omvang blijft onveranderd, zoals in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen: bruto 1200 m², waarvan 920 m² netto en 280 m² bergingen/ateliers;
- binnen deze omvang mogen in plaats van 9 appartementen maximaal 12 appartementen gerealiseerd worden;
- de appartementen zijn zowel in de noordvleugel als in de zuidvleugel toegestaan, mits voldaan wordt aan de geluidsaspecten.
Overige overwegingen woonfunctie
Wonen is slechts een van de economische dragers voor Roepaen, maar vanwege de continuïteit van het gebruik wel een belangrijke, stabiele economische drager.
Voorts moet onderkend worden dat voor het behoud van het gebouw, gebruik veel beter is dan leegstand. Gezien de algemene doelstelling voor Roepaen, een permanente woon- en werkgemeenschap / minisamenleving wordt in het ontwikkelingsplan afgezien van huisvesting van seizoenarbeiders, asielzoekers en mensen met behoefte aan permanente zorg.
NB.
In de noordvleugel en de zuidvleugel zijn ook hotelkamers toegestaan, zie paragraaf 3.3.5.
3.3.2 Werken
De gemeente wil geen reguliere bedrijfslocatie of bedrijfsverzamelgebouw. Dit past ook niet bij de "missie Roepaen".
Als uitgangspunt voor het werken biedt Roepaen kleine werkplaatsen, (ateliers, studio's), voor (planologisch) zogenaamde 'beroepen en bedrijven aan huis'. En dan op Roepaen met name in de creatieve sector. In de voorbije jaren waren er de volgende werkruimten:
- atelier edelsmid, van bewoner op Roepaen;
- laboratorium;
- atelier kunstenares;
- atelier herstel oude meubels, van bewoner op Roepaen;
- atelier kunstenaar, van bewoner op Roepaen;
- werkruimte lichttechnicus, van bewoner op Roepaen;
- kantoor van de Roepaen organisatie (evenementen, Roepaen Podium, kajakverhuur).
Het ontwikkelingsplan gaat uit van mogelijke werkruimten in de souterrains, alsmede in de kaplaag van de kapel.
Voor Roepaen is de essentie dat alleen kleinschalige bedrijven met een bvo van max. 50 m² worden toegestaan tot een gezamenlijk maximum van 500 m². Voorts is een selectie gemaakt van de toegestane bedrijven/ateliers. In principe zullen alleen de categorieën 'beroep aan huis' en 'bedrijf aan huis' worden toegestaan, zoals nader gespecificeerd op een aparte bedrijvenlijst Roepaen, bijlage bij de regels.
Overige overwegingen werken
Bijzonder voor het werken op Roepaen is dat de gebruiker van een werkruimte niet verplicht is op Roepaen te wonen, maar dat dit vanuit de missie Roepaen wel de voorkeur heeft.
NB.
In de souterrains zijn ook verblijfsaccommodaties toegestaan, zie paragraaf 3.3.5.
3.3.3 Horeca en bijeenkomsten
AFB 3.7 PODIUM BINNENPLAATS
Naast het bieden van woon- en werkruimten is de ontmoetingsfunctie een belangrijke derde economische pijler voor Roepaen: de horeca en het bieden van ruimte voor (culturele) evenementen, congressen en bijeenkomsten.
De 'markt' van congressen, festivals en partijen, alsmede evenementen in de sfeer van kunst, cultuur, recreatie en toerisme is 'footloose' en vluchtig. De interesse en smaak van mensen kan snel wisselen. Daarom is het uitgangspunt voor het ontwikkelingsplan het bieden van gevarieerde, ruime en flexibele gebruiksmogelijkheden.
In het ontwikkelingsplan wordt een voortzetting voorzien van de activiteiten die in de voorbije jaren op Roepaen aanwezig waren. Wel staat meer variatie en meer lokale gerichtheid op het programma.
De regeling van de toegelaten activiteiten is overeenkomstig de gemeentelijke beleidsnota horeca. Deze wordt in paragraaf 4.4.3 nader toegelicht.
Kloosterherberg
Horeca op Roepaen is tot op heden overwegend ondersteunend voor de - heel gevarieerde - bijeenkomsten. De maaltijden worden gecaterd. Drank en glaswerk, bestek, opmaak, afwas e.d. worden door Roepaen zelf verzorgd.
Het ontwikkelingsplan/bedrijfsplan voorziet evenwel ook in een meer zelfstandige functie van de horeca. De historie van Roepaen begint als boerderijherberg. Het historische Roepaen was een herberg aan de baan voor de voerlui. De aard van de horeca kan variëren van koffiestek voor de passant, familiale eetgelegenheid zoals een pannenkoekenhuis, tot een kloosterrestaurant in historische stijl met streekproducten als maaltijd. Een en ander onder het motto van:
Roepaen wil geen regulier/trendy café-restaurant zijn, maar een 'kloosterherberg' met een ambiance van weleer.
Congressen en bijeenkomsten
Voor het uitbreken van de crisis in 2008 waren er op Roepaen veel zakelijke vergaderingen, congressen en partijen. Tijdens de crisis is deze markt grotendeels weggezakt, een voorbeeld van de kwetsbaarheid van de exploitatie op Roepaen. Congressen/festivals en bijeenkomsten blijven evenwel tot het bedrijfsplan behoren.
De ruimten voor de congressen en partijen zijn vooral op de eerste en tweede verdieping van de zuidvleugel gelegen en in de kapelvleugel. De beschikbare oppervlakte bedraagt exclusief gangen ca 1.000 m² bvo met ruimten van diverse grootten. Volgens de geldende vergunning bedraagt de toegestane bezetting indoor maximaal 1.500 personen.
3.3.4 Podium voor kunst en cultuur
Een vierde economische pijler vormt de podium functie voor kunst en cultuur.
De Roepaen Podium evenementen/festivals vormen thans een hoofdactiviteit en een bron van inkomsten voor Roepaen. Evenementen/festivals vinden zowel in- als outdoor plaats. Roepaen Podium heeft in de afgelopen jaren een naam opgebouwd als muziekpodium voor reggae, Woodstock, American Songs en festivals voor eigentijdse "alternatieve" rock en soul...en daarmee de naam "Paradiso van het zuiden" verworven.
Op basis van de ingekomen zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan is besloten het aantal grotere evenementen te beperken. Uitgangspunt is geworden het aantal bezoekers alle evenementen, indoor en outdoor, te beperken tot 1500 bezoekers.
Het plan is voorts de variatie aan culturele activiteiten te vergroten met meer traditionele en klassieke muziekuitvoeringen (kamermuziek), cabaret en toneel, en een filmhuis.
Indoor is de kapel bij uitstek geschikt voor muziek- en andere uitvoeringen. De omvang bedraagt 350 m² en biedt ruimte aan 700 personen. Daarnaast bieden de overige zalen nog ruimte voor ca. 800 personen. Totaal ca. 1.500 personen die overeenkomstig de vigerende horecavergunning indoor zijn toegestaan.
De U-vormige binnenplaats, omgeven door de hoge kloostergevels, biedt een unieke outdoor ambiance. Het ontwikkelingsplan voorziet in een mobiele overkapping van de binnenplaats, waardoor de uitvoeringen minder weersafhankelijk worden. In de regels wordt deze toegestaan tot een hoogte van 10 m.
In de parkachtige kloostertuin is een klein openluchttheater met (mobiele) tribunes voorzien.
Ook meer lokaal
Tot op heden hadden de activiteiten op Roepaen overwegend een bovenlokale uitstraling.
Het ontwikkelingsplan voorziet er echter nadrukkelijk in om Roepaen tevens een ontmoetingsplaats te maken voor de eigen lokale omgeving, in de vorm van een streekmuseum, meer optredens van lokale muziek- en theatergezelschappen, tentoonstellingen van lokale kunstenaars e.d. Een verbreding van de horeca past daarbij, zoals een kloosterherberg met streekproducten en een jaarronde koffiestek. Een pannenkoekenhuis en speeltuin maken Roepaen ook aantrekkelijk voor familiebezoek.
Buitenevenementen
De specifieke kwaliteiten van het cultuurhistorische kloostergebouw en de kloostertuin bieden de bijzondere, eigen ambiance van Roepaen. Deze kwaliteiten hebben echter een beperkte capaciteit als decor voor evenementen: ze worden dan immers al gauw aangetast. Voorkomen moet worden dat 'de kip met de gouden eieren wordt geslacht'. De beperking tot 1500 bezoekers per evenement helpt de eigenheid van Roepaen te behouden.
3.3.5 Recreatie en toerisme
De VVV en VV (Vitale Vesting) benadrukken het belang van Roepaen voor recreatie en toerisme. Dit vormt de vijfde economische pijler voor het behoud en ontwikkeling van Roepaen.
Gennep ligt op een toeristisch interessante knoop van Maasdal, Niersdal en het Reichswald. Centrum Gennep, Genneper Huis en Roepaen zijn landmerken in de Euregio Nieder Rhein (het historische Opper-Gelre).
Roepaen kan de functie van een recreatieve knoop / poort gaan vervullen. In de bestaande situatie behelst de recreatie vooral het kajakken op de Niers. Uitbreiding van de recreatie en het toerisme kan de volgende activiteiten omvatten:
- vorming recreatieve knoop Roepaen met infopunt en verhuur van fietsen;
- openstelling kloostertuin;
- realisering streekmuseum op Roepaen;
- varen met boten op de Niers vanaf Kloster Graefenthal, langs Viller Mühle, Klooster Roepaen, via het centrum van Gennep naar het Genneper Huis;
- de aanleg van een recreatief fiets-/voetpad op of langs de teen van de verhoogde dijk langs de Niers met een oversteek per trekpontje naar Looiersbroek en verder;
- realisering van een voetgangerspassage over de Kleefseweg;
- bieden van verblijfsaccommodatie.
Verblijfsaccommodatie
In het bedrijfsplan zijn de vormen van kleinschalige verblijfsaccommodatie als mogelijkheid opgenomen. Deze passen in de behoeften in Noord Limburg, waar volgens de Regiovisie Maasduinen buiten de campings relatief weinig recreatieve overnachtingsmogelijkheden zijn.
Roepaen gaat ruimte bieden voor:
- Bed & breakfast in de vrijstaande bedrijfswoning op het kloostererf. Daartoe is in het plan een vergroting van de bedrijfswoning voorzien van 150 m² naar 225 m².
- Groepsaccommodaties voor maximaal 75 personen in de souterrains. In de souterrains zijn ook werkruimten toegestaan, zie paragraaf 3.3.2.
- Maximaal 10 hotelkamers in de noord- en/of zuidvleugel. In de noord- en zuidvleugel zijn ook appartementen toegestaan, zie paragraaf 3.3.1.
3.3.6 Roepaen winkel
In bestemmingsplannen is het algemeen gebruikelijk detailhandel afgeleid van de bestemde activiteiten toe te staan. In vergelijkbare zin mag ook op Roepaen afgeleide detailhandel plaatsvinden als ondersteuning van de toegelaten functies en activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan festivals, verkoop van kaarten en streekproducten in een recreatief knooppunt en van in de studio's vervaardigde producten. In de regels is opgenomen dat de gezamenlijke oppervlakte voor winkelverkoop maximaal 150 m² mag bedragen.
3.4 Ruimtelijk Plan
De basis voor het ruimtelijk plan vormen de bestaande situatie, de missie Roepaen en het hiervoor beschreven bedrijfsplan. De onderscheiden elementen zijn ingetekend op de kaart Inrichtingsschets die als Bijlage 2 is opgenomen.
Het ruimtelijk plan is verder opgezet vanuit een benadering van "groot naar klein":
- zonering
- routes
- knopen
- bebouwing
- kloostererven en -tuin
- oevers Niers
AFB 3.8 LUCHTFOTO ROEPAEN
3.4.1 Zonering
Voor de ontwikkeling van het complex Roepaen is de eerste stap het onderscheiden van een rust-druktezonering en van functionele deelgebieden.
3.4.2 Routes
De ontsluiting vormt de basis van de ruimtelijke organisatie. Waar geen weg of pad is kan men niet komen. Voorwaarde voor een rustzone is een minimale ontsluiting. Druktezones vragen een ruime ontsluiting.
3.4.3 Knopen
AFB 3.11 KNOPEN
Knopen zijn (relatief drukke) ruimtelijke oriëntatiepunten.
Op Roepaen zijn meerdere van zulke punten aanwezig:
- een kleine knoop aan de westkant van het kloostergebouw met parkeerplaatsen en de entrees voor medewerkers, bewoners en werkenden.
- een grote knoop aan de oostkant van het kloostergebouw, met het parkeerterrein, de toegangen voor de bezoekers van de evenementen in het gebouw en op de binnenplaats.
- de tuinknoop, centraal in de kloostertuin, met voorzieningen voor openlucht optredens.
- de waterknoop aan de Niers met de in- en uitstapplaats voor de roeiers op het riviertje.
Ontwikkeling
Er worden geen nieuwe knopen voorzien binnen het bestaande complex. Wel leiden de voorziene functionele ontwikkelingen tot grotere drukte bij de grote knoop en de tuinknoop vanwege een toename van de activiteiten op Roepaen.
3.4.4 Bebouwing
AFB 3.12 WEDEROPBOUW BEBOUWING
De bestaande bebouwing omvat het kloostergebouw, de bedrijfswoning en een schuur.
Het grote U-vormige kloostergebouw leent zich voor een verscheidenheid van functies. Voor een optimaal gebruik wordt de situering van de functies afgestemd op de algemene ruimtelijke zonering van Roepaen. De functies die rust vragen kunnen het beste in de west- en noordvleugel aan de zijde van de kloostertuin gesitueerd worden. De functies met levendigheid en drukte passen het beste in de zuidvleugel langs de Kleefseweg en aan de grote knoop.
De bedrijfswoning -het voormalige boerderijgebouw op Roepaen- ligt aan het druktegebied van de grote knoop.
De bestaande schuur wordt thans gebruikt als berging, maar is ook geschikt voor een werkplaats, kunstenaarsatelier, e.d.
Ontwikkeling
Met betrekking tot het bouwen vormt een mobiele overkapping van de binnenplaats, waar nu het buitenpodium staat, een bijzonder project. Een mobiele overkapping maakt activiteiten minder weersafhankelijk en verlengt het seizoen voor de buitenoptredens.
Het voornemen bestaat het pand met de bedrijfswoning ook voor bed & breakfast te gebruiken. Het plan behelst de bedrijfswoning met ca. 75 m² te vergroten.
3.4.5 Kloostererven en kloostertuin
AFB 3.13 GROENE ERVEN ROND KLOOSTERGEBOUW
AFB 3.14 ANSICHTKAART MET TUIN
3.4.6 Oevers van de Niers
AFB 3.18 OEVER VAN DE NIERS
De aantrekkelijkheid van Roepaen wordt mede bepaald door de Niers. Door dit riviertje is Roepaen onderdeel van de Euregio Nieder Rhein, voormalig Gelre-Oost. De mooiste foto van Roepaen is te maken vanaf de Looisebrug aan de Siebengewaldseweg. Zie afbeelding 2.8.
De Niers wordt thans gebruikt voor recreatie (kajakken). Ter hoogte van Roepaen wordt de noordoever gebruikt als in- en uitstapplaats voor kajakkers en als podiumplaats voor festivals. Door de kromming van het riviertje beleef je hier echt het beeld van Roepaen aan de Niers.
In 2016 is de dijk langs de Kleefseweg verhoogd door het waterschap.
De langgerekte uiterwaarden tot aan de Looisebrug zijn in de voorbije jaren ook gebruikt voor incidentele overnachting door festivalgangers, en zeer gewaardeerd vanwege de open landelijke omgeving aan het water.
Ontwikkeling
Het waterschap heeft in overweging op, of onder aan de teen van de verhoogde dijk een toeristisch voet-/fietspad aan te leggen, zodat wandelaars en fietsers van het uitzicht over het water en de velden kunnen genieten. Dit pad kan via een veldpad een vervolg krijgen naar het Looierbroek. Voorts streeft Tonnie Kuijpers naar het terugbrengen van het historische trekpontje dat destijds tegenover de boerderijherberg lag en de naam gaf aan de herberg ("Roep aan" vanaf de overkant komend).
Het idee leeft om op de Niers vaartochten te gaan organiseren vanaf Kloster Graefenthal, via Viller Mühle, Klooster Roepaen, Gennep centrum naar het Genneperhuis. Daarmee krijgt het idee van Roepaen aan de Niers nog meer betekenis.
Afweging waarden natuur en landschap
De oevers van de Niers hebben waarden voor natuur en landschap. De oevers behoren tot de provinciale 'Goudgroene natuurzones'.
Daarom is een nadere afweging nodig met het geplande recreatieve medegebruik.
De effecten van het recreatieve medegebruik zijn als volgt.
- 1. In- en uitstapmogelijkheden voor boten en een trekpontje. Deze voorzieningen direct tegenover het klooster bestaan uit een versterkte oever waarop de boten getrokken worden. De versterking kan bestaan uit kunststof honingraatroosters. Het trekpontje vraagt een kleine houten steiger voor in- en uitstappen al of niet met fietsen. Groepen roeiers gebruiken de oever ook als ligweide. Totaal beslaat het gebied voor in- en uitstappen ca 1500 m².
Dit gebruik blijft beperkt tot het zomer halfjaar, in de regels vastgelegd als de periode van 1 april t/m 30 september. De grootste drukte is in de vakantieweken en overigens in de weekenden met mooi weer. Dit gebruik wordt gecontinueerd. Voor eventuele kleine gebouwde voorzieningen is een omgevingsvergunning vereist. Bij de aanvraag daarvan moet expliciet worden aangetoond, dat de natuurwaarden niet wordt geschaad. - 2. Incidentele overnachtingsmogelijkheid tijdens een paar grote grote festivals gedurende een lang weekend, zoals in de afgelopen jaren gebruikelijk was, staat op gespannen voet met de aanduiding 'goudgroene natuurzone' in het provinciale omgevingsplan. Dit gebruik is daarom niet in voorliggend bestemmingsplan opgenomen.
3.4.7 Duurzaamheidsladder
AFB 3.19 SCHEMA PLANET-PEOPLE-PROFIT
De basis van het begrip duurzaamheid is in 1987 gelegd in het VN-rapport 'Our common future' van de commissie Brundlandt. In 1998 zijn de begrippen People, Planet, Profit hier aan toegevoegd, waarmee verwezen wordt naar de sociaal-culturele, de natuurlijk-ecologische en de economische aspecten. Een ontwikkeling is duurzaam wanneer de drie P's in balans zijn. Dit geldt op een bijzondere manier voor het kloostercomplex Roepaen.
Volgens het Besluit ruimtelijke ordening artikel 3.1.6. is het verplicht ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan de zogenaamde duurzaamheidsladder. Ook de artikelen 2.2.2 en 2.2.3 in de Omgevingsverordening Limburg schrijven dat voor. De navolgende paragrafen 4.1.3 en 4.2.2 geven een nadere invulling hieraan.
De doelstellingen van de duurzaamheidsladder zijn vervat in bovenstaand schema.
De gekozen missie voor Roepaen voldoet in hoge mate aan de duurzaamheidsladder. Allereerst wordt de cultuurhistorische erfenis in stand gehouden. Daarnaast is het idee van de coöperatie Roepaen als woon-werkgemeenschap vooral bedoeld voor mensen die willen leven en werken overeenkomstig de beginselen van duurzaamheid. (De modern day hippies, en neo-rurals.)
Hoofdstuk 4 Beleid
In dit hoofdstuk wordt het plan getoetst aan het relevante vigerende beleid. Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op:
- nationaal niveau;
- provinciaal niveau;
- gemeentelijk niveau.
4.1 Nationaal Niveau
4.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
In 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) ondertekend. De SVIR geeft een integraal kader voor het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid op rijksniveau, en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR worden de ambities van het Rijk tot 2040 geschetst, alsmede doelen, belangen en opgaven tot 2028. In de SVIR kiest het Rijk voor minder nationale belangen en eenvoudiger regelgeving.
De reeds ingezette trend om aan de provincies en gemeenten ruimte te laten inzake de ruimtelijke ontwikkelingen wordt versterkt in de SVIR.
De SVIR bevat 13 nationale belangen die worden beschermd middels het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Het gaat onder meer om militaire objecten en terreinen, de grote rivieren en de ecologische hoofdstructuur. Voorliggend plan Roepaen heeft geen effect op de bedoelde nationale belangen.
Conclusie
Voor Roepaen zijn geen nationale belangen aan de orde.
4.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
De in de SVIR opgenomen nationale belangen krijgen een wettelijke grondslag in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).
De werking van het Barro is naar plaats beperkt. Onderhavig plangebied ligt niet in een gebied waarbinnen het Barro van toepassing is.
Conclusie
Het Barro is niet van toepassing op het plan.
4.1.3 Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor Duurzame Verstedelijking
Met het doel de ruimte zorgvuldig en duurzaam te gebruiken, is de Ladder voor Duurzame Verstedelijking opgesteld. Deze is verankerd in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (versie 1 juli 2017). Bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen moet worden aangetoond dat deze voorzien in een behoefte, en moet - in geval van de ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied plaatsvindt - een motivering worden opgenomen waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
In eenvoudigere bewoording bedoelt de ladder te bereiken dat:
- niet gebouwd wordt voor de leegstand;
- dat niet onnodig buiten bestaand stedelijk gebied gebouwd wordt.
Het plan toetsend aan de ladder duurzame verstedelijking leidt tot het volgende.
Het plan ligt buiten het bestaand stedelijk gebied.
De stedelijke ontwikkeling omvat:
- 9 appartementen;
- 10 hotelkamers;
- verblijfsaccommodatie voor maximaal 75 personen;
- bed &breakfast in de bedrijfswoning (reeds mogelijk binnen vigerende bestemming).
Deze functies vinden plaats binnen het bestaande kloostergebouw. Er vindt geen uitbreiding van de bebouwing plaats.
Hierbij zij opgemerkt dat de Raad van State heeft uitgesproken dat:
- een ontwikkeling met minder dan 12 woningen niet als een stedelijke ontwikkeling wordt beschouwd;. (ABRvS 17 september 2014, 2014:3398, R.O. 9.2.);
- enkele gebouwen voor verblijfsrecreatie niet als nieuwe stedelijke ontwikkeling gekwalificeerd worden. (ABRvS 5 april 2017, 201602966/1/R1).
Een en ander betekent dat voor zover in dit plan formeel sprake is van nieuwe stedelijke ontwikkelingen, deze op basis van de jurisprudentie als zeer beperkt kunnen worden aangemerkt.
De behoeften aan de nieuwe ontwikkelingen staan beschreven in het bedrijfsplan voor Roepaen Klooster. Rapport 'Businessplan Roepaen 2.0' d.d. 2017, hetgeen gevolgd is door het meer concrete exploitatieplan. Ook de bijlage 4 Ladder duurzame verstedelijking bij deze paragraaf geeft een toelichting op de behoefte.
Motivering ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied
Roepaen is een bestaand ruimtelijk-functioneel complex dat niet binnen bestaand stedelijk gebied is gelegen. Voor het behoud en ontwikkeling ervan zijn nieuwe gebruiksmogelijkheden noodzakelijk. Het nieuwe gebruik is vanwege het benutten van de bestaande kloosterruimten specifiek en uniek. De specifieke ruimtelijk-functionele combinatie is niet elders c.q. binnen bestaand stedelijk gebied te realiseren.
Het nieuwe gebruik dient het hogere doel van behoud en ontwikkeling van het unieke complex Roepaen Klooster.
De nieuwe Ladder is vervat in artikel 3.1.6 leden 2 t/m 4 Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
lid 2. De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
Het gestelde in dit lid is essentieel. Het plan is gericht op een duurzaam behoud en ontwikkeling van het rijksmonument Roepaen Klooster, dat van grote cultuurhistorische waarde is voor de regio. Daartoe is in 2016/2017 het Businessplan Roepaen 2.0 geschreven, waarin uitvoerig is ingegaan op de kansen en noodzakelijkheden voor Roepaen. Dit rapport wordt/is verder geconcretiseerd in een exploitatieplan.
Lid 3 Dit lid is niet van toepassing, omdat voorliggend plan een regulier bestemmingsplan is.
Lid 4 Een onderzoek naar de behoefte als bedoeld in het tweede lid, heeft, in het geval dat een bestemmingsplan als bedoeld in het tweede lid, ziet op de vestiging van een dienst als bedoeld in artikel 1 van de Dienstenwet en dit onderzoek betrekking heeft op de economische behoefte, de marktvraag of de beoordeling van de mogelijke of actuele economische gevolgen van die vestiging, slechts tot doel na te gaan of de vestiging van een dienst in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.
Dit lid betreft het economisch concurrentiebeding. Een plan voor de ruimtelijke ordening moet gericht zijn op een goede ruimtelijke ordening (harmonisch gebruik van de gronden) maar mag niet rechtstreeks de vrijheid van het economisch handelen beïnvloeden. De geplande nieuwe functies op Roepaen (wonen en verblijfsaccommodatie) zijn dusdanig beperkt, dat geen sprake is van een structurele verandering in de ruimtelijke ordening. Dit is uitvoerig toegelicht in het busineesplan Roepaen 2.0.
Conclusie
Het initiatief voldoet aan de Ladder voor Duurzame Verstedelijking.
4.1.4 Overig nationaal beleid
Het overige nationale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.
4.2 Provinciaal Niveau
Het provinciale ruimtelijk beleid is vastgelegd in de beleidsnota Provinciaal Omgevingsplan Limburg, POL 2014. Het plan voor Roepaen wordt aan deze nota getoetst.
4.2.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg POL2014
In 2014 hebben provinciale staten van Limburg het POL2014 vastgesteld.
Het is een visie waarin centraal staat wat er nodig is om de kwaliteit van de fysieke omgeving in Limburg te verbeteren. Een visie die vooral kijkt naar de komende 10 jaar. Samen met de inspanningen op andere terreinen moet dat leiden tot een leef- en vestigingsklimaat van voortreffelijke kwaliteit in Limburg.
Een visie waarin uitnodiging en inspiratie centraal staan. Voor een aantal vraagstukken is er behoefte aan een duidelijke en sturende rol van de Provincie.
Uit de veelheid van punten in dit provinciale beleidsstuk worden hierna punten genoemd die van belang zijn voor de ontwikkeling van Roepaen. In cursief is kort aangeduid hoe door Roepaen daarop wordt ingespeeld.
Essenties
Het POL 2014 start met het benoemen van de essenties voor de ontwikkeling van Limburg. Met name:
- Ambitie (voortreffelijk vestigingsklimaat), Uitdagingen (o.m. aantrekkelijk houden kernen en buurten), Kwaliteit (o.m. prioriteit voor herbenutting van cultuurhistorische en beeldbepalende gebouwen), Uitnodigen (samen met partners zaken realiseren die er op provinciaal niveau echt toe doen en vragen om regionale oplossingen), Regio's onderscheiden naar Noord-, Midden-, Zuid-Limburg, Thema's waarbij provincie rol wil spelen (o.m natuur en landschapszones), dynamiek en flexibiliteit.
Roepaen Klooster is bedrijfseconomisch een private onderneming met als hoofddoelstelling (mission) behoud en ontwikkeling van het cultuurhistorische complex.
Profiel van Noord-Limburg
- De regio Noord-Limburg laat zich in ruimtelijk, economisch en maatschappelijk opzicht het beste karakteriseren door twee dominante, voor iedereen herkenbare assen: een snelle, hoog-dynamische Oost-West-as en een meer op (be)leefkwaliteit gerichte Noord-Zuid-as. De Noord-Zuid-as is in vergelijking met de Oost-West-as een wereld van rust, ruimte en schoonheid, met de Maas als herkenbare kwaliteitsas. Het Maasdal met zijn terrassenlandschap is niet de enige kwaliteit. Het landschap is afwisselend met maasmeanders, natuur- en bosgebieden, peelvenen en ontginningsgebieden en gevarieerde landbouwactiviteiten. Juist de afwisseling van landschappen, grootschalig en kleinschalig, natuur en cultuur, nabijheid van steden en dorpen, economische activiteiten en voorzieningen, maakt Noord-Limburg prettig divers. Dit is de wereld van het goede leven met lekker eten,kunst, cultuur en historie, maar ook gewoon fijn wonen. Hier is de vrijetijdseconomie een economische motor. Roepaen als 'Paradiso van het zuiden draagt hier actief aan bij.
- De regio kent een omvangrijke bezoekerstroom gericht op toerisme en recreatie. In de Kop van Noord-Limburg en in de Peel/Peselbergen is er sprake van clustervorming. Echter in het gehele gebied ontstaan initiatieven als gevolg van de aantrekkelijk combinatie van prachtige natuur, landschap en cultuurhistorie. De ambitie is om deze sector - met respect voor de omgevingswaarden zich (als Limburgse topsector)- te laten doorontwikkelen. Het ontwikkelingsplan voor Roepaen is in hoge mate op deze doorontwikkeling gericht.
- Vermarkten landschappelijke en culturele kwaliteiten. De landschappelijke en culturele kwaliteit moet beter vermarkt worden, als een onderscheidend toeristisch product. Met name in de Kop van Limburg en rond Peel en Peelbergen moeten de kansen voor het verder ontwikkelen van de Limburgse topsector vrijetijdseconomie benut worden. Investeringen in de ontwikkeling en instandhouding van mensgerichte natuur zouden dan ook hoofdzakelijk daar moeten plaatsvinden. Er moet geïnvesteerd worden in een aantrekkelijk sociaal en cultureel klimaat met voldoende voorzieningen.Kansen om dit te combineren met een versterking van het toeristisch product moeten optimaal benut worden.Dit is in het Businessplan Roepaen 2.0 vervat.
- Landschap en cultuurhistorie. Behoud, beheer, ontwikkeling en beleving van de (landschappelijke, cultuurhistorische, natuurlijke en waterhuishoudkundige) kernkwaliteiten van Limburgs meeste bijzondere landschappen. Bijzondere aandacht verdient daarbij:- het zorgen dat de beekdalen een meer natuurlijk karakter krijgen en klimaatbestendiger worden. - behoud van een duurzame grondgebonden land- en tuinbouw in balans met de milieu- en landschapskwaliteiten als belangrijkste grondgebruiker en beheerder van de zilver- en bronsgroene landschapszones, het Maasdal en het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Het Niersdal is aangemerkt als één van de 14 belangrijkste landschapstypes van Limburg, met de waardering ruimtelijke kwaliteit categorie hoog.Het kloostergebouw Roepaen is een beeldbepalend gebouw aan de Niers. Een deel van de Niersoever ter hoogte van Roepaen behoort tot het eigendom van Roepaen.
- Functioneel gebruik van het monumentaal erfgoedmet aandacht voor landschappelijke inbedding. De programma’s vanuit de Provincie richten zich op de grotere Rijksmonumenten (en incidenteel gemeentelijke monumenten): boerderijen, kloosters, kerken, molens, kastelen en industrieel erfgoed. Niet alleen het monument zelf maar ook de directe omgeving ervan zijn van invloed op de landschappelijke kwaliteit. Bij nieuwe ontwikkelingen moeten deze beide elementen op elkaar worden afgestemd.Het kloostergebouw Roepaen is een Rijksmonument. Tesamen met de kloostertuinen en het Niersdal is sprake van een hoogwaardig ruimtelijke ensemble. De naam Roep-aan stamt uit de periode dat er een trekpontje was, dat bediend werd vanuit de oude boerderij-herberg Roep-aan, waar het klooster Roepaan in 1882 is gesticht.
- Zorgvuldige omgang met monumenten. Het provinciaal bestuur vindt het belangrijk dat met alle Limburgse Rijksmonumenten zorgvuldig wordt omgegaan. Daartoe is de monumentenwacht Limburg opgericht om monumenteigenaren te ondersteunen met kennis en kunde. Bij restauratie en verbouwing is er daarnaast de mogelijkheid om het initiatief voor te leggen bij het Steunpunt Archeologie en Monumenten in Roermond.Er zal op toegezien worden, dat monumentale gebouwen en hun omgeving volwaardig en als zodanig worden geborgd in bestemmingsplannen. Daarnaast zal de provincie bij verbouwing aan, en restauratie van, monumenten gelegen in het buitengebied de initiatieven beoordelen en voorzien van een advies.Sinds jaar en dag vindt de ontwikkeling van de ontwikkeling van Roepaen plaats in goede samenspraak met de provincie en in het bijzonder het Steunpunt Archeologie en Monumenten.
Provinciale Groene Natuurzones Limburg
In het provinciaal natuurbeleid (POL 2014) zijn drie groene natuurzones onderscheiden, de goudgroene-, zilvergroene- en bronsgroene natuurzones. De goudgroene natuurzonesbetreffen de parels onder de Limburgse natuurgebieden, de zilvergroene zones is natuur met een minder hoge concentratie aan natuurwaarde. De bronsgroene zijn landschapszones die ten aanzien van natuur- en landschap de meest waardevolle cultuurlandschappen zijn waarbij natuur, landschap sterk gemengd met landbouw en andere functies voorkomen. De goud- en zilvergroene natuurzone vormen de Ecologische Hoofdstructuur (Nationaal Natuurnetwerk Nederland) en hiervoor geldt het landelijk beschermingsregime van het "nee, tenzij" principe. Ten aanzien van de bronsgroene natuurzones geldt het "ja, mits" principe. De huidige wezenlijke kenmerken en waarden mogen niet worden aangetast.
Deze zijn op onderstaande afbeelding weergegeven. Tevens is het plangebied aangeduid.
AFB 4.1 LIGGING PLANGEBIED TEN OPZICHTE VAN HET NATUURNETWERK
- Het noordelijke deel van het plangebied Roepaen is niet gelegen binnen of grenzend aan een goudgroene-, zilvergroene- of bronsgroene natuurzone.
- Het zuidelijk deel van het plangebied maakt onderdeel uit van de Goudgroene natuurzone, waarvoor het "nee, tenzij" principe geldt.
In paragraaf 3.4.6, Niersoevers, is toegelicht dat het voorgenomen recreatieve gebruik beperkt blijft tot :
de bestaande in- en uitstapplaats voor roeien/kajakken in de periode 1 april t/m 30 september;
Nee, tenzij principe
Het nee-tenzij vereist ook, dat naast bestaand gebruik tevens alternatieven worden beoordeeld.
Ad in- en uitstapplaats
Tegenover het klooster Roepaen ligt een in- en uitstapplaats voor kajakken op de Niers. Dit is bestaand gebruik en wordt door Roepaen georganiseerd. Het kajakken vormt een vast onderdeel van de recreatieve activiteiten op en rond Roepaen. De grond langs de Niers is eigendom van Roepaen. Het ruimtegebruik voor het kajakken beslaat ca 1500 m² en is specifiek bestemd: 'specifieke vorm van recreatie - in- en uitstapplaats boten'.
Gezien het bestaand gebruik en het eigendom zijn er voor dit gebruik geen alternatieven.
Conclusie
Gezien het beperkte gebruik en het ontbreken van alternatieven wordt voor wat betreft de in- en uitstapplaats boten voldaan aan het nee, tenzij-principe, dat van toepassing is voor de 'goudgroene natuurzone' van de Niersoevers, zoals opgenomen in het POL 2014
4.2.2 Omgevingsverordening Limburg 2014
Algemeen
In de Omgevingsverordening Limburg 2014 staan de regels die nodig zijn om het omgevingsbeleid van het POL 2014 juridische binding te geven. De Omgevingsverordening is een samenvoeging van de Provinciale milieuverordening, de Wegenverordening, de Waterverordening en de Ontgrondingenverordening. De Omgevingsverordening bevat een nieuw hoofdstuk Ruimte. Dat hoofdstuk Ruimte bevat een aantal instrumenten die gericht zijn op de doorwerking van het ruimtelijk beleid van het POL 2014.
AFB 4.2 UITSNEDE KAART 2 OMGEVINGSVERORDENING LIMBURG 2014
De provincie Limburg heeft er voorts voor gekozen de ladder voor duurzame verstedelijking in haar provinciale Omgevingsverordening op te nemen via een verwijzing in artikel 2.2.2, omdat toepassing van de ladder ook een provinciaal ruimtelijk belang is. Voor de toepassing van artikel 2.2.2 van de Verordening moet worden uitgegaan van de tekst van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening.
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) gaat er bij de toepassing van de ladder van uit, dat ook wordt onderzocht in hoeverre nieuwe stedelijke ontwikkelingen kunnen worden ondergebracht in leegstaande monumentale en beeldbepalende gebouwen volgens de in artikel 2.2.3 beschreven aanpak.
In de toelichting op de provinciale verordening wordt nog benadrukt dat afdoende moet worden beschreven:
- dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele (regionale) behoefte;
- op welke wijze in het plan toepassing is gegeven aan de ladder duurzame verstedelijking en aan hetgeen daaromtrent is opgenomen in het POL.
Het plan is hierna aan de artikelen in de Verordening getoetst.
Artikel 2.2.2 Ladder voor duurzame verstedelijking
- 1. Een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, houdt rekening met het bepaalde in artikel 3.1.6, tweede lid van het Besluit ruimtelijke ordening.
Zie hiervoor beantwoording artikel Bro 3.1.6. lid 2 in paragraaf 4.1.3
- 2. Bij een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, worden tevens de mogelijkheden van herbenutting van leegstaande monumentale en beeldbepalende gebouwen zoals bedoeld in artikel 2.2.3, onderzocht.
Zie hiervoor ook beantwoording artikel Bro 3.1.6. lid 2 in paragraaf 4.1.3
- 3. De toelichting bij het ruimtelijke plan bevat een verantwoording over de wijze waarop invulling is gegeven aan het bepaalde in het eerste en tweede lid.
Voorgaande hoofdstukken 2 Gebiedsanalyse en 3 Plan bevatten een uitvoerige toelichting op de ruimtelijk functionele aspecten van het plan. Aanvullend bevat het Businessplan Roepaen 2.0 en het daarna opgestelde exploitatieplan een uitgebreide beschrijving van de financiële aspecten.
Artikel 2.2.3 Herbenutting leegstaande monumenten en beeldbepalende gebouwen
- 1. Een ruimtelijk plan dat voorziet in het toestaan van nieuwe functie(s) betrekt daarbij tevens de mogelijkheid om deze functie(s) in leegstaande monumentale gebouwen onder te brengen.
Zie hiervoor beantwoording artikel Bro 3.1.6. lid 2 in paragraaf 4.1.3.
- 2. Wanneer herbenutting van leegstaande monumentale gebouwen, zoals bedoeld in het eerste lid niet mogelijk blijkt, wordt bij de beoordeling van het toestaan van nieuwe functie(s) ook de mogelijkheid van herbenutting van leegstaande gebouwen betrokken.
Roepaen is een rijksmonument.
- 3. De toelichting bij het ruimtelijke plan bevat een verantwoording over de wijze waarop invulling is gegeven aan het bepaalde in het eerste en tweede lid.
Zie hiervoor beantwoording artikel 2.2.2.
Conclusie
Het plan voldoet aan de regels van de Omgevingsverordening Limburg 2014.
4.2.3 Overig provinciaal beleid
Het overige provinciale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.
4.3 Regionaal Niveau
Op regionaal niveau zijn veel beleidsnota's geschreven. Deze worden in deze paragraaf kort toegelicht. Voor zover van van directe of indirecte betekenis voor Roepean zijn tekstgedeelten vet gedrukt.
4.3.1 Regionale Structuurvisie Wonen Noord Limburg
De Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg is door de gemeenteraad van Gennep vastgesteld op 19 april 2016. De structuurvisie geeft richting aan de kwalitatieve en kwantitatieve opgave waar de acht gemeenten in de regio Noord-Limburg zich de komende jaren voor gesteld zien ten aanzien van volkshuisvesting.
Daarnaast geeft de structuurvisie richting aan de wijze waarop het aantal woningbouw plannen wordt afgestemd op de (toekomstige) woningbehoefte. De belangrijkste pijler van het beleidsstuk is bouwen naar behoefte. Dit betekent dat het woningbouwprogramma van de gemeente niet méér nieuwbouwplannen mag omvatten dan de voorspelde groei in huishoudens. De meeste Noord-Limburgse gemeenten kennen een overschot aan woningbouwplannen.
Tot 2019 dienen zij dit overschot met 40% terug te brengen. Dit is ook het geval voor de gemeente Gennep. De groei in huishoudens wordt hier tot 2030 geschat op 345 woningen, terwijl er per 1 januari 2015 de plannen een capaciteit van 645 woningen bevatten. De gemeente kende aan het begin van 2015 dus een overschot aan 300 woningbouwplannen. Tot 2019 moeten er 120 woningbouwplannen (40%) uit dit overschot worden geschrapt. De gemeente Gennep heeft vooruitlopend daarop en in de geest van de visie al woningbouwplannen geschrapt. Aan de opgave tot 2019 voldoet de gemeente dan ook inmiddels.
Het plan voor Roepaen blijft beperkt tot de feitelijk aanwezige 9 appartementen cq maximaal 35 personen. Vanwege het verkeerslawaai van de Kleefseweg vindt een verplaatsing ervan plaats naar de noordvleugel, het zusterhuis. Het wonen op Roepaen vormt een nichemarkt, die niet in directe concurrentie staat met de in regionale structuurvisie bedoelde regionale woningmarkt. Een en ander zoals nader toegelicht is in het Businessplan Roepaen 2.0.
Conclusie
Voorliggend bestemmingsplan voor Roepaen is niet strijdig met de Regionale Structuurvisie Wonen Noord Limburg
4.3.2 Het goede leven aan de Limburgse Maas, Toeristische visie Maasduinen.
In 2002 is de toeristische visie voor de regio Maasduinen vastgesteld door de
gemeenteraad van Gennep. Deze rapportage is opgesteld in opdracht van de gemeenten Mooken Middelaar, Gennep, Bergen, Arcen en Velden, Venlo, Beesel en de provincie Limburg. De regio streeft naar een versterking van de toeristische aantrekkingskracht van de regio en de daarbij behorende economische effecten.
Uit de analyse komt naar voren dat de regio zeer divers en kleinschalig van karakter is.
Daarnaast is het toeristisch achterland in de vorm van Duitsland, Nijmegen en de Maasplassen, interessant. In de regio zijn al veel toeristische voorzieningen aanwezig van een goede kwaliteit. Deze voorzieningen sluiten echter onvoldoende op elkaar aan en tegelijkertijd is er een onduidelijke relatie tussen de toeristische sector en haar omgevingskwaliteiten. Ook de naamsbekendheid en het imago van de streek is onvoldoende. In de nota is een voorkeurstrategie uitgewerkt. Er wordt naar gestreefd de belevingswaarde en het imago te vergroten door de omgeving te integreren met toeristische aanbieders en er wordt gestreefd naar een duurzame situatie waarin de omgevingskwaliteiten de basis zijn voor het toerisme. Toeristische aanbieders zijn geïntegreerd met de omgeving. Overheden en organiserend vermogen hebben een meer stimulerende en ontwikkelende rol.
De provinciale weg N271 wordt aangepast. De belevingswaarde voor de passant moet worden vergroot. De N271 wordt een ‘scenic corridor’. De weg krijgt een eigen attentiewaarde. De gebruikswaarde voor de toerist/recreant wordt vergroot.
De eigen identiteit van de kernen wordt versterkt. Ook in de kernen moet de belevingswaarde
voor de toerist/recreant worden vergroot. De toeristische bestedingen moeten groeien. De
oriëntatie op de Maas kan versterkt worden en de inrichting van de openbare ruimte kan worden verbeterd. Andere onderdelen zijn:
- het ontwikkelen en benadrukken van de erfgoederen;
- het ontwikkelen van enkele waterfronten en dorpsgezichten;
- het verbeteren van de culturele voorzieningen en evenementen;
- het verbeteren van de aansluiting op de provinciale weg.
Ook de integratie tussen toerisme/recreatie met natuur en landschap verdient aandacht net
zoals de aandacht voor renderende concepten.
De toeristische visie voor Maasduinen dateert van 2002. Veel van de doelstellingen hebben een doorwerking gekregen. De algemene doelstellingen versterken van de recreatie en toerisme omwille van de regionale economie blijven onverminderd van toepassing.Voorliggend bestemmingsplan voor Roepean speelt daar op in, met in het bijzonder de vet gedrukte thema's in bovenstaand overzicht.
Conclusie
Voorliggend bestemmingsplan voor Roepean geeft invulling aan de Toeristische visie Maasduinen.
4.3.3 Strategische regiovisie Bergen, Gennep, Mook en Middelaar,
In 2011 heeft de raad van de gemeente Gennep, samen met de gemeenten Bergen en
Mook en Middelaar, de ‘Strategische regiovisie Bergen, Gennep, Mook en Middelaar’
vastgesteld.
De Strategische Regiovisie is richtinggevend voor het beleid van de drie gemeenten. Het doel is om de regio beter tot haar recht te laten komen en een perspectief voor het geheel te
garanderen. Hiertoe zijn zeven programma’s benoemd: wonen, zorg, toerisme en recreatie,
landbouw, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit en verbindingen en netwerken. Daarnaast zijn
sleutelprojecten benoemd, die met voorrang worden uitgevoerd. Hierdoor moet een
kwaliteitsslag plaatsvinden, die nodig is om de leefbaarheid in de regio te vergroten en de
achterstand op het omliggende gebied te verkleinen. Het motto is ‘keuren, kiezen en
onderscheiden’. De thema’s in de regiovisie zijn onderstaand weergegeven. In cursief is aangegeven hoe hierop in het bestemmingsplan 'Roepaen Klooster' wordt ingespeeld).
- Wonen: Het programma wonen richt zich op het op orde brengen van de basis, waarbij het aanbod aansluit op de behoefte. Kwaliteit gaat voor kwantiteit en er wordt ingezet op excellent wonen: kleinschalig en met respect voor het landschap. Inbreiden gaat voor uitbreiden. Bijzondere concepten als boerderij wonen en landgoed wonen of water wonen behoren tot de regionale kwaliteiten.
Het wonen op Roepaen is in overeenstemming met deze regio visie, immers er worden alleen toegestaan de 9 appartementen (c.q. kamerbewoning voor maximaal 35 bewoners), die sinds jaar en dag in gebruik zijn. Bovendien heeft het wonen in het klooster eenzelfde specifieke kwaliteit zoals boerderij - en landgoed wonen.
- Zorg: Binnen de regio is plaats voor een excellent en onderscheidend zorg aanbod. Als gastvrije regio wordt nadrukkelijk gekozen voor het bieden van onderdak aan bijzondere zorgbehoevende groepen. Zorg kan zelfs fungeren als een economische motor.
Het plan 'Roepaen Klooster' bevat geen specifieke voorzieningen voor de zorg.
- Toerisme en recreatie: Toerisme en recreatie zijn belangrijke economische dragers van de regio. Deze dragers zijn direct gerelateerd aan het bijzondere landschap in de regio. Natuur, water, kleinschaligheid en rust zijn bijzondere kwaliteiten.
Roepaen is een cultuurhistorisch landmerk met een bovenregionale betekenis als podium voor muziekevenementen. Bovendien heeft Roepaen een in- en uitstapplaats voor het roeien op de Niers. Dit bestemmingsplan biedt ook ruimte voor bed & breakfast (reeds toegestaan binnen vigerend plan), groepsaccommodatie (75 pers), alsmede maximaal 10 hotelkamers. Tezamen is Roepaen in dit bestemmingsplan aangemerkt als een knooppunt voor toerisme en recreatie.
- Landbouw: Voor landbouw gelden de kernbegrippen kleinschaligheid, duurzaam en gebiedseigen. De agrarische sector moet vanuit een ander perspectief worden bekeken: minder uitsluitend economisch en meer gericht op het in stand houden van het landschap en in relatie tot pure, eerlijke, milieuvriendelijke en regionale voedselproductie. Initiatieven voor verbreding van de sector worden in dat kader ondersteund.
Het ontwikkelingsplan Roepaen haakt hier op met de doelstelling in de eigen horeca en tijdens festivals regionale producten te serveren.
- Veiligheid: In het kader van de veiligheid dient ruimte te worden gegeven aan de Maas. Voor de ontwikkeling van de regio is het van belang dat de projecten rond de rivier in onderlinge samenhang worden bezien en toekomst bestendig worden opgepakt. Niet alleen de watertechnische aspecten, maar ook de recreatieve beleving van het Maasdal verdient de aandacht. Ook voor de Niers is het aspect ruimte voor de waterberging aan de orde.
In het bestemmingsplan 'Roepaen Klooster' is rekening gehouden met de functie waterberging en de dijkverzwaring langs de Kleefseweg.
- Ruimtelijke kwaliteit: De landschappelijke kwaliteit van de regio is hoog en onderscheidend. In de huidige situatie steekt de kwaliteit van de bebouwde omgeving scherp af tegen het hoge kwaliteitsniveau van de omgeving. Er dient meer oog te komen voor de ruimtelijke kwaliteit van het bebouwde en het onbebouwde deel van de regio.
Het complex Roepaen is een rijksmonument en vormt een architectonisch hoogtepunt in de regio. Het bestemmingsplan is gericht op houd en verbetering van het ensemble kloostergebouw en tuinen Roepaen.
- Verbindingen en netwerken: In het kader van de ontwikkeling van een excellente regio is alzijdige ontsluiting nodig. Dit geldt zowel voor het autoverkeer als voor het openbaar vervoer en de fietsverbindingen
In dit bestemmingsplan wordt rekening gehouden met een nieuw recreatief fietspad op / langs de vernieuwde dijk van de Niers met de toevoeging van een trekpontje ter hoogte van Roepaen.
Conclusie
Dit bestemmingsplan is in overeenstemming met c.q. geeft invulling aan de Strategische regiovisie.
4.3.4 Regionale Agenda
In het verlengde van de Strategische regiovisie is in juni 2011 ook de Regionale Agenda
vastgesteld. Met deze agenda wil men de programma’s en de sleutelprojecten uit de visie
inhoudelijk uitdiepen en de agenda voor het vervolg bepalen. Het aangaan van samenwerkingsallianties met andere overheden, ondernemers en maatschappelijke partijen en continuïteit in de samenwerking bereiken staan hierbij voorop.
De ontwikkelingsmogelijkheden in dit bestemmingsplan Roepaen Klooster zijn niet expliciet aangemerkt als een regionaal (sleutel)project, maar hebben zeker betekenis voor de regionale ontwikkeling van recreatie en toerisme.
4.3.5 Beleid Waterschap en Maasvallei
Het plangebied valt onder het beheer van Waterschap Peel en Maasvallei. De doelen van het
waterschap voor de periode van 2016 tot 2021 staan beschreven in het waterbeheerplan ‘Water in beweging'.
Met dit Waterbeheerplan zetten de waterschappen de koers uit voor een toekomstbestendig waterbeheer in Limburg;
- hoe invulling te geven aan de taak om te zorgen voor veilige dijken, droge voeten en voldoende en schoon water;
- hoe het watersysteem en waterkeringen op orde willen brengen en houden;
- welke thema’s actueel zijn, de strategie daarvoor, de te nemen maatregelen;
- de bijdragen aan de Europese Kaderrichtlijn Water.
Voorbeelden van maatregelen zijn: het aanleggen en verbeteren van dijken tegen overstromingen, het aanpakken van knelpunten van wateroverlast, herstellen van beken en het verbeteren van de effluentkwaliteit van de rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Bij alle in- en uitbreidingsplannen adviseert en toetst het waterschap op hydrologische effecten, waarbij het hydrologisch neutraal ontwikkelen het uitgangspunt is. Initiatieven mogen niet leiden tot een verandering in de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse en in de directe omgeving. Daarnaast is het streven om het schone en het verontreinigde water zoveel mogelijk te scheiden.
Conclusie
Voor zover relevant voor Roepaen worden de wateraspecten beschreven in paragraaf 5.3 Waterparagraaf.
4.4 Gemeentelijk Niveau
4.4.1 Structuurvisie
De visie op de structurele ontwikkelingen in de gemeente Gennep zijn vervat in de 'Strategische regiovisie Bergen, Gennep, Mook en Middelaar die in paragraaf 4.3.3 is toegelicht.
Conclusie
Geconcludeerd werd dat voorliggend bestemmingsplan voor Roepaen in overeenstemming is met c.q. bijdraagt aan de doelstellingen in de structuurvisie.
4.4.2 Woningbouwbeleid
Het gemeentelijk woningbouwbeleid is vervat in de nota Regionale Structuurvisie Wonen Noord Limburg, die hiervoor in paragraaf 4.3.1 is toegelicht.
Conclusie
Geconcludeerd werd dat voorliggend bestemmingsplan voor Roepaen niet strijdig is met de Regionale Structuurvisie Wonen Noord Limburg.
4.4.3 Nota Horecabeleid
Met de Nota Horecabeleid wordt beoogd duidelijkheid te scheppen in het door de gemeente Gennep te voeren horecabeleid. Concrete uitgangspunten van het horecabeleid zijn:
a. Recht te doen aan:
- De belangrijke economische en maatschappelijke functie van de horeca en;
- Het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horeca;
b. Te voorkomen dat:
- Ad hoc gereageerd wordt op probleemsituaties waarmee de genomen maatregelen beperkt blijven tot de concrete problemen van dat moment en;
- Verschillende regelingen en beleidsinstrumenten onafhankelijk van elkaar worden toegepast.
Het aantal horecavoorzieningen in de gemeente Gennep ligt hoger dan het landelijk
gemiddelde, maar blijft achter bij het Limburgs gemiddelde. Het aantal logiesverstrekkers blijft echter fors achter. De kwaliteit van een aantal horecavoorzieningen is voor verbetering vatbaar. De gemeente streeft – waar dat binnen haar mogelijkheden ligt – naar een vereenvoudiging van de regelgeving ten aanzien van de horeca. Doelmatigheid, rechtmatigheid en handhaafbaarheid zijn daarbij kernbegrippen.
In de Nota Horecabeleid wordt onderscheid gemaakt in drie horeca categorieën:
- Categorie 1: Lichte horeca;
- Categorie 2 Middelzware horeca;
- Categorie 3 Zware horeca.
De bijbehorende hinderafstanden worden in paragraaf 5.1.2 toegelicht.
- Met lichte horeca worden bedrijven bedoeld die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken, zoals snackbars.
- Middelzware horeca heeft betrekking op bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals cafés.
- Zware horecabedrijven betreft bedrijven die aanzienlijk verstorend kunnen werken naar de omgeving, zoals discotheken en dancings, alsook coffeeshops.
Op Roepaen zijn alleen de horeca categorieën 1 en 2 rechtstreeks toegestaan met een milieucirkel van 30 m in rustig buitengebied. Gezien de ligging in het buitengebied en de grootte van het complex en de situering van de ruimten met horeca - activiteiten, in het gebouw is de verstoring naar de omgeving relatief beperkt.
De grotere evenementen behoren tot categorie 3 en zijn in principe maximaal 12 keer per jaar toegestaan, na voorafgaande verlening van een omgevingsvergunning.
In paragraaf 5.1.2 Bedrijven en milieuzonering wordt hierop nader in gegaan.
Conclusie
In dit bestemmingsplan wordt voldaan aan het gemeentelijke horecabeleid.
4.4.4 Nota Verblijfsrecreatie
De Nota verblijfsrecreatie uit 2010 bevat het gemeentelijk beleid omtrent campings, hotels, bed and breakfasts en andere vormen van verblijfsrecreatie opgenomen. De nota maakt onderdeel uit van het toeristisch beleid van de gemeente, dat is gericht op versterking van het toerisme als belangrijke economische pijler binnen de gemeente. Het beleidskader voor verblijfsrecreatie heeft verschillende functies:
- het stelt de gemeente in staat om nieuwe initiatieven te toetsen;
- het dient als beleidsuitgangspunt bij de herziening van bestemmingsplannen;
- de APV en de brandveiligheidsverordening;
- het maakt onderdeel uit van het toeristische beleid van de gemeente.
Binnen de gemeente is een uitgebreid aanbod van verblijfsrecreatieve voorzieningen aanwezig. Het aanbod is doorgaans van een goede kwaliteit, maar is enigszins eenzijdig.
Gethematiseerde vormen van verblijf hebben zeker bestaansrecht, maar zijn nog niet of onvoldoende aanwezig. Daarnaast kunnen agro-toeristische voorzieningen het landelijk karakter van de gemeente versterken en een aanwinst voor de gehele gemeente zijn. De uitbreidingsmogelijkheden van bestaande accommodatie verstrekkers zijn over het algemeen beperkt, waardoor het kritisch meedenken met ondernemers en het onderzoeken van
(uitbreidings)mogelijkheden gewenst is. Voor nieuw vestiging geldt dat het beleid is gericht op differentiatie van het aanbod, goede kwaliteit en het stimuleren van originele vormen van
recreatie en toerisme. In de nota zijn per categorie van verblijfsrecreatie beleidskeuzen
aangegeven.
In dit bestemmingsplan 'Roepaen Klooster' is de mogelijkheid opgenomen voor bed&breakfast (reeds mogelijk in vigerend bestemmingsplan), groepsaccommodaties en een 10-tal hotelkamers.
Conclusie
In dit bestemmingsplan wordt voldaan aan het gemeentelijke beleid met betrekking tot de verblijfsrecreatie.
4.4.5 Groenbeleidsplan
Bij het opstellen van het gemeentelijke groenbeleidsplan (2007) hebben beleidsuitgangspunten van de gemeente en de mening van de burger
centraal gestaan. De speerpunten uit het gemeentelijk beleid zijn gevormd aan de hand van
een aantal randvoorwaarden voor identiteit, samenhang, structuur, functionaliteit, duurzaamheid, veiligheid, comfort en aanzicht. De belangrijkste speerpunten van het gemeentebeleid met betrekking tot groen zijn:
- behoud en ontwikkeling van natuurwaarden;
- kruidenbestrijding zonder gebruik van gif;
- behoud en ontwikkeling van een waardevol bomenbestand;
- het inrichten van de buitenruimte afgestemd op beheerbaarheid en de esthetische waarde.
Vanuit de huidige kwaliteit, de beleidsuitgangspunten, de mening van de burger en het
beschikbare budget is een advieskwaliteit opgesteld. Deze kwaliteit is gebaseerd op de wens van de bewoners en de wens van de commissie in relatie met de huidige kwaliteit en de beschikbare middelen. In deze advieskwaliteit wordt op het gebied van verzorging (onkruid en zwerfafval) een hoge kwaliteit geadviseerd over de hele gemeente (met uitzondering van de industriegebieden). De technische staat moet over de gehele gemeente minimaal op basisniveau zijn. In de accentgebieden wordt een hoge kwaliteit voor technische staat geadviseerd. Schoon op korte termijn en duurzaam en veilig voor de lange termijn.
Binnen het plangebied Roepaen Klooster komt geen openbaar groen voor. Wel is op Roepaen een waardevol bomenbestand aanwezig. Dit heeft een juridische bescherming door bestemming Agrarisch met waarden - Natuur en landschap en de aanduiding 'specifieke vorm van groen - houtwallen en houtopstanden' binnen de bestemming Gemengd - Roepaen-Klooster.
Conclusie
In dit bestemmingsplan wordt voldaan aan het gemeentelijke groenbeleid.
4.4.6 Overig gemeentelijk beleid
Het overige gemeentelijke beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.
4.5 Conclusies Beleidskader
Concreet houdt het beleidskader het volgende in voor de ontwikkeling van het plangebied:
- 1. Het beleid op nationaal niveau bevat geen punten, die een rechtstreekse doorwerking vereisen in het plan.
- 2. Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg POL, stelt eisen ten aanzien van waarden cultuurhistorie en natuur en landschap, en stimuleert het toerisme. Het plan is hiermee in overeenstemming.
Ook aan de regels in de Omgevingsverordening Limburg 2014 wordt voldaan. - 3. Beleidsplannen op regionaal niveau bevatten specifieke doelstellingen ten aanzien van wonen, en recreatie en toerisme. Hieraan wordt invulling gegeven.
- 4. Het beleid op gemeentelijk niveau bevat specifieke doelstellingen voor wonen, horeca, verblijfsrecreatie en groen. Hieraan wordt voldaan.
Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten
In dit hoofdstuk worden de omgevingsaspecten beschreven. Achtereenvolgens komen aan de orde:
- 1. milieu;
- 2. waarden;
- 3. waterhuishouding.
5.1 Milieu
Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet een toetsing plaatsvinden van de voorgenomen ontwikkelingen aan de relevante milieuaspecten, teneinde het toekomstige gebruik af te stemmen op de omgeving. In deze paragraaf worden de milieuaspecten afzonderlijk beschreven.
5.1.1 Bodemkwaliteit
5.1.2 Bedrijven en milieuzonering
5.1.3 Externe veiligheid
5.1.4 Geurhinder veehouderijen
5.1.5 Geluid
5.1.6 Luchtkwaliteit
5.1.7 Milieueffectrapportage
5.2 Waarden
5.2.1 Archeologie
5.2.2 Cultuurhistorie
5.2.3 Flora en fauna
5.3 Waterparagraaf
5.3.1 Inleiding
Onderdeel van de ruimtelijke plannen vormt de watertoets. Het doel ervan is, dat de waterbelangen evenwichtig worden meegewogen bij de totstandkoming van een plan. Deze waterparagraaf is een onderdeel van de watertoets.
De waterparagraaf beschrijft zowel de huidige als toekomstige waterhuishoudkundige situatie (oppervlaktewater, grondwater, hemelwater en afvalwater).
Het plangebied ligt binnen het beheergebied van Waterschap Peel en Maasvallei.
5.3.2 Beleid
In deze paragraaf is het relevante vigerende beleid opgenomen. In cursief is aangegeven in hoeverre betreffend beleid op dit bestemmingsplan van toepassing is.
5.3.3 Watersysteem
5.3.4 Hemelwater
5.3.5 Afvalwater
Uitgangspunt is dat het vuile afvalwater en het schone hemelwater worden gescheiden.
Het vuile afvalwater zal op de bestaande riolering (persriool) aan de zuidzijde van de Kleefseweg geloosd worden.
5.3.6 Waterkwaliteit
Er zijn geen bijzondere maatregelen genomen om vervuiling van het oppervlaktewater te voorkomen. Overeenkomstig de eis van het waterschap worden in principe geen uitlogende materialen toegepast.
5.3.7 Advies waterschap
Tijdens de planvoorbereiding is overleg gevoerd met het waterschap.
5.3.8 Conclusie
De volgende conclusies kunnen worden getrokken
- 1. Voorliggend plan heeft geen invloed op het bestaande watersysteem.
- 2. Het hemelwater op de beperkte nieuwe bebouwing/verharding zal ter plaatse geïnfiltreerd worden.
- 3. Het afvalwater wordt afgevoerd via de bestaande persriolering in de Kleefseweg.
- 4. Het plan houdt rekening met de waterbergingsfunctie van de Niers.
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
De economische uitvoerbaarheid van een ruimtelijke ontwikkeling betreft een aantal aspecten. Ten eerste moet het realiteitsgehalte van de plannen worden aangetoond: is er behoefte aan de voorgenomen ontwikkeling. Ten tweede moet de financiële uitvoerbaarheid worden onderbouwd. Dat wil zeggen, zijn alle kosten die de gemeente moet maken ten behoeve van het initiatief gedekt.
6.1 Behoefte
Het rijksmonument kloostercomplex Roepaen is al enige tijd bezig met een herbezinning op haar bestemming. De eigenaren, de familie Kuijpers, zijn met name op zoek naar nieuwe economische dragers, een nieuw verdienmodel, om het complex verder te kunnen behouden en ontwikkelen voor de toekomst. De vigerende bestemming is 'Horeca'. Het nieuwe perspectief omvat een veel breder doel en wel een gemengde bedrijfsvoering met wonen, werken, horeca en cultureel podium, openluchtrecreatie en toeristische verblijfsaccommodatie. Een en ander ten behoeve van het behoud en versterking van het cultuurhistorische kloostercomplex.
In het businessplan Roepaen 2.0 en het daarop gevolgde exploitatieplan staat ook een overzicht met 'prognoses, balansprojecten en liquiditeitsoverzichten 2015 - 2020.
Gezien het maatschappelijke belang / behoefte van het behoud van het cultuurhistorische complex stemt de gemeente in met de voorgenomen herbestemming.
6.2 Financiële Uitvoerbaarheid
Kostenverhaal
Artikel 6.12 lid 1 Wro verplicht de gemeente een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop bepaalde bouwactiviteiten zijn voorgenomen, tenzij het kostenverhaal 'anderszins verzekerd' is (artikel 6.12 lid 2a Wro).
Dit laatste is het geval omdat de gemeente en de eigenaren van Roepaen hebben besloten een (anterieure) overeenkomst te sluiten met afspraken over het kostenverhaal. Het kostenverhaal is derhalve 'anderszins verzekerd'.
Gemeentelijke grondexploitatie
De gemeente heeft geen gronden binnen het plangebied in eigendom. Alle kosten en risico's van de planontwikkeling, -voorbereiding en -uitvoering zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De gemeentelijke grondexploitatie wordt dus niet belast door voorliggend ruimtelijk plan. De financiële uitvoerbaarheid van het plan is hiermee aangetoond.
6.3 Conclusie
Het plan is economisch uitvoerbaar.
Hoofdstuk 7 Juridische Aspecten
7.1 Algemeen
In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze het plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling is bindend.
Het bestemmingsplan bestaat uit:
- de toelichting;
- de regels;
- de verbeelding.
De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en de regels, en in het bijzonder ten aanzien van de regels inzake nadere eisen en afwijkingen.
De regels vormen de juridische basis voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en/of op te richten bouwwerken.
De verbeelding geeft de geografische ligging van de bestemmingen en aanduidingen weer. De verbeelding vormt samen met de regels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan voldoet aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012.
7.2 Planregels
De indeling van de planregels is als volgt.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Hoofdstuk 4 Overgangsregels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Begrippen (artikel 1)In dit artikel zijn de begrippen die in de planregels worden gehanteerd gedefinieerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Wijze van meten (artikel 2)In dit artikel is aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Enkelbestemmingen
Het plan bevat de volgende enkelbestemmingen.
Agrarisch met waarden - Natuur en landschap (artikel 3)
Deze bestemming geldt specifiek voor de bestaande in- en uitstapplaats voor boten (in eigendom van Roepaen) ten behoeve van varen op de Niers, alsmede voor aanleg mogelijkheden voor een trekpontje over de Niers. Overigens is de bestemmingsregeling voor de oevers van de Niers uit het bestemmingsplan buitengebied overgenomen.
Gemengd - Roepaen-Klooster (artikel 4)
Dit artikel is van toepassing op het kloostercomplex inclusief de erbij behorende tuinen. Toegestaan is een menging van de activiteiten wonen, werken, horeca, bijeenkomsten, cultureel podium en openluchtrecreatie en verblijfsaccommodatie.. Onderscheid is gemaakt tussen indoor- en outdooractiviteiten.
Alleen de bestaande bebouwing is toegestaan, behoudens een uitbreiding van de bestaande bedrijfswoning.
De functie wonen is gebonden aan een maximale totaal omvang, en in principe in het gehele gebouw toegestaan. Een voorwaardelijke bepaling is opgenomen ter zekerstelling dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.
Evenementen met versterkte muziek zijn alleen toegestaan op basis van een procedure afwijking gebruiksregels.
Voor het waardevolle bomenbestand is een juridische bescherming opgenomen in de vorm van een aanduiding 'specifieke vorm van groen - houtwallen en houtopstanden', waarbinnen geldt dat zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning geen werken en werkzaamheden uitgevoerd mogen worden.
Verkeer (artikel 5)
Gedurende festivals is er een oversteekplaats over de Kleefseweg tussen het kloostercomplex en de Niersoever. Deze mogelijkheid is als een vorm van medebestemming opgenomen. Ook voorziet dit artikel in de mogelijkheid voor het oprichten van een tijdelijke of permanente voetgangersbrug over de Kleefseweg.
Dubbelbestemmingen
De volgende dubbelbestemmingen zijn onveranderd overgenomen uit het bestemmingsplan 'Buitengebied'.
Leiding - Riool(artikel6)
Betreft persriool langs de Kleefseweg
Waarde - Archeologie 4 (artikel 7)
Is van toepassing voor het gehele plangebied behoudens smalle strook grond langs de Niers
Waarde - Beekdal (artikel 8)
Betreft beekdal van de Niers.
Waarde - Ecologische hoofdstructuur (artikel 9)
Betreft het beekdal van de Niers.
Waterstaat - Bergend regime (artikel 10)
Betreft het beekdal van de Niers.
Waterstaat - Waterkering (artikel 11)
Betreft het beekdal van de Niers en de Kleefseweg met de dijk langs de zuidzijde van de weg.
NB Algemene aanduidingsregels, artikel 40.3 reconstructiewetzone- extensiveringsgebied van bp Buitengebied zijn niet overgenomen.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Anti-dubbeltelregel (artikel 12)In dit artikel is bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor bouwen hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen.
Algemene bouwregels(artikel 13)Dit artikel bevat regels ten aanzien van afwijkende bestaande bebouwing en ondergeschikte bouwdelen. Dit artikel bevat tevens de verplichting tot het voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij een verwijzing is opgenomen naar het het relevante beleidsdocument.
Algemene gebruiksregels (artikel 14)In dit artikel is nader omschreven welke vormen van gebruik in ieder geval als strijdig met het bestemmingsplan worden aangemerkt, waaronder het gebruik van bouwwerken en terreinen zonder voldoende parkeergelegenheid.
Algemene afwijkingsregels (artikel 15)In dit artikel is een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Deze afwijkingen betreffen onder meer het overschrijden van de maximaal toegestane maten, afmetingen en percentages.
Algemene wijzigingsregels (artikel 16)
Deze regel is een algemene reguliere regel in een bestemmingsplan.
Overige regels (artikel 17)
Deze regel is een algemene reguliere regel in een bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht (artikel 18)Voor volgens de regels afwijkende bestaande bebouwing is voor de omvang, het onderhoud en de herbouw een overgangsregel opgenomen.
Het gebruik van de bebouwing daarentegen wordt indien mogelijk positief bestemd of indien noodzakelijk door handhaving aan de gebruiksregels van de betreffende bestemming aangepast.
Slotregel (artikel 19)Hier wordt vermeld onder welke naam de regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
Hoofdstuk 8 Procedure
Aangezien het plan beperkt blijft tot de gronden van het kloostercomplex Roepaen doorloopt het bestemmingsplan de volgende procedure op grond van artikel 3.9a Wro.
- 1. Overleg instanties
- 2. Ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan
- 3. Vaststelling door gemeenteraad
- 4. Ter inzage legging vastgesteld bestemmingsplan
De resultaten van het in de punten 1 en 2 bedoelde overleg zijn beschreven in een aparte notitie.
Op 12 maart 2018 is het bestemmingsplan 'Roepaen-Klooster' door de gemeenteraad van Gennep vastgesteld. Het Raadsbesluit en bijbehorende Nota van zienswijzen zijn als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Raadsinformatiebrief 2016
Bijlage 1 Raadsinformatiebrief 2016
Bijlage 2 Inrichtingsschets Roepaen 2017
Bijlage 2 Inrichtingsschets Roepaen 2017
Bijlage 3 Parkeren
Bijlage 4 Ladder Duurzame Verstedelijking
Bijlage 4 Ladder duurzame verstedelijking
Bijlage 5 Bodemonderzoek
Bijlage 6 Quickscan Externe Veiligheid
Bijlage 6 Quickscan externe veiligheid
Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 7 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai