KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bos
Artikel 4 Maatschappelijk
Artikel 5 Groen
Artikel 6 Verkeer
Artikel 7 Woongebied
Artikel 8 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Artikel 10 Algemene Bouwregels
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 14 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
Artikel 16 Slotregel
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Ladderonderbouwing
Bijlage 2 Archeologisch Verkennend Bureau-booronderzoek
Bijlage 3 Milieuhygienisch Vooronderzoek Bodem
Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 6 Natuurcompensatie De Heikant
Bijlage 7 Quickscan Bedrijven En Milieuzonering
Bijlage 8 Akoestich Onderzoek Industrielawaai
Bijlage 9 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 10 Stikstofonderzoek
Bijlage 11 Parkeeronderbouwing
Bijlage 12 Watertoets
Bijlage 13 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 14 Conventionele Explosieven
Bijlage 15 Omgevingsdialoog
Bijlage 16 Aanmeldingsnotitie M.e.r.
Bijlage 17 Soortgericht Onderzoek
Bijlage 18 Verkeersnotitie
Bijlage 19 Nota Van Zienswijzen

De Heikant, Gennep

Bestemmingsplan - gemeente Gennep

Vastgesteld op 30-09-2024 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan

Het bestemmingsplan De Heikant, Gennep met identificatienummer NL.IMRO.0907.BP22154HEIKANTGNP-VA01 van de gemeente Gennep.

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 Verbeelding

De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie.

1.4 Aanbouw

Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.5 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 Aan huis verbonden beroep

Een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door maximaal twee personen waaronder de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel is toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep.

1.8 Aan huis verbonden bedrijf

Een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door maximaal twee personen waaronder de gebruik(st)er van de woning; hieronder worden tevens internet(web)winkels begrepen.

1.9 Achtererfgebied

Erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.

1.10 Achterste perceelsgrens

De (bouw)perceelsgrens welke op de grootste afstand ligt van de naar de weg gekeerde bouwgrens.

1.11 Bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.12 Bebouwingspercentage

Een aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de planregels anders bepaald.

1.13 Bed & breakfast

Een activiteit ondergeschikt aan een woning die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf voor korte tijd en waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten (daaraan) ondergeschikt is.

1.14 Bedrijf

Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.15 Bedrijfsvloeroppervlak

De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.16 Bestaand

  1. a. bij bebouwing: legale bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan verbrede reikwijdte, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning;
  2. b. bij gebruik: legaal gebruik zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.

1.17 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.18 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.19 Bijgebouw

Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.20 Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.21 Bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.22 Bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.23 Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.24 Detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, in dit plan wordt een horecabedrijf niet aangemerkt als detailhandel.

1.25 Erf

Het gedeelte van een bouwperceel gelegen buiten het, binnen het bouwperceel gelegen, bouwvlak.

1.26 Erotisch getinte vermaaksfunctie

Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische/pornografische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.

1.27 Escortbedrijf

Het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.

1.28 Extensief recreatief medegebruik

Een extensief recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen, waaronder in elk geval niet wordt verstaan: paintball, gemotoriseerde sporten.

1.29 Functie

Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.

1.30 Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.31 Gebruiken

Gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.

1.32 Hoofdgebouw

Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.33 Huishouden

Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.

1.34 Inwoning

Twee of meer huishoudens die één woning bewonen met gemeenschappelijk gebruik van een of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn.

1.35 Landschappelijke waarden en kenmerken

De aan een gebied toegekende waarde(n) in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht.

1.36 Maatschappelijke voorzieningen

Medische en/of sociale voorzieningen, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen. Hieronder wordt ook verstaan dagbesteding met de daarbij behorende voorzieningen.

1.37 Ondergeschikte detailhandel en horeca

Niet-zelfstandige detailhandel en horeca, uitsluitend zijnde detailhandel en horeca die wordt uitgeoefend binnen een andere hoofdfunctie en daar zowel functioneel als naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is.

1.38 Opgraving

Archeologische maatregel waarbij een aangetroffen en gewaardeerde vindplaats ex situ wordt behouden.

1.39 Overkapping

Een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren.

1.40 Peil

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vasteland.

1.41 Prostitutie

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.42 Seksinrichting

Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.43 Uitbouw

Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.44 Voorgevel

De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt.

1.45 Voorste bouwgrens

De naar de weg gekeerde bouwgrens of, indien het een bouwvlak betreft met meer dan één naar de weg gekeerde bouwgrens, de bouwgrens die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt.

1.46 Voorste bouwperceelgrens

De naar de weg gekeerde bouwperceelgrens of, indien het een bouwperceel betreft met meer dan één naar de weg gekeerde grens, de bouwperceelgrens die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt.

1.47 Wonen

De permanente huisvesting van een of meerdere personen in een woning of bijzondere woonvorm, om daar zelfstandig of met meerdere personen gezamenlijk een huishouden te voeren.

1.48 Woning

Een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.

1.49 Zorgwoning

Een woning voor de huisvesting van personen voor wie in het kader van de algemene dagelijkse levensverrichtingen hulp of begeleiding noodzakelijk is van sociale, sociaal-medische en/of medische aard. Bijvoorbeeld huisvesting voor mensen met een verstandelijke beperking c.q. huisvesting binnen de gehandicaptenzorg.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 Afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

De loodrechte afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat perceel voorkomend bouwwerk.

2.2 De bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 De diepte van een gebouw

De diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.

2.4 De dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.5 De goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.6 De inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.7 De oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.8 Ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.9 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bos/bebossing;
  2. b. extensieve dagrecreatie;
  3. c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende overige bouwwerken, wegen en verhardingen, parkeervoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. een gebruik van gronden en bouwwerken als stand- of ligplaats voor kampeermiddelen;
  2. b. het permanent verwijderen van houtopstanden;
  3. c. het gebruik van gronden als paardenbak, rijbaan of anderszins voor het regelmatig berijden van paarden, met uitzondering van de daarvoor aangelegde en aanwezige ruiterpaden.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van maximaal 104 zorgwoningen en dagbestedingenvoorzieningen, mede voorzien van gemeenschappelijke en algemene ruimten (waaronder dienstruimten) met de daarbij behorende ondergeschikte diensten, detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

en tevens voor:

  1. b. kinderboerderij met de daarbij behorende ondergeschikte horeca en detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';

met bijbehorende gebouwen, overige bouwwerken, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
  2. b. parken en plantsoenen;
  3. c. paden;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  6. f. nutsvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verharde en onverharde wegen en straten met maximaal 2x1 rijstroken, wandel- en (brom)fietspaden met een functie voornamelijk gericht op verblijf, en de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  2. b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
  3. c. kunstwerken;
  4. d. nutsvoorzieningen;
  5. e. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Woongebied

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduidingen de volgende woningtypes zijn toegestaan;
    1. 1. 'specifieke vorm van woongebied – 1': vrijstaande en twee-aaneengebouwde woningen;
    2. 2. 'specifieke vorm van woongebied – 2': vrijstaande, twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen;
    3. 3. 'specifieke vorm van woongebied – 3': gestapelde, vrijstaande, twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen;
  2. b. aan huis verbonden beroepen;
  3. c. tevens zorgwoningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  4. d. tevens voor kantoor en maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
  5. e. groenvoorzieningen
  6. f. tuinen, erven en verhardingen;
  7. g. paden, (tijdelijke)wegen en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' tevens een ontsluitingsweg is toegestaan, alsmede ter plaatse van de gronden aan weerszijden daarvan tot op een afstand van 3 meter;
  8. h. speelvoorzieningen;
  9. i. (ondergrondse) nutsvoorzieningen;
  10. j. het opwekken van energie ten behoeve van eigen gebruik;
  11. k. water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.2 Algemene randvoorwaarden

  1. a. het maximum aantal woningen mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  2. b. woningen uitsluitend zijn toegestaan binnen de aanduidingen:
    1. 1. 'specifieke vorm van woongebied – 1';
    2. 2. 'specifieke vorm van woongebied – 2';
    3. 3. 'specifieke vorm van woongebied – 3';
  3. c. het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan 50% met dien verstande dat per bouwperceel minimaal 25 m2 onbebouwd dient te blijven;
  4. d. de ontsluiting dient aangesloten te worden op de bestaande wegenstructuur en ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
  5. e. er is sprake van voldoende parkeergelegenheid als voldaan wordt aan de gemeentelijke nota parkeerbeleid zoals bedoeld in lid 11.2;
  6. f. er dient rekening gehouden te worden met het gemeentelijke beleid ten behoeve van waterhuishouding en het beheer en onderhoud daarvan;
  7. g. bij de inrichting van de openbare ruimte wordt aangesloten op de gemeentelijke eisen conform Handboek Openbare Ruimte;
  8. h. ter behoud van schoon hemelwater en een goede afvoer van het hemelwater dient:
    1. 1. hemelwater geïnfiltreerd te worden in de bodem of bovengronds te worden geborgd;
    2. 2. voor zover infiltratie of bovengrondse berging niet mogelijk is, zoals bedoeld onder 1, hemelwater te worden geloosd op het oppervlaktewater;
    3. 3. voorzover niet voldaan kan worden aan het bepaalde onder 1 en 2, lozing van het hemelwater op de riolering plaats te vinden

7.3 Bouwregels

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.5 Specifieke gebruiksregels

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 8 Waterstaat - Waterkering

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens.

8.2 Bouwregels

Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden;

  1. a. mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de waterkering;
  2. b. mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 3 m bedragen;
  3. c. mogen geen nieuwe bouwwerken ten dienste van de overige daar voorkomende bestemmingen worden gebouwd.

8.3 Afwijken van de bouwregels

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene Bouwregels

10.1 Ondergronds bouwen

Binnen de gronden waar op grond van de regels gebouwen mogen worden gebouwd, mogen gebouwen tevens ondergronds worden gebouwd met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse gebouwen maximaal 4 meter bedraagt.

10.2 Bestaande afstanden en andere maten

10.3 Afwijkingen bebouwingspercentage

In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Wabo en/of Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

10.4 Voorwaardelijke verplichting flora en fauna

Een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten, alsmede voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde en/of andere (sloop- en bouw)werkzaamheden wordt slechts verleend nadat een vervolgonderzoek is uitgevoerd naar beschermde soorten zoals bedoeld in Bijlage 9 van de toelichting, voor zover deze werkzaamheden invloed hebben op beschermde soorten zoals beschreven in Bijlage 9.

Artikel 11 Algemene Gebruiksregels

11.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  2. b. een gebruik van gronden en bouwwerken voor het beproeven van voertuigen, voor het racen of crossen met motorvoertuigen of bromfietsen en voor het beoefenen van de modelvliegsport;
  3. c. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  4. d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

11.2 Parkeren

  1. a. Bij het bouwen zoals toegestaan op grond van de bestemmingen genoemd in hoofdstuk 2, dient voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de 'Nota Parkeernormen Gennep 2015', zoals vastgesteld op 14 september 2015, of de rechtsopvolger daarvan.
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a, mits voldaan wordt aan de voorwaarden voor ontheffing zoals genoemd in de 'Nota Parkeernormen Gennep 2015' of de rechtsopvolger daarvan.

Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels

12.1 Geluidzone - industrie

Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels

13.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:

  1. a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  3. c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
  5. e. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m;
  6. f. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:
    1. 1. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 30 m² bedraagt,
    2. 2. de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
  7. g. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van communicatievoorzieningen, worden vergroot tot niet meer dan 35 m.

13.2 Voorwaarden

Afwijken als bedoeld in artikel 13.1 is slechts mogelijk, mits:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

13.3 Afwegingskader afwijkingsbevoegdheid

Artikel 14 Overige Regels

14.1 Voorwaardelijke verplichting groen

  1. a. Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden voor wonen ter plaatse van de bestemming 'Woongebied' is toegestaan indien er wordt voldaan aan de herplantplicht zoals opgenomen in Bijlage 6 van de toelichting, met dien verstande dat:
    1. 1. er minimaal 1,12 ha dient te worden herplant binnen het plangebied, en;
    2. 2. naar rato de herplantplicht wordt gerealiseerd rekening houdende met de voortgang van de bouw van de woning(en).
  2. b. In afwijking op het bepaalde in sub a kan de herplantplicht op een andere wijze worden voldaan, mits hiervoor een positief advies wordt afgegeven door het bevoegd gezag en de compensatie op een gelijkwaardige manier wordt gecompenseerd.

14.2 Voorwaardelijke verplichting flora en fauna

  1. a. Een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten, alsmede voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde en/of andere (sloop- en bouw)werkzaamheden wordt slechts verleend nadat een vervolgonderzoek is uitgevoerd naar beschermde soorten zoals bedoeld in Bijlage 9 van de toelichting;
  2. b. Indien uit het onderzoek zoals bedoeld in sub a mitigerende en compenserende maatregelen zijn benodigd, mogen de werkzaamheden pas aanvangen als er een ontheffing is verleend op basis van de Wet natuurbescherming.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  3. c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

15.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'De Heikant, Gennep'.

Bijlagen Bij Regels

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Ladderonderbouwing

Bijlage 1 Ladderonderbouwing

Bijlage 2 Archeologisch Verkennend Bureau-booronderzoek

Bijlage 2 Archeologisch verkennend bureau-booronderzoek

Bijlage 3 Milieuhygienisch Vooronderzoek Bodem

Bijlage 3 Milieuhygienisch vooronderzoek bodem

Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek

Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai

Bijlage 5 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

Bijlage 6 Natuurcompensatie De Heikant

Bijlage 6 Natuurcompensatie de Heikant

Bijlage 7 Quickscan Bedrijven En Milieuzonering

Bijlage 7 Quickscan bedrijven en milieuzonering

Bijlage 8 Akoestich Onderzoek Industrielawaai

Bijlage 8 Akoestich onderzoek industrielawaai

Bijlage 9 Quickscan Flora En Fauna

Bijlage 9 Quickscan flora en fauna

Bijlage 10 Stikstofonderzoek

Bijlage 10 Stikstofonderzoek

Bijlage 11 Parkeeronderbouwing

Bijlage 11 Parkeeronderbouwing

Bijlage 12 Watertoets

Bijlage 12 Watertoets

Bijlage 13 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 13 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 14 Conventionele Explosieven

Bijlage 14 Conventionele explosieven

Bijlage 15 Omgevingsdialoog

Bijlage 15 Omgevingsdialoog

Bijlage 16 Aanmeldingsnotitie M.e.r.

Bijlage 16 Aanmeldingsnotitie m.e.r.

Bijlage 17 Soortgericht Onderzoek

Bijlage 17 Soortgericht onderzoek

Bijlage 18 Verkeersnotitie

Bijlage 18 Verkeersnotitie

Bijlage 19 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 19 Nota van Zienswijzen