KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Centrum
Artikel 4 Verkeer
Artikel 5 Centrum - Uit Te Werken
Artikel 6 Leiding - Gas
Artikel 7 Waarde - Maastrichts Erfgoed
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 9 Algemene Bouwregels
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
Artikel 11 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 12 Algemene Ontheffingsregels
Artikel 13 Algemene Procedureregels
Artikel 14 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
Artikel 16 Slotregel
Bijlage 1 Cultuurhistorische Inventarisatie Bestemmingsplan Timmerfabriek, April 2010, Gemeente Maastricht
Bijlage 1 Toelichting
Bijlage 2 Uitwerkingsmer Timmerfabriek
Bijlage 3 Eindverslag Inspraakreacties Masterplan Timmerfabriek
Bijlage 4 Rapport Baac ‘Kop Van De Sphinx’

Timmerfabriek

Bestemmingsplan - Gemeente Maastricht

Onherroepelijk op 21-09-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

plan

het bestemmingsplan "Timmerfabriek" van de gemeente Maastricht.

bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0935.bptimmerfabriek-oh01 met de bijbehorende regels.

aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

additionele voorzieningen

die voorzieningen, die direct of indirect samenhangen met de bestemmingen. Hieronder zijn in ieder geval begrepen: gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen, plastieken, standbeelden, of andere kunstwerken in het openbaar gebied, kiosken, abri's, telefooncellen, nutsgebouwtjes en straatmeubilair of daarmee vergelijkbare voorzieningen.

archeologische zone

gebied met bepaalde archeologische waarde, aangeduid als 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone a' (in en 50 meter buiten bekende archeologische vindplaatsen en historische relicten alsmede het gebied binnen de eerste stadsmuur), 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone b' (tussen de eerste en tweede stadsmuur alsmede historische dorpskernen) of 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone c' (buiten de tweede stadsmuur), waarbinnen respectievelijk verschillende ondergrenzen voor archeologisch onderzoek gelden, als omschreven in de beleidsnota "Springlevend Verleden Maastricht 2008" alsmede in deze regels.

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde.

bebouwingspercentage

een op de verbeelding en/of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen.

begane grond

de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder; of een bouwlaag geen verdieping zijnde.

bekende archeologische vindplaats

alle bij de gemeente bekende en geregistreerde archeologische vindplaatsen, waaronder ook de archeologische monumenten.

beperkt kwetsbaar object

  • verspreid liggende woningen van derden (max. 2 woningen/ha);
  • dienst- en bedrijfswoningen van derden;
  • kantoorgebouwen, hotels, restaurants met bruto verkoopoppervlak (b.v.o.) meer dan 1.500 m²;
  • winkels;
  • sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
  • sport- , kampeer- en recreatieterreinen;
  • bedrijfsgebouwen;
  • overeenkomstige objecten waar mensen gedurende langere tijd verblijven;
  • objecten met hoge infrastructurele waarden die wegens de aard van de gevaarlijke stof bescherming verdienen.

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

bodemverstoring

alle effecten die het gevolg zijn van veranderingen van en/of aan de fysische bodemkarakteristieken lager dan 0,40 meter onder maaiveld, zoals door bouw-, aanleg en/of sloopwerkzaamheden.

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is. Met een maximale hoogte van 3,00 m voor woningen.

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten.

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

coffeeshop

een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders;

cultureel erfgoed

alle materiele getuigenissen uit het verleden die de samenleving van belang vindt om te conserveren, te onderzoeken, te presenteren en over te informeren.

cultuur en ontspanning

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning waaronder:

  • filmhuis;
  • muziekscholen;
  • muziektheaters;
  • tentoonstellingsruimte;
  • ateliers;
  • galeries;
  • museum;
  • studio;
  • theater en daarbij horende facilitaire ruimten zoals werkplaatsen, decorbouw en naaiateliers,

met inbegrip van ondergeschikte horeca en kantoren ten dienste van deze voorzieningen.

De functie seks- en pornobedrijf en straatprostitutie vallen niet onder dit begrip.

cultuurhistorisch attentiegebied

gebied gekenmerkt door een samenhangende (ruimtelijke) cultuurhistorische en/of architectonische waarde.

cultuurhistorisch rapport

onderzoek waarbij de algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectuurhistorische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikshistorie, worden geïnventariseerd en in kaart worden gebracht.

cultuurhistorische waardestelling

een bestaande en/of toegekende samenhangende waardestelling op het gebied van algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectuurhistorische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikshistorie, toegekend aan een zaak en/of object en/of gebied.

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Hieronder worden begrepen galeries, maar met uitzondering van coffee-, smart-, head- en growshops.

dominant bouwwerk

bouwwerk met cultuurhistorische en/of architectonische waarden en waarvan zowel het interieur als het exterieur van het gebouw/bouwwerk bescherming geniet ingevolge de dubbelbestemming 'Waarde - Maastrichts Erfgoed'.

discotheek/dancing

nachtgelegenheid, waar dranken en soms maaltijden worden verstrekt en waar men de mogelijkheid heeft om te dansen. Er dient een dansvloer aanwezig te zijn van minimaal 10 m². Hieronder valt tevens een nachtclub.

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

gevelafwerking

de kleurlagen op de gevel, het metsel- en voegwerk, de textuur en het patin.

growshop

een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan het exploiteren van hetgeen in het maatschappelijk verkeer wordt aangeduid als een growshop.

headshop

een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zijn bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan het exploiteren van hetgeen in het maatschappelijk verkeer wordt aangeduid als een headshop.

historisch relict

objecten en structuren van vóór 1830, zoals kastelen, historische landhuizen, molens, kloosters, hoeves, vestingwerken.

horeca

Horeca het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies en/of het exploiteren van zaalaccomodaties, niet zijnde coffeeshops;

horeca, categorie 1:

een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt.

horeca, categorie 2:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken en/of bereiden van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen:
cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszaken, lunchroom, konditorei, ijssalon/ijswinkel koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant;

horeca, categorie 3:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken en/of bereiden van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen; Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar;

horeca, categorie 4:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking en/of bereiding van dranken en kleine etenswaren:

Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning);

horeca, categorie 5:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, al dan niet in combinatie met een restaurant.
Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers;

horecabedrijf

een bedrijf of instelling, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:

  • het verstrekken van nachtverblijf;
  • het verstrekken en/of bereiden van drank en/of etenswaren voor consumptie (al dan niet ter plaatse);
  • het exploiteren van zaalaccommodatie.

interieur

de binnenkant van een gebouw/bouwwerk, zijnde de zaken die door bestanddeelvorming en/of een hechte verbinding met het gebouw/bouwwerk, een onroerend karakter hebben.

kantoor

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief handelen hebben dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek.

kenmerkend bouwwerk

bouwwerk met cultuurhistorische en/of architectonische waarde en waarvan slechts die onderdelen zoals omschreven in het als bijlage toegevoegde rapport "Cultuurhistorische inventarisatie bestemmingsplan Timmerfabriek, januari 2010, gemeente Maastricht", bescherming genieten ingevolge de dubbelbestemming 'Waarde - Maastrichts erfgoed'.

kwetsbaar object

- woningen;

- ziekenhuizen, verpleeginrichtingen, zorginstellingen;

- kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak (b.v.o.) groter dan 1.500 m²;

- complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk b.v.o. meer dan 1.000 m²;

- winkels met een totaal b.v.o. van 2.000 m² per winkel, voorzover in die complexen of winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;

- kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;

- andere gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot deel van de dag aanwezig zijn.

onderbouw

een gedeelte van een gebouw dat niet als een bouwlaag wordt aangemerkt en maximaal 1,50 meter boven peil is gelegen, tenzij in de regels een andere maat is aangegeven.

ondergeschikte bouwdelen

bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten het gebouw uitsteken, zoals schoorstenen, windvanen en liftschachten.

peil

a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang (of die) onmiddellijk aan een weg grenzen: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang of en minimaal 30 cm boven de kruin van aanliggende weg(en);

b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

prostitutie

het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

rijksmonument en rijksbeschermd gezicht

monumenten en gezichten die onder de bescherming vallen van de Monumentenwet 1988 en waarop dus het daarin vastgelegde vergunningenstelsel van toepassing is.

seks- en/of pornobedrijf

een voor het publiek toegankelijke gebouw of een gedeelte van een gebouw, in welk gebouw of welk gedeelte, handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte, is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verkopen, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Ook een prostitutiebedrijf is hieronder begrepen. Seks- en of pornobedrijf is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. bestemming, zoals bedoeld, dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.

smartshop

een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zijn bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met, dan wel inherent zijn aan het exploiteren van hetgeen in het maatschappelijk verkeer wordt aangeduid als een smartshop.

straatprostitutie

het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimten bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Straatprostitutie is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.

verstoringsoppervlakte, projectgebied

de omvang van de bodemverstoring respectievelijk de omvang van het gebied, welk gebied onderwerp is van een ontheffing of een projectbesluit in de zin van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 Algemeen

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouw en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of daarmee gelijk te stellen constructieonderdeel.

inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. cultuur en ontspanning met de daarbij behorende en ondergeschikte detailhandel ten behoeve van onder andere een museumwinkel en galerie;
  2. b. kantoren, uitsluitend ondergeschikt aan de aanwezige culturele functies met een gezamelijke maximale oppervlakte van 4.350 m²;
  3. c. horeca, in de categorieën 1, 2 en 3, uitsluitend ondergeschikt aan de aanwezige culturele functies met een maximum oppervlakte van 1.500 m²;
  4. d. behoud van het rijksmonument, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument';
  5. e. behoud van het dominant bouwwerk, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dominant bouwwerk';
  6. f. behoud van het kenmerkend bouwwerk, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kenmerkend bouwwerk';
  7. g. additionele voorzieningen;
  8. h. warmtekrachtcentrale, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  1. a. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de sociale veiligheid;
  5. e. de brandveiligheid en rampenbestrijding.

3.4 Ontheffing van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden en bebouwing voor:

  1. a. detailhandel, behoudens detailhandel als genoemd in artikel 3.1 onder a;
  2. b. geluidgevoelige gebouwen en terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder.

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegverkeer;
  2. b. additionele voorzieningen;
  3. c. fietsstallingen en overkappingen;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Ontheffing van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Voor wegen geldt dat deze uit niet meer dan 2 rijstroken mogen bestaan, waarbij de breedte per rijstrook niet meer dan 3,5 m mag bedragen.
  2. b. Fietsenstalling en overkapping zijn uitsluitend toegelaten met inachtneming van het bepaalde in 4.2.1.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen in de bestemming 'Centrum' met dien verstande dat:

  1. a. de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
  2. b. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  3. c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder belangen van derden en die van aangrenzende percelen;
  4. d. de economische uitvoerbaarheid is zekergesteld.

Artikel 5 Centrum - Uit Te Werken

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor cultuur en ontspanning met de daarbij behorende en ondergeschikte detailhandel.

5.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en Wethouders werken de in lid 5.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. De inrichting van het gebied zal worden afgestemd op de functie van het betreffende gebied zoals aangegeven in lid 5.1.
  2. b. Het uitwerkingsplan niet wordt vastgesteld voordat er een definitief inzicht bestaat in de gewenste ruimtelijke en functionele invulling van het gebied.
  3. c. Voor de vaststelling van het uitwerkingsplan dient vast te staan dat er een aanvaardbare milieuhygienische werk-, woon- en leefsituatie zal zijn gewaarborgd. Dit betekent onder andere dat: de milieuhygiënische belemmeringen ten gevolge van binnen en buiten het plangebied aanwezige milieubelastende functies, op grond waarvan milieubelemmeringen zijn bepaald dienen te zijn weggenomen en/of de voorwaarden in acht zijn genomen zoals neergelegd in de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende relevante leefmilieuaspecten.
  4. d. In de nadere uitwerking worden regels gesteld ten aanzien van de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  5. e. Het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 80%.

5.3 Voorlopig bouwverbod en ontheffing

  1. a. Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een in werking getreden uitwerkingsplan en met inachtneming van de in dat plan opgenomen regels.
  2. b. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder a, indien de op te richten bebouwing naar haar bestemming en gebruik, alsmede naar haar afmetingen en haar plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzage gelegd ontwerp.
  3. c. Het bouwplan heeft ten minste twee weken ter inzage gelegen, tijdens welke termijn belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen schriftelijk kenbaar te maken.

Artikel 6 Leiding - Gas

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de aangeduide gasleiding.

6.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van de leiding tot een maximale bouwhoogte van 3 meter.

6.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 6.2 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge de ter plaatse geldende andere bestemmingen.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het permanent opslaan van goederen buiten de gebouwen.

6.5 Aanlegvergunning

Artikel 7 Waarde - Maastrichts Erfgoed

7.1 Bestemmingsomschrijving

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen in het kader van de bouw-, aanleg- en sloopvergunning ten aanzien van de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien ter plaatse gemeentelijke monumenten of behoudens- en beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn.

7.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ten aanzien van het bepaalde in 7.2, voor het bouwen ten behoeve van de onderliggende bestemmingen, onder de voorwaarden dat:

  1. a. de cultuurhistorische waardestelling alsmede de archeologische waarden niet worden aangetast en;
  2. b. de nieuwbouw binnen de cultuurhistorische waardestelling alsmede de archeologische waarden past dan wel een kwalitatieve bijdrage aan de genoemde waarden levert en;
  3. c. er geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in het stedenbouwkundige beeld en;
  4. d. voor zover het bouwen en of de gevolgen ervan, monumenten en of archeologisch waardevolle locaties treft, dient hierover voorafgaand aan de verlening van de ontheffing, advies te worden ingewonnen bij een terzake deskundige van de gemeente Maastricht.

7.5 Aanlegvergunning

Monumenten en cultuurhistorische attentiegebieden

7.6 Sloopvergunning

Monumenten en cultuurhistorische attentiegebieden

7.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:

  1. a. de gebieden ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - dominant bouwwerk', 'specifieke bouwaanduiding - kenmerkend bouwwerk', 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone b', de voormelde aanduiding geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van een cultuurhistorisch rapport is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen cultuurhistorische waardestelling en/of archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel deze waarden niet meer als zodanig bescherming behoeven;
  2. b. op terreinen en hun opstallen alsnog de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - dominant bouwwerk', 'specifieke bouwaanduiding - kenmerkend bouwwerk', 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone a', 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone b', te leggen, indien de noodzaak hiertoe blijkt uit een nader cultuurhistorisch rapport en/of archeologisch onderzoek.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 8 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9 Algemene Bouwregels

9.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Het is verboden de aangegeven bestemmingsgrenzen bij het oprichten van gebouwen overeenkomstig de op de gronden liggende bestemmingen te overschrijden, tenzij in deze regels uitdrukkelijk anders is bepaald.

9.2 Ondergronds bouwen

Ondergrondse gebouwen of souterrains mogen uitsluitend worden opgericht, met dien verstande dat:

  1. a. de hoogte niet meer bedraagt dan 3,5 meter per bouwlaag, tenzij in deze regels anders is aangegeven;
  2. b. het aantal ondergrondse bouwlagen niet meer bedraagt dan 1, tenzij in deze regels anders is aangegeven;
  3. c. de gebouwen maximaal 1,50 meter boven peil worden gebouwd, tenzij in deze regels anders is aangegeven;
  4. d. de gebouwen uitsluitend mogen worden gebruikt overeenkomstig het bij de bestemming toegestane gebruik.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen in het gehele plangebied nadere eisen stellen ten aanzien van:

  1. a. de situering, de afmetingen en de stedenbouwkundige vormgeving van de hoofdgebouwen en bijgebouwen;
  2. b. de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  3. c. de situering van in- en uitritten, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;
  4. d. het gebruik van gebouwen;
  5. e. de brandveiligheid en de rampenbestrijding.

Artikel 10 Algemene Gebruiksregels

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van:

  1. a. een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
  2. b. een coffee-,smart-, head- en growshop.

Artikel 11 Algemene Aanduidingsregels

11.1 Veiligheidszone - leiding

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten toegestaan.

11.2 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van het bepaalde in 11.1 ontheffing verlenen, met dien verstande dat een goed woon- en leefklimaat aanwezig dient te zijn. Als toetsingskader zal hierbij de 'Verantwoordingsplicht Timmerfabriek' opgenomen in bijlage 1 (uitwerkingsMER, bijlage 10) bij de toelichting van dit bestemmingsplan gehanteerd worden.

11.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' gedeeltelijk of geheel van de verbeelding te verwijderen, indien het risico vermindert of verdwijnt, met dien verstande dat daartoe een onderzoek overlegd en de desbetreffende deskundige geraadpleegd dient te worden.

Artikel 12 Algemene Ontheffingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen, voorzover in de regels van dit plan niet reeds voorzien wordt in afwijkende maatvoering(en) en/of overschrijding(en) van grenzen:

  1. a. van de in deze regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. van deze regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  3. c. van deze regels ten behoeve van de overschrijding in geringe mate van de voorgevellijn, met dien verstande dat er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid;
  4. d. van deze regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
    1. 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m³ mag bedragen;
    2. 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
  5. e. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
    1. 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 40 m;
    2. 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 50 m;
    3. 3. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 10 m;
  6. f. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van deze maximaal toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
    1. 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
    2. 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,25 maal de maximaal toegestane bouwhoogte van het betreffende gebouw.

Artikel 13 Algemene Procedureregels

13.1 Ontheffingen

Bij het verlenen van een ontheffing dient bij de voorbereiding van het betreffende besluit de volgende procedure te worden gevolgd:

  1. a. De aanvraag om ontheffing met bijbehorende stukken ligt gedurende drie weken ter inzage.
  2. b. Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren in een of meer in de gemeente verspreid wordende dag- en/of nieuwsbladen bekend en langs electronische weg.
  3. c. De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag in te dienen bij burgemeester en wethouders.
  4. d. Burgemeester en wethouders nemen zo spoedig mogelijk een beslissing. De beslissing is, als tegen de aanvraag zienswijzen zijn ingediend, gemotiveerd.

13.2 Nadere eisen

Bij het stellen van nadere eisen dient bij de voorbereiding van het betreffende besluit de volgende procedure te worden gevolgd:

  1. a. Het ontwerp van het besluit met bijbehorende stukken ligt gedurende drie weken ter inzage.
  2. b. Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren in een of meer in de gemeente verspreid wordende dag- en/of nieuwsbladen bekend en langs electronische weg.
  3. c. In het voorkomende geval wordt tevens de aanvrager van de bouwvergunning, naar aanleiding waarvan de nadere eisen worden gesteld, tevoren schriftelijk in kennis gesteld van de terinzagelegging.
  4. d. De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent het ontwerpbesluit in te dienen bij burgemeester en wethouders.
  5. e. Burgemeester en wethouders nemen zo spoedig mogelijk een beslissing. De beslissing is, als tegen het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingediend, gemotiveerd.

13.3 Wijzigingen

Met betrekking tot de voorbereiding van de wijziging van het plan ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door Burgemeester en wethouders, is Afdeling 3.4 (Uniforme openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 14 Overige Regels

14.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken

a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.

c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

15.2 Overgangsrecht gebruik

a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Timmerfabriek, van de gemeente Maastricht.

Bijlage 1 Cultuurhistorische Inventarisatie Bestemmingsplan Timmerfabriek, April 2010, Gemeente Maastricht

Bijlage 1 Cultuurhistorische inventarisatie bestemmingsplan Timmerfabriek, april 2010, gemeente Maastricht

Bijlage 1 Toelichting

Bijlage 1 Toelichting

Bijlage 2 Uitwerkingsmer Timmerfabriek

Bijlage 2 UitwerkingsMER Timmerfabriek

Bijlage 3 Eindverslag Inspraakreacties Masterplan Timmerfabriek

Bijlage 3 Eindverslag inspraakreacties Masterplan Timmerfabriek

Bijlage 4 Rapport Baac ‘Kop Van De Sphinx’

Bijlage 4 Rapport Baac ‘Kop van de Sphinx’