Nieuwbouwwoning Nachtegaalstraat Geulle
Bestemmingsplan - gemeente Meerssen
Vastgesteld op 25-05-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Nieuwbouwwoning Nachtegaalstraat Geulle met identificatienummer NL.IMRO.0938.BP02002-VG01 van de gemeente Meerssen.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlage.
1.3 aan huis verbonden bedrijf
het verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit ter plaatse, in een gedeelte van een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar functie behoudt en de desbetreffende bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling die passend is bij de woonfunctie. Het gaat enkel om bedrijven die niet vergunning- of meldingplichtig zijn in het kader van milieuwetgeving.
1.4 aan huis verbonden beroep
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig of het beroepsmatig verlenen van diensten, anders dan in het kader van een aan huis verbonden bedrijf, op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend tot maximaal 30% van het vloeroppervlak en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die passend is bij de woonfunctie. Hieronder dienen niet te worden begrepen detailhandel, escortbedrijven of seksinrichtingen.
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voorwaarden worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 ander bouwwerk
bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.8 antenne-installatie
installatie bestaande uit een antenne, een antenne-drager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.9 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.11 bedrijfsactiviteiten
vormen van bedrijf naar aard en omvang gelijk te stellen met of zoals opgenomen in bijlage 1 (niet limitatief) bij deze regels: "Lijst van bedrijfsactiviteiten aan huis verbonden bedrijf".
1.12 begane grond
de eerste bouwlaag boven het peil.
1.13 bestaand
- bij bouwwerken: bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
- bij gebruik: bestaand op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan of het betreffende planonderdeel.
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.16 bijgebouw (aangebouwd of vrijstaand)
een gebouw dat in stedenbouwkundig en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat het functionele gebruik van het gebouw in relatie tot het hoofdgebouw niet relevant is, maar wel ten dienste staat van het hoofdgebouw.
1.17 bijgebouwgrens
de grens van de (bouw)aanduiding 'bijgebouwen'.
1.18 borstwering
het bovenste deel van de gevel dat boven de zoldervloer uitsteekt, waarop de muurplaat rust.
1.19 (bouw)aanduiding 'bijgebouwen'
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.20 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.21 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.22 bouwlaag (voor woningen)
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grondlaag en met uitsluiting van onderbouw/kelder en zolder. Voor overige zich onder de kap bevindende ruimten geldt een maximale hoogte van 3,20 meter.
1.23 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.24 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel.
1.25 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.26 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.27 carport/overkapping
een bouwwerk met ten minste een dak en niet of aan maximaal twee zijden van wanden voorzien, inclusief bestaande wanden.
1.28 consumentverzorgende ambachten (aan huis)
het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid aan huis door de feitelijke bewoner(s) van de woning, gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en tot een maximum van 40% van het vloeroppervlak, zoals een kapper, schoenmaker, schoonheidssalon en nagelstudio.
1.29 cultuurhistorische waarde
de aan het bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, waarbij het gaat om historisch-landschappelijk en/of historisch-bouwkundig waardevolle zaken, zoals die tot uitdrukking kunnen komen in het bodemprofiel en reliëf (met name oude akkers), beplanting, verkaveling, slotenpatroon en bebouwing.
1.30 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop of verhuur of leasing, alsmede het verkopen en/of leveren en/of bewaren van goederen aan personen die, die goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Dienstverlening door een horecabedrijf, een coffeeshop en een sekswinkel worden hieronder niet begrepen.
1.31 dienstverlening
bedrijf of instelling voor het bedrijfsmatig verrichten van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen een kapperszaak, schoonheidsinstituut, fotostudio, uitzendbureau, bank, stomerij, wasserette, apotheek, reisbureau en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen die, voor zover gelegen in een woonwijk, geen baliefunctie kennen en aan de woonfunctie ondergeschikt zijn, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf, een horecabedrijf, een centrum voor fysiotherapie, een fitnesscentrum, een seksinrichting en een coffeeshop.
1.32 doeleinden van openbaar nut
kleinschalige nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes en schakelkastjes, kabels en leidingen, straatvoorzieningen, telefooncellen e.d.
1.33 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
1.34 escortbedrijf
bedrijf gevoerd door een natuurlijk persoon, groep van personen en/of rechtspersoon die prostitutie aanbiedt, die uitgeoefend wordt op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte of woning.
1.35 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.36 grondgebonden woning
een gebouw dat uitsluitend één woning omvat en waarvan op het bijbehorende bouwperceel geen andere woningen voorkomen.
1.37 hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.38 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies.
1.39 huishouden
een alleenstaande, dan wel twee of meerdere personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren.
1.40 mantelzorg
langdurige intensieve niet georganiseerde zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak door één of meer leden uit diens directe dan wel sociale omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie.
1.41 omgevingsvergunning
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
1.42 onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven maaiveld is gelegen.
1.43 ondergeschikte functie
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie, maar indien dat in de bestemmingsomschrijving niet expliciet is aangegeven aan die functie niet ten dienste hoeft te staan dan wel daar functioneel mee verbonden hoeft te zijn.
1.44 ondergronds bouwen
het bouwen en in gebruik nemen van de ruimte onder het peil.
1.45 peil
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- voor een ander bouwwerk: de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein, waarbij plaatselijk, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.
1.46 perceel
een deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst voor het kadaster en openbare register, de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt.
1.47 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichtingen worden in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.48 serre
een voornamelijk uit glas bestaande uitbouw/constructie aan een woonhuis, welke meestal een geheel vormt met het huis en die via deuren in directe verbinding met de tuin staat en waarbij het glas is gevat in ijzer, hout, aluminium of kunststof.
1.49 stedenbouwkundig beeld
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de aansluitende terreinen, de bouwmassa's, de gevelindeling en de dakvormen.
1.50 voorgevel
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de openbare weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
1.51 voorgevelrooilijn
de bouwgrens/lijn die is gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens, die behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde of de van de weg afgekeerde zijde niet mag worden overschreden.
ter verduidelijking:
onder bouwgrens valt zowel de grens van een bouwvlak als de grens van de aanduiding 'bijgebouwen'.
1.52 Wabo
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, welke op 1 oktober 2010 in werking is getreden.
1.53 waterhuishoudkundige voorziening
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten, etc.
1.54 weg
een voor het rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden.
1.55 woning/wooneenheid
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat geschikt en bestemd is voor de zelfstandige huisvesting van een huishouden.
1.56 zolder
ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken, met een borstwering van maximaal 1,00 meter hoog, en die in functioneel opzicht deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is.
2.2 het bebouwingspercentage
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de verbeelding van het plan bouwgrenzen zijn aangegeven, wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
2.3 de bedrijfsvloeroppervlakte
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de bruto vloeroppervlakte van een bouwlaag
op de vloer van de bouwlaag, tussen de binnenzijde van de gevelmuren (en/of gemeenschappelijke scheidingsmuren).
2.6 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.7 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van een goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.8 de hoogte van een bouwlaag
de afstand tussen de scheidende vloerdelen, gemeten vanaf de bovenkant afgewerkte vloer tot bovenkant afgewerkte vloer.
2.9 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
- de situering en afmetingen van bebouwing;
- de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
- voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 Waarde - Archeologie 4
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is gekomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene Bouwregels
6.1 Verbodsbepaling overschrijding bouwgrens
Het is verboden op de in dit bestemmingsplan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de in de verbeelding van het bestemmingsplan aangegeven bouwgrens wordt overschreden, behoudens de overschrijdingen die volgens deze regels zijn toegestaan.
6.2 Ondergronds bouwen
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
7.1 Algemeen gebruiksverbod
Het is verboden gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
7.2 Gebruiksverbod
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor het beroepsmatig verlenen van diensten op het gebied van prostitutie en/of een seksinrichting en/of escortbedrijf.
7.3 Woningsplitsing en toename aantal woningen
Woningsplitsing of anderszins een gebruikswijziging met toename van het aantal woningen tot gevolg is, ongeacht het bepaalde in afzonderlijke bestemmingsregels, niet toegestaan, behoudens met een omgevingsvergunning ter afwijking van de regels, indien de bevoegdheid daartoe in de afzonderlijke bestemmingsregels is opgenomen.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
8.1 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bepalingen van het bestemmingsplan ten aanzien van:
- de bebouwing van de gronden met gebouwen en andere bouwwerken, ten dienste van het openbare nut met een bouwhoogte van ten hoogste 3,50 meter en een inhoud van ten hoogste 50 m³ en met dien verstande dat bij het verlenen van de omgevingsvergunning de bepalingen in acht worden genomen, zoals opgenomen in artikel 8 lid 2;
- het plaatsen van masten ten behoeve van de telecommunicatie en alarmering, met dien verstande dat:
- de totale bouwhoogte van de antenne-installatie inclusief de bebouwing ten hoogste 40 meter bedraagt;
- bij het verlenen van de omgevingsvergunning de bepalingen in acht worden genomen, zoals opgenomen in artikel 8 lid 2;
- de in de bestemmingsregels genoemde en op de verbeelding van het bestemmingsplan aangeduide maten en percentages, met uitzondering van bestemmingsgrenzen, met dien verstande dat:
- de afwijking niet meer bedraagt dan 10%;
- bij het verlenen van de omgevingsvergunning de bepalingen in acht worden genomen, zoals opgenomen in artikel 8 lid 2.
8.2 Algemene voorwaarden bij afwijken
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de regels van het bestemmingsplan, wordt het onderstaande in acht genomen:
- er wordt geen substantiële afbreuk gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse;
- belangen van derden worden niet onevenredig geschaad of kunnen niet onevenredig geschaad worden;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van:
- de milieusituatie;
- het woonmilieu en de leefbaarheid ter plaatse;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- de verkeersveiligheid;
- de parkeerbalans in de directe omgeving, waarbij de parkeernormen overeenkomstig het CROW (bijlage 1 bij deze regels) in acht worden genomen.
Artikel 9 Overige Regels
9.1 Wettelijke regels
Indien en voor zover in deze regels of op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan wordt verwezen naar wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
9.2 Gemeentelijke regels
9.3 Bouwen en parkeernormen
Ten aanzien van bouwen en parkeernormen geldt dat:
- op eigen terrein in voldoende mate in de parkeerbehoefte wordt voorzien;
- de op het tijstip van aanvraag van de omgevingsvergunning geldende parkeernorm moet worden gehanteerd. De gemeente beschouwt de parkeerkencijfers van het CROW (bijlage 1 bij deze regels) in het kader van dit bestemmingsplan als een gemeentelijke regeling.
9.4 Voorrangsregels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,:
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of de daarvoor gelden omgevingsverordening,daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan of die verordening.
10.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met het bestemmingsplan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode van langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen dit overgangsbepalingen van dat plan of die verordening.
Artikel 11 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Nieuwbouwwoning Nachtegaalstraat Geulle van de gemeente Meerssen.