KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Planregels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Esdorpen
Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Ontwikkelingszone Groen
Artikel 7 Agrarisch Met Waarden - Openheid
Artikel 8 Natuur
Artikel 9 Verkeer
Artikel 10 Verkeer - Railverkeer
Artikel 11 Water - Kanaal
Artikel 12 Water - Watergang
Artikel 13 Leiding - Gas
Artikel 14 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 15 Leiding - Leidingenstrook
Artikel 16 Leiding - Riool
Artikel 17 Leiding - Water
Artikel 18 Waarde - Archeologie
Artikel 19 Waarde - Bufferzone Hydrologisch Gevoelige Gebieden
Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorische Elementen
Artikel 21 Waarde - Ecologische Verbindingszone
Artikel 22 Waarde - Gebied Met Kwetsbaar Reliëf
Artikel 23 Waterstaat - Beschermingszone Watergang
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Bijlagen
Bijlage 1 Lijst Van Functieaanduidingen
Bijlage 2 Staat Van Niet-agrarische Bedrijven
Bijlage 3 Staat Van Recreatiebedrijven
Bijlage 4 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 5 Lijst Van Rijksmonumenten, Cultuurhistorisch Waardevolle Panden En Gemeentelijke Monumenten
Bijlage 6 Kaart Landschapselementen
Hoofdstuk 1 Inleiding
Hoofdstuk 2 Onderdelen Die Herzien Worden
2.1 Aanpassingen Naar Aanleiding Van De Uitspraak Van De Raad Van State
2.2 Ambtshalve Aanpassingen
Hoofdstuk 3 Juridisch Plan
Hoofdstuk 4 Vooroverleg En Zienswijzen
Hoofdstuk 5 Nieuwe Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Van De Raad Van State
Bijlage 1 Akoestische Aspecten Fixet Nederweert
Bijlage 2 Nota Van Zienswijzen
Bijlage 3 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Van De Raad Van State D.d. 29 April 2015

Buitengebied Nederweert 2e herziening

Bestemmingsplan - Gemeente Nederweert

Geconsolideerd op 13-05-2015 - geconsolideerd

Hoofdstuk 1 Inleidende Planregels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Buitengebied Nederweert 2e herziening met identificatienummer NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2013-OH01 van de gemeente Nederweert.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 agrarisch bouwblok:

de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden ("as-gg")', 'intensieve veehouderij ("iv")', 'glastuinbouwbedrijf ("gt")', 'intensieve kwekerij ("ik")', 'Specifieke vorm van agrarisch - melkveehouderij ("sa-m"), 'Specifieke vorm van agrarisch met waarden - Esdorpen - grondgebonden ("saw-gg")', 'Specifieke vorm van agrarisch met waarden - Esdorpen - melkveehouderij ("sa-m"), 'Specifieke vorm van agrarisch met waarden - Ontwikkelingszone groen - grondgebonden ("saw-gg")', 'Specifieke vorm van agrarisch met waarden - Ontwikkelingszone groen - melkveehouderij ("saw-m"), 'Specifieke vorm van natuur - grondgebonden ("sn-gg")' of 'Specifieke vorm van natuur - melkveehouderij ("sn-m").

1.4 agrarische bedrijfswoning bewoond door burgers:

een agrarische bedrijfswoning die op grond van dit bestemmingsplan c.q. door het verlenen van een ontheffing/afwijking op grond van dit bestemmingsplan bewoond mag worden door burgers, wordt gelijk gesteld aan een plattelandswoning zoals bedoeld in artikel 1.1.a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.5 bijbehorende regels:

de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01, met dien verstande dat voornoemde regels conform de voorliggende regels worden aangepast.

1.6 voorliggende regels:

de in het bestemmingsplan Buitengebied Nederweert 2e herziening opgenomen regels die een aanpassing inhouden van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01, met dien verstande dat voornoemde regels conform de voorliggende regels worden aangepast.

1.7 Wetgevingszone - wijzigingsgebied:

de nieuwe terminologie volgens de 'Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012' voor de onder de 'Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008' gehanteerde term 'wro-zone - wijzigingsgebied'; voor zover in dit plan de term 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' wordt gehanteerd, wordt hieronder ook begrepen de term 'wro-zone - wijzigingsgebied' en vice versa.

Artikel 2 Wijze Van Meten

De wijze van meten van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

De regels van de bestemming 'Agrarisch' van het 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing, met dien verstande dat:

  • artikel 3.5 onder i wordt geschrapt en vervangen door de volgende tekst:
    "het gebruik van de agrarische bedrijfswoning als burgerwoning. Dit verbod geldt niet voor bedrijfswoningen die reeds op 1 september 2007 voor burgerbewoning gebruikt worden waarbij de hoofdbewoner sindsdien niet gewijzigd is, danwel waarvoor na die datum een persoonsgebonden beschikking is verleend danwel waarvoor na die datum een ontheffing/afwijking is verkregen ten behoeve van het gebruik voor burgerwoning."
  • een nieuwe aanhef aan artikel 3.6 wordt toegevoegd, die als volgt luidt:
    "Burgemeester en wethouders kunnen binnenplanse afwijking toestaan van het bepaalde in:"
  • een nieuw artikel 3.6.1.onder f wordt ingevoegd, dat als volgt luidt:
    "artikel 3.5 onder i en toestaan dat de agrarische bedrijfswoning wordt gebruikt voor bewoning door burgers, onder de voorwaarden dat:
    1. de bewoning is aangevangen na 1 september 2007;
    2. het betreft een bestaande woning die binnen een agrarisch bouwblok ligt;
    3. er dient sprake te zijn van een aanvaardbaar leef- en woonklimaat;
    4. er mag geen (extra) hinder of belemmering worden veroorzaakt voor het bedrijf waarbij de woning hoort alsmede voor omliggende bedrijven."

Artikel 4 Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied

De regels van de bestemming 'Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied' van het 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing, met dien verstande dat:

  • artikel 4.5 onder i wordt geschrapt en vervangen door de volgende tekst:
    "het gebruik van de agrarische bedrijfswoning als burgerwoning. Dit verbod geldt niet voor bedrijfswoningen die reeds op 1 september 2007 voor burgerbewoning gebruikt worden waarbij de hoofdbewoner sindsdien niet gewijzigd is, danwel waarvoor na die datum een persoonsgebonden beschikking is verleend danwel waarvoor na die datum een ontheffing/afwijking is verkregen ten behoeve van het gebruik voor burgerwoning."
  • artikel 4.6.1. onder c wordt geschrapt.

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Esdorpen

De regels van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Esdorpen' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing, met dien verstande dat:

  • artikel 5.5 onder i wordt geschrapt en vervangen door een nieuw sub i, dat als volgt luidt:
    "het gebruik van de agrarische bedrijfswoning als burgerwoning. Dit verbod geldt niet voor bedrijfswoningen die reeds op 1 september 2007 voor burgerbewoning gebruikt worden waarbij de hoofdbewoner sindsdien niet gewijzigd is, danwel waarvoor na die datum een persoonsgebonden beschikking is verleend danwel waarvoor na die datum een ontheffing/afwijking is verkregen ten behoeve van het gebruik voor burgerwoning."
  • artikel 5.6.1.onder f wordt geschrapt en vervangen door de volgende door een nieuwe onder f, dat als volgt luidt:
    "artikel 5.5 onder i en toestaan dat de agrarische bedrijfswoning wordt gebruikt voor bewoning door burgers, onder de voorwaarden dat:
    1. de bewoning is aangevangen na 1 september 2007;
    2. het betreft een bestaande woning die binnen een agrarisch bouwblok ligt;
    3. er dient sprake te zijn van een aanvaardbaar leef- en woonklimaat;
    4. er mag geen (extra) hinder of belemmering worden veroorzaakt voor het bedrijf waarbij de woning hoort alsmede voor omliggende bedrijven."

Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Ontwikkelingszone Groen

De regels van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Ontwikkelingszone groen' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing, met dien verstande dat:

  • aan artikel 6.2.1. een sub i wordt toegevoegd, dat als volgt luidt:
    "i. ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - zoekgebied schaapskooi' mag in totaal maximaal 1 schaapskooi worden opgericht waarvoor de volgende maatvoeringseisen gelden:
    1. de oppervlakte mag maximaal 140 m2 bedragen;
    2. de goothoogte mag maximaal 3,5 m bedragen;
    3. de bouwhoogte mag maximaal 7 m bedragen."
  • aan artikel 6.2.4. een sub 7 wordt toegevoegd, dat als volgt luidt:
    "7. Voorwaardelijke verplichting ter plaatse van de locatie Houtsberg 16
    a. Ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' dient een akoestische afscherming met een hoogte van ten minste 2,8 meter en maximaal 3 meter te worden opgericht en in stand gehouden.
    b. het bepaalde onder a mag ook achterwege blijven indien via andere maatregelen een met het bepaalde onder a vergelijkbaar akoestisch resultaat wordt verkregen en in stand gehouden.
    c. Indien binnen een half jaar na onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan niet wordt voldaan aan het bepaalde onder a respectievelijk b, dan dienen de bedrijfsactiviteiten op het buitenterrein te worden gestaakt, totdat wel voldaan wordt aan het bepaalde onder a respectievelijk b.
  • artikel 6.5 onder i wordt geschrapt en vervangen door een nieuw sub i, dat als volgt luidt:
    "het gebruik van de agrarische bedrijfswoning als burgerwoning. Dit verbod geldt niet voor bedrijfswoningen die reeds op 1 september 2007 voor burgerbewoning gebruikt worden waarbij de hoofdbewoner sindsdien niet gewijzigd is, danwel waarvoor na die datum een persoonsgebonden beschikking is verleend danwel waarvoor na die datum een ontheffing/afwijking is verkregen ten behoeve van het gebruik voor burgerwoning."
  • artikel 6.6.1.onder f wordt geschrapt en vervangen door de volgende door een nieuwe onder f, dat als volgt luidt:
    "artikel 6.5 onder i en toestaan dat de agrarische bedrijfswoning wordt gebruikt voor bewoning door burgers, onder de voorwaarden dat:
    1. de bewoning is aangevangen na 1 september 2007;
    2. het betreft een bestaande woning die binnen een agrarisch bouwblok ligt;
    3. er dient sprake te zijn van een aanvaardbaar leef- en woonklimaat;
    4. er mag geen (extra) hinder of belemmering worden veroorzaakt voor het bedrijf waarbij de woning hoort alsmede voor omliggende bedrijven."

Artikel 7 Agrarisch Met Waarden - Openheid

De regels van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Openheid' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing, met dien verstande dat:

  • artikel 7.5 onder i wordt geschrapt en vervangen door een nieuw sub i, dat als volgt luidt:
    "het gebruik van de agrarische bedrijfswoning als burgerwoning. Dit verbod geldt niet voor bedrijfswoningen die reeds op 1 september 2007 voor burgerbewoning gebruikt worden waarbij de hoofdbewoner sindsdien niet gewijzigd is, danwel waarvoor na die datum een persoonsgebonden beschikking is verleend danwel waarvoor na die datum een ontheffing/afwijking is verkregen ten behoeve van het gebruik voor burgerwoning."
  • artikel 7.6.1.onder f wordt geschrapt en vervangen door de volgende door een nieuwe onder f, dat als volgt luidt:
    "artikel 7.5 onder i en toestaan dat de agrarische bedrijfswoning wordt gebruikt voor bewoning door burgers, onder de voorwaarden dat:
    1. de bewoning is aangevangen na 1 september 2007;
    2. het betreft een bestaande woning die binnen een agrarisch bouwblok ligt;
    3. er dient sprake te zijn van een aanvaardbaar leef- en woonklimaat;
    4. er mag geen (extra) hinder of belemmering worden veroorzaakt voor het bedrijf waarbij de woning hoort alsmede voor omliggende bedrijven."

Artikel 8 Natuur

De regels van de bestemming 'Natuur' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing, met dien verstande dat:

  • artikel 8.5 onder i wordt geschrapt en vervangen door een nieuw sub i, dat als volgt luidt:
    "het gebruik van de agrarische bedrijfswoning als burgerwoning. Dit verbod geldt niet voor bedrijfswoningen die reeds op 1 september 2007 voor burgerbewoning gebruikt worden waarbij de hoofdbewoner sindsdien niet gewijzigd is, danwel waarvoor na die datum een persoonsgebonden beschikking is verleend danwel waarvoor na die datum een ontheffing/afwijking is verkregen ten behoeve van het gebruik voor burgerwoning."
  • artikel 8.6.1.onder c wordt geschrapt en vervangen door de volgende door een nieuwe onder f, dat als volgt luidt:
    "artikel 8.5 onder i en toestaan dat de agrarische bedrijfswoning wordt gebruikt voor bewoning door burgers, onder de voorwaarden dat:
    1. de bewoning is aangevangen na 1 september 2007;
    2. het betreft een bestaande woning die binnen een agrarisch bouwblok ligt;
    3. er dient sprake te zijn van een aanvaardbaar leef- en woonklimaat;
    4. er mag geen (extra) hinder of belemmering worden veroorzaakt voor het bedrijf waarbij de woning hoort alsmede voor omliggende bedrijven."

Artikel 9 Verkeer

De regels van de bestemming 'Verkeer' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 10 Verkeer - Railverkeer

De regels van de bestemming 'Verkeer - Railverkeer' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 11 Water - Kanaal

De regels van de bestemming 'Water - Kanaal' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 12 Water - Watergang

De regels van de bestemming 'Water - Watergang' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 13 Leiding - Gas

De regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 14 Leiding - Hoogspanningsverbinding

De regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 15 Leiding - Leidingenstrook

De regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingenstrook' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 16 Leiding - Riool

De regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 17 Leiding - Water

De regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Water' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 18 Waarde - Archeologie

De regels van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 19 Waarde - Bufferzone Hydrologisch Gevoelige Gebieden

Artikel 19 Waarde - Bufferzone hydrologisch gevoelige gebieden

De regels van de dubbelbestemming 'Waarde - Bufferzone hydrologisch gevoelige gebieden' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorische Elementen

De regels van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorische elementen' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 21 Waarde - Ecologische Verbindingszone

De regels van de dubbelbestemming 'Waarde - Ecologische verbindingszone' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 22 Waarde - Gebied Met Kwetsbaar Reliëf

De regels van de dubbelbestemming 'Waarde - Gebied met kwetsbaar reliëf' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Artikel 23 Waterstaat - Beschermingszone Watergang

De regels van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

De algemene regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

De overgangs- en slotregels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijven van toepassing, met dien verstande dat:

  • artikel 35 als volgt komt te luiden:
    "Artikel 35 Slotregel
    Deze regels worden a
  • angehaald als:
    Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Nederweert 2e herziening."

Bijlagen

Bijlage 1 Lijst Van Functieaanduidingen

De Lijst van functieaanduidingen opgenomen als bijlage 1 bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijft van toepassing, met dien verstande dat:

  • in de lijst wordt geschrapt:

    "Cursus en congrescentrum (sn-cc)"

Bijlage 2 Staat Van Niet-agrarische Bedrijven

De Staat van niet-agrarische bedrijven opgenomen als bijlage 2 bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijft van toepassing.

Bijlage 3 Staat Van Recreatiebedrijven

De Staat van recreatiebedrijven opgenomen als bijlage 3 bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijft van toepassing.

  • in de lijst wordt toegevoegd:
Type Cursus-/congrescentrum en verblijfsrecreatie (Sn-ccv)
Toegestane bouwwerken en voorzieningen bestaand, gebouwen ten behoeve van de cursus-/congresactiviteiten, 1 bedrijfswoning, verblijfsrecreatie in de vorm van 16 logiesruimten voor in totaal 24 personen, terrasgelegenheid, sportveldje
Max. uitbreidingspercentage 10%

Bijlage 4 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

De Staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen als bijlage 4 bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijft van toepassing.

Bijlage 5 Lijst Van Rijksmonumenten, Cultuurhistorisch Waardevolle Panden En Gemeentelijke Monumenten

De Lijst van rijksmonumenten, cultuurhistorisch waardevolle panden en gemeentelijke monumenten opgenomen als bijlage 5 bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijft van toepassing.

Bijlage 6 Kaart Landschapselementen

De Kaart landschapselementen opgenomen als bijlage 6 bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert 1e herziening', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 april 2012, zoals onherroepelijk geworden bij bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (zaaknummer 201206438/1/R1) met planIDN NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01 blijft van toepassing.

Hoofdstuk 1 Inleiding

De gemeenteraad van Nederweert heeft bij besluit van 24 november 2009 het bestemmingsplan "Buitengebied Nederweert" vastgesteld. Tegen dit besluit is door een aantal partijen beroep aangetekend. Op 19 oktober heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan (zaaknummer 201000964/1/R3). In die uitspraak zijn enkele onderdelen vernietigd.

Op 24 april 2012 heeft de gemeenteraad van Nederweert het bestemmingsplan Buitengebied 1e herziening opgesteld waarmee werd beoogd het bestemmingsplan te repareren op de onderdelen die vernietigd waren. Daarnaast zijn er in de 1e herziening een aantal ambtshalve aanpassingen op het bestemmingsplan Buitengebied doorgevoerd.


Op 3 april 2013 (nr. 201206438/1/R1) heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op de 1e herziening. Deze heeft geleid tot het vernietigen van een tweetal onderdelen. Reden om de voorliggende 2e herziening op te stellen. Ook in deze 2e herziening is een aantal ambtshalve aanpassingen doorgevoerd.

Hoofdstuk 2 Onderdelen Die Herzien Worden

2.1 Aanpassingen Naar Aanleiding Van De Uitspraak Van De Raad Van State

Op basis van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder te noemen de Afdeling) zijn de volgende aanpassingen in het plan doorgevoerd:

  • De Afdeling geeft aan dat op het verbod van het gebruik van een agrarische bedrijfswoning als burgerwoning uitsluitend een uitzondering kan worden gemaakt indien deze agrarische bedrijfswoning in planologisch opzicht deel uitmaakt van een agrarisch bedrijf. De planregels in de 1e herziening verbieden alleen expliciet het gebruik als burgerwoning van een binnen hetzelfde bouwvlak van een veehouderij gelegen agrarische bedrijfswoning en niet expliciet het gebruik als burgerwoning van een agrarische bedrijfswoning als zodanig. De gemeenteraad heeft ter zitting aangegeven dat zij een totaal verbod had willen opnemen voor het gebruik van een agrarische bedrijfswoning als burgerwoning om daar vervolgens via een binnenplanse afwijking een uitzondering op te maken voor het gebruik van een agrarische bedrijfswoning als burgerwoning, indien deze agrarische bedrijfswoning in planologisch opzicht deel uitmaakt van een agrarisch bedrijf. De Afdeling heeft vervolgens de bepalingen in artikel 3.5., onder i en 3.6.1. aanhef en onder f vernietigd. Deze bepalingen luidden als volgt:
    artikel 3.5 sub i:
    "het gebruik van de binnen hetzelfde bouwvlak van een veehouderij gelegen agrarische bedrijfswoning als burgerwoning. Dit verbod geldt niet voor bewoningssituaties die reeds op 1 september 2007 bestaand waren danwel voor situaties waarvoor na 1 september 2007 een persoonsgebonden beschikking is verleend."
    artikel 3.6 aanhef:
    "Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:".
    artikel 3.6.1. onder f:
    "artikel 3.5 onder i en toestaan dat de agrarische bedrijfswoning wordt gebruikt voor bewoning door burgers, onder de voorwaarden dat:
    1. de bewoning is aangevangen na 1 september 2007;
    2. de woning geen onevenredige milieubelemmeringen ondervindt op de aspecten geluid, trilling fijnstof of verkeer.
    3. er mag geen (extra) hinder of belemmering worden veroorzaakt voor omliggende bedrijven."

  • Per 1 januari 2013 is de "Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en enkele andere wetten om de planologische status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming alsmede om de positie van agrarische bedrijfswoningen aan te passen (plattelandswoningen)" in werking getreden. In deze Wet is onder meer vastgelegd dat bij verschillende wetten (zoals de Wabo en Wet milieubeheer) het planologische regime, en niet langer het feitelijk gebruik, bepalend wordt voor de bescherming die een gebouw of functie geniet tegen negatieve milieueffecten in het algemeen. Verder is in deze wet een specifieke regeling opgenomen voor de zogenaamde plattelandswoningen. Het gaat daarbij om (voormalige) agrarische bedrijfswoningen die (tevens) door derden mogen worden bewoond. Deze woningen worden niet langer beschermd tegen milieugevolgen van het (oorspronkelijk) bijbehorende bedrijf. In de Memorie van toelichting op de wetswijziging wordt aangegeven dat in een bestemmingsplan "de plattelandswoningen aangeduid kunnen (blijven) worden als agrarische bedrijfswoning of eventueel voormalige agrarische bedrijfswoning". Wel dient in de regels van het bestemmingsplan duidelijk te worden gemaakt dat de woning (tevens) bewoond mag worden door iemand die geen functionele binding met het nabijgelegen agrarisch bedrijf heeft.

    Omdat de plattelandswoning niet beschermd wordt tegen de milieugevolgen van het bijbehorende bedrijf en de bescherming van een plattelandswoning gelijk gesteld wordt aan de bescherming van een reguliere agrarische bedrijfswoning zal de hinder die bewoners ervaren op gebied van geur, geluid, e.d. groter kunnen zijn dan wat normaal bij een bestemmingswijziging van agrarisch naar wonen in het buitengebied wordt toegestaan. Deze hinder zal in de meeste gevallen door het bij de woning horende bedrijf veroorzaakt worden en niet door derden.
    Doordat op het gebied van milieu geen beperkingen meer worden gesteld aan het bijbehorende agrarische bedrijf is een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor deze woning niet meer meetbaar. In het wetsvoorstel is expliciet geregeld dat de plattelandswoning, voor wat betreft de vergunningverlening aan dat bijbehorende agrarische bedrijf, beschouwd wordt, en blijft worden, als onderdeel van die inrichting. Beoogd is een verruiming van de bewoningsmogelijkheden te realiseren zonder dat dit automatisch leidt tot beperkingen voor de bedrijfsvoering van het bijbehorende agrarische bedrijf, dus zonder een wijziging van het milieubeschermingsregime van de woning. Aan deze woning komt dus niet het (hogere) beschermingsniveau van een normale burgerwoning toe. De plattelandswoning wordt op een zelfde manier beschermd tegen (agrarische) bedrijven in de omgeving als zijnde een bedrijfswoning.

  • Bij ruimtelijke besluitvorming is van belang dat onderbouwd dient te worden dat ter plaatse van de woning een aanvaardbaar woon- en leefklimaat geboden kan worden. Zoals gezegd, is dit niet meer meetbaar volgens de milieunormen. Vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is het niet wenselijk om een toename van burgerbewoning toe te staan in het landbouwontwikkelingsgebied. In dit gebied ligt immers de nadruk op de agrarische bedrijvigheid. De voorliggende 2e herziening maakt plattelandswoningen dan ook niet mogelijk in het landbouwontwikkelingsgebied.
    Niet alleen dient rekening te worden gehouden met het karakter van het gebied, maar ook met de redelijkerwijs te voorziene bedrijfsontwikkelingen van het bij de plattelandswoning horende bedrijf. De plattelandswoning geniet immers geen bescherming tegen de nadelige milieueffecten van dat bedrijf. De woning is niet beschermd tegen de effecten van het bedrijf in zijn huidige hoedanigheid en omvang, maar ook niet tegen de effecten van datzelfde bedrijf na uitbreiding of wijziging van de bedrijfsactiviteiten. Het is dus zaak dat de gemeente bij de besluitvorming niet alleen kijkt naar het bestaande bedrijf, maar in de afweging ook de te voorziene ontwikkeling van het bedrijf in kwestie betrekt.
    De regeling in het bestemmingsplan kan worden ondersteund met een ruimtelijk beleid inzake plattelandswoningen, meer in het bijzonder een toetsingskader voor de beoordeling van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. In het toetsingskader kan aandacht worden geschonken aan aspecten zoals fijnstof, geluid, verkeer en volksgezondheid. De gemeenteraad heeft op 18 juni 2013 bij de vaststelling van het plan van aanpak majeur programma 'Buitengebied in balans' besloten een dergelijk toetsingskader op te stellen.

    In de regeling wordt als peildatum voor het persoonsgebonden uitzonderingsregels 1 september 2007 gehanteerd. Voor deze datum is gekozen omdat die datum officieel in de gemeente bekend is gemaakt dat burgerbewoning van agrarische bedrijfswoningen niet is toegestaan en dat tegen nieuwe situaties handhavend zal worden opgetreden. Handhavend optreden tegen bestaande situaties van voor 1 september 2007 is, gezien het grote aantal bekende gevallen en de maatschappelijke effecten, door de raad niet wenselijk geacht. Gelet op de verstreken termijn en de afgegeven beleidsboodschap is het ook niet redelijk en billijk meer indien er alsnog een heroverweging zou plaatsvinden. Dit weegt temeer daar er ook geen specifieke redenen vanuit de plaatselijke situatie aanwezig zijn die daartoe zouden nopen. Voorts stelt de raad dat er bij de beoordeling van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat vanuit is gegaan dat dit voor een agrariër voldoende is. Een burger die er zelf voor kiest om op korte afstand van een agrarisch bedrijf in een agrarische bedrijfswoning te gaan wonen, zal hetzelfde leefklimaat moeten aanvaarden.
    Tevens is een uitzondering opgenomen voor persoonsgebonden beschikingen alsmede ontheffingen/afwijkingen die na de datum van 1 september 2007 zijn verleend. Immers in die gevallen heeft de afweging of er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat reeds plaatsgevonden. Uit een inventarisatie blijkt dat er sinds 1 september 2007 voor de volgende adressen een ontheffing is verleend: Hennesweg 43, Ommelpad 26, De Riet 15 en Eindhovensebaan 7.

    Het hanteren van een specifieke peildatum is aanvaardbaar indien daartoe gegronde redenen bestaan. Deze redenen zijn hierboven aangegeven. Voor het hanteren van een afwijkende peildatum wordt verwezen naar een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 augustus 2012 (nr 201103134/1/R2). In die uitspraak wordt het volgende gesteld: "Voor zover [appellant sub 8] heeft betoogd dat de raad voor een zodanige peildatum had kunnen kiezen dat alle eigenaren van recreatiewoonschepen van het persoonsgebonden overgangsrecht gebruik hadden kunnen maken, overweegt de Afdeling het volgende. Zoals hiervoor is overwogen heeft de raad in redelijkheid 31 oktober 2003 als peildatum kunnen hanteren. Dat door het hanteren van die peildatum niet alle eigenaren van recreatiewoonschepen van het persoonsgebonden overgangsrecht gebruik kunnen maken doet daar niet aan af."

    De nieuwe regeling komt als volgt te luiden:
    artikel 3.5 sub i:
    "het gebruik van de agrarische bedrijfswoning als burgerwoning. Dit verbod geldt niet voor bedrijfswoningen die reeds op 1 september 2007 voor burgerbewoning gebruikt worden waarbij de hoofdbewoner sindsdien niet gewijzigd is, danwel waarvoor na die datum een persoonsgebonden beschikking is verleend danwel waarvoor na die datum een ontheffing/afwijking is verkregen ten behoeve van het gebruik voor burgerwoning."
    artikel 3.6 aanhef:
    "Burgemeester en wethouders kunnen binnenplans afwijking toestaan voor het bepaalde in:".
    artikel 3.6.1. onder f:
    "artikel 3.5 onder i en toestaan dat de agrarische bedrijfswoning wordt gebruikt voor bewoning door burgers, onder de voorwaarden dat:
    1. de bewoning is aangevangen na 1 september 2007;
    2. het betreft een bestaande woning die binnen een agrarisch bouwblok ligt;
    3. er dient sprake te zijn van een aanvaardbaar leef- en woonklimaat;
    4. er mag geen (extra) hinder of belemmering worden veroorzaakt voor het bedrijf waarbij de woning hoort alsmede voor omliggende bedrijven."
  • De regeling voor het perceel Houtsberg 16 te Leveroy waar een betonwarenbedrijf/bouwmaterialenhandel is gevestigd, is vernietigd omdat voor vrijwel het gehele perceel de aanduiding 'laad- en losplaats' is toegekend, terwijl niet inzichtelijk is gemaakt dat het woon- en leefklimaat ter plaatse van het tegenover liggende woonpand inzichtelijk is gemaakt.
    Van belang in dat kader zijn met name de aspecten luchtkwaliteit, verkeersveiligheid en geluidhinder.

    Ten aanzien van luchtkwaliteit kan worden opgemerkt dat de regeling hiervoor is neergelegd in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). Het doel is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. Luchtkwaliteitseisen vormen onder andere geen belemmeringen voor ruimtelijke ontwikkelingen als een project “niet in betekenende mate bijdraagt (NIBM)” aan de luchtverontreiniging. In de algemene maatregel van bestuur „Niet in betekenende mate bijdragen" (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Een project draagt niet in betekenende mate bij indien aannemelijk is gemaakt dat de toename van de concentraties in de buitenlucht van zowel zwevende deeltjes (PM10) als stikstofdioxide niet de 3% grens overschrijdt. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Ook als het bevoegd gezag op een andere wijze aannemelijk kan maken dat het geplande project niet in betekenende mate bijdraagt bijdraagt, kan toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege blijven. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in een verandering van de bedrijfsactiviteiten op de betreffende locatie aan de Houtsberg. Concreet is het de bedoeling dat het bestaande betonwarenbedrijf/bouwmaterialenhandel ruimere mogelijkheden krijgt voor de locatie van het laden en lossen. Het aspect van de bedrijfsvoering van dit bedrijf die een mogelijke nadelige invloed zou kunnen hebben op de luchtkwaliteit, zijn verkeersbewegingen van en naar de bedrijfslocatie. Deze veranderen echter niet door het verruimen van de locatie voor het onderdeel het laden en lossen. Immers het aantal verkeersbewegingen zal daardoor niet toenemen ten opzichte van de reeds toegestane planologische situatie. Verder kan worden opgemerkt dat het om maximaal 21 vrachtwagens per dag gaat. Uit verkeerscijfers van 2008 blijkt dat er 3896 motorvoertuigen per etmaal over deze weg rijden. In deze cijfers zijn 168 zware vrachtwagens begrepen en 333 middelzware vrachtwagens. Het aandeel van Fixet is verwaarloosbaar ten opzichte van de heersende verkeerscapaciteit en de daarmee gepaard gaande emissie. Daarmee is het aannemelijk dat de grenswaarde van 3% voor NO2 en PM10 niet zal worden overschreden.
    Met betrekking tot de aspecten manoeuvreren en stationair draaien van vrachtwagens kan worden opgemerkt dat deze evenmin in betekenende mate zullen bijdragen aan de luchtkwaliteit. Luchtkwaliteit wordt in principe op gebiedsniveau wordt beschouwd en de afstand tussen laden op voor- en achterzijde op dit niveau is daarin niet of nauwelijks onderscheid. Daarbij kan er nogmaals op worden gewezen dat het aantal vrachtwagens door de verandering van het bestemmingsplan niet zal toenemen.
    Geconcludeerd wordt dat daarom dat de wijziging bij het bedrijf niet in betekende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit is niet noodzakelijk.

    Ten aanzien van het aspect verkeersveiligheid kan worden opgemerkt dat Fixet is gelegen aan de Houtsberg. Dit is een weg waar maximaal 80 km/u mag worden gereden. De Houtsberg is een overzichtelijke weg en biedt van beide zijden uit voldoende zicht op de toegang naar het terrein van Fixet. Het bedrijf is weliswaar gelegen in een bocht, doch dit is een overzichtelijke buitenbocht waarbij op grote afstand de situatie zichtbaar is.
    De toegang naar het terrein is voldoende breed om veilig in te steken. Gezien het gebruik van het terrein draagt het feit dat het terrein aan twee zijden inritten heeft, bij aan de verkeersveiligheid. Op deze wijze kan een vrachtwagen rond rijden en hoeven er geen manoeuvres te worden gemaakt om een vrachtwagen te keren. In de toelichting zal dit nader worden onderbouwd.
    Voorts wordt opgemerkt dat het hier om een bestaand bedrijf gaat waarbij slechts een verandering intreedt ten aanzien van de laad- en losmogelijkheden. Aangezien die op eigen terrein plaatsvinden zijn die niet van invloed op de verkeersveiligheid op de openbare weg.
    Alhoewel het niet kan worden verplicht, is het bedrijf verzocht om zoveel mogelijk te bevorderen om de vrachtwagens aan de achterzijde te laten laden en lossen. In overleg met het bedrijf zal worden bezien of hiervoor een betere bewegwijzering kan worden aangebracht.

    Ten aanzien van het aspect geluid is een akoestisch onderzoek uitgevoerd ('Akoestische aspecten Fixet Nederweert"; kenmerk 077201325:C1 - Definitief).
    Onderzocht is de geluidimmissie ten gevolge van Fixet ter plekke van omringende woningen van derden. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen lossen van goederen aan de voorzijde en achterzijde. Concreet zijn de volgende varianten beschouwd:
    I. Lossen zoals dat in de praktijk gewenst is
    II. Lossen aan de achterzijde van het terrein
    III. Losmogelijkheid op het hele terrein

    Uit de berekeningen blijkt dat de geluidbelasting ter plekke van de voormalige bedrijfswoning aan de Houtsberg 14 meer dan de norm van 50 dB(A) bedraagt. Teneinde deze geluidbelasting te reduceren tot maximaal 50 dB(A) is het noodzakelijk om en geluidscherm met een hoogte van 2.8 meter te plaatsen op de erfgrens. Bij de verdere beoordeling is rekening gehouden met dit scherm. Dit scherm heeft ook een positief effect op de geluidbelasting bij de woningen aan de overzijde van de Houtsberg.
    Het blijkt dat variant I bij enige woningen tot een hogere geluidbelasting leidt dan variant II. Bij andere woningen is dat net andersom. Bij alle varianten, ook bij variant III waarbij lossen op zowel aan de voorals achterzijde plaatsvindt, wordt aan de waarde van 50 dB(A) bij woningen voldaan. Deze geluidbelasting treedt alleen in de dagperiode op. Hiermee wordt voldaan aan de geluideisen uit het Activiteitenbesluit.
    Geconcludeerd kan worden dat er in het kader van een omgevingsvergunningen voor het aspect milieu geen belemmeringen zijn voor lossen aan de voor- en achterzijde. Ook in het kader van een goede ruimtelijke ordening is een geluidbelasting van 50 dB(A) zonder meer toelaatbaar voor woningen gelegen langs een drukke doorgaande weg met een geluidbelasting van verkeerslawaai van orde 60 dB(A) in de dagperiode.
    Uit de rekenresultaten blijkt dat bij alle woningen wordt voldaan aan de norm voor het maximale geluidniveau van 70 dB(A) (Activiteitenbesluit). Indien daaraan voldaan wordt dan wordt ook voldaan aan de uitgangspunten voor een goede ruimtelijke ordening. Vrachtwagens van derden op de openbare weg rijden op kortere afstand van de voorzijde van de woningen Houtsberg 14 en 25-35 en leiden tot hogere piekniveaus, niet alleen in de dagperiode.
    De 21 vrachtwagens te behoeve van Fixet zijn verwaarloosbaar ten opzichte van de heersende verkeersintensiteit op de Houtsberg (3.896 motorvoertuigen per etmaal). De verkeersaantrekkende werking is daarmee niet relevant.

    In de planregels is de aanleg van het de akoestische afscherming ter hoogte van Houtsberg 14 als voorwaardelijke verplichting opgenomen. De regeling komt als volgt te luiden:
    "1. Ter plaatse van de aanduiding ‘geluidscherm’ dient een akoestische afscherming met een hoogte van ten minste 2,8 meter en maximaal 3 meter te worden opgericht en in stand gehouden.
    2. Het bepaalde onder 1 mag ook achterwege blijven of worden opgeheven indien via andere maatregelen een met het bepaalde onder 1 vergelijkbaar akoestisch resultaat wordt verkregen en in stand gehouden.
    3. Indien binnen een half jaar na onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan niet wordt voldaan aan het bepaalde onder 1 respectievelijk 2 dan dienen de bedrijfsactiviteiten op het buitenterrein te worden gestaakt, totdat wel voldaan wordt aan het bepaalde onder 1 respectievelijk 2."

2.2 Ambtshalve Aanpassingen

In het plan worden voorts de volgende ambtshalve aanpassingen doorgevoerd:

  • De regeling ten aanzien van de plattelandswoningen, zoals besproken onder paragraaf 2.1 wordt ook opgenomen in de bestemmingen "Agrarisch met waarden - Esdorpen", "Agrarisch met waarden - ontwikkelingszone groen", "Agrarisch met waarden - Openheid" en "Natuur".
  • De regeling ten aanzien van plattelandswoningen zal worden geschrapt in de bestemming "Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied".
  • In de regeling voor plattelandswoningen wordt de term "agrarisch bouwblok" gehanteerd; in artikel 1 (begrippen) wordt hiervoor een omschrijving opgenomen, zodat duidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Het gaat om de aanduidingen van agrarische bedrijven die in een grote variëteit in het plan voorkomen.
  • Er wordt in artikel 1 (begrippen) een omschrijving toegevoegd voor 'agrarische bedrijfswoning bewoond door burgers', zodat er een duidelijke link is met plattelandswoning zoals omschreven in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
  • In artikel 1 (begrippen) wordt tevens het op de verbeelding gehanteerde begrip 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' opgevoerd. Dit begrip komt voort uit de nieuwe 'Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012'. Ten tijde van het bestemmingsplan Buitengebied Nederweert en de 1e herziening was de 'Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008' van toepassing. In die versie werd in de planregels en op de verbeelding nog de benaming 'wro-zone - wijzigingsgebied' gehanteerd. Om duidelijk te maken dat deze beide begrippen hetzelfde inhouden is dit expliciet in de regels vermeld.
  • Het zoekgebied van de schaapskooi zoals opgenomen bij de bestemming "Natuur" moet ook worden opgenomen bij de bestemming "Agrarisch met waarden - Ontwikkelingszone Groen".
  • Verder wordt de aanduiding "Zoekgebied schaapskooi" vergroot in Noordelijke richting. Hierbij wordt aangesloten bij recente ontwikkelingen voor de realisatie van de schaapskooi.
  • Er is een passende bestemming aan het perceel Peerkesbosch toegekend. Tot 1990 behoorde de locatie Peerkesbosch tot de gemeente Weert. Het betreffende perceel viel binnen het Uitbreidingsplan in hoofdzaken waarbinnen geen gebruiksvoorschriften waren opgenomen. Het perceel was in de jaren negentig van de vorige eeuw in gebruik als ontmoetings-/cursuscentrum alsmede groepsaccommodatie. Van de gemeente Weert stamt in dat kader een gebruiksvergunning van september 1982, die uitgaat van een verblijfsgebouw met een aantal slaapkamers in een afzonderlijk gebouw en een aantal slaapkamers op de eerste verdieping van de boerderij. Tevens is een bedrijfswoning ter plaatse aanwezig. In het bestemmingsplan Buitengebied 1998 is op dit perceel de bestemming 'Natuur' met de nadere aanduiding 'cursus- en congrescentrum' gelegd. In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is opnieuw de bestemming 'Natuur' opgenomen met de nadere aanduiding 'specifieke vorm van natuur - cursus- en congrescentrum.' Dit is dus een nadrukkelijke inperking van het op dat moment bestaande en tevens voortgezette gebruik. Het is nooit de bedoeling geweest om de functie in te perken. Er heeft dan ook nooit handhaving plaatsgevonden. Reden om de bestaande activiteiten die ter plekke al geruime tijd worden ontplooid, opnieuw te bestemmen. Het betreft 16 logiesruimten voor in totaal 24 personen.
    Tevens wordt de reeds lang bestaande bedrijfswoning meegenomen, die in een eerder bestemmingplan (gemeente Weert) al wel positief bestemd is geweest.
  • Ter plaatse van de Kievitsdijk, de Swelstraat 13, Heugterweg 4 en Heugterweg 6 blijken bestaande recreatiewoningen niet op de verbeelding van het bestemmingsplan te zijn ingetekend. Deze recreatiewoningen waren wel in het bestemmingsplan van 1998 positief bestemd en hadden bij de herziening van 2009 eveneens moeten worden meegenomen, maar dat is dus niet geschied. Deze lacune wordt in deze 2e herziening opgeheven.
  • Ter plaatse van de De Riet 15 blijkt de bestaande bedrijfswoning niet op de verbeelding aangeduid. Ook voor deze bedrijfswoning geldt dat die in het bestemmingsplan van 1998 wel positief bestemd was. Deze lacune wordt in deze 2e herziening eveneens opgeheven.
  • Een perceel gelegen aan de Eindhovensebaan valt momenteel buiten alle actuele bestemmingsplannen. Er is geen reden om voor dit perceel een zelfstandig bestemmingsplan op te stellen. Besloten is om het daarom in deze 2e herziening mee te nemen.
  • Voor het gebied Molenpad/Vlut in Ospel geldt eveneens dat dit niet binnen een actueel bestemmingsplan is opgenomen. Het betreft een locatie met sportvelden en een tweetal burgerwoningen. Voor dit gebied vigeert nu het bestemmingsplan Buitengebied 1998. Ook deze gronden worden nu in deze 2e herziening meegenomen.

Hoofdstuk 3 Juridisch Plan

In de planregels wordt verwezen naar de vigerende planregels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 november 2009, zoals onherroepelijk geworden bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 19 oktober 2011 (zaaknummer 201000964/1/R3), en voor zover dat herzien is door het op 24 april 2012 door de gemeenteraad van Nederweert vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied 1e herziening, zoals onherroepelijk geworden bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2013 (nr. 201206438/1/R1). Voor zover er afwijkingen plaatsvinden worden deze expliciet benoemd.

Zienswijzen kunnen enkel worden ingediend tegen de in de voorliggende herziening opgenomen veranderingen ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied 1e herziening.

Hoofdstuk 4 Vooroverleg En Zienswijzen

De voorliggende herziening van het bestemmingplan Buitengebied eerste herziening, betreft marginale aanpassingen, die voor een deel voortvloeien uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Gelet hierop, is besloten om het bestemmingsplan tegelijkertijd ter inzage te leggen in het kader van de zienswijzenprocedure en te doen toekomen aan de vooroverlegpartners.

De binnengekomen reacties en de beantwoording daarvan zijn opgenomen in bijlage 2 van deze toelichting. In die bijlagen zijn tevens de door te voeren aanpassingen opgesomd. De toelichting, planregels en verbeelding zijn daarop aangepast.

Hoofdstuk 5 Nieuwe Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Van De Raad Van State

Op 29 april 2015 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan over het onderhavige bestemmingsplan Buitengebied Nederweert 2e herziening. In deze uitspraak zijn twee onderdelen van de planregels vernietigd. Deze onderdelen hebben betrekking op bestaande woningen die in het bestemmingsplan als plattelandswoning zijn aangemerkt. De Afdeling Bestuursrechtspraak heeft de gemeente Nederweert opgedragen om binnen 4 weken na verzending van de uitspraak ervoor zorg te dragen dat de uitspraak is verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de website www.ruimtelijkeplannen.nl. Voor de exacte inhoud van de uitspraak wordt verwezen naar de bijlage 3 bij deze toelichting. In de planregels zijn de betreffende tekstdelen doorgehaald en donkerblauw gemarkeerd.

Bijlage 1 Akoestische Aspecten Fixet Nederweert

Bijlage 1 Akoestische aspecten Fixet Nederweert

Bijlage 2 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 2 Nota van zienswijzen

Bijlage 3 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Van De Raad Van State D.d. 29 April 2015

Bijlage 3 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 29 april 2015