Paraplubeheersverordening Kernen
Beheersverordening - Gemeente Nederweert
Vastgesteld op 16-03-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Algemene Bepalingen
1.1 Van toepassingverklaring
Binnen het besluitgebied van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' blijven de regels en bijbehorende verbeeldingen van de beheersverordeningen, zoals vastgesteld conform onderstaand overzicht, van overeenkomstige toepassing, met in achtneming van het bepaalde in deze beheersverordening en met dien verstande dat:
- a. de regels opgenomen in Artikel 2 tot en met Artikel 4 en Artikel 8 tot en met Artikel 12 voor alle in dit artikel (Artikel 1) genoemde beheersverordeningen gelden;
- b. de regels in Artikel 5 tot en met Artikel 7 slechts van toepassing zijn voor de in dit artikel (Artikel 1) genoemde beheersverordeningen, voor zover dit in dit artikel (navolgende tabellen) is aangegeven.
1.2 Nederweert (uitsluitend Kerneelhoven)
* zie voor wijzigingen navolgend artikel
Beheersverordening | IMRO/IDN | Vastgesteld | * |
Kerneelhoven 2013 | NL.IMRO.0946.BVKerneelhoven2013-VA01 | 28 januari 2014 | 5.1 |
1.3 Ospel (inclusief Houwakker/Vlut en het bedrijventerrein)
* zie voor wijzigingen navolgend artikel
Beheersverordening | IMRO/IDN | Vastgesteld | * |
Ospel 2014 | NL.IMRO.0946.BVOspel2014-VA01 | 3 juni 2014 | 6.1 |
1.4 Diverse kernen (Nederweert (inclusief Pannenweg-Oost), Budschop, Eind en Ospeldijk)
* zie voor wijzigingen navolgend artikel
Beheersverordening | IMRO/IDN | Vastgesteld | * |
Nederweert, Budschop, Eind, Ospeldijk en Pannenweg-oost | NL.IMRO.0946.BV2017-VA01 | 18 april 2017 | 7.1 |
Artikel 2 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
2.1 plan:
de beheersverordening 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 van de gemeente Nederweert.
2.2 beheersverordening:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
2.3 bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een bouwwerk of terrein, die alleen is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het bijbehorende bouwwerk of terrein noodzakelijk is.
2.4 begeleid wonen:
zelfstandig wonen in groepsverband door mensen met een geestelijke en/of lichamelijke beperking, zonder dat sprake is van één huishouden, waarbij zorg en begeleiding op afroep beschikbaar is. Verslavingszorg valt niet onder het begrip 'begeleid wonen'.
2.5 huishouden:
a. één persoon; of
b. meerdere personen die een economisch-consumptieve eenheid vormen met de intentie om zelfstandig, bestendig, voor onbepaalde tijd, in gezinsverband of in een met een gezinsverband vergelijkbaar samenlevingsverband te wonen. Er is sprake van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
2.6 standplaats:
een kavel die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
2.7 wonen:
het gehuisvest zijn van één huishouden in een woning.
2.8 woning:
een zelfstandig (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
2.9 woonwagen:
een voor bewoning bestemd gebouw als bedoeld in artikel 1 lid e van de Woningwet, dat is geplaatst op een standplaats en in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 3 Wijze Van Meten
3.1 het bebouwingspercentage
het percentage van een bouwperceel dat mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 4 Aanvulling En Wijziging Begrippen En Wijze Van Meten
4.1 Begrip 'bedrijfswoning/dienstwoning'
- a. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen géén begrip 'bedrijfswoning/dienstwoning' is opgenomen, wordt het begrip 'bedrijfswoning/dienstwoning' als opgenomen in artikel 2.3 daar aan toegevoegd, en;
- b. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen een begrip 'bedrijfswoning/dienstwoning' is opgenomen, waarvan de begripsomschrijving afwijkt van het bepaalde in artikel 2.3, wordt dit begrip en de bijbehorende begripsomschrijving vervangen door het bepaalde in artikel 2.3.
4.2 Begrip 'begeleid wonen'
- a. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen géén begrip 'begeleid wonen' is opgenomen, wordt het begrip 'begeleid wonen' als opgenomen in artikel 2.4 daar aan toegevoegd, en;
- b. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen een begrip 'begeleid wonen' is opgenomen, waarvan de begripsomschrijving afwijkt van het bepaalde in artikel 2.4, wordt dit begrip en de bijbehorende begripsomschrijving vervangen door het bepaalde in artikel 2.4.
4.3 begrip 'huishouden'
- a. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen géén begrip 'huishouden' is opgenomen, wordt het begrip 'huishouden' als opgenomen in artikel 2.5 daar aan toegevoegd, en;
- b. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen een begrip 'huishouden' is opgenomen, waarvan de begripsomschrijving afwijkt van het bepaalde in artikel 2.5, wordt dit begrip en de bijbehorende begripsomschrijving vervangen door het bepaalde in artikel 2.5.
4.4 begrip 'standplaats'
- a. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen géén begrip 'standplaats' is opgenomen, wordt het begrip 'standplaats' als opgenomen in artikel 2.6 daar aan toegevoegd, en;
- b. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen een begrip 'standplaats' is opgenomen, waarvan de begripsomschrijving afwijkt van het bepaalde in artikel 2.6, wordt dit begrip en de bijbehorende begripsomschrijving vervangen door het bepaalde in artikel 2.6.
4.5 begrip 'wonen'
- a. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen géén begrip 'wonen' is opgenomen, wordt het begrip 'wonen' als opgenomen in artikel 2.7 daar aan toegevoegd, en;
- b. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen een begrip 'wonen' is opgenomen, waarvan de begripsomschrijving afwijkt van het bepaalde in artikel 2.7, wordt dit begrip en de bijbehorende begripsomschrijving vervangen door het bepaalde in artikel 2.7.
4.6 begrip 'woning'
- a. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen géén begrip 'woning' is opgenomen, wordt het begrip 'woning' als opgenomen in artikel 2.8 daar aan toegevoegd, en;
- b. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen een begrip 'woning' is opgenomen, waarvan de begripsomschrijving afwijkt van het bepaalde in artikel 2.8, wordt dit begrip en de bijbehorende begripsomschrijving vervangen door het bepaalde in artikel 2.8.
4.7 begrip 'woonwagen'
- a. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen géén begrip 'woonwagen' is opgenomen, wordt het begrip 'woonwagen' als opgenomen in artikel 2.9 daar aan toegevoegd, en;
- b. voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen een begrip 'woonwagen' is opgenomen, waarvan de begripsomschrijving afwijkt van het bepaalde in artikel 2.9, wordt dit begrip en de bijbehorende begripsomschrijving vervangen door het bepaalde in artikel 2.9.
4.8 wijze van meten 'het bebouwingspercentage'
Voor zover in de regels van de in Artikel 1 genoemde beheersverordeningen bij de wijze van meten 'het bebouwingspercentage' is opgenomen, wordt de omschrijving van de wijze van meten van 'het bebouwingspercentage' vervangen door het bepaalde in artikel 3.1.
Artikel 5 Herziening Regels Nederweert
De regels van de hierna genoemde beheersverordening worden gewijzigd als hierna beschreven.
* zie voor wijzigingen navolgend artikel
Beheersverordening | IMRO/IDN | Vastgesteld | * |
Kerneelhoven 2013 | NL.IMRO.0946.BVKerneelhoven2013-VA01 | 28 januari 2014 | 5.1 |
5.1 Kerneelhoven 2013
Bestemming 'Wonen - 1'
- a. in artikel 7.2.3 wordt sub a gewijzigd van 'Bijgebouwen mogen alleen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde onder g.' in 'Bijgebouwen mogen alleen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde onder g. en h.'.
- b. in artikel 7.2.3 wordt sub b gewijzigd van 'De afstand tot de voorgevel van de woning mag niet minder dan 3,00 m bedragen, met uitzondering van het bepaalde onder g.' in 'De afstand tot de voorgevel van de woning mag niet minder dan 3,00 m bedragen, met uitzondering van het bepaalde onder g. en h.'.
- c. aan artikel 7.2.3 wordt als sublid h toegevoegd: 'carports en overkappingen mogen uitsluitend 0,50 m voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen aan slechts één zijde van de woning een carport of overkapping mag worden gebouwd'.
- d. in artikel 7.2.4 wordt sub d gewijzigd van 'Bouwwerken, geen gebouw zijnde, waardoor een overdekte ruimte ontstaat mogen ten hoogste 1,00 m vóór de woning worden gebouwd' in 'carports en overkappingen mogen uitsluitend 0,50 m voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen aan slechts één zijde van de woning een carport of overkapping mag worden gebouwd'.
- e. aan artikel 7.2.4 wordt als sublid toegevoegd: 'de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 50 m2 per bouwperceel bedragen'.
- f. in artikel 7.5.1 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- g. in artikel 7.5.2 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Wonen - 2'
- a. in artikel 8.2.3 wordt sub a gewijzigd van 'Bijgebouwen moeten ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde onder h.' in 'Bijgebouwen moeten ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde onder h. en i.'.
- b. in artikel 8.2.3 wordt sub b gewijzigd van 'De afstand tot de voorgevel van de woning mag, met uitzondering van bijgebouwen op hoekpercelen en bijgebouwen bij patiowoningen niet minder dan 3,00 m bedragen, met uitzondering van het bepaalde onder h.' in 'De afstand tot de voorgevel van de woning mag, met uitzondering van bijgebouwen op hoekpercelen en bijgebouwen bij patiowoningen niet minder dan 3,00 m bedragen, met uitzondering van het bepaalde onder h. en i'
- c. aan artikel 8.2.3 wordt als sublid i toegevoegd: 'carports en overkappingen mogen uitsluitend 0,50 m voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen aan slechts één zijde van de woning een carport of overkapping mag worden gebouwd'.
- d. in artikel 8.2.4 wordt sub d gewijzigd van 'Bouwwerken, geen gebouw zijnde, waardoor een overdekte ruimte ontstaat mogen ten hoogste 1,00 m vóór de woning worden gebouwd' in 'carports en overkappingen mogen uitsluitend 0,50 m voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen aan slechts één zijde van de woning een carport of overkapping mag worden gebouwd'.
- e. aan artikel 8.2.4 wordt als sublid toegevoegd: 'de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 50 m2 per bouwperceel bedragen'.
- f. in artikel 8.5.1 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- g. in artikel 8.5.2 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Artikel 6 Herziening Regels Ospel
De regels van de hierna genoemde beheersverordening worden gewijzigd als hierna beschreven.
* zie voor wijzigingen navolgend artikel
Beheersverordening | IMRO/IDN | Vastgesteld | * |
Ospel 2014 | NL.IMRO.0946.BVOspel2014-VA01 | 3 juni 2014 | 6.1 |
6.1 Ospel 2014
Bestemming 'Bedrijf'
- a. artikel 4.1.1 sub c komt te vervallen.
- b. in artikel 4.1.1 wordt sub h gewijzigd van 'wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'' in 'wonen in een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning''.
Bestemming 'Bedrijventerrein'
- c. in artikel 5.1.1 wordt sub e gewijzigd van 'wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'' in 'wonen in een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning''.
- d. in artikel 5.5.1 wordt sub c gewijzigd van 'in voldoende mate in parkeergelegenheid wordt voorzien' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- e. in artikel 5.5.2 wordt sub c gewijzigd van 'in voldoende mate in parkeergelegenheid wordt voorzien' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Centrum'
- f. in artikel 6.4.2 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- g. in artikel 6.4.3 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Gemengd'
- h. in artikel 7.1.1 wordt sub c gewijzigd van 'wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'' in 'wonen in een (bedrijfs)woning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning''.
Bestemming 'Sport'
- i. in artikel 10.5.1 wordt sub c gewijzigd van 'in voldoende mate in parkeren wordt voorzien' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Wonen'
- j. in artikel 12.2.3 wordt sub g gewijzigd van 'carports mogen tot 0,50 meter voor de voorgevelrooilijn dan wel 0,50 meer achter de voorgevelrooilijn worden opgericht' in 'carports en overkappingen mogen uitsluitend 0,50 m voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen aan slechts één zijde van de woning een carport of overkapping mag worden gebouwd'.
- k. in artikel 12.2.4 wordt sub c gewijzigd van 'carports mogen tot 0,50 meter voor de voorgevelrooilijn dan wel 0,50 meer achter de voorgevelrooilijn worden opgericht' in 'carports en overkappingen mogen uitsluitend 0,50 m voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen aan slechts één zijde van de woning een carport of overkapping mag worden gebouwd'.
- l. aan artikel 12.2.4 wordt als sublid toegevoegd: 'de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 50 m2 per bouwperceel bedragen'.
- m. in artikel 12.5.1 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- n. in artikel 12.5.2 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Wonen - Woonwagenstandplaats'
- o. in artikel 13.1.1 wordt sub a gewijzigd van 'wonen in woonwagens, uitsluitend in bestaande woonwagens aanwezig op het moment van inwerkingtreding van de beheersverordening' in 'bestaande woonwagens zoals aanwezig op het moment van inwerkingtreding van de beheersverordening'.
Artikel 7 Herziening Regels Diverse Kernen
De regels van de hierna genoemde beheersverordening worden gewijzigd als hierna beschreven.
* zie voor wijzigingen navolgend artikel
Beheersverordening | IMRO/IDN | Vastgesteld | * |
Nederweert, Budschop, Eind, Ospeldijk en Pannenweg-oost | NL.IMRO.0946.BV2017-VA01 | 18 april 2017 | 7.1 |
7.1 Nederweert, Budschop, Eind, Ospeldijk en Pannenweg-oost
Bestemming 'Bedrijf'
- a. artikel 4.1.1 sub c komt te vervallen.
- b. in artikel 4.1.1 wordt sub g gewijzigd van 'wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'' in 'wonen in een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning''.
- c. in artikel 4.6.1 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- d. in artikel 4.6.2 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Bedrijventerrein'
- e. in artikel 5.1.1 wordt sub g gewijzigd van 'wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'' in 'wonen in een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning''.
- f. artikel 5.5.5 komt te vervallen.
- g. in artikel 5.6.1 wordt sub c gewijzigd van 'in voldoende mate in parkeergelegenheid wordt voorzien' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- h. in artikel 5.6.2 wordt sub b gewijzigd van 'in voldoende mate in parkeergelegenheid wordt voorzien' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- i. in artikel 5.6.3 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- j. in artikel 5.6.4 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- k. in artikel 5.6.6 wordt sub a gewijzigd van 'in voldoende mate in parkeergelegenheid wordt voorzien' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Centrum'
- l. in artikel 6.5.1 wordt sub d gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- m. in artikel 6.5.2 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- n. in artikel 6.5.3 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- o. in artikel 6.5.6 wordt sub a gewijzigd van 'wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Maatschappelijk'
- p. in artikel 9.5.2 wordt sub a gewijzigd van 'wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Sport
- q. in artikel 10.6.1 wordt sub a gewijzigd van 'wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Wonen'
- r. in artikel 13.2.3 wordt sub g gewijzigd van 'carports mogen tot 0,50 meter voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 meter achter de voorgevelrooilijn worden opgericht' in 'carports en overkappingen mogen uitsluitend 0,50 m voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen aan slechts één zijde van de woning een carport of overkapping mag worden gebouwd'.
- s. in artikel 13.2.4 wordt sub c gewijzigd van 'carports mogen tot 0,50 meter voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 meter achter de voorgevelrooilijn worden opgericht' in 'carports en overkappingen mogen uitsluitend 0,50 m voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen aan slechts één zijde van de woning een carport of overkapping mag worden gebouwd'.
- t. aan artikel 13.2.4 wordt als sublid toegevoegd: 'de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 50 m2 per bouwperceel bedragen'.
- u. in artikel 13.6.1 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
- v. in artikel 13.6.2 wordt sub b gewijzigd van 'de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed' in 'wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.1 van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0946.BVParapluKernen-VA01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 16 maart 2021'.
Bestemming 'Wonen - Woonwagenstandplaats'
- w. in artikel 14.1.1 wordt sub a gewijzigd van 'wonen in woonwagens, uitsluitend in de bestaande 5 woonwagens aanwezig op het moment van inwerkingtreding van de beheersverordening' in 'de bestaande 5 woonwagens zoals aanwezig op het moment van inwerkingtreding van de beheersverordening'.
Overige regels
- x. artikel 23.2 komt te vervallen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Bouwregels
9.1 Afkoppelen hemelwater
- a. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is verzekerd dat in voldoende mate op eigen terrein in het afkoppelen/infiltreren van hemelwater wordt voorzien, overeenkomstig het “Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021” inclusief bijbehorende bijlagen (vastgesteld d.d. 13 december 2016).
- b. Indien het “Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021” inclusief bijbehorende bijlagen wordt gewijzigd of herzien, moet rekening worden gehouden met deze wijziging dan wel herziening.
Artikel 10 Overige Regels
10.1 Parkeren
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van deze beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van deze beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van deze beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van die beheersverordening.
11.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van deze beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van deze beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van die beheersverordening.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van de beheersverordening 'Paraplubeheersverordening Kernen'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In de gemeente Nederweert vigeren een groot aantal bestemmmingsplannen en beheersverordeningen voor het bebouwd gebied. Het betreffen de kernen Nederweert (inclusief de uitbreidingswijken Kerneelhoven, Hoebenakker, Meerveld en het bedrijventerrein Pannenweg Oost en West), Ospel (inclusief de uitbreidingswijk Houwakker/Vlut, Ospeldijk en het bedrijventerrein), Nederweert Eind en Leveroy. Daarnaast is het bedrijventerrein Aan Veertien onderdeel van het bebouwde gebied. In de praktijk is bij de toetsing van aanvragen voor omgevingsverguningen aan deze vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen gebleken dat in de vigerende plannen en beheersverordeningen voor het bebouwd gebied een zestal onderwerpen niet geregeld zijn zoals deze (oorspronkelijk) bedoeld zijn. Hierdoor heeft de gemeente te weinig grip op deze onderwerpen.
Het heeft betrekking op de volgende onderwerpen:
- Wonen: binnen de vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen wordt binnen de diverse bestemmingen 'wonen' toegestaan. Beoogd is de woonfunctie te beperken tot één huishouden per woning. Aangezien het begrip 'wonen' veelal niet nader is gedefinieerd en de Raad van State meermaals heeft bepaald dat onder 'wonen' ook minder traditionele woonvormen moeten worden begrepen, zoals studenten, arbeidsmigranten, etc., maken dergelijke bestemmingen meer mogelijk dan gewenst. Door alsnog de nodige begrippen op te nemen voor onder meer 'wonen' en 'huishouden', en de benodigde koppelingen tussen de begrippen te leggen, kan dit alsnog worden ondervangen.
- Parkeren: als gevolg van het vervallen van de aanvullende werking van stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening op bestemmingsplannen en beheersverordeningen, is het zaak de nog relevante bepalling uit de bouwverordening over te nemen in de bestemmingsplannen en beheersverordeningen. Dit is in elk geval van belang voor de gemeentelijke parkeernomen. Door op dat punt te voorzien in een algemene bouw- en gebruiksregel in bestemmingsplannen, kunnen alsnog voorwaarden worden gesteld aan de te treffen parkeervoorzieningen bij de vergunningverlening voor een bouwwerk of een wijziging van gebruik.
- Bouwwerken, geen gebouwen zijnde: in de vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen is binnen de diverse woonbestemmingen ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vaak alleen voor zien in een maximum bouwhoogte en niet in regels ten aanzien van de situering dan wel de maximale gezamenlijke oppervlakte. Het is derhalve gewenst om voor die aspecten regels toe te voegen aan de geldende bestemmingsplannen en beheersverordeningen.
- Bedrijven: in een aantal vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen is binnen de bestemming 'Bedrijven' in de woonomgeving aangegeven dat industriële, ambachtelijke en (groot)handelsbedrijven die niet omgevingsvergunningplichtig zijn rechtstreeks zijn toegestaan, zonder daaraan een ten hoogste toegelaten milieucategorie te verbinden. Als gevolg daarvan zijn bedrijven toegelaten die voor wat betreft ruimtelijke uitstraling (milieuaspecten) niet inpasbaar zijn in een woonomgeving. Dit is niet wenselijk.
- Afkoppeling hemelwater: de vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen bieden de nodige bouwmogelijkheden, zonder dat eisen zijn gesteld ten aanzien van het in voldoende mate op eigen terrein afkoppelen/infiltreren van hemelwater. Het is wenselijk voor dit aspect een algemene bouwregel toe te voegen aan de geldende bestemmingsplannen en beheersverordeningen, waarbij wordt aangesloten bij het “Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021” met de bijbehorende bijlagen (vastgesteld d.d. 13 december 2016).
- Bebouwingspercentage: in de vigerende beheersverordeningen bestaat een verschil tussen de begripsbepaling 'bebouwingspercentage' en wat bij de wijze van meten onder 'het bebouwingspercentage' wordt verstaan. In de begripsbepaling heeft het bebouwingspercentage betrekking op alle bebouwing. Bij de wijze van meten heeft het bebouwingspercentage alleen betrekking op gebouwen en niet op andere bouwwerken. Het is wenselijk om deze omissie te herstellen door de wijze van meten aan te passen, zodat deze aansluit bij de begripsbepaling 'bebouwingspercentage'.
De gemeente Nederweert streeft ernaar om uiterlijk dit jaar nog (voordat de Omgevingswet (naar verwachting) per 1 januari 2022 inwerking treedt) alle bestemmingsplannen en beheersverordeningen op deze zes onderwerpen aan te passen. Het is daarvoor niet noodzakelijk om alle bestemmingsplannen en beheersverordeningen opnieuw te laten vaststellen. Het wijzigen van alle bestemmingsplannen en beheersverordeningen in het bebouwd gebied (kernen) van de gemeente Nederweert, kan mogelijk worden gemaakt middels het vaststellen van één overkoepelend bestemmingsplan (paraplubestemmingsplan) voor de vigerende digitaal vastgestelde bestemmingsplannen één overkoepelend bestemmingsplan (paraplubestemmingsplan) voor de vigerende analoog vastgestelde bestemmingsplannen en één overkoepelende beheersverordening (paraplubeheersverordening) voor de geldende beheersverordeningen, specifiek gericht op de hiervoor genoemde onderwerpen.
Door middel van voorliggende paraplubeheersverordening worden de vigerende beheersverordeningen aangepast. Deze paraplubeheersverordening vervangt de bepaling omtrent de genoemde onderwerpen in de vigerende beheersverordeningen en voorziet in één uniforme regeling voor het besluitgebied van de vigerende beheersverordeningen. Voor het overige blijven de desbetreffende (vigerende) beheersverordeningen van kracht.
1.2 Doel
Voorliggende paraplubeheersverordening voorziet in één eenduidige regeling met betrekking tot hiervoor genoemde onderwerpen: wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven, afkoppelen hemelwater en bebouwingspercentage, voor alle vigerende beheersverordeningen binnen het bebouwde gebied (kernen) van de gemeente Nederweert. Hiermee wordt derhalve beoogd om één uniforme regeling op te nemen aangaande de genoemde onderwerpen voor het bebouwde gebied (kernen) van de gemeente Nederweert.
1.3 Begrenzing Besluitgebied
De gemeente Nederweert stelt twee paraplubestemmingsplannen (voor de digitale bestemmingsplannen en de analoge bestemmingsplannen) en één paraplubeheersverordening (voor de beheersverordeningen) op, welke betrekking hebben op het bebouwd gebied (kernen) van de gemeente Nederweert, met uitzondering van bestemmingsplannen die in dezelfde periode in procedure zijn als onderhavige bestemmingsplan of op korte termijn alsnog worden herzien. Met betrekking tot de genoemde onderwerpen: wonen, parkeren, bouwwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven, afkoppelen hemelwater en bebouwingspercentage worden parapluplannen c.q. een paraplubeheersverordening opgesteld ten behoeve van de bestaande digitale bestemmingsplannen welke digitaal worden herzien, bestaande analoge bestemmingsplan welke op papier worden herzien en bestaande beheersverordeningen welke door middel van een beheersverordening worden herzien.
Onderhavige paraplubeheersverordening richt zich op de vigerende beheersverordeningen binnen het bebouwd gebied (kernen) van de gemeente Nederweert.
1.4 Vigerende Beheersverordeningen
Binnen het besluitgebied van deze paraplubeheersverordening gelden de navolgende beheersverordeningen die met deze paraplubeheersverordening partieel worden herzien:
Beheersverordening | IMRO/IDN | Vastgesteld | |
Kerneelhoven 2013 | NL.IMRO.0946.BVKerneelhoven2013-VA01 | 28 januari 2014 | |
Ospel 2014 | NL.IMRO.0946.BVOspel2014-VA01 | 3 juni 2014 | |
Nederweert, Budschop, Eind, Ospeldijk en Pannenweg-oost | NL.IMRO.0946.BV2017-VA01 | 18 april 2017 |
De hiervoor genoemde beheersverordeningen blijven naast deze paraplubeheersverordening van kracht. De regels behorende bij deze paraplubeheersverordening kunnen worden aangemerkt als een partiële herziening van de regels van de hiervoor genoemde vigerende beheersverordeningen.
1.5 Leeswijzer
Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de relevante beleidskaders van het Rijk, de provincie en de gemeente. In hoofdstuk 3 komen de sectorale aspecten (milieu, wate, archeologie en cultuurhistorie alsmede flora en fauna) aan bod. Hoofdstuk 4 bevat de toelichting op de juridische planopzet en de planregels. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op respectievelijk de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het planvoornemen. Tot slot komt in hoofdstuk 6 de procedure aan bod.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Inleiding
Bij ieder plan vindt inkadering binnen het beleid van de overheid plaats. Door een toetsing aan rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid ontstaat een duidelijk beeld van de marges waarbinnen de beheersverordening wordt opgezet. De beleidsinkadering dient een compleet beeld te geven van de ruimtelijke overwegingen en het relevant planologisch beleid.
Gemeenten zijn geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgestelde beleid de kaders aan waarbinnen gemeente kunnen opereren. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste beleidsdocumenten, op Rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau, toegelicht die gerelateerd zijn aan de in paragraaf 1.1 genoemde onderwerpen
2.2 Rijksbeleid
2.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
De Nederlandse overheid heeft in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte ambities vastgelegd waarin uiteengezet wordt hoe Nederland er in 2040 voor moet staan. Deze ambities heeft het Rijk verwoord in rijksdoelen en vervolgens aangegeven welke nationale belangen daarbij in het geding zijn. De structuurvisie heeft met name betrekking op elementen die van nationaal belang zijn. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte worden 13 nationale belangen benoemd die in de hedendaagse maatschappij extra aandacht dienen te krijgen.
De onderwerpen: wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven, afkoppeling hemelwater en bebouwingspercentage die met onderhavige paraplubeheersverordening herzien worden, zijn dermate kleinschalig en van ondergeschikte aard dat hiermee geen van de nationale belangen in het geding zijn. De herziening van deze onderwerpen heeft slechts betrekking op de regels.
Derhalve moet worden geconcludeerd dat onderhavige paraplubeheersverordening niet in strijd is met de 13 nationale belangen welke in onderhavige structuurvisie naar voren worden gebracht.
2.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening en Regeling algemene regels ruimtelijke ordening
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro) voorziet in de juridische borging van het nationaal ruimtelijk beleid. Concreet vormt het Barro een nadere concretisering van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. De 13 nationale belangen welke in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte worden uiteengezet, komen in het Barro wederom naar voren. Het Barro borgt deze nationale belangen op juridische wijze. Verdere uitwerking heeft vervolgens plaatsgevonden in de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Rarro).
In het kader van deregulering en decentralisatie is ervoor gekozen om de regels zoveel mogelijk door te laten werken op het niveau van de lokale besluitvorming. Door de nationale belangen in bestemmingsplannen te borgen, worden deze belangen reeds in een vroeg stadium vastgelegd, wat bijdraagt aan een versnelling van de besluitvorming bij ruimtelijke ontwikkelingen en vermindering van de bestuurlijke druk.
Gezien de aard van het planvoornemen en de in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening en Regeling algemene regels ruimtelijke ordening geregelde onderwerpen vormen deze geen belemmering voor onderhavige paraplubeheersverordening gezien de kleinschaligheid en de ondergeschikte aard van de herziening naar aanleiding van de onderwerpen c.q. de aanpassing van de regels.
2.2.3 Besluit ruimtelijke ordening
Met de inwerkingtreding van het Barro heeft ook een wijziging plaatsgevonden van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). In het Besluit ruimtelijke ordening is de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen, welke efficiënt ruimtegebruik nastreeft. De achterliggende gedachte van deze ladder voor duurzame verstedelijking is gericht op het bevorderen van zorgvuldig ruimtegebruik en het voorkomen van overprogrammering. De ladder voor duurzame verstedelijking komt in beeld wanneer nieuwe stedelijke ontwikkelingen planologisch mogelijk worden gemaakt. Daarop aansluitend geldt als uitgangspunt dat gemeenten en provincies verplicht zijn om in de toelichting van een ruimtelijk besluit aandacht te besteden aan de ladder voor duurzame verstedelijking indien een nieuwe stedelijke ontwikkeling wordt gerealiseerd. Onderhavig planvoornemen, het opstellen van een paraplubeheersverordening, vormt geen stedelijke ontwikkeling in de zin van artikel 3.1.6 Bro.
2.2.4 Conclusie
Met onderhavig planvoornemen, het opstellen van een paraplubeheersverordening, wordt in overeenstemming gehandeld met het Rijksbeleid. Indien onderhavige paraplubeheersverordening in werking treedt, worden daarmee de nationale belangen niet geschaad. Derhalve moet worden geconcludeerd dat deze paraplubeheersverordening past binnen het rijksbeleid.
2.3 Provinciaal En Regionaal Beleid
2.3.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg is op 12 december 2014 door de Provinciale Staten vastgesteld. In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg is een visie verankerd waarin centraal wordt gesteld welke elementen aandacht dienen te krijgen om de kwaliteit van de fysieke omgeving te verbeteren. Het POL streeft ernaar om het leef- en vestigingsklimaat van de provincie Limburg te verbeteren en op een doelmatigere wijze vorm te geven om zo burgers en bedrijven aan te trekken zodat zij zich kunnen vestigen in de Limburgse regio. Voorts worden in het POL zes essentiële elementen aan het licht gebracht welke in het POL nader worden uiteengezet, namelijk: het faciliteren van innovatie, het aantrekkelijk houden van de regio voor jongeren en arbeidskrachten, het versnellen van de energietransitie, de fundamenteel veranderde opgaven op het gebied van wonen en voorzieningen, de leefbaarheid van kernen en buurten en het inspelen op de klimaatverandering.
Het POL heeft vier wettelijke functies, namelijk: structuurvisie (Wet ruimtelijke ordening), provinciaal milieubeleidsplan (Wet milieubeheer), regionaal waterplan (Waterwet), Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan (Planwet verkeer en vervoer). Concreet richt het POL zich enkel op die zaken die er op provinciaal niveau echt toe doen en vragen om regionale oplossingen. Dit sluit aan bij de basisfilosofie en tevens bij de aanpak die de rijksoverheid in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte naar voren heeft gebracht. Daar worden immers 13 nationale belangen benoemd welke in de hedendaagse maatschappij extra aandacht dienen te krijgen.
Voorts worden in het POL twee belangrijke principes uiteengezet welke in het hedendaagse omgevingsbeleid zijn verankerd, namelijk:
- 1. Kwaliteit staat centraal. Dat komt tot uiting in het koesteren van de gevarieerdheid van Limburg onder het motto 'meer stad, meer land', het bieden van ruimte voor verweving van functies, in kwaliteitsbewustzijn, en in dynamisch voorraadbeheer dat moet resulteren in een nieuwe vorm van groeien. Algemene principes voor duurzame verstedelijking sluiten hierop aan, zoals de ladder van duurzame verstedelijking en de prioriteit voor herbenutting van cultuurhistorische en beeldbepalende gebouwen.
- 2. Uitnodigen staat centraal. Dat gaat meer over de manier waarop we samen met onze partners dat voortreffelijke leef- en vestigingsklimaat willen realiseren. Met instrumenten op maat en ruimte om te experimenteren. De Provincie wil hierbij selectief zijn: het POL richt zich alleen op die zaken die er op provinciaal niveau echt toe doen en vragen om regionale oplossingen.
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 vormt geen belemmering voor onderhavige paraplubeheersverordening gezien de kleinschaligheid en de ondergeschikte aard van de herziening naar aanleiding van de onderwerpen c.q. de aanpassing van de regels.
2.3.2 Omgevingsverordening Limburg 2014
Provinciale Staten heeft op 12 december 2014 de Omgevingsverordening Limburg 2014 vastgesteld. Daarop aansluitend is deze omgevingsverordening op 11 november 2016 op een aantal punten gewijzigd. Deze omgevingsverordening voorziet in de juridische borging van de eerder met de Limburgse gemeenten gemaakte bestuursafspraken. De onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven, afkoppeling hemelwater en bebouwingspercentage waarop dit paraplubestemminsplan betrekking heeft dermate kleinschalig en van ondergeschikte aard dat deze alleen tot aanpassing van de regels leidt. Het voorziet juist in een verbetering en verduidelijking van de planologisch-juridische regeling. Hiermee wordt geen afbreuk gedaan aan de juridische borging van thema's in de omgevingsverordening.
Met inachtneming van de uitgangspunten welke in de Omgevingsverordening Limburg 2014 worden gesteld, moet worden opgemerkt dat onderhavige paraplubeheersverordening in overeenstemming handelt met deze uitgangspunten.
2.3.3 Conclusie
Met onderhavige paraplubeheersverordening wordt geheel in overeenstemming gehandeld met het Provinciaal Omgevinsplan Limburg 2014 en de Omgevingsverordening Limburg 2014. De onderhavige paraplubeheersverordening voorziet gezien de kleinschaligheid en de ondergeschikte aard slechts in de aanpassing van de regels voor de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven, afkoppeling hemelwater en bebouwingspercentage. Er ontstaat hierdoor een verbetering van het planologisch-juridisch regime, maar hierdoor is geen sprake van een 'andere' beheersverordening.
2.4 Gemeentelijk Beleid
2.4.1 Structuurvisie Nederweert
De gemeente heeft op 9 november 2010 de structuurvisie Nederweert vastgesteld. Om inhoudelijk goed sturing te geven maakt de structuurvisie Nederweert onderscheid in:
- ontwikkelingen die moeten kunnen plaatsvinden omdat ze voorzien in de basisinrichtingen van de gemeente (PLICHT);
- ontwikkelingen die de gemeente graag zou willen om daarmee bepaalde doelen te bereiken waarvoor de gemeente dus eigen initiatieven ontplooit (AMBITIE);
- ontwikkelingen die zich voordoen waarop de gemeente wil kunnen anticiperen (KANS);
- ontwikkelingen die de gemeente wil voorkomen (BEDREIGING);
De bovengenoemde vier pijlers zijn afgezet tegen de verschillende prioritaire beleidsvelden: Wonen, Voorzieningen, Werken, Omgevingskwaliteit en Mobiliteit. Het beleid op hoofdlijnen voor 'voorzieningen voor goed wonen en leven' bestaat uit het bereikbaar houden van basisvoorzieningen voor alle kernen.
Onderhavige paraplubeheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk. De onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerk, geen gebouwen zijnde, bedrijven, afkoppeling hemelwater en bebouwingspercentage in onderhavige paraplubeheersverordening zijn kleinschalig en van ondergeschikte aard. Deze onderwerpen hebben enkel betrekking op de regels. Hierdoor ontstaat er geen andere beheersverordening met nieuwe mogelijkheden.
2.4.2 Welstandsbeleid
De welstandsnota gemeente Nederweert 2012 is vastgesteld door de gemeenteraad op 28 augustus 2012. Het gemeentelijk welstandsbeleid richt zich alleen nog op bestaande, karakteristieke dorpslinten en centrum. Op basis van de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedrijven, afkoppeling hemelwater en bebouwingspercentage wordt er geen afbreuk gedaan aan het welstandsbeleid en de bestaande, karakteristieke dorpslinten en centrum in het bijzonder. De herziening van de regels met betrekking tot deze onderwerpen is kleinschalig en van ondergeschikte aard.
2.4.3 Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021
Het Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021 (GRP 2017-2021) met de bijbehorende bijlagen is vastgesteld door de gemeenteraad op 13 december 2016. Het GRP 2017-2021 geeft aan hoe de gemeente met de drie zorgplichten ten aanzien van stedelijk afvalwater, afvloeiend water en grondwatermaatregelen omgaat.
Als bijlage 6 bij het Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021 is de 'Beoordeling watertoets' opgenomen. Hierin zijn regels opgenomen voor het afkoppelen/infiltreren van hemelwater bij bouwplannen en planontwikkeling (B&W voorstel B&W-13-03396 d.d. 1- december 2013).
Voorliggende paraplubeheersverordening voorziet in een algemene bouwregel omtrent het afkoppelen/infiltreren van hemelwater overeenkomstig het GRP 2017-2021 met bijbehorende bijlagen. In dit kader wordt hier kortheidshalve verwezen naar paragraaf 4.4 van deze toelichting.
2.4.4 Conclusie
Met onderhavige paraplubeheersverordening wordt geheel in overeenstemming gehandeld met het gemeentelijk beleid. De onderhavige paraplubeheersverordening voorziet gezien de kleinschaligheid en de ondergeschikte aard slechts in de aanpassing van de regels voor de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven, afkoppeling hemelwater en bebouwingspercentage. Er ontstaat hierdoor een verbetering van het planologisch-juridisch regime, maar hierdoor is geen sprake van een 'andere' beheersverordening.
Hoofdstuk 3 Sectorale Aspecten
3.1 Inleiding
Milieubeleid wordt steeds meer geïncorporeerd in andere beleidsvelden. Verbreding van milieubeleid naar ander beleidsterrein is dan ook een belangrijk uitgangspunt. Ook in de ruimtelijke planvorming is structureel aandacht voor milieudoelstellingen nodig. De milieudoelstellingen worden daartoe integraal en vanaf een zo vroeg mogelijk stadium in het planvormingsproces meegewogen.
3.2 Milieu
Onderhavige paraplubeheersverordening voorziet slechts in de herziening van onderwerpen die kleinschalig en van ondergeschikte aard zijn, en hebben slechts betrekking op de regels. Door de aanpassingen van de regels met betrekking tot deze onderwerpen is de paraplubeheersverordening niet gericht op het toevoegen van milieugevoelige functies, waardoor het aspect milieu geen belemmeringen vormt voor de uitvoerbaarheid van de paraplubeheersverordening.
3.3 Water
Een aspect dat moet worden belicht in het kader van het opstellen van een paraplubeheersverordening vormt de waterhuishouding. Heden ten dage vormt het aspect water een belangrijk onderdeel van de toelichting welke in het kader van een beheersverordening dient te worden opgesteld. Belangrijke thema's die in dit kader spelen zijn het vasthouden van hemelwater in plaats van het direct afvoeren van hemelwater, het hergebruiken van water, zuinig omgaan met drinkwater en het beperken van de onttrekking van grondwater. Onderhavig planvoornemen, het opstellen van een paraplubeheersverordening met betrekking tot het herzien van regels voor wat betreft de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppeling, voorziet niet in de uitbreiding van bebouwd oppervlak. Derhalve moet worden geconcludeerd dat het aspect waterhuishouding geen belemmering vormt voor onderhavige paraplubeheersverordening. Het wateraspect staat niet in de weg aan de uitvoerbaarheid van onderhavige paraplubeheersverordening.
De aanpassing met betrekking tot het onderwerp afkoppeling hemelwater (zie paragraaf 4.4 van voorliggende toelichting) draagt er juist aan bij om de afkoppeling van hemelwater 'af te dwingen' als de bouwregels van een bestemming het oprichten of uitbreiden van (bestaande) bebouwing op een (bouw)perceel mogelijk maakt.
3.4 Archeologie En Cultuurhistorie
Om een goede ruimtelijke ordening te kunnen garanderen dient ook het aspect archeologie en cultuurhistorie nader te worden beschouwd in het kader van onderhavige paraplubeheersverordening. Indien een 'ontwikkeling' mogelijk wordt gemaakt met deze paraplubeheersverordening, dient ook aandacht te worden gevestigd op de vraag of deze 'ontwikkeling' invloed heeft op de archeologische en cultuurhistorische waarden binnen het plangebied. Met onderhavige paraplubeheersverordening worden geen nieuwe bodemingrepen uitgevoerd die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op eventuele aanwezige archeologische waarden in de bodem. Hierbij dient in acht te worden genomen dat de vigerende plannen - en dus ook de dubbelbestemming archeologie en de daarbij behorende regels ter bescherming van eventueel aanwezige waarden - gewoon van kracht blijven en dat de paraplubeheersverordening enkel een aanvullende werking heeft ten aanzien van de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven, afkoppeling hemelwater en bebouwingspercentage.
Geconcludeerd moet worden dat onderhavige paraplubeheersverordening geen invloed heeft op eventuele archeologische en cultuurhistorische waarden binnen het besluitgebied van deze paraplubeheersverordening.
3.5 Flora En Fauna
Bij ruimtelijke planvorming dient aandacht te worden bestaand aan beschermende flora en fauna (natuurwaarden), welke eventueel in de directe omgeving van onderhavig plangebied zouden kunnen voorkomen. Hierbij moet onder meer worden gefocust op de aanwezigheid van beschermde diersoorten en hun verblijfplaatsen, maar ook op beschermende natuurgebieden, waaronder Natura 2000-gebieden. Onderhavige paraplubeheersverordening ziet enkel op het parieel herzien van de planregels voor de kernen met betrekking tot de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven, afkoppeling hemelwater en bebouwingspercentage. De herziening leidt niet tot fysieke ingrepen of een intensivering van het gebruik. De paraplubeheersverordening is derhalve niet van invloed op beschermende diersoorten en hun verblijjfplaatsen en beschermende natuurgebieden.
Hoofdstuk 4 Juridische Opzet
4.1 Inleiding
De voorliggende paraplubeheersverordening bestaat uit een besluitgebied (plancontour), regels en een toelichting. Het besluitgebied (plancontour) en de regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het plan. Het besluitgebied (plancontour) en regels dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.
4.2 Wettelijk Kader
De wet schrijft geen vormvereisten voor waaraan een beheersverordening moet voldoen. Dat betekent dat elke gemeente vrij is om een passende vorm te bepalen. Gemeenten zijn echter wel verplicht om de beheersverordening digitaal vast te stellen. Ook een analoge verbeelding is verplicht. Voorts moet de beheersverordening voldoen aan de Rsro (Regeling standaarden ruimtelijke ordening) en dus aan IMRO 2012 en de STRI 2012. De SVBP 2012 (Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012) is niet van toepassing op een beheersverordening.
4.3 Verhouding Tot Geldende Beheersverordeningen
Onderhavige paraplubeheersverordening voorziet in een partiële herziening van alle vigerende beheersverordeningen binnen de kernen van de gemeente Nederweert. Het besluitgebied wordt begrensd door de hiervoor bedoelde plancontour. De geldende beheersverordeningen blijven van kracht en er worden geen wijzigingen aangebracht in de diverse verbeeldingen. De regels worden slechts aangepast zover de regels van deze paraplubeheersverordeningen dat bepalen. Voor het overige blijven de geldende beheersverordeningen onverkort van kracht. Deze paraplubeheersverordening dient daarom altijd te worden gelezen in samenhang met de geldende beheersverordening en vice versa.
4.4 De Regels
De regels van de 'Paraplubeheersverordening Kernen' omvatten inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels, en ten slotte de overgangs- en slotregels.
In Hoofdstuk 1 Inleidende regels worden alle beheersverordening binnen de kernen van de gemeente Nederweert c.q. het besluitgebied, zoals genoemd in paragraaf 1.4 van deze toelichting, van toepassing verklaard. Hierbij is ook aangegeven welke regels uit onderhavige paraplubeheersverordening van toepassing zijn op welke beheersverordeningen binnen de kernen c.q. welke delen van het besluitgebied. Daarnaast worden de in de regels voorkomende begrippen omschreven, die voor de leesbaarheid en de uitleg van de paraplubeheersverordening van belang zijn. Bij de toetsing aan de paraplubeheersverordening wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis en de wijze van meten zoals beschreven in dit artikel.
In Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels zijn de wijzigingen opgenomen die in de betreffende vigerende beheersverordeningen worden aangebracht ten aanzien van de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en bebouwingspercentage. De wijzigingen zijn hierbij per vigerende beheersverordening weergegeven. Verder zijn in Hoofdstuk 3 Algemene regels algemene regels opgenomen ten aanzien van het afkoppelen van hemelwater en parkeren. De betreffende onderwerpen zijn op de hierna beschreven wijze geregeld.
- Wonen
Binnen de vigerende beheersverordeningen wordt binnen de diverse bestemmingen 'wonen' toegestaan. Beoogd is de woonfunctie te beperken tot één huishouden per woning. Aangezien het begrip 'wonen' veelal niet nader is gedefinieerd en de Raad van State meermaals heeft bepaald dat onder 'wonen' ook minder traditionele woonvormen moeten worden begrepen, zoals studenten, arbeidsmigranten, etc., maken dergelijke bestemmingen meer mogelijk dan gewenst.
In Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels zijn daarom aan de vigerende beheersverordeningen de begrippen 'wonen', 'huishouden', 'woning', 'bedrijfswoning/dienstwoning', 'begeleid wonen', 'standplaats' en 'woonwagen' toegevoegd en/of zijn de bestaande begripsomschrijvingen uit de vigerende beheersverordeningen vervangen. Hierbij zijn tevens de nodige koppelingen tussen de begrippen gelegd. Daar waar nodig zijn de bestaande bestemmingsomschrijvingen aangepast. Op deze wijze wordt alsnog juridisch-planologisch geborgd dat per woning slechts één huishouden is toegestaan.
- Parkeren
Als gevolg van het vervallen van de aanvullende werking van stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening op beheersverordeningen, is het zaak de nog relevante bepaling uit de bouwverordening over te nemen in de beheersverordeningen. Dit is in elk geval van belang voor de gemeentelijke parkeernomen.
In Hoofdstuk 3 Algemene regels van voorliggende paraplubeheersverordening onder 'Overige regels' is daarom een algemene bouw- en gebruiksregel voor parkeren opgenomen. Op deze wijze kunnen alsnog voorwaarden worden gesteld aan de te treffen parkeervoorzieningen bij de vergunningverlening voor een bouwwerk of een wijziging van gebruik. In dit kader is een verwijzing opgenomen naar de parkeerkencijfers van de meest recente CROW publicatie, zijnde publicatienummer 381 'Toekomst bestendig parkeren. Van parkeerkencijfers naar parkeernormen' (december 2018). Verder voorziet voorliggende beheersverordening in een regeling voor laden en lossen, en zijn bepalingen opgenomen op grond waarvan het bevoegd gezag van deze regelingen inzake parkeren en laden en lossen kan afwijken.
Met de hiervoor beschreven algemene regels wordt beoogd te voorzien in een uniforme regeling voor parkeren en laden en lossen. In (enkele van) de vigerende beheersverordeningen zijn echter ook reeds regels omtrent parkeren opgenomen, zoals specifieke parkeernormen c.q. -eisen, algemene bouwregels, voorwaarden bij binnenplanse afwijkingsbevoegdheden of voorwaarden bij wijzigingsbevoegdheden. Om in een uniforme regeling te voorzien, is daarom in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels per vigerende beheersverordening aangegeven welke bestaande regels inzake parkeren komen te vervallen en/of worden vervangen c.q. gewijzigd.
- Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
In de vigerende beheersverordeningen is binnen de diverse woonbestemmingen ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vaak alleen voorzien in een maximum bouwhoogte en niet in regels ten aanzien van de situering dan wel de maximale oppervlakte gezamenlijke oppervlakte.
Deze paraplubeheersverordening voegt aan de vigerende beheersverordeningen voor deze aspecten alsnog regels toe aan de bestemmingsregels van de woonbestemmingen. Ten aanzien van de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is in voorliggende beheersverordening namelijk bepaald dat deze niet meer dan 50 m2 per bouwperceel mag bedragen. Verder is bepaald dat carports en overkappingen uitsluitend 0,50 m voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 m achter de voorgevelrooilijn mogen worden gebouwd, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen aan slechts één zijde van de woning een carport of overkapping mag worden gebouwd. In Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels is per vigerende beheersverordening aangegeven in welk opzicht het voorgaande tot een wijziging van de regels uit de vigerende beheersverordeningen leidt.
- Bedrijven
In een aantal vigerende beheersverordeningen is binnen de bestemming 'Bedrijven' in de woonomgeving aangegeven dat industriële, ambachtelijke en (groot)handelsbedrijven die niet omgevingsvergunningplichtig zijn rechtstreeks zijn toegestaan, zonder daaraan een ten hoogste toegelaten milieucategorie te verbinden. Als gevolg daarvan zijn bedrijven toegelaten die voor wat betreft ruimtelijke uitstraling (milieuaspecten) niet inpasbaar zijn in een woonomgeving. Dit is niet wenselijk.
In voorliggend paraplubeheersverordening is daarom in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels per vigerende beheersverordening aangegeven welke regels komen te vervallen.
- Afkoppeling hemelwater
Het “Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021” met de bijbehorende bijlagen (vastgesteld d.d. 13 december 2016) bevat beleid omtrent het afkoppelen/infiltreren van hemelwater bij het oprichten van bebouwing. De vigerende beheersverordeningen bieden echter de nodige bouwmogelijkheden, zonder dat eisen zijn gesteld ten aanzien van het in voldoende mate op eigen terrein afkoppelen/infiltreren van hemelwater. Het is wenselijk voor dit aspect een algemene bouwregel toe te voegen aan de geldende beheersverordeningen.
In Hoofdstuk 3 Algemene regels van deze paraplubeheersverordening is daarom een algemene bouwregel opgenomen inzake het afkoppelen/infiltreren van hemelwater, inhoudende dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk verzekerd moet zijn dat in voldoende mate op eigen terrein in het afkoppelen/infiltreren van hemelwater wordt voorzien, overeenkomstig het “Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021” met de bijbehorende bijlagen (vastgesteld d.d. 13 december 2016). De verwijzing in de planregels naar dit gemeentelijke beleid is een dynamische verwijzing. Indien dit beleid wordt gewijzigd gewijzigd of herzien, moet dus rekening worden gehouden met deze wijziging dan wel herziening.
- Bebouwingspercentage
In de vigerende beheersverordeningen bestaat een verschil tussen de begripsbepaling 'bebouwingspercentage' en wat bij de wijze van meten onder 'het bebouwingspercentage' wordt verstaan. In de begripsbepaling heeft het bebouwingspercentage betrekking op alle bebouwing. Bij de wijze van meten heeft het bebouwingspercentage alleen betrekking op gebouwen en niet op andere bouwwerken. Het is wenselijk om deze omissie te herstellen door de wijze van meten aan te passen, zodat deze aansluit bij de begripsbepaling 'bebouwingspercentage'.
In Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels is daarom in de vigerende beheersverordeningen de wijze van meten van 'het bebouwingspercentage' aangepast, zodat deze aansluit bij de begripsbepaling 'bebouwingspercentage' uit de vigerende beheersverordeningen.
In Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels zijn de overgangs- en slotregels opgenomen.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Inleiding
Om te bepalen of onderhavige paraplubeheersverordening in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, dient ook te worden getoetst aan de uitvoerbaarheid. Hierbij dient onder meer aandacht te worden besteed aan de economische uitvoerbaarheid en de maatschappelijke uitvoerbaarheid.
5.2 Economische Uitvoerbaarheid
Aangezien onderhavige paraplubeheersverordening geen betrekking heeft op een specifiek bouwproject zoals genoemd in artikel 6.2.1 Bro is het opstellen van een exploitatieplan niet noodzakelijk. Aan de onderhavige paraplubeheersverordening zijn, behoudens de kosten voor het opstellen van de beheersverordening zelf en het begeleiden van de procedure door de gemeente, geen kosten verbonden. De beheersverordening is economisch uitvoerbaar.
5.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
De ontwerp paraplubeheersverordening wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze in te dienen jegens onderhavig planvoornemen.
Hoofdstuk 6 Procedure
6.1 De Te Volgen Procedure
De paraplubeheersverordening doorloopt de volgende procedure:
Ontwerp
De Wro schrijft geen procedure voor om belanghebbenden bij een beheersverordening te betrekken (in de vorm van een inspraak- of zienswijzenprocedure). Vanuit een oogpunt van zorgvuldige voorbereiding zal belanghebbenden toch gelegenheid worden geboden om een inspraakreactie in te dienen. De beheersverordening 'Paraplubeheersverordening Kernen' wordt in dat kader daarom toch voor vaststelling ter inzage gelegd in de vorm van een ontwerp.
Vaststelling
- Vaststelling door de Raad
- Publicatie vastgestelde beheersverordening
Inwerkingtreding
6.2 Vaststelling
De ontwerp 'Paraplubeheersverordening Kernen' heeft vanaf 27 maart tot en met 7 mei 2020 voor inspraak ter inzage gelegen. In deze periode zijn geen inspraakreacties ingediend.
Verder is de ontwerp 'Paraplubeheersverordening Kernen' overeenkomstig artikel 3.1.1 Bro voor wettelijk vooroverleg toegestuurd aan de vooroverlegpartners. De provincie Limburg heeft een vooroverlegreactie ingediend en daarin aangegeven geen opmerkingen te hebben op het paraplubestemmingsplan. Daarnaast is een vooroverlegreactie van de Gasunie ingekomen. Na overleg met de Gasunie is echter besloten deze reactie niet als vooroverlegreactie in het kader van voorliggende herziening mee te nemen, maar om deze te betrekken bij een toekomstige integrale planherziening waarin ook de leidingen worden geregeld.
Naar aanleiding van de verstreken periode tussen de terinzagelegging van de ontwerp paraplubeheersverordening, alsmede voortschrijdende inzichten, heeft de gemeente Nederweert ten opzichte van de ontwerpversie enkele ambtshalve aanpassingen doorgevoerd ten behoeve van de vastgestelde 'Paraplubeheersverordening Kernen':
- een wijziging van de begripsomschrijving 'huishouden';
- het toevoegen van het onderwerp 'bebouwingspercentage', en daarmee het wijzigen van de wijze van meten van 'het bebouwingspercentage' in de vigerende beheersverordeningen;
- het verwijderen van de locatie 'Appartementen Harrie Carisstraat Nederweert' (bestemmingsplan, vastgesteld d.d. 15 september 2020) uit het besluitgebied van de 'Parapubeheersverordening Kernen' (deze locatie c.q. dit bestemmingsplan is toegevoegd aan het plangebied van het 'Paraplubestemmingsplan Kernen' (digitaal)).
Onderhavige paraplubeheersverordening is gewijzigd vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Nederweert van 16 maart 2021.