KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Constructiebedrijf
Artikel 4 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen
Artikel 5 Bedrijventerrein
Artikel 6 Detailhandel
Artikel 7 Gemengd
Artikel 8 Groen
Artikel 9 Kantoor
Artikel 10 Maatschappelijk
Artikel 11 Verkeer
Artikel 12 Woongebied
Artikel 13 Waarde - Archeologie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 14 Anti-dubbeltelregel
Artikel 15 Algemene Bouwregels
Artikel 16 Algemene Gebruiksregels
Artikel 17 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 18 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 19 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 20 Algemene Procedureregels
Artikel 21 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 22 Overgangsrecht
Artikel 23 Slotregel

Vrijveld Lommerveld

Bestemmingsplan - Gemeente Roermond

Vastgesteld op 15-12-2011 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Vrijveld Lommerveld ' van de gemeente Roermond .

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0957.BP00000130-VG01 .gml met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aan huis verbonden beroep

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, (para-)medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel.

1.4 aan- en/of uitbouw

een aan een hoofdgebouw vast gebouwd bouwwerk, dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar dat in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw; voor de toepassing van deze regels wordt een aan- of uitbouw gelijkgesteld met een aan het hoofdgebouw aangebouwd bijgebouw.

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 afhankelijke woonruimte

een (deel van een) gebouw waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg is gehuisvest en dat qua ligging een ruimtelijke eenheid met de woning vormt.

1.8 archeologische waarde

waarde die bestaat uit de aanwezigheid van een bodem-archief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang is en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigt.

1.9 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.10 bebouwingspercentage

een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.11 bedrijfsactiviteit

het beroepsmatig uitoefenen van bedrijvigheid met gebruikmaking van machines dan wel door middel van handwerk en geen kantoor zijnde.

1.12 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.

1.13 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.14 begane grond

bouwlaag waarvan het vloerpeil ter hoogte van het (straat)peil ligt, dan wel de bouwlaag boven een souterrain.

1.15 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.16 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.17 BEVI-inrichtingen

inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.18 bevoegd gezag

bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.19 bijgebouw

een gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat ten dienste staat van dat hoofdgebouw.

1.20 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.

1.21 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.22 bouwlaag

een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte door vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitzondering van een onderbouw, kelder, dakopbouw, kap of setback.

1.23 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.24 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.25 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.26 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.27 bruto vloeroppervlakte

de totale binnen een gebouw beschikbare vloeroppervlakte, inclusief die van eventuele verdiepingen.

1.28 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.29 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons en wasserettes.

1.30 evenement

al of niet periodiek terugkerende publieke gebeurtenis op het gebied van sport, cultuur, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en vergelijkbare gebeurtenissen.

1.31 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.32 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting waarbij als gevolg van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.

1.33 hoofdgebouw

een gebouw dat door zijn constructie, afmetingen of situering, dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken.

1.34 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, één en ander al dan niet in combinatie met ondersteunende activiteiten of met een vermaaksfunctie, met uitzondering van seksinrichtingen.
Horeca, categorie 2:
een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van dranken (aldaar) ondergeschikt is, zoals een restaurant, cafetaria, snackbar of shoarmazaak.

1.35 kantoor

een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijke administratieve aard.

1.36 kleine economie

bedrijfsactiviteiten die wat betreft invloed op de woonomgeving gelijk te stellen zijn aan een aan huis gebonden beroep, waarvan de omvang en de activiteiten zodanig zijn dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende gebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.

1.37 mantelzorg

het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.38 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.39 peil

voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.40 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.41 sexinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of gelegenheid wordt geboden seksuele handelingen te verrichten dan wel vertoningen en/of voorstellingen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan:
  • een prostitutiebedrijf;
  • een raamprostitutiebedrijf;
  • een erotische massagesalon;
  • een seksbioscoop;
  • een sekstheater;
  • een parenclub;
  • geheel of gedeeltelijke bedrijfsvoering in overwegend seksueel geaarde dienstverlening;
al dan niet in combinatie met elkaar.

1.42 staat van bedrijfsactiviteiten

de Staat van bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.43 volumineuze detailhandel

detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een relatief groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van keukens, sanitair en meubelen.

1.44 voorgevelrooilijn

denkbeeldige lijn waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw is/zijn of word(t)(en) geplaatst en die is gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens.

1.45 vrijstaand bijgebouw

een bijgebouw, dat qua constructie en visueel vrij staat van het hoofdgebouw.

1.46 waterhuishouding

het ontvangen, vasthouden, (tijdelijk) bergen en afvoeren van water, eventueel gecombineerd met infiltratie van water in de bodem.

1.47 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.48 woongebouw

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 de afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.

2.2 de bedrijfsvloeroppervlakte

binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.

2.5 breedte van een zone langs een watergang

vanaf de insteek van de betreffende zijde van een watergang.

2.6 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.7 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.8 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.9 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.10 aanvullende bepalingen

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 meter wordt overschreden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - Constructiebedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

  1. de uitoefening van een constructie-/carrosseriebedrijf;
  2. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
    met de daarbij behorende
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  4. verkeer- en parkeervoorzieningen;
  5. verhardingen;
  6. nutsvoorzieningen;
  7. groenvoorzieningen;
  8. water- en huishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op de als 'Bedrijf - Constructiebedrijf' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in artikel 3 lid 1 genoemde functies worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige, brandbare en explosieve stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen stellen aan:
  1. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde);
  2. de inrichting van terreinen;
  3. de bruto vloeroppervlakte (bvo) en de hoogte van gebouwen;
  4. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van de gronden en opstallen worden in elk geval gerekend:
  1. het gebruik voor een seksinrichting;
  2. bedrijven die vallen onder het Bevi, danwel propaantanks met een inhoud kleiner dan 13m3, waarvan de veiligheidsafstanden, zoals aangewezen in artikel 3.28 van het Activiteitenbesluit, buiten de bouwperceelgrens ligt.

Artikel 4 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de verkoop van motorbrandstoffen, met uitzondering van LPG;
  2. een autowasstraat;
  3. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, met een oppervlakte van ten hoogste 150 m2 ;
met daarbij behorende:
  1. verkeersvoorzieningen;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. nutsvoorzieningen;
  6. evenementen.

4.2 Bouwregels

Op de als 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in artikel 4 lid 1 genoemde functies worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige, brandbare en explosieve stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen stellen aan:
  1. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
  2. de inrichting van terreinen;
  3. de bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) en de hoogte van gebouwen;
  4. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van de gronden en opstallen wordt in elk geval gerekend:
  1. het gebruik voor het stallen van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen;
  2. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen;
  3. het gebruik voor een seksinrichting;
  4. het gebruik voor horeca;
  5. het gebruik buiten de als 'bouwvlak' aangeduide gronden voor buitenopslag.

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;
  2. het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die staan vermeld in de categorieën 3.1 en 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3';
  3. volumineuze detailhandelsactiviteiten, uitsluitend op de begane grond, in de branche wonen in de winkelvormen die voor deze branche staan vermeld op bijlage 2 Winkelvormen binnen branches en met een winkelvloeroppervlakte van ten minste 1000 m2 per vestiging ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus';
  4. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  5. een kegelcentrum met ondergeschikte horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kegelcentrum';
  6. zelfstandige kantoorruimte, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
met daarbij behorende:
  1. verkeersvoorzieningen;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. nutsvoorzieningen;
  6. evenementen.

5.2 Bouwregels

Op de als 'Bedrijventerrein' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in artikel 5 lid 1 genoemde functies worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige, brandbare en explosieve stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen stellen aan:
  1. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
  2. de inrichting van terreinen;
  3. de bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) en de hoogte van gebouwen;
  4. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
  1. artikel 5 lid 2.1 sub b, voor een bebouwingspercentage van meer dan 80%, onder de voorwaarden dat:
    1. dit percentage vanuit bedrijfseconomische dan wel andere bedrijfsomstandigheden noodzakelijk is; en
    2. voldoende parkeergelegenheid en opslagmogelijkheden behouden blijven;
  2. artikel 5 lid 2.4, voor het plaatsen van erfafscheidingen op de perceelsgrens bij hoekpercelen onder de voorwaarden dat de erfafscheiding:
    1. het vrije uitzicht van het wegverkeer niet mag belemmeren en voor het wegverkeer ook niet anderszins hinder of gevaar mag opleveren;
    2. geen fundamentele inbreuk op de groene dan wel open structuur pleegt.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Detailhandel

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. volumineuze detailhandel inclusief ondergeschikte horeca, uitsluitend in de branche wonen in de winkelvormen die voor deze branche staan vermeld op bijlage 2 Winkelvormen binnen branches en met een winkelvloeroppervlakte van ten minste 1000 m2 per vestiging;
  2. detailhandel in kampeer- en buitensportartikelen, uitsluitend op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kampeer- en buitensportartikelen';
  3. een warenhuis in non-food artikelen, uitsluitend op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - non-food warenhuis';
  4. een slijterij; uitsluitend op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - slijterij';
  5. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  6. bedrijfsactiviteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';

    met daarbij behorende:
  7. verkeersvoorzieningen;
  8. groenvoorzieningen;
  9. parkeervoorzieningen;
  10. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  11. nutsvoorzieningen;
  12. evenementen.

6.2 Bouwregels

Op de als 'Detailhandel' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in artikel 6 lid 1 genoemde functies worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige, brandbare en explosieve stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen stellen aan:
  1. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
  2. de inrichting van terreinen;
  3. de bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) en de hoogte van gebouwen;
  4. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
  1. artikel 6 lid 2.1 sub b, voor een bebouwingspercentage van meer dan 80%, mits dit percentage vanuit bedrijfseconomische dan wel andere bedrijfsomstandigheden noodzakelijk is, waarbij voldoende parkeergelegenheid en opslagmogelijkheden behouden blijven;
  2. artikel 6 lid 2.4, voor het plaatsen van erfafscheidingen op de perceelsgrens bij hoekpercelen onder de voorwaarden dat de erfafscheiding:
    1. het vrije uitzicht van het wegverkeer niet mag belemmeren en voor het wegverkeer ook niet anderszins hinder of gevaar mag opleveren;
    2. geen fundamentele inbreuk op de groene dan wel open structuur pleegt.

Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen, alsmede aan huis verbonden beroepen;
  2. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  3. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  4. kantoren, uitsluitend op de begane grond;
  5. uitoefening van horeca, categorie 2, uitsluitend op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
met daarbij behorende:
  1. verkeersvoorzieningen;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. nutsvoorzieningen;
  6. evenementen.

7.2 Bouwregels

Op de als 'Gemengd' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in artikel 7 lid 1 genoemde functies worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige, brandbare en explosieve stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen stellen aan:
  1. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
  2. de inrichting van terreinen;
  3. de bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) en de hoogte van gebouwen;
  4. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7 lid 2.2, voor het plaatsen van erfafscheidingen op de perceelsgrens bij hoekpercelen onder de voorwaarden dat de erfafscheiding:
  1. het vrije uitzicht van het wegverkeer niet mag belemmeren en voor het wegverkeer ook niet anderszins hinder of gevaar mag opleveren;
  2. geen fundamentele inbreuk op de groene dan wel open structuur pleegt.

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. openbare groenvoorzieningen;
b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
c. volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
d. verkeer- en parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende:

e. speelvoorzieningen;
f. voet- en fietspaden;
g. evenementen;
h. nutsvoorzieningen.

8.2 Bouwregels

Ten aanzien van het bouwen geldt dat uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in artikel 8 lid 1 genoemde functies, mogen worden gerealiseerd waarvan de hoogte maximaal 2,00 meter bedraagt.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8 lid 2, en toestaan dat nieuwe bebouwing ten behoeve van nutsvoorzieningen wordt opgericht, mits:
  1. de maximale bouwhoogte 3,00 meter bedraagt;
  2. de maximale oppervlakte 15 m² bedraagt.

Artikel 9 Kantoor

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. kantoren waarbij de gemiddelde personendichtheid is gelimiteerd tot 1 werknemer per 30 m2 bruto vloeroppervlakte;
met daarbij behorende:
  1. verkeersvoorzieningen;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' ook in de vorm van een parkeergarage;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. nutsvoorzieningen;
  6. evenementen.

9.2 Bouwregels

Op de als 'Kantoor' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in artikel 9 lid 1 genoemde functies worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige, brandbare en explosieve stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen stellen aan:
  1. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
  2. de inrichting van terreinen;
  3. de bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) en de hoogte van gebouwen;
  4. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9 lid 1 sub a, en toestaan dat kantoren met een grotere personendichtheid worden gerealiseerd, mits wordt aangetoond dat het groepsrisico ter plaatste niet toeneemt.

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. jeugd-/kinder-/naschoolse opvang;
  2. onderwijs;
  3. openbare dienstverlening;
  4. verenigings- en gemeenschapsleven;
  5. medische- en sociale zorg;
  6. sociaal/culturele voorzieningen;
  7. zorgwoningen;
  8. ondergeschikte kantoorvoorzieningen ten behoeve van voornoemde functies;
  9. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn zelfstandige kantoorvoorzieningen toegestaan;

    met daarbij behorende;
  10. verkeersvoorzieningen;
  11. groenvoorzieningen;
  12. parkeervoorzieningen;
  13. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  14. nutsvoorzieningen;
  15. evenementen.

10.2 Bouwregels

Op de als 'Maatschappelijk' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in artikel 10 lid 1 genoemde functies worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige, brandbare en explosieve stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen stellen aan:
  1. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
  2. de inrichting van terreinen;
  3. de bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) en de hoogte van gebouwen;
  4. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.

Artikel 11 Verkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wegen, straten, bruggen, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
met daarbij behorende:
  1. verkeersvoorzieningen;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. nutsvoorzieningen;
  6. evenementen.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

11.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11 lid 2.1, en toestaan dat nieuwe bebouwing ten behoeve van nutsvoorzieningen wordt opgericht, mits:
  1. de maximale bouwhoogte 3,00 meter bedraagt;
  2. de maximale oppervlakte 15 m² bedraagt.

Artikel 12 Woongebied

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen en erven, alsmede aan huis verbonden beroepen;
  2. detailhandel, uitsluitend op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  3. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  4. detailhandel in caravans, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - caravanhandel';
  5. horeca', categorie 2, uitsluitend op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  6. maatschappelijke functies in de vorm van activiteiten gericht op sociaal en medische dienstverlening, uitsluitend op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  7. een praktijk voor orthodontie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte';
  8. een werkplaats voor het uitvoeren van orthopedische werkzaamheden en reparatie van schoenen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - schoenmaker';
  9. een tunnel voor het wegverkeer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tunnel';
met daarbij behorende:
  1. verkeersvoorzieningen;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' ook in de vorm van een parkeergarage;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. nutsvoorzieningen;
  6. evenementen.

12.2 Bouwregels

Op de als 'Woongebied' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in artikel 12 lid 1 genoemde functies worden gebouwd. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige, brandbare en explosieve stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen stellen aan:
  1. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
  2. de inrichting van terreinen;
  3. de bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) en de hoogte van gebouwen;
  4. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.

12.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12 lid 2.3 sub a, voor het plaatsen van erfafscheidingen op de perceelsgrens bij hoekpercelen onder de voorwaarden dat de erfafscheiding:
  1. het vrije uitzicht van het wegverkeer niet mag belemmeren en voor het wegverkeer ook niet anderszins hinder of gevaar mag opleveren;
  2. geen fundamentele inbreuk op de groene dan wel open structuur pleegt.

12.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) gebouwen voor :
  1. zelfstandige bewoning;
  2. als afhankelijke woonruimte.

12.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 13 Waarde - Archeologie

13.1 Bestemmingsomschrijving

a. de voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden;
b. waar een enkelbestemming samenvalt met deze dubbelbestemming, geldt primair het bepaalde ten aanzien van deze dubbelbestemming. De bepalingen van de enkelbestemming zijn dan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van deze dubbelbestemming.

13.2 Bouwregels

Op de voor ‘Waarde – Archeologie’ aangewezen gronden mag geen bebouwing worden opgericht, met uitzondering van:
  1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  2. bebouwing waarvoor de grondwerkzaamheden niet dieper dan 0,40 meter reiken
  3. bebouwing waarvoor de grondwerkzaamheden een oppervlak beslaan van minder dan 100 m2.

13.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13 lid 2, voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien:
  1. bebouwing plaatsvindt ter plaatse van een evident eerder verstoorde bodem, of;
  2. op basis van een archeologisch vooronderzoek blijkt dat geen verstoring plaatsvindt van archeologische waarden of mogelijke verstoring van archeologische waarden kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, gericht op het behoud van de archeologisch resten in de bodem, of het verrichten van archeologisch vervolgonderzoek, of;
  3. de voorgenomen werkzaamheden plaatsvinden binnen de bebouwde kom, op een terrein dat kleiner is dan 1.000 m2 en het terrein niet is gelegen binnen 50,00 meter van een beschermd archeologisch monument.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

13.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat deze dubbelbestemming (deels) komt te vervallen, indien als gevolg van archeologisch onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 14 Anti-dubbeltelregel


Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 15 Algemene Bouwregels

15.1 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten

Artikel 16 Algemene Gebruiksregels

16.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
  1. het gebruik voor een seksinrichting;
  2. het gebruik van niet-bebouwde grond als permanente staan- of ligplaats van demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor de verkoop van etenswaren en/of dranken;
  3. het gebruik van niet-bebouwde grond als staan- of ligplaats voor (menselijk of dierlijk) verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, vaar- of voertuigen, arken of andere objecten, voor zover die niet als bouwwerk zijn aan te merken;
  4. het gebruik van niet-bebouwde grond voor het opslaan, storten of bergen van al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.

Artikel 17 Algemene Aanduidingsregels

17.1 Geluidszone - industrie

Artikel 18 Algemene Afwijkingsregels

18.1 Algemene afwijking

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van Hoofdstuk 2 reeds een omgevingsvergunning kan worden verleend - met een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
  1. het afwijken van de maatvoering (inclusief percentages) met ten hoogste 15%;
  2. het oprichten van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, telefooncellen en naar de aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, voor zover deze bouwwerken geen grotere bouwhoogte dan 3,50 meter en geen grotere oppervlakte dan 20 m2 hebben;
  3. het oprichten van gebouwtjes ten dienste van de verkoop van kranten en tijdschriften, bloemen, ijs, frisdranken en straatconsumpties, voor zover deze bouwwerken geen grotere bouwhoogte dan 3,50 meter en geen grotere oppervlakte dan 12 m2 hebben;
  4. geringe afwijkingen, van de op de verbeelding aangegeven bestemmingsgrenzen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking niet meer dan 2,00 meter bedraagt;
  5. het oprichten van zend; ontvangst; en/of sirenemasten voor zover deze van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte, gemeten vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk, niet meer bedraagt dan 15,00 meter voor privégebruik en niet meer dan 40,00 meter voor gemeenschappelijk gebruik;
  6. het oprichten van waterretentiebekkens, met dien verstande dat:
    1. de inhoud niet meer bedraagt dan 4.000 m3;
    2. ingeval van ondergrondse bekkens: de bovenzijde van de bekkens minimaal 0,50 meter onder het aangrenzende maaiveld blijft en de putdeksels op maaiveldniveau gelegen zijn;
  7. evenementen voor zover de bestemming niet onevenredig wordt aangetast.

18.2 Voorwaarden

Artikel 19 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van:
  1. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor bouwwerken met ten hoogste 25%;
  2. een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bestemmingsgrenzen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met de uitvoering van een bouwplan waarvan realisering wenselijk of noodzakelijk wordt geacht;
  3. het wijzigen van de Staat van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
  4. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.

Artikel 20 Algemene Procedureregels

Bij het stellen van nadere eisen als bedoeld in deze regels gelden de volgende procedureregels:
  1. het ontwerpbesluit ligt gedurende tenminste twee weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie;
  2. burgemeester en wethouders maken de ter inzage legging van het ontwerpbesluit tevoren bekend in één of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze;
  3. de bekendmaking houdt in de bevoegdheid van belanghebbenden tot het schriftelijk indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders tegen het ontwerpbesluit gedurende de onder a. genoemde termijn;
  4. burgemeester en wethouders delen aan hen, die zienswijzen hebben ingediend, de beslissing daaromtrent mede.

Artikel 21 Overige Regels

21.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

21.2 Parkeren

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 22 Overgangsrecht

22.1 Overgangsrecht bouwen

22.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 23 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Vrijveld Lommerveld '.