Roerdelta fase 1
Bestemmingsplan - Gemeente Roermond
Vastgesteld op 31-03-2011 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Roerdelta fase 1 ' van de gemeente Roermond .
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0957.BP00000136-VG01 .gml met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aan huis verbonden beroep
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, (para-)medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel.
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 aan- en/of uitbouw
een aan een hoofdgebouw vast gebouwd bouwwerk, dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar dat in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw; voor de toepassing van deze regels wordt een aan- of uitbouw gelijkgesteld met een aan het hoofdgebouw aangebouwd bijgebouw.
1.7 afhankelijke woonruimte
een gebouw, waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg is gehuisvest, die qua ligging een ruimtelijke eenheid met de binnen het bouwvlak gelegen woning vorm.
1.8 ambachtelijk bedrijf
een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen, alsook in verband hiermee en als nevenactiviteit van ondergeschikt belang het verkopen en/of leveren van goederen.
1.9 archeologische waarde
waarde die bestaat uit de aanwezigheid van een bodem-archief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang is en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigt.
1.10 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.11 bebouwingspercentage
een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
1.12 bedrijfsactiviteit
het beroepsmatig uitoefenen van bedrijvigheid met gebruikmaking van machines dan wel door middel van handwerk en geen kantoor zijnde.
1.13 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
1.14 bedrijfsvloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.15 begane grond
bouwlaag waarvan het vloerpeil ter hoogte van het (straat)peil ligt, dan wel de bouwlaag boven een souterrain.
1.16 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.17 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.18 bijgebouw
een gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat ten dienste staat van dat hoofdgebouw.
1.19 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.
1.20 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.21 bouwlaag
een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte door vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitzondering van een onderbouw, kelder, dakopbouw, kap of setback.
1.22 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.23 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.
1.24 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.25 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.26 cultuur en ontspanning
het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur, spel, vermaak of ontspanning.
1.27 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.28 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons en wasserettes.
1.29 dove gevel
een gevel die voldoet aan het bepaalde in artikel 1b vijfde lid van de Wet geluidhinder.
1.30 evenement
al dan niet periodiek terugkerende publieke gebeurtenis op het gebied van sport, cultuur, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en vergelijkbare gebeurtenissen.
1.31 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.32 hoofdgebouw
een gebouw dat door zijn constructie, afmetingen of situering, dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken.
1.33 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, één en ander al dan niet in combinatie met ondersteunende activiteiten of met een vermaaksfunctie, met uitzondering van seksinrichtingen.
1.34 kantoor
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard.
1.35 kleine economie
bedrijfsactiviteiten die wat betreft invloed op de woonomgeving gelijk te stellen zijn aan een aan huis gebonden beroep, waarvan de omvang en de activiteiten zodanig zijn dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende gebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.
1.36 nok
het hoogste gedeelte van een dak met hellende vlakken, te weten waar deze vlakken elkaar snijden.
1.37 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.38 onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenzijde minder dan 1,50 meter boven peil is gelegen.
1.39 patiowoning
een specifiek type woning waarbij de (bepalende) buitenruimte geheel is ingesloten door de bouwmassa van de woning, de aangrenzende woning(en) en/of muren.
1.40 peil
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.41 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.42 setback
een dakopbouw die gelegen is op minstens 2,00 meter achter de doorgetrokken voorgevel van een woning met een maximale hoogte van één bouwlaag.
1.43 sexinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of gelegenheid wordt geboden seksuele handelingen te verrichten dan wel vertoningen en/of voorstellingen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan:
- een prostitutiebedrijf;
- een raamprostitutiebedrijf;
- een erotische massagesalon;
- een seksbioscoop;
- een sekstheater;
- een parenclub;
- geheel of gedeeltelijke bedrijfsvoering in overwegend seksueel geaarde dienstverlening;
al dan niet in combinatie met elkaar.
1.44 staat van bedrijfsactiviteiten
de Staat van bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.45 staat van horeca-activiteiten
de Staat van horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.46 volumineuze detailhandel
detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een relatief groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair, meubelen, bouwmarkten en detailhandel in landbouwwerktuigen.
1.47 voorgevelrooilijn
denkbeeldige lijn waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw is/zijn of word(t)(en) geplaatst en die is gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens.
1.48 vrijstaand bijgebouw
een bijgebouw, dat qua constructie en visueel vrij staat van het hoofdgebouw.
1.49 waterhuishouding
het ontvangen, vasthouden, (tijdelijk) bergen en afvoeren van water, eventueel gecombineerd met infiltratie van water in de bodem.
1.50 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.51 woongebouw
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
2.2 de bedrijfsvloeroppervlakte
binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
2.5 breedte van een zone langs een watergang
vanaf de insteek van de betreffende zijde van een watergang.
2.6 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.7 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.8 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.9 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.10 aanvullende bepalingen
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 meter wordt overschreden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- een waterkrachtcentrale, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterkrachtcentrale';
- opslag ten behoeve van watersport, uitsluitend binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watersport';
met de daarbij behorende:
- verkeersvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
3.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 1, ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten, die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels.
Artikel 4 Cultuur En Ontspanning
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- activiteiten op het gebied van cultuur en ontspanning;
- horeca in ten hoogste categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- bedrijfsactiviteiten, in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- zelfstandige kantoorruimte, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
met de daarbij behorende:
- ondergeschikte horecavoorzieningen;
- verkeersvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 5 Gemengd
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- detailhandel in volumineuze goederen, uitsluitend in keuken- en badkamerinrichting;
- kantoor;
- dienstverlening;
met de daarbij behorende:
- verkeersvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.3 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5 lid 1 sub a, ten behoeve van detailhandel in andere volumineuze goederen dan keuken- en badkamerinrichtingen, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
- het gebruik leidt niet tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
- het gebruik past qua aard, omvang en uitstraling in de omgeving.
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- openbare groenvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- bestaande bouwwerken ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken;
met de daarbij behorende:
- paden, bruggen en pleinen;
- nutsvoorzieningen;
- speelvoorzieningen
- verhardingen;
- evenementen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 7 Kantoor
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- kantoren;
met de daarbij behorende:
- verkeersvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 8 Verkeer
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wegen, straten, bruggen, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
met de daarbij behorende:
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- straatmeubilair;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- evenementen.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 9 Water
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- primaire watergangen en -partijen met daarbij behorende taluds en oevers;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- vistrappen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - vistrap';
- een stuw met voetgangersbrug, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'stuw';
met daarbij behorende:
- (onderhouds)paden;
- nutsvoorzieningen;
- groenvoorzieningen.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
9.3 Specifieke gebruiksregels
Op de gronden met de bestemming 'Water' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
Artikel 10 Wonen - 1
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woningen tot ten hoogste het aantal aangegeven op de verbeelding, met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen en erven, alsmede aan huis verbonden beroepen;
met de daarbij behorende:
- verkeersvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- speelvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
10.3 Ontheffing van de bouwregels
10.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen voor zelfstandige bewoning en als afhankelijke woonruimte.
10.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Artikel 11 Wonen - 2
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woningen tot ten hoogste het aantal aangeven op de verbeelding, met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen en erven, alsmede aan huis verbonden beroepen;
met de daarbij behorende:
- verkeersvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- speelvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
11.3 Ontheffing van de bouwregels
11.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen voor zelfstandige bewoning en als afhankelijke woonruimte.
11.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Artikel 12 Wonen - 3
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woningen tot ten hoogste het aantal aangegeven op de verbeelding, met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen en erven, alsmede aan huis verbonden beroepen;
- detailhandel, uitsluitend in de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
met de daarbij behorende:
- verkeersvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- speelvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
12.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12 lid 2.3, voor het plaatsen van erfafscheidingen op de perceelsgrens bij hoekpercelen onder de voorwaarden dat de erfafscheiding:
- het vrije uitzicht van het wegverkeer niet mag belemmeren en voor het wegverkeer ook niet anderszins hinder of gevaar mag opleveren;
- geen fundamentele inbreuk op de groene dan wel open structuur pleegt.
12.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen voor zelfstandige bewoning en als afhankelijke woonruimte.
12.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Artikel 13 Wonen - 4
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woningen tot ten hoogste het aantal aangegeven op de verbeelding, met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen en erven, alsmede aan huis verbonden beroepen;
- detailhandel, uitsluitend in de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
met de daarbij behorende:
- verkeersvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- speelvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
13.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13 lid 2.3, voor het plaatsen van erfafscheidingen op de perceelsgrens bij hoekpercelen onder de voorwaarden dat de erfafscheiding:
- het vrije uitzicht van het wegverkeer niet mag belemmeren en voor het wegverkeer ook niet anderszins hinder of gevaar mag opleveren;
- geen fundamentele inbreuk op de groene dan wel open structuur pleegt.
13.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen voor zelfstandige bewoning.
13.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Artikel 14 Waterstaat - Beschermingszone
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterstaat – Beschermingszone’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming, het beheer en het onderhoud van primaire wateren en primaire waterkeringen overeenkomstig de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas.
14.2 Bouwregels
Voor bouwen gelden de volgende regels:
14.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14 lid 2.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone, mits:
- het belang van de waterloop en/of de waterkering niet onevenredig wordt aangetast;
- bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
Burgemeester en wethouders winnen, voordat zij een omgevingsvergunning verlenen, advies in bij het Waterschap Roer en Overmaas.
14.4 Specifieke gebruiksregels
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
14.5 Voorrangsregels
Voor zover de dubbelbestemmingen in dit plan geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
- in de eerste plaats de bepalingen van de bestemming Waterstaat - Waterkering;
- in de tweede plaats de bepalingen van de bestemming Waterstaat - Beschermingszone;
- in de derde plaats de bepalingen van de bestemming Waterstaat - Waterlopen.
Artikel 15 Waterstaat - Waterkering
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterstaat – Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en),
bestemd voor dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van waterkering, en de daarbij behorende:
a. groenvoorzieningen;
b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels
Voor bouwen gelden de volgende regels:
15.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15 lid 2.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone, mits:
- het belang van de waterkering niet onevenredig wordt aangetast;
- bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
Burgemeester en wethouders winnen, voordat zij een omgevingsvergunning verlenen, advies in bij het Waterschap Roer en Overmaas.
15.4 Specifieke gebruiksregels
Op de gronden met de bestemming 'Overig - Waterkering' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
15.5 Voorrangsregels
Voor zover de dubbelbestemmingen in dit plan geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
- in de eerste plaats de bepalingen van de bestemming Waterstaat - Waterkering;
- in de tweede plaats de bepalingen van de bestemming Waterstaat - Beschermingszone;
- in de derde plaats de bepalingen van de bestemming Waterstaat - Waterlopen.
Artikel 16 Waterstaat - Waterlopen
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterstaat – Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming, het beheer en het onderhoud van primaire wateren overeenkomstig de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas.
16.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
16.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16 lid 2.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterlopen', mits:
- het belang van de waterloop niet onevenredig wordt aangetast;
- bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
Burgemeester en wethouders winnen, voordat zij een omgevingsvergunning verlenen, advies in bij het Waterschap Roer en Overmaas.
16.4 Specifieke gebruiksregels
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterlopen' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
16.5 Voorrangsregels
Voor zover de dubbelbestemmingen in dit plan geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
- in de eerste plaats de bepalingen van de bestemming Waterstaat - Waterkering;
- in de tweede plaats de bepalingen van de bestemming Waterstaat - Beschermingszone;
- in de derde plaats de bepalingen van de bestemming Waterstaat - Waterlopen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 17 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 18 Algemene Bouwregels
18.1 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
18.2 Ondergrondse gebouwen
- Ondergrondse gebouwen (zoals kelders en parkeergarages) zijn slechts toegestaan binnen de gevelvlakken van een gebouw boven peil. Buiten de gevelvlakken van een bovengronds gelegen of geprojecteerd gebouw zijn ondergrondse gebouwen niet toegestaan.
- Het bepaalde in artikel 18 lid 2 sub a, is niet van toepassing binnen de bestemmingen 'Wonen - 3' en 'Wonen - 4'. Binnen de bestemmingen 'Wonen - 3' en 'Wonen - 4' zijn ondergrondse gebouwen binnen de gehele bestemming toegestaan.
18.3 Bouwen met gevolgen voor andere bouwwerken
Geen bouwwerk mag worden opgericht, indien daardoor een ander bouwwerk met het daarbij behorende bouwperceel niet langer zou blijven voldoen aan, hetzij in grotere mate zou gaan afwijken van het plan.
18.4 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
- tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,50 meter bedraagt;
- tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2,00 meter bedraagt.
Artikel 19 Algemene Gebruiksregels
19.1 Gebruiksverbod
Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met artikel 16 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of te laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan die grond of aan dat bouwwerk gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
19.2 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik voor een seksinrichting;
- het permanent bewonen van recreatiewoningen, kampeermiddelen en andere onderkomen en gebouwen die niet voor permanente bewoning bestemd zijn;
- het gebruik van niet-bebouwde grond als permanente staan- of ligplaats van demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor de verkoop van etenswaren en/of dranken;
- het gebruik van niet-bebouwde staan- of ligplaats voor kampeermiddelen buiten de daarvoor aangewezen gronden;
- het gebruik van niet-bebouwde grond als staan- of ligplaats voor (menselijk of dierlijk) verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, vaar- of voertuigen, arken of andere objecten, voor zover die niet als bouwwerk zijn aan te merken;
- het gebruik van niet-bebouwde grond voor het opslaan, storten of bergen van al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.
19.3 Afwijken gebruiksverbod
Burgemeester en wethouders wijken met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in artikel 19 lid 1, als strikte toepassing van het gebruiksverbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 20 Algemene Ontheffingsregels
20.1 Algemene afwijking
Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van Hoofdstuk 2 reeds een omgevingsvergunning kan worden verleend - met een omgevingsvergunning afwijken van de regels in het geval van:
- een afwijking van de maatvoering (inclusief percentages) met ten hoogste 15%;
- het oprichten van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, telefooncellen en naar de aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, voor zover deze bouwwerken geen grotere bouwhoogte dan 3,50 meter en geen grotere oppervlakte dan 20 m2 hebben;
- het oprichten van gebouwtjes ten dienste van de verkoop van kranten en tijdschriften, bloemen, ijs, frisdranken en straatconsumpties, voor zover deze bouwwerken geen grotere bouwhoogte dan 3,50 meter en geen grotere oppervlakte dan 12 m2 hebben;
- geringe afwijkingen, van de op de verbeelding aangegeven bestemmingsgrenzen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking niet meer dan 2,00 meter bedraagt;
- het oprichten van zend; ontvangst; en/of sirenemasten voor zover deze van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte, gemeten vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk, niet meer bedraagt dan 15,00 meter voor privégebruik en niet meer dan 40,00 meter voor gemeenschappelijk gebruik;
- het oprichten van waterretentiebekkens, met dien verstande dat:
1. de inhoud niet meer bedraagt dan 4.000 m3;
2. ingeval van ondergrondse bekkens:
- de bovenzijde van de bekkens minimaal 0,50 meter onder het aangrenzende maaiveld blijft;
- de putdeksels op maaiveldniveau gelegen zijn.
- evenementen voor zover de bestemming niet onevenredig wordt aangetast.
20.2 Voorwaarden
Artikel 21 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van:
- het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor bouwwerken met ten hoogste 25%;
- een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bestemmingsgrenzen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met de uitvoering van een bouwplan waarvan realisering wenselijk of noodzakelijk wordt geacht;
- het wijzigen van de Staat van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
- het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Artikel 22 Overige Regels
22.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
22.2 Parkeren
22.3 Boringsvrije zone Roerdalslenk
De gehele Roerdalslenk is als boringvrije zone aangegeven in de Provinciale Milieuverordening (PMV). Het plangebied valt geheel binnen de Roerdalslenk en derhalve binnen de boringvrije zone. Voor boringen dieper dan 80,00 meter beneden maaiveld moet een melding in het kader van de PMV worden gedaan bij de provincie Limburg. Boringen in de Roerdalslenk waarbij de in de ondergrond aanwezige afschermende kleilagen (Brunssumse Klei) worden aangeboord of doorboord, zijn niet toegestaan zonder een door Gedeputeerde Staten verleende ontheffing.
22.4 Archeologisch onderzoek
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 23 Overgangsrecht
23.1 Overgangsrecht bouwen
23.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 24 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Roerdelta fase 1 '.