KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Natuur
Artikel 4 Tuin
Artikel 5 Wonen
Artikel 6 Waarde - Archeologie Historische Kern
Artikel 7 Waterstaat
Artikel 8 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Artikel 10 Algemene Bouwregels
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 14 Algemene Procedureregels
Artikel 15 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
Artikel 17 Slotregel
Bijlage 1 Inrichtingsplan Vuilbemden
Bijlage 2 Landschapsplan Graeterweg Boukoul
Bijlage 1 Historisch Bodemonderzoek Graeterweg Te Boukoul
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai Graeterweg Te Boukoul
Bijlage 3 Waterparagraaf Graeterweg Te Boukoul
Bijlage 4 Quickscan Natuur
Bijlage 5 Archeologisch Bureauonderzoek En Verkennend Booronderzoek Graeterweg Te Boukoul
Bijlage 6 Evaluatierapport Proefsleuvenonderzoek Graeterweg Te Boukoul
Bijlage 7 Verslag Vooroverleg En Nota Van Zienswijzen

Gebiedsontwikkeling Graeterweg en Vuilbemden

Bestemmingsplan - gemeente Roermond

Vastgesteld op 07-11-2017 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Gebiedsontwikkeling Graeterweg en Vuilbemden met identificatienummer NL.IMRO.0957.BP00000292-VG01 van de gemeente Roermond.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan en/of uitbouw:

een aan een hoofdgebouw vast gebouwd bouwwerk, dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar dat in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw; voor de toepassing van deze regels wordt een aan- of uitbouw gelijkgesteld met een aan het hoofdgebouw aangebouwd bijgebouw.

1.4 aan huis verbonden beroep:

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, (para-)medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. Hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel.

1.5 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 afhankelijke woonruimte:

een (deel van een) gebouw waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg is gehuisvest en dat qua ligging een ruimtelijke eenheid met de woning vormt.

1.8 archeologische waarde:

waarde die bestaat uit de aanwezigheid van een bodem-archief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang is en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigt.

1.9 bebouwing:

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.10 bebouwingspercentage:

een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.11 bedrijfsactiviteit:

het beroepsmatig uitoefenen van bedrijvigheid met gebruikmaking van machines dan wel door middel van handwerk en geen kantoor zijnde.

1.12 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.

1.13 bedrijfsvloeroppervlak:

de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.14 begane grond:

bouwlaag waarvan het vloerpeil ter hoogte van het (straat)peil ligt, dan wel de bouwlaag boven een souterrain.

1.15 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.16 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.17 bevoegd gezag:

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.18 bijgebouw:

een gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat ten dienste staat van dat hoofdgebouw.

1.19 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.20 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.21 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.22 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.23 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.24 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.25 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.26 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons en wasserettes.

1.27 evenementen

al of niet periodiek terugkerende publieke gebeurtenis op het gebied van sport, cultuur, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en vergelijkbare gebeurtenissen.

1.28 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.29 hoofdgebouw:

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezelijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.30 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, één en ander al dan niet in combinatie met ondersteunende activiteiten of met een vermaaksfunctie, met uitzondering van seksinrichtingen.

1.31 kantoor:

een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijke administratieve aard.

1.32 kleine economie:

bedrijfsactiviteiten die wat betreft invloed op de woonomgeving gelijk te stellen zijn aan een aan huis gebonden beroep, waarvan de omvang en de activiteiten zodanig zijn dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende gebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.

1.33 landschapsinrichtingsplan

Het landschapsinrichtingsplan zoals bedoeld in de bijlagen behorende bij de regels van dit bestemmingsplan.

1.34 mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.35 peil:

voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.36 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.37 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of gelegenheid wordt geboden seksuele handelingen te verrichten dan wel vertoningen en/of voorstellingen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan:

  • een prostitutiebedrijf;
  • een raamprostitutiebedrijf;
  • een erotische massagesalon;
  • een seksbioscoop;
  • een sekstheater;
  • een parenclub;
  • geheel of gedeeltelijke bedrijfsvoering in overwegend seksueel geaarde dienstverlening;

al dan niet in combinatie met elkaar.

1.38 voorgevelrooilijn:

denkbeeldige lijn waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw is/zijn of word(t)(en) geplaatst en die is gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens.

1.39 vrijstaand bijgebouw:

een bijgebouw, dat qua constructie en visueel vrij staat van het hoofdgebouw.

1.40 waterhuishouding:

het ontvangen, vasthouden, (tijdelijk) bergen en afvoeren van water, eventueel gecombineerd met infiltratie van water in de bodem.

1.41 waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten, etc.

1.42 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand:

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.

2.2 de bedrijfsvloeroppervlakte:

binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk:

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.

2.5 breedte van een zone langs een watergang:

vanaf de insteek van de betreffende zijde van de watergang.

2.6 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.7 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.8 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.9 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.10 aanvullende bepalingen:

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,5 m wordt overschreden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de instandhouding, ontwikkeling en de kwaliteitsverhoging van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en landschapsecologische waarden;
  2. b. op natuurbeheer gericht agrarisch grondgebruik;
  3. c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. d. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  5. e. extensief recreatief medegebruik;
  6. f. paden en wegen;
  7. g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van de gronden wordt in elk geval begrepen:

  1. a. agrarische doeleinden, behoudens voorzover deze ten dienste staan van de instandhouding of ontwikkeling van de natuurwaarden;
  2. b. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest;
  3. c. het gebruik van gronden als volkstuin;
  4. d. het gebruik voor recreatiedoeleinden, behoudens extensief recreatief medegebruik;
  5. e. het beoefenen van lawaaisporten en het gebruik als sport- en wedstrijdterreinen;
  6. f. paardenbakken;
  7. g. het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de inrichting en gebruik als een landschappelijke overgangszone tussen de tuin bij de woning en het omliggende natuurgebied;
  2. b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen en erven, alsmede aan huis verbonden beroepen;
  2. b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen,

met daarbij behorende:

  1. a. parkeervoorzieningen;
  2. b. nutsvoorzieningen;
  3. c. groenvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op de als ‘Wonen’ bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 5.1Bestemmingsomschrijving genoemde functies worden gebouwd;

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 5.2.3Bouwwerken geen gebouw zijnde voor het plaatsen van erfafscheidingen op de perceelsgrens bij hoekpercelen, onder de voorwaarden dat de erfafscheiding:

  1. 1. het vrije uitzicht van het wegverkeer niet belemmert en voor het wegverkeer ook niet anderszins hinder of gevaar oplevert;
  2. 2. geen fundamentele inbreuk op de groene dan wel open structuur pleegt.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  1. a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Waarde - Archeologie Historische Kern

6.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Waarde - Archeologie historische kern' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
  2. b. Waar een basisbestemming samenvalt met deze dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. De bepalingen van de basisbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op de voor 'Waarde - Archeologie historische kern' aangewezen gronden mag geen bebouwing worden opgericht, met uitzondering van:

  1. a. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering, of;
  2. b. bebouwing waarvoor de grondwerkzaamheden niet dieper dan 40 cm reiken, of;
  3. c. bebouwing waarvoor de grondwerkzaamheden een opppervlak beslaan van minder dan 100 m².

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 6.2 Bouwregels voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien:

  1. a. bebouwing plaatsvindt ter plaatse van een evident eerder verstoorde bodem, of;
  2. b. op basis van een archeologisch vooronderzoek blijkt dat geen verstoring plaatsvindt van archeologische waarden of mogelijke verstoring van archeologische waarden kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem of het verrichte van archeologisch vervolgonderzoek.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat deze bestemming (deels) komt te vervallen, indien als gevolg van archeologisch onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.

Artikel 7 Waterstaat

7.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
    1. 1. dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering;
    2. 2. de bescherming, het beheer en het onderhoud van waterkeringen en watergangen.
  2. b. Waar een basisbestemming samenvalt met deze dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. De bepalingen van de basisbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.

7.2 Bouwregels

7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 7.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke zijn toegelaten krachtens de aan de gronden gegeven basisbestemming, mits:

  1. a. het belang van de waterkering en/of de watergang met bijbehorende beschermingszone niet onevenredig wordt aangetast;
  2. b. voor verlening van de omgevingsvergunning advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.

Artikel 8 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed

8.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
    1. 1. bescherming en behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed;
    2. 2. de berging van het Maaswater;
    3. 3. de afvoer en berging van oppervlaktewater, sediment en ijs;
    4. 4. de waterhuishouding;
    5. 5. het vergroten van de afvoercapaciteit;
  2. b. waar een basisbestemming samenvalt met deze dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. De bepalingen van de basisbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming

8.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de onder 8.1 genoemde functies;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 meter.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de basisbestemming, mits:

  1. a. het veilig en doelmatig gebruik van het oppervlaktelichaam (de Maas) gewaarborgd blijft;
  2. b. geen sprake is van een feitelijke belemmering voor de vergroting van de afvoercapaciteit van de rivier (de Maas);
  3. c. de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is en deze verhoging of afname voldoende wordt gecompenseerd;
  4. d. de ecologische toestand van het oppervlaktewaterlichaam (de Maas) niet verslechtert;
  5. e. voor het verlenen van de vergunning advies wordt ingewonnen bij de rivierbeheerder omtrent de toepassing van voorwaarde a t/m d.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de begrenzing van de bestemming ‘Waterstaat - Waterbergend rivierbed’ te wijzigen, onder de voorwaarden dat:

  1. a. de bestemmingsgrens slechts mag worden aangepast overeenkomstig de conform de Waterwet geldende begrenzing van het waterbergend rivierbed (bergend regime);
  2. b. voordat de bestemmingsgrens wordt aangepast advies wordt ingewonnen bij de rivierbeheerder.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene Bouwregels

10.1 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten

Artikel 11 Algemene Gebruiksregels

11.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik voor een seksinrichting;
  2. b. het permanent bewonen van recreatiewoningen, kampeermiddelen en andere onderkomens en gebouwen die niet voor permanente bewoning bestemd zijn;
  3. c. het gebruik van niet-bebouwde grond als permanente staan- of ligplaats van demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor de verkoop van etenswaren en/of dranken;
  4. d. het gebruik van niet-bebouwde staan- of ligplaats voor kampeermiddelen buiten de daarvoor aangewezen gronden;
  5. e. het gebruik van niet-bebouwde grond als staan- of ligplaats voor (menselijk of dierlijk) verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, vaar- of voertuigen, arken of andere objecten, voor zover die niet als bouwwerk zijn aan te merken;
  6. f. het gebruik van niet-bebouwde grond voor het opslaan, storten of bergen van al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik qua ruimtelijke uitstraling van zeer ondergeschikte aard is, of noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.

Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels

12.1 Algemene afwijking

Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van Hoofdstuk 2 reeds kan worden afgeweken – met een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  1. a. het afwijken van de maatvoering (exclusief percentages) met ten hoogste 15%;
  2. b. het oprichten van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, telefooncellen en naar de aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, voor zover deze bouwwerken geen grotere bouwhoogte dan 3,50m en geen grotere oppervlakte dan 20m2 hebben;
  3. c. het oprichten van gebouwtjes ten dienste van de verkoop van kranten en tijdschriften, bloemen, ijs, frisdranken en straatconsumpties, voor zover deze bouwwerken geen grotere bouwhoogte dan 3,50m en geen grotere oppervlakte dan 12m2 hebben;
  4. d. geringe afwijkingen, van de op de verbeelding aangegeven bestemmingsgrenzen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking niet meer dan 2,00m bedraagt;
  5. e. het oprichten van zend; ontvangst; en/of sirenemasten voor zover deze van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte, gemeten vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk, niet meer bedraagt dan 15 meter voor privégebruik en niet meer dan 40 meter voor gemeenschappelijk gebruik;
  6. f. het oprichten van waterretentiebekkens, met dien verstande dat:
    1. 1. de inhoud niet meer bedraagt dan 4000m3;
    2. 2. ingeval van ondergrondse bekkens:
      • de bovenzijde van de bekkens minimaal 0,50 meter onder het aangrenzende maaiveld blijft;
      • de putdeksels op maaiveldniveau gelegen zijn.
  7. g. evenementen voor zover de bestemming niet onevenredig wordt aangetast;

12.2 Voorwaarden

Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels

13.1 Algemene wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van:

  1. a. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor bouwwerken met ten hoogste 25%;
  2. b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bestemmingsgrenzen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met de uitvoering van een bouwplan waarvan realisering wenselijk of noodzakelijk wordt geacht;
  3. c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
  4. d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.

Artikel 14 Algemene Procedureregels

Bij het stellen van nadere eisen als bedoeld in deze regels gelden de volgende procedureregels:

  1. a. het ontwerpbesluit ligt gedurende tenminste twee weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie;
  2. b. burgemeester en wethouders maken de ter inzage legging van het ontwerpbesluit tevoren bekend in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze;
  3. c. de bekendmaking houdt in de bevoegdheid van belanghebbenden tot het schriftelijk indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders tegen het ontwerpbesluit gedurende de onder a. genoemde termijn;
  4. d. burgemeester en wethouders delen aan hen, die zienswijzen hebben ingediend, de beslissing daaromtrent mede.

Artikel 15 Overige Regels

15.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

15.2 Parkeren

15.3 Nadere eis

Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen te stellen aan:

  1. a. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
  2. b. de inrichting van terreinen;
  3. c. de bruto vloeroppervlakte (bvo) en de hoogte van gebouwen;
  4. d. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 16 Overgangsrecht

16.1 Overgangsrecht bouwen

16.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 17 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Gebiedsontwikkeling Graeterweg en Vuilbemden'.

Bijlage 1 Inrichtingsplan Vuilbemden

Bijlage 1 Inrichtingsplan Vuilbemden

Bijlage 2 Landschapsplan Graeterweg Boukoul

Bijlage 2 Landschapsplan Graeterweg Boukoul

Bijlage 1 Historisch Bodemonderzoek Graeterweg Te Boukoul

Bijlage 1 Historisch Bodemonderzoek Graeterweg te Boukoul

Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai Graeterweg Te Boukoul

Bijlage 2 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Graeterweg te Boukoul

Bijlage 3 Waterparagraaf Graeterweg Te Boukoul

Bijlage 3 Waterparagraaf Graeterweg te Boukoul

Bijlage 4 Quickscan Natuur

Bijlage 4 Quickscan Natuur

Bijlage 5 Archeologisch Bureauonderzoek En Verkennend Booronderzoek Graeterweg Te Boukoul

Bijlage 5 Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Graeterweg te Boukoul

Bijlage 6 Evaluatierapport Proefsleuvenonderzoek Graeterweg Te Boukoul

Bijlage 6 Evaluatierapport Proefsleuvenonderzoek Graeterweg te Boukoul

Bijlage 7 Verslag Vooroverleg En Nota Van Zienswijzen

Bijlage 7 Verslag vooroverleg en nota van zienswijzen