bp havens Stein
Bestemmingsplan - gemeente Stein
Vastgesteld op 25-04-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Havens Stein van de gemeente Stein.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0971.BPHavens-0003 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aan- of uitbouw:
een bouwwerk verbonden met het hoofdgebouw dat bouwkundig ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht daarvan onderdeel uitmaakt.
1.4 aan huis gebonden beroepen:
aan huis uitgeoefend beroep of verleende diensten, op juridisch, medisch, therapeutisch, administratief, kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, prostitutie en seksinrichtingen hieronder niet begrepen, waarbij de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en dat tevens een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.5 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.6 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 activiteit
activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid of artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.8 archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden
1.9 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.10 bebouwingspercentage:
een in de verbeelding of regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogst mag worden bebouwd.
1.11 bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan-huisverbonden beroepen niet daaronder begrepen.
1.12 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
1.13 bedrijfsvloeroppervlak:
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
1.14 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) één of meer personen, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw en/of terrein.
1.15 begane grond:
de natuurlijke oppervlakte van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging, alsmede dat gedeelte van een gebouw dat met die oppervlakte gelijk is. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geldt: de hoogte van het hoogst gelegen aangrenzend maaiveld.
1.16 bestaand:
bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.17 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.18 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.19 bijgebouw:
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat bouwkundig of architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.20 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.21 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.22 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.23 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.24 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.25 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.26 consumentverzorgende en ambachtelijke bedrijfjes:
het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van kleinschalige
ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot een aan huis uitgeoefend beroep gericht
op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan
de ruimtelijke uitwerking van de activiteiten in overeenstemming is met de woonfunctie,
prostitutie en seksinrichting hierin niet begrepen.
1.27 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop, te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan diegenen die, die goederen kopen resp. huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.28 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht.
1.29 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.30 hoofdgebouw:
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.31 horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies.
1.32 landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
1.33 maaiveld:
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.
1.34 natuurlijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
1.35 omgevingsvergunning:
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
1.36 onderkomens:
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
1.37 openbare nutsvoorziening:
een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.
1.38 peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte aansluitende maaiveld.
1.39 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander
tegen vergoeding.
1.40 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een
omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of
vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting
worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf – waaronder begrepen een
erotische massagesalon-, een seksclub, bordeel, privé-huis en seksbioscoop,
seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.41 standplaats:
een kavel bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van een andere instelling of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
1.42 Value Added Logistics:
aanvullende diensten die aan een product worden toegevoegd gedurende het logistieke proces, zoals verpakken, ompakken, labellen, prijzen, assembleren.
1.43 voorgevel:
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
1.44 voorgevelrooilijn
de voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan, beheersverordening of gemeentelijke bouwverordening.
1.45 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
1.46 weg:
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
1.47 woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.48 woonwagen:
voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
2.2 het bebouwingspercentage:
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.5 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.6 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
2.8 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.9 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.10
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouwgrens dan wel bestemmingsgrens met niet meer dan 2,00 m wordt overschreden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Bedrijventerrein
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de plaats en afmeting van de bebouwing ten behoeve van:
- a. het tot stand brengen van een in stedenbouwkundig en architectonisch opzicht, samenhangend bebouwingsbeeld;
- b. een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing;
- c. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
- d. de voor de verkeersveiligheid benodigde uitzichtshoeken;
- e. de brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding;
- f. de gewenste parkeer-, fietsenstalling-, laad- en losruimte van voldoende omvang op eigen terrein.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Natuur
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Verkeer
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Water - 1
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 9 Water - 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
Op de voor 'Water - 2' aangewezen gronden zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
Artikel 10 Wonen
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- a. de woonsituatie;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
10.4 Afwijken van de bouwregels
10.5 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. zelfstandige bewoning van bijgebouwen;
- b. detailhandel, horeca, kantoren en garagebedrijven;
- c. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
- d. groothandel;
- e. seksinrichtingen;
- f. agrarische doeleinden;
- g. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
10.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 11 Leiding
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
Op de voor 'Leiding' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Leiding - Leidingstrook
12.1 Bestemmingsomschrijving
12.2 Bouwregels
Op de voor 'Leiding - Leidingstrook' bestemde grond mogen ten behoeve van de leidingstrook bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,0 meter.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 13 Waarde - Archeologie
13.1 Bestemmingsomschrijving
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
13.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
- a. de bestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
- b. aan de gronden alsnog de bestemming 'Waarde - Archeologie' toe te kennen indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn
- c. de oppervlaktes en/of de dieptes als genoemd in artikel 13.2 en artikel 13.4.2 te veranderen en/of hier desgewenst een extra aanduiding voor op te nemen indien dat op basis van nader verkregen archeologisch kennis noodzakelijk en/of mogelijk is.
Artikel 14 Waterstaat - Waterlopen
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming, het beheer en het onderhoud van de aangrenzende primaire wateren.
14.2 Bouwregels
Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' bestemde grond mag niet worden gebouwd.
14.3 Afwijken van de bouwregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 15 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 16 Algemene Gebruiksregels
16.1 Gebruiksverbod
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Artikel 17 Algemene Aanduidingsregels
17.1 geluidzone - industrie
17.2 vrijwaringszone - vaarweg
17.3 veiligheidszone - leiding
17.4 milieuzone - geurzone
Artikel 18 Algemene Afwijkingsregels
18.1 10%-regeling
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels al anderszins kan worden afgeweken.
18.2 Meetverschillen
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, mits de afwijking maximaal 3,00 meter bedraagt.
18.3 Afwijken ter voorkoming beperking meest doelmatige gebruik
Burgemeester en wethouders kunnen van de planregels afwijken indien strikte toepassing leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 19 Overige Regels
19.1 Wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
19.2 Voorrangsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 20 Overgangsrecht
20.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
20.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
20.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
- 1. De rechtspersoon Boogers Recycling B.V., Heirstraat 26, te Stein die op het perceel Heirstraat 26 onder meer de volgende activiteiten uitvoert:
- a. het inpandig innemen van groenafval;
- b. de directe opslag van dit groenafval in containers op het buitenterrein in afwachting van transport,
mag deze bedrijfsactiviteiten voortzetten, naast de conform Bijlage 1 Staat vanbedrijfsactiviteiten op dit perceel toegestane bedrijfsactiviteiten. Het bepaalde in artikel 20.2 onder 1. is op dit gebruik niet van toepassing.
- 2. Het gebruik als bedoeld onder 1. mag niet worden uitgebreid;
- 3. Op het moment dat de onder 1. genoemde rechtspersoon het gebruik als bedoeld onder 1. beëindigt, is het gebruik van de gronden voor de genoemde activiteiten, voor zover vallend buiten de conform Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten op dit perceel toegestane bedrijfsactiviteiten, niet langer toegestaan.
Artikel 21 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Havens Stein'.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Aanwezige Bedrijven En Instellingen
Bijlage 1 Aanwezige bedrijven en instellingen
Bijlage 2 Vooroverlegreactie Waterschap Roer En Overmaas
Bijlage 2 Vooroverlegreactie waterschap Roer en Overmaas
Bijlage 3 Vooroverlegreactie Rijkswaterstaat
Bijlage 3 Vooroverlegreactie Rijkswaterstaat