KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Opslag
Artikel 4 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Artikel 6 Algemene Bouwregels
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
Artikel 8 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 9 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
Artikel 11 Slotregel
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Landschapsplan Lemiers Rijksweg 104c
Bijlage 1 Principeverzoek
Bijlage 2 Principestandpunt Gemeente Vaals
Bijlage 3 Advies Stichting Kwaliteitscommissie Limburg
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 5 Stikstofonderzoek
Bijlage 6 Samenvatting Melding Watertoets

Uitbreiding opslagterrein Rijksweg 104c Lemiers

Bestemmingsplan - Gemeente Vaals

Vastgesteld op 09-11-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Uitbreiding opslagterrein Rijksweg 104c te Lemiers' met identificatienummer NL.IMRO.0981.BPuitbRijksweg104c-VG01 van de gemeente Vaals;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0981.BPuitbRijksweg104c-VG01 met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarop ingevolge de regels ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden regels worden gesteld.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aan huis verbonden bedrijf

het hoofdzakelijk door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, en lichte bedrijfsactiviteiten in de milieucategorieën 1 en 2, waarbij de omvang van de activiteiten in een woning en daarbij behorende bijgebouwen zodanig is dat de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd. Hieronder dienen in ieder geval niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel (behoudens beperkte verkoop van artikelen verband houdende met het uitgeoefende bedrijf) alsmede prostitutie, seksinrichting, escortbedrijf, head- en smartshops.

1.6 aan huis verbonden beroep

de uitoefening van een beroep of praktijk op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning of daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Hieronder dienen in ieder geval niet te worden begrepen de uitoefening van ambachten en detailhandel (behoudens beperkte verkoop in het klein in het kader van het uitgeoefende beroep) alsmede prostitutie, seksinrichting, escortbedrijf, head- en smartshops. Hierbij kan de functie ook uitgeoefend worden door een ander dan de feitelijke bewoner van het pand.

1.7 ander bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.8 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.9 bebouwingsoppervlak

het oppervlak van het bouwperceel, bestemmingsoppervlak dan wel van het bouwvlak, dat ten hoogste met gebouwen mag worden bebouwd;

1.10 bebouwingspercentage

een op de verbeelding of in de regels aangegeven cijfer dat het percentage aangeeft dat per bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd.

1.11 bedrijfsmatig

het in zekere omvang en anders dan incidenteel uitoefenen van activiteiten, ook indien dat geschied zonder winstoogmerk.

1.12 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) één persoon, gezin of andere groep van personen, van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.

1.13 bed & breakfast

een bed- en breakfast is een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt aan afwisselend publiek. De ruimtes in een Bed & Breakfast beperken zich tot slaapkamer(s), badkamer(s) en maximaal een (gezamenlijke) gemeenschappelijk ruimte. Een keuken/kookvoorziening is in Bed & Breakfast kamers alsook in de gemeenschappelijke ruimte niet toegestaan. Het ontbijt wordt door de exploitant aangeboden in de slaapkamers danwel gemeenschappelijke ruimte.

Onder een bed&breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;

1.14 begane grond

een bouwlaag geen verdieping zijnde.

1.15 bestaande bebouwing

De als zodanig op de verbeelding aangegeven bebouwing, welke bestaat op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, dan wel op basis van een afgegeven bouwvergunning mag worden c.q. is gebouwd.

1.16 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.17 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.18 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat ingevolge de Wabo bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

1.19 bijgebouw

een gebouw behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw dat, zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw.

1.20 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.21 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.22 bouwlaag:

een gedeelte van het gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.23 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deregels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.24 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.25 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.26 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen,metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.27 dienstverlening

het ter beschikking stellen van kantoorfaciliteiten aan huurders van een opslagruimte.

1.28 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.29 erf

het gedeelte van het bouwperceel niet zijnde voor- en/of zijtuin waarop bijgebouwen mogen worden opgericht.

1.30 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.31 GKM

intergemeentelijk Kwaliteitsmenu.

1.32 hoofdgebouw

een gebouw dat door zijn omvang, constructie en situering het belangrijkste gebouw op een bouwvlak is.

1.33 kantoor

een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijke administratieve aard ten behoeve van derden.

1.34 kleinschalige bedrijven

bedrijven waarvan de behoefte aan opslagruimte niet meer bedraagt dan 60 m2.

1.35 Landschappelijke inpassing

Onder lanschappelijke inpassing wordt in deze planregels verstaan het 'Landschapsplan Lemiers Rijksweg104c', opgesteld door bureau Aelmans met kenmerk M183222.008/ASA en gedateerd 6 juli 2020 (Bijlage 1 bij deze regels).

1.36 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur (met inbegrip van de mens).

1.37 maaiveld

bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.

1.38 maatschappelijk

het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:

  • bibliotheken; en/of
  • gezondheidszorg; en/of
  • naschoolse opvang; en/of
  • kinderopvang; en/of
  • onderwijs; en/of
  • openbare dienstverlening; en/of
  • praktijkruimten; en/of
  • religie; en/of
  • verenigingsleven; en/of
  • welzijnsinstellingen; en/of
  • zorginstellingen.

1.39 ondergeschikt

in aard en omvang of functioneel, ruimtelijk en/ of architectonisch opzicht ten dienste van een hoofdfunctie/ gebouw. In geval er onduidelijkheid is over ondergeschiktheid zijn van een activiteit kan een externe deskundige hierover advies geven.

1.40 ondergeschikte dienstverlening

niet-zelfstandige dienstverlening, waarbij de dienstverlenende activiteit ondergeschikt is aan de bedrijfsmatige opslag, waaronder in ieder geval wordt begrepen het maken van offertes, het voeren van telefonische overleggen of het afhandelen van post;

1.41 omgevingskwaliteit

het samenhangende systeem van water, milieu-, natuur- en landschapskwaliteit.

1.42 omgevingsvergunning

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.

1.43 ondergeschikt

in aard en omvang of functioneel, ruimtelijk en/ of architectonisch opzicht ten dienste van een hoofdfunctie/ gebouw. In geval er onduidelijkheid is over ondergeschiktheid zijn van een activiteit kan een externe deskundige hierover advies geven.

1.44 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.

1.45 particuliere verhuur

verhuur van opslagruimtes aan personen voor de opslag van niet-bedrijfsmatige goederen.

1.46 peil

de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.

1.47 permanente bewoning

indien één of meerdere personenen een woning al dan niet tijdelijk gebruiken als (hoofd)verblijf in de zin van artikel 1:10 BW - zoals dat geldt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan - dan wel anderszins gebruiken voor niet-recreatieve doeleinden.

1.48 prostitutie

het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen vergoeding.

1.49 prostitutiebedrijf

een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt, een erotische massagesalon inbegrepen.

1.50 ruimtelijke kwaliteit

de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.

1.51 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijk besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of erotisch / pornografische voorstellingen plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, seksautomatenhal en sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.52 sekswinkel

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren worden verkocht dan wel verhuurd.

1.53 stedenbouwkundig beeld

het beeld dat wordt bepaald door de bouwmassa’s, de gevelindeling, en de dakvormen van de bebouwing, alsmede de situering en de verschijningsvorm in zijn omgeving, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen.

1.54 straatprostitutie

het zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.55 voorgevellijn

de denkbeeldige lijn, die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen c.q. bouwgrenzen.

1.56 voortuin

gronden gelegen tussen de voorgevelrooilijn en het openbare gebied bestaande uit verkeersontsluiting(en), groenvoorzieningen en/of pleinvormige ruimten.

1.57 vrijstaand bijgebouw

een bijgebouw, dat qua constructie en visueel vrijstaat van het hoofdgebouw of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming.

1.58 Wabo

de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht welke op 1 oktober 2010 in werking is getreden.

1.59 weg

een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en al zodanig aangeduide parkeerterreinen.

1.60 woning/wooneenheid

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.2 Uitzondering wijze van meten

De in deze bepalingen gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op gevel- en kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels, dakgoten en overstekende daken, ventilatiekanalen, schoorstenen en soortgelijke ondergeschikte bouwdelen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Opslag

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

Op de voor ‘Opslag’ aangewezen gronden mogen enkel bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend zijn toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke binnen het gehele bestemmingsvlak zijn toegestaan;
  2. b. geen bedrijfswoning is toegestaan;
  3. c. geen ondergrondse bebouwing is toegestaan.

3.3 Nadere eisen

Niet van toepassing.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing.

3.5 Specifieke gebruiksregels

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing.

3.7 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing.

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis gebonden beroep, met dien verstande dat:
  1. 1. het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 70 m² bedraagt;
  2. 2. de activiteiten door de bewoners van het hoofdgebouw zelf worden uitgeoefend;
  3. 3. op eigen terrein wordt geparkeerd;

een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder tuinen, erven en terreinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en voorzieningen voor het vasthouden (infiltratie), bergen en afvoeren van water.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 4.1, meer in het bijzonder:

  1. a. voor bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. voor aan huis gebonden beroepen buiten het bouwvlak;
  3. c. voor aan huis gebonden bedrijven;
  4. d. voor een bed & breakfast;
  5. e. permanente of tijdelijke bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
  6. f. het bouwkundig en/of functioneel splitsen van een zelfstandige woning in twee of meer zelfstandige woningen;
  7. g. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
  8. h. voor paardenbakken.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene Bouwregels

6.1 Bouwverbod

6.2 Afwijken van het bouwverbod

Artikel 7 Algemene Gebruiksregels

7.1 Strijdig gebruik

7.2 Afwijken van het gebruiksverbod

Artikel 8 Algemene Aanduidingsregels

8.1

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. de in het plan voorgeschreven maten, afmetingen en percentages met ten hoogste10 %;
  2. b. het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, (glas)containers en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:
  1. 1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m²;
  2. 2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
  3. 3. de bouwwerken naar aard en afmetingen passen in het plan, met dien verstande, dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 10 meter mag bedragen;
  4. 4. uit een bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
  5. 5. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van naburige percelen ontstaat.
  1. c. geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding;
  2. d. het oprichten van voorzieningen ten dienste van telecommunicatiedoeleinden, voor zover deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte niet meer bedraagt dan 15 meter voor antennes voor privé-gebruik en niet meer dan 30 meter voor antennes voor gemeenschappelijk gebruik, uitgezonderd voorzieningen ten dienste van telecommunicatiedoeleinden voor openbare orde en veiligheid en indien het betreft het medegebruik van een antenne door meerdere instellingen in welke gevallen de hoogte maximaal 45 meter mag bedragen, mits het woon- en leefklimaat met betrekking tot woningen en andere milieugevoelige objecten niet onevenredig wordt aangetast en uit een bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik.

8.2

Burgemeester en wethouders kunnen bij de verlening van de omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan voorwaarden stellen ten aanzien van de situering van antennes, teneinde een ruimtelijk verantwoorde plaatsing van antennes ten opzichte van de omgeving te waarborgen.

8.3

De in 8.1 genoemde afwijkingen mogen slechts worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. Voorts dient de stedenbouwkundige waarde van de omgeving te zijn gewaarborgd en de, in artikel 9 genoemde procedure te worden gevolgd.

Artikel 9 Algemene Procedureregels

9.1 Procedure afwijking

Bij een afwijking van het bestemmingsplan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.9 Wabo van toepassing.

9.2 Nadere eisen

Bij het stellen van nadere eisen dient bij de voorbereiding van het betreffende besluit de volgende procedure te worden gevolgd:

  1. a. Het ontwerp van het besluit met bijbehorende stukken ligt gedurende drie weken ter inzage.
  2. b. Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren in een of meer in de gemeente verspreid wordende dag- en/of nieuwsbladen bekend.
  3. c. In het voorkomende geval wordt tevens de aanvrager van de bouwvergunning, naar aanleiding waarvan de nadere eisen worden gesteld, tevoren schriftelijk in kennis gesteld van de terinzagelegging.
  4. d. De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent het ontwerpbesluit in te dienen bij burgemeester en wethouders.
  5. e. Burgemeester en wethouders nemen zo spoedig mogelijk een beslissing. De beslissing is, als tegen het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingediend, gemotiveerd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken

10.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Uitbreiding opslagterrein Rijksweg 104c te Lemiers.

Bijlagen Bij Regels

Bijlage 1 Landschapsplan Lemiers Rijksweg 104c

Bijlage 1 Principeverzoek

Bijlage 1 Principeverzoek

Bijlage 2 Principestandpunt Gemeente Vaals

Bijlage 2 Principestandpunt gemeente Vaals

Bijlage 3 Advies Stichting Kwaliteitscommissie Limburg

Bijlage 3 Advies Stichting Kwaliteitscommissie Limburg

Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 4 Akoestisch onderzoek

Bijlage 5 Stikstofonderzoek

Bijlage 5 Stikstofonderzoek

Bijlage 6 Samenvatting Melding Watertoets

Bijlage 6 Samenvatting melding Watertoets