Centrum Brukske Venray
Bestemmingsplan - gemeente Venray
Vastgesteld op 18-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze planregels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
het bestemmingsplan ‘Centrum Brukske Venray’ van de gemeente Venray.
1.2 Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0984.BP09019-on01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 Aan huis gebonden bedrijf
het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot het aan huisgebonden beroep, gericht op consumentenverzorging geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten zodanig is dat als deze in een woning en bijbehorende bijgebouwen wordt uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.
1.4 Aan huis gebonden beroep
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatige verlenen van diensten aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en bijbehorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; hieronder dienen niet te worden begrepen de uitoefening van ambachten respectievelijk prostitutie.
1.5 Aaneengebouwde woning
een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneengebouwde woningen.
1.6 Aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.7 Aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.8 Archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten (resten uit het verleden).
1.9 Archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens de gemeente of door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een opgravingvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
1.10 Bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.11 Bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en/of verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel productiegebonden detailhandel plaatsvindt.
1.12 Bebouwingspercentage
een op de verbeelding of in de regels van dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd. Het bebouwingspercentage wordt berekend over de gronden van het bouwperceel welke binnen het bouwvlak zijn gelegen.
1.13 Bestaand
ten tijde van de inwerkingtreding van het plan aanwezig.
1.14 Bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.15 Bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.16 Bijgebouw
een aangebouwd of vrijstaand gebouw of ander bouwwerk met een dak die door de vorm onderscheiden kan worden van de op hetzelfde perceel gelegen hoofdmassa van het hoofdgebouw (woning), die in architectonisch opzicht ondergeschikt zijn en functioneel dienstbaar aan dit hoofdgebouw.
1.17 Bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.18 Bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.19 Bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en de voor personen toegankelijke onderbouw en met uitsluiting van zolder.
1.20 Bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.21 Bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.
1.22 Bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge het bepaalde in dit plan bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.23 Bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.24 College van burgemeester en wethouders
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.25 Detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.26 Dienstverlening
Het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder in elk geval niet worden begrepen detailhandel en horeca en uitoefening van ambachtelijke bedrijven en seks- en/of pornobedrijven.
1.27 Doeleinden van openbaar nut
kleinschalige nutsvoorzieningen zoals transformatiehuisjes en schakelkastjes, ondergrondse lokale leidingen, tele- en datacommunicatieleidingen, riolering, telefooncellen en wachthuisjes, straatvoorzieningen (o.a. voor afvalstoffen) met een inhoud van maximaal 50 m³ per op te richten bouwwerk en een hoogte van maximaal 3 meter.
1.28 Eindwoning
een woning die ligt aan het begin of eind van een rij aaneengebouwde woningen.
1.29 Erf
een gedeelte van het perceel, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij geldt:
- achtererf: erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant van het hoofdgebouw, op meer dan 1 m van de voorkant van de hoofdmassa van het hoofdgebouw;
- voorerf: erf dat geen onderdeel is van het achtererf;
- zijerf: Het gedeelte van het erf dat zich bevindt aan de zijkant van het hoofdgebouw, startend bij de voorkant en eindigend bij de achterkant van het hoofdgebouw. Het zijerf maakt onderdeel uit van het voorerf wanneer het grenst aan openbaar gebied, als dit niet zo is dan maakt het onderdeel uit van het achtererf vanaf 1 m achter de voorgevelrooilijn.
1.30 Gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.31 Gevel
buitenmuur van een gebouw, waarbij geldt:
- voorgevel: de gevel aan de voorzijde van de hoofdmassa van een gebouw, die georiënteerd is ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn';
- zijgevel: de gevels van de hoofdmassa van een gebouw die haaks staan op de voorgevel;
- achtergevel: de gevel van de hoofdmassa van een gebouw die zich aan de tegenovergestelde kant van de voorgevel bevindt.
1.32 Gestapelde woning
Een woning, onderdeel uitmakende van een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en uit twee of meer bouwlagen bestaat, of waarbij (een deel van) de eerste bouwlaag van een gebouw voor andere met de betreffende bestemming in overeenstemming zijnde doeleinden wordt gebruikt;
1.33 Groothandel
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen, tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
1.34 Grootschalige detailhandel
detailhandel die vanwege het aanbod een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling. De volgende branchering wordt hierbij aangehouden:
- detailhandel in sport- en outdoorartikelen en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
- detailhandel in bruin- en witgoed en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
1.35 Hoeksituatie
een perceel dat met minimaal twee aaneengesloten zijden grenst aan een weg, twee kruisende wegen en / of gevellijn.
1.36 Hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming in functioneel en architectonisch opzicht het belangrijkste is.
1.37 Horeca
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt en/of waarin zaalaccommodatie wordt geëxploiteerd, behorende tot één van de volgende categorieën:
- categorie 1:
een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt; - categorie 2:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Hieronder worden onder andere begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszakenlunchroom, ijssalon/ijswinkel koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant. - categorie 3:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen. Hieronder worden onder andere begrepen: wijkcentrum, café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar; - categorie 4:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Hieronder worden andere andere begrepen: discotheek/dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning); - categorie 5:
een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Hieronder worden onder andere begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.
1.38 Inrichting
elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.
1.39 Kiss & ride zone
een kortparkeervoorziening, specifiek bestemd voor het kortstondig parkeren ten behoeve van het brengen en halen van schoolkinderen van een nabijgelegen basisschool.
1.40 Maatschappelijke dienstverlening
het verlenen van diensten door organisaties op het gebied van openbaar bestuur respectievelijk het verlenen van diensten door religieuze en andere levensbeschouwelijke organisaties, gezondheidsdiensten, sociaal-culturele en culturele instellingen alsmede sociale organisaties.
1.41 Maatvoeringsvlak
Een op de verbeelding aangeven vlak dat binnen een bouwvlak een onderscheid aangeeft tussen toegestane stedenbouwkundige maten, zoals bijvoorbeeld de maximale bouwhoogte, het maximum aantal bouwlagen, etc.
1.42 Mantelzorg
zorg die mensen vrijwillig en onbetaald verlenen aan mensen met fysieke, verstandelijke of psychische beperkingen in hun familie, huishouden of sociale netwerk; het gaat om zorg die meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is.
1.43 Mantelzorgindicatie
een indicatie dat sprake is van een zorgbehoefte en een daarvan afgeleide noodzaak tot huisvesting ten behoeve van mantelzorg, die dient te worden vastgesteld door het gemeentelijke Wmo loket.
1.44 Milieuhygiënische uitvoerbaarheid
overkoepelend begrip voor relevante milieuaspecten zoals bodem, geluid, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid, etc. aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden, zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd en een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse is geborgd.
1.45 Omgevingsvergunning
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
1.46 Ondergronds
beneden het peil.
1.47 Opslag
het opslaan van goederen of materialen en/of een gebouw dat ten behoeve van opslag wordt gebruikt.
1.48 Ontsluitingsstructuren
(straat)verharding ten behoeve van de ontsluiting van een perceel.
1.49 (para)medische instellingen
instellingen van waaruit medische, paramedische, (geestelijke) gezondheidszorg of therapeutische zorg wordt verleend, niet zijnde een ziekenhuis.
1.50 Peil
- voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.51 Prostitutie
het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen vergoeding.
1.52 Staat van bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteitenlijst ontleend aan de VNG uitgave ‘Bedrijven en Milieuzonering’ zoals opgenomen in bijlage 1 van deze planregels.
1.53 Seksinrichting
een voor het publiek toegankelijk gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel, zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te hoop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Een prostitutiebedrijf is hieronder mede begrepen. Seks- en/of pornobedrijf is een aparte functie en valt op geen enkele wijze onder enig andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.
1.54 Stedenbouwkundig beeld
het beeld dat wordt bepaald door de bouwmassa’s, de gevelindeling, en de dakvormen van de bebouwing, alsmede de situering en de verschijningsvorm in zijn omgeving.
1.55 Sociale huurwoning
een huurwoning met een aanvangshuurprijs onder de grens als bedoeld in artikel 13 lid 1 onder a van de Wet op de huurtoeslag, waarbij de instandhouding voor de in een gemeentelijke verordening omschreven doelgroep voor ten minste tien jaar na in gebruik name is verzekerd.
1.56 Supermarkt
een (detailhandel)bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig en in hoofdzaak een grote verscheidenheid aan levensmiddelen te koop wordt aangeboden, verstrekt dan wel geleverd.
1.57 Twee-aaneengebouwde woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen, waarbij de woning met de zijgevel van het hoofdgebouw of van het aangebouwd bijbehorend bouwwerk aaneengebouwd is aan de aan de andere zijde gelegen zijgevel van een hoofdgebouw of van een hierbij aangebouwd bijgebouw.
1.58 Verbeelding
de analoge verbeelding van bestemmingsplan ‘Centrum Brukske Venray’.
1.59 Verblijfsgebied
openbare ruimte voor het verblijven van personen.
1.60 Verkoopvloeroppervlak
de voor het publiek toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van detailhandel.
1.61 Volumineuze detailhandel
detailhandel die vanwege de gevoerde goederen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling. De volgende branchering wordt hierbij aangehouden:
- detailhandel in auto’s en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
- detailhandel in boten, caravans en landbouwwerktuigen en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen, alsmede detailhandel in grove bouwmaterialen;
- detailhandel in meubels, vloeren, keukens, sanitair, zonwering, verlichting en hiermee vergelijkbare artikelen ten behoeve van woninginrichting en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
- detailhandel in volumineuze goederen ten behoeve van de buiteninrichting zoals tuinartikelen, vijvers, zwembaden en hiermee vergelijkbare artikelen en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
- detailhandel in bouwmaterialen (bouwmarkten) en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen.
1.62 Voorgevel
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw. In een hoeksituatie kan sprake zijn van twee voorgevels.
1.63 Wabo
wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.64 Waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen ten behoeve van waterberging of -infiltratie en voorzieningen ten behoeve van de aan- en afvoer van (hemel)water, zoals leidingen, watergangen, waterlopen en waterpartijen.
1.65 Weg
een voor het openbaar verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeervoorzieningen;
1.66 Wmo
wet maatschappelijke ondersteuning; regelt een samenhangend aanbod van zorg- en welzijnsvoorzieningen die gemeenten verstrekken aan mensen die zorg nodig hebben, bijvoorbeeld huishoudelijke verzorging, woningaanpassingen of vervoer naar dagactiviteiten gericht op het bevorderen van maatschappelijke participatie en civil society.
1.67 Woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
1.68 Zorgbehoefte
een behoefte aan zorg; in het kader van beleid gebruikt voor de veronderstelde wens en noodzaak van zorg.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 De goothoogte van een bouwwerk
Verticaal vanaf het peil tot de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 De inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 De bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftschachten, lichtkoepels, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 De lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
horizontaal tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).
2.6 De oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- detailhandel, uitsluitend op de begane grond en met dien verstande dat maximaal 2 supermarkten zijn toegestaan welke een gezamenlijk verkoopvloeroppervlak mogen hebben van maximaal 2.100 m2;
- horeca, uitsluitend op de begane grond en met dien verstande dat slechts horeca in de categorieën zoals beschreven in artikel 1.37 sub a en b is toegestaan;
- dienstverlening;
- maximaal 20 gestapelde sociale huurwoningen, uitsluitend op de verdiepingen;
met de daarbij behorende:
- doeleinden van openbaar nut;
- ontsluitingsstructuren;
- inpandige voorzieningen ten behoeve van laden en lossen;
- parkeervoorzieningen;
- voet- en rijwielpaden;
- groenvoorzieningen;
- ondergrondse en/of bovengrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige bijbehorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor:
- het straat en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de sociale veiligheid;
- de externe veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden en/of opstallen voor:
- grootschalige en/of volumineuze detailhandel;
- horeca in de categorieën zoals beschreven in artikel 1.37 sub c tot en met e
- ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
- het opslaan en stallen van materialen buiten de bebouwing;
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groenvoorzieningen;
- sport- en speelvoorzieningen;
- verblijfsgebied;
- kunstuitingen;
- ‘kiss & ride’ zone;
- bijgebouwen ten behoeve van fietsenberging, opslag en vergelijkbare doeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bijgebouwen’;
- parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’;
- voet- en rijwielpaden;
- doeleinden van openbaar nut;
- ondergrondse en/of bovengrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 voor het oprichten van bijgebouwen ten behoeve van de onder 4.1 sub f genoemde functies buiten de aanduiding ‘bijgebouwen’, met dien verstande dat:
- de nieuwe situering geen onevenredige gevolgen mag hebben voor de bestaande groenstructuur;
- de nieuwe situering passend moet zijn binnen het bestaande omgevingsbeeld en de bestaande omgevingskwaliteit.
- de belangen van derden niet onevenredig mogen worden geschaad.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden voor verkeers- en parkeerdoeleinden, behoudens voorzieningen welke zijn toegestaan krachtens het bepaalde onder 4.1.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Maatschappelijk
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- instellingen en voorzieningen op (para)medisch, sociaal cultureel, educatief of religieus gebied, dan wel op het gebied van sport en recreatie of openbaar bestuur;
- horeca, met dien verstande dat slechts horeca in de categorieën zoals beschreven in artikel 1.37 sub a en b is toegestaan, of horeca zoals beschreven in artikel 1.37 sub c voor zover het een wijkcentrum betreft;
met de daarbij behorende:
- speel- en sportvoorzieningen;
- doeleinden van openbaar nut;
- ‘kiss & ride’ zone;
- bijgebouwen ten behoeve van fietsenberging, opslag en vergelijkbare doeleinden;
- (voorzieningen ten behoeve van) laden en lossen en parkeervoorzieningen;
- voet- en rijwielpaden;
- groenvoorzieningen;
- ondergrondse en/of bovengrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige bijbehorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor:
- het straat en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de sociale veiligheid;
- de externe veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden en/of opstallen voor:
- detailhandel;
- horeca in de categorieën zoals beschreven in artikel 1.37 sub d en e;
- ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
- tijdelijke en/of permanente bewoning;
- het opslaan en stallen van materialen buiten de bebouwing.
Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wegen;
- parkeervoorzieningen;
- ‘kiss & ride’ zone;
- voet- en rijwielpaden;
- verblijfsgebied;
- groenvoorzieningen;
- kunstuitingen;
- doeleinden van openbaar nut;
- ondergrondse en/of bovengrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige bijbehorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op of in de voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:
- de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer maximaal 12 m bedraagt;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m bedraagt.
6.3 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden of opstallen ten behoeve van motorbrandstofverkooppunten.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 ten behoeve van het toestaan van incidentele evenementen, met dien verstande dat:
- de waarde van de onderliggende en omringende bestemmingen als gevolg van de omgevingsvergunning niet onevenredig mag worden aangetast;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat ter plaatse;
- omliggende functies door het gebruik voor een tijdelijk evenement niet onevenredig worden belemmerd in de mogelijkheden voor hun bedrijfsvoering;
- voldoende parkeergelegenheid aanwezig dient te zijn en er geen onevenredige verkeersbelasting mag ontstaan op de toevoerwegen.
6.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - monument’ zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) de ter plaatse van de aanduiding aanwezige gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde te slopen.
Artikel 7 Wonen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen;
- ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’:
- bedrijven behorende tot de categorieën 1 en 2 zoals opgenomen in de ‘staat van bedrijfsactiviteiten’, met dien verstande dat de oppervlakte per bedrijf maximaal 50 m2 bedraagt en dat de maximale oppervlakte ten behoeve van kleinschalige bedrijvigheid maximaal 200 m2 bedraagt;
- maatschappelijke dienstverlening;
- zakelijke en overige dienstverlening;
met dien verstande dat deze functies ter plaatse van de aanduiding gemengd slechts op de begane grond zijn toegestaan;
- tuinen en erven;
- doeleinden van openbaar nut
- ondergrondse en/of bovengrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige bijbehorende voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken en andere bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor:
- het straat en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de sociale veiligheid;
- de externe veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- zelfstandige bewoning van vrijstaande bijgebouwen;
- zelfstandige bewoning van (een gedeelte van) woningen, waaronder begrepen aan-, uit- of bijgebouwen, in het kader van mantelzorg;
- seksinrichtingen.
- bedrijf aan huis;
- de uitoefening van detailhandel, behoudens de uitoefening van detailhandel in beperkte mate die verband houdt met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
7.6 Wijzigingsbevoegdheid
- Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming te wijzigen door het verschuiven of vergroten van het bouwvlak, onder de voorwaarden dat:
- het bouwvlak met maximaal 10% mag worden vergroot;
- dit niet leidt tot een toename van het aantal woningen;
- dit past binnen het straat- en bebouwingsbeeld;
- de maximale goothoogte in acht wordt genomen;
- Burgmeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, en toe te staan dat het woningtype wordt gewijzigd, onder de voorwaarden dat:
- dit passend is in het bestaande straat- en bebouwingsbeeld;
- sprake is van een goede stedenbouwkundige uitvoering;
- de belangen van de eigenaren en / of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- er sprake is van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
- toename van het aantal woningen slechts is toegestaan wanneer dit past in het gemeentelijke en regionale woonbeleid;
- voldaan wordt aan de bouw- en gebruiksregels van de bestemming 'Wonen'.
Artikel 8 Waarde - Archeologie
8.1 Artikel 8 Waarde - Archeologie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen en terreinen.
8.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mag op of in de voor ‘ Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden niet eerder worden gebouwd, dan nadat de aanvrager van de omgevingsvergunning een archeologisch onderzoek overlegt waaruit naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders in voldoende mate blijkt dat geen archeologische waarden in het geding zijn, dan wel nadat de aanwezige archeologische waarden naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders voldoende zijn veilig gesteld.
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
10.1 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
11.1 Algemeen gebruiksverbod
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.
11.2 Algemeen verbod op uitoefening prostitutie
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de binnen dit bestemmingsplan gelegen gronden en opstallen voor prostitutiedoeleinden, dan wel de exploitatie van een seksinrichting of daarmee vergelijkbare vorm van bedrijf.
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
Indien hierbij geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken kunnen Burgemeester en Wethouders middels een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende bepalingen in het plan ten behoeve van:
- het afwijken van de voorgeschreven maatvoering ten aanzien van bouwhoogten, bebouwde oppervlakten, dakhellingen, inhoudsbepalingen, goothoogten, en hoogten van bouwwerken geen bouwwerken zijnde, met ten hoogste 10%;
- het in geringe mate, doch niet meer dan 1 meter, afwijken (ten behoeve van bebouwing of gebruik) van een bestemmingsgrens of van de ligging van de voorgevellijn, voor zover dit noodzakelijk is om het plan (en de daaraan ten grondslag liggende intenties) in te passen in de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein;
- de situering van een ondergeschikt bouwdeel buiten het bouwvlak;
- het ten aanzien van een ondergeschikt bouwdeel afwijken van de ter plaatse toegestane maximale bouwhoogte.
Artikel 13 Algemene Procedureregels
13.1 Omgevingsvergunning
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
13.2 Wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
13.3 Nadere eisen
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, worden de navolgende procedureregels in acht genomen:
- het ontwerpbesluit tot het stellen van nadere eisen ligt met bijbehorende stukken gedurende 4 weken ter inzage;
- Burgemeester en Wethouders maken de onder a. bedoelde terinzagelegging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze bekend;
- de bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen;
- gedurende de onder a. genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijke zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwen
14.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 15 Slotregel
De regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald als de regels van het bestemmingsplan ‘Centrum Brukske Venray’ van de gemeente Venray.