Oude Heerweg-Berkenstraat Blitterswijck
Bestemmingsplan - gemeente Venray
Vastgesteld op 22-09-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het bestemmingsplan Oude Heerweg-Berkenstraat Blitterswijck met identificatienummer NL.IMRO.0984.BP14011-va01 van de gemeente Venray.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan huis verbonden bedrijfsmatige activiteiten
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang van de activiteiten en uitstraling daarvan zodanig is, dat de activiteiten in een woning en de bijbehorende bouwwerken in overwegende mate met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.
1.6 aan huis verbonden beroepsmatige activiteit
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, maatschappelijk,(para)medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en bijbehorende bouwwerken, in overwegende mate met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.
1.7 ander bouwwerk
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.8 bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.9 bebouwingspercentage
Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.10 bed & breakfast
Een overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis of daarbij behorend bijgebouw, ondergeschikt aan de woonfunctie en wordt gerund door de bewoner van de betreffende woning.
1.11 bedrijf
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
1.12 bedrijfsgebouw
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
1.13 bedrijfsvloeroppervlak
de totale oppervalakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimtemen en dergelijke.
1.14 bedrijfswoning
Een woning, in of bij een bedrijf of instelling, bestemd voor (het gezin van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is; deze woning wordt begrepen onder de bedrijfsgebouwen.
1.15 bestaand
Bouwwerk: een ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig bouwwerk.
Gebruik: het gebruik op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.16 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.17 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.18 bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.19 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.20 bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.21 bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.22 bouwperceelgrens
De grens van een bouwperceel.
1.23 bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.24 bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.25 detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.26 doeleinden van openbaar nut
Kleinschalige nutsvoorzieningen zoals transformatorhuisjes en schakelkastjes, ondergrondse lokale leidingen, tele- en datacommunicatieleidingen, riolering, telefooncellen en wachthuisjes en straatvoorzieningen.
1.27 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.28 hoofdgebouw
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.29 horeca
Een bedrijf waar dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
1.30 overig bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.31 pand
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.32 peil
- a. voor gebouwen: de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte begane grondvloer en/of de hoofdtoegang van de woning;
- b. voor bouwwerken, geen gebouw zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwperceel
1.33 prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.34 seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotischemassagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.35 woning
Een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.2 de dakhelling:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 de hoogte van een windturbine:
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
2.5 de inhoud van een bouwwerk:
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
Tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar de afstand het kortste is.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor `Groen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. watergangen ten behoeve van het ontvangen, bergen en/of afvoeren van water en waterpartijen;
- c. onderhoudspaden;
- d. ondergrondse en/of bovengrondse waterhuishoudkundige- en infiltratievoorzieningen;
- e. doeleinden van openbaar nut;
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan aan deze bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende regels:
3.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' de bestemming 'Groen' wijzigen in de bestemming 'Wonen-Bedrijf' mits de volgende voorwaarden in acht worden genomen:
- a. de bepalingen zoals opgenomen in artikel artikel 6 ('Wonen-Bedrijf') van deze regels blijven onverkort van toepassing;
- b. er mag maximaal 1 bedrijfswoning gebouwd worden;
- c. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
- d. er dient voorzien te worden in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein ten behoeve van het wonen;
- e. de natuurlijke, cultuurhistorische, visueel-landschappelijke, abiotische en archeologische waarden mogen niet onevenredig worden aangetast;
- f. er dient sprake te zijn van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid.
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor `VeBijlage bij de RegelsVerkeer´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten;
- b. voet- en fietspaden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. ondergrondse en/of bovengrondse waterhuishoudkundige- en infiltratievoorzieningen;
- f. doeleinden van openbaar nut;
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan aan deze bestemming en waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende regels:
4.3 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor motorbrandstofverkooppunten.
Artikel 5 Wonen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor `Wonen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen;
- b. bijbehorende bouwwerken;
- c. aan huis gebonden beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten;
- d. ondergrondse en/of bovengrondse waterhuishoudkundige- en infiltratievoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. parkeervoorzieningen.
Een en ander met bijbehorende tuinen en erven en met dien verstande dat binnen de bestemming 'Wonen' te allen tijden ten aanzien van de ter plaatse aanwezige functie moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
5.2 Bouwregels
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan aan deze bestemming en waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende regels:
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 voor het toestaan van een andere afdekking van het hoofdgebouw van de woning, mits :
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden;
- b. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
- c. er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig zijn;
- d. aan het stedenbouwkundige beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5.1 onder a voor het gebruik van bijbehorende bouwwerken bij woningen in het kader van mantelzorg, mits:
- a. er sprake moet zijn van een mantelzorgindicatie;
- b. het ten behoeve van mantelzorg ingerichte vloeroppervlakte maximaal 70 m² bedraagt, met dien verstande dat maximaal 40% van het achtererf mag worden bebouwd;
- c. de voorziening stedenbouwkundig aanvaardbaar moet zijn;
- d. er sprake moet zijn van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
- e. de ter plaatse aanwezige ecologische en cultuurhistorische waarden niet mogen worden geschaad;
- f. het gebruik voor zelfstandige bewoning moet worden beëindigd wanneer geen sprake meer is van de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande behoefte aan mantelzorg.
Artikel 6 Wonen-bedrijf
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan aan deze bestemming en waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende regels:
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. in lid 6.2.2 voor het toestaan van een andere afdekking van het hoofdgebouw van de bedrijfswoning;
- b. in lid 6.2.2 voor het bouwen met één zijgevel van bedrijfsgebouwen, geen bedrijfswoningen zijnde in de zijdelingse perceelgrens waarbij een onbebouwde strook met een breedte van ten minste 3 meter behouden dient te blijven langs één zijdelingse perceelsgrens;
en mits:
- 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden;
- 2. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
- 3. er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig zijn;
- 4. aan het stedenbouwkundige beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.
6.5 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
- a. voor geluidhinder veroorzakende activiteiten die zijn aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Stb. 1993, 50);
- b. voor detailhandel met dien verstande dat beperkte verkoop inherent aan de betreffende activiteit is toegestaan;
- c. voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit anders dan vermeld in de milieucategorieën 1 en 2 zoals weergegeven in de als bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijven;
- d. van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen als zelfstandige woning;
- e. voor bedrijfswoningen buiten het aanduidingsvlak 'wonen';
- f. voor leisure;
- g. voor horeca.
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Bouwregels
8.1 Bouwhoogte in verband met militaire doeleinden
Teneinde militair vliegverkeer en radarsignalen niet te verstoren gelden de volgende regels:
- a. windturbines waarvan de tippen van de wieken hoger zijn dan 114 meter boven NAP, zijn niet toegestaan;
- b. overige bouwwerken waarvan de bouwhoogte hoger is dan 65,00 meter boven NAP, zijn niet toegestaan.
8.2 Ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, zonnecollectoren, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- of bestemmingsgrens niet meer dan 1,00 meter bedraagt.
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
9.1 Algemene gebruiksregels
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken, doen gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.
9.2 Algemeen strijdig gebruik
Onder gebruik strijdig met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting, prostitutie of straatprostitutie.
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
10.1 Binnenplans afwijken
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 10 meter;
- c. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken,geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40,00 m;
- d. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van ondergeschikte bouwonderdelen als schoorstenen, zonnecollectoren, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen wordt verhoogd, mits de verhoging niet meer dan 3.00 meter bedraagt;
- e. van de bestemmingsregels voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwtjes van openbaar nut zoals gasreduceerstations en schakelstations mits de inhoud niet meer dan 50 m3 en de goothoogte niet meer dan 3 meter bedraagt.
10.2 Toetsingskader
Het bevoegd gezag kan uitsluitend een omgevingsvergunning verlenen indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. het straat-, bebouwings- en landschapsbeeld;
- b. het woon- en leefklimaat;
- c. de waterstaatkundige belangen;
- d. de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven;
- e. de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen, om overeenkomstig artikel 3.6 sub a van de Wet ruimtelijke ordening de op de verbeelding ingetekende bestemmingsgrenzen met maximaal 5 meter te verschuiven, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredige worden geschaad;
- b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische, landschappelijke- of natuurwaarden;
- c. uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt, dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
- d. door middel van onderzoek dient te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem;
- e. door middel van een flora- en faunaonderzoek dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving;
- f. door middel van een onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat het waterbelang voldoende is meegewogen;
- g. de belangen van de betreffende bestemming(en) worden niet onevenredige aangetast.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Een en ander behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979, inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van een bestemmingsplan bestaand gebruik.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Oude Heerweg-Berkenstraat Blitterswijck'.
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 1 Akoestisch onderzoek
Bijlage 2 Verkeersbesluit Verplaatsing Komgrens
Bijlage 2 Verkeersbesluit verplaatsing komgrens
Bijlage 3 Besluit Vaststelling Hogere Grenswaarde
Bijlage 3 Besluit vaststelling hogere grenswaarde
Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek Archimil Asten (Maart 2006)
Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek Archimil Asten (maart 2006)
Bijlage 5 Verkennend Bodemonderzoek Hmb (September 2006)
Bijlage 5 Verkennend bodemonderzoek HMB (september 2006)
Bijlage 6 Saneringsplan Bodem Hmb (1998)
Bijlage 6 Saneringsplan bodem HMB (1998)
Bijlage 7 Evaluatieverslag Bodemsanering Hmb (Januari 2008)
Bijlage 7 Evaluatieverslag bodemsanering HMB (januari 2008)
Bijlage 8 Goedkeuringsbesluit Sanering Gs Limburg 1-10-2008
Bijlage 8 Goedkeuringsbesluit sanering GS Limburg 1-10-2008
Bijlage 9 Actualisatie Grondwateronderzoek Hmb (September 2005)
Bijlage 9 Actualisatie grondwateronderzoek HMB (september 2005)
Bijlage 10 Grondwatersaneringsplan Hmb (September 2005)
Bijlage 10 Grondwatersaneringsplan HMB (september 2005)
Bijlage 11 Archeologisch Bureau-en Booronderzoek
Bijlage 11 Archeologisch bureau-en booronderzoek
Bijlage 12 Flora- En Fauna-onderzoek
Bijlage 12 Flora- en fauna-onderzoek
Bijlage 13 Watertoets Grontmij Nederland (Februari 2009)
Bijlage 13 Watertoets Grontmij Nederland (februari 2009)
Bijlage 14 Wateradvies
Bijlage 15 Vooroverleg Reactie Provincie
Bijlage 15 Vooroverleg reactie provincie
Bijlage 16 Actualisatierapportage Bodemonderzoeken
Bijlage 16 Actualisatierapportage bodemonderzoeken