KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Bos
Artikel 6 Detailhandel
Artikel 7 Dienstverlening
Artikel 8 Gemengd
Artikel 9 Gemengd - 2
Artikel 10 Groen
Artikel 11 Groen - 2
Artikel 12 Horeca
Artikel 13 Maatschappelijk
Artikel 14 Maatschappelijk - 2
Artikel 15 Recreatie
Artikel 16 Sport
Artikel 17 Verkeer
Artikel 18 Water
Artikel 19 Wonen
Artikel 20 Woongebied
Artikel 21 Woongebied - 2
Artikel 22 Leiding - Gas
Artikel 23 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 24 Leiding - Riool
Artikel 25 Leiding - Water
Artikel 26 Waarde - Archeologie 2
Artikel 27 Waarde - Archeologie 4
Artikel 28 Waarde - Archeologie 5
Artikel 29 Waarde - Archeologie 3
Artikel 30 Waarde - Boom
Artikel 31 Waterstaat -Beschermingszone Watergang
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 32 Overgangsrecht
Artikel 33 Slotregels
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Omissies En Juridische Regeling
2.1 Beschrijving Omissies En Reparatie
2.2 Toelichting Op De Planregels
2.3 Toelichting Op De Verbeelding
Hoofdstuk 3 Beleid En Regelgeving Van Rijk, Provincie En Gemeente
Hoofdstuk 4 Milieuaspecten
Hoofdstuk 5 Economische Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 6 Procedure
Bijlage 1 Proefsleuvenonderzoek 'T Brukske

Venray 2e partiële herziening (reparatie div.)

Bestemmingsplan - Gemeente Venray

Vastgesteld op 27-06-2023 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

Op het plan zijn de begrippen behorende bij het moederplan, zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant van toepassing.

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Venray 2e partiële herziening (reparatie div.)' met identificatienummer NL.IMRO.0984.BP20010-va01 van de gemeente Venray.

1.2 moederplan:

het bestemmingsplan 'Venray' met identificatienummer NL.IMRO.0984.BP15001-va01, aldus vastgesteld door de raad op 19 september 2017.

1.3 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.4 Voorgevelrooilijn:

Het begrip voorgevelroolijn (1.94) in het moederplan, zoals genoemd in 1.2 wordt als volgt gewijzigd: een virtuele lijn die samenvalt met de (bestaande) voorgevel van de woning, en die zich uitstrekt in het verlengde ter weerszijde van de voorgevel, waarnaar de voorgevel van een woning moet zijn georiënteerd en die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen.

en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

Het begrip 1.4.1 'Erf' wordt als volgt gewijzigd:

Een gedeelte van het perceel, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij geldt:

Achtererf: Erf achter de met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied evenwijdig gelegen lijn, die het hoofdgebouw raakt:

aan een niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel, op 1 meter achter het snijpunt met de voorgevel, en,

aan een naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel, op het snijpunt met de achtergevel.

Voorerf: Erf dat geen onderdeel is van het achtererf.

Zijerf: Het gedeelte van het erf dat zich bevindt aan de zijkant van het hoofdgebouw, startend bij de voorkant en eindigend bij de achterkant van het hoofdgebouw. Het zijerf maakt onderdeel uit van het voorerf wanneer het grenst aan openbaar gebied, als dit niet zo is dan maakt het onderdeel uit van het achtererf vanaf 1 meter achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde.

Het begrip 1.94 'Voorgevelrooilijn' komt te vervallen.

Het begrip 1.95 'Voorkant van een hoofdgebouw'wordt als volgt gewijzigd:

De gevel waarlangs de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde loopt.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels van artikel 2 van het moederplan, zoals genoemd in 1.2.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

Hiervoor gelden de regels in artikel 3 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 3.2.3 lid a1 wordt als volgt gewijzigd: erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde maximaal 1 meter mag bedragen en achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde 2 meter mag bedragen.

Artikel 4 Bedrijf

Hiervoor gelden de regels in artikel 4 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevanten met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 4.2.5 lid b1 wordt als volgt gewijzigd: erfafscheidingen, die voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 1 meter mogen zijn en achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 2 meter mogen zijn.

Artikel 5 Bos

Hiervoor gelden de regels in artikel 5 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 6 Detailhandel

Hiervoor gelden de regels in artikel 6 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 6.2.4 lid b1 wordt als volgt gewijzigd: erfafscheidingen, die voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 1 meter mogen zijn en achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 2 meter mogen zijn.

Artikel 7 Dienstverlening

Hiervoor gelden de regels in artikel 7 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 7.2.4 lid b1 wordt als volgt gewijzigd: erfafscheidingen, die voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 1 meter mogen zijn en achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 2 meter mogen zijn.

Artikel 8 Gemengd

Hiervoor gelden de regels in artikel 8 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 8.2.4 lid b1 wordt als volgt gewijzigd: erfafscheidingen, die voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 1 meter mogen zijn en achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 2 meter mogen zijn.

Artikel 9 Gemengd - 2

Hiervoor gelden de regels in artikel 9 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 9.2.4 lid b1 wordt als volgt gewijzigd: erfafscheidingen, die voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 1 meter mogen zijn en achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 2 meter mogen zijn.

Artikel 10 Groen

Hiervoor gelden de regels in artikel 10 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant

Artikel 11 Groen - 2

Hiervoor gelden de regels in artikel 11 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 12 Horeca

Hiervoor gelden de regels in artikel 12 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 12.2.5 lid b1 wordt als volgt gewijzigd: erfafscheidingen, die voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 1 meter mogen zijn en achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 2 meter mogen zijn.

Artikel 13 Maatschappelijk

Hiervoor gelden de regels in artikel 13 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 13.2.5 lid b1 wordt als volgt gewijzigd: erfafscheidingen, die voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 1 meter mogen zijn en achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 2 meter mogen zijn.

Artikel 14 Maatschappelijk - 2

Hiervoor gelden de regels in artikel 14 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 14.2.4 lid b1 wordt als volgt gewijzigd: erfafscheidingen, die voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 1 meter mogen zijn en achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde worden gesitueerd maximaal 2 meter mogen zijn.

Artikel 15 Recreatie

Hiervoor gelden de regels in artikel 15 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 16 Sport

Hiervoor gelden de regels in artikel 16 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevan ten met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 16.2.3 lid a wordt als volgt gewijzigd: de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de begrenzieng van het bouwval aan de weg gekeerde zijde maximaal 1 meter mag bedragen;

Artikel 17 Verkeer

Hiervoor gelden de regels in artikel 17 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 18 Water

Hiervoor gelden de regels in artikel 18 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 19 Wonen

Hiervoor gelden de regels in artikel 19 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. Artikel 19.2.1 lid d wordt als volgt gewijzigd: ongeacht het bepaalde in artikel 19.2.2, artikel 19.2.3 en artikel 19.2.6 dient tenminste 50% van het achtererf van het woonperceel onbebouwd en onoverdekt te blijven, met uitzondering van patiowoningen waar tenminste 20% van het bouwperceel, gelegen achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde, onbebouwd en onoverdekt dient te blijven.
  2. b. Artikel 19.2.2 lid h wordt als volgt gewijzigd: de voorgevel van een hoofdgebouw dient in of ten hoogste 3 meter achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde te worden gebouwd. Indien voor een bouwperceel twee begrenzingen van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde zijn bepaald dient zowel de voor- als zijgevel in of ten hoogste 3 meter achter deze lijn te worden gebouwd.
  3. c. Artikel 19.2.3 lid b2 vierde aandachtsstreepje wordt als volgt gewijzigd: de carport maximaal 2,5 meter voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde mag worden gebouwd.
  4. d. Artikel 19.2.6 lid a wordt als volgt gewijzigd: de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen vóór de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde maximaal 1 meter mag bedragen;
  5. e. Artikel 19.2.6 lid b wordt als volgt gewijzigd: in afwijking van het bepaalde onder a mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen aan de zijgevel bij hoekwoningen voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde maximaal 2 meter bedragen, mits.
  6. f. Artikel 19.5.1 lid e wordt als volgt gewijzigd: gebruik van gronden voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde ten behoeve van het stallen van voertuigen, caravans en dergelijke, anders dan op een oprit.

Artikel 20 Woongebied

Hiervoor gelden de regels in artikel 20 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. Artikel 20.2.1 lid e wordt als volgt gewijzigd: ongeacht het bepaalde in de artikelen 20.2.2, 20.2.3 en 20.2.4 dient tenminste 50% van het achtererf van het woonperceel onbebouwd en onoverdekt te blijven, met uitzondering van patiowoningen waar tenminste 20% van het bouwperceel, gelegen achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde, onbebouwd en onoverdekt dient te blijven.

Artikel 21 Woongebied - 2

Hiervoor gelden de regels in artikel 21 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. aan artikel 21.2.2 lid b wordt toevoegd: en het totaal aantal bestaande woningen mag niet meer bedragen dan 74 conform de huidige situatie, waarmee het totaal aantal toegestane woningen op 314 (bestaand en nieuw) komt.

Artikel 22 Leiding - Gas

Hiervoor gelden de regels in artikel 22 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 23 Leiding - Hoogspanningsverbinding

Hiervoor gelden de regels in artikel 23 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 24 Leiding - Riool

Hiervoor gelden de regels in artikel 24 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 25 Leiding - Water

Hiervoor gelden de regels in artikel 25 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 26 Waarde - Archeologie 2

Hiervoor gelden de regels in artikel 26 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 27 Waarde - Archeologie 4

Hiervoor gelden de regels in artikel 27 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 28 Waarde - Archeologie 5

Hiervoor gelden de regels in artikel 28 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 29 Waarde - Archeologie 3

Hiervoor gelden de regels in artikel 29 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 30 Waarde - Boom

Hiervoor gelden de regels in artikel 30 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Artikel 31 Waterstaat -Beschermingszone Watergang

Hiervoor gelden de regels in artikel 31 van het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Hiervoor gelden de algemene regels behorende bij het moederplan zoals genoemd in 1.2 voor zover relevant.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 32 Overgangsrecht

32.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

32.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 33 Slotregels

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Venray 2e partiële herziening (reparatie div.)'.

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Venray van ..............

Mij bekend,

de raadsgriffier.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Deze 2e partiële herziening van het bestemmingsplan 'Venray' voorziet in de reparatie van een aantal in de loop der tijd geconstateerde omissies. Het betreffen ondergeschikte zaken die bij de toetsing van bouwplannen c.q. initiatieven aan dit bestemmingsplan aan het licht zijn gekomen. Het gaat om de volgende omissies:

  1. 1. Herstel van de onbedoelde gevolgen van een niet werkende koppeling (figuur: relatie) tussen twee bestemmingsvlakken met de bestemming 'Woongebied' en de tussenliggende bestemming 'Verkeer' op de digitale verbeelding van het bestemmingsplan 'Venray' in relatie tot het beoogde maximum aantal wooneenheden (130 woningen) verdeeld over deze twee bestemmingsvlakken.
  2. 2. Herstel van de onbedoelde gevolgen van een niet werkende koppeling (figuur: relatie) tussen drie bouwvlakken aan de Grutto en de tussenliggende bestemming 'Verkeer' op de digitale verbeelding van het bestemmingsplan 'Venray' in relatie tot het beoogde maximum aantal wooneenheden (41 + 3 woningen) verdeeld over deze drie bouwvlakken.
  3. 3. Herstel van het toegestane maximum aantal woningen op het Servaasterrein binnen de bestemming 'Woongebied - 2' bestaande uit het aantal bestaande woningen (74) en het aantal nieuwe woningen (80), zodat binnen het betreffende bestemmingsvlak maximaal 154 woningen (bestaande en nieuw) zijn toegestaan.
  4. 4. Herstel van de ontbrekende aanduiding voor bijgebouwen aan de voorzijde van de woningen in de woonwijk Kulut I (Gosewijnhof 5, Florishof 4, 9, 17 en 20, Dagoberthof 8 tot en met 23 en 28).
  5. 5. Het wijzigen van de bestemming 'Verkeer' in de bestemming 'Wonen' ter plaatse van Dagoberthof 7 en 24 (perceelnummers 5351 en 5102), vanwege de eigendomssituatie en het gebruik als tuin behorende bij deze woningen aan de Dagoberthof.
  6. 6. Het positief bestemmen van de openbare ruimte door middel van de bestemming 'Verkeer' aan de achterzijde respectievelijk zijkant van de Sambastraat 15 tot en met 20 en 21 conform de feitelijke situatie, na herinrichting van de openbare ruimte.
  7. 7. Het verwijderen van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' ter plaatse van het plangebied 't Brukske in het kader van het archeologisch vrijgeven van dit plangebied op basis van het uitgevoerde proefsleuvenonderzoek (Archeodienst, rapportnummer 848, d.d. 28 juni 2016, Bijlage 1).
  8. 8. Herstel definitie voorgevelrooilijn in combinatie met aanpassing regels met betrekking tot bouwen in of ten hoogste 3 meter achter de voorgevelrooilijn.
  9. 9. Herstel met betrekking tot de bouwregels van een bijgebouw van maximaal 4 meter diep aansluitend op (de achtergevel van) het hoofdgebouw.
  10. 10. Herstel c.q. wijzigen van de aanduiding 'maximum aantal wooneendheden' van 9 woningen naar 10 woningen ter plaats van het bouwvlak aan de Prins Bernhardstraat 30 tot en met 44.
  11. 11. Herstel c.q. wijzigen van de bestemming 'Gemengd-2' naar de bestemming 'Wonen' met bijbehorende aanduidingen ter plaatse van het appartementencomplex Haammakerstraat, zodat ook de woningen op de begane grond planologisch-juridisch zijn toegestaan.

In paragraaf 2.1 worden deze omissies nader omschreven en aangegeven op welke wijze de omissie planologisch-juridisch wordt 'gerepareerd' door middel van deze tweede partiële herziening. De reparatie van de omissies hebben overwegend betrekking op aanpassing van de verbeelding (punt 1 tot en met 7 en 10 tot en met 11). De omissies onder punt 8 en 9 hebben betrekking op de regels.

Door het planologisch-juridisch repareren van deze omissies ontstaat er ruimtelijk gezien geen ander bestemmingsplan en worden geen nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden gecreëerd. Het betreft enkel de reparatie van ondergeschikte zaken om deze in overeenstemming te brengen met de feitelijke dan wel beoogde situatie.

1.2 Leeswijzer

Deze toelichting bestaat uit zes hoofdstukken. Hoofdstuk 2 beschrijft de omissies en de juridische regeling, hoofdstuk 3 het toepasselijke beleid en regelgeving van Rijk, provincie en gemeente. Hoofdstuk 4 behandelt de milieuaspecten, hoofdstuk 5 de economische uitvoerbaarheid en hoofdstuk 6 de procedure.

Hoofdstuk 2 Omissies En Juridische Regeling

2.1 Beschrijving Omissies En Reparatie

Zoals in de aanleiding (paragraaf 1.1) aangegeven worden de genoemde omissies hierna nader beschreven en aangegeven op welke wijze de omissie planologisch-juridisch wordt 'gerepareerd' door middel van deze tweede partiële herziening.

  1. 1. Herstel van de onbedoelde gevolgen van een niet werkende koppeling (figuur: relatie) tussen twee bestemmingsvlakken met de bestemming 'Woongebied' en de tussenliggende bestemming 'Verkeer' op de digitale verbeelding van het bestemmingsplan 'Venray' in relatie tot het beoogde maximum aantal wooneenheden (130 woningen) verdeeld over deze twee bestemmingsvlakken.

Met de niet werkende koppeling (figuur: relatie) was beoogd om een flexibele verdeling te bieden om in totaal 130 woningen te realiseren in beide bestemmingsvlakken samen. In de praktijk bleek deze koppeling gezien de digitale standaarden niet mogelijk, met als gevolg dat op de digitale verbeelding in één van de bestemmingsvlakken geen woningen kunnen worden gerealiseerd, omdat in dit bestemmingsvlak de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' ontbreekt. In het andere bestemmingsvlak zijn volgens deze aanduiding maximaal 130 woning toegestaan. Op de analoge verbeelding was de koppeling wel zichtbaar en hier is de oorspronkelijke bedoeling van de koppeling dan ook duidelijk zichtbaar.

De herziening komt neer op een verwijdering van de koppeling (figuur: relatie) uit de verbeelding en de toevoeging van een aanduiding voor een maximaal aantal te realiseren wooneenheden per bestemmingsvlak van respectievelijk 27 en 103 wooneenheden. Het totaal aantal van 130 woningen dat reeds was opgenomen blijft in deze partiële herziening per saldo ongewijzigd waardoor de oorspronkelijke bedoeling van het bestemmingsplan 'Venray' tot uiting komt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.BP20010-va01_0001.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'Venray' met aanpassing aanduiding maximum aantal wooneenheden per bestemmingsvlak

  1. 2. Herstel van de onbedoelde gevolgen van een niet werkende koppeling (figuur: relatie) tussen drie bouwvlakken aan de Grutto en de tussenliggende bestemming 'Verkeer' op de digitale verbeelding van het bestemmingsplan 'Venray' in relatie tot het beoogde maximum aantal wooneenheden (41 + 3 woningen) verdeeld over deze drie bouwvlakken.

Met de niet werkende koppeling (figuur: relatie) was beoogd om een flexibele verdeling te bieden om in totaal 41 woningen te realiseren in de drie bouwvlakken samen. In de praktijk bleek deze koppeling gezien de digitale standaarden niet mogelijk, met als gevolg dat op de digitale verbeelding in twee van de bouwvlakken geen woningen kunnen worden gerealiseerd, omdat in deze bouwvlakken de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' ontbreekt. In het andere bouwvlak zijn volgens deze aanduiding maximaal 41 woning toegestaan. Op de analoge verbeelding was de koppeling wel zichtbaar en hier is de oorspronkelijke bedoeling van de koppeling dan ook duidelijk zichtbaar.

Inmiddels zijn de woningen overeenkomstig het maximum aantal van 41 woningen gerealiseerd en is sprake van een bestaande situatie. De herziening komt neer op een verwijdering van de koppeling (figuur: relatie) uit de verbeelding en de toevoeging van een aanduiding voor een toegestaan maximaal aantal wooneenheden per bouwvlak conform de bestaande situatie. Het totaal aantal van 41 woningen dat reeds was opgenomen blijft in deze partiële herziening per saldo ongewijzigd waardoor de oorspronkelijke bedoeling van het bestemmingsplan 'Venray' tot uiting komt.

Tevens wordt het bouwvlak voor de woningen Grutto 5, 7 en 9 (maximum aantal wooneenheden: 3) hierbij betrokken, zodat de bestaande woningen in één bouwvlak worden opgenomen. Daarnaast worden de bouwvlakken nader afgestemd op de inmiddels bestaande situatie en de daarbij behorende plansystematiek. De diepte van de bouwvlakken wordt aangepast naar 20 meter, waarbij de oriëntatie van de woningen als uitgangspunt wordt genomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.BP20010-va01_0002.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'Venray' met aanpassing aanduiding maximum aantal wooneenheden per bouwvlak

  1. 3. Herstel van het toegestane maximum aantal woningen op het Servaasterrein binnen de bestemming 'Woongebied - 2' bestaande uit het aantal bestaande woningen (74) en het aantal nieuwe woningen (80), zodat binnen het betreffende bestemmingsvlak maximaal 154 woningen (bestaande en nieuw) zijn toegestaan.

Op het Servaasterrein zijn twee bestemmingsvlakken met de bestemming 'Woongebied - 2' opgenomen. Per bestemmingsvlak is middels de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het toegestane aantal wooneenheden aangeduid, respectievelijk 160 en 80 woningen. In de regels (artikel 21.2.2, lid b) van de bestemming 'Woongebied - 2' is bepaald dat: het totaal aantal nieuw te bouwen woningen binnen de bestemming 'Woongebied - 2' niet meer mag bedragen dan 240. Aangezien er in het bestemmingsvlak waar 80 nieuwe woningen zijn toegestaan reeds 74 bestaande woningen aanwezig zijn, leidt dit tot verwarring tussen de verbeelding en de regels. Immers de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' (80 woningen) suggereert dat ter plaatse van dit bestemmingsvlak slechts 80 woningen zijn toegestaan inclusief de 74 bestaande woningen, terwijl in de regels bepaald is dat binnen beide bestemmingsvlakken samen 240 nieuwe woningen zijn toegestaan.

Om de omissie op te heffen wordt op de verbeelding de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangepast van 80 woningen naar 154 woningen (74 bestaande woningen en 80 nieuwe woningen. In de regels zal aan artikel 21.2.2 lid b worden toegevoegd: en het totaal aantal bestaande woningen mag niet meer bedragen dan 74 conform de huidige situatie, waarmee het totaal aantal toegestane woningen op 314 (bestaand en nieuw) komt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.BP20010-va01_0003.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'Venray' met aanpassing aanduiding maximum aantal wooneenheden

  1. 4. Herstel van de ontbrekende aanduiding voor bijgebouwen aan de voorzijde van de woningen in de woonwijk Kulut I (Gosewijnhof 5, Florishof 4, 9, 17 en 20, Dagoberthof 8 tot en met 23 en 28).

In de woonwijk Kulut I zijn op een aantal plekken bijgebouwen aan de voorzijde van de woning gesitueerd. Het betreft de adressen c.q. woonpercelen Gosewijnhof 5, Florishof 4, 9, 17 en 20 alsmede Dagoberthof 8 tot en met 23 en 28. Op basis van de bouwregels binnen de bestemming 'Wonen' zijn bijgebouwen alleen toegestaan op het achtererf uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'. Echter in onderhavige situaties ontbreekt deze aanduiding waardoor deze bestaande bijgebouwen onder het overgangsrecht vallen.

Om deze bestaande bijgebouwen aan de voorzijde van de betreffende woningen planologisch-juridisch te verankeren wordt de aanduiding 'bijgebouwen' aan de verbeelding toegevoegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.BP20010-va01_0004.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.BP20010-va01_0005.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'Venray' met de toevoeging van de aanduiding 'bijgebouwen' aan de voorzijde van de woningen

  1. 5. Het wijzigen van de bestemming 'Verkeer' in de bestemming 'Wonen' ter plaatse van Dagoberthof 7 en 24 (perceelnummers 5351 en 5102), vanwege de eigendomssituatie en het gebruik als tuin behorende bij deze woningen aan de Dagoberthof.

De gronden voor de woning Dagoberthof 7 en 24 zijn in het verleden door de gemeente verkocht aan de eigenaren van de betreffende woningen. Deze gronden maken geen onderdeel meer uit van de openbare ruimte maar zijn inmiddels in gebruik als (voor)tuin. De bestemming 'Verkeer' is daarmee niet meer in overeenstemming met het gebruik van de gronden. Omgekeerd is het gebruik als (voor)tuin op basis van de bestemming 'Verkeer' planologisch-juridisch niet toegestaan. Om de feitelijke situatie in overeenstemming te brengen wat planologisch-juridisch toegestaan is wordt de verkeersbestemming gewijzigd in een woonbestemming en worden de gronden bestemd als Wonen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.BP20010-va01_0006.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'Venray' met bestemmingswijziging van 'Verkeer' naar 'Wonen'

  1. 6. Het positief bestemmen van de openbare ruimte door middel van de bestemming 'Verkeer' aan de achterzijde respectievelijk zijkant van de Sambastraat 15 tot en met 20 en 21 conform de feitelijke situatie, na herinrichting van de openbare ruimte.

Aan de achterzijde en zijkant van de Sambastraat 15 tot en met 20 en 21 is de ontwikkeling 't Brukske gerealiseerd. Onderdeel van deze ontwikkeling is de herinrichting van de openbare ruimte. Als gevolg van deze herinrichting is het ruimtebeslag van de inmiddels gerealiseerde ontsluitingsweg deels gelegen in de ter plaatse geldende bestemming 'Groen'. Op basis van deze groenbestemming zijn alleen langzaam verkeersroute(s) toegestaan en geen ontsluitingswegen voor gemotoriseerd verkeer. Derhalve wordt de bestemming 'Groen' gewijzigd in de bestemming 'Verkeer' en omgekeerd overeenkomstig de feitelijk gerealiseerde situatie op basis van de herinrichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.BP20010-va01_0007.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'Venray' met bestemmingswijziging van 'Groen' naar 'Verkeer' en omgekeerd

  1. 7. Het verwijderen van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' ter plaatse van het plangebied 't Brukske in het kader van het archeologisch vrijgeven van dit plangebied op basis van het uitgevoerde proefsleuvenonderzoek (Archeodienst, rapportnummer 848, d.d. 28 juni 2016, Bijlage 1).

Voor het plangebied 't Brukske is een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is vastgesteld dat er geen archeologische vindplaats aanwezig is. Er zijn twee greppels uit de Nieuwe tijd aangetroffen en een weg met karrensporen die vermoedelijk teruggaat in de Middeleeuwen. Bij de overige sporen gaat het zeker niet om archeologische sporen of is het twijfelachtig of ze een antropogene oorsprong hebben.

Aangezien de weliswaar omgespitte podzolbodem op veel plekken aanwezig was en omdat er vrijwel geen vondsten gedaan zijn, kan geconcludeerd worden dat het ontbreken van archeologische sporen betekent dat er nooit archeologische sporen zijn geweest. Anders waren er onder de omgespitte laag zeker resten aangetroffen.

In het betreffende plangebied is daarmee geen behoudenswaardige vindplaats aanwezig. Op basis hiervan is de locatie door het bevoegd gezag (gemeente Venray) archeologisch vrijgegeven. De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' heeft hiermee geen toegevoegde waarde meer en zorgt alleen maar voor belemmering bij eventuele bouwaanvragen. Deze kan voor dit plangebied komen te vervallen op de verbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.BP20010-va01_0008.png"

Begrenzing plangebied 't Brukske waar proefsleuvenonderzoek heeft plaatsgevonden en archeologisch is vrijgegeven

  1. 8. Herstel definitie voorgevelrooilijn in combinatie met aanpassing regels met betrekking tot bouwen in of ten hoogste 3 meter achter de voorgevelrooilijn.

Het begrip voorgevelrooilijn (1.94) wordt niet meer opgenomen in de regels. Hiermee wordt alvast vooruit gelopen op de omgevingswet. Door de VNG wordt in dat kader geadviseerd om het begrip voorgevelrooilijn niet op te nemen. Door niet meer het begrip voorgevelrooilijn te hanteren wordt op de plekken in de regels waar nu het begrip 'voorgevelrooilijn'wordt gehanteerd, dit begrip vervangen door de zinsnede 'de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde'. Voor hoeksituaties betekent dit dat voor een bouwperceel twee voorgevelrooilijnen zijn bepaald, waarbij zowel de voor- als zijgevel in of ten hoogste 3 meter achter de naar de weg gekeerde bouwgrens moet worden gebouwd. Het begrip weg is daarbij gedefinieerd in 1.102 en luidt als volgt: een voor het openbaar verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeervoorzieningen.

Het begrip komt in totaal 30 keer voor in de regels en wel in de artikelen: 1.41, 1.94, 1.95, 3.2.3 lid a1 (2x), 4.2.5 lid b1 (2x), 6.2.4 lid b1 (2x), 7.2.4 lid b1 (2x), 8.2.4 lid b1 (2x), 9.2.3 lid b1 (2x), 12.2.5 lid b1 (2x), 13.2.5 lid b1 (2x),14.2.4 lid b1 (2x), 16.2.3 lid a, 19.2.1 lid d, 19.2.2 lid h (2x), 19.2.3 lid b2, 19.2.6 lid a en b, 19.5.1 lid e en 20.2.1 lid d. Artikel 1.94 komt als begrip te vervallen en in de overige artikelen wordt het begrip 'voorgevelrooilijn' vervangen door de zinsnede 'de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde' of van een dergelijke strekking passend in de formulering van het betreffende sublid. Bijvoorbeeld:

1.41 Erf

Zijerf: Het gedeelte van het erf dat zich bevindt aan de zijkant van het hoofdgebouw, startend bij de voorkant en eindigend bij de achterkant van het hoofdgebouw. Het zijerf maakt onderdeel uit van het voorerf wanneer het grenst aan openbaar gebied, als dit niet zo is dan maakt het onderdeel uit van het achtererf vanaf 1 meter achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde.

1.95 Voorkant van een hoofdgebouw

De gevel waarlangs de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde loopt.

3.2.3 Regels voor overige bouwwerken

Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. de hoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter, met uitzondering van:
    1. 1. erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde maximaal 1 meter mag bedragen en achter de begrenzing van het bouwvlak aan de weg gekeerde zijde 2 meter mag bedragen;
  1. 9. Herstel met betrekking tot de bouwregels van een bijgebouw van maximaal 4 meter diep aansluitend op (de achtergevel van) het hoofdgebouw.

De regeling is met een maximale diepte van 4 meter te beperkend. Een diepere diepte is toegestaan mits het achtererfgebied niet meer dan 50% bebouwd wordt. Alles dieper gebouwd dan 4 meter wordt bij de toegestane 50 m2 opgeteld tot een maximum van 70 m2. Hierbij geldt dat maximaal 40% van het achtererfgebied bebouwd mag worden.

Dit houdt in dat de beperking van de maximale diepte van 4 meter komt te vervallen en duidelijk aangegeven wordt welke oppervlakte buiten beschouwing gelaten worden bij het bepalen van het maximale oppervlak van 50 m2.

  1. 10. Herstel c.q. wijzigen van de aanduiding 'maximum aantal wooneendheden' van 9 woningen naar 10 woningen ter plaats van het bouwvlak aan de Prins Bernhardstraat 30 tot en met 44.

De aanduiding 'maximum aantal woningen' (9 stuks) ter plaatse van de Prins Bernhardstraat 30-44 is niet in overeenstemming met de feitelijke situatie. Momenteel bedraagt het aantal woningen hier 12 woningen aangezien op de nummers 32 tot en met 36 woningen 6 HAT-eenheden (gestapeld in twee lagen: beneden- en bovenwoning per huisnummer) aanwezig zijn in plaats van 3 grondgebonden woningen. Echter het voornemen is om deze 6 HAT-eenheden te slopen en ter plaate 4 grondgebonden aaneengebouwde woningen terug te bouwen. Het maximum aantal wooneenheden bedraagt hiermee dan 10 woningen.

Als gevolg van de sloop van de HAT-eenheden en de realisatie van grondgebonden woningen ontstaat er ter plaatse geen andere ruimtelijke situatie. De woningen zijn qua bouwmassa en situering passend in het straatbeeld. Daarnaast neemt het aantal woningen af met 2 stuks.

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.BP20010-va01_0009.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'Venray' met aanpassing aanduiding maximum aantal wooneenheden (10 woningen i.p.v. 9 woningen)

  1. 11. Herstel c.q. wijzigen van de bestemming 'Gemengd-2' naar de bestemming 'Wonen' met bijbehorende aanduidingen ter plaatse van het appartementencomplex Haammakerstraat, zodat ook de woningen op de begane grond planologisch-juridisch zijn toegestaan.

Het appartementencomplex aan de Haammakerstraat is als 'schil' gesitueerd tegen de twee bestaande supermarkten, waarbij het appartementencomplex is opgenomen binnen de bestemming 'Gemengd-2'. Hierdoor is wonen alleen op de verdieping toegestaan. Echter ter plaatse van het appartementecomplex zijn de woningen tevens op de begane grond gesitueerd en daarmee planologisch-juridisch niet toegestaan.

Om deze ommissie te repareren zal het appartementencomplex bestemd worden als 'Wonen' met bijbehorend bouwvlak in combinatie met bouw- en maatvoeringsaanduidingen (gestapeld, maximum aantal woonheden: 28 woningen en maximum bouwhoogte: 9 meter). Het gedeelte met de supermarkten blijft bestemd als 'Gemengd-2 met bijbehorend bouwvlak in combinatie met functie- en maatvoeringsaanduidingen (maximum aantal supermarkten: 2 stuks, maximum bouwhoogte: 4 meter).

afbeelding "i_NL.IMRO.0984.BP20010-va01_0010.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'Venray' met wijzigingen ten behoeve van wonen op de begane grond ter plaatse van appartementencomplex

2.2 Toelichting Op De Planregels

De regels van het bestemmingsplan 'Venray' worden van toepassing verklaard voor deze tweede herziening. In aanvulling daarop wordt voor de punten 8 en 9 de aanvullende bepalingen met betrekking tot de voorgevelrooilijn en bouwregels voor bijgebouwen aansluitend op (de achtergevel van) het hoofdgebouwen in de regels opgenomen.

Dit houdt concreet in dat het begrip 'voorgevelrooilijn (1.94) wordt gewijzigd en de regelingen onder artikel 19.2.2 lid a en 19.2.3 lid a worden aangepast ten opzichte van het moederplan, zijnde bestemmingsplan 'Venray'.

2.3 Toelichting Op De Verbeelding

De verbeelding zal aangepast worden zoals aangegeven onder de punten 1 tot en met 7 in paragraaf 2.1. Daarnaast wordt als plangrens het gehele plangebied van het vigerende bestemmingsplan 'Venray' aangehouden, zodat ook de aanvullende bepalingen van de regels (punt 8 en 9) van toepassing zijn op de betreffende bestemmingen.

Hoofdstuk 3 Beleid En Regelgeving Van Rijk, Provincie En Gemeente

Beleid en regelgeving van Rijk, provincie en gemeente zijn, gelet op de geringe aanpassing van de regels, niet relevant met betrekking tot deze herziening. Er ontstaat door deze reparatie ruimtelijk geen ander plan. Het betreft enkel de reparatie van een aantal omissies in het vigerende bestemmingsplan 'Venray' (vastgesteld 19 september 2017). Deze reparatie van omissies leidt niet tot planologisch-juridische mogelijkheden.

Hoofdstuk 4 Milieuaspecten

Milieuaspecten (bodem, geluid, luchtkwaliteit, archeologie e.d.) zijn, gelet op de geringe aanpassing van de regels, niet relevant met betrekking tot deze partiële herziening. Er is immers geen sprake van een (nieuwe) ontwikkeling. Het betreft enkel de reparatie van een aantal omissies in het vigerende bestemmingsplan 'Venray' (vastgesteld 19 september 2017). Deze reparatie van omissies leidt niet tot nieuwe milieugevoelige functies c.q. mogelijkheden.

Ten aanzien van stikstofdepositie kan eveneens gesteld worden dat de reparatie van omissies niet leidt tot het planologisch-juridisch mogelijk maken van nieuwe ontwikkeling dan wel gewijzigd gebruik. Er vinden geen wijzigingen in het gebruik plaats en er is al helemaal geen sprake van realisatie.

Hoofdstuk 5 Economische Uitvoerbaarheid

Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de gemeente verplicht om bij het vaststellen van een bestemmingsplan dat nieuwe mogelijkheden voor woningbouw schept, maatregelen te hebben genomen die verzekeren dat alle kosten die gepaard gaan met de ontwikkeling van de locatie worden verhaald op de initiatiefnemer van het plan. Aangezien deze partiële herziening geen nieuwe mogelijkheden voor woningbouw schept en er geen verruiming van bouwplannnen/bouwmogelijkheden is, is kostenverhaal niet aan de orde. Het is een behoudend plan en betreft enkel de reparatie van een aantal omissies in het vigerende bestemmingsplan 'Venray' (vastgesteld 19 september 2017).

Hoofdstuk 6 Procedure

De vaststellingsprocedure wordt omschreven in art. 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Deze procedure kan als volgt worden samengevat: de procedure start met een openbare kennisgeving van het ontwerp-bestemmingsplan, waarna het ontwerp-bestemmingsplan wordt gepubliceerd en gedurende een termijn van 6 weken door één ieder schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerp-bestemmingsplan kunnen worden ingebracht. Na de termijn van de terinzagelegging dient de gemeenteraad binnen 12 weken te beslissen omtrent de vaststelling van het plan. Na de publicatie van het vastgestelde bestemmingsplan hebben belanghebbenden 6 weken de tijd om tegen het plan in beroep te gaan. Het bestemmingsplan treedt de dag na afloop van de beroepstermijn in werking.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 27 januari 2023 tot en met 10 maart 2023, gedurende 6 weken, ter inzage gelegen. In deze periode zijn geen zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan ingediend. Er zijn derhalve geen zienswijzen ontvangen op het ontwerpbestemmingsplan die aanleiding geven tot aanpassingen. Ook is er geen aanleiding geweest voor ambtshalve aanpassingen. Het bestemmingsplan dan ook ongewijzigd vastgesteld in de raadsvergadering van 27 juni 2023.

Bijlage 1 Proefsleuvenonderzoek 'T Brukske

Bijlage 1 Proefsleuvenonderzoek 't Brukske