Langeweg 101 Venray
Projectbesluit - Gemeente Venray
Vastgesteld op 23-11-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Voorschriften
Artikel 1 Begrippen
In deze voorschriften wordt verstaan onder:
1.1 plan
het projectbesluit 'Langeweg 101 te Venray' van de gemeente Venray;
1.2 projectbesluit
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0984.PRB10003-va01 met de bijbehorende voorschriften;
1.3 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.4 bestaand
aanwezig c.q. in aanbouw op het tijdstip van de inwerktreding van het plan, tenzij anders is bepaald;
1.5 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.6 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.7 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de voorschriften een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.8 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.9 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de voorschriften bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.10 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.11 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.12 doeleinden van openbaar nut
kleinschalige nutsvoorzieningen zoals transformatiehuisjes en schakelkastjes, ondergrondse lokale leidingen, tele- en datacommunicatieleidingen, riolering, telefooncellen en wachthuisjes, straatvoorzieningen (o.a. voor afvalstoffen) met een inhoud van maximaal 50 m3 per op te richten bouwwerk en een hoogte van maximaal 3 meter;
1.13 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.14 hoofdgebouw
een gebouw dat op een perceel als het belangrijkste bouwwerk kan worden aangemerkt. Onder een gebouw wordt hier verstaan de hoofdmassa, zoals die door zijn afmetingen en verschijningsvorm herkenbaar is;
1.15 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;
1.16 peil
- a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.17 verbeelding
de verbeelding van dit projectbesluit;
1.18 voorgevellijn
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
1.19 wet/wettelijke regelingen
indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d. dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders is bepaald;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de bouwperceelgrens:
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.4 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.5 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grond/vloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatste van het bouwwerk;
2.7 ondergeschikte bouwdelen:
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt;
2.8 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Hoofdstuk 2 Voorschriften Ten Behoeve Van Besluitvlakken
Artikel 3 Recreatie
3.1 Omschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. actieve recreatieve doeleinden, waaronder de aanleg en instandhouding van een sportveldencomplex;
- b. horeca-activiteiten, ondergeschikt aan de doeleinden onder a, uitsluitend ter plaatse van het besluitsubvlak 'horeca';
- c. doeleinden van openbaar nut;
- d. gebouwen ten behoeve van de onder a t/m c bedoelde doeleinden, waaronder al dan niet overdekte sportaccommodaties met bijbehorende tribunes, kleedgelegenheden, kantine(s) en opslag- en stallingsruimten;
- e. watergangen (mede ten behoeve van het ontvangen, bergen en/of afvoeren van water) en waterpartijen;
- f. interne ontsluitingswegen, fiets- en wandelpaden en parkeervoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen.
3.2 Bouwvoorschriften
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de besluitsubvlakken op de verbeelding en de volgende bepalingen:
- a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- b. de maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven;
- c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag bedragen:
- 1. voor erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van het dichtst aan de weg gelegen gebouw maximaal 2 m;
- 2. voor erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn vna het dichtst aan de weg gelegen gebouw maximaal 1 m;
- 3. voor vlaggenmasten, lichtmasten en ballenvangers maximaal 18 m;
- 4. voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal 4 m.
3.3 Specifieke gebruiksvoorschriften
Tot strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 3, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. het gebruik voor tijdelijke of permanente bewoning van gebouwen;
- b. de uitoefening van detailhandel of een horecabedrijf, tenzij het betreft horeca-activiteiten als toegestaan in artikel 3.1;
- c. de uitoefening van enige andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening.
Hoofdstuk 3 Algemene Voorschriften
Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Bouwvoorschriften
Het bepaalde in deze voorschriften en op de verbeelding omtrent de situering en de oppervlakte van bouwwerken is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Artikel 6 Algemene Gebruiksvoorschriften
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met dit plan.
Hoofdstuk 4 Slotvoorschrift
Artikel 7 Slotvoorschrift
Deze voorschriften worden aangehaald als: Voorschriften van het projectbesluit 'Langeweg 101 te Venray'.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 23 november 2010.
De burgemeester, De secretaris,
……… ………