KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Voorschriften
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Voorschriften Ten Aanzien Van Besluitvlakken
Artikel 3 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Voorschriften
Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling
Hoofdstuk 4 Slotvoorschrift
Artikel 5 Slotvoorschrift
Bijlage 1 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 2 Bodemonderzoek
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek

Overloonseweg ong Venray

Projectbesluit - gemeente Venray

Vastgesteld op 20-09-2011 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Voorschriften

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het projectbesluitBouw woning Overloonseweg te Venray van de gemeente Venray.

1.2 projectbesluit:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0984.PRB10007-va01 met de bijbehorende voorschriften.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de voorschriften voorschriften worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan huis gebonden bedrijf

het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot het aan huis verbonden beroep, gericht op consumentenverzorging geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten zodanig is dat deze in een woning en de bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend en de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.

1.6 aan huis gebonden beroep

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend; hieronder dient niet te worden de uitoefening van ambachten.

1.7 achtererf

gedeelte van het erf dat aan de achterzijde is gelegen van de achtergevellijn.

1.8 ander bouwwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.9 bebouwbare zone

het gedeelte van het bouwperceel gelegen achter de gevellijn, dat niet is bebouwd met het hoofdgebouw.

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.11 bebouwingspercentage

een op de verbeelding of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft van een deel van het bouwperceel of bouwvlak dat ten hoogste worden bebouwd.

1.12 besluitgebied

het object besluitgebied is het werkingsgebied van een gebiedsbesluit.

1.13 besluitsubvlak

het object besluitsubvlak is een gebied, geometrisch vastgelegd binnen een object besluitgebied, met een inhoudelijke relatie met een of meer bovenliggende geometrisch vastgelegde objecten Besluitvlak of andere objecten Besluitsubvlak en heeft geen directe inhoudelijke relatie met het hele werkingsgebied van het gebiedsbesluit (het object Besluitgebied).

1.14 besluitsubvlakgrens

de grens van een besluitsubvlak indien het een vlak betreft.

1.15 besluitvlakgrens

de grens van een besluitvlak.

1.16 besluitvlak

het object besluitvlak is een gebied, geometrisch vastgelegd binnen een object besluitgebied, dat zelfstandige eigenschappen heeft (bijvoorbeeld daaraan gekoppelde voorschriften).

1.17 bijgebouw

een vrijstaand of aan het hoofdgebouw aangebouwd gebouw, al dan niet door verankering van vloer, dak of mu(u)r(en) en/of door gebruikmaking van dezelfde constructie-mu(u)r(en), dat in zijn afmetingen en verschijningsvorm ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, zoals serres, aan- en uitbouwen, garages en schuren e.d.;

1.18 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.19 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.20 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.21 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de voorschriften een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.22 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.23 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.24 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.25 carport

een overdekte open ruimte waarvan de begrenzingen worden gevormd door bestaande gebouwen, danwel door vrijstaande ondersteuningen en welke niet wordt aangemerkt als een gebouw.

1.26 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.27 garage

bijgebouw, kennelijk slechts bedoeld voor de stalling van een motorrijtuig.

1.28 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.29 gevellijn

de in de verbeelding aangegeven lijn waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet worden georiënteerd en welke niet door gebouwen mag worden overschreden.

1.30 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.31 horecabedrijf

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.32 mantelzorg

zorg die mensen vrijwillig en onbetaald verlenen aan mensen met fysieke, verstandelijke of psychische beperkingen in hun familie, huishouden of sociale netwerk; het gaat om zorg die meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is.

1.33 mantelzorgindicatie

een indicatie dat sprake is van een zorgbehoefte en een daarvan afgeleide noodzaak tot huisvesting ten behoeve van mantelzorg, die dient te worden vastgesteld door het gemeentelijke Wmo loket.

1.34 milieuhygiënische uitvoerbaarheid

overkoepelend begrip voor milieuaspecten zoals geluid, bodem, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid, flora en fauna et cetera aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden, zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd en een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse is geborgd.

1.35 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde dat een ruimte overdekt en dat niet of slechts met 1 wand is omsloten.

1.36 peil

  • voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.37 seks- en/of pornobedrijf

de voor het publiek toegankelijk gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin handelingen, vertoningen, en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden, dan wel waarin prostitutie wordt bedreven.

1.38 serre

een aanbouw van lichte constructie aan een woning, waarvan een essentieel deel van het dak en de achtergevel licht doorlatend dan wel transparant zijn.

1.39 voorgevellijn

de denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw loopt tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.

1.40 vrijstaand bijgebouw

een bijgebouw, dat qua constructie en visueel vrij staat van het hoofdgebouw of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming.

1.41 weg

alles voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen. Onder weg wordt mede verstaan een voet-of rijwielpad.

1.42 Wmo

Wet maatschappelijke ondersteuning; regelt een samenhangend aanbod van zorg- en welzijnsvoorzieningen die gemeenten verstrekken aan mensen die zorg nodig hebben, bijvoorbeeld huishoudelijke verzorging, woningaanpassingen of vervoer naar dagactiviteiten; gericht op het bevorderen van maatschappelijke participatie en civil society.

1.43 woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

1.44 zolder

zolder onder een kap voor zover de hoogte van de borstwering ter plaatse van de omtrekmuren minder dan 80 centimeter boven de vloer is gelegen.

1.45 zorgbehoefte

behoefte aan zorg; in het kader van beleid gebruikt voor de veronderstelde wens en noodzaak van zorg.

1.46 zijerf

gedeelte van een perceel dat is gelegen langs de denkbeeldige lijn die strak langs de zijkant van het hoofdgebouw over de gehele diepte van het perceel kan worden getrokken, van de voorste perceelsgrens tot aan de achterste perceelsgrens.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:

2.1 De afstand tot de bouwperceelgrens

tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

2.2 De bouwhoogte van een bouwwerk

verticaal vanaf het peil tot de horizontale snijlijn van een dakvlak met het daaronder gelegen buitenwerkse gevelvlak.

2.3 De dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.4 De goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.5 De inhoud van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren en de buitenwerkse dakvlakken, zulks met inbegrip van erkers, dakkapellen, loggia's, overdekte terrassen en boven het peil.

2.6 De lengte, breedte en diepte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.7 De oppervlakte van een bouwwerk

horizontaal tussen de buitenste verticale projecties van de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.8 De breedte van een bouwperceel

tussen de snijpunten van de zijdelingse grenzen van een bouwperceel met de voorgevellijn.

2.9 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

2.10 Ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

Hoofdstuk 2 Voorschriften Ten Aanzien Van Besluitvlakken

Artikel 3 Wonen

3.1 Omschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen,
  2. b. bijbehorende bouwwerken,
  3. c. aan huis gebonden beroepen, mits op het eigen terrein kan worden voorzien van de benodigde parkeerplaatsen, danwel geen parkeeroverlast voor de omgeving bestaat;
  4. d. tuinen en erven;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. nutsvoorzieningen;
  7. g. ondergrondse en/of bovengrondse infiltratievoorzieningen en bijbehorende voorzieningen;
  8. h. mantelzorg;

3.2 Bouwvoorschriften

3.3 Specifieke gebruiksvoorschriften

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
  2. b. seks- en/of pornobedrijf;
  3. c. aan huis gebonden bedrijvigheid;
  4. d. aan huis gebonden beroepen in bijgebouwen indien dit de maximale oppevlakte van 40 m² te boven gaat;
  5. e. mantelzorg in hoofdgebouw en/of bijgebouwen, tenzij:
    1. 1. er sprake is van een mantelzorgindicatie;
    2. 2. het ten behoeve van mantelzorg ingerichte vloeroppervlakte maximaal 75 m² bedraagt, met dien verstande dat maximaal 40% van het achtererf wordt bebouwd;
    3. 3. de voorziening stedenbouwkundig aanvaarbaar is;
    4. 4. er sprake is van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
    5. 5. de ter plaatse aanwezige ecologische en cultuurhistorische waarden niet worden geschaad;
    6. 6. het gebruik voor zelfstandige bewoning stopt wanneer geen sprake meer is van de bestaande behoefte aan mantelzorg.

Hoofdstuk 3 Algemene Voorschriften

Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Slotvoorschrift

Artikel 5 Slotvoorschrift

Deze voorschriften worden aangehaald als:

Voorschriften van het projectbesluit 'realisatie woning Bouw woning Overloonseweg te Venray'.

Bijlage 1 Archeologisch Onderzoek

Bijlage 1 Archeologisch onderzoek

Bijlage 2 Bodemonderzoek

Bijlage 2 Bodemonderzoek

Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 3 Akoestisch onderzoek