Steegse Peelweg 83a Veulen
Projectbesluit - gemeente Venray
Vastgesteld op 06-12-2011 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het projectbesluit "Steegse Peelweg 83a Veulen" van de gemeente Venray;
1.2 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.3 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.4 ander bouwwerk:
bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.5 adviescommissie BOM+:
provinciale adviescommissie met als taak de toetsing van een aanvraag tot uitbreiding of vestiging aan de beleidsregels BOM +;
1.6 (agrarisch) bedrijfsgebouw:
(een gedeelte van) een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een (agrarisch) bedrijf;
1.7 bebouwingsoppervlak:
een in de planregels aangegeven oppervlakte in vierkante meters, dat de omvang van het deel van een bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd;
1.8 bedrijfsvloeroppervlak:
de totale oppervlakte bestemd voor detailhandel met inbegrip van magazijnen, buitenopslag en overige dienstruimten;
1.9 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.10 bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.11 (agrarische) bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, te bewonen door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of het terrein in overeenstemming met de bestemming;
1.12 bouwvlak:
het vlak waarbinnen bebouwing mogelijk is, zoals opgenomen op de verbeelding van dit bestemmingsplan;
1.13 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.14 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML bestand NL.IMRO.0984.PRB10019-va01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.15 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.16 bijgebouw:
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouwd, dat door zijn ligging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, waarbij voor vrijstaande bijgebouwen ook een functionele ondergeschiktheid aanwezig dient te zijn;
1.17 BOM+ regeling:
bouwkavel op Maat plus, een provinciale regeling gericht op het mogelijk maken van agrarische bedrijfsontwikkelingen en tegelijkertijd winst behalen in omgevingskwaliteit;
1.18 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.19 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.20 bouwlaag:
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de beganegrond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.21 bouwperceel:
de aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.22 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.23 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.24 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.25 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.26 doelmatige (agrarische) bedrijfsvoering:
het op efficiënte, effectieve, economische en bedrijfstechnisch correcte wijze uitvoeren van de bedrijfsprocessen van een bedrijf met inbegrip van de resulterende producten en diensten en de externe relaties met klanten,
leveranciers, partners en anderen;
1.27 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.28 geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
1.29 hartlijn:
een denkbeeldige lijn in een symmetrisch vlak figuur of dito ruimtelijk object (omwentelingslichaam) die precies in het midden loopt;
1.30 hemelwaterproblematiek:
de problemen die ontstaan voor het afvoeren en bergen van hemelwater door toename van het verharde grondoppervlak;
1.31 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.32 hoofdverblijf:
de plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene en welke een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats is, dat tenminste bestaat uit een keuken, woon-, was- en slaapgelegenheid;
1.33 inhoud bedrijfswoning:
als inhoud van de bedrijfswoning wordt aangemerkt de inhoud van de woning inclusief bijgebouwen, exclusief overkappingen. Zakelijke functies die in het woongedeelte zijn opgenomen, worden geacht tot de inhoud van de woning te behoren;
1.34 nieuwbouw:
het oprichten van een nieuw gebouw waarbij geen rekening wordt gehouden met de verschijningsvorm van een eventueel gesloopt gebouw op die locatie;
1.35 nieuwvestiging:
nieuw op te richten inrichting op een locatie waar eerder geen bebouwing bestond dan wel waar bebouwing aanwezig was met een andere functie dan die van de nieuwe inrichting;
1.36 omschakeling:
de algehele of gedeeltelijke overstap binnen een bestaand (agrarisch) bedrijf naar een ander (agrarisch) bedrijf;
1.37 ondergeschiktheid nevenactiviteiten:
de niet-agrarische nevenactiviteiten die qua economische bedrijfsomvang, inkomen en/of ruimtegebruik van minder belang zijn dan de agrarische activiteiten;
1.38 onevenredige aantasting van de aanwezige waarden:
het resultaat van een planologische ingreep heeft een verhoudingsgewijs te groot nadelig effect op de aanwezige waarden in dat gebied;
1.39 peil:
- a. voor gebouwen, waarvan de hoofdingang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte terrein dat het bouwwerk omgeeft;
1.40 permanente huisvesting:
huisvesting in een woning welke als hoofdverblijf kan worden aangemerkt;
1.41 sexinrichting:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.42 statische opslag:
opslag van goederen gedurende langere termijn, zonder dat deze een bewerking ondergaan en zonder dat deze ter plekke verhandeld worden, waaronder begrepen caravans, wit- en bruingoed en meubels;
1.43 voorgevelrooilijn:
de snijlijn van het naar de weg gekeerde gevelvlakken van een woning (niet zijnde de voorkant van een erker) of (agrarisch) bedrijfsgebouw (dat het dichtst bij de weg is gelegen) en het grondvlak, waarop de woning/(agrarisch) bedrijfsgebouw zich bevindt, waarbij de voorgevelrooilijn doorloopt tot de perceelsgrenzen;
1.44 wet/wettelijke regelingen:
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d. dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders is bepaald;
1.45 woning:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden;
1.46 woon- en leefklimaat:
woon- en leefklimaat waarbij in ieder geval wordt voldaan aan de wettelijke normen van alle relevante milieuaspecten zoals geluid, bodem, geurhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.4 nokhoogte van een bouwwerk:
zie bouwhoogte van een bouwwerk;
2.5 hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
verticaal vanaf het hoogste punt van het bouwwerk tot aan het aansluitende afgewerkte peil;
2.6 afgewerkt peil:
bij de toepassing van 2.1, 2.3, 2.4 en 2.5 wordt als afgewerkt peil het aansluitend maaiveld aangehouden;
2.7 ondergronds:
de voor mensen toegankelijke vloer van het bouwwerk ligt onder het aansluitende peil;
2.8 afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelsgrens van het bouwperceel;
2.9 afstand tussen gebouwen:
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
2.10 vloeroppervlakte:
op de vloer, tussen de binnenzijden van de gevelmuren en/of gemeenschappelijke scheidingsmuren;
2.11 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.12 inhoud overkappingen, carports en daarmee gelijk te stellen gebouwen en bouwwerken:
vanaf peil tot aan de buitenzijde van het dak en tussen de buitenwerkse maten van de draagconstructie. Overstekken tot 0,60 meter worden niet meegeteld bij de berekening van de inhoud;
2.13 dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.14 vrijwaringszone weg:
uit de as van de dichtstbijgelegen rijbaan inclusief bijbehorende toe- en afritten;
2.15 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn, overeenkomstig de aanduidingen op de verbeelding, bestemd voor de uitoefening van bedrijfsactiviteiten behorende tot bedrijven in milieucategorie 1, 2 en 3, met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, verhardingen, tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat inrichtingen vallend onder de categorieën genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen en Vergunningen Besluit van de Wet milieubeheer zijn uitgezonderd;
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, verhardingen, groen-, nuts- en parkeervoorzieningen en in het bijzonder voor zover aangeduid op de verbeelding:
- a. huisvesting van buitenlandse werknemers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf – huisvesting tijdelijke werknemers" (sb-htw);
- b. overige niet-agrarische bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - overige niet agrarische bedrijven" (sb-onb). De volgende bedrijven zijn toegestaan:
Overige bedrijven (sb-onb) | - aannemer - bouwbedrijf |
met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden;
3.2 Bouwregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Antidubbeltel Bepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Gebruiksregels
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met dit bestemmingsplan.