KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden
Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Landschappelijke En Natuurlijke Waarden
Artikel 7 Bedrijf
Artikel 8 Bedrijf - Agrarisch Loonbedrijf
Artikel 9 Bedrijf - Bomenteelt
Artikel 10 Bedrijf - Gasontvangststation
Artikel 11 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 12 Bedrijf - Tuincentrum
Artikel 13 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen Met Lpg
Artikel 14 Bedrijventerrein
Artikel 15 Centrum
Artikel 16 Centrum - 1
Artikel 17 Cultuur En Ontspanning
Artikel 18 Detailhandel
Artikel 19 Dienstverlening
Artikel 20 Gemengd
Artikel 21 Gemengd - 1
Artikel 22 Gemengd - 2
Artikel 23 Gemengd - 3
Artikel 24 Groen
Artikel 25 Groen - Park
Artikel 26 Horeca
Artikel 27 Kantoor
Artikel 28 Maatschappelijk
Artikel 29 Maatschappelijk - Begraafplaats
Artikel 30 Natuur
Artikel 31 Recreatie
Artikel 32 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 33 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 34 Sport
Artikel 35 Tuin
Artikel 36 Verkeer
Artikel 37 Verkeer - Railverkeer
Artikel 38 Water
Artikel 39 Water - Primair Water
Artikel 40 Wonen
Artikel 41 Leiding - Brandstof
Artikel 42 Leiding - Gas
Artikel 43 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 44 Leiding - Leidingstrook
Artikel 45 Leiding - Ondergronds
Artikel 46 Leiding - Riool
Artikel 47 Leiding - Water
Artikel 48 Waarde - Archeologie 1
Artikel 49 Waarde - Archeologie 2
Artikel 50 Waarde - Archeologie 3
Artikel 51 Waarde - Archeologie 4
Artikel 52 Waarde - Archeologie 5
Artikel 53 Waarde - Archeologie 6
Artikel 54 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
Artikel 55 Waarde - Beschermd Stadsgezicht
Artikel 56 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 57 Waarde - Cultuurhistorie - Onderaardsgangenstelsel - Groeve Beleidscategorieën 1 T/m 4
Artikel 58 Waarde - Ecologie
Artikel 59 Waarde - Landschapselement
Artikel 60 Waarde - Natura 2000
Artikel 61 Waarde - Onderaards Gangenstelsel
Artikel 62 Waterstaat - Beschermingszone Primair Water
Artikel 63 Waterstaat - Beschermingszone Regenwaterbuffer
Artikel 64 Waterstaat - Erosie
Artikel 65 Waterstaat - Inundatiegebied
Artikel 66 Waterstaat - Meanderzone
Artikel 67 Waterstaat - Waterlopen
3 Algemene Regels
Artikel 68 Anti-dubbeltelregel
Artikel 69 Algemene Bouwregels
Artikel 70 Algemene Gebruiksregels
Artikel 71 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 72 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 73 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 74 Algemene Procedureregels
Artikel 75 Overige Regels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 76 Overgangsrecht
Artikel 77 Slotregel

Initieel Omgevingsplan Valkenburg aan de Geul 2022

Bestemmingsplan - Gemeente Valkenburg aan de Geul

Vastgesteld op 11-12-2023 - vastgesteld

Bestanden

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het Initieel Omgevingsplan Valkenburg aan de Geul 2022 met identificatienummer NL.IMRO.0994.2022BP001-VA02 van de gemeente Valkenburg aan de Geul.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanbouw

Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld (m.a.w. eisen gelden) ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aangebouwd bijbehorend bouwwerk

een bijgebouw, dat op enigerlei wijze aan het hoofdgebouw is aangebouwd door het verankeren van vloer, dak of mu(u)r(en) en/of door het gebruik maken van dezelfde constructiemu(u)r(en).

1.7 aan huis gebonden beroep

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; hieronder dienen niet te worden begrepen de uitoefening van ambachten, detailhandel en/of prostitutie. Een lijst van de 'aan huis gebonden beroepen' is als bijlage 4 opgenomen in de regels.

1.8 aan huis gebonden bedrijf

het hoofdzakelijk door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.

1.9 abiotische waarden

het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen).

1.10 achtererfgebied

erf achter lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.

1.11 achtergevelbouwgrens

de als zodanig aangegeven lijn aan de van de weg gekeerde zijde van het perceel, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen.

1.12 afvalstof

alle stoffen, preparaten of producten die behoren tot de categorieën die zijn genoemd in bijlage I bij richtlijn nr. 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 Wet milieubeheer.

1.13 agrarisch

het bedrijfsmatig telen van gewassen en/of het houden van dieren.

1.14 agrarisch bedrijf

een productiehuishouden in economische zin waarbinnen uitsluitend of overwegend door bewerking van de natuurlijke en/of aangelegde bodem en/of door het houden van landbouw(huis)dieren arbeid wordt verricht ter verkrijging van plantaardige en/of dierlijke producten.

1.15 agrarisch bouwvlak

een aanduiding 'bouwvlak' binnen de bestemming 'Agrarisch' of 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf'.

1.16 agrarisch grondgebruik

het gebruik van gronden in de open lucht voor het voortbrengen van plantaardige en/of dierlijke producten door bewerking van de natuurlijke en/of door het houden van vee, met uitsluiting van gebouwen tenzij in deze regels anders is bepaald.

1.17 agrarisch hobbymatig gebruik

het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van landbouwdieren ondergeschikt aan de onderliggende bestemming en waarbij geen sprake is van bedrijfsmatige activiteiten.

1.18 ambacht(elijk)

het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ver-/bewerken, herstellen of installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt, waarbij de omvang van de activiteit zodanig is, dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.

1.19 ander bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.20 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de verwachte of bekende aanwezigheid van overblijfselen van menselijke aanwezigheid activiteiten uit het verleden.

1.21 architectonische waarde

de aan een bouwwerk toegekende waarde in verband met de vormgeving, het materiaalgebruik en/of detaillering.

1.22 automatenhal/speelhal

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat bestemd is en/of wordt gebruikt om personen gelegenheid te geven om spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen.

1.23 basisassortiment voor een tuincentrum

onder het basisassortiment voor een tuincentrum worden de volgende categorieën/productgroepen verstaan: planten, bloemen, bomen, plantenbakken, tuinmeubelen, sfeer-/interieurdecoratie, aardewerk, beelden en ornamenten, kerstbomen, vijvermaterialen en –planten, tuingereedschap, tuinkleding, schoeisel en accessoires, gewasbescherming, grond-, zand en grindproducten, meststoffen, zaden, barbecueartikelen en accessoires, dierbenodigdheden en accessoires, tuinhout, (tuin)kussens en parasols, droogbloemen/kunstbloemen, bloembollen, tuinverlichting en elektra, blokhutten met inrichting en hang en sluitwerk/kassen/serres, motorisch/elektrisch hand(tuin)gereedschap en bevestigingsmaterialen, bestrating, tuinspeelgoed/speeltoestellen, zwembaden en accessoires, seizoensartikelen (voor o.a. Kerst, Pasen, Carnaval, Halloween);
Het basisassortiment van een tuincentrum mag niet bevatten: detailhandel in dagelijkse en niet-dagelijkse goederen die niet vallen onder de categorieën goederen die hiervoor zijn opgesomd (bijvoorbeeld levensmiddelen, kleding en schoeisel die niet zijn gerelateerd aan de groen- en tuinsector, sportartikelen).

1.24 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.25 bebouwingspercentage

een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwperceel of bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

1.26 bed & breakfast

bed & breakfast is een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als toeristisch recreatieve activiteit aan maximaal 6 personen, die ondergeschikt is aan de hoofdbestemming. Onder bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachtingen, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.

1.27 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.28 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.

1.29 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.30 bedrijfswoning

één woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.

1.31 beeldbepalend pand/karakteristieke bebouwing

te handhaven gebouw of bouwwerk gezien de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.

1.32 beeldkwaliteit

de aan een bouwwerk toegekende architectonische waarde met betrekking tot de bouwkundige vormgeving en ruimtelijke en functionele aspecten.

1.33 begane grond

de bouwlaag geen verdieping zijnde.

1.34 beleidsnota parkeernormen 2012

het parkeerbeleid van de gemeente Valkenburg aan de Geul zoals bepaald in de 'Beleidsnota parkeernormen Valkenburg aan de Geul 2012' (vastgesteld dd. 26 maart 2012) of diens rechtsopvolger.

1.35 beleidsregels terrassen 2014

de op 27 mei 2014 door de gemeente Valkenburg aan de Geul vastgestelde regels met betrekking tot de indeling, aankleding en uitstraling van terrassen, waarbij het plangebied deel zal uitmaken van het 'Centrum-gebied' als bedoeld in de beleidsregels. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode wijzigen, moet rekening worden gehouden met deze wijzigingen.

1.36 beperkt kwetsbaar object

objecten, niet zijnde een kwetsbaar of bijzonder kwetsbaar object bestemd voor regelmatig of vast verblijf van mensen.

1.37 beschermd rijksmonument

monument of archeologisch monument dat is ingeschreven in het rijksmonumentenregister.

1.38 beschermde stads- en dorpsgezicht

een gemeentelijk stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Erfgoedwet.

1.39 Besluit omgevingsrecht

besluit van 25 maart 2001, houdende regels ter uitvoering van de Wabo.

1.40 bestaand

  1. bij bebouwing: bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. bij gebruik: het gebruik van gronden en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, tenzij in de regels anders is bepaald.
Het onder a en b bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van dit bestemmingsplan.

1.41 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.42 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.43 bevoegd gezag

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo.

1.44 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak.

1.45 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat uit niet meer dan één bouwlaag bestaat.

1.46 bijzonder kwetsbaar object

  1. een gebouw waarbinnen zich gemiddeld meer dan 50 personen bevinden gedurende meer dan 8 uur per dag en meer dan 5 dagen van de week, gedurende een groot deel van het jaar; niet zijnde een kantoor of andersoortige gebouw dat hoort bij een externe veiligheid relevante inrichting;
  2. één of meerdere woningen in een gebied dat de bestemming wonen heeft;
  3. een water waar woonboten zijn toegestaan;
  4. een winkelcentrum, waarbij de begrenzing wordt gevormd door de gebouwen waarin de winkels zijn gevestigd, voor zover dat het gedeelte betreft dat toegankelijk is voor het publiek;
  5. gebouwen op een terrein dat specifiek bestemd is voor het concentreren van detailhandelsverkopen voor particuliere consumenten;
  6. gebouwen met onderwijsdoeleinden, niet zijnde scholen voor basisonderwijs;
  7. een terrein of gebouw dat bestemd is voor recreatieve of culturele doeleinden, waar zich gemiddeld grote aantallen mensen bevinden, gedurende meerdere aaneengesloten dagen of gedurende een aanmerkelijk deel van de dag als dit met regelmaat plaatsvindt gedurende een groot deel van het jaar;
  8. objecten n.e.g. waarvan in redelijkheid is vast te stellen dat daar met regelmaat grote aantallen mensen verblijven, gedurende een aantal uren per dag tijdens een groot deel van het jaar.

1.47 bijzondere doeleinden

doeleinden ten behoeve van onderwijs, openbaar bestuur, religieuze functies, zorg, medisch-sociale-functies waaronder ook begrepen dagopvang met woonfunctie, tevens zorgeenheden voor zover het betreft het voormalige klooster Boslust, maatschappelijke en culturele functies.

1.48 boogkassen (laag)

elke constructie van hout, metaal of ander materiaal welke met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt, ter bescherming, vervroeging of verlenging van tuinbouw- en fruitteeltproducten, lager dan 1,50 meter.

1.49 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.50 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.51 bouwlaag

een gedeelte van een gebouw, dat door op geringe of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen waarbij het hoogteverschil niet meer dan 1,5 meter bedraagt, is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.52 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.53 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

1.54 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.55 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.56 bruto vloeroppervlakte (bvo)

de vloeroppervlakte van een ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een gebouw. De oppervlakte van buitenruimten zoals loggia's, balkons, niet gesloten galerijen, dakterrassen en dergelijke worden niet tot de bruto vloeroppervlakte van een gebouw gerekend.

1.57 buitenopslag

het opslaan, of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van de bedrijfspercelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur en dergelijke.

1.58 buitenplaats

een landhuis, kasteelachtige behuizing of kasteel en de daarbij behorende tuinen, toegangswegen, gebouwen, waterpartijen en beplanting, dat onderdeel vormt van het beschermd dorpsgezicht en gekenmerkt wordt door de cultuurhistorische en/of monumentale waarden van hun ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit en samenhang.

1.59 coffeeshop

een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of voor gebruik elders.

1.60 consument verzorgend ambacht/consument verzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten

het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot het aan huis gebonden beroep, gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten zodanig is dat deze in een woning en daarbij behorende bouwwerken wordt uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.

1.61 containerveld

werk niet zijnde bouwwerk bestaande uit grond afgedekt met plastic, antiworteldoek en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van de teelt van gewassen. De gewassen worden op deze afdeklaag los van de ondergrond geteeld in potten.

1.62 cultuur en ontspanning

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op kunst en cultuur, spel, vermaak en ontspanning waaronder:
  • filmhuis;
  • muziekscholen;
  • muziektheaters;
  • tentoonstellingsruimte;
  • cultureel centrum;
  • ateliers;
  • galeries;
  • museum;
  • muziekschool;
  • sauna;
  • studio;
  • theater en daarbij horende facilitaire ruimten zoals werkplaatsen, decorbouw en naaiateliers;
  • wellness;
met inbegrip van ondergeschikte horeca en kantoren ten dienste van deze voorzieningen.
De functie seks- en/of pornobedrijf en straatprostitutie, casino/speelhal, dierentuin, zelfstandige kinderboerderij vallen niet onder dit begrip.

1.63 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.

1.64 daghoreca

een kleinschalig horecabedrijf dat is gericht op het (hoofdzakelijk) overdag verstrekken van dranken en etenswaren en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaakt. Onder een daghorecabedrijf wordt verstaan een cafetaria voor wandelaars en passanten of een naar de aard daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.

1.65 dagrecreatie

het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats zonder overnachtingsmogelijkheden, zoals een wandelbos, wandelpark, strandbad, vis- en zwemvijvers, speel- en ligweide, speelterrein, kinderspeelplaats, dierenpark, volkstuinen, pretpark, themapark.

1.66 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.67 detailhandel (algemeen)

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.68 detailhandel (in dagelijkse goederen)

detailhandel in dierlijke voedingsmiddelen (te weten wild en gevogelte, vis, vlees en vleeswaren, melk en zuivelproducten) en detailhandel in plantaardige voedingsmiddelen, genotmiddelen resp. levensmiddelen algemeen assortiment (te weten aardappelen, groente en fruit, brood, koek en banket, chocolade en suikerwerken, consumptie-ijs, alcoholhoudende en alcoholvrije dranken, tabaksproducten, gespecialiseerd in niet elders genoemde voedings- en genotsmiddelen, levensmiddelen algemeen assortiment, parfumerie-, toilet- en cosmetische artikelen, drogisterij-artikelen, bloemen en planten, zaden en tuinbenodigdheden.

1.69 detailhandel (in volumineuze goederen)

detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, waaronder detailhandel in auto's, doe-het zelf artikelen en tuinartikelen.

1.70 dienst-/bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op/bij een terrein, die alleen is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.

1.71 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, met uitzondering van een internetwinkel.

1.72 discotheek/dancing

avond- en nachtgelegenheid, waar dranken en soms maaltijden worden verstrekt en waar men de mogelijkheid heeft om te dansen. De nadruk ligt op het bieden van de mogelijkheid om te dansen op dansmuziek aan een jonger publiek. Er is een dansvloer aanwezig van minimaal 20,00 m².

1.73 doeleinden van openbaar nut/nutsbedrijven

voorzieningen zoals straatvoorzieningen voor afvalstoffen, transformatorhuisjes, schakelkasten, telefooncellen en wachthuisjes, met een inhoud van maximaal 50 m³ per op te richten bouwwerk en een hoogte van maximaal 3,00 m.

1.74 dove gevel

een bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, waarin geen te openen delen aanwezig zijn alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte.

1.75 dubbelbestemming

bestemming waarmee cultuurhistorische, archeologische en geomorfologische waarden worden beschermd die niet of in onvoldoende mate met de onderliggende bestemming kunnen worden gewaarborgd.

1.76 duurzaam waterbeheer

zoveel mogelijk vasthouden van gebiedseigen water en dit niet vermengen met relatief vuile stromen;
relatief schone verharde oppervlakken afkoppelen van de riolering en het water afvoeren naar het oppervlaktewater.

1.77 ecologie

wetenschap die zich bezighoudt met de wisselwerking tussen planten en dieren en hun milieu.

1.78 ecologische structuur

netwerk van onderling via ecologische verbindingen samenhangende (nieuwe) natuurgebieden.

1.79 (eet)café

een horecabedrijf, waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, al of niet in combinatie met het bereiden en verstrekken van maaltijden; de nadruk ligt echter op het verstrekken van dranken.

1.80 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

1.81 erker

een plat afgedekte uitbouw aan de gevel van een woning.

1.82 erosie

uitslijting en wegspoeling van bodemmateriaal door stromend water.

1.83 evenement

een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.

1.84 evenementencentrum

een flexibel inzetbare ruimte te behoeve van onder andere evenementen, activiteiten van verenigingen, productpresentaties en congressen aansluitend op de activiteiten op het Leeuwbierterrein.

1.85 evenementen organisatiebureau

een kantoorachtig bedrijf dat zich voornamelijk richt op het organiseren van evenementen.

1.86 extensieve recreatie

de vormen van openluchtrecreatie die niet intensief zijn en waarbij het omringende landschap van groot belang is, zoals wandelen en fietsen.

1.87 extensief recreatief medegebruik

een gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit dagrecreatieve gebruik is toegestaan, zoals die vormen van dagrecreatie die in hoofdzaak gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving, te weten wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats, of een daarmee naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, waarbij recreanten in relatief geringe aantallen mede gebruik maken van al dan niet aangelegde voorzieningen zoals wegen, paden, water en wateroevers.

1.88 fietshotel

een hotel in hoofdzaak gericht op wielrenners c.q. wielertoeristen, met inbegrip van een wielergerelateerd horecaconcept en cycle wellnessvoorzieningen waaronder fietslockers, een zone ten behoeve van het sleutelen aan fietsen en kleed- en douchefaciliteiten met kledinglockers.

1.89 Food experience (Food XP)

een verzameling aan functies passend binnen en onderdeel vormend van een totaalconcept in het kader van in hoofdzaak de Limburgse gastronomie, waarbinnen op kleine schaal voornamelijk ambachtelijk bereide en ter plaatse geproduceerde producten en streekproducten getoond en door bezoekers geproefd en gekocht kunnen worden, met dien verstande dat het totale bruto vloeroppervlak ten behoeve van verkoop niet meer dan 950 m² mag bedragen, waarbij de verkoop uitsluitend is toegestaan in de vorm van een food market en voor minimaal 70% van het bruto vloeroppervlak ten behoeve van de verkoop sprake dient te zijn van productiegebonden detailhandel en/of streekgebonden producten.

1.90 Food experience center

ruimte(s) binnen de Food XP waarin in de vorm van een markthal diverse etenswaren op ambachtelijke wijze worden bereid, getoond en door bezoekers kunnen worden geproefd en kunnen worden gekocht, waarbij de rechtstreekse verkoop van producten aan de bezoeker uitsluitend is toegestaan in de vorm van een food market en voor minimaal 70% van het bruto vloeroppervlak ten behoeve van de verkoop sprake dient te zijn van productiegebonden detailhandel en/of streekgebonden producten, met daarnaast maximaal twee zelfstandige horecavestigingen van categorie 1 tot en met 3 met een gezamenlijk maximaal bruto vloeroppervlak van 1.125 m².

1.91 food market

ruimte binnen het food experience center waarbinnen rechtstreekse verkoop van in hoofdzaak productie- en/of streekgebonden producten aan de bezoeker is toegestaan, waarbij:
  • het bruto vloeroppervlak ten behoeve van verkoop niet meer dan 950 m² mag bedragen;
  • sprake dient te zijn van minimaal 5 verkooppunten;
  • het aandeel etenswaren minimaal 75% van het bruto vloeroppervlak ten behoeve van de verkoop dient te bedragen;
  • het aandeel productiegebonden detailhandel en/of streekgebonden producten minimaal 70% van het bruto vloeroppervlak ten behoeve van de verkoop dient te bedragen.

1.92 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.93 gebruiken

het gebruiken, doen en laten gebruiken.

1.94 gebruiksgerichte paardenhouderij

een paardenhouderij waar het rijden met paarden primair gericht is op de ruiter/amazone.

1.95 gebruiksoppervlakte

de gebruiksoppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.

1.96 gelijke hoogte

een hoogteverschil per vloer of balklaag van maximaal 2,00 meter (gemeten op het laagste punt).

1.97 geluidhinderveroorzakende inrichtingen

inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99), die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken en worden aangewezen in artikel 2.4. van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Stb. 1993, 50).

1.98 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een
geluidszone als bedoeld in die wet moet worden vastgesteld.

1.99 geschakelde woning

een woning, waarvan het hoofdgebouw door middel van een bijgebouw verbonden is aan een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd.

1.100 gestapelde woning

een woning in een woongebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm niet als een grondgebonden woning kan worden beschouwd.

1.101 gevaarlijke stoffen

stoffen die door hun intrinsieke eigenschappen of de omstandigheden waaronder ze voorkomen, gevaar, schade of ernstige hinder voor mens, dier of milieu kunnen veroorzaken. Het gaat hierbij om brandgevaarlijke, oxiderende, explosieve, corrosieve, giftige en/of radioactieve stoffen en/of stoffen die slecht zijn voor het milieu.

1.102 gevellijn

de bouwgrens die nagenoeg gelijk loopt aan de as van de weg waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw is (zijn) geplaatst en die is gelegen aan de weg(en) grenzende perceelsgrens.

1.103 graft

taludvormig hoogteverschil van minimaal 0,75 meter in maaiveldhoogte met een hellingpercentage van meer dan 25% tussen de voet en de kruin van het talud met een voetlengte van minimaal 10 meter.

1.104 groenvoorzieningen

het geheel van aanplant in een gebied, dan wel het aanbrengen of voorzien van groen, waaronder mede begrepen tuinen, gazons, laanbeplanting, wegbermen, bomen, struiken, parken, bosschages.

1.105 groepsaccommodatie

(een deel van) een gebouw dat blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers waar een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten, daaronder begrepen een kampeerboerderij. Per definitie vindt gemeenschappelijk gebruik plaats van sanitaire voorzieningen, keuken, verblijfsruimten en slaapzalen.

1.106 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering

een agrarische bedrijfsvoering, waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond.

1.107 grondgebonden woning

een gebouw dat uitsluitend één woning omvat en waarvan op het bijbehorende bouwperceel geen andere woningen voorkomen.

1.108 grondgebonden gestapelde woningen

een gebouw dat uitsluitend één woning omvat dan wel ten hoogste twee geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een grondgebonden woning kan worden beschouwd.

1.109 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan bedrijven of instellingen, die deze goederen in een door hen gedreven onderneming aanwenden.

1.110 growshop

een ruimte waar substanties, voorwerpen of gegevens, die gebruikt kunnen worden voor de teelt van hennep, worden bewerkt, bewerkt, verwerkt, bedrijfsmatig te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, vervaardigd of voorhanden zijn.

1.111 hagelnet

teeltondersteunende voorziening als bedoeld in de Beleidsregel Hagelnetten (GS Limburg, 9 maart 2004, Pbl. 11 maart 2004).

1.112 hemelwaterproblematiek

de problemen die ontstaan voor het afvoeren en bergen van hemelwater door de wijze van bodemgebruik in het algemeen en door de toename van het verharde grondoppervlak in het bijzonder.

1.113 herberg

bedrijf dat tegen betaling de mogelijkheid tot eten, drinken en recreatief overnachten aanbiedt.

1.114 hoofdfunctie

een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.

1.115 hoofdgebouw

het gebouw dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van een perceel en dat gelet op de bestemming van het perceel het belangrijkste is.

1.116 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies.

1.117 horeca(bedrijf)

een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van recreatief nachtverblijf en/of van ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodaties. Hieronder wordt niet verstaan een discotheek/dancing, coffeeshop, automaten-/speelhal resp. seks- en/of pornobedrijf.

1.118 horeca ondergeschikt aan hoofdbestemming

het bedrijfsmatig, als ondergeschikte nevenactiviteit mede verstrekken van uitsluitend dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse.

1.119 horeca van categorie 1

een horecabedrijf dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije dranken worden verstrekt.

1.120 horeca van categorie 2

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd. Daaronder worden begrepen: cafetaria / snackbar, fastfood en broodjeszaak, lunchroom, ijssalon / -winkel, koffie- en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurants.

1.121 horeca van categorie 3

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen. Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar.

1.122 horeca van categorie 4

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen: discotheek / dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning).

1.123 horeca van categorie 5

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van recreatief nachtverblijf. Daaronder wordt begrepen: hotel, motel, pension.

1.124 hospice

zorgvoorziening voor terminale patiënten, waar palliatieve zorg wordt verleend in de laatste levensfase.

1.125 hotel/pension

een horecabedrijf, waarin recreatief nachtverblijf wordt verstrekt en maaltijden voor gebruik ter plaatse alsmede alcoholvrije of alcoholhoudende dranken, de nadruk ligt echter op het verstrekken van recreatief nachtverblijf. Hieronder vallen tevens vakantieappartementen of andere vormen van verblijfsrecreatie, zoals bed & breakfast.

1.126 houtteelt

de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de meldingen herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Wet natuurbescherming.

1.127 hoveniersbedrijf

het bedrijfsmatig uitoefenen van het kweken van planten, heesters en bomen, alsmede van het in opdracht van derden aanleggen en onderhouden van tuinen, parken, plantsoenen en bosschages, waaronder tevens wordt begrepen de verkoop van de kweekproducten al dan niet in het kader van c.q. ten behoeve van het bedrijfsmatig aanleggen en onderhouden van tuinen, parken, plantsoenen en bosschages.

1.128 industrieel bedrijf

een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend machinaal verkopen van grondstoffen en/of vervaardigen van producten (nijverheids- en productietechnische bedrijven).

1.129 inrichting

een bedrijf dat op basis van de Wet milieubeheer vergunningsplichtig dan wel meldingsplichtig is.

1.130 intensieve recreatie

die vormen van (openlucht)recreatie waarbij men gebruik maakt van een sterk geconcentreerd voorzieningenpakket of één voorziening, waarbij het omringende landschap van minder belang is en zich relatief veel mensen per oppervlakte-eenheid (kunnen) bevinden.

1.131 inundatiegebied

gronden gelegen aan de rivier de Geul die bij hoge waterstanden door water worden overdekt.

1.132 inventariserend archeologisch onderzoek

onderzoek volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie dat leidt tot een rapport over de archeologische waarde van een terrein, op grond waarvan voorschriften aan een vergunning kunnen worden verbonden.

1.133 inwoning

het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is genomen, met dien verstande dat dit slechts toegestaan is in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken en dat woningsplitsing en/of kamerbewoning niet toegestaan is.

1.134 kampeerboerderij

Een terrein behorende bij een agrarisch bedrijf met voorzieningen, ter beschikking gesteld voor het houden van recreatief verblijf of voor het plaatsen, dan wel het geplaatst worden, van kampeermiddelen.

1.135 kampeermiddel

  1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto, toercaravans, vouwwagens, campers of huifkarren;
  2. enig ander onderkomen of enig ander voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 2.1 lid 1a van de Wabo een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is, een en ander voor zover genoemde onderkomens of voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.136 kampeerterrein

terrein of plaats waarop gelegenheid wordt gegeven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf met daarbij behorende voorzieningen.

1.137 kantine

een drink- en eetgelegenheid die zich bevindt bij bedrijven, scholen, sportvoorzieningen of andere instanties en die ondergeschikt is aan en uitsluitend ten dienste staat van de hoofdfunctie.

1.138 kantoor

een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijke administratieve aard.

1.139 kantoor met baliefunctie

een kantoor waarvoor kenmerkend is dat de (economische) activiteit is gericht op structureel contact met publiek in een daarvoor bestemd en daartoe voor het publiek toegankelijk (deel van een) gebouw, zoals bank, postkantoor, reisbureau.

1.140 karakteristiek

alle beeldbepalende bouwwerken.

1.141 kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Zuid Limburg

het kenmerkende reliëf, de historische landschapsstructuur en de daarin aanwezige cultuurhistorische landschapselementen, de afwisseling open-besloten en het groene karakter inclusief aanwezige natuurlijke waarden, zoals vermeld in Hoofdstuk 4, paragraaf 5 van de Omgevingsverordening Limburg.

1.142 kinderspeelboerderij

Een boerderij die toegankelijk is voor het publiek, waar vooral kinderen, maar ook volwassenen kennis kunnen maken met het boerderijleven, boerderijdieren en agrarische producten zoals mais, hooi en stro; waar ze paard/pony kunnen rijden; waar ze de dieren kunnen knuffelen, aaien en verzorgen en waar verder speelvoorzieningen zoals speelveldjes, speel- en klimtoestellen, glijbanen, springkussens, skelterbanen e.d. aanwezig zijn.

1.143 kwetsbaar object

  1. woningen, niet zijnde woningen als bedoeld in de definitie 'beperkt kwetsbaar object';
  2. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. scholen, of
    3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
    1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m2 per object, of
    2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m2 per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
  4. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;

1.144 landbouw(huis)dier

dieren die in het kader van de uitoefening van een landbouwbedrijf worden gehouden in verband met de productie van bijvoorbeeld melk, vlees, wol, veren of eieren of die gehouden worden in verband met bijvoorbeeld het berijden van dieren.

1.145 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.

1.146 levende have

kleine huisdieren en vijverfauna.

1.147 maaiveld

bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.

1.148 maatschappelijke voorzieningen

  1. educatieve,
  2. sociaal-medische
  3. sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen
  4. voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en
  5. voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen,
ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk uitgesloten – uitgesloten maatschappelijke functies’ zijn de volgende maatschappelijke functies niet toegestaan:
  1. asielzoekerscentrum;
  2. begraafplaats;
  3. bibliotheek;
  4. crematorium;
  5. dierenasiel;
  6. dierenpension;
  7. drugsopvang;
  8. explosieven en munitiedepot;
  9. jeugdopvang;
  10. jongerenontmoetingsplek;
  11. justitionele inrichting;
  12. kazerne;
  13. zelfstandig kinderdagverblijf;
  14. militair terrein;
  15. militaire zaken;
  16. naschoolse opvang;
  17. peuterspeelzaal;
  18. religie;
  19. uitvaartcentrum;
  20. welzijnsinstelling;
  21. zorgboerderij;
  22. zorginstelling.

1.149 maatvoeringsvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een maatvoeringssymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en/of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten.

1.150 manege

een agrarisch verwant bedrijf dat derden de mogelijkheid biedt om op het manegeterrein of in de omgeving ervan te rijden en/of te trainen (dressuur) met manegepaarden, die gestald worden op het manegeterrein.

1.151 mantelzorg

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.

1.152 meanderzone

gronden waarbinnen de rivier de Geul (primair water) door natuurlijke verplaatsing haar bedding kan verleggen.

1.153 mestbassin

een reservoir bestemd en geschikt voor het bewaren van dunne mest, dat niet geheel of gedeeltelijk is gelegen onder een stal, als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder d van het Besluit mestbassins.

1.154 mestopslagplaats

een constructie van beton, hout of staal, dan wel een aarden put bekleed met folie of beton, dan wel een gemetselde constructie die geheel of gedeeltelijk is ingegraven en wordt omgeven door een grondwal voor de opslag van drijfmest. Onder een mestopslagplaats wordt niet begrepen een mestkelder, zijnde een volledige bak, die is gecombineerd met een gebouw.

1.155 mestkelder

een volledige bak, gecombineerd met een gebouw ten behoeve van de opslag van dunne - dan wel drijfmest.

1.156 milieuzonering

het in het ruimtelijke spoor voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies en het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.

1.157 monumenten

onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed.

1.158 nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.

1.159 natuurlijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.

1.160 nevenactiviteit

Agrarische nevenactiviteit of verbrede landbouwactiviteit: een bedrijfsmatige activiteit die voorziet in een aanvulling van het inkomen van de agrariër, waarbij de activiteit ondergeschikt blijft aan het bestaande agrarische bedrijf dat als zodanig herkenbaar blijft.

1.161 niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering

een agrarische bedrijfsvoering, waarbij hoofdzakelijk geen gebruik wordt gemaakt van open grond en waaronder ten minste wordt verstaan een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij en een intensief veehouderijbedrijf dan wel een tak van deze bedrijvigheid.

1.162 nutsvoorziening

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.163 omgevingsvergunning

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.

1.164 onderbouw/kelder

een gedeelte van een gebouw dat maximaal 1,50 meter boven peil is gelegen en dat niet als bouwlaag wordt aangemerkt.

1.165 ondergeschikte functie

een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie, maar indien dat in de bestemmingsomschrijving niet expliciet is aangegeven aan die functie niet ten dienste hoeft te staan c.q. daar functioneel mee verbonden hoeft te zijn.

1.166 ondergeschikte horeca

een horecafunctie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie, waarbij tegen betaling etenswaren en/of niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse worden verstrekt.

1.167 ondergronds bouwwerk

een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.

1.168 onderkomen

voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.

1.169 ondersteunende horeca

horeca die een functionele relatie heeft met de in de doeleindenomschrijving genoemde hoofdfunctie.

1.170 openbaar toegankelijk gebied

weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.

1.171 openbare nutsvoorziening

een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.

1.172 openbare ruimte

rijwegen, voet- en fietspaden, pleinen, groenvoorzieningen en water, met inbegrip van de daarbij behorende voorzieningen van algemeen nut, bermen, taluds, waterlopen en waterbouwkundige kunstwerken, ondergrondse afvalsystemen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.

1.173 opslag kuilvoer

opslag van voedermiddelen zoals mais, dan wel krachtvoer.

1.174 opslag ruwvoer

opslag van voedermiddelen met relatief weinig voederwaarde, zoals gras.

1.175 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.

1.176 paardenbak

een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, voorzien van een zandbed (al dan niet met een drainagesysteem) en al dan niet voorzien van een omheining.

1.177 paardenfokkerij

een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, het africhten van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.

1.178 paddock

een klein veelal omheind weiland, meestal met een zandbodem met een afmeting van niet meer dan 25 x 25 meter.

1.179 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.180 parkeervoorzieningen

elk al dan niet overdekte c.q. ondergrondse stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer:
  • openbare parkeerplaatsen: parkeerplaatsen die in beginsel openbaar toegankelijk zijn;
  • particuliere parkeerplaatsen: parkeerplaatsen die in beginsel niet openbaar toegankelijk zijn, zoals bijvoorbeeld parkeerplaatsen op eigen terrein.

1.181 parkeren

het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen.

1.182 peil

  • voor een gebouw op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • voor gebouwen, ter plaatse van de aanduiding ‘Villa Via Nova’, het vloerpeilniveau woning zoals aangegeven als vloerpeil woning / begane grond in meters in +NAP in Bijlage 8 van deze regels;
  • voor bouwwerken, geen gebouw zijnde binnen de bestemming 'Water': de hoogte van de bovenzijde van het heersende waterpeil;
  • ten aanzien van de bestemming 'Verkeer-Railverkeer': de bovenkant spoorstaaf;
  • voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte aansluitende maaiveld.
  • Ter plaatse van de aanduiding ‘entreegebouw kasteelruïne’ geldt:
    • peil 1: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang van het entreegebouw aan het Grendelplein;
    • peil 2: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld

1.183 perceelgrens

een grenslijn tussen bouwpercelen onderling.

1.184 perifere detailhandel

detailhandel op terreinen of locaties binnen de bebouwde kom die niet binnen een bestaand winkel(concentratie)gebied of het onmiddellijk daaraan grenzende gebied liggen c.q. gevestigd kunnen worden).
perifere detailhandel, branchegericht (volumineus):
perifere detailhandel in goederen, waarvoor vanwege de aard en de omvang van het gevoerde assortiment en de dagelijkse bevoorrading, een groot bedrijfsvloeroppervlak nodig is, zoals auto's, boten, caravans, tenten, vakantie, recreatie, sport-, outdoor- en kampeerartikelen, bouwmarkten, tuincentra, woninginrichting, keukens en sanitair.
perifere detailhandel, omvanggericht (grootschalig):
perifere detailhandel met een bovenlokale functie/bereikbaarheid waarvoor een groter winkelgebruiksvloeroppervlakte nodig is dan 1.000 m² (wgo).

1.185 permanente bewoning

bewoning door een persoon, gezin of andere groep van personen van een gebouw, dan wel een gedeelte daarvan als hoofdverblijf.

1.186 plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico (PR) is het risico (uitgedrukt in kans per jaar) dat één persoon die zich onafgebroken en onbeschermd op die plaats bevindt, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit met een gevaarlijke stof. Voor dit risico is een vaste grenswaarde vastgesteld: een kans van één op de miljoen, ofwel 10-6. Doordat het de kans op overlijden voor één persoon betreft, is deze kans niet afhankelijk van persoonsdichtheid. Het risico is daarmee alleen afhankelijk van de bron en de aan te houden afstand tot (beperkt) kwetsbare objecten kan hierdoor exact vastgelegd worden, de zogenaamde 10-6 contour. De afstand tot kwetsbare objecten is hierbij een grenswaarde waarvan niet afgeweken mag worden. De afstand tot een beperkt kwetsbaar object is een richtwaarde, waarvan alleen met een goede motivatie afgeweken mag worden.

1.187 productie gebonden detailhandel

detailhandel in goederen, die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.188 productiegebonden paardenhouderij

een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden.

1.189 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen tegen vergoeding daaronder begrepen straatprostitutie.

1.190 pseudo-agrarische activiteiten

hobbymatig agrarisch gebruik, anders dan in de uitoefening van een agrarisch bedrijf.

1.191 randassortiment van een tuincentrum

producten en artikelen die niet behoren tot het basisassortiment.

1.192 recreatie

activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding.

1.193 recreatie-inrichting

overdekte accommodatie waar de gelegenheid bestaat tot de beoefening van sport en/of spel dan wel tot recreatie. Hieronder vallen een dansschool, fitnesscentrum, sportschool, sauna en hiermee vergelijkbare functies. Een seksinrichting en/of pornobedrijf valt hier in ieder geval niet onder. Horecadoeleinden zijn alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteiten en alleen dan als dit verband houdt met de toegestane en daadwerkelijke uitgeoefende functie.

1.194 recreatief medegebruik

het medegebruik van gronden voor routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren, en voor plaatsgebonden recreatieve activiteiten, zoals voor sportvisserijen, alsmede route-ondersteunende voorzieningen, zoals picknick-, uitzicht-, rust- en informatieplaatsen, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.

1.195 recreatieve doeleinden

doeleinden ten behoeve van intensieve en extensieve (openlucht)recreatie.

1.196 recreatieverblijf

een (deel van een) gebouw dat dient als recreatief verblijf voor recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben.

1.197 regenkap

een constructie van palen met daarop een boog met een kap van transparante folie.

1.198 retail

het direct aan consumenten verkopen van goederen en diensten (niet tastbare producten).

1.199 risicovolle inrichting

een inrichting die valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO'99) of het Vuurwerkbesluit.

1.200 ruimtelijke karakteristiek

het ter plaatse aanwezige karakter van de ruimte, gevormd door bouwwerken en onbebouwde ruimte inclusief het gebruik.

1.201 ruimtelijke kwaliteit

de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.

1.202 schuilgelegenheid

een bouwwerk dat aan dieren de gelegenheid biedt te schuilen tegen weersinvloeden, waarbij de dieren vrij in en uit kunnen lopen.

1.203 seksinrichting

de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waar in bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.204 seks- en/of pornobedrijf

een voor het publiek toegankelijk gebouw of gedeelte van een gebouw, in welk gebouw of welk gedeelte, handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Een prostitutiebedrijf of parenclub is hieronder mede begrepen. Tevens wordt hieronder begrepen een sekswinkel zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verkopen, verhuren en/of leveren van seksartikelen.

1.205 seksuele dienstverlening

een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.

1.206 serviceshop

een gebouw, of een gedeelte van een gebouw bij een benzinestation waar behalve autogerelateerde artikelen bij wijze van serviceverlening ook artikelen als bijvoorbeeld kranten, dranken, ijs, en daarmee vergelijkbare versnaperingen worden verkocht.

1.207 smartshop

een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.

1.208 sociale veiligheid

een ruimtelijke situatie die overzichtelijk, herkenbaar en sociaal controleerbaar is.

1.209 spoorwegvoorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van het railverkeer, zoals rails, perrons, overkappingen, fietsenstallingen, viaducten en onderdoorgangen, taluds, geluidsschermen, (keer)muren, transformatorgebouwen, stationsvoorzieningen en dergelijke.

1.210 sport Experience (sport XP)

een verzameling aan functies passend binnen en onderdeel vormend van een totaalconcept met een wieler- en sportgerelateerd thema, waaronder bijvoorbeeld een fietshotel, een sport experience center, een fietsverhuurbedrijf, een sportmedisch centrum en een evenementencentrum.

1.211 sport Experience center

een op sport georiënteerde voorziening, in hoofdzaak gericht op het testen van producten op het gebied van voornamelijk fiets-, roei- en hengeltechniek.

1.212 sportmedisch centrum

een centrum waarbinnen sportvoorzieningen en medische faciliteiten gecombineerd worden en waarbinnen coaching van (top)sporters, clinics, bootcamps, personal trainingen et cetera worden aangeboden mede onder begeleiding van medisch specialisten zoals fysiotherapeuten, osteopaten en revalidatie-artsen.

1.213 sportvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van de beoefening van sport, zoals een fitnesscentrum, sportschool, squashcentrum, wielerbaan, binnenzwembad en daarmee gelijk te stellen voorzieningen, dit met uitzondering van een autocircuit, buitenzwembad, drafbaan, golfbaan, kartbaan, kunstijsbaan, manege, motorcrossterrein, pitch & putt, skeelerbaan, skibaan, stadion, tennisbaan.

1.214 stads- en dorpsgezichten

groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden.

1.215 standplaats

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

1.216 stedenbouwkundig beeld

het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte.

1.217 stiltegebied

een gebied van enige omvang waarin de geluidsbelasting door toedoen van menselijke activiteit zo laag is, dat de gebiedseigen geluiden niet of nauwelijks worden verstoord.

1.218 straatmeubilair

de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstobjecten, gedenktekens, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken.

1.219 straatprostitutie

het zich op de openbare weg of in een zich op de openbare weg bevindend voertuig beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen tegen vergoeding.

1.220 streekgebonden producten

producten, waarvan de belangrijkste grondstoffen als streekeigen (regio Zuid-Limburg en Voerstreek) worden beschouwd en/of welke volgens streektraditie zijn geproduceerd/geteeld. Ook de verwerking en/of productie vindt bij voorkeur plaats in de regio (Zuid-Limburg en de Voerstreek) of volgens een specifieke bereidingswijze of receptuur van deze regio.

1.221 structuurvisie

een in het kader van de Wet ruimtelijke ordening vastgesteld ruimtelijk plan voor een deel of het gehele grondgebied van het Rijk, provincie of gemeente.

1.222 supermarkt

een detailhandelsbedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het verkopen van voedings- en genotmiddelen en dagelijkse levensbenodigdheden in een algemeen assortiment, in de vorm van een zelfbedieningszaak.

1.223 teeltondersteunende voorzieningen

voorzieningen/constructies met als doel het gewas te forceren tot meer groei, de oogst te spreiden, het te beschermen tegen weersinvloeden, ziekten en plagen, de kwaliteit van het product te vergroten en/of de oogst vereenvoudigen.

1.224 terras

een plek van een horecagelegenheid waar men buiten kan zitten.

1.225 tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen

teeltondersteunende voorziening, die korter dan 6 maanden, al dan niet aaneengesloten, in het jaar aanwezig is.

1.226 toeristische plaats

gronden op een kampeerterrein bestemd voor één kampeermiddel.

1.227 trekkershut

als bouwwerken aan te merken recreatieve onderkomens, ingericht voor korte verblijven, uitgerust met eenvoudige voorzieningen.

1.228 tuincentrum

het bedrijfsmatig uitoefenen van detailhandelsactiviteiten ten behoeve van de verkoop van bloemen, planten, heesters en bomen alsmede de voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen, parken, plantsoenen en bosschages benodigde hulpmiddelen en gereedschappen.

1.229 twee-aan-een gebouwde woning

een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen.

1.230 tweewielerverhuurbedrijf

een bedrijf gericht op verhuur van fietsen, e-bikes, scooters en overige vervoersmiddelen op twee wielen.

1.231 vakantie-appartement

een (gedeelte van een) gebouw dat dient als recreatief nachtverblijf.

1.232 veiligheidszone hellingen

zone welke vrij dient te blijven van bebouwing in verband met eventueel afbrokkelen van dan wel vallend gesteente van hellingen of steilranden.

1.233 verblijfsrecreatie

het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat.

1.234 verbrede landbouwactiviteit

een vorm van landbouwbedrijfsvoering waarin nevenactiviteiten een grote rol spelen.

1.235 verdieping

een bouwlaag niet zijnde de begane grond.

1.236 verkeersveiligheid

de veiligheid voor het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers.

1.237 verkooppunt

zelfstandig onderdeel binnen de food market, waarbij de ter plaatse verkochte producten ook uitsluitend bij dit zelfstandige onderdeel mogen worden afgerekend.

1.238 vestiging

zelfstandig opererend bedrijf c.q. inrichting.

1.239 Via Belgica

Via Belgica betreft het provinciaal archeologische aandachtsgebied dat is toegekend aan de weg die Keulen via Heerlen en Maastricht in de Romeinse tijd met Boulogne-sur-Mer aan de Kanaalkust verbond. Langs deze weg zijn allerlei archeologische vindplaatsen aanwezig.

1.240 volwaardig agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf dat voldoende werk en inkomen kan opleveren voor ten minste één volwaardige arbeidskracht, die in hoofdberoep aan het bedrijf is verbonden, met dien verstande dat de omvang van een volwaardig agrarisch bedrijf ten minste 70 Nederlandse Grootte Eenheden (NGE) zal bedragen.

1.241 voorgevel

gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van een weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van een gebouw vormt.

1.242 voorgevelrooilijn

(denkbeeldige) lijn waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw is (zijn) geplaatst en die is (zijn) doorgetrokken naar de zijdelingse perceelsgrenzen aan de zijde van de weg(en) grenzende perceelsgren(s)zen.

1.243 voorzieningen van algemeen nut

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.244 voorzieningen van openbaar nut

voorzieningen zoals straatvoorzieningen voor afvalstoffen, transformatorhuisjes, schakelkasten, telefooncellen en wachthuisjes.

1.245 vrijstaand bijbehorend bouwwerk

een bijbehorend bouwwerk, dat qua constructie en visueel vrij staat van het hoofdgebouw of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming.

1.246 vrijstaand bijgebouw

een bijgebouw, dat qua constructie en visueel vrij staat van het hoofdgebouw of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming.

1.247 Wabo

de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht welke op 1 oktober 2010 in werking is getreden.

1.248 (gerioleerde) watergang

al of niet overdekt werk dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen en of te voeren, daaronder mede te verstaan, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden, dat door het algemeen bestuur van het waterschap in de legger is opgenomen.

1.249 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc..

1.250 waterwingebied/grondwaterbeschermingsgebied

gebied dienende ter bescherming van het grondwater tegen bacteriologische en chemische verontreinigingen ten behoeve van de winning van grondwater voor de openbare drinkwatervoorziening.

1.251 weg

een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

1.252 wellness

activiteiten gericht op het lichamelijk welzijn (gezondheid en ontspanning) van de mens in de breedste zin van het woord.

1.253 werk

een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.

1.254 wet/wettelijke regelingen

indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.

1.255 winkelverkoopvloeroppervlakte (wvo)

de totale in een winkel voorkomende vloeroppervlakte van alle bouwlagen en ruimten die rechtstreeks toebedeeld zijn en ten dienste staan voor de uitstalling en verkoop van detailhandelsartikelen en voor het publiek zichtbaar en toegankelijk zijn, inclusief de vloeroppervlakte van de buitenruimte ten behoeve van uitstalling en verkoop, vitrine, toonbank- en kassaruimte (en de loopruimte van het personeel daarachter), schappen. Hieronder wordt niet begrepen de uitsluitend voor het personeel bedoelde (dienst)ruimten en de ruimten die betrekking hebben op bedrijfskantoor, portiek, ambacht en reparatieactiviteiten, verwerken van bestellingen, opslag, magazijn, sanitair, keuken en distributieruimte.

1.256 woning/wooneenheid

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.257 woningsplitsing

het bouwkundig en functioneel splitsen van een bestaande woning in twee of meer wooneenheden ten behoeve van de vestiging van meer dan één afzonderlijk huishouden.

1.258 woongebouw

gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin twee of meer woningen zijn gelegen die zijn te bereiken door een of meer gemeenschappelijke ruimte(n).

1.259 woonverblijf

een gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen die zijn verbonden met de in dat gebouw gevestigde functie(s).

1.260 woonwagen

een voor bewoning bestemde gebouw die is geplaatst op een standplaats en die in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.261 woonzorgcomplex

woonvorm, bedoeld voor ouderen die niet geheel zelfstandig kunnen wonen, maar geen behoefte hebben aan intensieve verzorging, zoals dat in een bejaardenhuis het geval is. De zorg wordt op maat verleend.

1.262 Wro

Wet ruimtelijke ordening zoals van kracht 1 juli 2008.

1.263 zaalaccommodatie

geheel van ruimten die beschikbaar worden gesteld ten behoeve van bijeenkomsten en waarbij de aanwezigen gebruik kunnen maken van horecafaciliteiten.

1.264 zolder

ruimte(n) in een gebouw die grotendeels is/zijn afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt/uitmaken van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen; de zolder wordt niet als bouwlaag aangemerkt.

1.265 zorgboerderij

een zorgfunctie waarbij de sociaal-medische opvang van personen plaatsvindt, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn, en al dan niet gecombineerd wordt met agrarische activiteiten, in die zin dat de personen wel behulpzaam zijn bij de agrarische of natuurbeherende activiteiten.

1.266 (woon)zorgeenheid

in een gebouw gelegen afzonderlijke woongelegenheid die geschikt is voor mensen met een functionele beperking en waarbij gebruik wordt gemaakt van zorgvoorzieningen.

1.267 zorgwoning

een zelfstandige woning die geschikt is voor mensen met een functionele beperking en waarbij gebruik wordt gemaakt van zorgvoorzieningen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 Gebouwen en bouwwerken

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, stoeptreden, balkons, dorpels, dakgoten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten.

2.3 Meetpunt

  1. Tenzij anders bepaald, worden de waarden die in deze regels in m of m² zijn uitgedrukt op de volgende wijze gemeten:
    1. afstanden loodrecht,
    2. hoogten vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven, en
    3. maten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.
  2. Bij de toepassing van het bepaalde in lid 2.3, sub a onder 2 wordt een bouwwerk, voor zover dit zich bevindt op een erf- of perceelgrens, gemeten aan de kant waar het aansluitend afgewerkt terrein het hoogst is.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. agrarisch grondgebruik;
  2. verkeersdoeleinden;
  3. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. agrarisch grondgebruik;
  2. een plattelandswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning';
  3. parkeervoorzieningen en een voetverbinding, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch - parkeren & ontsluiting’;
met daaraan ondergeschikt:
  1. tijdelijk parkeerterrein ten behoeve van evenementen voor de duur van het evenement met een maximum van 2 dagen per evenement en maximaal 2 evenementen per jaar, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - evenementenparkeerterrein';
  2. groenvoorzieningen;
  3. de opslag van hooi- en strobalen aansluitend aan de agrarische bouwkavel tot een oppervlakte van maximaal 25 m² en een hoogte van maximaal 2 meter;
  4. de opslag van kuil- en ruwvoer;
  5. ontsluiting van de afzonderlijke percelen;
  6. verkeersvoorzieningen;
  7. extensief recreatief medegebruik en de daarbij behorende voorzieningen zoals parkeer-, picknickplaatsen-, rust-, uitzicht- en informatiepunten;
  8. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  9. watergangen;
  10. een bestaande paardenbak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak';
  11. landschappelijke inpassing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschappelijke inpassing'.
  12. landschappelijke inpassing Sibberkerkstraat 91, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschappelijke inpassing Sibberkerkstraat 91', overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 11 bij deze regels;
  13. de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van natuur – landschappelijke inpassing Rijksweg 5’ mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aanleg en instandhouding van beplantingselementen ten behoeve van landschappelijke inpassing;
  14. de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van natuur – landschappelijke inpassing Walem 108’ mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aanleg en instandhouding van beplantingselementen ten behoeve van landschappelijke inpassing overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 20 bij deze regels;
  15. landschappelijke inpassing Lindenstraat 1a, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - landschappelijke inpassing Lindenstraat 1a', overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 24 bij deze regels.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. De nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
  1. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing in de bestaande bebouwing;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'Kernen':
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 4.1 sub f ten behoeve van militaire oefeningen.

3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.8 Wijzigingsbevoegdheid


Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' ten behoeve van het vergroten van het tot 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' bestemd bestemmingsvlak, indien vergroting alleen kan plaatsvinden op gronden bestemd tot 'Agrarisch' , met dien verstande dat:
  1. de wijziging noodzakelijk is in verband met een voorgenomen uitbreiding van het op het te vergroten bestemmingsoppervlak gevestigde agrarische bedrijf;
  2. de wijziging nodig is in verband met een vanwege bedrijfseconomische dan wel andere zwaarwegende bedrijfsomstandigheden ter plaatse noodzakelijke uitbreiding;
  3. de betrokken bouwaanvrager op het bestaande kavel geen reële bedrijfseconomisch en planologisch verantwoorde uitbreidingsmogelijkheden heeft;
  4. de oppervlakte van het bestemmingsoppervlak van de bestemming agrarische bedrijfsdoeleinden na wijziging niet meer dan 1,5 ha zal bedragen;
  5. de uitbreiding naar aard en omvang geen onevenredige nadelige invloed op de bestemmingen in de omgeving heeft. In ieder geval mogen de waarden van de bestemming 'Agrarisch' als gevolg van de wijziging niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. agrarische bedrijven;
  2. behoud, herstel en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding ‘natuur- en landschapswaarden’;
  3. een kampeerboerderij ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – kampeerboerderij’, waarbij geldt dat binnen de grenzen van deze aanduiding maximaal 15 kampeerplaatsen mogen worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 120 m2 per kampeerplaats;
  4. kamperen bij de boer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘kampeerterrein’, waarbij geldt dat binnen de grenzen van deze aanduiding maximaal 6 kampeerplaatsen mogen worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 120 m2 per kampeerplaats;
  5. kamperen bij de boer ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kamperen bij de boer 2' overeenkomstig het bepaalde in artikel 71 lid 36;
  6. behoud en herstel van de karakteristieke bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  7. maximaal 6 vakantieappartementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – vakantieappartementen’;
  8. een parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’;
  9. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater ter plaatse van de aanduiding ‘waterberging’.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. agrarische bedrijven met een geheel of in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch uitgesloten – houden van dieren’ het houden van dieren niet is toegestaan;
  2. een productiegebonden paardenhouderij, met de daarbij behorende voorzieningen;
  3. bestaande agrarische bedrijven met intensieve veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
  4. een agrarisch bedrijf in de vorm van een bos- en natuurbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – bos- en natuurbedrijf’;
  5. en als verbrede landbouwactiviteit, dagrecreatie in de vorm van een kinderspeelboerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – dagrecreatie/kinderspeelboerderij’;
  6. landgoedontwikkeling in de vorm van de ontwikkeling van nieuwe natuur in combinatie met nieuwe bebouwing, overeenkomstig het landgoedontwikkelingsplan zoals opgenomen in Bijlage 14 bij deze regels ('Landgoedontwikkeling Kloosterbosch' d.d. 23 oktober 2012, Projectnummer 09015625, kaartnummer 09015625.003A met status 'Definitief'), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – landgoedontwikkelingsplan Kloosterbosch’;
  7. een plattelandswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning';
  8. wonen in een bestaande of toegestane tweede bedrijfswoning.
met daaraan ondergeschikt:
  1. daghoreca van maximaal horeca categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca – daghoreca’;
  2. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’;
  3. agrarisch hobbymatig gebruik;
  4. inpandige stalling van kampeermiddelen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
  5. een vorstbestrijdingsvoorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - vorstbestrijdingsvoorziening';
  6. een paardenpension, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenpension';
  7. de verkoop van eigen en streekgebonden producten in de vorm van een boerderijwinkel tot een maximum vloeroppervlakte van 200 m², met dien verstanden dat ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel – consumptieijs’ tevens de verkoop van (niet-eigen en niet-streekgebonden) consumptieijs is toegestaan tot een maximum vloeroppervlakte van 200 m²;
  8. kamperen bij de boer tot een maximum van 2 locaties met elke een maximum van 15 kampeerplaatsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kamperen bij de boer 1' en met dien verstande dat een kampeerplaats een maximale omvang heeft van 120 m²;
  9. bestaande vakantieappartementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantieappartementen';
  10. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' een recreatiewoning;
  11. aan huis gebonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 lid 5.3;
  12. huisvesting van de rustende boer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 lid 5.4;
  13. mantelzorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 lid 5.5;
  14. ontsluiting van de afzonderlijke percelen;
  15. groenvoorzieningen;
  16. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  17. watergangen;
  18. een bestaand pension ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - pension';
  19. een bestaande paardenbak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak';
  20. landschappelijke inpassing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschappelijke inpassing', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van natuur – landschappelijke inpassing Walem 55’ de landschappelijke inpassing plaatsvindt overeenkomstig het in artikel 4 lid 5.7 bedoelde landschapsplan;
  21. landschappelijke inpassing Oeverweg 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - landschappelijke inpassing Oeverweg 2', overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 7 bij deze regels;
  22. landschappelijke inpassing Beekstraat 8, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - landschappelijke inpassing Beekstraat 8', overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 18 bij deze regels;
  23. gebruik van recreatiewoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen' en maximaal het aangeduide aantal;
  24. een bestaande hondenkennel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hondenkennel';
  25. een bestaand kattenpension, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kattenpension'.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is:
  1. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. en voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders kunnen, uitsluitend indien de aard van het bedrijf of bedrijfseconomische omstandigheden zulks wettigen, bij omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in:
  1. artikel 4 lid 2.3 sub b tot vergroting van de hoogte van overige bouwwerken, geen erfafscheidingen zijnde, tot maximaal 15,00 m, indien dit noodzakelijk is;
    • ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • en voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.

4.5 Specifieke gebruiksregels

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken:
  1. van het bepaalde in artikel 4 lid 5.2 sub d voor het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte, mits:
    • een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
    • het gebruik beperkt blijft tot de in artikel 4 lid 2 genoemde bouwmogelijkheden voor bijgebouwen;
    • de belangen van rechthebbenden op de aan het bouwperceel grenzende gronden niet onevenredig worden geschaad.
De afwijking wordt geacht door burgemeester en wethouders te zijn ingetrokken op het moment dat de noodzaak tot mantelzorg (als gevolg van verhuizen of overlijden) komt te vervallen.

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' te wijzigen in:
  1. 'Wonen' ten behoeve van 2 grondgebonden woningen dan wel 4 appartementen, met dien verstande dat:
    1. het aantal bouwlagen maximaal 2 bedraagt;
    2. de voorgevel(s) van de woning(en) opgericht dien(t)en te worden in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bestemmingsgrens;
    3. een goed woon- en leefklimaat ter plaatse kan worden gegarandeerd;
    4. het bestaande bedrijfsklimaat van de omliggende bedrijven niet in onevenredige mate mag worden aangetast;
    5. voldaan wordt aan de desbetreffende parkeernorm zoals opgenomen artikel 70 lid 2;
    6. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk mag worden gedaan en met dien verstande dat indien het een gebouw(encomplex) van cultuurhistorische waarde betreft de bestaande bouwmassa gehandhaafd moet blijven;
    7. burgemeester en wethouders de sloop van niet meer ten behoeve van agrarisch gebruik benutte bijgebouwen kan eisen;
    8. de woningen dienen te passen in het gemeentelijk woningbouwprogramma;
    9. de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische-, de waterhuishoudkundige-, de archeologische-, de ecologische-, de verkeerstechnische toelaatbaarheid en de stedenbouwkundige inpasbaarheid dienen te zijn aangetoond;
    10. de wijziging niet leidt tot het toevoegen van (beperkt) kwetsbare objecten binnen een PR-zone.
  2. 'Recreatie' in de vorm van vakantieappartementen, met dien verstande dat:
    1. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het ter plaatse heersende woon- en leefklimaat;
    2. het aantal recreatieve verblijfseenheden niet meer bedraagt dan 10;
    3. de gebruiksoppervlakte per vakantieappartement inclusief berging minimaal 62 m² en maximaal 87 m² bedraagt;
    4. een goed verblijfsklimaat kan worden gegarandeerd;
    5. het bestaande bedrijfsklimaat van de omliggende bedrijven niet in onevenredige mate wordt aangetast;
    6. voldaan wordt aan de desbetreffende parkeernorm zoals opgenomen artikel 70 lid 2;
    7. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan en met dien verstande dat indien het een gebouw(en complex) van cultuurhistorische waarde betreft de bestaande bouwmassa gehandhaafd moet blijven;
    8. Burgemeester en Wethouders de sloop van niet meer ten behoeve van agrarisch gebruik benutte bijgebouwen kan eisen;
    9. de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische-, de waterhuishoudkundige-, de archeologische-, de ecologische-, de verkeerstechnische toelaatbaarheid en de stedenbouwkundige inpasbaarheid dienen te zijn aangetoond;
    10. de wijziging niet leidt tot het toevoegen van (beperkt) kwetsbare objecten binnen een PR-zone.
  3. 'Bedrijf' voorzover het bedrijf is opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten, die als bijlage 1 is opgenomen bij deze regels, onder de categorieën A, B en C en mits:
    1. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het ter plaatse heersende woon- en leefklimaat;
    2. voldaan wordt aan de desbetreffende parkeernorm zoals opgenomen artikel 70 lid 2;
    3. het woon- en leefklimaat niet onevenredig nadelig wordt beïnvloed;
    4. en aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan;
    5. de wijziging niet leidt tot het toevoegen van (beperkt) kwetsbare objecten binnen een PR-zone.

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. agrarisch grondgebruik;
  2. extensief recreatief medegebruik;
  3. een pad ter plaatse van de aanduiding "pad";
  4. verkeersdoeleinden;
  5. waterstaatkundige doeleinden en waterberging;
  6. behoud en herstel van de cultuurhistorische waardevolle monumentale bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - monument";
  7. behoud en herstel van de betreffende landschaps- en natuurwaarden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van groen - populierenbos en laag- en hoogstamboomgaard";
  8. behoud en herstel van de betreffende landschapswaarden ter plaatse van de aanduiding "natuur- en landschapswaarden";
  9. instandhouding en uitbreiding van waterremmende en erosie beperkende landschapselementen;
  10. instandhouding en/of inrichten van de ecologische verbindings- en ontwikkelingszones;
  11. een kampeerboerderij ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – kampeerboerderij’, waarbij geldt dat binnen de grenzen van dit plan maximaal 15 kampeerplaatsen mogen worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 120 m² per kampeerplaats;
  12. een parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’;
  13. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater ter plaatse van de aanduiding "waterberging";
  14. landschappelijke inpassing Lindenstraat 1a, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschappelijke inpassing Lindenstraat 1a', overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 24 bij deze regels.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  1. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing in de bestaande bebouwing;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5 lid 5.1 sub e ten behoeve van militaire oefeningen.

5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Landschappelijke En Natuurlijke Waarden

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke en natuurlijke waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. agrarisch grondgebruik;
  2. extensief recreatief medegebruik of extensief recreatief medegebruik ten behoeve van dagrecreatie/kinderspeelboerderij, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – extensief recreatief medegebruik ten behoeve van dagrecreatie/kinderspeelboerderij’;
  3. kamperen bij de boer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘kampeerterrein’, waarbij geldt dat binnen de grenzen van deze aanduiding maximaal 4 kampeerplaatsen mogen worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 120 m2 per kampeerplaats;
  4. kamperen bij de boer ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kamperen bij de boer 2' overeenkomstig het bepaalde in artikel 71 lid 36;
  5. dagrecreatie in de vorm van een kinderspeelboerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – dagrecreatie/kinderspeelboerderij’;
  6. instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden;
  7. landgoedontwikkeling in de vorm van de ontwikkeling van nieuwe natuur in combinatie met nieuwe bebouwing, overeenkomstig het landgoedontwikkelingsplan zoals opgenomen in Bijlage 14 bij deze regels ('Landgoedontwikkeling Kloosterbosch' d.d. 23 oktober 2012, Projectnummer 09015625, kaartnummer 09015625.003A met status 'Definitief'), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – landgoedontwikkelingsplan Kloosterbosch’;
  8. instandhouding en uitbreiding van waterremmende en erosie beperkende landschapswaarden;
  9. instandhouding en/of inrichten van de ecologische verbindings- en ontwikkelingszones;
met daaraan ondergeschikt:
  1. tijdelijk parkeerterrein ten behoeve van evenementen voor de duur van het evenement met een maximum van 2 dagen per evenement en maximaal 2 evenementen per jaar, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - evenementenparkeerterrein';
  2. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’;
  3. opslagplaatsen van vaste mest ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik;
  4. groenvoorzieningen;
  5. de opslag van hooi- en strobalen aansluitend aan de agrarische bouwkavel tot een oppervlakte van maximaal 25 m² en een hoogte van maximaal 2 meter;
  6. de opslag van kuil- en ruwvoer;
  7. ontsluiting van de afzonderlijke percelen;
  8. extensief recreatief medegebruik en de daarbij behorende voorzieningen zoals parkeer-, picknickplaatsen-, rust-, uitzicht- en informatiepunten;
  9. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  10. watergangen;
  11. bebouwing ten behoeve van agrarisch hobbymatig gebruik, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - 1';
  12. landschappelijke inpassing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschappelijke inpassing';
  13. teeltondersteunende voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen';
  14. een bestaande paardenbak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – paardenbak’;
  15. landschappelijke inpassing Oeverweg 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschappelijke inpassing Oeverweg 2', overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 7 bij deze regels.
  16. landschappelijke inpassing Stevensweg 6, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschappelijke inpassing Stevensweg 6', overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 15 bij deze regels.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.5 Specifieke gebruiksregels

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

6.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 7 Bedrijf

7.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. bedrijfs- (en groothandels)doeleinden, voorkomend in de categorie A van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1;
  2. wonen in de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan aanwezige en nader op de verbeelding met de aanduiding 'bedrijfswoning' aangegeven dienstwoning;
  3. detailhandelsdoeleinden uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  4. doeleinden van openbaar nut;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf' voor een nutsbedrijf;
  6. groenvoorzieningen;
  7. zover de gronden op de verbeelding zijn aangewezen als 'specifieke bouwaanduiding - monument', tevens voor het behoud en herstel van de cultuurhistorisch waardevolle monumentale bebouwing;
  8. parkeervoorzieningen;
  9. waterstaatkundige doeleinden en waterberging;
  10. verkooppunt van motorbrandstoffen zonder lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  11. behoud en herstel van de betreffende landschaps- en natuurwaarden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van groen - populierenbos en laag- en hoogstamboomgaard";
  12. een zendmast ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  13. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' een recreatiewoning;
  14. verkooppunt van motorbrandstoffen met lpg ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen met lpg’, waarbij het lpg vulpunt uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘vulpunt lpg’;
een en ander met dien verstande dat:
  1. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf uitgesloten’ geen bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan.
en tevens voor bedrijfsdoeleinden op de verbeelding aangegeven met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1 t/m 30' waar zwaardere categorieën zijn toegestaan conform bijlage 1 (Staat van Bedrijfsactiviteiten) van de regels:
  • (sb-1) - specifieke vorm van bedrijf - tankstation;
  • (sb-2) - specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling;
  • (sb-3) - specifieke vorm van bedrijf - showroom kozijnen, deuren fabrikant;
  • (sb-4) - specifieke vorm van bedrijf - detailhandel en drukkerij;
  • (sb-5) - specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf;
  • (sb-6) - specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf;
  • (sb-7) - specifieke vorm van bedrijf - boom- en rozenkwekerij;
  • (sb-8) - specifieke vorm van bedrijf - groothandel;
  • (sb-9) - specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf;
  • (sb-10) - specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsmatige opslag;
  • (sb-11) - specifieke vorm van bedrijf - houtbewerkingsbedrijf;
  • (sb-12) - specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf;
  • (sb-13) - specifieke vorm van bedrijf - mortuarium en taxibedrijf;
  • (sb-14) - specifieke vorm van bedrijf - wegenbouwbedrijf;
  • (sb-15) - specifieke vorm van bedrijf - constructiewerkplaats;
  • (sb-16) - specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf;
  • (sb-17) - specifieke vorm van bedrijf - antiekhandel;
  • (sb-18) - specifieke vorm van bedrijf - radiozender;
  • (sb-19) - specifieke vorm van bedrijf - detailhandel dierenbenodigdheden;
  • (sb-20) - specifieke vorm van bedrijf - beveiligingstechniek;
  • (sb-21) - specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf en tankstation;
  • (sb-22) - specifieke vorm van bedrijf - loodgietersbedrijf en Stichting Limburgs Landschap;
  • (sb-23) - specifieke vorm van bedrijf - organisatiebureau;
  • (sb-24) - specifieke vorm van bedrijf - houthandel;
  • (sb-25) - specifieke vorm van bedrijf - houtopslag;
  • (sb-26) - specifieke vorm van bedrijf - electrobedrijf;
  • (sb-27) - specifieke vorm van bedrijf - loodgietersbedrijf;
  • (sb-28) - specifieke vorm van bedrijf - dakdekkersbedrijf;
  • (sb-29) - specifieke vorm van bedrijf - mergelhandel;
  • (sb-30) - specifieke vorm van bedrijf - interieurbouw;
een en ander met dien verstande dat indien de bovengenoemde bedrijfsdoeleinden gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3 jaar niet zijn gebruikt en/of uitgeoefend overeenkomstig de aangegeven bedrijvigheid, deze bedrijvigheid niet meer is toegestaan.

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. bedrijfs- (en groothandels)doeleinden, voorkomend in de milieucategorieën 1 en 2 van bij deze regels behorende bijlage 2 (Staat van bedrijfsactiviteiten);
  2. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven en terreinen;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. groenvoorzieningen;
  4. voorzieningen van algemeen nut.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. bedrijven van categorie 1 en 2, die zijn opgenomen in de 'toegesneden lijst van bedrijfstypen' (bijlage 3 bij de regels) en/of daarmee qua milieueffecten gelijk te stellen bedrijven;
  2. bedrijven van categorie 3.1, die zijn opgenomen in de 'toegesneden lijst van bedrijfstypen' (bijlage 3 bij de regels) en/of daarmee qua milieueffecten gelijk te stellen bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.1';
  3. bedrijven van categorie 3.2, die zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten 'toegesneden lijst van bedrijfstypen' (bijlage 3 bij de regels) en/of daarmee qua milieueffecten gelijk te stellen bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.2';
  4. een hovenier, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'hovenier';
  5. wonen in een bestaande of toegestane tweede bedrijfswoning.
met daaraan ondergeschikt:
  1. inpandige stalling van kampeermiddelen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
  2. aan huis gebonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 lid 5.2;
  3. mantelzorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 lid 5.3;
  4. perceelsontsluitingswegen;
  5. parkeervoorzieningen;
  6. groenvoorzieningen;
  7. voorzieningen van openbaar nut;
  8. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  9. landschappelijke inpassing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschappelijke inpassing';
  10. landschappelijke inpassing Maastrichterweg 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschappelijke inpassing Maastrichterweg 1', overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 23 bij deze regels.
  11. landschappelijke inpassing Lindenstraat 1a, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - landschappelijke inpassing Lindenstraat 1a', overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 24 bij deze regels.

7.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

7.3 Nadere eisen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien:
  1. dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. en voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
  1. van het bepaalde in artikel 7 lid 1 sub b[1] en artikel 7 lid 2.2 sub a[1] voor het bouwen van één dienstwoning per bedrijfsvestiging op gronden die in gebruik zijn voor bedrijfsdoeleinden in maximaal 2 bouwlagen, met een inhoud van minimaal 250 m³ en maximaal 750 m³, mits:
    1. dit met het oog op het beheer van de betreffende functie noodzakelijk of gewenst is;
    2. niet meer dan één bedrijfswoning per bedrijf aanwezig is;
    3. de totale gebruiksoppervlakte van de bijgebouwen per dienstwoning niet meer mag bedragen dan 52 m² en de goothoogte van de bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3,00 m.;

7.5 Specifieke gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
  1. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. wonen;
  3. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub c[1];
  4. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG).

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 7 lid 1 sub c[1] voor de uitoefening van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij een toegestane bedrijfsactiviteit tot een maximum van 10% van het gebruiksoppervlakte en nooit meer dan 435 m², mits;
  1. voldaan wordt aan de desbetreffende parkeernorm zoals opgenomen artikel 70 lid 2;
  2. en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7 lid 1 ten behoeve van:
  1. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een hogere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 7 lid 1 indien deze, gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 7 lid 1, niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten wordt genoemd;
  2. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 7 lid 1, niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten wordt genoemd;
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp, gevaar, de verontreiniging van lucht en bodem, waarbij tevens kan worden gekeken naar de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.

7.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

7.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 8 Bedrijf - Agrarisch Loonbedrijf

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Agrarisch loonbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. per bouwvlak is maximaal één agrarisch loonbedrijf toegestaan, met dien verstande dat de percelen ter plaatse van de aanduiding ‘relatie’ tezamen zijn bestemd voor één agrarisch loonbedrijf;
  2. een agrarisch loonbedrijf met een gedeeltelijk:
    1. op loonwerk gerichte bedrijfsvoering;
    2. cultuurtechniek, grondverzet en transportmogelijkheden gerichte bedrijfsvoering, en een gedeeltelijke:
    3. geheel of in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
  3. wonen in een bestaande of toegestane tweede bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
  1. aan huis gebonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 lid 4.2;
  2. huisvesting van de rustende boer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 lid 4.3;
  3. mantelzorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 lid 4.4;
  4. mantelzorg in een mantelzorgwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - mantelzorgwoning';
  5. groenvoorzieningen;
  6. ontsluiting van de afzonderlijke percelen;
  7. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  8. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschappelijke inpassing Rijksweg 5' mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aanleg en instandhouding van beplantingselementen ten behoeve van landschappelijke inpassing;
  9. kantoor, ten behoeve van het in de aanhef toegestane gebruik.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

8.4 Specifieke gebruiksregels

8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 9 Bedrijf - Bomenteelt

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Bomenteelt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in bomen- en plantenteelt;
  2. wonen in een bestaande of toegestane tweede bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
  1. seizoensgebonden detailhandel in de vorm van (buiten)verkoop van planten en aan planten gelieerde detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  2. ondergeschikte detailhandel in de vorm van buitenverkoop tot een oppervlakte van maximaal 100 m²;
  3. hoveniersactiviteiten;
  4. containervelden;
  5. groenvoorzieningen;
  6. ontsluiting van de afzonderlijke percelen;
  7. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  8. hobbymatig agrarisch gebruik;
  9. een bestaand hoveniersbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hoveniersbedrijf'.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.5 Specifieke gebruiksregels

9.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 10 Bedrijf - Gasontvangststation

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Gasontvangststation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de aanleg en instandhouding van een gasontvangststation;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf' voor een nutsbedrijf;
  3. ondergrondse en bovengrondse leidingen en toebehoren;
  4. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen, paden, parkeervoorzieningen, lichtvoorzieningen, erf- en terreinafscheidingen en groen;
  5. bedrijven van categorie 3.1, die zijn opgenomen in de 'toegesneden lijst van bedrijfstypen' (bijlage 3 bij de regels) en/of daarmee qua milieueffecten gelijk te stellen bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.1'.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

10.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 11 Bedrijf - Nutsvoorziening

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen, met de daarbij behorende voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.3 Nadere eisen

11.4 Specifieke gebruiksregels

11.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 12 Bedrijf - Tuincentrum

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor de exploitatie van:
  1. een tuincentrum, waarbij de activiteiten in hoofdzaak zijn gericht op teelt van en dienstverlening in levende en dode tuingerelateerde artikelen en de verkoop van een basisassortiment voor een tuincentrum;
  2. enkel detailhandel in artikelen die vallen binnen het basisassortiment van een tuincentrum zoals beschreven in 1.228 is toegestaan.
met daaraan ondergeschikt:
  1. horeca van categorie 1 tot een oppervlakte van maximaal 2% van de winkelverkoopvloeroppervlakte;
  2. De verkoop van levende have (kleine huisdieren en vijverfauna) tot een oppervlakte van maximaal 5% van de winkelverkoopvloeroppervlakte;
  3. (buiten)opslag en stalling van goederen inherent aan een tuincentrum;
  4. groenvoorzieningen;
  5. parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’;
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  7. overige voorzieningen zoals kantoor, opslagruimten en dergelijke.

12.2 Bouwregels

12.3 Nadere eisen

12.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 13 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen Met Lpg

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de opslag en verkoop van motorbrandstoffen met lpg;
met daaraan ondergeschikt:
  1. detailhandel en horeca in de vorm van een serviceshop tot een oppervlakte van maximaal 100 m²;
  2. een autowasstraat;
  3. groenvoorzieningen;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.

13.2 Bouwregels

13.3 Nadere eisen

13.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 14 Bedrijventerrein

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijfsdoeleinden, voorkomende in de milieucategorieën A, B en C van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1;
  2. bouwmarkt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - bouwmarkt';
  3. doeleinden van openbaar nut;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. groenvoorzieningen;
  6. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
Detailhandel in volumineuze goederen is toegestaan op de locatie waar dit plaatsvond ten tijde van de ter inzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan. Een bouwmarkt is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - bouwmarkt'.

14.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien:
  1. dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. en voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedenbouwkundige beeld ter plaatse.

14.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
  1. het bepaalde in artikel 14 lid 2.1 sub a voor het vergroten van het bouwperceel tot maximaal 1,0 ha;
  2. het bepaalde in artikel 14 lid 2.1 sub e tot het verhogen van de goothoogte tot 14,00 m;
  3. het bepaalde in artikel 14 lid 2.1 sub g voor het plaatsen van gebouwen in de zijdelingse bouwperceelgrens;
  4. het bepaalde in artikel 14 lid 2.2 voor een maximale hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van 20,00 m.

Artikel 15 Centrum

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandelconcentratiegebied' uitsluitend voor detailhandel;
  2. detailhandel buiten de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandelconcentratiegebied', met dien verstande dat het uitsluitend op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan bestaande detailhandelvestigingen betreft en het maximale verkoopvloeroppervlak niet meer mag bedragen dan de bestaande begane grond verdieping;
  3. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandelconcentratiegebied', met dien verstande dat het uitsluitend op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan bestaande detailhandelvestigingen betreft en het maximale verkoopvloeroppervlak niet meer mag bedragen dan de bestaande begane grond verdieping;
  4. wonen, met dien verstande dat:
    1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - horecaconcentratiegebied' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandelconcentratiegebied' wonen uitsluitend op de verdieping mag plaatsvinden;
    2. nieuwbouw en splitsing van bestaande woningen niet is toegestaan;
    3. in afwijking van het bepaalde onder 2 is nieuwbouw van woningen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden,' met dien verstande dat het aantal nieuwe woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven in de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' en in geval van vervangende nieuwbouw;
  5. aan huis gebonden beroepen;
  6. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  7. maatschappelijk;
  8. cultuur en ontspanning, met dien verstande dat een automatenhal/speelhal dan wel een casino uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - automatenhal/speelhal';
  9. dienstverlening;
  10. kantoor;
  11. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van kantoor uitgesloten – bedrijfsmatige kantoorfunctie uitgesloten’ is bedrijfsmatige kantoorfunctie niet toegestaan met uitzondering van ondergeschikte kantoorfunctie ten behoeve van het bedrijf;
  12. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van centrum – entree/infocentrum’ voor een entreegebouw en informatiecentrum ten behoeve van de Kasteelruïne en de Haselderhof;
  13. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van centrum – liftschacht’ voor een liftschacht ten behoeve van de ontsluiting van de Kasteelruïne en de Haselderhof;
  14. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' een restaurant;
  15. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4' een discotheek/dancing;
  16. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - horecaconcentratiegebied' uitsluitend voor horeca, categorie 1 t/m 3 en categorie 5;
  17. horeca, categorie 1 t/m 3 en categorie 5 buiten de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - horecaconcentratiegebied', met dien verstande dat het uitsluitend op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan bestaande horecabedrijven betreft en het maximale bedrijfsvloeroppervlak niet meer mag bedragen dan de bestaande begane grond verdieping;
  18. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandelconcentratiegebied' en tevens de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - horecaconcentratiegebied', voor detailhandel en horeca, categorie 1 t/m 3 en categorie 5;
  19. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' een bed & breakfast;
  20. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' een recreatiewoning;
  21. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - gerioleerde watergang', een gerioleerde watergang.
  22. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - grendelpoort', een stadspoort;
  23. commerciële ruimte, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - grendelpoort';
  24. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' verblijfsrecreatie in de vorm van bed & breakfast met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandelconcentratiegebied' deze functie uitsluitend op de verdieping mag plaatsvinden;
  25. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' verblijfsrecreatie in de vorm van vakantiewoningen of -appartementen met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandelconcentratiegebied' deze functie uitsluitend op de verdieping mag plaatsvinden;
met de daarbij horende:
  1. wegen en paden;
  2. terrassen;
  3. groenvoorzieningen;
  4. speelvoorzieningen;
  5. parkeervoorzieningen, niet zijnde overdekte parkeeraccommodaties voor meer dan 3 auto's;
  6. voorzieningen van algemeen nut.

15.2 Bouwregels


Op de tot 'Centrum' bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding

15.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15 lid 2.3 sub a voor het bouwen van erfafscheidingen van maximaal 3 meter hoog, indien dit noodzakelijk is voor het visueel scheiden van functies, mits:
  1. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  2. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.

15.5 Specifieke gebruiksregels

Een woning kan worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep, mits de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft. Uitoefening van een aan huis gebonden beroep in bijbehorende bouwwerken is niet toegestaan tenzij het bevoegd gezag daartoe een omgevingsvergunning heeft verleend als bedoeld in artikel 15 lid 6.

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
  1. het bepaalde in artikel 15 lid 5 voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in een bij een woning behorend bijbehorend bouwwerk onder de voorwaarden dat:
    1. de woonfunctie van het perceel in overwegende mate gehandhaafd blijft;
    2. er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, met dien verstande dat beperkte verkoop inherent aan de betreffende activiteit is toegestaan;
    3. maximaal 30 m² van het bijbehorend bouwwerk als zodanig mag worden gebruikt.
  2. het bepaalde in artikel 15 lid 1 sub b ten behoeve van uitbreiding van de bestaande vloeroppervlakte.

Artikel 16 Centrum - 1

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandelconcentratiegebied' voor detailhandel, met dien verstande dat detailhandel uitsluitend op begane grond is toegestaan;
    1. wonen, met dien verstande dat:
    2. wonen uitsluitend op de verdieping mag plaatsvinden;
  2. het aantal nieuwe woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven in de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  3. aan huis gebonden beroepen;
  4. een ondergrondse parkeergarage, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  5. verblijfsgebied, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied';
met de daarbij horende:
  1. wegen en paden;
  2. terrassen;
  3. groenvoorzieningen;
  4. speelvoorzieningen;
  5. parkeervoorzieningen;
  6. voorzieningen van algemeen nut.

16.2 Bouwregels

16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding.

16.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
  1. het bepaalde in artikel 16 lid 2.4 sub a voor het bouwen van erfafscheidingen van maximaal 3 meter hoog, indien dit noodzakelijk is voor het visueel scheiden van functies, mits:
    1. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
    2. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.
  2. het bepaalde in artikel 16 lid 2.4 sub e voor het realiseren van luifels en reclame-uitingen, mits:
    1. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
    2. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Artikel 17 Cultuur En Ontspanning

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een wellnesscenter;
  2. een casino tot een oppervlakte van maximaal 10.000 m²;
  3. een hotel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  4. behoud en herstel van de cultuurhistorische waardevolle monumentale bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
  5. een bovengrondse toegang, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - bovengrondse toegang'.
met daaraan ondergeschikt:
  1. horecavoorzieningen;
  2. detailhandel;
  3. groenvoorzieningen;
  4. een parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.3 Nadere eisen

17.4 Specifieke gebruiksregels

17.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 18 Detailhandel

18.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Detailhandel' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. detailhandel, met uitzondering van een supermarkt;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - showroom', een showroom voor meubels en keukens;
  3. een inpandige bedrijfswoning;
met de daarbij behorende:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Detailhandel' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. detailhandel, niet zijnde een supermarkt;
  2. wonen in een bestaande bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
  1. kachelreparatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kachelreparatie';
  2. aan huis gebonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 lid 4.2 sub a;
  3. mantelzorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 lid 4.3;
  4. groenvoorzieningen;
  5. parkeervoorzieningen;
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding

18.4 Specifieke gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
  1. perifere detailhandel;
  2. verkooppunten voor motorbrandstoffen.

Artikel 19 Dienstverlening

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. dienstverlening;
met de daarbij behorende:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen.

19.2 Bouwregels

19.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19 lid 2.2 sub a voor het bouwen van erfafscheidingen van maximaal 3 meter hoog, indien dit noodzakelijk is voor het visueel scheiden van functies, mits:
  1. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  2. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.

Artikel 20 Gemengd

20.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Gemengd' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - sport experience center’:
    • een sport experience center van maximaal 1.050 m² bvo, met daarnaast maximaal twee zelfstandige, maar voor wat betreft het assortiment aan het sport experience center gerelateerde retailvestigingen met een gezamenlijk maximaal bruto vloeroppervlak van 600 m²;
    • een sportmedisch centrum van maximaal 725 m² bvo;
    • een evenementencentrum van maximaal 1.050 m² bvo;
  2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - food experience center', een food experience center van maximaal 4.450 m² bvo, waarbinnen:
    • een food market is toegestaan van maximaal 950 m² bvo;
    • maximaal twee zelfstandige horecavestigingen van categorie 1 tot en met 3 zijn toegestaan met een gezamenlijk maximaal bruto vloeroppervlak van 1.125 m²;
  3. aan de onder a. en b. genoemde functies ondergeschikte en/of ondersteunende:
    1. dienstverlening;
    2. horeca van categorie 1 tot en met 3;
    3. maatschappelijke voorzieningen;
    4. cultuur en ontspanning, waaronder musea;
    5. kantoorfuncties;
  4. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - fietsverhuurbedrijf', een fietsverhuurbedrijf van maximaal 1.320 m² bvo, waarvan maximaal 320 m² bvo ten behoeve van kantoordoeleinden en maximaal 1.000 m² bvo ten behoeve van opslagdoeleinden/magazijn;
  5. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'hotel', een fietshotel van maximaal 65 kamers en maximaal 4.150 m³ bvo;
  6. detailhandelsdoeleinden, behoudens voor zover het betreft het Landgoed St. Gerlach, kasteel Schaloen, hotel Juliana en hoek Warande/Breeweg (Schin op Geul) waar detailhandelsdoeleinden niet zijn toegestaan en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'Leeuwbierterrein' uitsluitend de onder a. genoemde retailvestigingen zijn toegestaan;
  7. een hotel/pension, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  8. een congrescentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'congrescentrum';
  9. sportvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Leeuwbierterrein’;
  10. recreatieve doeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Leeuwbierterrein’;
  11. maximaal één bedrijfs- c.q. beheerderswoning met een inhoud van minimaal 300 m³ en maximaal 750 m³, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Leeuwbierterrein’;
  12. kantoordoeleinden;
  13. bijzondere doeleinden, behoudens voor zover het betreft de aanduiding ‘Leeuwbierterrein;
  14. consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten, behoudens voor zover het betreft de aanduiding ‘Leeuwbierterrein;
  15. doeleinden van openbaar nut;
  16. aan huis gebonden beroepen;
  17. woondoeleinden, behoudens voor zover het betreft de aanduiding ‘Leeuwbierterrein;
  18. parkeervoorzieningen;
  19. groenvoorzieningen;
  20. speelvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Leeuwbierterrein’;
  21. terrassen, met dien verstande dat de 'Beleidsregels Terrassen 2014' van toepassing zijn, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Leeuwbierterrein’;
  22. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  23. verkeersdoeleinden waaronder hoofdzakelijk wegen ter ontsluiting van de toegelaten functies worden verstaan, fiets en/of voetpaden;
  24. water respectievelijk een gracht ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water- gracht';
  25. zover de gronden op de verbeelding zijn aangegeven met de aanduiding ‘detailhandel’, tevens voor detailhandel met een totaal maximaal gebruiksoppervlakte van 100 m²;
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen in gestapelde en grondgebonden woningen, met dien verstande dat er maximaal 30 woningen mogen worden gerealiseerd, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Reinaldstraat/Nieuweweg’;
  2. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  3. een (deels) ondergrondse parkeergarage, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘parkeergarage’;
  4. in- en uitritten ten behoeve van (deels) ondergrondse parkeergarages;
  5. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  6. cultuur en ontspanning;
  7. maatschappelijk;
  8. dienstverlening;
  9. kantoor;
  10. horeca categorie 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  11. horeca categorie 1 t/m 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
  12. horeca categorie 1 t/m 2 uitsluitend op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met horecacategorie 2 (begane grond)'
  13. wonen, met dien verstande dat nieuwbouw en splitsing van bestaande woningen niet is toegestaan, tenzij het vervangende nieuwbouw betreft;
met de daarbij behorende:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. speelvoorzieningen;
  4. parkeervoorzieningen, niet zijnde overdekte parkeeraccommodaties voor meer dan 3 auto's;
  5. voorzieningen van algemeen nut.

20.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

20.3 Nadere eisen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien:
  1. dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. en voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding.

20.4 Afwijken van de bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken:
  1. van het bepaalde in artikel 20 lid 2.3 voor het uitbreiden van het daar genoemde gebruiksoppervlakte met maximaal 25%;
  2. van het bepaalde in artikel 20 lid 2.4 voor het bouwen van erfafscheidingen van maximaal 3,00 m. hoog, indien dit noodzakelijk is voor het visueel scheiden van functies.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20 lid 2.6 sub a[2] voor het bouwen van erfafscheidingen van maximaal 3 meter hoog, indien dit noodzakelijk is voor het visueel scheiden van functies, mits:
  1. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  2. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.

20.5 Specifieke gebruiksregels

20.6 Afwijken van de gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken:
  1. van het bepaalde in artikel 20 lid 5.1 sub a[1] en artikel 20 lid 5.1 sub b[1] ten behoeve van het afwijken van de maximale bruto vloeroppervlakte c.q. omvang met maximaal 10%, met dien verstande dat:
    1. het totale aantal vierkante meters bruto vloeroppervlak van 14.750 m² niet wordt overschreden;
    2. er geen afbreuk wordt gedaan aan het karakter van de omgeving;
    3. het woon- en leefklimaat in de directe omgeving niet onevenredig wordt geschaad;
    4. er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein of in de directe omgeving aanwezig zijn;
    5. er geen extra verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn;
    6. er geen onevenredige aantasting van of hinder voor omliggende waarden dan wel functies ontstaat;
    7. er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen.
  2. van het bepaalde in artikel 20 lid 1 sub o[2] voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in een bij een woning behorend bijgebouw onder de voorwaarden dat:
    1. de woonfunctie van het perceel in overwegende mate gehandhaafd blijft;
    2. er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, met dien verstande dat beperkte verkoop inherent aan de betreffende activiteit is toegestaan;
    3. maximaal 30 m² van het bijgebouw als zodanig mag worden gebruikt.

20.7 Wijzigingsbevoegdheid

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het toelaten van grondgebonden en/of gestapelde woningen en bijbehorende bijgebouwen onder voorwaarden dat:
  1. artikel 20 lid 2.2 en artikel 20 lid 2.3 van overeenkomstige toepassing is;
  2. de milieuhinder van eventuele omliggende bedrijven zodanig is dat enerzijds ter plaatse een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en anderzijds het heersende bedrijfsklimaat voor deze bedrijven niet in onevenredige mate wordt aangetast;
  3. voldaan wordt aan de desbetreffende parkeernorm zoals opgenomen artikel 70 lid 2;

Artikel 21 Gemengd - 1

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een productiegebonden paardenhouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenfokkerij';
  2. een kapel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'religie';
  3. een handelsonderneming, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handelsonderneming';
  4. wonen in een bestaande of toegestane tweede bedrijfswoning ;
met daaraan ondergeschikt:
  1. aan huis gebonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 lid 4.2;
  2. mantelzorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 lid 4.3;
  3. verblijfsrecreatie in de vorm van een herberg;
  4. horeca van categorie 2;
  5. ontsluiting van de afzonderlijke percelen;
  6. groenvoorzieningen;
  7. stageverblijven met een maximum van 6;
  8. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.

21.2 Bouwregels

21.3 Nadere eisen

21.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 22 Gemengd - 2

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. maatschappelijk;
  2. onderwijs;
  3. hoveniersbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'hovenier';
  4. wonen;
  5. horecadoeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4'.
met daaraan ondergeschikt:
  1. aan huis gebonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 22 lid 4.2;
  2. mantelzorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 22 lid 4.3;
  3. een kinderboerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';
  4. een boerderijwinkel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'hovenier';
  5. tuin;
  6. ontsluiting van de afzonderlijke percelen;
  7. groenvoorzieningen;
  8. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  9. parkeervoorzieningen.

22.2 Bouwregels

22.3 Nadere eisen

22.4 Specifieke gebruiksregels

22.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 23 Gemengd - 3

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor een doelmatig hergebruik van vrijkomende (agrarische) bedrijfsgebouwen, met de daarbij behorende voorzieningen, ten behoeve van:
  1. wonen en in samenhang daarmee wellness, daaronder niet begrepen seksinrichting;
  2. verblijfsrecreatie in de vorm van appartementen;
  3. dagrecreatie in de vorm van het bieden van dagarrangementen, excursie;
  4. culturele en artistieke activiteiten, waaronder cursussen en exposities;
  5. praktijk en kantoor aan huis;
  6. bedrijven van categorie 1 en 2;
  7. ambachtelijke en consumentverzorgende en daarmee qua milieubelasting en ruimtelijke effecten vergelijkbare (bedrijfs)activiteiten;
  8. een bed & breakfast en / of pension, ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
  9. horeca van categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  10. horeca van categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  11. horeca van categorie 5, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  12. een parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  13. een terras, ter plaatse van de aanduiding ‘terras’;
met daaraan ondergeschikt:
  1. bewerken en/of verkopen van agrarische producten tot een maximum van 200 m² verhuurbare vloeroppervlakte;
  2. detailhandel tot een maximum vloeroppervlak van 100 m², ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’;
  3. horeca ondergeschikt aan de hiervoor genoemde mogelijke hoofdgebruiksvorm(en), zoals een kantine, restaurant, terras en daarmee vergelijkbare voorziening tot een maximum oppervlakte van 100 m². De omvang van de horecavoorziening is afgestemd op de behoefte voortkomend uit de gebruikers van de hoofdgebruiksvorm(en). Echter ook medegebruik door passanten is toegestaan. Het is niet toegestaan het horecagedeelte op enig moment af te splitsen en als zelfstandige vorm van horeca voort te zetten. Ook is het niet toegestaan de ondergeschikte horeca nog langer uit te oefenen dan het moment dat de hoofdgebruiksvorm(en) zijn komen te vervallen of niet langer van toepassing zijn.

23.2 Bouwregels

23.3 Nadere eisen

23.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 24 Groen

24.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Groen' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen, inclusief speelvoorzieningen;
  2. verkeersdoeleinden in de vorm van fiets- en wandelpaden;
  3. doeleinden van openbaar nut;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Groen' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen;
  2. bermen en beplanting;
  3. paden;
  4. voorzieningen van algemeen nut;
  5. kunstwerken;
  6. speelvoorzieningen;
  7. onder- en bovengrondse waterlopen en waterpartijen;
  8. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - gerioleerde watergang', een gerioleerde watergang.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Groen' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen;
  2. bermen en beplanting;
  3. speelvoorzieningen;
  4. kunstobjecten;
  5. verkeersdoeleinden in de vorm van fiets- en wandelpaden;
  6. doeleinden van openbaar nut;
  7. parkeervoorzieningen;
  8. extensief recreatief medegebruik en de daarbij behorende voorzieningen zoals parkeer-, picknickplaatsen-, rust-, uitzicht- en informatiepunten;
  9. onder- en bovengrondse waterlopen en waterpartijen;
  10. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.

24.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op en in de tot 'Groen' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

24.3 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 25 Groen - Park

25.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Groen - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. park;
  2. het behoud en het herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden van het park;
met daaraan ondergeschikt;
  1. groenvoorzieningen;
  2. verkeersdoeleinden in de vorm van fiets- en wandelpaden;
  3. kunstobjecten;
  4. paden;
  5. doeleinden van openbaar nut;
  6. evenemententerrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein';
  7. tijdelijk parkeerterrein ten behoeve van evenementen voor de duur van het evenement met een maximum van 2 dagen per evenement en maximaal 2 evenementen per jaar, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - evenementenparkeerterrein';
  8. extensief recreatief medegebruik en de daarbij behorende voorzieningen zoals parkeer-, picknickplaatsen-, rust-, uitzicht- en informatiepunten;
  9. onder- en bovengrondse waterlopen en waterpartijen;
  10. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.

25.2 Bouwregels

25.3 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 26 Horeca

26.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Horeca' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. horeca, overeenkomstig de categorie die is aangeduid ter plaatse van de aanduiding:
    1. 'horeca tot en met categorie 3';
    2. ‘horeca van categorie 4’;
    3. 'horeca van categorie 5';
met de daarbij behorende:
  1. terrassen;
  2. wegen en paden;
  3. groenvoorzieningen;
  4. parkeervoorzieningen.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Horeca' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. horeca van categorie 1 tot en met 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
  2. horeca van categorie 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
  3. horeca van categorie 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  4. wonen in een bestaande of toegestane tweede bedrijfswoning;
  5. een schietboom, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport -schietboom'.
met daaraan ondergeschikt:
  1. aan huis gebonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 lid 5.3;
  2. mantelzorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 lid 5.4;
  3. groenvoorzieningen;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.

26.2 Bouwregels

26.3 Nadere eisen

26.4 Afwijken van de bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26 lid 2.3 sub a voor het bouwen van erfafscheidingen van maximaal 3 meter hoog, indien dit noodzakelijk is voor het visueel scheiden van functies, mits:
  1. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  2. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.

26.5 Specifieke gebruiksregels

26.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 27 Kantoor

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. kantoren;
met de daarbij behorende:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen.

27.2 Bouwregels

27.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 27 lid 2.2 sub a voor het bouwen van erfafscheidingen van maximaal 3 meter hoog, indien dit noodzakelijk is voor het visueel scheiden van functies, mits:
  1. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  2. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.

Artikel 28 Maatschappelijk

28.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. bijzondere doeleinden;
  2. zover de gronden op de verbeelding zijn aangeduid als 'specifieke bouwaanduiding - monument', tevens voor behoud en herstel van de cultuurhistorisch waardevolle monumentale bebouwing, waartoe voor zover het betreft kasteel Genhoes tevens het behoud van de bestaande rondom gelegen gracht respectievelijk water dient te worden begrepen;
  3. zover het betreft het voormalige klooster Boslust voor woonzorgeenheden en woondoeleinden en bijbehorende voorzieningen zoals ontmoetingsruimten, fitness, gezondheidscentrum, logieseenheden en ondergrondse parkeervoorzieningen;
  4. een begraafruimte voor overledenen en gedenkplaats, niet zijnde een crematorium ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  5. doeleinden van openbaar nut;
  6. groenvoorzieningen waaronder speelvoorzieningen en langzaamverkeerroutes;
  7. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat er ter plaatse van de aanduiding ‘’t Anker’ er minimaal 14 parkeerplaatsen op eigen terrein worden voorzien;
  8. vakantieappartementen voorzover op de verbeelding aangeduid met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantie appartementen';
  9. zorgvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling' ten behoeve van:
    1. woonzorgeenheden, met dien verstande dat het aantal woonzorgeenheden niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal woonheden" voor het bouwvlak is aangegeven;
    2. dagopvang, met dien verstande dat maximaal 5 externen zijn toegestaan;
  10. waterstaatkundige doeleinden en waterberging;
  11. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  12. water respectievelijk een gracht ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water- gracht';
  13. wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  14. zorgwoningen ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning';
  15. verblijfsrecreatie ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk – verblijfsrecreatie’;
  16. een huisartsenpraktijk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - huisarts'.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. een hospice met ondergeschikte kantoorfuncties, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk – hospice’;
  2. het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:
    • bibliotheken; en/of
    • gezondheidszorg; en/of
    • jeugd-/kinder-/naschoolse opvang; en/of
    • jongerenontmoetingsplek; en/of
    • onderwijs; en/of
    • openbare dienstverlening; en/of
    • religie; en/of
    • specifieke vorm van maatschappelijk; en/of
    • uitvaartcentrum; en/of
    • verenigingsleven; en/of
    • zorg- en welzijnsinstelling;
    • een buitenspeelplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - buitenspeelplaats (sm-bs)'.
met de daarbij behorende:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. Voorzieningen van openbaar nut;
  5. Voorzieningen voor het opvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van water.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. jeugd- en kinderopvang;
  2. religie;
  3. sociaal-culturele doeleinden;
  4. welzijnsinstelling;
  5. een woonzorgcomplex, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - woonzorgcomplex';
  6. educatieve doeleinden;
  7. een dagopvang centrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dagopvang';
  8. groepsaccommodatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
  9. scoutingactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - scoutingactiviteiten'.
  10. een kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  11. het beheer en onderhoud van het landschap, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - beheer en onderhoud landschap’;
met daaraan ondergeschikt:
  1. perceelsontsluitingswegen;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  5. overnachting in scoutinggebouwen ten behoeve van evenementen voor maximaal 1 dag of de duur van het evenement met een maximum van vier dagen.

28.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de tot 'Maatschappelijk' bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

28.3 Nadere eisen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien:
  1. dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. en voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en/of stedenbouwkundig beeld ter plaatse en in het belang van de sociale veiligheid.

28.4 Afwijken van de bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken:
  1. van het bepaalde in artikel 28 lid 2.2 sub a[1] voor het verhogen van de maximale bouwhoogte met 3,00 m;
  2. voor het realiseren van één dienstwoning in maximaal 2 bouwlagen met een inhoud van minimaal 250 m³ en maximaal 750 m³ mits:
    1. dit met het oog op het beheer van de betreffende bijzondere bebouwing noodzakelijk of gewenst is;
    2. de totale gebruiksoppervlakte van de bijgebouwen per dienstwoning niet meer mag bedragen dan 52 m²;
    3. en de goothoogte van de bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3,00 m;
    4. voldaan wordt aan de desbetreffende parkeernorm zoals opgenomen artikel 70 lid 2;

28.5 Specifieke gebruiksregels

28.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 29 Maatschappelijk - Begraafplaats

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. doeleinden van lijkbezorging;
  2. behoud en herstel van de cultuurhistorische waardevolle monumentale bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.
met daaraan ondergeschikt:
  1. galerijgraven;
  2. urnenmuren;
  3. religieuze doeleinden;
  4. groenvoorzieningen;
  5. wegen en paden;
  6. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  7. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.

29.2 Bouwregels

Artikel 30 Natuur

30.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Natuur' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. het behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen natuurwetenschappelijke, landschapsecologische en/of landschappelijke waarden;
  2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘vijver’ een vijver ten behoeve van het sport experience center zoals genoemd in artikel 20 lid 1;
  3. waterremmende en erosiebeperkende elementen;
  4. (extensieve) dagrecreatie met bijbehorende parkeervoorzieningen, met uitzondering van het gebied aangeduid met de aanduiding ‘Leeuwbierterrein’;
  5. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.
met daaraan ondergeschikt:
  1. extensief recreatief medegebruik en de daarbij behorende voorzieningen zoals parkeer-, picknickplaatsen-, rust-, uitzicht- en informatiepunten;
  2. bestaand extensief agrarisch medegebruik;
  3. watergangen.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Natuur' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. het behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen natuurwetenschappelijke, landschapsecologische en/of landschappelijke waarden;
  2. waterremmende en erosiebeperkende elementen;
  3. extensieve dagrecreatie met bijbehorende parkeervoorzieningen.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Natuur' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden;
  2. landgoedontwikkeling in de vorm van de ontwikkeling van nieuwe natuur in combinatie met nieuwe bebouwing, overeenkomstig het landgoedontwikkelingsplan zoals opgenomen in Bijlage 14 bij deze regels ('Landgoedontwikkeling Kloosterbosch' d.d. 23 oktober 2012, Projectnummer 09015625, kaartnummer 09015625.003A met status 'Definitief'), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – landgoedontwikkelingsplan Kloosterbosch’;
  3. landschappelijke inpassing Gasstation, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - landschappelijke inpassing Gasstation', overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 17 bij deze regels;
  4. waterremmende en erosiebeperkende elementen;
  5. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.
met daaraan ondergeschikt:
  1. extensief recreatief medegebruik en de daarbij behorende voorzieningen zoals parkeer-, picknickplaatsen-, rust-, uitzicht- en informatiepunten;
  2. een vorstbestrijdingsvoorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - vorstbestrijdingsvoorziening'.

30.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

30.3 Nadere eisen

30.4 Afwijken van de bouwregels

30.5 Specifieke gebruiksregels

30.6 Afwijken van de gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 30 lid 5.1 sub g[1] ten behoeve van militaire oefeningen met dien verstande, dat geen onevenredige schade mag worden toegebracht aan de landschappelijke en/of natuurlijke waarden.

30.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 31 Recreatie

31.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. voorzieningen ten behoeve van sportaccommodaties met daaraan ondergeschikte horecadoeleinden in de vorm van een kantine, kleedruimten, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en doeleinden van openbaar nut;
  2. zover op de verbeelding aangegeven met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - bivakeerbedrijf' voor een bivakeerbedrijf;
  3. zover op de verbeelding aangegeven met de aanduiding 'bedrijfswoning' voor één bedrijfswoning;
  4. zover op de verbeelding aangegeven met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantie appartement' voor een vakantieappartement;
  5. zover de gronden op de verbeelding aangeduid zijn als 'specifieke bouwaanduiding - monument', tevens voor het behoud en herstel van de cultuurhistorische waardevolle monumentale bebouwing;
  6. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. het uitoefenen van activiteiten gericht op dag- en verblijfsrecreatie, alsmede extensieve recreatie;
  2. dagrecreatie, ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie';
  3. een kampeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein'.
met daaraan ondergeschikt:
  1. horecavoorzieningen die ten dienste staan van de doeleinden als genoemd in sub a;
met de daarbij behorende:
  1. wegen en paden;
  2. onder- en bovengrondse waterlopen en waterpartijen;
  3. groenvoorzieningen;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. voorzieningen van algemeen nut.

31.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

31.3 Nadere eisen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding.

31.4 Specifieke gebruiksregels

31.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 Recreatie - Dagrecreatie

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. dagrecreatie in de vorm van een speeltuin;
  2. dagrecreatie in de vorm van een binnenspeeltuin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - binnenspeeltuin';
  3. dierenpark, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';
met daaraan ondergeschikt:
  1. horeca van categorie 1 tot en met 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  4. dagrecreatieve voorzieningen zoals parkeer-, picknickplaatsen-, rust-, uitzicht- en informatiepunten, wandel- en fietspaden;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.

32.2 Bouwregels

32.3 Nadere eisen

32.4 Specifieke gebruiksregels

32.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 33 Recreatie - Verblijfsrecreatie

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. verblijfsrecreatie, met in achtneming van het bepaalde in artikel 33 lid 1 sub f;
  2. campings, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein 1', 'specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein 2' en 'specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein 3';
  3. bungalowparken, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm recreatie - bungalowpark walem' en 'specifieke vorm van recreatie - bungalowpark cauberg';
  4. groepsaccommodatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
  5. recreatief verblijf in bestaande vakantieappartementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantieappartementen';
  6. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – sport- en speelvoorzieningen’, uitsluitend sport- en speelvoorzieningen, met dien verstande dat parkeren en verblijfsrecreatie niet is toegestaan;
  7. bed & breakfast;
  8. wonen in een bestaande of toegestane tweede bedrijfswoning;
  9. wonen in een burgerwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  10. sportvelden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sport'.
met daaraan ondergeschikt:
  1. aan huis gebonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 lid 4.2;
  2. mantelzorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 lid 4.3;
  3. horeca van categorie 1 tot en met 3 met bijbehorend terras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3' ;
  4. een (camping)winkel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - (camping)winkel);
  5. de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van natuur – landschappelijke inpassing Rijksweg 6' mogen uitsluitend worden gebruikt voor de aanleg en instandhouding van beplantingselementen ten behoeve van landschappelijke inpassing overeenkomstig het landschapsplan bijgevoegd als bijlage 22 bij deze regels.
  6. groenvoorzieningen;
  7. parkeervoorzieningen;
  8. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater.

33.2 Bouwregels

33.3 Nadere eisen

33.4 Specifieke gebruiksregels

33.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 34 Sport

34.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Sport' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. het uitoefenen van sportactiviteiten met de daaraan ondergeschikte en gerelateerde horeca;
  2. maatschappelijke functies ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk'.
met de daarbij behorende:
  1. bermen en beplanting;
  2. paden;
  3. voorzieningen van algemeen nut;
  4. speelvoorzieningen;
  5. onder- en bovengrondse waterlopen en waterpartijen.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Sport' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. het uitoefenen van sportactiviteiten:
met daaraan ondergeschikt:
  1. overnachting in sportgebouwen ten behoeve van evenementen voor maximaal 1 dag of de duur van het evenement met een maximum van vier dagen;
  2. wegen en paden;
  3. groenvoorzieningen;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. voorzieningen van openbaar nut;
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  7. het incidenteel houden van evenementen op basis van het gemeentelijk evenementenbeleid;
  8. een schietboom, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport -schietboom';
  9. horeca voor zover deze ten dienste staat van en ondergeschikt is aan het uitoefenen van sportactiviteiten, in de vorm van een kantine.

34.2 Bouwregels

34.3 Nadere eisen

34.4 Afwijken van de bouwregels

34.5 Specifieke gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor wonen.

34.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 35 Tuin

35.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Tuin' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. tuin.
  2. een bestaande parkeerplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer – parkeren’.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Tuin' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. tuin.
  2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting':
    1. de ontsluiting van woonpercelen, met dien verstande dat:
      • behoudens percelen waarbij twee inritten zijn aangeduid, of een bredere inrit is aangeduid, per bouwperceel maximaal 1 inrit is toegestaan, met aan de straatzijde een maximale breedte van 3 meter;
      • de eerste 3 meter van een inrit, gemeten vanaf aan de openbare weg grenzende perceelsgrens, vlak dient te worden uitgevoerd.
    2. parkeervoorzieningen, niet zijnde overdekte parkeeraccommodaties voor meer dan 3 auto's.
  3. verhardingen, ter plaatse van de aanduidingen 'ontsluiting' en 'terras'.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Tuin' aangewezen gronden bestemd voor:
tuin;
  1. speeltoestellen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van tuin – speeltoestellen’;
  2. een schietboom, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietboom'.

35.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de tot 'Tuin' bestemde gronden mag niet worden gebouwd. Bestaande bouwwerken mogen worden gehandhaafd, geheel of gedeeltelijk worden vernieuwd, maar mogen niet worden vergroot.

35.3 Specifieke gebruiksregels

35.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 36 Verkeer

36.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Verkeer' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. verkeersdoeleinden;
  2. pleinen, voetpaden, fietspaden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen;
  3. voorzieningen van openbaar nut;
  4. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  5. kabels en leidingen;
met dien verstande dat:
  1. motorbrandstofverkooppunten niet zijn toegestaan.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Verkeer' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. wegen, straten en paden met een verkeers- dan wel verblijfsfunctie;
  2. voet- en rijwielpaden;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. terrassen, mits behorend bij een horecabedrijf en met dien verstande dat de 'Beleidsregels Terrassen 2014' of diens rechtsopvolger van toepassing zijn;
  5. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  6. straatmeubilair;
  7. voorzieningen van algemeen nut;
  8. kunstwerken;
  9. onder- en bovengrondse waterlopen en waterpartijen, alsmede regenwaterbuffers;
  10. oeververbindingen (bruggen);
  11. commerciële ruimte, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer - geulpoort' en 'specifieke vorm van verkeer - grendelpoort';
  12. ter plaatse van de aanduiding 'centrum', centrumvoorzieningen conform de bestemming 'Centrum';
  13. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geulpoort', een stadspoort;
  14. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - grendelpoort', een stadspoort;
  15. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - gerioleerde watergang', een gerioleerde watergang.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Verkeer' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. verkeersdoeleinden;
met daaraan ondergeschikt:
  1. pleinen, voetpaden, fietspaden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen;
  2. voorzieningen van openbaar nut;
  3. groenvoorzieningen;
  4. straatmeubilair;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  6. watergangen;
  7. tijdelijk parkeerterrein ten behoeve van evenementen voor de duur van het evenement met een maximum van 2 dagen per evenement en maximaal 2 evenementen per jaar, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - evenementenparkeerterrein'.

36.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

36.3 Afwijken van de bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
  1. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 36 lid 2.2 sub a voor het vergroten van de maximale bouwhoogte tot 20 meter, mits:
    1. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
    2. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.
  2. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning, behoudens voorzover reeds op grond van enige andere bepaling in dit plan een omgevingsvergunning is verleend, afwijken van het in dit plan bepaalde van het bepaalde in artikel 36 lid 2 voor het plaatsen van een openbare toiletvoorziening, met dien verstande dat:
    1. de belangen van derden niet onevenredig mogen worden geschaad;
    2. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu mogen ontstaan of kunnen ontstaan;
    3. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan;
    4. de toiletvoorziening geen belemmering vormt voor de verkeers-, verblijfs- of parkeerfunctie functie van de betreffende gronden.

36.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 37 Verkeer - Railverkeer

37.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. spoorwegdoeleinden met de daartoe benodigde voorzieningen en bermen en spoorwegovergangen ten behoeve van het wegverkeer;
  2. zover de gronden op de verbeelding zijn aangegeven met de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandelsdoeleinden, met een gebruiksoppervlakte van maximaal 87 m²;
  3. zover de gronden op de verbeelding zijn aangegeven met de aanduiding 'horeca' tevens voor horecadoeleinden, met een gebruiksoppervlakte van maximaal 87 m²;
  4. terrassen, mits behorend bij een horecabedrijf en met dien verstande dat de 'Beleidsregels Terrassen 2014' of diens rechtsopvolger van toepassing zijn.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden bestemd voor spoorwegdoeleinden met de daartoe benodigde voorzieningen en bermen, spoorwegovergangen, onderdoorgangen en viaducten ten behoeve van het wegverkeer.

37.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

37.3 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 38 Water

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. waterberging;
  2. waterhuishouding;
  3. waterlopen en waterpartijen;
  4. groenvoorzieningen;
  5. infiltratievoorzieningen;
  6. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geulpoort', een stadspoort.

38.2 Bouwregels

Artikel 39 Water - Primair Water

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Primair water' aangewezen gronden bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden: het ontvangen, vasthouden, (tijdelijk) bergen en afvoeren van water, eventueel gecombineerd met infiltratie van water in de bodem en ondergeschikt de instandhouding en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden.

39.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de voor 'Water - Primair water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de (bescherming van de) genoemde bestemming worden opgericht.

39.3 Specifieke gebruiksregels

Op de gronden met de bestemming 'Water - Primair water' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.

39.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 40 Wonen

40.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Wonen' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. wonen;
  2. aan huis verbonden beroepen;
  3. multifunctionele ruimte/kantoor in het appartementencomplex tot een maximum oppervlakte van 150 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Langen Akker’;
  4. kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘kantoor’;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' een bed & breakfast;
  6. parkeervoorzieningen;
  7. voorzieningen van openbaar nut;
  8. groenvoorzieningen waaronder speelvoorzieningen en langzaamverkeerroutes;
  9. behoud en herstel van de karakteristieke bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  10. behoud en herstel van de betreffende landschaps- en natuurwaarden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van groen - populierenbos en laag- en hoogstamboomgaard";
  11. 'parkeerterrein' tevens voor een parkeerterrein;
  12. 'pad' tevens voor een pad;
  13. voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
en ter plaatse van de aanduiding:
  1. 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijf klein' tevens voor bedrijfsdoeleinden met een gebruiksoppervlakte van maximaal 55 m²;
  2. voor zover de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – bedrijf klein’ is gelegen binnen de aanduiding ‘Kruisstraat 15’ tevens voor bedrijfsdoeleinden met een gebruiksoppervlakte van maximaal 78 m², met dien verstande dat wanneer dit gebruik gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3 jaar niet is uitgeoefend en/of niet is uitgeoefend conform de aangegeven bedrijvigheid, dit gebruik niet meer is toegestaan.
  3. 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijf groot' tevens voor bedrijfsdoeleinden met een gebruiksoppervlakte groter dan 55 m² ;
  4. 'specifieke vorm van bedrijf - consumentverzorgende en ambachtelijke bedrijven' tevens voor consumentverzorgende en ambachtelijke bedrijven tot en met 55 m² gebruiksoppervlakte;
  5. 'detailhandel' tevens voor detailhandel;
  6. 'horeca' tevens voor horeca;
  7. 'recreatie' tevens voor recreatie;
  8. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' een recreatiewoning;
  9. 'kantoor' tevens voor kantoor met een gebruiksoppervlakte groter dan 55 m²;
  10. 'specifieke vorm van gemengd - pension/hotel/(vakantie-)appartement of verblijfsrecreatie' tevens voor een pension, hotel en (vakantie-)appartement of verblijfsrecreatie, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - pension/ hotel' tevens een bed & breakfast is toegestaan;
  11. 'congrescentrum' tevens voor congresaccommodatie;
  12. dansschool uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘dansschool’;
  13. ter plaatse van de aanduiding 'uitvaartcentrum' een uitvaartcentrum.
een en ander met dien verstande dat indien de bovengenoemde doeleinden onder n tot en met z, gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3 jaar niet zijn gebruikt en/of uitgeoefend overeenkomstig de aangegeven bedrijvigheid, deze bedrijvigheid niet meer is toegestaan.

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Wonen' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. wonen;
  2. aan-huis-gebonden beroepen;
  3. parkeervoorzieningen, niet zijnde overdekte parkeeraccommodaties voor meer dan 3 auto's;
  4. voorzieningen van openbaar nut;
  5. groenvoorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en langzaamverkeerroutes;
  6. 'specifieke vorm van bedrijf - consumentverzorgende en ambachtelijke bedrijven' tevens voor consumentverzorgende en ambachtelijke bedrijven tot en met 55 m² gebruiksoppervlakte;
  7. ter plaatse van de aanduiding 'garage', garageboxen;
  8. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' een bed & breakfast;
  9. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' een recreatiewoning;
  10. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', maatschappelijke functies in de vorm van medisch-sociale voorzieningen alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
  11. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', een ondergrondse parkeergarage;
  12. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - gerioleerde watergang', een gerioleerde watergang.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Wonen' aangewezen gronden bestemd voor:
  1. wonen.
met daaraan ondergeschikt:
  1. aan huis gebonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 40 lid 5.2;
  2. mantelzorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 40 lid 5.3;
  3. agrarisch hobbymatig gebruik;
  4. inpandige stalling van kampeermiddelen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
  5. een bed & breakfast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
  6. vakantieappartementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantieappartement';
  7. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' een recreatiewoning;
  8. een bestaande paardenbak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak';
  9. opslag van vaste mest ten behoeve van agrarisch hobbymatig gebruik tot maximaal 10 m³;
  10. groenvoorzieningen;
  11. ontsluiting van de afzonderlijke percelen;
  12. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen voor het ontvangen, vasthouden, infiltreren, bergen en afvoeren van hemelwater;
  13. detailhandel in niet-dagelijkse goederen ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  14. parkeren ten dienste van de woonfunctie;
  15. daghoreca tot een oppervlakte van maximaal 292 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - daghoreca';
  16. parkeren ten behoeve van daghoreca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  17. een kleinschalig wellnessbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wellness';
  18. landschappelijke inpassing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschappelijke inpassing' en ‘specifieke vorm van natuur – landschappelijke inpassing Stevensweg 6’.

40.2 Bouwregels

40.3 Nadere eisen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde:
  1. indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruikersmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en/of;
  2. indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde:
  1. indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruikersmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en/of;
  2. indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.

40.4 Afwijken van de bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken:
  1. van het bepaalde in artikel 40 lid 2.2 sub c[1] voor het vervangen van een grondgebonden woning door maximaal 2 gestapelde woningen indien de inhoud per woning niet minder dan 175 m³ bedraagt en de gebruiksoppervlakte niet minder dan 83 m² met uitzondering van het gebied met de aanduiding ‘vrijstaand’;
  2. van het bepaalde in artikel 40 lid 2.4 sub b om het bebouwingspercentage van achter het hoofdgebouw gelegen gronden ten behoeve van bijgebouwen van 40 naar 50 te verhogen;
  3. van het bepaalde in artikel 40 lid 2.4 sub d om het bijgebouw gelijk met de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw te plaatsen;
  4. van het bepaalde in artikel 40 lid 2.4 sub a voor het bouwen van erfafscheidingen van maximaal 3 m hoog indien dit noodzakelijk is voor het visueel scheiden van verschillende functies.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken:
  1. van het bepaalde in artikel 40 lid 2.2 sub b[2] voor het vervangen van een grondgebonden woning door maximaal 2 gestapelde woningen indien de inhoud per woning niet minder dan 175 m³ bedraagt en de gebruiksoppervlakte niet minder dan 83 m²;
  2. van het bepaalde in artikel 40 lid 2.2 sub e[2] voor de uitbreiding van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw aan de zijgevel mits de afstand tot de meest nabije gevel op het aangrenzende perceel tenminste 3 m bedraagt;
  3. van het bepaalde in artikel 40 lid 2.4 sub d om het bebouwingspercentage van achter het hoofdgebouw gelegen gronden ten behoeve van bijbehorende bouwwerken van 40 naar 50 te verhogen;
  4. van het bepaalde in artikel 40 lid 2.4 sub a om het bijbehorend bouwwerk gelijk met de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw te plaatsen;
  5. van het bepaalde in artikel 40 lid 2.5 sub a voor het bouwen van erfafscheidingen van maximaal 3 hoog indien dit noodzakelijk is voor het visueel scheiden van verschillende functies.
  6. van het bepaalde in artikel 40 lid 2.10 sub b om de geldende parkeernormen aan te passen overeenkomstig de door de gemeente nieuw vastgestelde en daarvoor in de plaats tredende beleidsnota met parkeernormen.

40.5 Specifieke gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
  1. De woonfunctie en aan huis gebonden beroepen zijn zowel op de begane grond als op de verdiepingen toegestaan; overige functies zijn slechts op de begane grond toegestaan, tenzij deze functies reeds ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan op de verdieping(en) worden uitgeoefend, dan mogen zij op die verdieping(en) in maximaal de bestaande omvang worden voortgezet.
  2. De multifunctionele ruimte/kantoor en kantoorfunctie in het appartementencomplex, ter plaatse van de aanduiding ‘Langen Akker’, is uitsluitend op de begane grond toegestaan;
  3. Onder verboden gebruik wordt tevens verstaan het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte.
  4. Onder verboden gebruik wordt tevens verstaan het gebruik van kamers als zelfstandige woning.
  5. Aan huis gebonden beroepen zijn uitsluitend binnen de woning toegestaan. Daar waar de uitoefening van een aan huis gebonden beroep ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het plan reeds bestaat in een woning behorend bijgebouw, mag deze functie worden voortgezet. Voor overige gevallen is de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in bijgebouwen niet toegestaan tenzij burgemeester en wethouders daartoe afwijken als bedoeld in artikel 40 lid 6 sub a.
  6. De bedrijfsfunctie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijf klein' mag maximaal in de bestaande omvang worden voortgezet.
  7. De bedrijfsfunctie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijf groot' mag maximaal in de bestaande omvang worden voortgezet.
  8. De bedrijfsfunctie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf -consumentverzorgende en ambachtelijke bedrijven' mag maximaal in de bestaande omvang worden voortgezet.
  9. De uitoefening van nieuwe consumentverzorgende en ambachtelijke bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijfsdoeleinden is niet toegestaan, tenzij burgemeester en wethouders daartoe afwijken als bedoeld in artikel 40 lid 6 sub b.
  10. De detailhandelsfunctie ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' mag maximaal in de bestaande omvang worden voortgezet.
  11. De horecafunctie ter plaatse van de aanduiding 'horeca' mag maximaal in de bestaande omvang worden voortgezet.
  12. De kantoorfunctie ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' mag maximaal in de bestaande omvang worden voortgezet.
  13. De recreatiefunctie ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' mag maximaal in de bestaande omvang worden voortgezet.
  14. - en (vakantie-) appartementenfunctie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - pension/hotel (vakantie)appartement of verblijfsrecreatie' mag maximaal in de bestaande omvang worden voortgezet.
  15. De congresaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'congrescentrum' mag maximaal in de bestaande omvang worden voortgezet;
  16. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Zenderweg’ is het gebruik ten behoeve van een bed & breakfast niet toegestaan.
  17. Ter plaatse van de aanduiding ‘Zenderweg’ is het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte (mantelzorg) of als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte niet toegestaan;
  18. Opslag van materiaal en materieel is niet toegestaan, voor zover dat niet in de bebouwing geschiedt.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
  1. De woonfunctie en aan huis gebonden beroepen zijn zowel op de begane grond als op de verdiepingen toegestaan; overige functies zijn slechts op de begane grond toegestaan, tenzij deze functies reeds ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan op de verdieping(en) worden uitgeoefend, dan mogen zij op die verdieping(en) in maximaal de bestaande omvang worden voortgezet.
  2. Aan huis gebonden beroepen zijn uitsluitend binnen de woning toegestaan. Daar waar de uitoefening van een aan huis gebonden beroep ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan reeds bestaat in een bij een woning behorend bijbehorend bouwwerk, mag deze functie worden voortgezet. Voor overige gevallen is de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in bijbehorende bouwwerken niet toegestaan tenzij Burgemeester en wethouders daartoe een omgevingsvergunning hebben verleend als bedoeld in artikel 40 lid 6.5 sub a;
  3. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Villa Via Nova’ is het gebruik ten behoeve van een bed & breakfast niet toegestaan.

40.6 Afwijken van de gebruiksregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken:
  1. van het bepaalde in artikel 40 lid 5 sub e van dit artikel voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in een bij de woning behorend bijgebouw, onder de voorwaarden dat:
    1. de woonfunctie van het perceel in overwegende mate gehandhaafd blijft;
    2. er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, met dien verstande dat beperkte verkoop inherent aan de betreffende activiteit is toegestaan;
    3. maximaal 30 m² van het bijgebouw als zodanig gebruikt mag worden;
  2. van het bepaalde in artikel 40 lid 5 sub i voor het gebruik van de woning en bijbehorende bijgebouwen:
    1. voor de uitoefening van consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten onder de voorwaarden dat;
      • de activiteiten worden uitgeoefend door de gebruiker(s)/bewoner(s) van de eigenlijke woning;
      • maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning inclusief de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van het bedrijf worden benut, maar dit gebruik mag nooit meer bedragen dan 26 m² gebruiksoppervlakte;
      • geen onevenredige hinder wordt of kan worden toegebracht aan het woon- en leefmilieu en/of gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
      • de activiteit geen verkeersaantrekkende werking heeft die last veroorzaakt of die verkeersmaatregelen in de openbare ruimte vereist (zoals de aanleg van extra parkeerplaatsen);
      • ter bescherming van het woon- en leefklimaat mogen in straal van 200 m maximaal 2 consument verzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten zijn gevestigd;
      • geen reclameborden bij of aan de woning worden geplaatst;
    2. voor de uitoefening van bedrijfsdoeleinden in de categorieën A, B of C zoals opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1, en met dien verstande dat de gebruiksoppervlakte maximaal 52 m² mag bedragen;
  3. van het bepaalde in artikel 40 lid 5 voor het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte, mits:
    • een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
    • het gebruik beperkt blijft tot de in artikel 40 lid 2 genoemde bouwmogelijkheden voor bijgebouwen;
    • de belangen van rechthebbenden op de aan het bouwperceel grenzende gronden niet onevenredig worden geschaad.
De afwijking wordt geacht door burgemeester en wethouders te zijn ingetrokken op het moment dat de noodzaak tot mantelzorg (als gevolg van verhuizen of overlijden) komt te vervallen.

40.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

40.8 Wijzigingsbevoegdheid

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van:
  1. het toelaten van grondgebonden woningen met bijgebouwen onder voorwaarden dat:
    1. de inhoud van de woning minimaal 200 m³ moet en maximaal 1000 m³ mag bedragen;
    2. het aantal bouwlagen maximaal 2 bedraagt;
    3. de maatvoering zoals bepaald in artikel 40 lid 2.2 sub j, k en m en in artikel 40 lid 2.4 sub a, b en d in acht worden genomen;
    4. de milieuhinder afkomstig van eventuele omliggende bedrijven zodanig is dat enerzijds ter plaatse een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en anderzijds het heersende bedrijfsklimaat voor deze bedrijven niet in onevenredige mate wordt aangetast;
    5. het overige bepaalde in artikel 40 dient in acht te worden genomen;
    6. de wijziging niet leidt tot het toevoegen van (beperkt) kwetsbare objecten binnen een PR-zone.
  2. het toelaten van gestapelde woningen onder voorwaarden dat:
    1. de inhoud van een gestapelde woning minimaal 175 m³ moet en maximaal 600 m³ mag bedragen;
    2. het aantal bouwlagen van het gebouw ten behoeve van de gestapelde woning maximaal 3 bedraagt;
    3. de maatvoering zoals bepaald in artikel 40 lid 2.4 sub b in acht worden genomen;
    4. de milieuhinder afkomstig van eventuele omliggende bedrijven zodanig is dat enerzijds ter plaatse een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en anderzijds het heersende bedrijfsklimaat voor deze bedrijven niet in onevenredige mate wordt aangetast;
    5. het overige bepaalde in artikel 40 dient in acht te worden genomen;
    6. de wijziging niet leidt tot het toevoegen van (beperkt) kwetsbare objecten binnen een PR-zone.
  3. het toelaten van pensions/hotels en vakantieappartementen onder voorwaarde dat:
    1. het aantal bouwlagen maximaal 3 bedraagt;
    2. de gebruiksoppervlakte per vakantieappartement maximaal 87 m² bedraagt inclusief berging;
    3. de milieuhinder afkomstig van eventuele omliggende bedrijven zodanig is dat enerzijds ter plaatse een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en anderzijds het heersende bedrijfsklimaat voor deze bedrijven niet in onevenredige mate wordt aangetast;
    4. het overige bepaalde in artikel 40 dient in acht te worden genomen;
    5. de wijziging niet leidt tot het toevoegen van (beperkt) kwetsbare objecten binnen een PR-zone.

Artikel 41 Leiding - Brandstof

41.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en onderhoud ten behoeve van de op de verbeelding aangeduide brandstofleiding.

41.2 Bouwregels

Op of in de 'Leiding - Brandstof' bestemde gronden is het niet toegestaan te bouwen.

41.3 Afwijken van de bouwregels

41.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 42 Leiding - Gas

42.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en onderhoud ten behoeve van de op de verbeelding aangeduide hogedruk hoofdgastransportleiding en hogedruk gasvoedingsleiding inclusief een belemmerde strook van:
  1. 4 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding indien het een 40 bar leiding betreft;
  2. 5 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding indien het een 66,2 bar leiding betreft.

42.2 Bouwregels

Op of in de 'Leiding - Gas' bestemde gronden is het niet toegestaan te bouwen.

42.3 Afwijken van de bouwregels

42.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 43 Leiding - Hoogspanningsverbinding

43.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanpassing, het beheer en instandhouding van een hoogspanningsverbinding; met de daarbij behorende
  1. masten en (veiligheids)voorzieningen.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing.

43.2 Bouwregels

43.3 Afwijken van de bouwregels

Tot het verlenen van een omgevingsvergunning wordt eerst overgegaan, indien uit het verkregen positief schriftelijk advies van de netbeheerder is gebleken dat hierdoor de veiligheid en leveringszekerheid niet blijvend onevenredig worden geschaad.
Aan de hand daarvan kan het bevoegd gezag desgewenst voorwaarden verbinden aan de vergunning, ter bescherming van bedoelde verbinding.

43.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 44 Leiding - Leidingstrook

44.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en onderhoud ten behoeve van de op de verbeelding aangeduide leidingstrook.

44.2 Bouwregels

Op of in de 'Leiding - Leidingstrook' bestemde gronden is het niet toegestaan nieuw te bouwen.

44.3 Afwijken van de bouwregels

44.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 45 Leiding - Ondergronds

45.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Ondergronds' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar
voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor transport, bescherming en onderhoud
van ondergrondse leidingen waarbij ter plaatse van de aanduiding:
  1. 'hartlijn leiding - brandstof' het hart van de leiding voor het brandstoftransport is gelegen;
  2. 'hartlijn leiding - gas' het hart van de leiding voor gastransport is gelegen;
  3. 'hartlijn leiding - riool' het hart van de leiding voor riooltransport is gelegen.

45.2 Bouwregels

45.3 Afwijken van de bouwregels

45.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 46 Leiding - Riool

46.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) zijn, mede bestemd voor de bescherming en onderhoud ten behoeve van de op de verbeelding aangeduide rioolwatertransportleiding.

46.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op of in de 'Leiding - Riool' bestemde gronden is het niet toegestaan nieuw te bouwen.

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

46.3 Afwijken van de bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 46 lid 2.1 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
  1. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.

46.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 47 Leiding - Water

47.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en onderhoud ten behoeve van de op de verbeelding aangeduide hoofdwatertransportleiding.

47.2 Bouwregels

Op of in de 'Leiding - Water' bestemde gronden is het niet toegestaan nieuw te bouwen.

47.3 Afwijken van de bouwregels

47.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 48 Waarde - Archeologie 1

48.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en) - mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor beschermde archeologische monumenten.
Indien sprake is van meerdere dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' in één projectgebied is de zwaarste dubbelbestemming leidend voor het hele projectgebied.

48.2 Bouwregels

Als ten behoeve van het oprichten van een bouwwerk de bodem van gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 1', zijnde een beschermd archeologisch monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, ongeacht de diepte onder het maaiveld zal worden verstoord, dient op grond van art. 5.1 van de Erfgoedwet een certificaat te worden overlegd van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), vertegenwoordigd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).

48.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 49 Waarde - Archeologie 2

49.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en) - mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor gebieden van zeer hoge waarde.
Indien sprake is van meerdere dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' in één projectgebied is de zwaarste dubbelbestemming leidend voor het hele projectgebied.

49.2 Bouwregels

49.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 49 lid 2.1 met betrekking tot het laten uitvoeren van een inventariserend onderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, indien een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.

49.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 50 Waarde - Archeologie 3

50.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en) - mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor gebieden van hoge waarde, waarde en zones met zeer hoge trefkans.
Indien sprake is van meerdere dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' in één projectgebied is de zwaarste dubbelbestemming leidend voor het hele projectgebied.

50.2 Bouwregels

50.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 50 lid 2.1 met betrekking tot het laten uitvoeren van een inventariserend onderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, indien een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.

50.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 51 Waarde - Archeologie 4

51.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en) - mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor zones met een hoge trefkans.
Indien sprake is van meerdere dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' in één projectgebied is de zwaarste dubbelbestemming leidend voor het hele projectgebied.

51.2 Bouwregels

51.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 51 lid 2.1 met betrekking tot het laten uitvoeren van een inventariserend onderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, indien een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.

51.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 52 Waarde - Archeologie 5

52.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn - behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en) - mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor zones met een middelhoge trefkans en zones met een lage trefkans met kans op een bijzondere dataset.
Indien sprake is van meerdere dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' in één projectgebied is de zwaarste dubbelbestemming leidend voor het hele projectgebied.

52.2 Bouwregels

52.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 52 lid 2.1 met betrekking tot het laten uitvoeren van een inventariserend onderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, indien een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.

52.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 53 Waarde - Archeologie 6

53.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn - behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en) - mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor zones met een lage trefkans met kans op een bijzondere dataset.
Indien sprake is van meerdere dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' in één projectgebied is de zwaarste dubbelbestemming leidend voor het hele projectgebied.

53.2 Bouwregels

53.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 53 lid 2.1 met betrekking tot het laten uitvoeren van een quickscan/bureauonderzoek dan wel inventariserend onderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, indien een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.

53.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 54 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht

54.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuren en ruimtelijke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht en de daarin gelegen buitenplaatsen.

54.2 Bouwregels

54.3 Afwijken van de bouwregels

54.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

54.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 55 Waarde - Beschermd Stadsgezicht

55.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
  1. de bescherming en het behoud van het beschermde stadsgezicht;

55.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

55.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 56 Waarde - Cultuurhistorie

56.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’ zijn de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
  1. het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundige waardevolle elementen (beeldbepalende bebouwing) en patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld);
  2. de bescherming van het beschermd dorpsgezicht en de daarin gelegen buitenplaatsen;
  3. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' en met dien verstande dat het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' niet overschreden mag worden.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen (beeldbepalende bebouwing) en patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld).

56.2 Bouwregels

56.3 Afwijken van de bouwregels

56.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

56.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 57 Waarde - Cultuurhistorie - Onderaardsgangenstelsel - Groeve Beleidscategorieën 1 T/m 4

57.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Cultuurhistorie - Onderaardsgangenstelsel - groeve beleidscategorieën 1 t/m 4 ' aangewezen gronden zijn behalve voor de aldaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van archeologische waarden en daaraan ondergeschikt voor:
  1. natuur in het onderaardsgangenstelsel ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Cultuurhistorie - Onderaardsgangenstelsel - groeve beleidscategorie 1';
  2. recreatie in het onderaardsgangenstelsel ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Cultuurhistorie - Onderaardsgangenstelsel - groeve beleidscategorie 2';
  3. bedrijven voorkomend in de categorieën A, B en C van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Cultuurhistorie - Onderaardsgangenstelsel - groeve beleidscategorie 3';
  4. wonen in het onderaardsgangenstelsel ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Cultuurhistorie - Onderaardsgangenstelsel - groeve beleidscategorie 4'.

57.2 Bouwregels

57.3 Afwijken van de bouwregels

57.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 58 Waarde - Ecologie

58.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke en ecologische waarden.

58.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 59 Waarde - Landschapselement

59.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Landschapselement' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en herstel van de in het buitengebied aanwezige kleinschalige landschapselementen en de daarmee samenhangende landschappelijke en natuurlijke waarden, alsmede het daarmee samenhangende waterbergend vermogen van de grond, welke zijn opgenomen in bijlage 6 bij de regels.

59.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 60 Waarde - Natura 2000

60.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Natura 2000' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
  1. de bescherming en instandhouding van de op en/of in deze gronden voorkomende ecologische waarden.

60.2 Bouwregels

Op of in de voor 'Waarde - Natura 2000' aangegeven gronden mag niet worden gebouwd.

60.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 61 Waarde - Onderaards Gangenstelsel

61.1 Bestemmingsomschrijving

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’ zijn de voor 'Waarde - Ondergronds gangenstelsel' aangewezen gronden, behalve voor de daar voorkomende bovengrondse bestemming(en), ondergronds mede bestemd voor:
  1. de bescherming en instandhouding van cultuurhistorische alsmede ecologische waarden;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - ondergronds bedrijf', een bedrijf;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - ondergrondse begraafplaats', een grafkelder;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - ondergrondse recreatie', recreatieve voorzieningen;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - ondergronds wonen', wonen.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’ zijn de voor 'Waarde - Ondergronds gangenstelsel' aangewezen gronden, behalve voor de daar voorkomende bovengrondse bestemming(en), ondergronds mede bestemd voor:
  1. de bescherming en instandhouding van cultuurhistorische alsmede ecologische waarden;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - ondergronds bedrijf', een bedrijf van categorie 1 en 2;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - ondergrondse recreatie', recreatieve voorzieningen;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuur en ontspanning', cultuur en ontspanningsvoorzieningen;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - ondergrondse natuur', natuur;
  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - ondergronds wonen', wonen;
  7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - ondergrondse horeca' horeca;
  8. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – ondergrondse recreatie’, recreatieve voorzieningen.

61.2 Bouwregels

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
In de gronden (ondergronds) is het niet toegestaan nieuw te bouwen.

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Op of in de voor 'Waarde - Ondergronds gangenstelsel' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

61.3 Afwijken van de bouwregels

61.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 62 Waterstaat - Beschermingszone Primair Water

62.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren overeenkomstig de Keur van het Waterschap Limburg.

62.2 Bouwregels

Op de voor 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd.

62.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 62 lid 2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken binnen de beschermingszone mits:
  1. het belang van het primaire water niet onevenredig wordt aangetast;
  2. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
Het bevoegd gezag wint, alvorens af te wijken, advies in bij de waterbeheerder zijnde het waterschap.

62.4 Specifieke gebruiksregels

Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.

Artikel 63 Waterstaat - Beschermingszone Regenwaterbuffer

63.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Beschermingszone regenwaterbuffer' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en onderhoud ten behoeve van de in deze zone gelegen of aan deze zone grenzende regenwaterbuffer, waarbij de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas in acht moet worden genomen.

63.2 Bouwregels

Op de voor 'Waterstaat - Beschermingszone regenwaterbuffer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.

63.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 63 lid 2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone, mits:
  1. het belang van de beschermingszone niet onevenredig wordt aangetast;
  2. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
Burgemeester en wethouders winnen, alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, advies in bij de waterbeheerder zijnde het Waterschap.

Artikel 64 Waterstaat - Erosie

64.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Erosie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor wateroverlast en bodemerosie tegen te gaan overeenkomstig de Keur van het Waterschap Limburg.

64.2 Bouwregels

Op de voor 'Waterstaat - Erosie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.

64.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 64 lid 2, ten behoeve van het bouwen van gebouwen binnen de beschermingszone mits:
  1. daardoor de kans op wateroverlast en erosie niet onevenredig wordt vergroot;
  2. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
Het bevoegd gezag wint, alvorens af te wijken, advies in bij de waterbeheerder zijnde het waterschap.

64.4 Specifieke gebruiksregels

Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Erosie' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.

64.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 65 Waterstaat - Inundatiegebied

65.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Inundatiegebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de functie inundatiegebied overeenkomstig de Keur van het Waterschap Limburg.

65.2 Bouwregels

Op de voor 'Waterstaat - Inundatiegebied' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.

65.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 65 lid 2, ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone mits:
  1. het belang van het inundatiegebied niet onevenredig wordt aangetast;
  2. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
Burgemeester en Wethouders winnen, alvorens af te wijken, advies in bij de waterbeheerder zijnde het waterschap.

65.4 Specifieke gebruiksregels

Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Inundatiegebied' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.

65.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 66 Waterstaat - Meanderzone

66.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor primair water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen overeenkomstig de Keur van het Waterschap Limburg.

66.2 Bouwregels

Op de voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.

66.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 66 lid 2, ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone mits:
  1. het belang van de meanderzone niet onevenredig wordt aangetast;
  2. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
Burgemeester en Wethouders winnen, alvorens af te wijken, advies in bij de waterbeheerder zijnde het waterschap.

66.4 Specifieke gebruiksregels

Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Meanderzone' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.

66.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 67 Waterstaat - Waterlopen

67.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en onderhoud ten behoeve van de in deze zone gelegen of aan deze zone grenzende watergang, waarbij de Keur van het Waterschap Limburg in acht moet worden genomen.

67.2 Bouwregels

Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.

67.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 67 lid 2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone, mits:
  1. het belang van de watergang niet onevenredig wordt aangetast;
  2. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
Burgemeester en wethouders winnen, alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, advies in bij de waterbeheerder zijnde het Waterschap.

3 Algemene Regels

Artikel 68 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 69 Algemene Bouwregels

69.1 Ondergronds bouwen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
  1. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan in het bouwvlak;
  2. de oppervlakte van ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan de toegestane oppervlakte van bouwwerken boven peil;
  3. de ondergrondse bouwdiepte mag maximaal 4,00 meter onder peil bedragen;
  4. voor het overige blijven de bouwregels van de betreffende bestemmingen van toepassing. Dit betekent bijvoorbeeld dat de inhoud van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking wordt genomen bij het bepalen van de maximale inhoud van gebouwen;
  5. de waterhuishouding mag niet worden verstoord;
  6. er mag geen afbreuk worden gedaan aan archeologische en cultuurhistorische waarden, waaronder het ondergrondse gangenstelsel.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Croix de Bourgogne’:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
  1. ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan ter plaatse van de bestemming 'Horeca’;
  2. de ondergrondse bouwdiepte mag maximaal 4,00 meter onder peil bedragen;
  3. voor het overige blijven de bouwregels van de betreffende bestemmingen van toepassing.

69.2 Ondergrondse bouwwerken

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.

69.3 Omgevingsvergunning ondergrondse bouwwerken

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Het bouwen van ondergrondse bouwwerken is uitsluitend toegestaan na een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders, waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:
  1. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding ‘parkeergarage’;
  2. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²;
  3. in aanvulling op het bepaalde sub a en b is maximaal 1 niet - overdekt zwembad toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • het zwembad dient te worden gebouwd achter de achtergevel of het verlengde daarvan en op een afstand van ten minste 3 meter van zijdelingse en achterste perceelsgrens;
    • het zwembad mag niet overdekt zijn, tenzij de regeling voor bijbehorende bouwwerken als bedoeld in artikel 40 lid 2.5 in acht wordt genomen;
    • het zwembad mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut;
    • per perceel mag maximaal 1 zwembad worden gebouwd;
    • ter plaatse van de aanduiding 'Villa Via Nova' dient het zwembad uitsluitend binnen de bestemming 'Tuin' te worden gebouwd;
  4. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt minimaal 2,60 meter en maximaal 4 meter onder peil;
  5. bij het berekenen van de blijkens de digitale verbeelding of deze regels geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen;
  6. de waterhuishouding mag niet worden verstoord;
  7. er mag geen afbreuk worden gedaan aan archeologische en cultuurhistorische waarden, waaronder het ondergrondse gangenstelsel.

69.4 Onderhoudsbepaling

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Sibberkerkstraat 91’:
  1. De zijdelingse begrenzing van een bouwwerk moet ten opzichte van de zijdelingse grens van het erf zodanig zijn gelegen dat tussen dat bouwwerk en de op het aangrenzende erf aanwezige bebouwing geen tussenruimten ontstaan die:
    1. vanaf de hoogte van het erf tot 2,2 meter daarboven minder dan 1 meter breed zijn;
    2. niet toegankelijk zijn.
  2. In afwijking van het bepaalde onder a wordt bebouwing van ondergeschikte aard op het erf of op het aangrenzende erf hierbij buiten beschouwing gelaten;
  3. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde onder a., indien voldoende mogelijkheid aanwezig is voor reiniging en onderhoud van de vrij te laten ruimte.

69.5 Gebruiksoppervlakte gestapelde woning

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Een gestapelde woning dient een gebruiksoppervlakte te hebben van minimaal 83 m², waarbij de gebruiksoppervlakte van de gezamenlijke ruimten niet worden meegerekend en de gebruiksoppervlakte van ruimten die niet direct grenzen aan de gestapelde woning (zoals een berging) voor maximaal 10 m² worden meegerekend.

69.6 Gebruiksoppervlakte vakantieappartement

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Ten aanzien van de vloeroppervlakte van vakantieappartementen geldt het volgende:
  1. een tweepersoons vakantieappartement dient een vloeroppervlakte van minimaal 70 m² te hebben;
  2. een vierpersoons vakantieappartement dient een minimale vloeroppervlakte van 82 m² te hebben;
  3. een zes- of meerpersoons vakantieappartement dient een minimale vloeroppervlakte van 117 m² te hebben;
waarbij de appartementen kunnen beschikken over een (gezamenlijke) buitenruimte van minimaal 6 m² per vakantieappartement.

69.7 Ruimte tussen bouwwerken

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
  1. de zijdelingse begrenzing van een bouwwerk moet ten opzichte van de zijdelingse grens van het erf zodanig zijn gelegen dat tussen dat bouwwerk en de op het aangrenzende erf aanwezige bebouwing geen tussenruimten ontstaan die:
    1. vanaf de hoogte van het erf tot 2,2 meter daarboven minder dan 1 meter breed zijn;
    2. niet toegankelijk zijn.
Bebouwing van ondergeschikte aard op het erf of op het aangrenzende erf wordt hierbij buiten beschouwing gelaten;
  1. het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde onder a., indien voldoende mogelijkheid aanwezig is voor reiniging en onderhoud van de vrij te laten ruimte.

69.8 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
  1. Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
  2. In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
  3. In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde onder a. en b. uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.

69.9 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
  1. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen;
  2. de parkeervoorzieningen;
  3. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  4. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  5. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  6. de ruimte tussen bouwwerken.

69.10 Ondergeschikte bouwdelen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Villa Via Nova’ zijn ondergeschikte bouwdelen zoals overstekende daken, schoorstenen, ventilatiekanalen, luifels en balkons uit het oogpunt van welstand niet toegestaan.

69.11 Parkeervoorzieningen

  1. De omgevingsvergunning voor het bouwen en uitbreiden wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en voldaan wordt aan de desbetreffende parkeernorm zoals deze is opgenomen in de 'beleidsnota parkeernormen 2012 gemeente Valkenburg a/d Geul' (vastgesteld d.d. 26 maart 2012) of diens rechtsopvolger.
  2. Gerealiseerde parkeervoorzieningen mogen niet zodanig worden gewijzigd, dat hierdoor niet meer voldoende parkeergelegenheid aanwezig is zoals bedoeld onder a.

Artikel 70 Algemene Gebruiksregels

70.1 Verboden gebruik van gronden

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
  1. Het is verboden gronden begrepen in dit plan te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemmingen.
  2. Het is in ieder geval niet toegestaan de hier bedoelde gronden te gebruiken, te doen of te laten gebruiken:
    1. voor het opslaan van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
    2. voor het al dan niet ten verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte en/of onbruikbare, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
    3. als opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
    4. Voor het gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
    5. Voor het gebruik van de gronden gelegen tussen de voorgevelrooilijn en de naar de weg gekeerde perceelsgrens ten behoeve van parkeren, met uitzondering van de gronden direct gelegen tussen de ingang van de bij de woning behorende garage en de weg, met uitzondering van de gronden op de verbeelding aangeduid als ‘parkeerterrein’;
    6. Voor prostitutie, seksshops, koffieshops, seksuele dienstverlening en straatprostitutie.
  3. Het is verboden bouwwerken op de in het plan begrepen gronden te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemmingen zoals aangegeven in de onderscheiden doeleindenomschrijvingen.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
  1. Het is verboden gronden begrepen in dit plan te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemmingen.
  2. Het is in ieder geval niet toegestaan de hier bedoelde gronden te gebruiken, te doen of te laten gebruiken:
    1. voor het opslaan van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
    2. voor het al dan niet ten verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte en/of onbruikbare, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
    3. als opslag-, stort- lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
    4. voor het gebruik van de gronden gelegen tussen de voorgevelrooilijn en de naar de weg gekeerde perceelsgrens ten behoeve van parkeren, met uitzondering van de gronden direct gelegen tussen de ingang van de bij de woning behorende garage en de weg;
    5. voor prostitutie, seksshops, koffieshops en straatprostitutie.
  3. Het is verboden bouwwerken op de in het plan begrepen gronden te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemmingen zoals aangegeven in de onderscheiden bestemmingsomschrijvingen.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).

70.2 Parkeernormen

70.3 Gebruiksverbod

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).

70.4 Strijdig gebruik

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
  1. Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
    1. een seksinrichting of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
    2. een coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
    3. straatprostitutie;
    4. de plaatsing van kampeermiddelen of andere onderkomens, niet zijnde een bouwwerk in de zin van de Woningwet, een en ander met uitzondering van een normaal gebruik overeenkomstig de bestemming;
    5. als opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.
  2. Tot een strijdig gebruik met de in artikel 4 gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze hiervoor is opgenomen in de ‘Beleidsnota Parkeernormen Valkenburg aan de Geul 2012’.

70.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 70 lid 1 als strikte toepassing van het regels leidt tot een beperking van het meest doelmatig gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 71 Algemene Aanduidingsregels

71.1 geluidzone - spoor

71.2 geluidzone - luchtvaart

71.3 luchtvaartverkeerzone - ILS

  1. De gronden ter plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone – ILS - zone 1’, ‘luchtvaartverkeerzone – ILS - zone 2’ en ‘luchtvaartverkeerzone – ILS - zone 3’ zijn mede bestemd voor een obstakelvrije ruimte ten behoeve van de vliegveiligheid van het nabijgelegen luchtvaartterrein.
  2. Op deze gronden mag de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan:
    • 150 m + NAP plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone – ILS - zone 1’;
    • 160 m + NAP plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone – ILS - zone 2’;
    • 170 m + NAP plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone – ILS - zone 3’.
  3. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder b, mits de functie van de ILS-zone niet onevenredig wordt aangetast. Hiervoor wordt advies ingewonnen bij LVNL (of diens rechtsopvolger).

71.4 luchtvaartverkeerzone - VDF Maastricht

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - VDF Maastricht' is gelegen het gebied, waarop in artikel 5.23 van de Wet luchtvaart van toepassing is en waar een VDF-station is opgesteld. Vanaf de straal van 3.000 meter geldt een vaste toetsingshoogte vanaf 163.26 meter t.o.v. NAP tot een straal van 10.000 m gemeten vanaf de basis van de antenne. Deze vaste toetsingshoogte van 165.26 meter is enkel van toepassing op windturbines. Ingeval de beoogde maximale hoogte van een windturbine het toetsingsvlak van de communicatie-, navigatie- of surveillanceapparatuur van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) doorsnijdt dient advies te worden ingewonnen bij LVNL (of diens rechtsopvolger) over het effect hiervan op de goede werking van betreffende apparatuur.

71.5 luchtvaartverkeerzone - VOR/DME MAS

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - VOR/DME MAS' is gelegen het gebied, waarop in artikel 5.23 van de Wet luchtvaart van toepassing is en waar een VOR/DME MAS-station is opgesteld. Vanaf de straal van 3.000 meter geldt een vaste toetsingshoogte vanaf 128.66 meter t.o.v. NAP tot een straal van 15.000 m gemeten vanaf de basis van de antenne. Deze vaste toetsingshoogte van 128.66 meter is enkel van toepassing op windturbines. Ingeval de beoogde maximale hoogte van een windturbine het toetsingsvlak van de communicatie-, navigatie- of surveillanceapparatuur van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) doorsnijdt dient advies te worden ingewonnen bij LVNL (of diens rechtsopvolger) over het effect hiervan op de goede werking van betreffende apparatuur.

71.6 milieuzone - beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg

71.7 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

71.8 milieuzone - stiltegebied

71.9 milieuzone - waterwingebied

71.10 EHS

Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'EHS' staat de bescherming van de aanwezige bijzondere vegetaties en landschapselementen voorop.

71.11 gronden gelegen buiten de contour

Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'gronden gelegen buiten de contour' mogen geen nieuwe gebouwen dan wel gedeelten van gebouwen worden opgericht, tenzij het bijbehorende bouwwerken betreft en/of voor de terinzagelegging van het ontwerpplan reeds een vergunning, ontheffing of vrijstelling voor het (gedeelte van het) gebouw is verleend.

71.12 POG

Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'POG' staat de bescherming van de aanwezige bijzondere vegetaties en landschapselementen voorop.

71.13 hamsterkernleefgebied

71.14 via belgica

Ter plaatse van de aanduiding 'via belgica' geldt bij bodemverstoringen een ondergrens van 10.000 m² voor het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek. Via Belgica betreft het provinciaal archeologische aandachtsgebied dat is toegekend aan de weg die Keulen in de Romeinse tijd via Heerlen en Maastricht met Boulogne-sur-mer aan de Kanaalkust verbond. Langs deze weg zijn allerlei archeologische vindplaatsen aanwezig.

71.15 veiligheidszone - bedrijven

71.16 veiligheidszone - bevi

71.17 veiligheidszone - hellingen

De gronden ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone – hellingen’ zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de bescherming en onderhoud van de hellingen en voor de bescherming van de aan de voet van de hellingen gelegen gronden.

71.18 veiligheidszone - leiding

71.19 veiligheidszone - lpg

71.20 veiligheidszone - onderaardsgangenstelsel

71.21 veiligheidszone - ondergronds gangenstelsel

71.22 vrijwaringszone - buisleidingenstraat

71.23 vrijwaringszone - spoor

71.24 vrijwaringszone - straalpad

Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' mag de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte niet worden overschreden.

71.25 vrijwaringszone - weg

71.26 wetgevingszone - wijzigingsgebied 1

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1', zijn de regels zoals bepaald in artikel 73 lid 1 sub c[1] van toepassing.

71.27 wetgevingszone - wijzigingsgebied 2

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 2', zijn de regels zoals bepaald in artikel 73 lid 1 sub c[1] van toepassing.

71.28 wetgevingszone - wijzigingsgebied 3

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 3', zijn de regels zoals bepaald in artikel 73 lid 1 sub c[1] van toepassing.

71.29 wetgevingszone - wijzigingsgebied 4

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 4', zijn de regels zoals bepaald in artikel 73 lid 1 sub c[1] van toepassing.

71.30 wetgevingszone - wijzigingsgebied 5

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 5', zijn de regels zoals bepaald in artikel 73 lid 1 sub c[1] van toepassing.

71.31 wetgevingszone - wijzigingsgebied 6

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 6', zijn de regels zoals bepaald in artikel 73 lid 1 sub c[1] van toepassing.

71.32 wetgevingszone - wijzigingsgebied 7

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 7', zijn de regels zoals bepaald in artikel 73 lid 1 sub c[1] van toepassing.

71.33 wetgevingszone - wijzigingsgebied 8

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Gemengd' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 8' te wijzigen in de bestemming 'Verkeer', met dien verstande dat de regels uit de bestemming 'Verkeer' in acht worden genomen.

71.34 wetgevingszone - wijzigingsgebied 9

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Verkeer' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 9' te wijzigen in de bestemming 'Water', met dien verstande dat de regels uit de bestemming 'Water' in acht worden genomen.

71.35 wetgevingszone - wijzigingsgebied 10

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 10' te wijzigen in de bestemming 'Natuur', met dien verstande dat de regels uit de bestemming 'Natuur' in acht worden genomen.

71.36 specifieke vorm van recreatie - kamperen bij de boer 2


Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – kamperen bij de boer 2' mogen gezamenlijk maximaal 15 kampeerplaatsen gerealiseerd worden.

Artikel 72 Algemene Afwijkingsregels

72.1 Algemene afwijkingsbevoegdheid

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders kunnen, behoudens voorzover reeds op grond van enige andere bepaling in dit plan bij omgevingsvergunning is afgeweken, afwijken van het in dit plan bepaalde:
  1. ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ongeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt;
  2. van de in Hoofdstuk 2 genoemde maten, aantallen en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  3. voor het overschrijden van de op de verbeelding aangegeven bebouwingsgrens respectievelijk de voorgevelrooilijn, met maximaal 1,50 m in de richting van de weg respectievelijk tot maximaal 3,00 m in de richting van de zijdelingse perceelgrens, met inachtneming van het overig bepaalde in deze regels.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning, behoudens voorzover reeds op grond van enige andere bepaling in dit plan een omgevingsvergunning is verleend, afwijken van het in dit plan bepaalde:
  1. ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ongeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt;
  2. van de in Hoofdstuk 2 genoemde maten, aantallen en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  3. voor het overschrijden van de bouwgrens respectievelijk de voorgevelrooilijn, met maximaal 1,50 meter in de richting van de weg respectievelijk tot maximaal 3,00 meter in de richting van de zijdelingse perceelsgrens, met inachtneming van het overig bepaalde in deze regels en er geen sprake is van een wijziging van de bestemming, met uitzondering van het gebied aangeduid met de aanduiding ‘Villa Via Nova’.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Burgemeester en wethouders kunnen, behoudens voorzover reeds op grond van enige andere bepaling in dit plan bij omgevingsvergunning is afgeweken, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het in dit plan bepaalde:
  1. ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ongeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt;
  2. van de in hoofdstuk 2 genoemde maten, aantallen en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  3. voor het overschrijden van de op de verbeelding aangegeven bebouwingsgrens respectievelijk de voorgevelrooilijn, met maximaal 1,50 meter in de richting van de weg respectievelijk tot maximaal 3,00 meter in de richting van de zijdelingse perceelgrens, met inachtneming van het overig bepaalde in deze regels:
met dien verstande dat:
  1. de belangen van derden niet onevenredig mogen worden geschaad;
  2. er geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu mogen ontstaan of kunnen ontstaan;
  3. voldaan wordt aan de parkeernorm van 2 parkeerplaatsen op eigen terrein;
  4. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan.

72.2 Afwegingskader

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Bij het afwijken als bedoeld in artikel 72 lid 1 dient het onderstaande in acht te worden genomen:
  1. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  3. voldaan wordt aan de desbetreffende parkeernorm zoals opgenomen in artikel 70 lid 2;
  4. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse mag geen afbreuk worden gedaan.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 72 lid 1 dient het onderstaande in acht te worden genomen:
  1. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  3. de parkeerbalans in de directe omgeving mag niet onevenredig worden of kunnen worden beïnvloed;
  4. aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse mag geen afbreuk worden gedaan.

72.3 Procedure algemene afwijking

Artikel 73 Algemene Wijzigingsregels

73.1 Algemene wijzigingen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor zover het betreft:
  1. de bestemmingsgrenzen, met dien verstande, dat de oppervlakte van de te wijzigen aaneengesloten bestemming met niet meer dan 10% wordt gewijzigd, indien daar het door de Raad van de gemeente vastgestelde beleid beter kan worden gerealiseerd, de aanliggende bestemmingen overeenkomstig worden gewijzigd en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  2. de verplaatsing van de bestemming "Verkeer" met een afstand van maximaal 25 m gemeten uit het hart van de bestemming, indien dit ter plaatse noodzakelijk is voor onder meer realisering van verkeerskundige maatregelen die de verkeersveiligheid en/of doorstroming bevorderen. De oppervlakte van de aanliggende bestemmingen die in deze wijziging betrokken zijn, blijft gelijk respectievelijk wordt op redelijke wijze gecompenseerd;
  3. de bestemmingen "Agrarisch", "Agrarisch met waarden", "Bedrijf", "Gemengd", "Railverkeer" en "Wonen", ter plaatse van de aanduiding "wetgevingszone - wijzigingsgebied 1 " en nader aangegeven met een cijfer, in de bestemming "Wonen" en wel als volgt:

Aanduiding Bestemming Te wijzigen in Toelaatbaar
wetgevingszone - wijzigingsgebied 1 Agrarisch Wonen max. 5 grondgebonden woningen
wetgevingszone - wijzigingsgebied 2 Bedrijf Wonen max. 1 grondgebonden woning
wetgevingszone - wijzigingsgebied 3 Agrarisch Wonen max. 10 grondgebonden woningen
wetgevingszone - wijzigingsgebied 4 Bedrijf Wonen max. 1 grondgebonden woning
wetgevingszone - wijzigingsgebied 5 Wonen Wonen max. 10 woonzorgeenheden
wetgevingszone - wijzigingsgebied 6 Agrarisch met waarden Wonen max. 15 grondgebonden woningen
wetgevingszone - wijzigingsgebied 7 Gemengd Wonen max. 10 grondgebonden woningen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen de wijziging als bedoeld in artikel 74 sub c alleen toepassen, indien:
    1. de belangen van derden en de waarden van aangrenzende bestemmingen niet onevenredig worden geschaad;
    2. een goed woonmilieu kan worden gegarandeerd;
    3. aanwezige bedrijven in hun functioneren niet onevenredig worden beperkt;
    4. bij 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 5 moet de minimale gebruiksoppervlakte 83 m² bedragen;
    5. geen verandering optreedt ten aanzien van de bestaande bouwmassa;
    6. de woningen moeten passen in het gemeentelijk woningbouwprogramma;
    7. de uitvoerbaarheid moet zijn aangetoond, waaronder begrepen de milieutechnische, waterhuishoudkundige, archeologische, ecologische en verkeerstechnische toelaatbaarheid en de stedenbouwkundige inpasbaarheid.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen voor zover het betreft:
  1. de bestemmingsgrenzen, met dien verstande, dat de oppervlakte van de te wijzigen aaneengesloten bestemming met niet meer dan 10% wordt gewijzigd, indien daar het door de Raad van de gemeente vastgestelde beleid beter kan worden gerealiseerd, de aanliggende bestemmingen overeenkomstig worden gewijzigd en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
  2. de verplaatsing van de bestemming "Verkeer" met een afstand van maximaal 25 meter gemeten uit het hart van de bestemming, indien dit ter plaatse noodzakelijk is voor onder meer realisering van verkeerskundige maatregelen die de verkeersveiligheid en/of doorstroming bevorderen. De oppervlakte van de aanliggende bestemmingen die in deze wijziging betrokken zijn, blijft gelijk respectievelijk wordt op redelijke wijze gecompenseerd.
  3. de bestemmingen "Bedrijf", "Detailhandel", "Dienstverlening", "Horeca" en "Kantoor", in de bestemming "Wonen", mits:
    1. de belangen van derden en de waarden van aangrenzende bestemmingen niet onevenredig worden geschaad;
    2. een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd;
    3. aanwezige bedrijven in hun functioneren niet onevenredig worden beperkt;
    4. de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig mag worden of kan worden beïnvloed;
    5. de woningen passen in het gemeentelijk woningbouwprogramma;
    6. de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische-, de waterhuishoudkundige-, de archeologische-, de ecologische-, de verkeerstechnische toelaatbaarheid en de stedenbouwkundige inpasbaarheid, moet zijn aangetoond.
  4. de bestemmingen voorzover deze zijn gelegen op de gronden met de aanduiding 'EHS' te wijzigen in de bestemming 'Natuur', teneinde te komen tot een ontwikkeling van de ecologische verbindingszone, mits de eigenaren van de gronden met de wijziging hebben ingestemd.

73.2 Procedure algemene wijziging

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 73 lid 1 geldt de procedure zoals vervat in artikel 74 lid 4.

73.3 Verschuiven bestemmingsgrenzen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.

73.4 Verplaatsing bestemming 'Verkeer'

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de verplaatsing van de bestemming 'Verkeer' met een afstand van maximaal 25 meter gemeten uit het hart van de bestemming, indien dit ter plaatse noodzakelijk is voor onder meer realisering van verkeerskundige maatregelen die de verkeersveiligheid en/of doorstroming bevorderen. De oppervlakte van de aanliggende bestemmingen die in deze wijziging betrokken zijn, blijft gelijk respectievelijk wordt op redelijke wijze gecompenseerd.

73.5 Wijziging in de bestemming 'Water-Primair water'

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Water - Primair water', gehoord het Waterschap, ten behoeve van het aanleggen van watergangen, waaronder regenwaterbuffers, onder de voorwaarden dat:
  1. de noodzaak daartoe in het kader van een adequaat waterhuishoudkundig beheer is aangetoond;
  2. natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  3. de ruimtelijke inpassing in het landschap verzekerd is;
  4. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen, of gelet op de aard en omvang van het wijzigingsplan met noodzakelijk (milieu)onderzoek is aangetoond dat het plan alsnog uitvoerbaar is;
  5. aangesloten wordt bij het bepaalde in artikel 39 van deze regels.

Artikel 74 Algemene Procedureregels

74.1 Afwijking van het bestemmingsplan

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van toepassing.

74.2 Nadere eisen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen is de volgende procedure van toepassing:
  1. een ontwerp van het besluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 6 weken op het gemeentehuis ter inzage;
  2. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze;
  3. de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
  4. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders mondeling of schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp van het besluit.

74.3 Procedure nadere eisen

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Buitengebied’:
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
  1. het ontwerp-besluit ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende zes weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie;
  2. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid;
  3. in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag of het ontwerpbesluit kunnen indienen bij burgemeester en wethouders;
  4. indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen naar voren zijn gebracht, wordt het besluit met redenen omkleed;
  5. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.

74.4 Omgevingsvergunning

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van toepassing.

74.5 Wijziging

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Centrum’:
Bij de voorbereiding van een wijziging nemen Burgemeester en Wethouders de procedure als opgenomen in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening in acht.

Artikel 75 Overige Regels

75.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.

75.2 Verhouding tussen bestemmingen

  1. Waar een enkelbestemming samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming;
  2. Waar dubbelbestemmingen samenvallen gelden:
    1. in de eerste plaats de regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas';;
    2. in de tweede plaats de regels van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsleiding;
    3. in de derde plaats de regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Ondergronds';
    4. in de vierde plaats de regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Brandstof';
    5. in de vijfde plaats de regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Water';
    6. in de zesde plaats de regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool';
    7. in de zevende plaats de regels van de dubbelbestemming Waarde - Ondergronds gangenstelsel;
    8. in de achtste plaats de regels van de dubbelbestemming Waarde - Beschermd Stadsgezicht;
    9. in de negende plaats de regels van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 1 t/m 6', waarbij dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' de zwaarste categorie is en 'Waarde - Archeologie 6' de lichtste. Indien sprake is van meerdere dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' in één projectgebied is de zwaarste dubbelbestemming leidend voor het hele projectgebied;
    10. in de tiende plaats de regels van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie - Onderaardsgangenstelsel - groeve beleidscategorieën 1 t/m 4';
    11. in de elfde plaats de regels van de dubbelbestemming Waarde - Landschapselement;
    12. in de twaalfde plaats de regels van de dubbelbestemming Waarde - Beschermd dorpsgezicht;
    13. in de dertiende plaats de regels van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie';
    14. in de veertiende plaats de regels van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone primair water';
    15. in de vijftiende plaats de regels van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterlopen;
    16. in de zestiende plaats de regels van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Meanderzone';
    17. in de zeventiende plaats de regels van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Inundatiegebied';
    18. in de achttiende plaats de regels van de dubbelbestemming Waarde - Ecologie;
    19. in de negentiende plaats de regels van de dubbelbestemming ' Waterstaat - Erosie'.
    20. in de twintigste plaats de regels van de dubbelbestemming Waterstaat - Beschermingszone regenwaterbuffer;
    21. in de eenentwintigste plaats de regels van de dubbelbestemming Waarde - Natura 2000.

75.3 Onderhoudsbepaling

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘Kernen’:
  1. aan de zijdelingse begrenzing van een bouwwerk moet ten opzichte van de zijdelingse grens van het erf zodanig gelegen zijn dat tussen dat bouwwerk en de op het aangrenzende erf aanwezige bebouwing geen tussenruimten ontstaan die:
    1. vanaf de hoogte van het erf tot 2,2 m daarboven minder dan 1 m breed zijn;
    2. niet toegankelijk zijn.
  2. In afwijking van het bepaalde onder a wordt bebouwing van ondergeschikte aard op het erf of op het aangrenzende erf hierbij buiten beschouwing gelaten;
  3. Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde onder a, indien voldoende mogelijkheid aanwezig is voor reiniging en onderhoud van de vrij te laten ruimte.

75.4 Algemene regels m.b.t. parkeergelegenheid

Bij de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit 'handelen in strijd met de regels van de ruimtelijke ordening' dient een zodanige parkeergelegenheid te worden gerealiseerd dat wordt voldaan aan de normen zoals deze zijn neergelegd in de 'Beleidsnota Parkeernormen', vastgesteld op 26 maart 2012 rekening houdend met de in deze nota opgenomen ontheffingsmogelijkheden. Indien deze beleidsnota gedurende de planperiode wijzigt, moet rekening worden gehouden met deze wijzigingen.

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 76 Overgangsrecht

76.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
  3. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

76.2 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

76.3 Strijdig gebruik

  1. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 76 lid 2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  2. Indien het gebruik, bedoeld artikel 76 lid 2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

76.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Het bepaalde in artikel 76 lid 2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 77 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Initieel Omgevingsplan Valkenburg aan de Geul 2022, van de gemeente Valkenburg aan de Geul.