KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 2 Anti-dubbeltelregel
Artikel 3 Parkeerregels
Artikel 4 Overige Regels
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
Artikel 6 Slotregel
Bijlagen
Bijlage 1 Plankaart Bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Lelystad
Bijlage 2 Nota Gewijzigde Vaststelling Parapluplan Parkeren Lelystad
Bijlage 3 Zienswijzennota
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Tot Het Plan
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
1.3 Werkwijze En Opzet Van Toelichting
Hoofdstuk 2 Parkeerregeling
2.1 Doel
2.2 Verankering In Het Bestemmingsplan
Hoofdstuk 3 Juridische Planopzet
3.1 Inleiding
3.2 Juridisch Planopzet
3.3 Planspecifiek
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
4.2 Economische Uitvoerbaarheid

Parapluplan parkeren Lelystad

Bestemmingsplan - Gemeente Lelystad

Vastgesteld op 21-11-2023 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.2 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.3 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.4 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.5 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.6 plan

Parapluplan Parkeren Lelystad van de gemeente Lelystad IMRO-nummer: NL.IMRO.0995.BP00072-VG01

1.7 gemeentelijke parkeernorm:

De parkeernormen zoals opgenomen in de ‘Nota Parkeernormen Lelystad 2023’, dan wel indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, de wijziging hiervan.

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Parkeerregels

3.1 Voldoende parkeergelegenheid

  1. a. De in het plangebied aanwezige gronden mogen slechts worden bebouwd en/of in gebruik worden genomen en/of het gebruik van deze gronden mag enkel worden gewijzigd, voor zover die gepaard gaan met een toename van de ruimtelijke impact vanwege het parkeren,onder de voorwaarde dat voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd.
  2. b. gerealiseerde voorzieningen als bedoeld in sub a, dienen na realisering in stand te worden gehouden voor het gebruik waar de betreffende voorzieningen voor nodig zijn.

3.2 Voldoende laad- en losruimte

Indien het beoogde gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend verleend indien aan of in dat bouwwerk dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk wordt voorzien in die ruimte. Deze bepaling geldt niet:

  1. a. voor bestaand gebruik, waarbij de herbouw van een bouwwerk zonder functiewijziging wordt beschouwd als bestaand gebruik;
  2. b. voor zover op andere wijze in de nodige laad- of losruimte wordt voorzien.

3.3 Beleidsregels

Bij het nemen van een besluit op de aanvraag om een omgevingsvergunning voor de in 3.1 sub a genoemde gronden, past het bevoegd gezag de beleidsregels van de 'Nota Parkeernormen Lelystad 2023' toe met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze beleidsregels zoals die gelden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

3.4 Afwijken

Artikel 4 Overige Regels

4.1 Toepassing onderliggende bestemmingsplannen

Dit paraplubestemmingsplan is van toepassing op alle ruimtelijke plannen van de gemeente Lelystad, met uitzondering van de beheersverordeningen. Dit paraplubestemmingsplan omvat een aanvulling op dan wel een wijziging van de parkeerregels van alle ruimtelijke plannen in de gemeente Lelystad. De overige regels van alle geldende ruimtelijke plannen blijven gelden.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  1. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  2. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het

bestemmingsplanParapluplan Parkeren Lelystad

van de gemeente Lelystad

Behorend bij het besluit van 21 november 2023

Bijlagen

Bijlage 1 Plankaart Bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Lelystad

Bijlage 2 Nota Gewijzigde Vaststelling Parapluplan Parkeren Lelystad

Bijlage 3 Zienswijzennota

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding Tot Het Plan

Indien sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling of/en een aanvraag om omgevingsvergunning wordt ingediend, dan kan dit gevolgend hebben voor het parkeren in de omgeving van het plan. Om voldoende parkeercapaciteit te waarborgen, worden parkeernormen aan de hand van van parkeerbeleid (Nota Parkeernormen Lelystad 2023) gesteld. Deze normen zijn gebaseerd op kencijfers van het CROW (de kencijfers van het CROW zijn algemeen erkend) en gekalibreerd op de Lelystadse situatie.

De Bouwverordening maakte het voorheen mogelijk om omgevingsvergunningen te toetsen aan parkeren. In artikel 2.5.30 van de Bouwverordening is opgenomen dat voor het grondgebruik en functies afhankelijk van de omvang en de bestemming van het gebouw, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's parkeerruimte in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort, voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd. Via dit artikel werd een parkeereis opgelegd. Op 29 november 2014 zijn de Woningwet en het Besluit ruimtelijke ordening echter gewijzigd en is de grondslag in de Woningwet voor de stedenbouwkundige voorschriften in de bouwverordening vervallen. Sindsdien moeten gemeenten het beleid omtrent parkeren via het bestemmingsplan regelen. Om in de bestemmingsplannen een regeling voor parkeren te regelen hoeven niet alle bestemmingsplannen integraal opnieuw te worden vastgesteld. Met een parapluherziening kan in een keer aan alle bestemmingsplannen een parkeerregeling worden toegevoegd, waarmee een extra 'laag' en dus toetsingskader over de geldende bestemmingsplannen wordt aangebracht. De 'daaronder' gelegen bestemmingsplannen/bestemmingen blijven van toepassing. Door in de toekomst nog vast te stellen bestemmingsplannen dit parapluplan mede van toepassing te verklaren, blijft dit plan ook voor die bestemmingsplannen van toepassing. Hiermee wordt op eenduidige en heldere wijze het gemeentelijke parkeernormenbeleid planologisch-juridisch verankerd.

Dit parapluplan neemt de bescherming over van het 'Nieuw Voorbereidingsbesluit Paraplubestemmingsplan algemene regels parkeren Lelystad' dat de raad op 15 juni 2022 heeft genomen (raadsbesluit nr. 180). Daarnaast voorziet dit plan in de juridische borging van gemeentelijke parkeernormen in ruimtelijke plannen.

Het plangebied voor het paraplubestemmingsplan omvat het gehele grondgebied van de gemeente Lelystad. Het paraplubestemmingsplan is niet van toepassing op gebieden waar een beheersverordening geldt. Een paraplubestemmingsplan kan geen aanvulling of wijziging doorvoeren in een beheersverordening. Hiervoor dient de beheersverordening zelf te worden aangepast.

Door in de toekomst nog vast te stellen bestemmingsplannen dit parapluplan mede van toepassing te verklaren, blijft dit plan ook voor die bestemmingsplannen van toepassing.

1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied

Dit bestemmingsplan behelst een zogenoemde parapluherziening. Door middel van dit plan alle bestemmingsplannen (inclusief uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen) van Lelystad op één onderdeel herzien. Dit onderdeel betreft een regeling voor parkeren van auto´s en fietsen als het laden en lossen van voertuigen. Het totale plangebied is in onderstaande figuur weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0995.BP00072-VG01_0001.png"

Afbeelding 1: Situering plangebied bestemmingsplan Parapluplan Parkeren Lelystad.

1.3 Werkwijze En Opzet Van Toelichting

Voorliggend plan voorziet in de juridische borging van de gemeentelijke parkeernormen in ruimtelijke plannen. Met vaststelling van dit plan worden de parkeernormen van toepassing verklaard voor alle geldende bestemmingsplannen in de gemeente Lelystad.

Het bestemmingsplan bestaat uit meerdere onderdelen: een verbeelding waarop de gebiedsaanduidingen in het plangebied zijn aangegeven en de regels waarin de parkeerbepalingen voor de op de verbeelding vermelde gebieden zijn opgenomen. De verbeelding vormt samen met de regels het juridische bindende deel van het bestemmingsplan. Het voorliggende plan is een thematische herziening. Met het voorliggende plan wordt geen ruimte geboden voor nieuwe ontwikkelingen.

Voor de toelichting heeft dit bestemmingsplan een andere opzet kent dan gebruikelijk. Aspecten zoals de beleidskaders, met uitzondering van de Nota Parkeernormen Lelystad 2023, en de uitvoerbaarheid met betrekking tot milieuaspecten zijn niet van toepassing op dit plan en komen dan ook niet ter sprake.Een parkeerplaats is daarbij ook geen milieugevoelige functie.

In de toelichting wordt wel ingegaan op:

  • de gemeentelijke parkeerregeling (hoofdstuk 2) zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen Lelystad 2023;
  • de juridische planopzet (hoofdstuk 3);
  • de uitvoerbaarheid en draagvlak (hoofdstuk 4).

Hoofdstuk 2 Parkeerregeling

2.1 Doel

Het doel van het paraplubestemmingsplan is het zorgen voor een toetsingskader om te bepalen of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid bij nieuwbouwplannen, verbouwplannen en functiewijzigingen.

De gemeente Lelystad beschikt over een Nota Parkeernormen Lelystad 2023 die conform de wettelijk voorgeschrven wijze wordt bekend gemaakt.

De beleidsregels werken de behoefte ten aanzien van voldoende parkeergelegenheid bij een bepaald gebruik nader uit. Ook beschrijven de beleidsregels de manier waarop in deze behoefte moet worden voorzien. Dit geldt alleen wanneer die gepaard gaan met een ruimtelijke impact ten aanzien van parkeren (dus bv geen plaatsing van erfafscheiding of dakkapel) . Met deze voorwaarde wordt de onwenselijke situatie voorkomen dat het parapluplan Parkeren Lelystad in veel meer gevallen een beperking met zich mee zou kunnen brengen. Bij 'een ruimtelijke impact ten aanzien van parkeren' heeft de gemeente situaties voor ogen die leiden tot een toename van aantal benodigde parkeerplaatsen.

Naast de parkeernormen voor auto's worden in de Nota Parkeernormen Lelystad 2023 ook normen opgenomen voor het stallen van fietsen. Door deze beleidsregels uit te werken in dit bestemmingsplan wordt een uniforme regeling gecreëerd voor het parkeren en laden en lossen binnen de gemeente Lelystad.

In de beleidsregels zit een afwijkingsbevoegdheid voor het bevoegd gezag. Wanneer het voldoen aan de bepalingen in deze nota op overwegende bezwaren stuit én er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, kan het college van burgemeester en wethouders bij het verstrekken van de omgevingsvergunning een besluit nemen om (gedeeltelijke) afwijking van de parkeereis toe te staan. Daarbij moet voldoende inzichtelijk zijn of en zo ja welk precedent er uit deze (gedeeltelijke) afwijking volgt.

2.2 Verankering In Het Bestemmingsplan

In de Nota Parkeernormen Lelystad 2023 is aangegeven hoe deze parkeernormen verankerd dienen te worden in de planregels van een nieuw bestemmingsplan. Daarbij wordt ook al een voorschot gegeven op de regeling in het voorliggende parapluplan.

Hoofdstuk 3 Juridische Planopzet

3.1 Inleiding

Deze herziening is een bestemmingplan dat één onderdeel wil regelen in meerdere plannen. Het heeft tot doel om een parkeerregeling op te nemen in de bestemmingsplannen zoals genoemd in artikel 3.1 van de regels. Het bestemmingsplan is opgesteld conform de normen die zijn opgenomen in de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. Daarnaast zijn de verplichte bepalingen uit het Besluit ruimtelijke ordening, te weten de anti-dubbeltelregel en het overgangsrecht, opgenomen.

Dit plan kent geen bestemmingen, omdat aan de betreffende plannen slechts een artikel wordt toegevoegd aan de regels. Dat betekent dat de geldende bestemmingen niet integraal hoeven te worden (her-)overwogen, maar van kracht blijven. Op de plankaart zijn dan ook geen bestemmingen aangeduid.

Er is één landelijke voorziening waar alle ruimtelijke plannen voor iedereen volledig toegankelijk en raadpleegbaar zijn. Daarvoor moeten alle bestemmingsplannen voldoen aan landelijk vastgestelde standaarden. Dit is de 'Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012)

3.2 Juridisch Planopzet

De opbouw van de regels is gelijk aan die van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. De opbouw van de regels is als volgt:

  • hoofdstuk 1 Inleidende regels geeft de algemene bepalingen weer. Het betreft de 'Begrippen' (Artikel 1), waarin de in het plan voorkomende begrippen worden gedefinieerd.
  • in hoofdstuk 2 Algemene regels staan aanvullende bepalingen die voor het hele plangebied gelden. Artikel 3.3 bevat de parkeerregeling die aan de eerdergenoemde plannen wordt toegevoegd. Het systeem dat hierbij gehanteerd wordt is dat van de dynamische verwijzing. In de regels wordt verwezen naar de inhoudelijke parkeernormen zoals die geformuleerd zijn in de Nota Parkeernormen Lelystad 2023 met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze beleidsregels zoals die gelden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag om een omgevingsvergunning. Dat betekent dat indien de nota 'Parkeernormen Lelystad 2023' na de vaststelling van het bestemmingsplan wordt gewijzigd de daarin opgenomen nieuwe normen moeten worden toegepast. Door deze dynamische regeling hoeft niet elke keer een nieuw paraplubestemmingsplan te worden vastgesteld bij gewijzigde parkeernormen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft deze systematiek gefiatteerd in haar uitspraak van 9 september 2015. Ook is de anti-dubbeltelregeling opgenomen. Deze standaardbepaling is bedoeld om te voorkomen dat ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw zou kunnen worden gebruikt.
  • hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels hebben betrekking op het overgangsrecht en de slotbepaling.

3.3 Planspecifiek

In artikel 3 en 4 zijn alle parkeerregels cq. van toepassingsverklaring regels opgenomen. Hieronder worden deze kort toegelicht.

3.3.1 Parkeerbepalingen

Het bevoegd gezag toetst bij het nemen van een besluit op de aanvraag om een omgevingsvergunning of wordt voorzien in voldoende parkeer- en stallingsgelegenheid. Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen (en uiteraard aan de overige wettelijke eisen).

Extra ten opzichte van de beleidsregels parkeren zijn er regels opgenomen t.b.v. laden en lossen. Uitgangspunt is dat 'op eigen terrein' voldoende ruimte moet zijn voor laden en lossen, indien de functie/bestemming daartoe aanleiding geeft. Hierop is een uitzondering gemaakt voor die gevallen waarbij laden en lossen op eigen terrein redelijkerwijs niet mogelijk is. Denk hierbij aan winkels in het centrumgebied of andere gebouwen zonder omliggend erf.

3.3.2 Kwalitatieve verplichting

Het voorzien in de juiste en voldoende parkeervoorzieningen en laad- en losruimte wordt niet alleen getoetst op het moment dat een vergunning wordt verleend. De (gerealiseerde) voorzieningen moet ook in stand worden gehouden.

3.3.3 Afwijkingsbevoegdheid

Een aanvraag omgevingsvergunning moet voldoen aan het bepaalde in het bestemmingsplan. In het geval dat niet wordt voldaan aan het bestemmingsplan moeten B&W beoordelen of het mogelijk/wenselijk is om af te wijken van het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan wordt aan B&W de bevoegdheid gegeven om met een omgevingsvergunning van het bestemmingsplan af te wijken onder de voorwaarden die zijn genoemd in de gemeentelijke beleidsregels.

3.3.4 Van toepassingsverklaring

In artikel 4 staat de reikwijdte en de toepassing van dit paraplubestemmingsplan, namelijk het gehele plangebied van de gemeente Lelystad.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

4.1.1 Vooroverleg

In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) staat dat de gemeente bij de voorbereiding van een ruimtelijke ontwikkeling overleg moet plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk, die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Met dit plan zijn geen rijksbelangen of provinciale belangen in het geding. Daarnaast heeft dit bestemmingsplan geen invloed op de waterhuishouding (waterschap). Gelet op de aard van dit bestemmingsplan heeft er geen overleg of inspraak plaatsgevonden.

4.1.2 Zienswijzen

Het ontwerpuitwerkingsplan volgt de uniforme openbare voorbereidingsprocedure die is beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De stukken liggen gedurende zes weken ter inzage. Een ieder is daarbij in de gelegenheid schriftelijk en/of mondeling zienswijzen op alle stukken naar voren te brengen. Eventueel ingediende zienswijzen worden voorzien van een passend antwoord. Naar aanleiding van de zienswijzen vinden waar nodig aanpassingen aan de stukken plaats.

4.2 Economische Uitvoerbaarheid

4.2.1 Financieel-economische haalbaarheid

In het bestemmingsplan wordt slechts een parkeerartikel opgenomen. Dit heeft geen gevolgen voor de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. De kosten die nodig zijn voor de vervaardiging van het bestemmingsplan worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente.

4.2.2 Verhaal van kosten

Het bestemmingsplan bevat geen bouwplan die voldoet aan de genoemde criteria in artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. Om deze reden is er geen sprake van wettelijk verplicht kostenverhaal en is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen.