Theaterkwartier
Bestemmingsplan - gemeente Lelystad
Vastgesteld op 28-04-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Theaterkwartier met identificatienummer NL.IMRO.0995.BP00073-VG01 van de gemeente Lelystad.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.4 aan-huis-verbonden beroep:
een dienstverlenend beroep, genoemd in bijlage 3, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.5 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.6 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.8 bed and breakfast:
het bieden van, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt binnen de woning aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.9 bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale (bruto) vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten c.q. een (dienstverlenend of detailhandels-) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.10 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.11 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.12 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.13 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.14 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.15 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.16 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.17 bouwperceelsgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.18 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waarop gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.19 bouwwerk:
een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1.20 bovenwoning:
gestapelde woning op de verdieping, met een voordeur die via een (gemeenschappelijk) trappenhuis op straatniveau uitkomt.
1.21 coffeeshop:
een ruimte bestemd voor het bedrijfsmatig ten behoeve van gebruik ter plaatse verstrekken van softdrugs en niet-alcoholische dranken, alsmede het verstrekken van kleine etenswaren. Het accent ligt op het geven van gelegenheid ter verkrijging en gebruik van softdrugs.
1.22 cultuur:
voorzieningen voor samenkomsten van culturele aard, zoals tentoonstellingen, voorstellingen en ook een jongerencentrum.
1.23 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.24 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.25 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
1.26 dienstverlening:
het beroepsmatig verlenen van diensten, met uitzondering van prostitutie, waarbij onderscheid gemaakt kan worden in:
- a. administratieve, financiële en zakelijke dienstverlening: het verrichten van administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, al dan niet met daaraan ondergeschikte baliewerkzaamheden;
- b. publieksgerichte dienstverlening; dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus'en dergelijke;
- c. maatschappelijke dienstverlening: dienstverlening door een instelling of bedrijf gericht op het verrichten van diensten in de gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs en dergelijke.
1.27 discotheek:
een gebouw waarin de bedrijfsvoering hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op muziek en het serveren van al niet alcoholhoudende dranken.
1.28 dove gevel:
een bouwkundige constructie zonder te openen delen - waaronder mede verstaan ventilatieroosters- en met een NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die tenminste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van de constructie en 35 dB(A).
1.29 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond.
1.30 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.31 extensief dagrecreatief medegebruik:
een extensief dagrecreatief medegebruik van gronden, dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatief gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, met de daarbijbehorende voorzieningen zoals een vissteiger, een picknickplaats, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen voorziening.
1.32 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.33 gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:
de mogelijkheden om gronden en daarop toegelaten bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken;
1.34 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.35 horecabedrijf:
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
1.36 hotel:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.
1.37 kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.38 kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi) overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen al dan niet met daaraan ondergeschikte baliewerkzaamheden.
1.39 kap
iedere bovenbeëindiging van een gebouw met een zekere helling;
1.40 kiosk/paviljoen:
een al dan niet permanent aanwezige ruimte bestemd voor:
- a. het bedrijfsmatig aan de eindconsument verstrekken van eenvoudige etenswaren en niet-alcoholische en alcoholische dranken;
- b. de verkoop van bloemen, kranten en dergelijke.
1.41 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:
de in bijlage 3 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door haar beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en waarbij:
- 1. het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast;
- 2. er reclame-uitingen tot ten hoogste 0,5 m² worden aangebracht;
- 3. het beroep/bedrijf wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning, met dien verstande dat er sprake zal zijn van maximaal 2 werkplekken;
- 4. het niet gaat om vormen van horeca;
- 5. er geen onevenredige verkeers- en of parkeeroverlast zal ontstaan voor het omliggende woongebied;
- 6. het niet gaat om bedrijven waarvoor een milieuvergunning of meldingsplicht nodig is;
- 7. er geen detailhandel zal plaatsvinden, met uitzondering van detailhandel in goederen die ter plaatse worden geproduceerd, bewerkt of hersteld.
1.42 kunstobject:
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.43 kunstwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
1.44 leisure:
voorzieningen waar tegen betaling een vrijetijdsbesteding voor de consument geboden wordt in de vorm van (een cluster van) activiteiten, waaronder een bioscoop.
1.45 milieusituatie:
de situatie, waarbij milieuaspecten dienen te worden beoordeeld, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking. In het bijzonder dient er bij de situering en omvang van milieubelastende functies (o.a. bedrijven) op te worden gelet dat de uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies (o.a. woningen) zo weinig mogelijk wordt beperkt. Omgekeerd dient er bij uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies op te worden gelet dat bestaande milieubelastende functies zo weinig mogelijk in hun functioneren worden beperkt.
1.46 nutsvoorzieningen:
niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten behoeve van nutsbedrijven, het openbaar vervoer of van andere naar doelstelling daarmee vergelijkbare instellingen, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, warmte-/koude-opslag, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en wachthuisjes.
1.47 peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
1.48 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.49 restaurant:
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden.
1.50 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.51 straat- en bebouwingsbeeld:
een in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, dat zich in het algemeen kenmerkt door:
- 1. een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
- 2. een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling;
- 3. een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.
1.52 verkeersveiligheid:
de veiligheid voor het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers.
1.53 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
1.54 woongebouw
een gebouw dat uit meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, met één of meer gemeenschappelijke toegangen en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
1.55 woonhuis
een gebouw dat één woning omvat en qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
1.56 woonsituatie:
een situatie waarbij, mede door de situering van om de woonfunctie liggende functies en bebouwing, in ieder geval sprake is van een redelijke daglichttoetreding, een redelijke mate van uitzicht en voldoende privacy, alsmede van afwezigheid van hinder.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijf van milieucategorie 1 of 2 zoals bedoeld in de als bijlage 1 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': tevens een tankstation zonder lpg;
met de daarbijbehorende:
- c. parkeervoorzieningen;
- d. wegen, straten en paden;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1 onder a en zijn bedrijven met een hogere milieucategorie die qua aard en schaal gelijk te stellen zijn aan een bedrijf met milieucategorie 2 toegestaan.
Artikel 4 Gemengd - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. maatschappelijke voorzieningen;
- c. sociaal-culturele voorzieningen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'theater': tevens een theater;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'hotel': tevens een hotel;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 2a': tevens horecabedrijven van maximaal categorie 2a;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3': tevens horecabedrijven van maximaal categorie 3;
- h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' detailhandel;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - leisure': tevens een bioscoop;
- j. (fiets)parkeervoorzieningen;
- k. trappenhuizen c.q. liftschachten;
- l. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen, fiets- en voetpaden, verhardingen, groen- en speelvoorzieningen, water, kunstobjecten, kunstwerken en nutsvoorzieningen;
- m. wonen in de vorm van bovenwoningen uitsluitend ter plaatste van de de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - bovenwoningen'.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen ten aanzien bouwblokken ten opzichte van elkaar, van de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
4.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan uitsluitend op de begane grond met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 en kunnen horecabedrijven van maximaal categorie 4 worden toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied';
4.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Gemengd - 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'hotel': tevens een hotel;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 2': tevens een brug/hellingbaan;
- d. (fiets)parkeervoorzieningen;
- e. trappenhuizen c.q. liftschachten;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen, fiets- en voetpaden, verhardingen, groen- en speelvoorzieningen, water, kunstobjecten, kunstwerken en nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen ten aanzien bouwblokken ten opzichte van elkaar, van de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen en beplanting;
- c. wegen, straten en paden;
- d. speelvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. waterlopen en waterpartijen;
- g. extensief dagrecreatief medegebruik;
met de daarbijbehorende:
- h. verhardingen;
- i. nutsvoorzieningen en andere openbare voorzieningen;
- j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten, kunstwerken, bouw- en reclameborden.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 6.2.1 in die zin dat gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen of andere openbare voorzieningen worden gebouwd, mits:
- 1. de oppervlakte van een gebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen;
- 2. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 5 m bedragen.
Artikel 7 Verkeer
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeersvoorzieningen, waaronder bruggen;
- b. bermen en waterpartijen;
- c. straatmeubilair;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen met bijbehorende toegangen;
- f. geluidswerende voorzieningen;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken.
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 7.2.1 onder a voor het bouwen van een kunstwerk tot een maximale hoogte van 8 m.
Artikel 8 Verkeer - Verblijfsgebied
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijf;
- b. plaatselijke verkeersafwikkeling;
- c. parkeerplaatsen;
- d. bermen en groen;
- e. straatmeubilair;
- f. kiosken;
- g. markten;
- h. terrassen;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 1': tevens voor een brug/hellingbaan;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 2': tevens voor een brug/hellingbaan;
- k. entrees van woningen en parkeervoorzieningen;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. kunstobjecten;
met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde onder 8.2.2 onder a voor het bouwen van een kunstobject tot een maximale hoogte van 8 m.
Artikel 9 Wonen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, in de vorm van:
- 1. woonhuizen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zoals opgenomen in Bijlage 3 Lijst vanaan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige (aan-huis-verbonden) activiteiten;
- 2. bovenwoningen in het geval de benedenverdieping (eerste bouwlaag) volledig wordt gebruikt ten behoeve van de functie als bedoeld onder 9.1 onder b;
- 3. woongebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woongebouw'.
- b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1': uitsluitend horecabedrijven van maximaal categorie 1 in de eerste bouwlaag;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 1': tevens voor een brug/hellingbaan;
met de daarbij behorende:
- d. wegen, straten en paden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. water;
- h. speelvoorzieningen;
- i. tuinen en erven;
- j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bouw- en reclameborden.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen ten aanzien van woningen en bouwblokken ten opzichte van elkaar, van de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
9.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 9.2.2 sub a onder 1 dan wel 2 in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken per hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 80 m², mits:
- 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de huisvesting van (een) minder valide(n);
- 2. de noodzaak ten behoeve van het treffen van bijzondere voorzieningen wordt aangetoond.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 9.1 in die zin dat de gronden en bouwwerken kunnen worden gebruikt ten behoeve van een bed & breakfast, indien de volgende voorwaarden in acht genomen worden:
- 1. maximaal twee slaapplaatsen;
- 2. de kamers deel uit maken van het hoofdgebouw, aanbouw of aangebouwde bijgebouwen;
- 3. maximaal 30% van de bruto vloeroppervlakte van de gebouwen per bouwperceel ingericht worden voor de voorziening;
- 4. er op het eigen terrein voldoende parkeergelegenheid voor bezoekers aanwezig is, of dat uit een parkeeronderzoek blijkt dat er in de directe omgeving voldoende parkeerruimte is. De parkeernorm, zowel op eigen terrein als in de directe omgeving, is 1 parkeerplaats per gastenkamer;
- 5. het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast, waarbij reclame maximaal een oppervlakte van 0,5 m² mag bedragen;
- 6. de bed & breakfast dient door in ieder geval één bewoner van de woning te worden uitgeoefend.
- b. het bepaalde in de Staat van Horeca-activiteiten in die zin dat horeca-activiteiten in categorie 1 kunnen worden toegestaan tot een maximum van 300 m2 bedrijfsvloeroppervlak.
9.6 Specifieke gebruiksregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene Bouwregels
11.1 Ondergronds bouwen
- a. Ondergrondse gebouwen mogen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
- 1. ondergrondse gebouwen mogen worden gebouwd op alle gronden waar ingevolge de bestemming gebouwen zijn toegestaan;
- 2. de bouwhoogte van ondergrondse gebouwen mag ten hoogste 3 m bedragen.
- b. Het bouwen van bouwwerken ten behoeve van ondergrondse bodemopslag van energie en water is toegestaan.
11.2 Voorwaardelijke verplichting sloop brug
Het bouwen van een brug/hellingbaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 2' is uitsluitend toegestaan als een sloopvergunning is verleend voor de brug/hellingbaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brug 1'. In deze sloopvergunning dient als voorwaarde te zijn opgenomen dat de sloop dient plaats te vinden binnen een half jaar na oplevering van de nieuwe brug/hellingbaan.
11.3 Voorwaardelijke verplichting bodemonderzoek
Het bouwen ten behoeve van de in hoofdstuk 2 genoemde bestemmingen is uitsluitend toegestaan als:
- a. op basis van beschikbare historische en/of onderzoeksgegevens geen aanleiding bestaat om te verwachten dat de bodemkwaliteit een belemmering vormt voor de (toekomstige) functie, en;
- b. het gestelde onder a. is onderschreven door het bevoegd gezag.
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
12.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- b. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, zand, grond en bodemspecie, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- c. het gebruik van gronden voor de stalling en/of opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
- d. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- f. het gebruik van gronden als standplaats;
- g. het gebruik van en het in gebruik laten nemen van nieuwe bebouwing de in hoofdstuk 2 bestemmingsomschrijvingen zonder dat door middel van (nader) onderzoek is vast komen te staan dat de bodemkwaliteit voldoet aan de beoogde functie of zonder het uitvoeren van de noodzakelijke (sanerings)maatregelen om te kunnen voldoen aan de vereiste bodemkwaliteit ten aanzien van de beoogde functie.
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hooste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 20%;
- e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken en zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 30 meter;
- f. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen, en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
- 1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;
- 2. de bouwhoogte leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen.
Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels
14.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen om aanpassingen van de bestemmingsgrenzen mogelijk te maken, indien dit noodzakelijk is voor de realisering van het bestemmingsplan, met dien verstande dat:
- a. de overschrijdingen echter niet meer dan 3 m mogen bedragen;
- b. het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot of verkleind.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
15.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
15.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 16 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Theaterkwartier van de gemeente Lelystad.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Lijst Van Aan-huis-verbonden Beroepen En Kleinschalige Bedrijfsmatige (Aan-huis-verbonden) Activiteiten
Bijlage 1 Bioscooponderzoek, Van Wijnen, D.d. 206
Bijlage 1 Bioscooponderzoek, Van Wijnen, d.d. 206
Bijlage 2 Marktruimte Horeca Stadshart Lelystad, Zka, Eindrapportage D.d. 19 Maart 019
Bijlage 2 Marktruimte horeca Stadshart Lelystad, ZKA, Eindrapportage d.d. 19 maart 019
Bijlage 3 Quickscan Flora En Fauna, Natuur-wetenschappelijk Centrum, D.d. Oktober 2018
Bijlage 3 Quickscan flora en fauna, Natuur-Wetenschappelijk Centrum, d.d. oktober 2018
Bijlage 4 Watertoets
Bijlage 5 Aanmeldnotitie Theaterkwartier, Kuipercompagnons, D.d. 11 Maart 2019
Bijlage 5 Aanmeldnotitie Theaterkwartier, KuiperCompagnons, d.d. 11 maart 2019
Bijlage 6 Bodemonderzoek Winkelcentrum Gordiaan Te Lelystad, Tauw, D.d. 15 Mei 2017
Bijlage 6 Bodemonderzoek winkelcentrum Gordiaan te Lelystad, Tauw, d.d. 15 mei 2017
Bijlage 7 Notitie Tauw Saneringsvarianten De Gordiaan, Tauw, D.d. 15 Juni 201
Bijlage 7 Notitie Tauw saneringsvarianten de Gordiaan, Tauw, d.d. 15 juni 201
Bijlage 8 Vooronderzoek Theaterkwartier Te Lelystad, Tauw, D.d. 1 September 2019
Bijlage 8 Vooronderzoek Theaterkwartier te Lelystad, Tauw, d.d. 1 september 2019
Bijlage 9 Akoestisch Onderzoek Theaterkwartier, Kuipercompagnons, D.d. 23 Augustus 201
Bijlage 9 Akoestisch onderzoek Theaterkwartier, KuiperCompagnons, d.d. 23 augustus 201
Bijlage 10 Externe Veiligheid / Spoor Theaterkwartier Lelystad, Aviv, D.d. 26 September 2018
Bijlage 10 Externe Veiligheid / Spoor Theaterkwartier Lelystad, Aviv, d.d. 26 september 2018
Bijlage 11 Externe Veiligheid Spoor / Uitbreiding Theaterkwartier Lelystad, Aviv, D.d. 12 April 2019
Bijlage 11 Externe veiligheid Spoor / Uitbreiding Theaterkwartier Lelystad, Aviv, d.d. 12 april 2019
Bijlage 12 Beschouwing Omgevingsveiligheid Theaterkwartier: Stationsbalkon Noord, Antea Group, D.d. 9 Juli 2019
Bijlage 13 Trillingsonderzoek Theaterkwartier Lelystad, Dgmr, D.d. 15 Augustus 2019
Bijlage 13 Trillingsonderzoek Theaterkwartier Lelystad, DGMR, d.d. 15 augustus 2019
Bijlage 14 Reactienota Vooroverleg En Inspraak Voorontwerpbestemmingsplan Theaterkwartier, D.d. 10 Juli 2019
Bijlage 15 Onderzoek Naar Huismus En Vleermuizen In Panden Agorabaan Lelystad, Landschapsbeheer Flevoland, D.d. September 2019
Bijlage 16 Stikstofdepositieonderzoek Bestemmingsplan Theaterkwartier, Kuipercompagnons, D.d. 22 Januari 2020
Bijlage 17 Verkennend Bodemonderzoek, Tauw, D.d. 7 Februari 2020
Bijlage 17 Verkennend bodemonderzoek, Tauw, d.d. 7 februari 2020
Bijlage 18 Besluit Hogere Grenswaarden Geluid Voor Bestemmingsplan Theaterkwartier
Bijlage 18 Besluit Hogere grenswaarden geluid voor Bestemmingsplan Theaterkwartier
Bijlage 19 Nota Van Zienswijzen En Wijzigingen Bestemmingsplan Theaterkwartier
Bijlage 19 Nota van zienswijzen en wijzigingen bestemmingsplan Theaterkwartier