Waterfront Stedelijke Kust Lelystad
Bestemmingsplan - Gemeente Lelystad
Ontwerp op 06-12-2023 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan: Waterfront Stedelijke Kust Lelystad met identificatienummer NL.IMRO.0995.BP00104-OW01 van de gemeente Lelystad.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.4 aan-huis-verbonden beroep:
een dienstverlenend beroep, genoemd in bijlage 1, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.5 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.6 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 ambachtelijke, culturele en toeristische dienstverlening:
- informatieve functies gericht op recreatie en toerisme;
- evenementen, eendaags of meerdaags, voor het promoten van producten of activiteiten ten dienste van het Factory Outlet Village of het Bataviakwartier als geheel;
- dienstverlening in de vorm van ambachtelijke beroepen, zoals kapper, nagelstudio ter ondersteuning van het leisure- en recreatieve karakter van de Factory Outlet Village;
1.8 ambulante handel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen vanuit een niet-permanent verkooppunt zoals een marktkraam of een verkoopwagen, waaronder in elk geval geen gebouwen worden begrepen;
1.9 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.10 ander werk:
een werk, geen bouwwerk zijnde;
1.11 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.12 bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, dit met inbegrip van de oppervlakte van (overdekte) bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.13 bed and breakfast:
het bieden van, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt binnen de woning aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.14 bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale (bruto) vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten c.q. een (dienstverlenend of detailhandels-) bedrijf of een dienstverlenende (maatschappelijke) instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.15 benzineservicestation:
een langs een openbare weg gesitueerd bedrijf, gericht op het bedrijfsmatig aan bestuurders van gemotoriseerde voertuigen te koop aanbieden, verkopen en leveren van motorbrandstoffen en bijbehorende serviceartikelen, zoals motorolie en schoonmaakartikelen, alsmede lectuur, kleine etenswaar en niet-alcoholische dranken;
1.16 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.17 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.19 bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.20 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.21 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.22 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.23 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.24 bouwperceelsgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.25 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waarop gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.26 bouwwerk:
een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
1.27 bruto vloeroppervlakte (b.v.o.):
de oppervlakte van een ruimte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de betreffende ruimte omhult (conform NEN 2580);
1.28 camperplaats:
een parkeerterrein voor campers waar overnacht mag worden, eventueel aangevuld met beperkte voorzieningen als een elektriciteitspunt en een sani-zuil;
1.29 charterschip:
elk vaartuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor het vervoeren of het verblijven van groepen van personen voor één- of meerdaagse tochten, hieronder worden ook verstaan riviercruiseschepen;
1.30 congrescentrum:
een gebouw waarin ruimten beschikbaar zijn waarin bijeenkomsten gehouden kunnen worden met de daarbij behorende ondergeschikte horeca activiteiten;
1.31 culturele, sportieve en toeristische detailhandel:
een beperkt aanbod aan culturele, sportieve en toeristische detailhandel gericht op:
- cultuur, zoals toeristenwinkels ter promotie van Holland of de regio;
- detailhandel van sportartikelen in een vestiging die is gelieerd aan een specifieke club, sport of anderszins te onderscheiden trekker; of,
- pop up-stores van hoogwaardige producten of detailhandel in specifieke luxeproducten, in merkgebonden vestigingen voor onder meer chocolaterieën en premium koffie- of theeproducten.
1.32 cultuur:
1.32 cultuur:
voorzieningen voor samenkomsten van culturele aard, zoals tentoonstellingen, voorstellingen en ook een jongerencentrum;
1.33 dagelijkse goederen:
voedings- en genotmiddelen en artikelen op het gebied van persoonlijke verzorging;
1.34 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.35 detailhandel:
a. het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
b. het voeren van een webshop, indien het pand waarin de webshop is gevestigd, open is voor publiek waarbij gelegenheid is om producten te zien en uit te proberen, af te halen en / of te betalen;
1.36 detailhandel verbonden aan haven- en watersportactiviteiten:
detailhandel die met name is gericht op de gebruikers van de haven, zoals één winkelsteunpunt, winkels voor scheepsbenodigdheden en daarmee naar aard gelijk te stellen detailhandelsactiviteiten;
1.37 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.38 dienstverlening:
het beroepsmatig verlenen van diensten, met uitzondering van prostitutie, waarbij onderscheid gemaakt kan worden in:
- a. administratieve, financiële en zakelijke dienstverlening: het verrichten van administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, al dan niet met daaraan ondergeschikte baliewerkzaamheden;
- b. publieksgerichte dienstverlening: dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus'en dergelijke;
- c. maatschappelijke dienstverlening: dienstverlening door een instelling of bedrijf gericht op het verrichten van diensten in de gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs en dergelijke;
1.39 dienstverlening verbonden aan haven- en watersportactiviteiten:
dienstverlening die met name is gericht op de gebruikers van de haven, zoals zeilscholen, boekingskantoren, botenmakelaars, fietsverhuurbedrijven, reisbureaus en daarmee naar aard gelijk te stellen dienstverlening. Onder dienstverlening wordt hier geen detailhandel en horeca begrepen;
1.40 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
1.41 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.42 extensief dagrecreatief medegebruik:
een extensief dagrecreatief medegebruik van gronden, dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatief gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, met de daarbijbehorende voorzieningen zoals een vissteiger, een picknickplaats, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen voorziening;
1.43 fabrikant:
de producent of merkvoerder, groothandel of importeur/agent/licentiehouder;
1.44 factory outlet-concept:
een fabrieksverkoopformule die de reguliere detailhandel aanvult en waarin detailhandel – al dan niet online - in outletproducten plaatsvindt rechtstreeks door fabrikanten, licentiehouders, franchisenemers en 'vertically integrated retailer:', met uitsluiting van tussenhandel door andere natuurlijke- of rechtspersonen, aan consumenten die deze goederen kopen voor gebruik of aanwending anders dan in uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en die bereid zijn om hiervoor een grote afstand af te leggen;
1.45 Factory Outlet Village:
een gespecialiseerd en hoogwaardig koopjescentrum bestaande uit meerdere outletvestigingen waarin fabrieksverkoop volgens het factory outlet-concept is gevestigd;
1.46 franchisenemer:
een natuurlijke of rechtspersoon aan wie door een fabrikant of 'vertically integrated retailer:' het recht is verleend om de merkartikelen van die fabrikant of 'vertically integrated retailer:' te verkopen;
1.47 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.48 gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:
de mogelijkheden om gronden en daarop toegelaten bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken;
1.49 grootschalige detailhandel:
geconcentreerde grootschalige detailhandelsvestiging, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- a. detailhandel in volumineuze goederen: detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten en caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair;
- b. bouwmarkt: detailhandel met een al dan niet geheel overdekt vloeroppervlak van minimaal 500 m2, waarop het volledige assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden, zowel aan vakman als particulier;
- c. grootschalige detailhandel in meubelen en woninginrichting: detailhandel in meubelen en artikelen ten behoeve van inrichting van een woning en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen met een minimum verkoopvloeroppervlak van 500 m2;
1.50 grootschalige attracties:
voorzieningen die geëxploiteerd worden ter ontspanning en vermaak, zoals een (indoor)pretpark, dierentuin, musicaltheater;
1.51 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.52 horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en maaltijden, overwegend voor gebruik ter plaatse en/of voor het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander gepaard gaande met dienstverlening, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie, waarbij verstaan wordt onder:
- a. Hotel: een gebouw, waarin tegen vergoeding in hoofdzaak logies wordt verstrekt, waarbij de logieseenheden uitsluitend zijn ingericht als nachtverblijf met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse;
- b. Restaurant: een gebouw bestemd voor het bedrijfsmatig, ten behoeve van gebruik ter plaatse, verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren, alsmede het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
- c. Cafetaria: een gebouw bestemd voor het bedrijfsmatig aan de eindconsument verstrekken van eenvoudige etenswaren en niet-alcoholische dranken;
- d. Ambulante horeca: een mobiel verkooppunt bestemd voor het bedrijfsmatig aan de eindconsument verstrekken van eenvoudige etenswaren en niet-alcoholische dranken;
- e. Congrescentrum: gebouw of een gedeelte daarvan speciaal bestemd en ingericht voor het houden van congressen/conferenties;
- f. Discotheek: een gebouw waarin de bedrijfsvoering hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken en tevens gelegenheid biedt tot dansen;
- g. Café: een gebouw bestemd voor het bedrijfsmatig aan de eindconsument verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken, alsmede het verstrekken van kleine etenswaren;
1.53 horecabedrijf:
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.54 hotel:
een gebouw, waarin tegen vergoeding in hoofdzaak logies wordt verstrekt, waarbij de logieseenheden uitsluitend zijn ingericht als nachtverblijf met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse;
1.55 kantoor:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi) overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen al dan niet met daaraan ondergeschikte baliewerkzaamheden;
1.56 kap:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw met een zekere helling;
1.57 kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.58 kiosk/paviljoen:
een al dan niet permanent aanwezige ruimte bestemd voor:
- a. het bedrijfsmatig aan de eindconsument verstrekken van eenvoudige etenswaren en niet-alcoholische en alcoholische dranken;
- b. de verkoop van bloemen, kranten en dergelijke;
1.59 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:
de in bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door haar beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en waarbij:
- a. het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast;
- b. er reclame-uitingen tot ten hoogste 0,5 m² worden aangebracht;
- c. het beroep/bedrijf wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning, met dien verstande dat er sprake zal zijn van maximaal 2 werkplekken;
- d. het niet gaat om vormen van horeca;
- e. er geen onevenredige verkeers- en of parkeeroverlast zal ontstaan voor het omliggende woongebied;
- f. het niet gaat om bedrijven waarvoor een milieuvergunning of meldingsplicht nodig is;
- g. er geen detailhandel zal plaatsvinden;
1.60 kostenverhaalsgebied:
het plangebied:;
1.61 kunstobject:
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.62 kunstwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
1.63 leisure:
voorzieningen waar tegen betaling een vrijetijdsbesteding voor de consument geboden wordt in de vorm van (een cluster van) activiteiten, waaronder een bioscoop en grootschalige attracties;
1.64 licentiehouder:
een natuurlijke of rechtspersoon aan wie door een fabrikant of 'vertically integrated retailer:' een licentie is verleend om de merkartikelen van die fabrikant of 'vertically integrated retailer:' te verkopen en/of te produceren;
1.65 maaiveld:
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
1.66 maatschappelijke voorzieningen:
sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.67 merkfabrikant:
fabrikant van artikelen die gewoonlijk worden beschreven, verkocht of voor verkoop uitgestald met aanduiding van de merknaam of het handelsmerk ('merkartikelen');
1.68 milieusituatie:
de situatie, waarbij milieuaspecten dienen te worden beoordeeld, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking. In het bijzonder dient er bij de situering en omvang van milieubelastende functies (o.a. bedrijven) op te worden gelet dat de uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies (o.a. woningen) zo weinig mogelijk wordt beperkt. Omgekeerd dient er bij uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies op te worden gelet dat bestaande milieubelastende functies zo weinig mogelijk in hun functioneren worden beperkt;
1.69 natuurlijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
1.70 nutsvoorzieningen:
niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten behoeve van nutsbedrijven, het openbaar vervoer of van andere naar doelstelling daarmee vergelijkbare instellingen, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, warmte-/koude-opslag, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en wachthuisjes;
1.71 ondergeschikte horeca:
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan bezoekers van het Bataviakwartier, zoals theehuisjes, ijssalons, croissanterieën, dagcafés, restaurants en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, met sluitingstijden maximaal 1 uur ruimer ten opzichte van de sluitingstijden van winkels in het Factory Outlet Village;
1.72 ondersteunende functies:
functies ten dienste van de Factory Outlet Village:, zoals een centrale opslag, crèche, kantoren en speelvoorzieningen;
1.73 openbare ruimte:
de ruimte die voor iedereen toegankelijk is. Het is een fysieke plaats waar een groot deel van het publieke leven zich afspeelt, zoals wegen, paden, parkeervoorzieningen, pleinen, groenvoorzieningen en water;
1.74 outletproducten:
merkartikelen die in hoofdzaak:
- afwijken van de standaardkwaliteit en/of
- niet (meer) onder de gangbare voorwaarden via de reguliere detailhandel kunnen worden afgezet en/of
- in de afgelopen periode van drie maanden niet meer aan de reguliere detailhandel zijn aangeboden en/of
- niet meer door de reguliere detailhandel direct zijn afgenomen en
- tegen gereduceerde prijzen ten opzichte van de prijzen die gewoonlijk door de reguliere detailhandel worden gehanteerd.
1.75 outletvestiging:
merkgebonden vestiging met één of meerdere merken die behoren tot de hogere marktsegmenten;
1.76 overstroombare natuur:
natuur die permanent onder water staat en natuur die gemiddeld tenminste jaarlijks 1x overstroomt als gevolg van hoge (incidentele) waterstanden;
1.77 passanten:
schippers danwel rechthebbenden op een schip waarvoor geen abonnement is afgegeven ten behoeve van het schip waarmee een ligplaats wordt ingenomen;
1.78 passantenhaven:
een haven voor plezierjachten van passanten;
1.79 peil:
a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b. in andere gevallen: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.80 permanente bewoning:
bewoning als hoofdverblijf binnen de vaste woonpl[aats;
1.81 perifere detailhandel:
detailhandel volgens een formule die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, rijwielen, tuininrichtingsartikelen, (grove) bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede woninginrichtingartikelen, waaronder meubelen;
1.82 plangebied:
het gebied waar dit bestemmingsplan: geldt;
1.83 plezierjacht:
een schip dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet-bedrijfsmatige, sportieve of recreatieve doeleinden;
1.84 prijsvechters:
detailhandel gericht op de verkoop van producten die prijstechnisch iets of vele malen lager liggen ten opzichte van de concurrentie;
1.85 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.86 recreatievoorziening:
een al dan niet gebouwde of aangelegde voorziening die gericht is op ontspanning in de vrije tijd;
1.87 scheepsbouw en -reparatie:
de constructie en reparatie van schepen en het gereedmaken van schepen voor de vaart, waarbij een smederij en houtwerkplaats zijn toegestaan;
1.88 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.89 sportvoorzieningen:
het geheel van sportvoorzieningen ten behoeve van sportbeoefening;
1.90 standplaats:
een plek waar ambulante handelaren een dagdeel, een dag en/of een aantal dagen per week waren kunnen verkopen;
1.91 strandvoorzieningen:
aan het recreatief gebruik van de oeverzone gerelateerde voorzieningen, zoals horeca in categorie 1, recreatievoorzieningen en sportvoorzieningen;
1.92 straat- en bebouwingsbeeld:
een in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, dat zich in het algemeen kenmerkt door:
- a. een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
- b. een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling;
- c. een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;
1.93 supermarkt:
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door haar indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
1.94 toeristische (souvenir)winkel:
kleinschalige detailhandel die zich richt op de verkoop aan bezoekers van voorzieningen binnen de bestemmingen Recreatie - Leisure en Recreatie - Batavialand;
1.95 vakantieappartementen:
een (deel van een) gebouw dat dient als recreatieverblijf, waarvoor een persoonlijk gebruiksrecht wordt verleend; de gebruikers hebben hun hoofdverblijf elders en de tijdelijke verblijfsduur van gebruikers mag niet leiden tot permanente bewoning. Onder recreatieverblijf wordt niet verstaan verblijf, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
1.96 verkeersveiligheid:
de veiligheid voor het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
1.97 verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.98 vertically integrated retailer:
een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die artikelen produceert of ten behoeve van wie artikelen naar een specifiek ontwerp en een specifieke omschrijving worden geproduceerd en die de controle heeft over de distributie en verkoop van die artikelen;
1.99 warenhuizen:
een grote winkel, vaak met meerdere verdiepingen, die een uitgebreid assortiment aan goederen verkoopt;
1.100 webwinkel:
in een woonhuis: het al dan niet hobbymatig dan wel bedrijfsmatig verkopen van goederen via internet door de bewoner, waarbij de goederen elders worden bezorgd. Er is geen sprake is van een voor publiek toegankelijke winkelruimte of showroom; reclameuitingen aan of om de woning zijn niet aan de orde;
1.101 winkel:
een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
1.102 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
1.103 woonboot:
elk vaar- en/of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot dag- en/of nachtverblijf van één of meerdere personen, voor zover dit niet als bouwwerk is aan te merken;
1.104 woongebouw:
een gebouw dat uit meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, met één of meer gemeenschappelijke toegangen en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.105 woonhuis:
een gebouw dat één woning omvat en qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.106 woonsituatie:
een situatie waarbij, mede door de situering van om de woonfunctie liggende functies en bebouwing, in ieder geval sprake is van een redelijke daglichttoetreding, een redelijke mate van uitzicht en voldoende privacy, alsmede van afwezigheid van hinder.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Tankstation
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Bedrijf - Tankstation" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een benzineservicestation, met uitzondering van LPG-installaties;
- b. aan de bedrijfsactiviteiten ondergeschikte en daarmee samenhangende kantoorruimte, met dien verstande dat zelfstandige kantoren niet zijn toegestaan;
met daaraan ondergeschikt:
- c. autowasserijen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. ontsluitingswegen;
- g. verkeers- en parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Bedrijventerrein
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van:
- 1. bedrijven genoemd in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2";
- 2. bedrijven genoemd in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1, ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 4.1";
met uitzondering van bedrijfsactiviteiten in de bedrijfsgroepen land- en tuinbouw, detailhandel, cultuur- sport en recreatie, zelfstandige kantoorvestigingen, LPG-installaties, geluidzoneringsplichtige inrichtingen, behoudens middels een specifieke benoeming in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten opgesomde bedrijfsactiviteiten dan wel de in deze regels genoemde activiteiten;
- b. productiegebonden detailhandel, niet zijnde detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
- c. perifere detailhandel;
- d. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning;
- e. (ondergrondse) parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', al dan niet gebouwd;
met de daarbijbehorende:
- f. wegen, straten en paden;
- g. tuinen, erven en terreinen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. water;
- j. nutsvoorzieningen en andere openbare voorzieningen;
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in 4.2.2 sub h onder 3 en in 4.2.3 sub a onder 3 in die zin dat per bedrijfswoning een carport wordt opgericht vóór de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan, mits de oppervlakte van de carport ten hoogste 25 m² bedraagt en de bouwhoogte ten hoogste 3 meter zal bedragen;
- b. het bepaalde in 4.2.2 sub b onder 1 dan wel 2 in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen per bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste 80 m², mits:
- 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de huisvesting van (een) minder valide(n);
- 2. de noodzaak ten behoeve van het treffen van bijzondere voorzieningen wordt aangetoond;
- c. het bepaalde in 4.2.3 onder b in die zin dat per bedrijfswoning een niet-overdekt zwembad wordt opgericht, mits:
- 1. het zwembad in het achtererfgebied van de bedrjfswoning wordt gesitueerd;
- 2. de bruto-oppervlakte (uitwendig gemeten constructie) van het zwembad niet meer bedraagt dan 75 m²;
- 3. de bouwhoogte van het zwembad, gemeten vanaf het aansluitende terrein, niet meer bedraagt dan 0,50 m;
- 4. de bruto-oppervlakte (uitwendig gemeten constructie) van het zwembad niet meer bedraagt dan 50% van de oppervlakte van het achtererfgebied van de bedrijfswoning;
- 5. de afstand van het zwembad tot enige perceelsgrens ten minste 1,50 m bedraagt;
- d. het bepaalde in 4.2.3 in die zin dat de hoogte van silo's en industriële procestorens maximaal 30 meter bedraagt.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan bedrijven die zijn genoemd in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 tot en met 3.2, ter plaatse van de aanduiding “bedrijf tot en met categorie 3.2”;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan bedrijven die zijn genoemd in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 tot en met 4.1, ter plaatse van de aanduiding “bedrijf tot en met categorie 4.1”;
- c. het gebruik van de gebouwen voor kantoor over een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 30% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf, tot een maximum van 2000 m²;
- d. het gebruik van het voorterrein voor bedrijfsmatige opslagdoeleinden;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
- f. het gebruik van gebouwen als dierenverblijf over een oppervlakte van meer dan 12 m²;
- g. het gebruik van de bedrijfswoningen ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte:
- 1. meer bedraagt dan 30% van de totale begane vloeroppervlakte van de bedrijfswoning, de aan- en uitbouwen en de aangebouwde bijgebouwen op het bouwperceel;
- 2. meer bedraagt dan 100 m², indien het een aan-huis-verbonden beroep betreft;
- 3. meer bedraagt dan 50 m², indien het kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten betreft;
- h. het gebruik van de bedrijfswoningen ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zodanig dat dit leidt tot een onevenredige toename van de parkeerdruk;
- i. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;
- j. het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die de in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten aangegeven gevaarsafstand van 100 meter of meer overschrijden.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in 4.4 sub a in die zin dat ter plaatse van de aanduiding “bedrijf tot en met categorie 3.2”, tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 tot en met 3.2, mits:
- 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd;
- 2. het geen vuurwerkbedrijven, LPG-installaties, geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vulinrichtingen voor motorbrandstoffen ten behoeve van eigen gebruik betreft;
- b. het bepaalde in 4.4 sub b in die zin dat ter plaatse van de aanduiding “bedrijf tot en met categorie 4.1”, tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 4.1 , mits:
- 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd;
- 2. het geen vuurwerkbedrijven, LPG-installaties, geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vulinrichtingen voor motorbrandstoffen ten behoeve van eigen gebruik betreft;
- c. het bepaalde in 4.4 sub c. in die zin dat de gebouwen worden gebruikt voor kantoor over een bedrijfsvloeroppervlakte van ten hoogste 50%, mits het een hoofdkantoor van het betreffende bedrijf betreft;
- d. bepaalde in 4.4 aanhef en 4.4 sub e, aanhef, en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor detailhandel in installatiegerelateerd, keukens en sanitair mits de bruto vloeroppervlakte niet meer dan 600 m² bedraagt;
- e. het bepaalde in 4.4 onder sub j voor het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die de in de bijlage Staatvan bedrijfsactiviteiten aangegeven gevaarsafstand van 100 meter of meer overschrijden, maar waarvan de gevaarsafstand geheel op het eigen terrein valt;
- f. het bepaalde in 4.4 onder sub j voor het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die de in de bijlage Staatvan bedrijfsactiviteiten aangegeven gevaarsafstand van 100 meter of meer overschrijden, maar niet ressorteren onder wettelijke regelgeving inzake milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid voor inrichtingen.
Artikel 5 Detailhandel - Factory Outlet Village
5.1 Bestemmingsomschrijving
Ter plaatse van de voor "Detailhandel - Factory Outlet Village" aangewezen gronden zijn toegestaan:
- a. een Factory Outlet Village;
- b. ambachtelijke, culturele en toeristische dienstverlening:;
- c. culturele, sportieve en toeristische detailhandel:;
- d. ondergeschikte horeca:;
- e. voor zover ondergeschikt in omvang aan en ten dienste van de Factory Outlet Village, aanvullend de volgende functies:
- f. ondersteunende functies.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. extensief dagrecreatief medegebruik;
- c. wegen, straten en paden;
- d. water en waterhuishouding;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. (ondergrondse) parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', al dan niet gebouwd;
met de daarbij behorende:
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen ten behoeve van langzaamverkeersverbindingen, kunstobjecten en bouw- en reclameborden;
- h. werken, geen bouwwerken zijnde.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2.1 in die zin dat gebouwen ten
behoeve van nutsvoorzieningen of andere openbare voorzieningen worden gebouwd, mits:
- 1. de oppervlakte van een gebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen;
- 2. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 5 m bedragen.
Artikel 7 Natuur
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ontwikkeling en instandhouding van overstroombare natuur met landschappelijke waarden;
- b. wateraanvoer, waterafvoer en waterberging; waarbij de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden leidend is;
met daaraan ondergeschikt:
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en kades.
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Recreatie - Batavialand
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Recreatie - Batavialand" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. musea en expositieruimten, waaronder replica's van schepen;
- b. wetenschappelijke onderzoeksinstituten met een semi-openbaar karakter, die tevens een educatieve doelstelling hebben;
- c. recreatievoorzieningen, met uitzondering van recreatie-activiteiten als bedoeld in bijlage StrijdigeRecreatie-activiteiten;
- d. leisure;
- e. één horecabedrijf van maximaal categorie 1 en 2a als bedoeld in bijlage Staat vanHoreca-activiteiten, voor zover gerelateerd en ondergeschikt aan de functies genoemd onder a en b en met dien verstande dat hotels niet zijn toegestaan;
- f. scheepsbouw en -reparatie, voor zover gerelateerd en ondergeschikt aan de functies genoemd onder a en b;
- g. detailhandel, voor zover gerelateerd aan en ondergeschikt aan de functies genoemd onder a, c, d en e;
- h. dienstverlening en horeca, voor zover gerelateerd aan en ondergeschikt aan de functies genoemd onder a, c en d;
met daaraan ondergeschikt:
- i. water en waterhuishouding;
- j. groenvoorzieningen;
- k. nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 9 Recreatie - Leisure
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Recreatie - Leisure" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. leisure;
- b. recreatieve voorzieningen, met uitzondering van recreatie-activiteiten als bedoeld in bijlage StrijdigeRecreatie-activiteiten;
- c. detailhandel, in de vorm van toeristische (souvenir)winkels voor zover gerelateerd aan en ondergeschikt aan de functies genoemd onder a en b;
- d. een horecabedrijf van maximaal categorie 1 als bedoeld in bijlage Staat van Horeca-activiteiten;
- e. horecabedrijven van maximaal categorie 1 en 2a als bedoeld in bijlage Staat van Horeca-activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - horecazone', met dien verstande dat hotels niet zijn toegestaan;
- f. een hotel met aquapark ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - aquapark';
- g. een hotel met avondvertier ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hotel met avondvertier';
- h. een telecommunicatietoren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - telecomtoren';
- i. water en waterhuishouding met inbegrip van waterhuishoudkundige voorzieningen inclusief steigers en vlonders;
- j. (ondergrondse) parkeervoorzieningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - parkeervoorzieningen';
met daaraan ondergeschikt:
- k. ontsluitingswegen;
- l. voet- en fietspaden;
- m. groenvoorzieningen;
- n. nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- o. gebouwen;
- p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder reclamepalen;
- q. werken, geen bouwwerken zijnde.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 10 Recreatie - Nautische Voorzieningen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ''Recreatie - Nautische voorzieningen'' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een havendam;
- b. een havenkantoor;
- c. voorzieningen ten behoeve van haven- en watersportactiviteiten, zoals opslagruimten en sanitairruimten;
- d. dienstverlening verbonden aan haven- en watersportactiviteiten;
- e. horeca, met uitzondering van een hotel, een congrescentrum of een discotheek;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en andere werken, zoals dijken, steigers, bruggen, duikers, keerwanden en kaden.
10.2 Bouwregels
10.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en opstallen voor parkeren.
Artikel 11 Recreatie - Oeverzone
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ''Recreatie - Oeverzone'' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. extensief dagrecreatief medegebruik;
- b. strandvoorzieningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - strandvoorzieningen';
- c. maatschappelijke voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen;
- d. sanitaire voorzieningen;
met de daarbij behorende;
- e. gebouwen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. waterlopen en waterpartijen;
- i. wegen, straten en paden;
- j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder lichtmasten.
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Verkeer
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeers- en parkeervoorzieningen;
- b. langzaamverkeersverbindingen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water;
- e. straatmeubilair;
- f. nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen ten behoeve van langzaamverkeersverbindingen;
- h. werken, geen bouwwerken zijnde.
12.2 Bouwregels
Artikel 13 Verkeer - Parkeren
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Verkeer - Parkeren" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parkeervoorzieningen;
- b. een parkeergarage uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
- c. een parkeerdek uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeerdek';
- d. verkeers- en verblijfsdoeleinden;
- e. water en waterhuishouding;
- f. groenvoorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Artikel 14 Verkeer - Verblijf
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Verkeer - Verblijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsdoeleinden;
- b. verkeersdoeleinden;
- c. evenementen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water;
- f. speelvoorzieningen;
- g. paviljoens / kiosken;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. ambulante handel;
- j. nutsvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor meer dan 2 standplaatsen voor wagens voor ambulante handel.
Artikel 15 Water
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. de bescherming van de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied Markermeer ter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone - natura 2000" door het treffen van passende maatregelen en het voorkómen van aantasting van de natuurlijke kenmerken van het gebied, zoals nader omschreven in het aanwijzingsbesluit dat is opgenomen in bijlage Natura 2000-gebied Markermeer & IJmeer van de toelichting;
- c. een vaarroute voor de scheepvaart, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - scheepvaartroute';
- d. een drijvend boothuis, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - drijvend boothuis';
- e. de waterhuishouding;
- f. aanlegplaatsen;
- g. recreatie;
- h. oevers;
- i. bermen en beplanting;
- j. wegen, straten en paden;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en andere werken, zoals dammen, dijken, steigers, bruggen, duikers, keerwanden en kaden.
15.2 Bouwregels
15.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden als aanlegplaats voor woonboten en plezierjachten.
Artikel 16 Woongebied - 1
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ''Woongebied - 1'' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten;
- c. maatschappelijke voorzieningen;
- d. basisschool(voorzieningen);
- e. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. water en waterhuishouding;
- h. voorzieningen voor langzaam verkeer en verblijf;
- i. speelvoorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. in- en uitritten;
- l. straatmeubilair;
- m. ontsluitingswegen voor gemotoriseerd verkeer;
- n. kunstobjecten;
- o. voorzieningen ten behoeve van het windklimaat.
16.2 Bouwregels
16.3 Specifieke gebruiksregels
16.4 Afwijken van de gebruiksregels:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
a. het bepaalde in lid 16.1 in die zin dat de gronden en bouwwerken kunnen worden gebruikt ten behoeve van een bed & breakfast, indien de volgende voorwaarden in acht genomen worden:
- 1. maximaal acht slaapplaatsen in ten hoogste vier van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf;
- 2. de kamers deel uitmaken van het hoofdgebouw, aanbouw of aangebouwde bijgebouwen;
- 3. maximaal 30% van de bruto vloeroppervlakte van de gebouwen per bouwperceel ingericht worden voor de voorziening;
- 4. er op het eigen terrein voldoende parkeergelegenheid voor bezoekers aanwezig is, of dat uit een parkeeronderzoek blijkt dat er in de directe omgeving voldoende parkeerruimte is. De parkeernorm, zowel op eigen terrein als in de directe omgeving, is 1 parkeerplaats per gastenkamer;
- 5. het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast, waarbij reclame maximaal een oppervlakte van 0,5 m2 mag bedragen;
- 6. de bed & breakfast dient door in ieder geval één bewoner van de woning te worden uitgeoefend.
16.5 Maximum aantal woningen
Ter plaatse van de bestemming ''Woongebied - 1'', in samenhang bezien met de bestemmingen ''Woongebied - 2'', ''Woongebied - 3'' en ''Woongebied - 4'', mogen maximaal 3.000 woningen worden gebouwd.
Artikel 17 Woongebied - 2
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ''Woongebied - 2'' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten;
- c. maatschappelijke voorzieningen;
- d. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water en waterhuishouding;
- g. voorzieningen voor langzaam verkeer en verblijf;
- h. speelvoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. in- en uitritten;
- k. straatmeubilair;
- l. ontsluitingswegen voor gemotoriseerd verkeer;
- m. kunstobjecten;
- n. voorzieningen ten behoeve van het windklimaat.
17.2 Bouwregels
17.3 Specifieke gebruiksregels
17.4 Afwijken van de gebruiksregels:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
a. het bepaalde in lid 17.1 in die zin dat de gronden en bouwwerken kunnen worden gebruikt ten behoeve van een bed & breakfast, indien de volgende voorwaarden in acht genomen worden:
- 1. maximaal acht slaapplaatsen in ten hoogste vier van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf;
- 2. de kamers deel uitmaken van het hoofdgebouw, aanbouw of aangebouwde bijgebouwen;
- 3. maximaal 30% van de bruto vloeroppervlakte van de gebouwen per bouwperceel ingericht worden voor de voorziening;
- 4. er op het eigen terrein voldoende parkeergelegenheid voor bezoekers aanwezig is, of dat uit een parkeeronderzoek blijkt dat er in de directe omgeving voldoende parkeerruimte is. De parkeernorm, zowel op eigen terrein als in de directe omgeving, is 1 parkeerplaats per gastenkamer;
- 5. het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast, waarbij reclame maximaal een oppervlakte van 0,5 m2 mag bedragen;
- 6. de bed & breakfast dient door in ieder geval één bewoner van de woning te worden uitgeoefend.
17.5 Maximum aantal woningen
Ter plaatse van de bestemming ''Woongebied - 2'', in samenhang bezien met de bestemmingen ''Woongebied - 1'', ''Woongebied - 3'' en ''Woongebied - 4'' , mogen maximaal 3.000 woningen worden gebouwd.
Artikel 18 Woongebied - 3
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ''Woongebied - 3'' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten;
- c. maatschappelijke voorzieningen, waaronder een kinderdagverblijf;
- d. supermarkt;
- e. horecabedrijven van maximaal categorie 1 en 2a als bedoeld in bijlage Staat van Horeca-activiteiten, met dien verstande dat hotels niet zijn toegestaan;
- f. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. water en waterhuishouding;
- i. voorzieningen voor langzaam verkeer en verblijf;
- j. speelvoorzieningen;
- k. nutsvoorzieningen;
- l. in- en uitritten;
- m. straatmeubilair;
- n. ontsluitingswegen voor gemotoriseerd verkeer;
- o. kunstobjecten;
- p. voorzieningen ten behoeve van het windklimaat.
18.2 Bouwregels
18.3 Specifieke gebruiksregels
18.4 Afwijken van de gebruiksregels:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
a. het bepaalde in lid 18.1 in die zin dat de gronden en bouwwerken kunnen worden gebruikt ten behoeve van een bed & breakfast, indien de volgende voorwaarden in acht genomen worden:
- 1. maximaal acht slaapplaatsen in ten hoogste vier van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf;
- 2. de kamers deel uitmaken van het hoofdgebouw, aanbouw of aangebouwde bijgebouwen;
- 3. maximaal 30% van de bruto vloeroppervlakte van de gebouwen per bouwperceel ingericht worden voor de voorziening;
- 4. er op het eigen terrein voldoende parkeergelegenheid voor bezoekers aanwezig is, of dat uit een parkeeronderzoek blijkt dat er in de directe omgeving voldoende parkeerruimte is. De parkeernorm, zowel op eigen terrein als in de directe omgeving, is 1 parkeerplaats per gastenkamer;
- 5. het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast, waarbij reclame maximaal een oppervlakte van 0,5 m2 mag bedragen;
- 6. de bed & breakfast dient door in ieder geval één bewoner van de woning te worden uitgeoefend.
18.5 Maximum aantal woningen
Ter plaatse van de bestemming ''Woongebied - 3, in samenhang bezien met de bestemmingen ''Woongebied - 1'', ''Woongebied - 2'' en ''Woongebied - 4'', mogen maximaal 3.000 woningen worden gebouwd.
Artikel 19 Woongebied - 4
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ''Woongebied - 4'' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten;
- c. maatschappelijke voorzieningen;
- d. horecabedrijven van maximaal categorie 1 en 2a als bedoeld in bijlage Staat van Horeca-activiteiten, met dien verstande dat hotels niet zijn toegestaan;
- e. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. water en waterhuishouding;
- h. voorzieningen voor langzaam verkeer en verblijf;
- i. speelvoorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. in- en uitritten;
- l. straatmeubilair;
- m. ontsluitingswegen voor gemotoriseerd verkeer;
- n. kunstobjecten;
- o. voorzieningen ten behoeve van het windklimaat.
19.2 Bouwregels
19.3 Speficieke gebruiksregels
19.4 Afwijken van de gebruiksregels:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
a. het bepaalde in lid 19.1 in die zin dat de gronden en bouwwerken kunnen worden gebruikt ten behoeve van een bed & breakfast, indien de volgende voorwaarden in acht genomen worden:
- 1. maximaal acht slaapplaatsen in ten hoogste vier van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf;
- 2. de kamers deel uitmaken van het hoofdgebouw, aanbouw of aangebouwde bijgebouwen;
- 3. maximaal 30% van de bruto vloeroppervlakte van de gebouwen per bouwperceel ingericht worden voor de voorziening;
- 4. er op het eigen terrein voldoende parkeergelegenheid voor bezoekers aanwezig is, of dat uit een parkeeronderzoek blijkt dat er in de directe omgeving voldoende parkeerruimte is. De parkeernorm, zowel op eigen terrein als in de directe omgeving, is 1 parkeerplaats per gastenkamer;
- 5. het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast, waarbij reclame maximaal een oppervlakte van 0,5 m2 mag bedragen;
- 6. de bed & breakfast dient door in ieder geval één bewoner van de woning te worden uitgeoefend.
19.5 Maximum aantal woningen
Ter plaatse van de bestemming ''Woongebied - 4'', in samenhang bezien met de bestemmingen ''Woongebied - 1'', ''Woongebied - 2'' en ''Woongebied - 3'', mogen maximaal 3.000 woningen worden gebouwd.
Artikel 20 Leiding - Effluent
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding - Effluent" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een strook ten behoeve van een effluentleiding ten behoeve van de AWZI;
met de daarbij behorende:
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- c. werken, geen bouwwerken zijnde.
20.2 Bouwregels
20.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2.1 in die zin dat de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de leiding;
- b. vooraf advies wordt ingewonnen van de waterbeheerder.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Leiding - Riool
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding - Riool" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een strook ten behoeve van een rioolpersleiding;
met de daarbij behorende:
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- c. werken, geen bouwwerken zijnde.
21.2 Bouwregels
21.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.2.1 in die zin dat de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de leiding;
- b. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Waarde - Archeologie 1
22.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
22.2 bouwregels
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Waarde - Archeologie 2
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
23.2 Bouwregels
23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 24 Waarde - Archeologie 3
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
24.2 Bouwregels
24.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 25 Waterstaat-waterkering
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de inrichting, het beheer en onderhoud van de primaire waterkering en waterstaatkundige werken en de daarbij behorende voorzieningen, zoals bermen, schouwpaden en beschoeiing. waarbij voor wat betreft bouwen en gebruik de Keur/waterschapsverordening van het Waterschap Zuiderzeeland van toepassing is
25.2 Bouwregels
25.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 25.2.1 in die zin dat de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en bescherming van de waterstaatkundige belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende waterkering;
- b. nadat ter zake schriftelijk positief advies is ingewonnen bij het waterschap, danwel een watervergunning is afgegeven voor het werk.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 26 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 27 Algemene Bouwregels
27.1 Ondergronds bouwen
- 1. ondergrondse gebouwen mogen worden gebouwd op alle gronden waar ingevolge de bestemming gebouwen zijn toegestaan;
- 2. het bouwen van bouwwerken ten behoeve van ondergrondse bodemopslag van energie en water is toegestaan.
27.2 Voorwaardelijke verplichting geluidbelasting
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen wordt slechts verleend indien de woningen voldaan aan:
- 1. de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder; of
- 2. de door het bevoegd gezag vastgestelde hogere grenswaarde van maximaal 53 dB ten gevolg van de Houtribweg. Daar waar sprake is van een hoge grenswaarde dient voldaan te worden aan de vereisten van het actuele gemeentelijke geluidbeleid.
27.3 Voorwaardelijke verplichting windhinderonderzoek
Het bouwen ten behoeve van de in hoofdstuk 2 genoemde bestemmingen is uitsluitend toegestaan als:
- a. het lokale windklimaat wordt aan de Nederlandse Norm 8100 'Windhinder en windgevaar in de bebouwde omgeving' getoetst, en;
- b. de conclusies uit het onderzoek windhinder en windgevaar, onderschreven zijn door het bevoegd gezag.
27.4 Ondergeschikte bouwonderdelen
27.5 Voldoende parkeergelegenheid
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of het gebruiken van gronden of bouwwerken geldt dat:
- c. een omgevingsvergunning slechts wordt verleend indien wordt voorzien in de aanleg van voldoende parkeergelegenheid;
- d. het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden waarop de onder a. bedoelde omgevingsvergunning betrekking heeft, slechts toegestaan is wanneer de onder a bedoelde parkeergelegenheid in stand wordt gehouden;
- e. onder voldoende parkeergelegenheid als genoemd onder a. en b. wordt verstaan dat wordt voorzien in de aanleg en instandhouding van parkeergelegenheid, zoals vastgelegd in de 'Nota Parkeernormen Lelystad 2023' of diens rechtsopvolger met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze beleidsregels zoals die gelden tijdens het indienen van de omgevingsvergunning.
27.6 Laden en lossen
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien en in stand worden gehouden aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Artikel 28 Algemene Gebruiksregels
28.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- b. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, zand, grond en bodemspecie, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- c. het gebruik van gronden voor de stalling en/of opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
- d. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- f. het gebruik van gronden als standplaats;
- g. het gebruik van en het in gebruik laten nemen van nieuwe bebouwing de in hoofdstuk 2 bestemmingsomschrijvingen zonder dat door middel van (nader) onderzoek is vast komen te staan dat er geen aanleiding bestaat om te verwachten dat op straatniveau windgevaar ervaren wordt;
- h. het gebruik van een woning die leidt tot woningsplitsing of tot kamerbewoning ten behoeve van de huisvesting van meer dan één huishouden.
28.2 Afwijken van de gebruiksregels voor kamerbewoning ten behoeve van bijzondere woonvormen
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 28.1 lid h. ten behoeve van bijzondere woonvormen, met dien verstande dat:
- a. voldaan wordt aan de beleidsregel 'Kamerverhuur Bijzondere Woonvormen Lelystad', dan wel, in het geval deze wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde, respectievelijk vervangende beleidsregel;
- b. deze afwijking uitsluitend mag worden verleend voor kamerbewoning als bijzondere woonvorm;
- c. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
- d. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig worden aangetast.
28.3 Voldoende parkeergelegenheid
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of het gebruiken van gronden of bouwwerken geldt dat:
- een omgevingsvergunning slechts wordt verleend indien wordt voorzien in de aanleg van voldoende parkeergelegenheid;
- het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden waarop de onder a. bedoelde omgevingsvergunning betrekking heeft, slechts toegestaan is wanneer de onder a bedoelde parkeergelegenheid in stand wordt gehouden;
- onder voldoende parkeergelegenheid als genoemd onder a. en b. wordt verstaan dat wordt voorzien in de aanleg en instandhouding van parkeergelegenheid, zoals vastgelegd in de 'Nota Parkeernormen Lelystad 2023' of diens rechtsopvolger met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze beleidsregels zoals die gelden tijdens het indienen van de omgevingsvergunning.
28.4 Laden en lossen
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien en in stand worden gehouden aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Artikel 29 Algemene Aanduidingsregels
29.1 Geluidszone - industrie
29.2 Overige zone - evenemententerrein
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenemententerrein' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd als evenemententerrein.
29.3 Vrijwaringszone-dijk 1 (binnenbeschermingszone)
29.4 Vrijwaringszone-dijk 2 (buitenbeschermingszone)
29.5 Vrijwaringszone - Luchtvaart 3
29.6 Vrijwaringszone - straalpad
De als "vrijwaringszone - straalpad" aangeduide gronden zijn naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor een strook ten behoeve van het doelmatig en ongestoord functioneren van de telecommunicatietoren.
29.7 Vrijwaringszone - vaarweg
Burgemeester en wethouders kunnen binnen de gebiedsaanduiding "vrijwaringszone - vaarweg" na verplichte advisering door de vaarwegbeheerder en de brandweer nadere eisen stellen aan de hoogte en de situering van bouwwerken en de opslag van materialen hoger dan 2.50 meter met het oog op:
- a. de doorvaart van de scheepvaart in de breedte, hoogte en diepte;
- b. de zichtlijnen van de bemanning en de op het schip aanwezige navigatieapparatuur voor de scheepvaart;
- c. het contact van de scheepvaart met bedienings- en begeleidingsobjecten;
- d. de toegankelijkheid van de rijksvaarweg voor hulpdiensten, en;
- e. het uitvoeren van beheer en onderhoud van de rijksvaarweg.
Artikel 30 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- 1. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 20%;
- d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken en zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 30 meter;
- e. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen, en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
- 1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;
- 2. de bouwhoogte leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen.
Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels
31.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen om aanpassingen van de bestemmingsgrenzen mogelijk te maken, indien dit noodzakelijk is voor de realisering van het bestemmingsplan, met dien verstande dat:
- a. de overschrijdingen echter niet meer dan 3 m mogen bedragen;
- b. het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot of verkleind.
Artikel 32 Overige Regels
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden, en inwerking waren op het tijdstip van de aanvang van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Kostenverhaal
Artikel 33 Kostenverhaal
- a. artikel 7ah van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet is van toepassing;
- b. voor het kostenverhaalsgebied: Waterfront Stedelijke Kust geldt geen tijdvak;
- c. voor het verdelen van de kosten worden de in artikel 7ah, lid 15 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet aangewezen categorieën bouwactiviteiten onderverdeeld in bouwplan uitgifte categorieën;
- d. bouwplannen dragen naar oppervlakte, gemeten in vierkante meter bruto vloeroppervlak, bij aan het totaal van de te verhalen kosten in het kostenverhaalsgebied: Waterfront Stedelijke Kust zoals opgenomen in de Beleidsregel Kostenverhaal;
- e. onder het totaal van de te verhalen kosten wordt verstaan: het maximum van de kosten, bedoeld in artikel 7ah, zestiende lid, onder a, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Het kostenplafond van de totale aan kostenverhaalsgebied: Waterfront Stedelijke Kust toe te rekenen kosten, worden geraamd op €118.487.811,-;
- f. de voorlopige bijdrage wordt bepaald door achtereenvolgens:
- 1. de gewichtsfactor per categorie bouwactiviteit, zoals genoemd onder artikel 33 lid g te vermenigvuldigen met de basiseenheid per categorie, zoals genoemd in de Beleidsregel Kostenverhaal, waarmee het aantal gewogen eenheden wordt berekend;
- 2. de totale voorlopige investeringen te delen door het totaal van alle gewogen eenheden, waarmee de bruto bijdrage wordt berekend;
- 3. op basis van de verwachte waardesprong op het moment van aanvraag omgevingsvergunning, waarmee de netto bijdrage wordt berekend;
- 4. Op de netto bijdrage als bedoeld onder 3 een indexeringspercentage toe te passen, zijnde de maandconsumentenprijsindex alle huishoudens (CPI 000000 Alle bestedingen, reeks 2015 = 100), over de periode van het moment van prijspeil Beleidsregel Kostenverhaal (1-1-2023) tot de maand van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning. Indien deze reeks komt te vervallen, wordt de dan geldende vervangende index-reeks gehanteerd zoals geadviseerd door het CBS.
- g. het maximum van de verhaalbare kosten per activiteit bedraagt:
- h. bij de aanvraag van een kostenverhaalsbeschikking worden een aanduiding van de met de kostenverhaalplichtige activiteiten te realiseren aantallen bouwwerken, oppervlakten en gebruiksfuncties, en een aanduiding van de gronden waarop de kostenverhaalplichtige activiteiten worden uitgevoerd verstrekt.
- i. bij de raming van de te verhalen kosten en opbrengsten, het vaststellen van een kostenverhaalsbeschikking of een (eind)afrekening, wordt een indexeringspercentage toegepast zijnde de maandconsumentenprijsindex alle huishoudens (CPI 000000 Alle bestedingen, reeks 2015 = 100), over de periode van het moment van prijspeil Beleidsregel Kostenverhaal (1-1-2023) tot de maand van indiening van de aanvraag om omgevingsvergunning. Indien deze reeks komt te vervallen, wordt de dan geldende vervangende index-reeks gehanteerd zoals geadviseerd door het CBS.
- j. burgemeester en wethouders stellen binnen drie maanden na uitvoering van de in het bestemmingsplan voorziene werken, werkzaamheden en maatregelen een afrekening vast, met dien verstande dat bij de afrekening de betaalde bijdragen als bedoeld onder d herberekend worden op grond de systematiek zoals bepaald onder f.
- k. in uitzondering op het bepaalde onder e, kan degene die ten tijde van betaling van een bijdrage als bedoeld onder c houder was van de desbetreffende omgevingsvergunning, of diens rechtsopvolger burgemeester en wethouders verzoeken om vijf, tien of vijftien jaar na vaststelling van het bestemmingsplan een afrekening vast te stellen, met dien verstande dat:
- 1. de regels in sub j van overeenkomstige toepassing zijn;
- 2. uiterlijk vier weken voorafgaand aan de hiervoor genoemde momenten schriftelijk een verzoek om eindafrekening bij burgemeester en wethouders moet worden ingediend;
- 3. na een afrekening geen aanspraak meer gemaakt kan worden op een nieuwe afrekening.
Hoofdstuk 5 Overgangs- En Slotregels
Artikel 34 Overgangsrecht
34.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 34.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het artikel 34.1 sub a met maximaal 10%;
- c. Artikel 34.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
34.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 34.2 sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 34.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. artikel 34.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 35 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Waterfront Stedelijke Kust Lelystad van de gemeente Lelystad.