Herinrichting hoek De Zumpel - Kloosterstraat - Julianastraat Grubbenvorst
Bestemmingsplan - gemeente Horst aan de Maas
Onherroepelijk op 06-07-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
plan
het bestemmingsplan 'De Zumpel-Kloosterstraat-Julianastraat Grubbenvorst' van de gemeente Horst aan de Maas;
bestemmingsplan
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand
NL.IMRO.1507.BPGRDEZUMPEL-OH01 met bijbehorende regels en bijlage;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zin aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
aanduidingsvlak
een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens;
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
begane grond
een bouwlaag van een gebouw, dat ter hoogte van het maaiveld ligt;
bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
dienstverlening
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek, zoals reis- en uitzendbureaus, stomerijen, wasserettes, makelaars, kappers en pedicures;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken
het gebruiken, doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
horeca
een bedrijf waar dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pensi- on, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
huishouden
persoon of groep personen die een huishouding voert;
kap
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 40° en minder dan 60°, welke dakvlakken tevens voorzien kunnen zijn van dakterrassen en dakkapellen.
kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
kelder
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of ten hoogste 0,50 meter boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen;
maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen,voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
normaal onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
permanente bewoning
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
plangebied
de gronden binnen de aanduiding "plangrens";
peil
- a. voor gebouwen: de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte beganegrondvloer;
- b. voor bouwwerken, geen gebouw zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwperceel;
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
verdieping
een bouw- of woonlaag boven de begane grond in een gebouw;
voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzage-legging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
voorzieningen van algemeen nut
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of wegverkeer met inbegrip van (ondergrondse voorzieningen ten behoeve van het verzamelen van afval;
weg
weg als bedoeld in de wegenverkeerswetgeving;
werk
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
wet /wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d. dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwwerpplan, tenzij anders is bepaald;
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt ..
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, balustrades en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de verticale diepte
vanaf het peil tot aan het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.2 Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van ..
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Bij toepassing van deze voorschriften wordt gemeten ..
Bij toepassing van deze voorschriften wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de analoge kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Centrum
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1: De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, uitsluitend in de vorm van een supermarkt, en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt'.;
- b. wonen, uitsluitend op de verdiepingen;
- c. ondergrondse parkeervoorzieningen, doch uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, overige parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
3.2 Nadere detaillering van de bestemming
- a. Detailhandel in de vorm van een supermarkt is toegestaan op de begane grond;
- b. Op de eerste verdieping is een kantoorruimte ten behoeve van een supermarkt toegestaan waarvan de totale oppervlakte niet meer dan 100 m² mag bedragen.
3.3 Bouwregels
3.3.1:
- boven- en ondergrondse gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
- het aantal woningen mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden";
- de goothoogte bedraagt maximaal de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte';
- de bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
- gebouwen dienen te worden afgedekt met een kap of met een platte afdekking, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'kap' gebouwen uitsluitend dienen te worden afgedekt met een kap;
- de verticale diepte van een gebouw mag niet meer bedragen dan maximaal 5 meter.
3.3.2:De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 m.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
- de bouwhoogte van brandtrappen bedraagt maximaal 11 meter;
- de bouwhoogte van balkons (inclusief balustrade) bedraagt maximaal 8 meter;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2 meter.
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.4.1: De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
- c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1: Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
4.2.2: De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, -geleiding, -beveiliging en regeling van het verkeer bedraagt maximaal 2 m.
Artikel 5 Waarde - Archeologie
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1: De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige archeologische waarden.
5.2 Bouwregels
5.2.1: In afwijking van het bepaalde in artikel 3 mag niet worden gebouwd.
5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1: Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 5.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemming, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de archeologische waarden van het gebied.
5.3.2: Bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid als bedoeld in lid 5.3.1 wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 10 (algemene procedureregels) van deze regels.
5.4 Wijzigingsbevoegdheid
5.4.1: Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de bestemming Waarde - Archeologiewaardevol gebied, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.
5.5 Advies
Van de mogelijkheid tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5.3 en het wijzigen van het plan als bedoeld in artikel 5.4 wordt slechts gebruik gemaakt nadat terzake advies is ingewonnen bij een archeologisch deskundige.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
Onder strijdig gebruik zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:
- a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
- b. het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een speelautomatenhal.
Artikel 8 Algemene Ontheffingsregels
8.1: Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
- a. het bepaalde in deze regels en toestaan dat bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, mits deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
- b. het bepaalde in deze regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
- c. het bepaalde in deze regels over de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m.
8.2: Ontheffing als bedoeld in artikel 8.1 kan slechts worden verleend, indien:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 9 Algemene Wijzigingsregels
9.1: Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmings-grenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 10 Algemene Procedureregels
10.1 Procedure bij ontheffing
Op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
Artikel 11 Uitsluiting Aanvullende Werking Bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- f. de ruimte tussen bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
12.1.1: Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
12.1.2: Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 12.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 12.1.1 met maximaal 10%.
12.1.3: Artikel 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik
12.2.1: Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
12.2.2: Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
12.2.3: Indien het gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
12.2.4: Artikel 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'De Zumpel- Kloosterstraat-Julianastraat Grubbenvorst' van de gemeente Horst aan de Maas.
Bijlage 1 Uitspraak Algemene Bestuursrechtspraak
Bijlage 1 Uitspraak algemene bestuursrechtspraak
Bijlage 2 Stedenbouwkundige Visie Centrumplan Grubbenvorst
Bijlage 2 Stedenbouwkundige visie centrumplan Grubbenvorst
Bijlage 3 Revisie Grondwaardeberekening
Bijlage 3 Revisie grondwaardeberekening