Parapluplan Huisvesting Arbeidsmigranten
Bestemmingsplan - Gemeente Horst aan de Maas
Onherroepelijk op 25-06-2014 - deels onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Aan de begripsbepalingen van de in artikel 11 (aanduidingsregels) genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen zijn de volgende begrippen toegevoegd:
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1. Plan:
Het paraplubestemmingsplan ‘huisvesting arbeidsmigranten’ van de gemeente Horst aan de Maas.
1.2. Bestemmingsplan:
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1507.BPHMHUISVARBEIDSMG-BPG1 met de bijbehorende regels.
1.3. Aanduiding:
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4. Aanduidingsgrens:
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5. Arbeidsmigranten:
Tijdelijke arbeider die het hoofdverblijf elders heeft.
1.6. Bebouwde kom:
het gebied dat door zijn 'samenhangende woonbebouwing' als bebouwde omgeving wordt aangemerkt.
1.7. Bebouwing:
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.8. Bestaande vrijkomende gebouwen:
Onder bestaande vrijkomende gebouwen worden verstaan: kloosters, kantoorpanden, schoolgebouwen, vrijkomende agrarische bebouwing en overige vrijkomende bebouwing.
1.9. Bestemmingsgrens:
De grens van een bestemmingsvlak.
1.10. Bestemmingsvlak:
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.11. Bijbehorend bouwwerk:
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.12. Bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.13. Bouwgrens:
De grens van een bouwvlak.
1.14. Bouwperceel:
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.15. Bouwperceelgrens:
De grens van een bouwperceel.
1.16. Bouwvlak:
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.17. Bouwwerk:
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.18. Gebouw:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.19. Hoofdgebouw:
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.20. Huisvesting arbeidsmigranten:
Tijdelijke dan wel structurele voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten, die hun hoofdverblijf elders hebben, niet bedoeld voor recreatieve doeleinden.
1.21. Kampeermiddelen:
Een onderkomen zoals een tent, tentwagen, een kampeerauto, een caravan, met uitzondering van een stacaravan of enig ander (gedeelte van een) (voormalig) voertuig dat periodiek dient als woning voor, die hun hoofdverblijf elders hebben en waarvoor geen bouwvergunning ingevolge de Woningwet is vereist.
1.22. Kernrandzone:
Een overgangszone tussen de bebouwde kom en het buitengebied met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar en met een ondergeschikte en/of afnemende agrarische functie. Voor de kernen Kronenberg, Meerlo, Melderslo en Tienray wordt een zone van 500 meter gehanteerd, voor de overige kernen is de zone 250 meter.
1.23. Overig bouwwerk:
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.24. Pand:
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.25. Stacaravan:
Een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
1.26. Woonunit:
Een te verplaatsen/verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon, -dag- of nachtverblijf van één of meer personen.
2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Huisvesting Arbeidsmigranten In Woningen Binnen De Bebouwde Kom
2.1 Bestemmingsomschrijving
Aan de woonbestemmingen (wonen, woondoeleinden) binnen de bebouwde kom van de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen zijn de volgende bepalingen toegevoegd.
Het is mogelijk op de gronden en bouwwerken met een woonbestemming te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van huisvesting van arbeidsmigranten in woningen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- Per woning mogen maximaal 10 personen worden gehuisvest;
- Per straat mag maximaal 10% van de woningen een arbeidsmigranten huisvesting worden gerealiseerd en mogen, eveneens per straat, maximaal 2 woningen met deze functie aaneengesloten zijn;
- Het moet gaan om huisvesting van arbeidsmigranten die (grotendeels) binnen de gemeente Horst aan de Maas werkzaam zijn;
- Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.
2.2 Bouwregels
De woning dient te voldoen aan de bestaande bouwregels van de woonbestemming(en) behorende bij de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen en bepalingen ten aanzien van woningen ingevolge het Bouwbesluit, de Bouwverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening.
2.3 Afwijken van de gebruiksregels
2.3.1. Van artikel 2.1 onder a, en b kan worden afgeweken als de woonbestemming binnen de kernrandzone ligt, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- De locatie dient zich aansluitend op een daartoe geschikte en daar op afgestemde, c.q. daar op berekende, ontsluiting te bevinden;
- Het maximale aantal te huisvesten arbeidsmigranten dient afgestemd te worden op de omvang en ligging van de bebouwing, de bereikbaarheid van de locatie en de parkeervoorzieningen;
- Er mogen geen bedrijfsmatige activiteiten gecombineerd worden met huisvesting op de locatie waar de woningbestemming zich bevindt;
- Hergebruik van een woonbestemming dient vergezeld te gaan van ruimtelijke kwaliteitsverbeteringen (zoals opgenomen in de ‘Structuurvisie Horst aan de Maas’ onherroepelijk d.d. 9 april 2013) zoals een landschappelijke verbetering en/of afname van het bouwvolume;
2.3.2. Van artikel 2.1 onder d, kan worden afgeweken indien aangetoond wordt dat in de nabijheid voorzien kan worden van voldoende parkeergelegenheid.
Artikel 3 Huisvesting Arbeidsmigranten In Woningen In Het Buitengebied
3.1 Bestemmingsomschrijving
Aan de woonbestemmingen (wonen, woondoeleinden) in het buitengebied van de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen zijn de volgende bepalingen toegevoegd.
Het is mogelijk op de gronden en bouwwerken met een woonbestemming te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van huisvesting van arbeidsmigranten in woningen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- De locatie dient zich aansluitend op een daartoe geschikte en daar op afgestemde, c.q. daar op berekende, ontsluiting te bevinden;
- De bestaande bebouwing mag alleen worden uitgebreid, indien deze uitbreiding een integrale kwaliteitsverbetering van de locatie tot gevolg heeft en een meerwaarde heeft voor het verblijf van de bewoners;
- Het moet gaan om huisvesting van arbeidsmigranten die (grotendeels) binnen de gemeente Horst aan de Maas werkzaam zijn;
Het maximale aantal te huisvesten arbeidsmigranten dient afgestemd te worden op de omvang en ligging van de bebouwing, de bereikbaarheid van de locatie en de parkeervoorzieningen;- Er mogen geen bedrijfsmatige activiteiten gecombineerd worden met huisvesting op de locatie waar de woonbestemming zich bevindt;
- Hergebruik van een woonbestemming dient vergezeld te gaan van ruimtelijke kwaliteitsverbeteringen (zoals opgenomen in de ‘Structuurvisie Horst aan de Maas’ onherroepelijk d.d. 9 april 2013) zoals een landschappelijke verbetering en/of afname van het bouwvolume;
- Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
3.2 Bouwregels
De woning dient te voldoen aan de bestaande bouwregels van de woonbestemming(en) behorende bij de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen en bepalingen ten aanzien van woningen ingevolge het Bouwbesluit, de Bouwverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening.
Artikel 4 Huisvesting In Bestaande Vrijkomende Gebouwen
4.1 Bestemmingsomschrijving
Aan de algemene vrijstelling c.q. algemene ontheffings- en afwijkingsbevoegdheid of van bestemming(en) behorende bij de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen is de volgende afwijkingsbepaling toegevoegd:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het huisvesten van arbeidsmigranten in bestaande vrijkomende gebouwen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- De vrijkomende bebouwing dient te zijn gelegen in of nabij bestaande woonkernen in de kernrandzone;
- De locatie dient zich aansluitend op een daartoe geschikte en daar op afgestemde, c.q. daar op berekende, ontsluiting te bevinden;
- De bestaande bebouwing mag alleen worden uitgebreid, indien deze uitbreiding een integrale kwaliteitsverbetering van de locatie tot gevolg heeft en een meerwaarde heeft voor het verblijf van de bewoners;
- Het moet gaan om huisvesting van arbeidsmigranten die (grotendeels) binnen de gemeente Horst aan de Maas werkzaam zijn;
- Het maximale aantal te huisvesten arbeidsmigranten dient afgestemd te worden op de omvang en ligging van de bebouwing, de bereikbaarheid van de locatie en de parkeervoorzieningen;
- Er mogen geen bedrijfsmatige activiteiten gecombineerd worden met huisvesting op de locatie waar de vrijkomende (niet) agrarische bebouwing zich bevindt;
- Hergebruik van een vrijkomende (niet) agrarische bebouwing dient vergezeld te gaan van ruimtelijke kwaliteitsverbeteringen (zoals opgenomen in de ‘Structuurvisie Horst aan de Maas’ onherroepelijk d.d. 9 april 2013) zoals een landschappelijke verbetering en/of afname van het bouwvolume. Onder deze laatste voorwaarde is eveneens herbouw van (delen) van het complex mogelijk;
- Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden, tenzij aangetoond kan worden dat in de nabijheid voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid.
4.2 Bouwregels
Bij verbouw dient te worden voldaan aan de bestaande bouwregels van de ter plekke geldende bestemming(en) behorende bij de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen en bepalingen ten aanzien van woningen/logiesgebouwen ingevolge het Bouwbesluit, de Bouwverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening.
Artikel 5 Huisvesting In Nieuw Te Bouwen Gebouwen
5.1 Bestemmingsomschrijving
Aan de algemene vrijstelling c.q. algemene ontheffings- en afwijkingsbevoegdheid of van bestemming(en) behorende bij de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen is de volgende afwijkingsbepaling toegevoegd:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het realiseren van nieuwe gebouwen (geen reguliere woningen zijnde) ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten in de kernrandzone gelegen bestemming(en), mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- Nieuwbouw van gebouwen in de sfeer van woningbouw dient nabij de kernen in de kernrandzone plaats te vinden;
- Nieuwbouw op bedrijventerreinen nabij kernen wordt niet toegestaan;
- Voor er tot afwijking wordt overgegaan, dienen de volgende toetsen in het kader van een goede ruimtelijke ordening plaats te vinden waarbij de resultaten worden betrokken bij het verlenen van de afwijking:
- Natuurtoets;
- Archeologisch onderzoek;
- Externe veiligheid;
- Watertoets
- Toets milieu hygiënische aspecten (geluid, bodem, geur).
- Het moet gaan om huisvesting van arbeidsmigranten die (grotendeels) binnen de gemeente Horst aan de Maas werkzaam zijn;
- De huisvesting van arbeidsmigranten (bouwen en gebruik) moet in overeenstemming zijn met uitgangspunten van de ‘Structuurvisie Horst aan de Maas’ zoals onherroepelijk op d.d. 9 april 2013.
- Er dient een goedgekeurd inrichtingsplan te zijn ingediend waarin aandacht is besteed aan een goede landschappelijke inpassing van het gebouw en als nodig een extra kwaliteitsimpuls een en ander in overeenstemming met de Structuurvisie Horst aan de Maas’. Dit plan dient te worden uitgevoerd en adequaat beheerd;
- Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden, tenzij aangetoond kan worden dat in de nabijheid voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid
Artikel 6 Regeling Huisvesting Arbeidsmigranten Bij Agrarische Bedrijven
6.1 Bestemmingsomschrijving
Aan de agrarische bestemmingen van de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen zijn de volgende bepalingen toegevoegd.
In agrarische bedrijfsgebouwen is structurele huisvesting van agrarische arbeidsmigranten toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- Er sprake is van een volwaardig en als zodanig bestemd agrarisch bedrijf;
- De huisvesting plaatsvindt in bestaande dan wel nieuw te bouwen bedrijfsgebouwen binnen het agrarische bouwblok niet zijnde tijdelijke woonunits, kampeermiddelen en stacaravans;
- In combinatie met structurele huisvesting is tijdelijke huisvesting (in de vorm van woonunits) wel toegestaan mits aan de navolgende voorwaarden wordt voldaan:
- De woonunits worden alleen toegestaan als er sprake is van noodzaak tot piekopvang;
- Er mogen pas woonunits op het bedrijf geplaatst worden als de ondernemer zelf al een structurele huisvestingsvoorziening heeft;
- De woonunits mogen maximaal 4 maanden per 12 maanden geplaatst worden;
- De woonunits zullen op passende wijze op de bouwkavel in het landschap worden ingepast;
- Als er een gecombineerd gebruik binnen de periode van 4 maanden op één bedrijf mogelijk is verdient dit de voorkeur t.o.v. woonunits op meerderde bedrijven.
- De eigenaar van het bedrijf dient aan te tonen dat structurele huisvesting noodzakelijk is voor de bedrijfsbehoefte van het agrarische bedrijf. Indien nodig wordt advies ingewonnen bij een onafhankelijke derde partij;
- Het moet gaan om huisvesting van arbeidsmigranten die op het bestaande bedrijf werkzaam zijn. In afwijking hiervan mogen de structurele huisvestingsmogelijkheden van één bedrijf die gedimensioneerd zijn op een pieksituatie van dat bedrijf in de dalsituatie ingezet worden voor de huisvesting van arbeidsmigranten in de “omgeving”;
- Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.
6.2 Bouwregels
De bestaande bouwregels van de onderliggende agrarische bestemming(en) behorende bij de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen en bepalingen ten aanzien van woningen ingevolge het Bouwbesluit, de Bouwverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening zijn overeenkomstig van toepassing.
6.3 Afwijken van de gebruiksregels
Van artikel 6.1 onder f, kan worden afgeweken indien aangetoond wordt dat in de nabijheid voorzien kan worden van voldoende parkeergelegenheid.
Artikel 7 Huisvesting Arbeidsmigranten Op Bestaande Recreatiebedrijven
7.1 Bestemmingsomschrijving
Aan de bestemmingen van bestaande recreatieterreinen (camping/kampeerterreinen) van de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen zijn de volgende bepalingen toegevoegd.
Op bestaande recreatiebedrijven is huisvesting van arbeidsmigranten toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- Er sprake is van een bestaand volwaardig en als zodanig bestemd recreatiebedrijf;
- Er een bedrijfswoning op het perceel aanwezig is waar de eigenaar van het recreatiebedrijf of gedelegeerde bedrijfsleider woont;
- Er dient een fysieke scheiding te worden aangebracht tussen het recreatieve product (de camping/het park met al haar voorzieningen, standplaatsen en –accommodaties) en de huisvesting van arbeidsmigranten;
- de helft van het kampeerterrein/camping mag worden aangewend ten behoeve van huisvesting van arbeidsmigranten. Het gehele kampeerterrein/camping kan worden aangewend ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten indien voldaan wordt aan de provinciale beleidsnotitie huisvestingarbeidsmigranten, juni 2008;
- Het moet gaan om huisvesting van arbeidsmigranten die (grotendeels) binnen de gemeente Horst aan de Maas werkzaam zijn;
- Er dient een goedgekeurd inrichtingsplan te zijn ingediend en uitgevoerd, waarin aandacht is besteed aan een goede fysieke afscheiding tussen de recreatieve standplaatsen, parkeercapaciteit en de standplaatsen ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten.
7.2 Bouwregels
De bestaande bouwregels van de onderliggende agrarische bestemming(en) behorende bij de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen en bepalingen ten aanzien van woningen ingevolge het Bouwbesluit, de Bouwverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening zijn overeenkomstig van toepassing.
3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Bouwregels
Bij verbouw dient te worden voldaan aan de bestaande bouwregels van de ter plekke geldende bestemming(en) behorende bij de in artikel 11 genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen en bepalingen ten aanzien van woningen/logiesgebouwen ingevolge het Bouwbesluit, de Bouwverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze regeling wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van het gebruik als omschreven in deze regeling, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van permanente bewoning anders dan van bedrijfs- of dienstwoningen;
- Het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en bouwwerken als seksinrichting.
Artikel 11 Algemene Aanduidingsregels
De regels van dit plan dienen in samenhang met en in aanvulling op de regels van alle vigerende en in ontwerp ter inzage gelegde bestemmingsplannen en beheersverordeningen van de gemeente Horst aan de Maas tot en met 4 juni 2013 te worden gelezen. Met de regels in dit plan vervallen de bestaande regels omtrent huisvesting van arbeidsmigranten in de geldende bestemmingsplannen en beheersverordeningen.
De overige regels uit die onderliggende bestemmingsplannen en beheersverordeningen blijven ongewijzigd van kracht.
Artikel 12 Overige Regels
Het is mogelijk op de gronden en bouwwerken behorende bij de in artikel 11 van dit plan genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen met bijbehorende artikelen te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van huisvesting van arbeidsmigranten, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- De sociale veiligheid;
- De milieusituatie;
- Een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- De verkeersveiligheid;
- De gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen, dan wel de bedrijfsvoering van nabijgelegen bedrijven.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 14 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het paraplubestemmingsplan huisvesting arbeidsmigranten in de gemeente Horst aan de Maas.
Aldus onherroepelijk in de raadsvergadering van 25 juni 2013
De griffier, De voorzitter,