Mackayweg 4 Tienray
Bestemmingsplan - gemeente Horst aan de Maas
Onherroepelijk op 14-09-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Mackayweg 4 Tienray' van de gemeente Horst aan de Maas;
1.2 Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1507.BPTRMACKAYWEG4.VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 agrarisch bedrijf
een bedrijf, dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
1.6 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.7 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.8 bedrijfswoning
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming;
1.9 bedrijfsvloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
1.10 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.11 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.12 bijgebouw
een gebouw, behorende bij enin functie ondergeschikt aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen woning;
1.13 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.14 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.15 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.16 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.17 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.18 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.19 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.20 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.21 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.22 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccomodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;
1.23 intensieve veehouderij
het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. De dieren worden in stallen of hokken gehouden. Waar in dit bestemmingsplan wordt gesproken over intensieve veehouderij wordt in principe gedoeld op het hebben van een bedrijfsmatige tak van varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor de roodvleesproductie, eenden, pelsdieren, konijnen, kalkoenen of parelhoenders (waarvoor een milieuvergunning is verleend). De melkveehouderij wordt niet als intensieve veehouderij beschouwd;
1.24 nieuwvestiging ARIBA
het vestigen van intensieve veehouderij, waaronder begrepen zowel vestiging op een bestaand agrarisch bouwperceel als vestiging op een nieuw agrarisch bouwperceel waar nog geen intensieve veehouderijtak aanwezig is op de peildatum;
1.25 onderkomens
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, alsook tenten, schuilhutten en keten al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
1.26 ondergronds bouwwerk
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil;
1.27 peil
- voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.28 peildatum
tijdstip van bekendmaking van het reconstructieplan te weten 1 juni 2004;
1.29 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.30 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.31 wet/wettelijke regelingen
indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
1.32 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.33 zaalaccommodatie
een horecabedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het geven van gelegenheid tot het houden van bruiloften, feesten en partijen, alsmede het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.6 afstand tot de bouwperceelsgrens
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
2.7 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Agrarisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat nieuwvestiging ARIBA niet is toegestaan.
- b. bedrijfswoningen;
met de daarbij behorende
- c. tuinen en erven;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. boven- en ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, nadat de procedure genoemd in artikel 8 lid 1 van dit bestemmingsplan is gevolgd, ontheffing verlenen van het bepaalde in:
- 1. 3.2.1 sub a: voor het bouwen van gebouwen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens, mits:
- a. dit in het kader van de agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is, danwel het een bij de woning behorend bijgebouw betreft, waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 25 m², waarbij de maximale oppervlakte genoemd in 3.2.1 sub c onder 4 in acht wordt genomen;
- b. het verkeersbelang, gehoord de wegbeheerder, niet wordt aangetast;
- c. de afstand van de gebouwen tot de rand van de weg ten minste 5 meter bedraagt;
- 2. 3.2.1 sub b: voor een grotere goothoogte, mits:
- a. de goothoogte niet meer bedraagt dan 6,50 meter;
- b. de aard van het bedrijf, bedrijfseconomische danwel andere bedrijfsomstandigheden zulks wettigen.
- c. er geen aantasting van de waarden van de omringende bestemmingen plaatsvindt;
- 3. 3.2.1 sub d: voor het plat afdekken van gebouwen, mits dit in het kader van de agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is;
- 4. 3.2.2: voor een grotere hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits:
- a. de hoogte niet meer bedraagt dan 15 meter;
- b. er geen aantasting van de waarden van de omringende bestemmingen plaatsvindt;
3.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt ten minste verstaan het gebruik van bouwwerken en gronden:
- 1. als staanplaats voor onderkomens, behoudens één onderkomen per bedrijfswoning;
- 2. voor kampeer- of caravanterrein, behoudens voor zover daarvoor ontheffing is verleend;
- 3. voor ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
- 4. voor detailhandel en groothandel, uitgezonderd de verkoop van al dan niet bewerkte bedrijfsproducten afkomstig van het eigen bedrijf en in eigen beheer en mits de maximale verkoopvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 25 m²;
- 5. voor transport- en/of garagebedrijven;
- 6. voor horecadoeleinden;
- 7. voor permanente of tijdelijke bewoning, uitgezonderd de bedrijfswoning;
- 8. voor opslagdoeleinden, uitgezonderd opslagdoeleinden, die verband houden met de in 3.1 genoemde doeleinden, alsmede met een winterberging van onderkomens;
- 9. voor een seksinrichting.
3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, nadat de procedure genoemd in artikel 8 lid 1 van dit bestemmingsplan is gevolgd, ontheffing verlenen van het bepaalde in:
- 1. 3.4 sub 1 en 2:
voor het plaatsen van kampeermiddelen, zulks met uitzondering van sta-caravans, mits:
- a. het totaal aantal kampeermiddelen niet meer bedraagt dan 15;
- b. het recreatieve gebruik geen onevenredige schade toebrengt aan de nabijgelegen bestemmingen, onder andere zal moeten worden gezorgd voor een goede landschappelijke inpassing;
- c. het terrein niet aansluit aan een terrein waarvoor reeds een ontheffing voor het kamperen werd verleend;
- d. nabijgelegen bedrijven niet beperkt worden in hun bedrijfsvoering hetgeen onder andere wil zeggen dat er geen verzwaring mag optreden van de op grond van de Wet milieubeheer te stellen normen en eisen.
- 2. 3.4 sub 3:
voor de verkoop van al dan niet bewerkte agrarische producten van andere agrarische bedrijven, mits:
- a. de detailhandel een ondergeschikte nevenactiviteit van het agrarisch bedrijf is;
- b. de producten niet bij de veiling worden gekocht maar betrokken worden van andere agrarische bedrijven in de directe omgeving.
- c. de verkoopvloeroppervlakte niet meer dan 25 m², bedraagt;
- d. de verkoopruimte binnen de bestaande agrarische gebouwen gelegen is;
- e. de detailhandel wordt beëindigd indien het agrarisch bedrijf niet meer als zodanig in gebruik is.
- 3. 3.1 en 3.4 sub 4 en 6:
voor het toestaan van 'verbredingsactiviteiten', waaronder onder andere wordt verstaan een museum, streekwinkel, culinair- en educatief centrum, mits:
- a. de agrarische doeleinden als hoofdactiviteit gehandhaafd blijven;
- b. de detailhandel en horeca ondergeschikte nevenactiviteiten bij de verbredingsactiviteiten zijn en verband houden met de verbredingsactiviteiten;
- c. de verbredingsactiviteiten activiteiten betreffen die voortvloeien dan wel verband houden met het agrarische bedrijf in brede zin;
- d. de verbredingsactiviteiten plaats vinden binnen de bestaande agrarische gebouwen;
- e. er geen aantasting van de waarden van de omringende bestemmingen plaatsvindt.
- 4. 3.1 en 3.4 sub 8:
voor het toestaan van de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, mits:
- a. een dergelijke huisvesting noodzakelijk is vanuit het oogpunt van de tijdelijk grote arbeidsbehoefte in het betreffende agrarische bedrijf;
- b. de huisvesting uitsluitend betreft werknemers die alleen binnen het bedrijf, waar ze gehuisvest zijn, werkzaamheden verrichten;
- c. de huisvesting uitsluitend plaats vindt in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober, tenzij is aangetoond dat er op het betreffende agrarische bedrijf een tijdelijk grote arbeidsbehoefte bestaat ten behoeve van piekwerkzaamheden buiten deze periode;
- d. de huisvesting plaats vindt in de bestaande gebouwen of in één tot vijf woonunits;
- e. de gezamenlijke vloeroppervlakte aan gebouwen voor de tijdelijke huisvesting niet meer bedraagt dan 120 m2;
- f. het aantal te huisvesten werknemers niet meer bedraagt dan 20 en niet meer dan 5 per woonunit;
- g. de woonunits zijn uitsluitend binnen de agrarische bouwkavel toegestaan;
- h. de woonunits worden landschappelijk ingepast;
- i. er geen aantasting van de waarden van de omringende bestemmingen plaatsvindt.
Burgemeester en Wethouders trekken deze ontheffing in, wanneer de hieraan ten grondslag liggende tijdelijk grote arbeidsbehoefte niet meer aanwezig is.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, nadat de procedure genoemd in artikel 7 is gevolgd
- 1. de aanduiding 'bouwvlak' te verwijderen;
- 2. de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' en 'Agrarisch' zonder bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. ter plaatse van en aansluitend aan de bestaande woning of woningen worden gronden aangewezen met de bestemming Wonen;
- b. de overige gronden binnen het voormalig bouwblok gewijzigd worden in de bestemming 'Agrarisch' zonder bouwvlak;
- c. het agrarisch bedrijf dient te zijn beëindigd;
- d. de wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende agrarische bedrijven;
- e. de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
- f. overtollige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Bouwregels
5.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
5.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
5.3 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen;
- b. de parkeervoorzieningen;
- c. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- d. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- e. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- f. de ruimte tussen bouwwerken.
5.4 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
Artikel 6 Algemene Ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
- a. het afwijken van de in de regels voorgeschreven maatvoering met ten hoogste 10%;
- b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter;
- e. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot maximaal 40 meter, onder de volgende voorwaarden:
- 1. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan:
- 1. buiten de bebouwde kom en in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en horecagelegenheden;
- 1. binnen de bebouwde kom op bedrijventerreinen en sportparken;
- 1. installaties op of aan een gebouw zijn alleen toegestaan:
- 1. op hoge gebouwen; bij voorkeur op een plat dak en zo ver mogelijk van een dakrand, met dien verstande dat bijzondere en waardevolle gebouwen in beginsel geheel dienen te worden ontzien, zonodig in overleg met de monumentencommissie;
- 2. tegen gevels aan; wanneer de invloed van die installaties geen afbreuk doen aan de aanwezige kwaliteiten;
- 1. buiten de bebouwde kom en in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en horecagelegenheden;
Artikel 7 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Artikel 8 Algemene Procedureregels
8.1 Ontheffing
Bij toepassing van een ontheffing, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
8.2 Wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
9.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
9.3 Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
Artikel 10 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Mackayweg 4 te Tienray'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van | ||||
……………………… | ||||
De voorzitter, | De griffier, | |||
………. | ……… | |||
Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek
Bijlage 2 Archeologisch Veldonderzoek
Bijlage 2 Archeologisch veldonderzoek
Bijlage 3 Mer Beoordelingsnotitie
Bijlage 3 MER beoordelingsnotitie
Bijlage 4 Landschappelijk Inpassingsplan
Bijlage 4 Landschappelijk inpassingsplan
Bijlage 5 Historisch Bodemonderzoek
Bijlage 5 Historisch bodemonderzoek
Bijlage 6 Archeologisch Bureauonderzoke
Bijlage 6 Archeologisch bureauonderzoke
Bijlage 7 Bedrijfsontwikkelingsplan
Bijlage 7 Bedrijfsontwikkelingsplan