Varsseveld, locatie Dames Jolinkweg 78
Bestemmingsplan - Gemeente Oude IJsselstreek
Vastgesteld op 13-05-2024 - vastgesteld
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1509.BP000208-VA01 met de bijbehorenderegels (en eventuele bijlagen).
1.2 plan
het bestemmingsplan ‘Varsseveld, locatie Dames Jolinkweg 78’.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld tenaanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aaneengebouwde woning
een woning dat deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.
1.6 aan huis verbonden bedrijfsactiviteit
een bedrijf dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten dat in (een gedeelte van) ofbij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat eenruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.7 aan huis verbonden beroepsactiviteit
een bedrijf dat enkel is gericht op het leveren van diensten (op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch,vastgesteldtechnisch of kunstzinnig gebied) dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning,waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeftdie met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.8 afwijking van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening.
1.9 archeologische waarde
waarde van een terrein in verband met de zich (mogelijk) daarin bevindende oudheidkundige zaken.
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.11 bedrijf
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig produceren, bewerken, installeren, herstellen, opslaan en/ofdistribueren van goederen of op het bedrijfsmatig verlenen van diensten.
1.12 bed & breakfast
een kleinschalige verblijfsaccommodatie voor kortdurend recreatief verblijf waarbij de woning in overwegende mate dewoonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemmingis.
1.13 begane grond
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder.
1.14 bestaande situatie (bebouwing en gebruik)
- bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het vastgesteldplan, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;
- het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.
1.15 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.16 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.17 bijbehorend gebouw
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouwverbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.18 bijzondere woonvorm
een complex van ruimten bedoeld voor de huisvesting van één of meer huishoudens door hulpbehoevenden op hetfysieke, psychische en/of sociale vlak eventueel met extra zorg en/of begeleiding, met bijbehorende voorzieningen, zoalseen gemeenschappelijke ruimte en kantoor.
1.19 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk,alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.20 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.21 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (ofhorizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van debegane grond en met uitsluiting van onderbouw, kelder, dakopbouw en/of zolder.
1.22 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing istoegelaten.
1.23 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.24 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen enbouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.25 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met degrond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.26 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren vangoederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in deuitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.27 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordtgestaan en geholpen.
1.28 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimtevormt.
1.29 geluidgevoelige gebouwen en terreinen
gebouwen die gebruikt worden voor bewoning of daartoe bestemd zijn danwel andere geluidgevoelige gebouwen enterreinen als bedoeld in de geldende milieuwetgeving.
1.30 geluidsbelasting vanwege een industrieterrein
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijkeinrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorendemotorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de geldende milieuwetgeving.
1.31 geluidsbelasting vanwege het wegverkeer
de gemiddelde geluidbelasting over de dag-, avond- en nachtperiode (Lden) uitgedrukt in dB op een bepaalde plaats,veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoalsbedoeld in de geldende milieuwetgeving.
1.32 geluidsbelasting vanwege een spoorweg
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijkespoorwegverkeer of op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in degeldende milieuwetgeving.
1.33 gestapelde woning
een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen.
1.34 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aante merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht.
1.35 horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logieswordt verstrekt, een en ander al dan niet in combinatie met elkaar niet zijnde een seksinrichting of voor gebruik tenbehoeve van prostitutie.
1.36 kantoor
het bedrijfsmatig verlenen van administratieve diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte materechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.
1.37 maatschappelijke dienstverlening
culturele, medische, educatieve, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve vanopenbare dienstverlening (met uitzondering van een ziekenhuis) en dagopvang.
1.38 nevenactiviteit
een activiteit die in ruimtelijke en/of functionele zin ondergeschikt is aan en voortvloeit uit de hoofdfunctie.
1.39 productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces,waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces.
1.40 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.41 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.42 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuelehandelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichtingwordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater,een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.43 twee-aaneen gebouwde woning
Twee woningen waarvan de hoofdgebouwen aan elkaar zijn gebouwd.
1.44 verkoopvloeroppervlakte
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en deruimte achter de toonbank.
1.45 vloeroppervlakte
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond.
1.46 volumineuze goederen
goederen die vanwege hun omvang een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling, zoals bouw- en doe-het-zelfproducten, auto's, motorfietsen, boten, caravans, keukens, sanitair en meubelen.
1.47 vrijstaande woning
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.
1.48 woning
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronderbegrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
1.49 zakelijke dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten en/of het leggen van contacten of het uitvoeren van commerciële handelingen,uitgezonderd detailhandel.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten.
2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand tussen de (zijdelingse) perceelsgrens en enig punt van een bouwwerk.
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering vanondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellenbouwonderdelen.
2.3 het bebouwingspercentage:
het deel van het bouwvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden.
2.4 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellenconstructiedeel.
2.5 de hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.6 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) ende buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op hetgemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk:
het laagste punt van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf peil.
2.9 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel/bestemmingsvlak:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel/bestemmingsvlak gelegen bouwwerken tezamen.
2.10 peil:
- voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de gemiddelde hoogte van de weg ter plaatse;
- voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte bouwterrein;
- bij de bestemming Verkeer - Railverkeer wordt onder peil verstaan: de bovenkant spoorstaaf;
- vanaf het waterpeil tot het hoogste punt van het bouwwerk.
Toepassing van maten:
Tenzij anders bepaald, worden de waarden die in dit bestemmingsplan in m of m2 zijn uitgedrukt op de volgende wijzegemeten:
- afstanden loodrecht;
- hoogten vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven, en
- maten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.
Bij de toepassing van bovenstaande, wordt een bouwwerk, voor zover dit zich bevindt op een erf- of perceelgrens,gemeten aan de kant waar het aansluitend afgewerkt terrein het hoogst is.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Tuin
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- tuinen;
- wegen, parkeervoorzieningen en paden;
- erkers en erfafscheidingen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Erkers
Voor (het verlengde van) de voorgevel van een woning mogen erkers worden gebouwd, onder de voorwaarden dat:
- de diepte van de erker maximaal 1,5 meter is;
- de diepte van de voortuin voor 2,5 meter onbebouwd blijft;
- voorzover aan de voorgevel wordt gebouwd, de breedte maximaal 2/3 van de voorgevel van de woning is;
- de bouwhoogte maximaal 3 meter danwel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 meter is.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
- De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is maximaal:
- voor (het verlengde van) de voorgevel van de woning 1 m;
- achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m.
- Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan.
Artikel 4 Wonen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen;
- bijzondere woonvormen;
- bed & breakfast;
- aan huis verbonden beroepen;
- aan huis verbonden bedrijven;
- bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- tuinen en erven;
- parkeer-, speel- en groenvoorzieningen;
- water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
- straatmeubilair en nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
- Voor het bouwen van hoofdgebouwen, bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde geldtdat het bouwperceel voor maximaal 60% bebouwd mag worden, tenzij anders op de verbeelding isaangegeven.
- Indien de woningen niet worden voorzien van een mechanisch ventilatiesysteem dient via een bouw akoestischonderzoek te worden aangetoond dat de karakteristieke geluidwering van een uitwendigescheidingsconstructie van een verblijfsgebied niet kleiner is dan het verschil tussen de in het akoestischonderzoek berekende gecumuleerde geluidbelastingen (excl. aftrek artikel 110g Wet Geluidhinder) en 33 dB.Het bouw-akoestisch onderzoek dient onderdeel te zijn van de aanvraag omgevingsvergunning voor hetonderdeel bouwen.
4.2.2 Hoofdgebouwen
Hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- Het maximum aantal wooneenheden mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
- Ter plaatse van de aanduiding: 'aaneengebouwd' (aeg), moeten woningen aaneengesloten worden gebouwd.
- De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is bij woningen ter plaatse van de aanduiding; 'aaneengebouwd' (aeg), aan de niet aangebouwde zijde van de eindwoning minimaal 3 meter.
- De goothoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ is aangegeven;
- De bouwhoogte mag niet meer zijn dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
4.2.3 Bijbehorende gebouwen
- Bijbehorende gebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd, maar moeten minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
- De gezamenlijke oppervlakte voor bijbehorende gebouwen, gebouwd buiten het bouwvlak, is per woning maximaal:
- 80 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 600 m2;
- 120 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 600 m2.
- De goothoogte is maximaal 3 m;
- De bouwhoogte is maximaal 6 m;
- In afwijking van het bepaalde onder a t/m d, mogen voor (het verlengde van) de voorgevel van de woning erkers worden gebouwd, onder de voorwaarden dat:
- de horizontale diepte maximaal 1,5 meter is;
- de diepte van de voortuin voor 2,5 meter onbebouwd blijft;
- voorzover aan de voorgevel wordt gebouwd, de breedte maximaal 2/3 van de voorgevel van de hoofdgebouw is;
- de bouwhoogte maximaal 3 meter danwel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 meter is.
- In afwijking van het bepaalde onder a t/m d mogen achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning gebouwen worden gebouwd, onder de voorwaarden dat:
- het gebouw per woning maximaal 2 gesloten wanden heeft;
- de wand die parallel ligt aan (het verlengde van) de voorgevel van de woning, minimaal 3 meter achter de voorgevel ligt;
- de bouwhoogte maximaal 3 meter is.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
- Voor (het verlengde van) de voorgevel van de woning mogen worden gebouwd:
- Erf- en terreinafscheidingen met een hoogte van maximaal 1 meter.
- Achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning mogen worden gebouwd:
- Erf en terreinafscheidingen met een hoogte van maximaal 2 meter;
- De bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde is maximaal 3 meter
- De bouwhoogte van masten is maximaal 10 meter.
4.2.5 Ondergronds bouwen
- Ondergronds bouwen is alleen toegestaan onder hoofd- en bijgebouwen;
- De verticale diepte is maximaal 3,50 meter.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Bed & breakfast
- De ruimte die wordt gebruikt voor bed & breakfast is maximaal 5 slaapkamers;
- De oppervlakte van de gehele accommodatie beslaat maximaal 30% van de woning;
- De accommodatie maakt deel uit van het hoofdgebouw;
- Degene die de bed & breakfast uitoefent, is tevens bewoner van de woning.
4.3.2 Aan huis verbonden beroep
- De oppervlakte van de voor het beroep uit te oefenen ruimte is maximaal 30% van de vloeroppervlakte met een maximum van 50 m2;
- Het aan huis verbonden beroep wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Aan huis verbonden bedrijven
Bij omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de regels voor het gebruik van een gedeelte van dewoning ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf. De afwijking wordt toegepast onder devoorwaarden dat:
- degene die de activiteiten uitvoert, tevens de bewoner van de woning is;
- de oppervlakte van de voor het bedrijf uit te oefenen ruimte maximaal 30% is van het woonoppervlak, met een maximum van 50 m2.
- er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met het uitgeoefende beroep of bedrijf;
- er geen milieutechnische belemmering zijn.
3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene Bouwregels
6.1 Bestaande afmetingen
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
6.2 Bestaande afstanden
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
6.3 Bestaande percentages
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentages in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
7.1 Verboden gebruik
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo wordt in elk geval verstaan:
- het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie;
- het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;
- het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel in:
- volumineuze goederen;
- goederen waarvan de verkoop redelijkerwijs niet past in stedelijk gebied, zoals: brand- en explosiegevaarlijke stoffen.
7.2 Parkeerregels
- Om de woningen in gebruik te nemen dienen binnen het plangebied 6 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden en in stand te worden gehouden.
- Na realisatie van de woningen als bedoeld onder lid a geldt bij nieuwbouw, uitbreiding en/of functieverandering van een gebouw, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, dientvoor de bouw of functieverandering te worden aangetoond dat op het bouwperceel in voldoendeparkeergelegenheid is voorzien en in dat deze in stand wordt gehouden. Er is sprake van voldoendeparkeergelegenheid indien wordt voldaan aan het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan 2012-2020 (GVVP) vande gemeente Oude IJsselstreek. Daarbij worden de maximale parkeernormen in de categorie 'rest bebouwdekom' gehanteerd. Als gedurende de planperiode een nieuwe parkeernormering wordt vastgesteld, wordtrekening gehouden met de dan vastgestelde parkeernormering.
- Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2 sub a en b en wordentoegestaan dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid in de directe omgeving van het bouwperceel,hetgeen met een parkeeronderzoek aangetoond kan worden.
7.3 voorwaardelijke verplichting voor het slopen
- Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en gebouwen met de bestemming “Wonen” conform de bestemming is slechts toegestaan:
- Nadat de bebouwing, aangeduid in bijlage 1 van de planregels, is gesloopt.
- De te slopen bebouwing, aangeduid in bijlage 1 van de planregels, na sloop niet opnieuw wordt gebouwd.
7.4 voorwaardelijke verplichting bescherming boom tijdens de bouw
De ruimte onder de kroon van de boom dient tijdens sloop- en bouwwerkzaamheden afgezet te worden, zodat daaronder niet wordt gereden en/of materialen worden opgeslagen.
Artikel 8 Algemene afwijkingsregels
8.1 Overschrijding van bouwgrenzen
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels voor het overschrijden van bouwgrenzen. De afwijking wordt toegepastonder de voorwaarden dat:
- de overschrijding maximaal 2,5 meter bedraagt;
- de noodzakelijkheid is aangetoond in verband met de uitmeting van het terrein of uit oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing.
8.2 Grotere hoogte voor masten en kunstwerken
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte van bouwwerkengeen gebouwen zijnde voor kunstwerken, en zend-, ontvang- en/of sirenemasten. De afwijking wordt toegepast onder devoorwaarde dat:
- De bouwhoogte maximaal 40 meter bedraagt.
8.3 Grotere hoogte voor bouwwerken geen gebouwen zijnde
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde. De afwijkingwordt toegepast onder de voorwaarde dat:
- De bouwhoogte maximaal 10 meter bedraagt.
8.4 Gebouwen voor nutsdoeleinden
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken wordengebouwd voor nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, telefooncellen, transformatorhuisjes enbouwwerken ten behoeve van het rioolstelsel, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen. De afwijking wordttoegepast onder de voorwaarde dat:
- de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt;
- de inhoud maximaal 50 m3 bedraagt, met dien verstande dat voor bouwwerken ten behoeve van het rioolstelsel geen maximale inhoud van toepassing is.
8.5 Gebruik als evenemententerrein
Het bevoegd gezag kan afwijken van de regels voor het gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve vanevenementen met een maximum van drie per jaar en een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, hetopbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen.
8.6 Nadere voorwaarden voor afwijken van de regels
Het bevoegd gezag wijkt enkel af van de regels zoals hierboven genoemd onder de voorwaarden dat:
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
- het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden benadeeld;c. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt benadeeld;
- de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden benadeeld;
e. er geen milieutechnische belemmeringen zijn.
Artikel 9 Algemene wijzigingsregels
9.1 Algemene wijzigingsregels
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, liggingen/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, mits:
- bestemmingsgrenzen met niet meer dan 5 meter worden verschoven;
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
- het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- uit onderzoek blijkt dat er geen (milieutechnische of ruimtelijke) belemmeringen zijn.
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan welgebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning of omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits dezeafwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning of omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
10.2 Vergroten inhoud bouwwerk
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van lid 10.1 voor het vergroten van de inhoud van eenbouwwerk als bedoeld in lid 10.1 met maximaal 10%.
10.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 10.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan,maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen deovergangsbepaling van dat plan.
10.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan enhiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
10.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 10.4, te veranderen of te latenveranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvangwordt verkleind.
10.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 10.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer daneen jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
10.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Het vierde lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldendebestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 11 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan ‘Varsseveld, locatie Dames Jolinkweg 78'.