KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingen
Artikel 3 Gemengd
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Maatschappelijk
Artikel 6 Tuin
Artikel 7 Verkeer
Artikel 8 Water
Artikel 9 Wonen - 1
Artikel 10 Wonen - 2
Artikel 11 Wonen - 3
Artikel 12 Leiding - Hoogspanning
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 13 Anti-dubbeltelregel
Artikel 14 Algemene Bouwregels
Artikel 15 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 16 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 17 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 18 Algemene Procedureregels
Artikel 19 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 20 Overgangsrecht
Artikel 21 Slotregel
Hoofdstuk 1 Het Geconsolideerde Bestemmingsplan
Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave Bijlagenmappen (Niet Raadpleegbaar Via Deze Geconsolideerde Versie)
2.1 Bijlagen Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 3e Herziening
2.2 Bijlagen Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 2e Herziening
2.3 Bijlagen Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e Herziening
2.4 Bijlagen Bestemmingsplan Hooghkamer 2011
Hoofdstuk 3 Bijlagen Bij De Geconsolideerde Versie
Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Toelichting Bestemmingsplan Hooghkamer 2011.
Bijlage 2 Toelichting Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e Herziening.
Bijlage 3 Toelichting Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 2e Herziening.
Bijlage 4 Toelichting Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 3e Herziening.

Geconsolideerde versie bestemmingsplan Hooghkamer 2011 inclusief 3e herziening

Bestemmingsplan - gemeente Teylingen

Geconsolideerd op 01-06-2017 - geconsolideerd

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan "Geconsolideerde versie bestemmingsplan Hooghkamer 2011 inclusief 3e herziening" met identificatienummer NL.IMRO.1525.CONBP2016VHT07008-0401 van de gemeente Teylingen;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen

1.3 aanbouw:

een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een toevoeging van een afzonderlijke ruimte aan een hoofdgebouw, dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;

1.4 aangebouwd bijgebouw en overkapping:

een bijgebouw of overkapping gebouwd tegen een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw en/of tegen een op hetzelfde perceel gelegen aan- en/of uitbouw en/of tegen een ander tegen dit hoofdgebouw gebouwd bijgebouw of overkapping;

1.5 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 aaneengebouwde woningen:

bebouwing bestaande uit meer dan twee aaneengebouwde grondgebonden woningen;

1.8 aan huis gebonden beroep:

een vrij beroep waarvan de activiteiten niet publiekgericht zijn en dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;

1.9 achtererf:

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan (zie figuur 2 in 1.38);

1.10 Activiteitenbesluit:

Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer), Staatsblad 2007, 415;

1.11 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.12 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;

1.13 beeldkwaliteitplan Hooghkamer:

het beeldkwaliteitplan voor het plangebied Hooghkamer, behorende bij het op 23 juni 2011 door de gemeenteraad van Teylingen vastgestelde bestemmingsplan Hooghkamer 2011, dan wel een op een later tijdstip vastgesteld beeldkwaliteitplan dat voor een deel van Hooghkamer ter vervanging geldt van het voornoemde beeldkwaliteitplan;

1.14 beschermd wonen:

bewoning door meerdere personen, waarbij ter plaatse ook een vorm van maatschappelijke of sociaal-therapeutische begeleiding kan plaatsvinden, binnen één of meerdere wooneenheden en met in ieder geval één gemeenschappelijke ruimte en die in de toekomst weer als reguliere woning(en) in gebruik kan/kunnen worden genomen.

1.15 Besluit omgevingsrecht (Bor):

Besluit van 25 maart 2010, houdende regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Besluit omgevingsrecht), Staatsblad 2010, 143;

1.16 bestaand:

  1. a. bij bebouwing: een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal tot stand is gekomen of tot stand kan komen krachtens de Woningwet en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. bij gebruik: het legale gebruik zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.

1.17 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen:

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal tot stand zijn gekomen of zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.18 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.19 bevoegd gezag:

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.20 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.21 bijgebouw:

een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

1.22 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.23 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, dit met inbegrip van de begane grond en een dakterras en met uitsluiting van een zolder en kelder, die beiden lager zijn dan 1,5 m of niet voor verblijf geschikt zijn;;

1.24 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.25 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel

1.26 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten;

1.27 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.28 calamiteitenpad:

een pad dat doorgaans gebruikt wordt voor voet- en fietsverkeer, alsmede perceelsontsluitingen, maar dat tijdelijk gebruikt kan worden voor het gebruik van hulpdiensten, zoals brandweer, ambulance en politie;

1.29 dakkapel:

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;

1.30 dakterras:

een buitenruimte, behorende bij het gebruik van het hoofdgebouw, dat bovenop het gehele of een gedeelte van een hoofdgebouw, aanbouw of uitbouw is gesitueerd;

1.31 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond;

1.32 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;

1.33 erfgrens:

de volgens het kadaster geldende grens van het erf; indien er sprake is van meer aaneengebouwde woningen op één kadastraal perceel, is dit de feitelijke grens van het erf behorende bij de betreffende woning;

1.34 erker:

  1. a. is een uitgebouwd venster en bestaat hoofdzakelijk uit doorzichtige delen;
  2. b. is rechtstreeks toegankelijk vanuit achtergelegen ruimte en vormt hiermee één geheel;
  3. c. is geen entreeportaal van de woning;
  4. d. tot een erker kan ook een onder het raam gelegen borstwering behoren;

1.35 evenement:

gebeurtenis, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur;

1.36 evenemententerrein:

gronden waarop evenementen plaatsvinden;

1.37 figuur 1:

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.CONBP2016VHT07008-0401_0001.jpg"

1.38 figuur 2:

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.CONBP2016VHT07008-0401_0002.jpg"

1.39 figuur 3:

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.CONBP2016VHT07008-0401_0003.jpg"

1.40 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.41 geluidsbeperkende voorzieningen:

een al dan niet gebouwde voorziening kennelijk bedoeld voor het beperken van geluidhinder, zoals een geluidscherm of een geluidwal;

1.42 geluidgevoelige objecten:

woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

1.43 geschakelde woning

bebouwing waarvan het hoofdgebouw door middel van een bijbehorend bouwwerk verbonden is aan een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd, dan wel ten minste 1 m uit de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd;

1.44 gestapelde woning:

een woning die zich bevindt in een woongebouw dat bestaat uit twee of meer boven -of nagenoeg boven- elkaar gesitueerde woningen;

1.45 hoofdgebouw:

een gebouw of een functioneel en/of bouwkundig samenhangend complex van gebouwen, dat op een bouwperceel door aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw aangemerkt moet worden;

1.46 hoofdwaterstructuur:

het netwerk van wateren en waterlopen dat als het belangrijkst valt aan te merken voor de waterhuishouding in een gebied;

1.47 horecabedrijf:

een bedrijf, gericht op één of meer van de navolgende activiteiten:

  1. a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaar;
  2. b. het exploiteren van zaalaccommodatie;
  3. c. het bedrijfsmatig verstrekken van logies;
  4. d. het bovenstaande al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.48 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:

het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit, en voor zover de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij hoort;

1.49 kolom:

een constructie, waarbij de hoogte en de langste zijde van het grondvlak van de kolom een verhouding hebben van minimaal 2:1 en de langste zijde en de kortste zijde van dit grondvlak een verhouding hebben van maximaal 2:1;

1.50 levensloopbestendig bouwen:

het zodanig bouwen dat een woning geschikt is of eenvoudig geschikt is te maken voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van fysieke handicaps of chronische ziekten van bewoners;

1.51 maatschappelijke en culturele voorzieningen:

educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, onderwijs- en religieuze voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van kinderopvang, bejaardentehuizen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;

1.52 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;

1.53 openbaar toegankelijk gebied:

weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;

1.54 open constructies:

erfafscheidingen bestaande uit lichte constructie met een overwegend transparante uitstraling;

1.55 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;

1.56 particulier opdrachtgeverschap:

situatie dat de burger of een groep van burgers - in dat laatste geval georganiseerd als rechtspersoon zonder winstoogmerk of krachtens een overeenkomst - tenminste de economische eigendom verkrijgt en volledige zeggenschap heeft over en verantwoordelijkheid draagt voor het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van de eigen woning;

1.57 peil:

  1. a. de bovenkant van de afgewerkte beganegrondvloer voor gebouwen indien de bovenkant van de afgewerkte beganegrondvloer ligt tussen 0 en 0,15 m boven het bestaande gemiddelde aansluitende afgewerkte terrein;
  2. b. in alle andere gevallen is dit de bovenkant van het bestaande gemiddelde aansluitende afgewerkte terrein. waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;

1.58 perceelontsluiting:

een entree van een perceel vanaf de openbare weg, zoals een oprit of oprijlaan;

1.59 permanent geluiddichte gevel (dove gevel):

een bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een karakteristieke geluidswering - conform NEN 5077 - die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB (ingeval van wegverkeerslawaai) en 35 dB(A) (ingeval van industrielawaai), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij wijze van uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

1.60 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.61 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte in een gebouw of een vaartuig, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof het bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, escortbedrijf, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.62 seksuele dienstverlening:

een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen;

1.63 sociale huurwoning:

huurwoning met een aanvangshuurprijs onder de grens als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag, waarbij de instandhouding voor de in een gemeentelijke verordening omschreven doelgroep voor ten minste tien jaar na ingebruikname is verzekerd;

1.64 sociale koopwoning:

koopwoning met een koopprijs vrij op naam van ten hoogste het bedrag genoemd in artikel 26, tweede lid, onder g, van het Besluit beheer sociale huursector, waarbij de instandhouding voor de in een gemeentelijke verordening omschreven doelgroep voor ten minste vijf jaar na ingebruikname is verzekerd;

1.65 sociale woning:

een sociale huurwoning of een sociale koopwoning;

1.66 staat van Horeca-activiteiten:

de staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt;

1.67 twee-aaneengebouwde woning:

bebouwing bestaande uit twee aaneengebouwde grondgebonden woningen die samen een bouwblok vormen;

1.68 uitbouw:

een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een vergroting van een bestaande ruimte aan een hoofdgebouw, dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;

1.69 verkeers- en verblijfsactiviteiten:

activiteiten die grotendeels betrekking hebben op het verplaatsen en (in de openlucht) verblijven van personen en die veelal plaatsvinden in straten, woonerven en op pleinen, daaronder begrepen parkeerplaatsen, groen- en watervoorzieningen;

1.70 voorgevel:

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of "uitstraling" als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;

1.71 voorgevelrooilijn:

de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan. Zie figuur 1 in 1.37;

1.72 voorkeursgrenswaarde:

de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;

1.73 vrijstaand bijgebouw:

een bijbehorend bijgebouw in de vorm van een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw

1.74 vrijstaande woning:

een niet-aaneengebouwde woning;

1.75 woning:

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor huisvesting van niet meer dan één huishouden;

1.76 zijerf:

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van het hoofdgebouw en tussen een denkbeeldige lijn in het verlengde van de voor- en achtergevel van het hoofdgebouw. Zie figuur 2 in 1.38.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten/gerekend:

2.1 afstand:

afstand tussen bouwwerken onderling en ook afstand van bouwwerken tot bouwperceelgrenzen wordt daar gemeten, waar deze afstand het kleinst is;

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.4 goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.5 inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.6 oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingen

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen met de mogelijkheid van aan huis gebonden beroepen;
  2. b. detailhandel en dienstverlening;
  3. c. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2b van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond;
  4. d. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals groen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen en water.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden met de aanduiding "parkeerterrein" mag uitsluitend geparkeerd worden.
  2. b. het wonen als bedoeld in 3.1, onder a mag slechts plaatsvinden op de verdiepingen van de gebouwen;
  3. c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  4. d. verkooppunten van motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  5. e. detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan;
  6. f. prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan;
  7. g. een aan huis gebonden beroep mag uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden:
      • ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
      • het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer
      • het gebruik van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan;
      • er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden;
  2. b. nutsvoorzieningen;
  3. c. calamiteitenpaden;
  4. d. perceelontsluitingen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 meter;
  3. c. in afwijking van het bepaalde onder b bedraagt de bouwhoogte van:
    1. 1. speeltoestellen ten hoogste 5 meter;
    2. 2. vlaggenmasten ten hoogste 9 meter.

Artikel 5 Maatschappelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke en culturele voorzieningen;
  2. b. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  3. c. sport- en speelvoorzieningen;
  4. d. calamiteitenpaden;
  5. e. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals groen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen en water.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. ondergeschikte horeca ten behoeve van de in 5.1, onder a genoemde activiteiten mag slechts worden uitgeoefend voor zover de horecabedrijven behoren tot categorie 1 van de in Bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten;
  2. b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "horeca tot en met categorie 3" mogen zelfstandige horecabedrijven, als bedoeld in 5.1, onder b worden uitgeoefend tot ten hoogste categorie 3 van de in Bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten;
  3. c. ondergeschikte detailhandel ten behoeve van de in 5.1, onder a genoemde activiteiten mogen slechts worden uitgeoefend voor zover deze activiteiten een omvang hebben die niet meer bedraagt dan 50 m2 en tevens niet meer dan 5% van de oppervlakte van het gebouw waarin de activiteiten plaatsvinden.

Artikel 6 Tuin

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. b. parkeren behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  3. c. perceelontsluitingen;
  4. d. erkers ten behoeve van het wonen;
  5. e. luifel ter plaatse van entree van hoofdgebouw;
  6. f. nutsvoorzieningen.
  7. g. ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorie" tevens voor de bescherming van de op deze gronden voorkomende cultuurhistorische waarden, zoals de bestaande perceelsontsluiting en de historische erfbeplanting, waaronder (restanten van) hagen en (restanten van) boomgaard(en) en waardevolle bomen die het ensemble op het perceel Jacoba van Beierenweg 126 ondersteunen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Verkeer

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden, hellingbanen, opritten, bermen, bruggen, viaducten en duikers;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, water, wegmeubilair, duikers, speelvoorzieningen en kunstwerken.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding "railverkeer" mogen de gronden uitsluitend gebruikt worden ten dienste van het spoorwegverkeer en de daarbij behorende beheer- en onderhoudswerkzaamheden, alsmede ongelijkvloers kruisend verkeer.

Artikel 8 Water

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Water" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor de waterhuishouding, met de daarbij behorende oevers, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "speelterrein" een eiland ten dienste van een speelvoorziening is toegestaan.

8.2 Bouwregels

Ten behoeve van de in 8.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde (zoals bruggen, kaden en duikers) worden gerealiseerd. Ter plaatse van de aanduiding "speelterrein" is voorts de realisering van speeltoestellen mogelijk met een hoogte van maximaal 3 meter.

Artikel 9 Wonen - 1

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen in vrijstaande woningen met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, tuinen en water;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - bollenschuur" een bollenschuur;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorie" tevens voor de bescherming van de op deze gronden voorkomende cultuurhistorische waarden, zoals de historische gelaagdheid van het (gebouwen)ensemble op het perceel Jacoba van Beierenweg 126 als kenmerk van een groeiend boerenbedrijf of van sterke veranderingen zoals specialisatie, regelgeving of technologieën.

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. het bepaalde in 9.2.4 voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat de afwijking alleen betrekking kan hebben op de gronden met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bouwen zonder bouwvlak".
  2. b. het bepaalde in 9.2.2, onder g4 om toe te staan dat een bouwdeel met een hogere goothoogte is toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
    1. 1. de goothoogte mag ten hoogste 3 meter hoger zijn dan ter plaatse is toegestaan;
    2. 2. het bouwdeel bevindt zich aan één van de zijgevels van de woning;
    3. 3. de breedte van het bouwdeel met de verhoogde goot bedraagt niet meer dan 40% van de totale gevellengte aan de zijde waar de verhoging wordt gerealiseerd.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Aan huis gebonden beroepen mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
  2. b. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    2. 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    3. 3. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan;
    4. 4. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep.

9.5 Afwijking van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.1 voor het toestaan van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten met in achtneming van de volgende regels:

  1. a. de activiteiten worden door de bewoner uitgeoefend;
  2. b. de woning behoudt in overwegende mate haar woonfunctie en heeft een ruimtelijke uitstraling, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
  3. c. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van 50 m²:
  4. d. het is niet toegestaan om vrijstaande bijgebouwen voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in gebruik te nemen;
  5. e. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
  6. f. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  7. g. seksinrichtingen zijn niet toegestaan;
  8. h. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.

Artikel 10 Wonen - 2

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen in geschakelde woningen, twee-aaneengebouwde woningen of aaneengebouwde woningen met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, tuinen en water;
  3. c. in afwijking van het bepaalde onder a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - afwijkend woningtype" tevens het wonen in vrijstaande woningen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - beschermd wonen" tevens het wonen in de vorm van beschermd wonen.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan:

  1. a. de situering van de voorgevels van hoofdgebouwen voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het "beeldkwaliteitplan Hooghkamer".

10.4 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. het bepaalde in 10.2.4, voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat de afwijking alleen betrekking kan hebben op de gronden met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bouwen zonder bouwvlak";
  2. b. het bepaalde in 10.1 onder c om vrijstaande woningen toe te staan op plaatsen zonder de aanduiding "specifieke vorm van wonen - afwijkend woningtype", mits wordt voldaan aan de in 10.2 gegeven bouwregels ten aanzien van vrijstaande woningen en met dien verstande dat de afwijking alleen betrekking kan hebben op de gronden met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bouwen zonder bouwvlak";
  3. c. het bepaalde in 10.2.2, onder e5 om toe te staan dat een bouwdeel met een hogere goothoogte is toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
    1. 1. de goothoogte mag ten hoogste 3 meter hoger zijn dan ter plaatse is toegestaan;
    2. 2. het bouwdeel bevindt zich aan één van de zijgevels van de woning;
    3. 3. de breedte van het bouwdeel met de verhoogde goot bedraagt niet meer dan 40% van de totale gevellengte aan de zijde waar de verhoging wordt gerealiseerd;
  4. d. het bepaalde in 10.2.2. onder e10 om toe te staan dat het hoofdgebouw bij vrijstaande woningen in één van de zijdelingse begrenzingen van het bouwperceel wordt opgericht, met dien verstande dat:
    1. 1. deze afwijking alleen kan worden toegepast op bouwpercelen die gesitueerd zijn aan de Jacoba van Beierenweg en niet kan worden toegepast aan de zijde van openbaar toegankelijk gebied;
    2. 2. de inhoud van de vrijstaande woning, in afwijking van het bepaalde in 10.2.2, onder e8, niet meer bedraagt dan 600 m3;
    3. 3. wordt voldaan aan parkeergelegenheid op eigen terrein volgens de gemeentelijke parkeernota;
    4. 4. indien daardoor ook overigens geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  5. e. het bepaalde in 10.2.2 onder e1 , zodat in totaal in samenhang met het bepaalde in 11.2.2 onder d1 niet meer dan 427 woningen mogen worden gerealiseerd.

10.5 Specifieke gebruiksregels

Aan huis gebonden beroepen mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
  2. b. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    2. 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    3. 3. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep.

10.6 Afwijking van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.1 voor het toestaan van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten met in achtneming van de volgende regels:

  1. a. de activiteiten worden door de bewoner uitgeoefend;
  2. b. de woning behoudt in overwegende mate haar woonfunctie en heeft een ruimtelijke uitstraling, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
  3. c. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van 50 m²:
  4. d. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
  5. e. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  6. f. seksinrichtingen zijn niet toegestaan.

Artikel 11 Wonen - 3

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - 3" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen in gestapelde woningen met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen;
  2. b. onderwijs;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk" tevens maatschappelijke en culturele voorzieningen;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, tuinen en water;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - beschermd wonen" tevens het wonen in de vorm van beschermd wonen.

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.4, voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat de afwijking alleen betrekking kan hebben op de gronden met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bouwen zonder bouwvlak".

11.4 Specifieke gebruiksregels

  1. a. aan huis gebonden beroepen mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden:
      • ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
      • het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
      • er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep.
  2. b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "onderwijs" mag de begane grond en de eerste bouwlaag van het woongebouw worden gebruikt voor onderwijs, kinderdagverblijven, naschoolse opvang, peuterspeelzalen en vergelijkbare functies, als bedoeld in 11.1, onder b.

Artikel 12 Leiding - Hoogspanning

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor hoogspanningsleidingen met de daarbij behorende beschermingszone aan weerszijden uit het hart van de kabel.

12.2 Bouwregels

Voor het bouwen geldt dat in afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen zoals bedoeld in 12.1 niet mag worden gebouwd.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:

  1. a. deze afwijkingsbevoegdheid wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van leiding - boren";
  2. b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsleidingen als bedoeld in 12.1;
  3. c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

12.4 Specifieke gebruiksregels

12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 13 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 14 Algemene Bouwregels

14.1 Overschrijding bouw- en bestemmingsgrenzen

  1. a. De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen mogen worden overschreden door:
    1. 1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, zonnecollectoren en veranda's, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    2. 2. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, zoals dakoverstekken, gevelversieringen en funderingen, mits de overschrijding ten hoogste 1m bedraagt;
  2. b. De bouw- en bestemmingsgrenzen mogen worden overschreden, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, door:
    1. 1. ondergeschikte bouwdelen, zoals dakoverstekken, gevelversieringen en funderingen alsmede balkons, luifels en zonnecollectoren, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

14.2 Ondergronds bouwen en aanleggen

14.3 Bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

  1. a. Voor een bestaand bouwwerk waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    1. 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, als ten hoogste toelaatbaar mogen worden aangehouden;
    2. 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, als ten minste toelaatbaar mogen worden aangehouden;
  2. b. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.

14.4 Afwijking voor levensloopbestendig bouwen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de in dit plan gegeven bouwregels voor hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen bij woningen indien dit noodzakelijk is voor het levensloopbestendig maken van woningen, met dien verstande dat deze mogelijkheid uitsluitend kan worden toegepast indien:

  1. a. er geen onevenredige nadelen optreden ten aanzien van het gebruik van naburige erven;
  2. b. er geen negatieve gevolgen zijn voor de parkeersituatie in de omgeving;
  3. c. de gezamenlijke toename van de inhoudsmaten van de aan- en uitbouwen (als gevolg van de toepassing van deze afwijking) in mindering wordt gebracht op de ter plaatse geldende inhoudsmaten voor het hoofdgebouw.

Artikel 15 Algemene Aanduidingsregels

15.1 Evenemententerrein

Ter plaatse van de aanduiding "overige zone - evenemententerrein" is het toegestaan de gronden en bouwwerken, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, te gebruiken voor evenementen.

15.2 Geluidzone

Binnen het gebied dat is aangegeven met de aanduiding "geluidzone" gelden conform het bepaalde in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit beperkingen voor de realisering van woningen, één en ander als gevolg van de bedrijfsvoering op het perceel Jacoba van Beierenweg 118b (jongerencentrum @Hok).

Artikel 16 Algemene Afwijkingsregels

16.1 Overschrijding bouwgrenzen

Het bevoegd gezag kan -tenzij hiervoor op grond van hoofdstuk 2 al een omgevingsvergunning kan worden verleend- een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels voor overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. Deze omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 17 Algemene Wijzigingsregels

17.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 3.6, lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

Artikel 18 Algemene Procedureregels

18.1 Procedure uitwerkings- en wijzigingsbevoegdheid

Op de voorbereiding van een besluit tot uitwerking en/of wijziging op grond van deze regels is de procedure van artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.

Artikel 19 Overige Regels

19.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van de vaststelling van het plan.

19.2 Voorwaardelijke verplichting leefgebied rugstreeppad

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 20 Overgangsrecht

20.1 Bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

20.2 Gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde in onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 21 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels van de Geconsolideerde versie bestemmingsplan Hooghkamer 2011 inclusief 3e herziening".

Hoofdstuk 1 Het Geconsolideerde Bestemmingsplan

Op 23 juni 2011 heeft de gemeenteraad van Teylingen het bestemmingsplan Hooghkamer 2011 en het bijbehorende Exploitatieplan vastgesteld. Nadat op 13 maart 2014 het bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e herziening met bijbehorende herziening van het exploitatieplan was vastgesteld, is vervolgens op 24 september 2015 het bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 2e herziening met bijbehorende herziening van het exploitatieplan vastgesteld.

Het bestemmingsplan Hooghkamer 2011, inclusief de 1e en 2e herziening biedt het planologisch-juridisch kader voor de ontwikkeling van 850 woningen in de woonwijk Hooghkamer, met de mogelijkheid om dit aantal te verhogen tot maximaal 900 woningen. Het plan is gedeeltelijk vervaardigd als een zogenaamd globaal bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting ex artikel 3.6, lid 1b van de Wet ruimtelijke ordening. Het betreft de gebieden die in de (nabije) toekomst dienen te worden gerealiseerd. Voor de woningen die ten tijde van de vaststelling van het plan reeds werden voorzien is een flexibele bestemmingsregeling opgenomen die wordt aangeduid als "bouwen zonder bouwvlak".

De 3e herziening maakt gebruik van de mogelijkheid om het aantal te realiseren woningen te verhogen. Dit plan voorziet in de bouw van maximaal 877 woningen (exclusief afwijkingsbevoegdheden). De gemeenteraad heeft op 4 februari 2016 besloten om gemeentebreed 50 extra sociale huurwoningen te bouwen in de nieuwbouwwijken vanaf 1 januari 2016. Voor Hooghkamer is een contingent van 25 sociale huurwoningen gereserveerd.

Het voorliggende plan betreft de 3e herziening van het bestemmingsplan Hooghkamer 2011.

Omdat het “bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 3e herziening” slechts de amendementen op het vigerende plan vermeld, is deze afzonderlijk moeilijk leesbaar. Vanwege de digitale verplichting kunnen de voor Hooghkamer opgestelde plannen uitsluitend afzonderlijk worden geraadpleegd. Om toch een goed raadpleegbaar bestemmingsplan te kunnen publiceren op www.ruimtelijkeplannen.nl is de nu voorliggende geconsolideerde versie gemaakt. In deze versie zijn de geamendeerde regels en de geamendeerde verbeelding opgenomen als ware het één bestemmingsplan.

Deze geconsolideerde versie heeft echter geen juridische status. Voor de vigerende regelgeving wordt verwezen naar de vier bestemmingsplannen afzonderlijk.

De nu voorliggende tekst dient als toelichting bij de geconsolideerde versie van het “bestemmingsplan Hooghkamer 2011”, het “bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e herziening”, het “bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 2e herziening” en het “bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 3e herziening”. Voor de toelichting van het “bestemmingsplan Hooghkamer 2011” wordt verwezen naar bijlage 1, voor de toelichting van het “bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e herziening” wordt verwezen naar bijlage 2, voor de toelichting van het “bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 2e herziening” wordt verwezen naar bijlage 3, en voor de toelichting van het “bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 3e herziening” wordt verwezen naar bijlage 4.

De bijlagen behorende bij de afzonderlijke plantoelichtingen kunnen niet via deze geconsolideerde versie worden benaderd, daarvoor zal één van de juridische plannen dienen te worden geraadpleegd. Een overzicht van deze bijlagen is opgenomen in hoofdstuk 2.

Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave Bijlagenmappen (Niet Raadpleegbaar Via Deze Geconsolideerde Versie)

2.1 Bijlagen Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 3e Herziening

  1. 1. Omgevingsdienst West-Holland, Akoestisch onderzoek weg- en railverkeerslawaai Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 3e herziening, 6 december 2016 (met aanvulling 24 mei 2017).
  2. 2. Omgevingsdienst West-Holland, besluit hogere waarden BP Hooghkamer 2011, 3e herziening, 24 mei 2017.
  3. 3. E-formulier provincie Zuid-Holland, 19 oktober 2016.
  4. 4. IDDS, Flora en faunaonderzoek Hooghkamer fase C te Voorhout, Voorhout, 1 december 2016.
  5. 5. IDDS, Mitigatie- en compensatieplan flora en fauna, 26 augustus 2016.
  6. 6. IDDS, Verkennend bodemonderzoek Componistenlaan, (1309F695/DBI/rap1) 25 november 2013.
  7. 7. IDDS, Nader asbestonderzoek locatie Componistenlaan, (1309F695/DBI/rap2)12 december 2013.
  8. 8. IDDS, Asbestinventarisatie Type-A, Het weiland aan de Componistenlaan achter nr. 250, 17 mei 2016.
  9. 9. IDDS, Asbestinventarisatie Type-A, De beschoeiingen van de slootkanten in het weiland achter Componistenlaan nr 250 te Voorhout, 30 juni 2016.
  10. 10. IDDS, (water)bodemonderzoek Hooghkamer te Voorhout, (1601H948) 19 mei 2016.
  11. 11. T&A Survey, Historisch Vooronderzoek Explosieven, 7 oktober 2015.
  12. 12. IDDS, Proces Verbaal van Oplevering oppervlaktedetectie Hooghkamer UW5, 20 november 2015.
  13. 13. IDDS, Detectierapport, 17 mei 2016.
  14. 14. IDDS, asbestonderzoek Hooghkamer, 4 augustus 2016 (1606J368/DBI/rap2).
  15. 15. IDDS, Detectieonderzoek UW6, 4 oktober 2016.
  16. 16. Witteveen+Bos, Waterbalans na 3e herziening bestemmingsplan, 4 juli 2016.
  17. 17. IDDS, Uitvoeringsontwerp paddenpoel, 28 juli 2016.
  18. 18. 4Cast, RVMK Holland Rijnland v30: update Hooghkamer-Teylingen, 19 september 2016.
  19. 19. IDDS, Berekening stikstofdepositie planvoornemen Hooghkamer, 9 december 2016.
  20. 20. Nota van beantwoording zienswijzen tevens Nota van wijzigingen ontwerpbestemmingsplan en ontwerpexploitatieplan ‘Hooghkamer 2011, 3e herziening’, 15 maart 2017.
  21. 21. Ambitietabel Duurzame Stedenbouw Hooghkamer, 17 juni 2013.

2.2 Bijlagen Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 2e Herziening

  1. 1. Omgevingsdienst West-Holland, Besluit hogere waarden BP Hooghkamer 2011, 2e herziening, 31 juli 2015.
  2. 2. Advies monumentencommissie, 8 mei 2015.
  3. 3. E-formulier provincie Zuid-Holland, 30 maart 2015.
  4. 4. Vergelijking verkeersintensiteiten RVMK 2014/2015.
  5. 5. Architektenburo Marcel van Dijk, Cultuurhistorische inventarisatie Jacoba van Beierenweg 126, 20 april 2015.
  6. 6. Witteveen en Bos, Actualisatie natuurtoets Hooghkamer, Voorhout, 17 juni 2015.
  7. 7. Nota van beantwoording zienswijzen tevens Nota van wijzigingen ontwerpbestemmingsplan en ontwerpexploitatieplan ‘Hooghkamer 2011, 2e herziening’

2.3 Bijlagen Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e Herziening

  1. 1. Update Natuuronderzoek Hooghkamer 2012, Arcadis, 13 december 2012.
  2. 2. Akoestisch Onderzoek V2.0 naar de geluidbelasting van de omgeving vanwege de activi-teiten binnen Jongerencentrum @Hok, Geluidburo, 31 mei 2013.
  3. 3. Witteveen+Bos, Aanvullend bodemonderzoek Hooghkamer hoofdinfra fase I en fase II Terra te Voorhout, 9 april 2013.
  4. 4. Omgevingsdienst West-Holland, Besluit hogere waarde BP Hooghkamer 2001, 1e herziening, januari 2014.
  5. 5. Vergelijking verkeersintensiteiten RVMK 2009/2011.
  6. 6. VanderHelm Milieubeheer B.V., Verkennend milieukundig Bodemonderzoek t.p.v. de spoorberm km 37.7 - 38.3 te Teylingen, 8 februari 2013.
  7. 7. Reactie Hoogheemraadschap van Rijnland, 28 augustus 2013.
  8. 8. E-formulier provincie Zuid-Holland, 20 augustus 2013.
  9. 9. Nota van beantwoording zienswijzen ontwerpbestemmingsplan en ontwerpexploitatieplan 'Hooghkamer 2011, 1e herziening', 15 januari 2014
  10. 10. Nota van wijzigingen ontwerpbestemmingsplan en ontwerpexploitatieplan 'Hooghkamer 2011, 1e herziening', 16 januari 2014

2.4 Bijlagen Bestemmingsplan Hooghkamer 2011

Een groot aantal bijlagen bij het bestemmingsplan uit 2011 is relevant voor de onderhavige herziening, dan wel geeft het achtergrondinformatie. Daarom zijn deze bijlagen tevens opgenomen in de bijlagen van deze herziening.

  1. 1. RAAP-Rapport 655, Plangebied VINEX-locatie Hooghkamer, eindversie 30 januari 2001.
  2. 2. RAAP-Rapport 1159, Plangebied Polder Boekhorst, eindversie, juni 2005.
  3. 3. Inventarisatie van flora en fauna in plangebied Vinex-locatie Hooghkamer Bureau Natuur-balans - Limes Divergens, 2002.
  4. 4. Natuurcompensatie Hooghkamer, uitwerking provinciaal compensatiebeginsel en compen-satie Flora en faunawet, Arcadis, 24 augustus 2010.
  5. 5. Inventarisatie van flora en fauna in plangebied VINEX-locatie Hooghkamer, Natuurbalans - limes Divergens, 20 december 2002.
  6. 6. Mobiliteitsscan Hooghkamer, RBOI, projectnummer 203.14441.00, 22 april 2009.
  7. 7. Nadere doorrekening variant 6, Teylingen, RBOI, 9 augustus 2007.
  8. 8. Milieudienst West-Holland, besluit hogere waarde BP Hooghkamer, 10 mei 2011.
  9. 9. Het Geluidburo, Hooghkamer in Voorhout, Akoestisch onderzoek V3.2, 12 oktober 2010.
  10. 10. Onderzoek Luchtkwaliteit, Arcadis, rapport 110623/CE6/1H3/000551, 21 augustus 2006.
  11. 11. Historisch bodemonderzoek bestemmingsplan Hooghkamer, Milieudienst West-Holland,, nr. 13076, 14-2-2006.
  12. 12. Ambitietabel Duurzame Stedenbouw Hooghkamer, 26 april 2011.
  13. 13. Waterstructuurplan Hooghkamer in Teylingen, Tauw, R001-4670888MBY-mya-V01, 21 september 2009.
  14. 14. SVP Architectuur en stedenbouw, stedenbouwkundig plan Hooghkamer, 23 juni 2011.
  15. 15. Energievisie Duurzaam Hooghkamer, Ecofys, 29 juli 2010.
  16. 16. Exploitatieplan Hooghkamer, NEXT Vastgoed Consultancy BV, 23 juni 2011.
  17. 17. Milieudienst West-Holland, Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai, oktober 2010.
  18. 18. IDDS, Rapport betreffende verkennend en nader bodemonderzoek op de locatie Hooghkamer, 16 december 2010.
  19. 19. Het Geluidburo, Akoestisch onderzoek V1.2, 28 april 2011.

Hoofdstuk 3 Bijlagen Bij De Geconsolideerde Versie

  1. 1. Toelichting bestemmingsplan Hooghkamer 2011.
  2. 2. Toelichting bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e herziening.
  3. 3. Toelichting bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 2e herziening.
  4. 4. Toelichting bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 3e herziening.

Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten

Inrichting
Omschrijving Categorie
Hieronder worden in ieder geval verstaan: snackbar;
ijssalon;
automatiek;
snelbuffet;
lunchroom;
kantine;
bedrijfsrestaurant.
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van ter plaatse bereide kleine etenswaren, al dan niet voor consumptie ter plaatse.

1
Hieronder worden in ieder geval verstaan: grillroom;
restaurant;
eetcafé;
fastfood-restaurant;
crêperie;
pizzeria;
bistro.
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse gecombineerd met het verstrekken van al dan niet alcohol houdende dranken.
Het accent ligt op het verstrekken van ter plaatse bereide maaltijden.




2a
Hieronder worden in ieder geval verstaan: bar;
café;
theehuis;
koffiehuis;
cafetaria.
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet alcohol houdende dranken, al dan niet gecombineerd met kleine etenswaren voor consumptie ter plaatse.
Het accent ligt op de verstrekking van dranken.

2b
Hieronder wordt in ieder geval verstaan: discotheek;
bar-dancing;
zaalverhuur/
party-centrum*
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek en het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, alsmede de verstrekking van (alcoholhoudende) dranken ter plaatse, al dan niet met levende muziek en al dan niet met kleine etenswaren.
3

* Regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek- en dansevenementen, in tegenstelling tot zaalverhuur voor congressen en seminars.

Bijlage 1 Toelichting Bestemmingsplan Hooghkamer 2011.

Bijlage 1 Toelichting bestemmingsplan Hooghkamer 2011.

Bijlage 2 Toelichting Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e Herziening.

Bijlage 2 Toelichting bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 1e herziening.

Bijlage 3 Toelichting Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 2e Herziening.

Bijlage 3 Toelichting bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 2e herziening.

Bijlage 4 Toelichting Bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 3e Herziening.

Bijlage 4 Toelichting bestemmingsplan Hooghkamer 2011, 3e herziening.