KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 1
Artikel 4 Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 2
Artikel 5 Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 3
Artikel 6 Agrarisch - Bollenteelt - Glastuinbouwconcentratiegebied
Artikel 7 Agrarisch - Bollenteelt - Waardevolle Graslanden
Artikel 8 Agrarisch - Glastuinbouw - Bollenzone 2
Artikel 9 Agrarisch - Glastuinbouw - Waardevolle Graslanden
Artikel 10 Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij - Bollenzone 1
Artikel 11 Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij - Bollenzone 2
Artikel 12 Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij - Bollenzone 3
Artikel 13 Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij - Glastuinbouwconcentratiegebied
Artikel 14 Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij - Waardevolle Graslanden
Artikel 15 Bedrijf
Artikel 16 Bedrijf - Agrarisch Aanverwant
Artikel 17 Bedrijf - Agrarisch Bedrijventerrein
Artikel 18 Bedrijf - Agrarisch Handels- En Exportbedrijf
Artikel 19 Gemengd
Artikel 20 Groen
Artikel 21 Horeca
Artikel 22 Kantoor
Artikel 23 Landgoed
Artikel 24 Maatschappelijk - Jeugdzorg
Artikel 25 Maatschappelijk - Natuur
Artikel 26 Molen
Artikel 27 Natuur
Artikel 28 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 29 Recreatie - Dagrecreatie - 1
Artikel 30 Recreatie - Dagrecreatie - Golfbaan
Artikel 31 Recreatie - Dagrecreatie - Jachthaven 1
Artikel 32 Recreatie - Dagrecreatie - Jachthaven 2
Artikel 33 Recreatie - Dagrecreatie - Jachthaven 3
Artikel 34 Recreatie - Dagrecreatie - Jachthaven 4
Artikel 35 Recreatie - Dagrecreatie - Jachthaven 5
Artikel 36 Recreatie - Dagrecreatie - Manege 1
Artikel 37 Recreatie - Dagrecreatie - Manege 2
Artikel 38 Recreatie - Dagrecreatie - Sportveld
Artikel 39 Recreatie - Dagrecreatie - Volkstuin 1
Artikel 40 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Kampeerterrein 1
Artikel 41 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Kampeerterrein 2
Artikel 42 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Passantenhaven
Artikel 43 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Recreatiewoningen 1
Artikel 44 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Recreatiewoningen 2
Artikel 45 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Recreatiewoningen 4
Artikel 46 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Recreatiewoningen 5
Artikel 47 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Recreatiewoningen 6
Artikel 48 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Scouting 1
Artikel 49 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Scouting 2
Artikel 50 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Zeilschool
Artikel 51 Tuin
Artikel 52 Tuin 1
Artikel 53 Verkeer
Artikel 54 Verkeer - Railverkeer
Artikel 55 Water
Artikel 56 Wonen
Artikel 57 Wonen - 1
Artikel 58 Leiding - Gas
Artikel 59 Leiding - Hoogspanningsverbinding 1
Artikel 60 Leiding - Hoogspanning
Artikel 61 Leiding - Riool
Artikel 62 Leiding - Water
Artikel 63 Waarde - Archeologie 1
Artikel 64 Waarde - Archeologie 2
Artikel 65 Waarde - Archeologie 3
Artikel 66 Waarde - Archeologie 4
Artikel 67 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
Artikel 68 Waterstaat
Artikel 69 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 70 Antidubbeltelregel
Artikel 71 Algemene Bouwregels
Artikel 72 Algemene Gebruiksregels
Artikel 73 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 74 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 75 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 76 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 77 Overgangsrecht
Artikel 78 Slotregel
Hoofdstuk 1 Tussenuitspraak Raad Van State En Gewijzigde Vaststelling
1.1 Tussenuitspraak Reële Agrarische Bedrijven
1.2 Reparatie: Gewijzigde Vaststelling Van Het Plan
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Zone Rondom Het Woonschip
Bijlage 4 Maten Bij Woonschepen
Bijlage 5 Zonering Glas Voor Glas
Bijlage 6 Duurzaam In Gebruik Zijnde Teeltgronden
Bijlage 7 Adresgebonden Nevenfuncties

Buitengebied Teylingen

Bestemmingsplan - gemeente Teylingen

Vastgesteld op 15-12-2016 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Buitengebied Teylingen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1525.TEY01015- van de gemeente Teylingen.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.6 aan-huis-gebonden beroep

een dienstverlenend beroep (inclusief internetverkoop), dat in een woning of bijgebouw door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.7 achtererf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.

1.8 afhankelijke woonruimte

een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

1.9 aan het bollencomplex gerelateerde bedrijven

een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het leveren van diensten aan agrarische bedrijven in het buitengebied zo nodig met behulp van werktuigen en apparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van werktuigen of apparatuur. Kenmerkende werkzaamheden zijn cultuurtechnische werken en grondverzet, meststoffendistributie, agrarisch loonwerk en broeierijbedrijven zonder opengrondteelt.

1.10 agrarisch bedrijf

een volwaardig of reëel bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:

  1. a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt;
  2. b. bollenteelt:
    1. 1. de teelt van bloembollen, bolbloemen en knolgewassen op open grond;
    2. 2. de teelt van snijbloemen en van vergelijkbare laag blijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten op open grond ;
    3. 3. de teelt van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt op open grond;
    4. 4. broeierijen als onderdeel van een grondgebonden bollenteeltbedrijf;

niet zijnde sierteelt, boomkwekerij/-teelt, fruitteelt en bosbouw;

  1. c. boomkwekerij/-teelt: de teelt van bomen als dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan;
  2. d. bosbouw: de teelt van bomen ten behoeve van de houtproductie;
  3. e. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
  4. f. gemengd teeltbedrijf: een bedrijf dat in gelijke mate zowel gericht is op het telen van bloembollen, bolbloemen, snijbloemen en van vergelijkbare laagblijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten in zowel de volle grond als onder glas, alsmede van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt en dat ten minste 3.000 m² glas duurzaam in gebruik heeft;
  5. g. stekbedrijven: bedrijven die nagenoeg geheel gericht zijn op het vermeerderen van vaste planten tot het stadium van uitgangsmateriaal en dat ten minste 3.000 m² glas duurzaam in gebruik heeft;
  6. h. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond, waaronder ook begrepen het fokken van paarden en het houden van geiten en schapen;
  7. i. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
  8. j. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht;
  9. k. intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel;
  10. l. sierteelt: de teelt van wintergroene siergewassen, alsmede sierstruiken en sierbomen.

1.11 agrarisch aanverwant bedrijf

een bedrijf dat rechtstreeks ten dienste staat van agrarische bedrijven en gericht is op het opslaan van goederen en het leveren van goederen en/of diensten aan agrarische bedrijven (agrarische handels- en exportbedrijven daaronder niet begrepen).

1.12 agrarisch hulpgebouw

gebouwen van geringe omvang die noodzakelijk zijn voor de agrarisch bedrijfsvoering.

1.13 agrarisch loonbedrijf

een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur.

1.14 agrarisch deskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake de agrarisch sector.

1.15 archeologisch deskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.

1.16 archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.

1.17 archeologisch onderzoeksrappport

een rapport dat op basis van archeologisch onderzoek wordt opgesteld en voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.

1.18 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.19 bak

het casco inclusief omlopen van het woonschip dat uit één geheel bestaat.

1.20 basis (van een rolkas)

het ruimtebeslag van een rolkas op enig punt van de rails waarop de rolkas is gebouwd.

1.21 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.22 bed & breakfast

het op kleine schaal aanbieden van ruimte voor nachtverblijf tegen vergoeding, al dan niet met ontbijt, in of bij een (bedrijfs)woning, zonder exploitatie van zaalaccommodatie.

1.23 bedrijf

een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.

1.24 bedrijfs- of dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.25 bedrijfsgebouwen

alle op een bedrijfsperceel aanwezige gebouwen ten behoeve van de bedrijfsvoering, met uitzondering van kassen en bedrijfswoningen met bijbehorende bijgebouwen.

1.26 bestaande aantal (bedrijfs)woningen

het aantal (bedrijfs)woningen zoals aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan die tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.27 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.28 bestaande gebouwen

gebouwen zoals aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan die tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.29 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.30 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.31 Bevi-inrichting

bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.32 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.33 blauwe diensten

het uitvoeren van diensten die verband houden met het watersysteem zoals waterbeheer of onderhoud van watergangen en stuwen.

1.34 bollencomplex

de clusters van teeltbedrijven, veilingen, afzetorganisaties, handels- en exportbedrijven, en tuinbouwtoeleveranciers.

1.35 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.36 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor functies uit de bestemmingsomschrijving geschikt of geschikt te maken is.

1.37 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.38 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.39 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegelaten.

1.40 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.41 broeierij

het in geconditioneerde omstandigheden opwerken van bollen tot bloemen.

1.42 bijgebouw

een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.43 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.44 consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

1.45 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.

1.46 dagrecreatie

activiteiten gericht op ontspanning in de vrije tijd zoals sport en spel, natuurbeleving en amusement, die uitsluitend plaatsvinden binnen een tijdsbestek van een dag, zonder overnachting.

1.47 dagrecreatief lusthof

een als tuin ingericht deel van het weidegebied waar de beleving van natuur en landschap centraal staat en waarbij - ook ondergeschikt - geen horeca-activiteiten zijn toegestaan.

1.48 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

1.49 detailhandel in volumineuze goederen

een detailhandelsonderneming nader te onderscheiden in de volgende branchegroepen:

  1. a. detailhandel met betrekking tot woninginrichting waaronder meubelen, parket, zonwering en vloerbedekking;
  2. b. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  3. c. detailhandel in volumineuze goederen zoals auto's, boten, caravans, tenten, motoren, keukens, badkamers, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmaterialen, onderdelen en/of materialen;
  4. d. duurzaam in gebruik zijnde teeltgronden.

1.50 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.

1.51 duurzaam in gebruik zijnde teeltgronden

gronden die in eigendom zijn of voor een periode van ten minste 5 jaar gepacht of gehuurd worden en die gelegen zijn in de Greenport Duin- en Bollenstreek, inclusief de zuidelijke en noordelijke uitloper zoals opgenomen in bijlage 6.

1.52 erfgrens bij woonschepen

de grens waar het gebruiksrecht eindigt; indien niet is vastgelegd waar het gebruiksrecht eindigt, dan betreft het de denkbeeldige middellijn tussen twee woonschepen.

1.53 evenement

gebeurtenis, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning, cultuur, thematische markten en andere vertoningen.

1.54 evenemententerrein

gronden waarop evenementen plaatsvinden.

1.55 extensieve dagrecreatie/extensief recreatief medegebruik

niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, kanoën, zwemmen en natuurobservatie. Hieronder wordt niet verstaan het gebruik van gronden ten behoeve van de vliegsport.

1.56 geluidsgevoelige objecten

woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

1.57 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.58 horeca

één of meer van de navolgende activiteiten:

  1. a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaar;
  2. b. het exploiteren van zaalaccommodatie;
  3. c. het bedrijfsmatig verstrekken van logies;
  4. d. het bovenstaande al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.59 hoveniersbedrijf

een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.

1.60 huishouden

persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.

1.61 internetverkoop

een specifieke vorm van detailhandel zonder uitstalling, verkoop en afhaal van goederen ter plaatse, waarbij de goederen via internet worden aangeboden en overwegend per post worden geleverd.

1.62 justitiële jeugdzorginrichting

voorziening gericht op verblijf, opvoeding en behandeling op basis van justitiële maatregelen.

1.63 kamerverhuur

een samenstel van verblijfsruimten, uitsluitend of mede bestemd of gebruikt om daarin anderen dan aan de rechthebbende en de personen behorende tot diens huishouden, woonverblijf, niet in de zin van zelfstandige woongelegenheid, te verschaffen, al dan niet met gehele of gedeeltelijke verzorging; een en ander kan onder meer blijken uit het feit dat voor de kamers afzonderlijk huur wordt berekend en/of betaald en elke kamer zelfstandig wordt bewoond, waarbij al dan niet sprake is van enkele gemeenschappelijke voorzieningen.

Onder de definitie van kamerverhuur valt niet:

  • de verhuur van één tot drie kamers door de bewoner of eigenaar/bewoner van een woning aan niet meer dan in totaal vier personen, dit mits de gezamenlijke woonvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale woonvloeroppervlakte van de woning, zulks met een maximum van 40 m²; door het gemeentebestuur wordt degene aangewezen die in het kader van deze regels als bewoner wordt aangemerkt;
  • de verhuur van (een gedeelte van) de woning ten behoeve van verblijfsrecreatie.

1.64 kampeermiddelen

niet als een bouwwerk aan te merken vouwwagens, kampeerauto's, tenten, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

1.65 kantoor

voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.66 kas

een bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal met een hoogte van 1,5 m of meer, ten behoeve van de teelt of veredeling van gewassen (trek-, tunnel-, schaduw-, boog-, gaas- en rolkassen daaronder begrepen, maar met uitzondering van schuurkassen).

1.67 kweektunnels

(min of meer) halfronde, verplaatsbare constructies met een hoogte van maximaal 1,50 m, overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, bestemd voor het voortrekken van gewassen of het opkweken van plantmateriaal.

1.68 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

activiteiten (inclusief internetverkoop) die in een woning of bijgebouw door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.

1.69 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen, zoals picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.

1.70 kleinschalig kampeerterrein

een kampeerterrein voor ten hoogste 15 kampeermiddelen, niet zijnde permanente kampeermiddelen waaronder tenthuisjes en stacaravans, gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.

1.71 landschapsdeskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake landschap, natuur en/of cultuurhistorie.

1.72 landschapswaarde

de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.

1.73 maaiveld

de bovenkant van de grond of het natuurlijk terrein.

1.74 maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de bestemming Maatschappelijk - Natuur

educatieve, sociale, sociaal-culturele, woon-zorg en natuurgerichte voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen, alsook een leerwerkboerderij en een historische scheepswerf, ten behoeve van openbare dienstverlening en natuurbehoud en -ontwikkeling, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

1.75 manege

een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.

1.76 natuurgerelateerde maatschappelijke voorzieningen

educatieve, culturele, sociale en/of medische voorzieningen waarvan de activiteiten een directe relatie hebben met de natuurlijke omgeving, zoals schooltuinen of een voorziening voor dagbesteding van patiënten, met een bij de locatie passende verkeersaantrekkende werking.

1.77 natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.

1.78 nevenfunctie

naast de hoofdfunctie van een agrarisch bedrijf functionerende tak, welke dient bij te dragen aan het inkomen van het agrarische bedrijf, ondergeschikt dient te zijn aan de agrarische hoofdfunctie van het bedrijf in inkomsten, oppervlakte en tijdsbesteding en verbonden dient te zijn aan de teeltgrond en/of het bouwvlak (erf en/of overige gronden).

1.79 nieuwe bebouwing bij agrarische bedrijven

nieuwe bebouwing en uitbreiding van bestaande bebouwing.

1.80 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.81 oeverlijn

de scheidingslijn tussen water en land.

1.82 ondersteunend glas

glazen en plastic kassen met een goothoogte hoger dan 1,5 m, waaronder begrepen tunnelkassen, rolkassen, gaaskassen, regenkappen, ter ondersteuning van de hoofdactiviteit teelt van gewassen op de open grond.

1.83 orangerie

een vorstvrije winterstalling voor niet-wintervaste planten, zoals tropische planten en kuipplanten.

1.84 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.

1.85 paardenfokkerij

een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.

1.86 paardenhouderij

een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden.

1.87 paardrijactiviteiten

het houden van paarden en/of pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en/of pony's in pension te stallen en te weiden.

1.88 paardrijschool

een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt.

1.89 peil

  1. a. de bovenkant van de afgewerkte beganegrondvloer voor gebouwen indien de bovenkant van de afgewerkte beganegrondvloer ligt tussen 0 en 0,15 m boven het bestaande gemiddelde aansluitende afgewerkte terrein;
  2. b. in alle andere gevallen is dit de bovenkant van het bestaande gemiddelde aansluitende afgewerkte terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.

1.90 platte afdekking

een horizontaal vlak, ter afdekking van een gebouw, dat meer dan tweederde van de grondoppervlakte van het gebouw beslaat.

1.91 plattelandswoning

een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een agrarisch bedrijf, welke niet meer wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is, en die voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop rustende bepalingen wordt beschouwd als onderdeel van dat agrarisch bedrijf.

1.92 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.93 prostitutiebedrijf

een seksinrichting of een escortonderneming.

1.94 recreatieappartement

een gedeelte van een gebouw, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.

1.95 recreatiewoning

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.

1.96 reëel agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf waarin - gelet op het aantal dieren, hoeveelheid grond en/of inrichting - past bij ten minste een halve tot volledige arbeidskracht, met perspectief op volwaardigheid.

1.97 restaurant

een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

1.98 schuurkas

een gebouw ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 3 m of meer, waarvan alleen het dak bestaat uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal.

1.99 seizoensgebonden standplaats kampeermiddel

een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, uitsluitend gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.

1.100 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.101 Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.102 standplaats

een mobiel (verkoop)punt/ruimte ten behoeve van verkoop of dienstverlening.

1.103 standplaats voor kampeermiddel

een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.

1.104 standplaats woonwagen

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

1.105 stacaravan

een onderkomen dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

1.106 steiger

een constructie langs en boven het water, meestal in de vorm van een houten vloer en direct grenzend aan het woonschip en/of grenzend aan de oever. Tot de steiger behoort ook een eventueel aanwezige aansluitende strook van maximaal 0,5 m boven land, gemeten vanaf de oeverlijn en evenwijdig aan het water (zie onderstaande figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.TEY01015-0402_0001.png"

1.107 stekbedrijf

een agrarisch bedrijf dat nagenoeg geheel gericht is op het vermeerderen van vaste planten tot het stadium van uitgangsmateriaal.

1.108 talud

slootkant.

1.109 teeltondersteunende voorzieningen bij bollenteeltbedrijven, gemengde bedrijven en stekbedrijven

tijdelijke kweektunnels lager dan 1,5 m en afdekfolies.

1.110 ondersteunende voorzieningen bij grondgebonden veehouderijbedrijven

kuilvoerplaten, mestplaten, mestzakken en silo's.

1.111 teeltondersteunende voorzieningen bij glastuinbouwbedrijven

waterbassin, silo's en warmtekrachtinstallaties.

1.112 toeristische standplaats kampeermiddel

een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende een beperkte periode van het jaar.

1.113 vaste standplaats

het gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel of stacaravan, die gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn en als nachtverblijf uitsluitend mag worden gebruikt door personen, die hun hoofdverblijf elders hebben.

1.114 verblijfsrecreatie

activiteiten gericht op ontspanning in de vrije tijd waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar ten minste een nacht buitenshuis verblijft, niet zijnde overnachtingen bij familie en kennissen.

1.115 verblijfsrecreatieve pleziervaartuigen

pleziervaartuigen met een ligplaats in een haven.

1.116 verharding ten behoeve van woonschip

een constructie geheel boven het land gelegen in de vorm van hout of bestrating die bedoeld is voor recreatief gebruik.

1.117 verkoopvloeroppervlakte

de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.

1.118 volkstuinen

gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en/of siergewassen worden geteeld.

1.119 volwaardig agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf dat naar aard, omvang en redelijkerwijs te verwachten continuïteit en gelet op de arbeidsbehoefte als zodanig moet worden aangemerkt; de omvang omvat ten minste één volwaardige arbeidskracht met een daarbij passende arbeidsomvang en een daaruit de verwachten redelijk inkomen.

1.120 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.121 voorgevelrooilijn

de lijn waarin de voorgevel van een hoofgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan. Zie onderstaand figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.TEY01015-0402_0002.png"

1.122 water op perceelsniveau

water, niet zijnde hoofdwatergangen of water ten behoeve van waterstaatswerken, dat ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van de bestemming die aan het betreffende water is toegekend.

1.123 Wgh

de Wet geluidhinder.

1.124 Wgh-inrichting

bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.

1.125 windturbine

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.

1.126 woning of wooneenheid

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

1.127 woonschip

elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te beoordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag-of nachtverblijf van een of meer personen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.TEY01015-0402_0003.png"

1.128 zijerf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van het hoofdgebouw en tussen een denkbeeldige lijn in het verlengde van de voor- en achtergevel van het hoofdgebouw. Zie onderstaand figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.TEY01015-0402_0004.png"

1.129 figuur bezonning

afbeelding "i_NL.IMRO.1525.TEY01015-0402_0005.png"

1.130 zijgevelrooilijn bij woonschepen

de lijn die in het verlengde ligt van de zijde van de bak van het woonschip die grenst aan zone C zoals opgenomen in bijlage 3.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot bouwperceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie

  1. a. in geval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
  2. b. in geval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

Bij ondergronds bouwen: vanaf peil tot aan de bovenkant van de laagst gelegen afgewerkte vloer onder peil van een gebouw.

2.4 breedte, lengte en diepte van een gebouw

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren; bij afwezigheid van een gevel: de rand van het bouwwerk geprojecteerd op het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.5 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.7 hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.8 hoogte van een woonschip

vanaf het waterpeil tot aan het hoogste punt van het woonschip, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antenne-installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.

2.9 hoogte van erfafscheidingen en windschermen bij een woonschip

vanaf de aansluitend terrein, steiger of vlonder.

2.10 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen met dien verstande dat de inhoud van ondergrondse bouwwerken (gedeeltelijk) gelegen buiten de buitenzijde van de gevels mede in aanmerking genomen.

2.11 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.12 lengte van een woonschip

de lengte wordt in een rechte lijn gemeten over de langste lengte van het woonschip. Stootranden, loopranden, dakranden, goten etc. worden niet mee gerekend tot een maximum van 50 cm.

2.13 breedte van een woonschip

de breedte wordt gemeten over de grootste breedte van het woonschip. Stootranden, loopranden, dakranden, goten etc. worden niet mee gerekend tot een maximum van 50 cm.

2.14 hoogte van een woonschip (uiterste hoogtemaat)

vanaf het waterpeil tot aan het hoogste punt van het woonschip, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antenne-installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.

2.15 vloeroppervlakte

de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.

2.16 diepte en breedte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen

De diepte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en

  • overkappingen aan de achtergevel wordt gemeten haaks vanuit de betreffende achtergevel van het hoofdgebouw.
  • De breedte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen aan de zijgevel wordt gemeten haaks vanuit de betreffende zijgevel van het hoofdgebouw.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Bollenteelt - bollenzone 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een bollenteeltbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder b;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - gemengd teeltbedrijf': tevens de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een gemengd teeltbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder f;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning': tevens een plattelandswoning;
  4. d. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
    1. 1. bollenvelden;
    2. 2. grootschalige openheid;
    3. 3. kenmerkende landschapsstructuur;
    4. 4. natuur- en landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels, geriefhoutbosjes en overige groenvoorzieningen;
  5. e. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. g. extensief recreatief medegebruik;
  3. h. fietspaden;
  4. i. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': tevens volkstuinen;
  5. j. de in tabel 3.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie.

Tabel 3.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer * alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
onverharde wandelpaden over het land * alle gronden* 0
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen - 0
agrarisch loonbedrijf - 200
agrarisch handels- en exportbedrijf - geen limiet

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. rolkassen die een basis hebben binnen het bouwvlak en waarvan het begin van de rails binnen het bouwvlak is gelegen en 1 maal de oppervlakte van de kas op deze rails binnen het bouwvlak moet passen;
    2. 2. tijdelijke kweektunnels;
    3. 3. ondersteunend glas ter plaatse van de aanduiding 'kas';
    4. 4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 3.1 onder e;
    5. 5. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² per bouwvlak - 3 m 6 m
(ondersteunend) glas behorende bij gemengde teeltbedrijven 5.616 m2 - - 7 m
overige ondersteunend glas 3.000 m² per bouwvlak danwel aanduiding 'kas' - - 7 m
bedrijfsgebouwen ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding- 2' 3.000 m2 - 8 m 10 m
overige bedrijfsgebouwen 250 m² per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond met een maximum van 3.000 m² - 8 m 10 m
tijdelijke kweektunnels buiten bouwvlakken - - - 1,5 m
erf- of terreinafscheidingen: - - -
- voor de voorgevel 1 m
- buiten bouwvlakken 1 m
- overige plaatsen 2 m
windschermen - - - 1,5 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - -


- binnen bouwvlak 4 m
- buiten bouwvlak 2 m

- = Niet van toepassing.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van het bebouwen van de gronden ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – 2' onder de voorwaarden dat:

  1. a. het bollenteeltbedrijf ter plaatse van het totale agrarische bedrijfsperceel beschikt over meer dan 12 ha duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond;
  2. b. het oppervlak aan bedrijfsgebouwen, geen glas of ondersteunend glas zijnde, ten hoogste 125 m2 per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond bedraagt;
  3. c. de vergroting van de oppervlakte bedrijfsgebouwen dient daadwerkelijk noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering en is uitsluitend toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf hetgeen blijkt uit het advies van een agrarisch deskundige;
  4. d. er sprake is van sanering en/of een forse kwaliteitsverbetering van het landschap hetgeen blijkt uit het advies van een landschapsdeskundige;
  5. e. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing van de nieuwe bebouwing hetgeen blijkt uit het advies van een landschapsdeskundige;
  6. f. sanering en/of een forse kwaliteitsverbetering kan bereikt worden door middel van sanering van overtollige glasopstanden en/of het rendabel maken van onrendabele gronden; de omvang/wijze waarin/waarop dit gebeurt, wordt afgestemd op de concrete bouwaanvraag. Alvorens tot bouwen overgegaan mag worden, worden de afspraken in een overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer vastgelegd.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  3. c. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  4. d. het gebruik van afdekfolies is toegestaan;
  5. e. tijdelijke kweektunnels buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan in de periode van 1 januari tot en met 31 maart;
  6. f. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  7. g. nevenfuncties zijn niet toegestaan in ondersteunend glas;
  8. h. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 3.1 voorzien zijn van de aanduiding*;
  9. i. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.7 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 4 Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Bollenteelt - bollenzone 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een bollenteeltbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder b;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning': tevens een plattelandswoning;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'baggerspeciedepot': uitsluitend een baggerspeciedepot;
  4. d. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
    1. 1. bollenvelden;
    2. 2. grootschalige openheid;
    3. 3. kenmerkende landschapsstructuur;
    4. 4. natuur- en landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels, geriefhoutbosjes en overige groenvoorzieningen;
  5. e. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. g. extensief recreatief medegebruik;
  3. h. fietspaden;
  4. i. de in tabel 4.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie.

Tabel 4.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
agrarisch handels- en exportbedrijf - geen limiet
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
onverharde wandelpaden over het land alle gronden* 0
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen - 0
agrarisch loonbedrijf - 200

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. rolkassen die een basis hebben binnen het bouwvlak en waarvan het begin van de rails binnen het bouwvlak is gelegen en 1 maal de oppervlakte van de kas op deze rails binnen het bouwvlak moet passen;
    2. 2. tijdelijke kweektunnels;
    3. 3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 4.1 onder e;
    4. 4. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² per bouwvlak - 3 m 6 m
ondersteunend glas 3.000 m² - - 7 m
bedrijfsgebouwen 250 m² per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond met een maximum van 3.000 m² - 8 m 10 m
tijdelijke kweektunnels buiten bouwvlakken - - - 1,5 m
erf- of terreinafscheidingen: - - -
- voor de voorgevel 1 m
- buiten bouwvlakken 1 m
- overige plaatsen 2 m
windschermen - - - 1,5 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde

- binnen bouwvlak - - - 4 m
- buiten bouwvlak - - - 2 m

- = Niet van toepassing.

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  3. c. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  4. d. het gebruik van afdekfolies is toegestaan;
  5. e. tijdelijke kweektunnels buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan in de periode van 1 januari tot en met 31 maart;
  6. f. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  7. g. nevenfuncties zijn niet toegestaan in ondersteunend glas;
  8. h. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 4.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  9. i. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.7 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 5 Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 3

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Bollenteelt - bollenzone 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een bollenteeltbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder b;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - graszodenkwekerij': tevens een graszoden kwekerij;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning': tevens een plattelandswoning;
  4. d. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
    1. 1. bollenvelden;
    2. 2. grootschalige openheid;
    3. 3. kenmerkende landschapsstructuur;
    4. 4. natuur- en landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels, geriefhoutbosjes en overige groenvoorzieningen;
  5. e. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. g. extensief recreatief medegebruik;
  3. h. fietspaden;
  4. i. de in tabel 5.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie;
  5. j. de in Bijlage 7 opgenomen adresgebonden nevenfuncties.

Tabel 5.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
agrarisch handels- en exportbedrijf - geen limiet
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
onverharde wandelpaden over het land alle gronden* 0
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen - 0
agrarisch loonbedrijf - 200

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

5.2 Bouwregels

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. rolkassen die een basis hebben binnen het bouwvlak en waarvan het begin van de rails binnen het bouwvlak is gelegen en 1 maal de oppervlakte van de kas op deze rails binnen het bouwvlak moet passen;
    2. 2. tijdelijke kweektunnels;
    3. 3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 5.1 onder e;
    4. 4. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen, tenzij anders door middel van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² per bouwvlak - 3 m 6 m
ondersteunend glas 3.000 m² per bouwvlak - - 7 m
bedrijfsgebouwen 250 m²per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond met een maximum van 3.000 m² - 8 m 10 m
tijdelijke kweektunnels buiten bouwvlakken - - - 1,5 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
windschermen - - - 1,5 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde
- binnen bouwvlak
- buiten bouwvlak
- - -

4 m
2 m

- = Niet van toepassing.

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  3. c. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  4. d. het gebruik van afdekfolies is toegestaan;
  5. e. tijdelijke kweektunnels buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan in de periode van 1 januari tot en met 31 maart;
  6. f. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  7. g. nevenfuncties zijn niet toegestaan in ondersteunend glas;
  8. h. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 5.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  9. i. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch- graszondenkwekerij' mogen de gronden eveneens gebruikt worden voor het kweken van graszoden en de stalling van materialen en installaties ten behoeve van een graszodenkwekerij.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.7 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 6 Agrarisch - Bollenteelt - Glastuinbouwconcentratiegebied

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Bollenteelt - glastuinbouwconcentratiegebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een bollenteeltbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder b;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag niet agrarische producten': tevens de opslag van niet-agrarische producten;
  3. c. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. e. extensief recreatief medegebruik;
  3. f. de in tabel 6.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfuncties;
  4. g. de in Bijlage 7 opgenomen adresgebonden nevenfuncties.

Tabel 6.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
agrarisch handels- en exportbedrijf - geen limiet
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
onverharde wandelpaden over het land alle gronden* 0
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen - 0
agrarisch loonbedrijf - 200

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

6.2 Bouwregels

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. rolkassen die een basis hebben binnen het bouwvlak en waarvan het begin van de rails binnen het bouwvlak is gelegen en 1 maal de oppervlakte van de kas op deze rails binnen het bouwvlak moet passen;
    2. 2. tijdelijke kweektunnels;
    3. 3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 6.1 onder b;
    4. 4. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² per bouwvlak - 3 m 6 m
ondersteunend glas 3.000 m² per bouwvlak - - 7 m
bedrijfsgebouwen 250 m² per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond met een maximum van 3.000 m² - 8 m 10 m
tijdelijke kweektunnels buiten bouwvlakken - - - 1,5 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
windschermen - - - 1,5 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde
- binnen bouwvlak
- buiten bouwvlak
- - -

4 m
2 m

- = Niet van toepassing.

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  3. c. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  4. d. het gebruik van afdekfolies is toegestaan;
  5. e. tijdelijke kweektunnels buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan in de periode van 1 januari tot en met 31 maart;
  6. f. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  7. g. nevenfuncties zijn niet toegestaan in ondersteunend glas;
  8. h. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 6.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  9. i. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

6.6 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 7 Agrarisch - Bollenteelt - Waardevolle Graslanden

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Bollenteelt - waardevolle graslanden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een bollenteeltbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder b;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt': tevens de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een boomteeltbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder c;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - orangerie': tevens een orangerie;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning': tevens een plattelandswoning;
  5. e. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
    1. 1. karakteristieke graslanden;
    2. 2. water;
    3. 3. kenmerkende landschapsstructuur;
    4. 4. weidevogels;
    5. 5. waardevolle oever en slootvegetatie;
    6. 6. geriefhoutbosjes en houtwallen en -singels;
  6. f. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. g. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. h. extensief recreatief medegebruik;
  3. i. fietspaden;
  4. j. de in tabel 7.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie;
  5. k. de in Bijlage 7 opgenomen adresgebonden nevenfuncties.

Tabel 7.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
onverharde wandelpaden over het land alle gronden* 0
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen - 0
agrarisch loonbedrijf - 200
agrarisch handels- en exportbedrijf - geen limiet

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. rolkassen die een basis hebben binnen het bouwvlak en waarvan het begin van de rails binnen het bouwvlak is gelegen en 1 maal de oppervlakte van de kas op deze rails binnen het bouwvlak moet passen;
    2. 2. tijdelijke kweektunnels;
    3. 3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 7.1 onder f;
    4. 4. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² per bouwvlak - 3 m 6 m
ondersteunend glas 3.000 m² per bouwvlak - - 7 m
bedrijfsgebouwen 250 m² per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond met een maximum van 3.000 m² - 8 m 10 m
tijdelijke kweektunnels buiten bouwvlakken - - - 1,5 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
windschermen - - - 1,5 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde
- binnen bouwvlak
- buiten bouwvlak
- - -

4 m
2 m

- = Niet van toepassing.

7.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  3. c. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  4. d. het gebruik van afdekfolies is toegestaan;
  5. e. tijdelijke kweektunnels buiten het bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan in de periode van 1 januari tot en met 31 maart;
  6. f. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  7. g. nevenfuncties zijn niet toegestaan in ondersteunend glas;
  8. h. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 7.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  9. i. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis;
  10. j. gebruik ten behoeve van het agrarisch bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – 1' is uitsluitend toelaatbaar indien:
    1. 1. de kleurstelling van de noordoostelijke zijgevel van het gebouw neutraal en gedekt is uitgevoerd; de zijgevel moet worden uitgevoerd in een steenkleur, licht- tot donkergroen, grijstint of een vergelijkbare kleur;
    2. 2. de bestaande sloot aan de noordoostelijke zijde van het perceel wordt gebruikt voor landschappelijke inpassing.

7.4 Afwijken van de gebruiksregels

7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

7.6 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 8 Agrarisch - Glastuinbouw - Bollenzone 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw - bollenzone 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een glastuinbouwbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder i;
  2. b. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
    1. 1. bollenvelden;
    2. 2. grootschalige openheid;
    3. 3. kenmerkende landschapsstructuur;
    4. 4. natuur- en landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels, geriefhoutbosjes en overige groenvoorzieningen;
  3. c. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. e. extensief recreatief medegebruik;
  3. f. fietspaden;
  4. g. de in tabel 8.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie.

Tabel 8.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
onverharde wandelpaden over het land alle gronden* 0
agrarisch loonbedrijf - 200

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. teeltondersteunende voorzieningen, voor zover direct grenzend aan het bouwvlak;
    2. 2. bouwwerken, geen gebouw zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwwerk geen gebouw zijnde;
    3. 3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 8.1 onder c;
    4. 4. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² per bouwvlak - 3 m 6 m
kassen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bollenteeltbedrijf' of 'kas' 3.000 m² per bouwvlak - - 7 m
bedrijfsgebouwen elders bestaand - 8 m 10 m
kassen elders bestaand - - 7 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
tanks voor warm wateropslag - - - 10 m
warmtebassins en warmtebuffertanks - - - 4 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 onder d, teneinde een grotere oppervlakte maat aan bedrijfsgebouwen en kassen toe te staan, met inachtneming van de tabel en de volgende voorwaarden:

  1. a. de vergroting van de oppervlakte bedrijfsbebouwing, niet zijnde kassen, bedraagt ten hoogste 10% van de bestaande gezamenlijke oppervlakte bedragen;
  2. b. de oppervlakte aan kassen mag worden vergroot tot een maximum van 20.000 m²;
  3. c. de vergroting van de oppervlakte bedrijfsgebouwen en kassen is uitsluitend toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf; uit advies van een agrarisch deskundige blijkt dat sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf;
  4. d. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  5. e. de aanwezige landschapswaarden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  6. f. de uitbreiding vindt plaats binnen het bouwvlak;
  7. g. bij de uitbreiding van de bebouwing dient het hemelwaterafvoer van de toename van bebouwing te worden vastgehouden door deze toe te voegen aan het grondwater; indien dit niet mogelijk is, dient ter compensatie open water te worden gerealiseerd ter grootte van 15% van de toegevoegde oppervlakte aan bebouwing tenzij:
    1. 1. de (gezamenlijke) uitbreiding van de bebouwing minder bedraagt dan 400 m2,
      of
    2. 2. na overleg met Hoogheemraadschap Rijnland is gebleken dat er geen noodzaak tot watercompensatie aanwezig is.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  2. b. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  3. c. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  4. d. nevenfuncties zijn niet toegestaan in kassen;
  5. e. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 8.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  6. f. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

8.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.7 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 9 Agrarisch - Glastuinbouw - Waardevolle Graslanden

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw - waardevolle graslanden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een glastuinbouwbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder i;
  2. b. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
    1. 1. karakteristieke graslanden;
    2. 2. water;
    3. 3. kenmerkende landschapsstructuur;
    4. 4. weidevogels;
    5. 5. waardevolle oever en slootvegetatie;
    6. 6. geriefhoutbosjes en houtwallen en -singels;
  3. c. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. e. extensief recreatief medegebruik;
  3. f. fietspaden;
  4. g. de in tabel 9.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie.

Tabel 9.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
wandel- en ruiterpaden over het land alle gronden* 0
agrarisch loonbedrijf - 200

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. teeltondersteunende voorzieningen, voor zover direct grenzend aan het bouwvlak;
    2. 2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 9.1 onder c;
    3. 3. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² - 3 m 6 m
bedrijfsgebouwen volledig bouwvlak - 5 m 10 m
kassen volledig bouwvlak - 4 m 7 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
tanks voor warm wateropslag - - - 10 m
warmtebassins en warmtebuffertanks - - - 4 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - -
3 m

- = Niet van toepassing.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  2. b. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  3. c. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  4. d. nevenfuncties zijn niet toegestaan in kassen;
  5. e. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 9.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  6. f. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

9.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.6 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 10 Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij - Bollenzone 1

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Grondgebonden veehouderij - bollenzone 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een grondgebonden veehouderijbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder h;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - lusthof': tevens voor een dagrecreatief lusthof';
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens voor een kampeerterrein;
  4. d. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
    1. 1. bollenvelden;
    2. 2. grootschalige openheid;
    3. 3. kenmerkende landschapsstructuur;
    4. 4. natuur- en landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels, geriefhoutbosjes en overige groenvoorzieningen;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - neventak intensieve veehouderij': tevens voor een agrarisch bedrijf in de vorm van een intensieve veehouderij bij wijze van neventak;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hobbymatig': tevens voor hobbymatige veehouderij;
  7. g. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. i. extensief recreatief medegebruik;
  3. j. fietspaden;
  4. k. de in tabel 10.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie.

Tabel 10.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
onverharde wandelpaden over het land alle gronden* 0
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen - 0
agrarisch loonbedrijf - 200
veehandelsbedrijf, africhtingsbedrijf voor paarden, foeragehandel en/of paardenhandel - 100

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 10.1 onder g;
    2. 2. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak per bouwvlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² - 3 m 6 m
bedrijfsgebouwen volledig bouwvlak - 8 m 10 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
silo's - - - 10 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  3. c. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  4. d. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  5. e. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 10.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  6. f. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.
  7. g. tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
    1. 1. het gebruik van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de uitbreiding of wijziging van de bestaande veestapel (de veestapel zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan met dien verstande dat dit niet meer mag zijn dan is vergund of gemeld op basis van de Wet Milieubeheer), danwel een wijziging van het stalsysteem, waarbij een toename plaatsvindt van de ammoniakemissie vanaf het betreffende agrarische bedrijf.

10.4 Afwijken van de gebruiksregels

10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.6 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 11 Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij - Bollenzone 2

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Grondgebonden veehouderij - bollenzone 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een grondgebonden veehouderijbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder h;
  2. b. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
    1. 1. bollenvelden;
    2. 2. grootschalige openheid;
    3. 3. kenmerkende landschapsstructuur;
    4. 4. natuur- en landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels, geriefhoutbosjes en overige groenvoorzieningen;
  3. c. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. e. extensief recreatief medegebruik;
  3. f. fietspaden;
  4. g. de in tabel 11.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie.

Tabel 11.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
onverharde wandelpaden over het land alle gronden* 0
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen - 0
agrarisch loonbedrijf - 200
veehandelsbedrijf, africhtingsbedrijf voor paarden, foeragehandel en/of paardenhandel - 100

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 11.1 onder c;
    2. 2. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak per bouwvlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² - 3 m 6 m
bedrijfsgebouwen volledig bouwvlak - 8 m 10 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
silo's - - - 10 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  3. c. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  4. d. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  5. e. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 11.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  6. f. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.
  7. g. tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
    1. 1. het gebruik van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de uitbreiding of wijziging van de bestaande veestapel (de veestapel zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan met dien verstande dat dit niet meer mag zijn dan is vergund of gemeld op basis van de Wet Milieubeheer), danwel een wijziging van het stalsysteem, waarbij een toename plaatsvindt van de ammoniakemissie vanaf het betreffende agrarische bedrijf.

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

11.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

11.7 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 12 Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij - Bollenzone 3

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Grondgebonden veehouderij - bollenzone 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een grondgebonden veehouderijbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder h;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij': tevens voor een zorgboerderij;
  3. c. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
    1. 1. bollenvelden;
    2. 2. grootschalige openheid;
    3. 3. kenmerkende landschapsstructuur;
    4. 4. natuur- en landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels, geriefhoutbosjes en overige groenvoorzieningen;
  4. d. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. e. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. f. extensief recreatief medegebruik;
  3. g. fietspaden;
  4. h. de in tabel 12.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie.

Tabel 12.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
onverharde wandelpaden over het land alle gronden* 0
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen - 0
agrarisch loonbedrijf - 200
veehandelsbedrijf, africhtingsbedrijf voor paarden, foeragehandel en/of paardenhandel - 100

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 12.1 onder d;
    2. 2. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak per bouwvlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² - 3 m 6 m
bedrijfsgebouwen volledig bouwvlak - 8 m 10 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
silo's - - - 10 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

12.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  3. c. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  4. d. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  5. e. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 12.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  6. f. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.
  7. g. tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
    1. 1. het gebruik van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de uitbreiding of wijziging van de bestaande veestapel (de veestapel zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan met dien verstande dat dit niet meer mag zijn dan is vergund of gemeld op basis van de Wet Milieubeheer), danwel een wijziging van het stalsysteem, waarbij een toename plaatsvindt van de ammoniakemissie vanaf het betreffende agrarische bedrijf.

12.4 Afwijken van de gebruiksregels

12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

12.6 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 13 Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij - Glastuinbouwconcentratiegebied

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Grondgebonden veehouderij - glastuinbouwconcentratiegebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een grondgebonden veehouderijbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder h;
  2. b. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. d. extensief recreatief medegebruik;
  3. e. de in tabel 13.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie.

Tabel 13 .1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
onverharde wandelpaden over het land alle gronden* 0
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen - 0
agrarisch loonbedrijf - 200
veehandelsbedrijf, africhtingsbedrijf voor paarden, foeragehandel en/of paardenhandel - 100

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

13.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 13.1 onder b;
    2. 2. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak per bouwvlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² - 3 m 6 m
bedrijfsgebouwen volledig bouwvlak - 8 m 10 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
silo's - - - 10 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan;
  2. b. het gebruik van afdekfolies is toegestaan.
  3. c. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  4. d. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  5. e. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  6. f. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 13.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  7. g. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.
  8. h. tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
    1. 1. het gebruik van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de uitbreiding of wijziging van de bestaande veestapel (de veestapel zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan met dien verstande dat dit niet meer mag zijn dan is vergund of gemeld op basis van de Wet Milieubeheer), danwel een wijziging van het stalsysteem, waarbij een toename plaatsvindt van de ammoniakemissie vanaf het betreffende agrarische bedrijf.

13.4 Afwijken van de gebruiksregels

13.5 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 14 Agrarisch - Grondgebonden Veehouderij - Waardevolle Graslanden

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Grondgebonden veehouderij - waardevolle graslanden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf in de vorm van een grondgebonden veehouderijbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder h;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': tevens voor een kampeerterrein;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens voor een recreatiewoning;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kuilvoerplaat'; uitsluitend voor kuilvoerplaten;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': tevens een botenopslag;
  6. f. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
    1. 1. karakteristieke graslanden;
    2. 2. water;
    3. 3. kenmerkende landschapsstructuur;
    4. 4. weidevogels;
    5. 5. waardevolle oever en slootvegetatie;
    6. 6. geriefhoutbosjes en houtwallen en -singels;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - neventak intensieve veehouderij': tevens voor een agrarisch bedrijf in de vorm van een intensieve veehouderij bij wijze van neventak:
  8. h. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water op perceelsniveau, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. i. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. j. extensief recreatief medegebruik;
  3. k. kleinschalige natuurontwikkeling;
  4. l. fietspaden;
  1. m. de in tabel 14.1 genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing, dat in gebruik mag worden genomen ten dienste van de nevenfunctie;
  2. n. de in Bijlage 7 opgenomen adresgebonden nevenfuncties.

Tabel 14 .1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van eigen/agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) - 100
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing - 500
agrarisch natuur- en landschapsbeheer alle gronden* 100
bed & breakfast - maximaal 3 kamers en 8 bedden
opslag en stalling van recreatieve attributen zoals boten en caravans - 500
wandel- en ruiterpaden over het land alle gronden* 0
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen - 0
agrarisch loonbedrijf - 200
veehandelsbedrijf, africhtingsbedrijf voor paarden, foeragehandel en/of paardenhandel - 100

* = dit betreft tevens de gronden buiten het bouwvlak.

- = Niet van toepassing.

14.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    1. 1. erf- en terreinafscheidingen;
    2. 2. zonnepanelen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - zonnepanelen';
    3. 3. agrarische hulpgebouwen;
    4. 4. kuilvoerplaten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kuilvoerplaat';
    5. 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen zoals opgenomen in lid 14.1 onder h;
    6. 6. reële agrarische bedrijven: ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf is nieuwe bebouwing niet toegestaan; omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen, tenzij anders door middel van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  4. d. het aantal recreatiewoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het aantal recreatiewoningen zoals aangegeven door middel van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen';
  5. e. het aantal agrarische hulpgebouwen buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 per bedrijf
  6. f. overigens geldt het volgende:
max.
oppervlak
max.
inhoud
max. goot- hoogte max. bouw- hoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² - 3 m 6 m
agrarische hulpgebouwen buiten het bouwvlak 75 m2 - 3 m 6 m
overige bedrijfsgebouwen volledig bouwvlak - 8 m 10 m
recreatiewoningen bestaand - 3 m 3,5 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
silo's - - - 10 m
zonnepanelen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding zonnepanelen' - - - 1,5 m
botenloods op de gronden met de aanduiding 'opslag' bestaand - bestaand bestaand
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

14.3 Afwijken van de bouwregels

14.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de teelt van ruwvoeder anders dan gras is niet toegestaan;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  3. c. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  4. d. de nevenfunctie bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen;
  5. e. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van de nevenfuncties die in tabel 14.1 voorzien zijn van de aanduiding *;
  6. f. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.
  7. g. tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
    1. 1. het gebruik van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de uitbreiding of wijziging van de bestaande veestapel (de veestapel zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan met dien verstande dat dit niet meer mag zijn dan is vergund of gemeld op basis van de Wet Milieubeheer), danwel een wijziging van het stalsysteem, waarbij een toename plaatsvindt van de ammoniakemissie vanaf het betreffende agrarische bedrijf.

14.5 Afwijken van de gebruiksregels

14.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

14.7 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 15 Bedrijf

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven vallende in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg is toegestaan;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg is toegestaan;
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend nutsvoorzieningen zijn toegestaan;
    4. 4. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal' uitsluitend gemalen zijn toegestaan;
    5. 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - scheepsbouw 3.1' uitsluitend een scheepsbouwbedrijf en opslag van boten uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan;
    6. 6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - botenstalling': uitsluitend een botenstalling is toegestaan;
    7. 7. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' uitsluitend opslag is toegestaan;
    8. 8. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting': uitsluitend een ontsluiting ten dienste van de bestemming 'Bedrijf' en ten behoeve van de aangrenzende gronden met een agrarische functie is toegestaan;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - lasinrichting ': tevens een lasinrichting uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf ': tevens een timmerbedrijf uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier ': tevens een hoveniersbedrijf uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - machinefabriek ': tevens een machinefabriek uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - scheepsbouw 3.2': tevens een scheepsbouwbedrijf uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vuilafvoerbedrijf ': tevens een vuilafvoerbedrijf uit categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - dierenpension ': tevens een dierenpension uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf 3.1': tevens een metaalbewerkingsbedrijf uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf 3.2': tevens een metaalbewerkingsbedrijf uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf': tevens een aannemersbedrijf uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  12. l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vleesgroothandel': tevens een vleesgroothandel uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  13. m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handels- en exportbedrijf': tevens agrarische handels- en exportbedrijven;
  14. n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autoverkoop': tevens de verkoop van auto's;
  15. o. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens zelfstandige kantoren;
  16. p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gasontvangststation': tevens een gasontvangststation;
  17. q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf': tevens een garagebedrijf inclusief de verkoop van motorbrandstoffen;
  18. r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw': een bedrijfsverzamelgebouw;
  19. s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kookstudio': een kookstudio in de vorm van een ruimte waar in besloten sfeer kookworkshops worden gegeven en/of groepen onder professionele begeleiding werken in een keuken en waarbij uitsluitend ten behoeve van deze activiteiten het schenken van alcoholische dranken is toegestaan;
  20. t. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in agrarische machines en aanverwante producten': een groothandel in agrarische machines en aanverwante producten uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  21. u. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen.

15.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen, tenzij anders door middel van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' in geen geval een bedrijfswoning is toegestaan en ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' 1 bedrijfswoning is toegestaan;
  3. c. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak per bouwvlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² - 3 m
6 m
bedrijfsgebouwen bestaand + 10%* - 8 m
10 m
kassen bestaand + 10% - - 7 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gasontvangststation'
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
3 m



2 m
licht- en reclamemasten - - - 6 m
bedrijfsinstallaties - - - 12 m
hoogspanningsmasten ten behoeve van een hoogspanningsverbinding - - - 40 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

* tenzij anders doormiddel van een maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' of maximum bebouwingsprecentage is aangegeven

met dien verstande dat:

  1. d. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf 3.1' aanvullend de volgende regels gelden:
    1. 1. een werkplaats met een oppervlakte van ten hoogste 200 m2, een goothoogte van 3 m en een bouwhoogte van 6 m is toegestaan;
    2. 2. de bouwhoogte van de bedrijfshal ten minste even hoog is als de bedrijfswoning;
    3. 3. aan de noordoostgevel van de bedrijfswoning aansluitend een geluidscherm wordt opgericht welke reikt tot een hoogte van ten minste 2/3 van de hoogste verdieping van de woning en het scherm richting zuidoosten loopt met een lengte van ten minste 2,5 meter waarbij de diepte van de woning bij deze schermlengte maximaal 12,5 meter bedraagt.
  2. e. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 1' de volgende regels gelden:
    1. 1. de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste 4.400 m2;
    2. 2. de goothoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste 4,4 m en de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 6,2 m;
    3. 3. voldaan wordt aan de voorwaardelijk verplichting om binnen één jaar na start van de bouw de kassen op het perceel te slopen;
  3. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maten' in afwijking van het bepaalde onder d, de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,25 m bedraagt.

15.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan, met uitzondering van bouwvlakken met de aanduiding:
    1. 1. 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw'
    2. 2. 'specifieke vorm van bedrijf - twee bedrijven' met dien verstande dat:
      • het aantal bedrijven ter plaatse van deze aanduiding ten hoogste 2 betreft:
      • de milieucategorie van het tweede bedrijf, niet zijn het metaalverwerkingsbedrijf uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (of ieder ander bedrijf uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten) ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten bedraagt;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m²;
  3. c. Bevi-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bevi';
  4. d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  5. e. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  6. f. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  7. g. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  8. h. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan.
  9. i. lpg-vulpunten zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt';
  10. j. internetverkoop is toegestaan, mits ondergeschikt aan de hoofdfunctie.
  11. k. de gronden en bebouwing op het perceel 's Gravendamseweg 30 mogen uitsluitend in gebruik genomen worden conform de bestemming bedrijf mits alle kassen op het perceel, conform de overeenkomst met de gemeente gesloopt zijn.

15.4 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.1:

  1. a. om bedrijven toe te laten uit één categorie hoger dan in lid 15.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 15.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 15.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

15.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 16 Bedrijf - Agrarisch Aanverwant

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Agrarisch aanverwant' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan het bollencomplex gerelateerde bedrijven;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel agrarisch aanverwant': tevens een groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen uit categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf': tevens een loonbedrijf;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;
  5. e. de in tabel 16 .1 genoemde toegestane nevenfuncties;
  6. f. de in Bijlage 7 opgenomen adresgebonden nevenfuncties.

Tabel 16 .1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie
de verwerking en verkoop aan huis van hoofdzakelijk ter plaatse geproduceerde agrarische producten
stalling van caravans, kampeerauto's en daarmee gelijk te stellen vervoermiddelen
voor recreatief gebruik in bestaande bebouwing (niet in kassen en geen stalling van voertuigen zoals oldtimers die regelmatig en frequent uit de stalling worden gehaald)
kleinschalige dagrecreatieve activiteiten in de vorm van het inrichten en gebruiken
van ruimten voor doeleinden op het gebied van dagrecreatie, zoals voorlichtingsruimten, verkoopruimten

16.2 Bouwregels

16.3 Afwijken van de bouwregels

16.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  2. b. het oppervlak van gronden in gebruik voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende erven en tuinen bedraagt ten hoogste 1.000 m².
  3. c. Bevi-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bevi';
  4. d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  5. e. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  6. f. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  7. g. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  8. h. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan.

16.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 17 Bedrijf - Agrarisch Bedrijventerrein

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder b;
  1. a. de uitoefening van een grondgebonden veehouderijbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder h;
  2. b. opslag en stalling van materialen ten behoeve van musea, verenigingen of andere culturele instellingen;
  3. c. behoud en versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, waaronder afschermend groen;
  4. d. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen.

17.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat kassen niet zijn toegestaan;
  2. b. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  3. c. overigens geldt het volgende:
max. bouwhoogte
bedrijfsgebouwen 7 m
overig erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen

1 m
1 m
2 m
silo's
- voedersilo's
- sleufsilo's

12 m
1,5 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m

17.3 Wijzigingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gronden ter plaatse van de 'wetgevingszone - wijzigingsgebied glastuinbouw 4' te wijzigen in een bestemming ten behoeve van de vestiging van gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. wijziging is alleen mogelijk in het kader van nieuwvestiging, hervestiging dan wel verplaatsing en uitbreiding van bestaande glastuinbouwbedrijven;
  2. b. er dient een inrichtingsplan te zijn waaruit ten minste het volgende moet blijken:
    1. 1. ten minste 10% van de oppervlakte van de in het plan begrepen gronden dient voor waterbergingsdoeleinden te worden gereserveerd;
    2. 2. ten minste 10% van de oppervlakte van de in het plan begrepen gronden dient landschappelijke inpassing worden gereserveerd;
    3. 3. op welke wijze eventuele aantasting van natuur- en landschapswaarden wordt gecompenseerd;
    4. 4. dat voldaan wordt aan de principes van de duurzaamheidsladder, artikel 2.1.5 lid 6 van de Verordening Ruimte zoals vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland bij besluit van 30 juni 2014;
  3. c. vooraf dient een onderzoek te zijn uitgevoerd naar de aanwezigheid van plant- en diersoorten die zijn beschermd bij of krachtens de Flora- en faunawet;
  4. d. wijziging is alleen mogelijk indien geen sprake is van een toename van ammoniakdepositie binnen Natura 2000 als gevolg van de wijziging, dan wel met een toename van ammoniakemissie als gevolg van de wijziging geen afbreuk wordt gedaan aan bestaande natuurwaarden.

Artikel 18 Bedrijf - Agrarisch Handels- En Exportbedrijf

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Agrarisch handels- en exportbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aan het bollencomplex verwante handels- en exportbedrijven;
  2. b. de teelt van bollen bij wijze van neventak;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf': tevens een transportbedrijf uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - handel in zwembaden en toebehoren': tevens de handel in zwembaden en toebehoren;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens parkeren ten behoeve van evenementen toelaatbaar op het evenemententerrein als bedoeld in artikel 72.2.2;
  7. g. de in tabel 18.1 genoemde toegestane nevenfuncties;
  8. h. de in Bijlage 7 opgenomen adresgebonden nevenfuncties.

Tabel 18.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie
de verwerking en verkoop aan huis van hoofdzakelijk ter plaatse geproduceerde agrarische producten
stalling van caravans, kampeerauto's en daarmee gelijk te stellen vervoermiddelen
voor recreatief gebruik in bestaande bebouwing (niet in kassen en geen stalling van voertuigen zoals oldtimers die regelmatig en frequent uit de stalling worden gehaald )
kleinschalige dagrecreatieve activiteiten in de vorm van het inrichten en gebruiken
van ruimten voor doeleinden op het gebied van dagrecreatie, zoals voorlichtingsruimten, verkoopruimten

18.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  3. c. overigens geldt het volgende:
max oppervlak per bouwvlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² - 3 m 6 m
bedrijfsgebouwen bestaand + 10%* - 8 m 10 m
kassen bestaand + 10% - - 7 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
licht- en reclamemasten - - - 6 m
bedrijfsinstallaties - - - 12 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

* tenzij anders doormiddel van een maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' is aangegeven.

18.3 Afwijken van de bouwregels

18.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. per bouwvlak is ten hoogste 1 bedrijf toegestaan;
  2. b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  3. c. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan.

18.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 19 Gemengd

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een grondgebonden veehouderij bij wijze van deeltijd hetgeen betekent dat de omvang van de activiteiten - gelet op het aantal dieren, hoeveelheid grond en/of inrichting - past bij minder dan een halve arbeidskracht, waarbij de bestaansmogelijkheden en continuïteit anderzins zijn verzekerd;
  2. b. verblijfsrecreatie in de vorm van 3 recreatieve appartementen en 3 bed&breakfast eenheden;
  3. c. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van het houden van vergaderingen en workshops;
  4. d. horeca als ondersteunende functie ten behoeve van het bepaalde onder b en c;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen.

19.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op erf- en terreinafscheidingen en kuilvoerplaten;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen bedraagt 1 per bouwvlak tenzij anders door middel van een maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max oppervlak per bouwvlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² - 3 m 6 m
bedrijfsgebouwen ten behoeve van overige functies bestaand + 10% - 8 m 10 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
silo's - - - 10 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = niet van toepassing

19.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. ten behoeve van de ondersteunende horeca zoals bepaald in lid 19.1 onder d mag ten hoogste 100 m2 van de bestaande bebouwing in gebruik genomen worden;
  2. b. ten behoeve van de ondersteunende horeca zoals bepaald in lid 19.1 onder d mag ten hoogste 100 m2 van de onbebouwde gronden in gebruik genomen worden voor een terras.

Artikel 20 Groen

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen, water en voet- en fietspaden;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - uitkijkpunt': tevens een uitkijkpunt, ligweide, speelvoorzieningen, parkeren en toegangswegen.

20.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw en geen overkapping zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - uitkijkpunt' tevens 1 gebouw met een oppervlakte van ten hoogste 9 m2 en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m ten behoeve van sanitaire voorzieningen toegestaan;
  3. c. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 4 m;
  4. d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw en geen overkapping zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van een uitkijkpunt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - uitkijkpunt' ten hoogste 5 m bedraagt.

Artikel 21 Horeca

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2': tevens horeca uit categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en toegangswegen.

21.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op erf- en terreinafscheidingen;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak per bouwvlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) - 750 m³ 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning 50 m² - 3 m
6 m
bedrijfsgebouwen - - 6 m 10 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
vlaggenmasten - - - 9 m
licht- en reclamemasten - - - 6 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

21.3 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 21.1 om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 21.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 21.1 genoemd.

Artikel 22 Kantoor

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Kantoor ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

22.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op erf- en terreinafscheidingen;
  3. c. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak per bouwvlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfsgebouwen - - 6 m 10 m
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
vlaggenmasten - - - 9 m
licht- en reclamemasten - - - 6 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

Artikel 23 Landgoed

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. behoud, bescherming en beheer van het Landgoed Huys te Warmont;
  2. b. instandhouding bosgebied;
  3. c. behoud van de waarden van natuur en landschap;
  4. d. bosbouwkundige en cultuurhistorische waarden;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

23.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming in de vorm van een kantine en opslagruimte worden gebouwd;
  2. b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de bestaande goothoogte;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de bestaande bouwhoogte;
  4. d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1 m.

Artikel 24 Maatschappelijk - Jeugdzorg

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Jeugdzorg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een justitiële opvanginrichting;
  2. b. niet justitiele jeugdzorg;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

24.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  3. c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. bouwhoogte
bedrijfsgebouwen 11 m, tenzij anders aangegeven met de aanduiding 'maximum bouwhoogte'
erf- of terreinafscheidingen 5 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m

Artikel 25 Maatschappelijk - Natuur

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen die passen in een natuurlijke omgeving, met dien verstande dat:
    1. 1. de beperkte bereikbaarheid van het gebied geen bezwaar oplevert voor het functioneren van de functie(s);
    2. 2. dat er geen verkeerskundige bezwaren zijn verbonden aan de aanwezigheid van de functie voor de aan de westzijde van de Haarlemmertrekvaart gesitueerde weg. Hierbij dient de doorstroming, alsmede de voor de functie(s) benodigde parkeercapaciteit, gewaarborgd te zijn;
  2. b. boomgaard en/of dierenweide;
  3. c. met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken.

25.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  3. c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwvlak ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
  4. d. overigens geldt het volgende
max. oppervlak per bouwvlak max. inhoud per bouwvlak max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoning (incl. aan- en uitbouwen en bijgebouwen) - 750 m³ 6 m 9 m
bedrijfsgebouwen - - 3,5 m 8 m
hooibergen en vogelspottorens - - - 7 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 2 m

- = Niet van toepassing.

Artikel 26 Molen

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een molen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

26.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de wieken en de omloop van een molen tot buiten het bouwvlak mogen reiken;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op erf- en terreinafscheidingen;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak per bouwvlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
bedrijfswoningen bestaand bestaand bestaand bestaand
bedrijfsgebouwen bestaand bestaand bestaand bestaand
erf- of terreinafscheidingen: - - -
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
1 m
1 m
2 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing.

Artikel 27 Natuur

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden;
  2. b. agrarisch medegebruik;
  3. c. extensieve dagrecreatie ondergeschikt aan het bepaalde in lid a;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi': tevens een eendenkooi, mede ten behoeve van educatieve doeleinden;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'steiger': tevens steigers en waterrecreatie;
  6. f. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals nutsvoorzieningen, oeverbeschoeiingen, water en toegangs- en onderhoudspaden.

27.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi', waarbij het bestaande aantal, de bestaande oppervlakte en de bestaande goothoogte als maximum toelaatbaar worden aangehouden;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  3. c. op de gronden met de aanduiding 'steiger' gelden de volgende regels:
    1. 1. per aangrenzende woning is ten hoogste 1 steiger toegestaan;
    2. 2. de lengte en breedte van de steiger bedraagt ten hoogste respectievelijk 6 m en 1,5 m;
    3. 3. de bouwhoogte van de steiger bedraagt ten hoogste de hoogte van het peil;
    4. 4. de steiger overschrijdt de oeverlijn aan de landzijde met ten hoogste 0,5 m.

27.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.2 onder a, teneinde gebouwen ten behoeve van de bestemming toe te staan, onder de volgende voorwaarden:

  1. a. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  2. b. de oppervlakte per gebouw bedraagt ten hoogste 40 m²;
  3. c. het gebouw is ten behoeve van educatieve doeleinden en/of een doelmatig beheer en onderhoud van de in lid 27.1 bedoelde gronden noodzakelijk;
  4. d. van de afwijking kan slechts eenmalig gebruik gemaakt worden;
  5. e. de natuurwaarden op het perceel en in de omgeving mogen niet onevenredig geschaad worden;
  6. f. er dient voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid;
  7. g. de verkeersaantrekkende werking mag niet onevenredig toenemen.

27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 28 Recreatie - Dagrecreatie

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatieve voorzieningen;
  2. b. extensieve dagrecreatie;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - extensief agrarisch medegebruik': tevens extensief agrarisch medegebruik;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden': het behoud van natuurwaarden;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water, wandel- en fietspaden en toegangswegen.

28.2 Bouwregels

28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 29 Recreatie - Dagrecreatie - 1

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie -1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatieve functies;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, wandel- en fietspaden en toegangswegen.

29.2 Bouwregels

Artikel 30 Recreatie - Dagrecreatie - Golfbaan

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie - golfbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een golfbaan;
  2. b. extensieve dagrecreatie;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water, wandel- en fietspaden en toegangswegen.

30.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - clubhuis' is uitsluitend een verenigingsgebouw inclusief kantine, met een oppervlakte van ten hoogste 600 m² toegestaan;
  3. c. het bepaalde onder a is niet van toepassing op ten hoogste 3 schuilgelegenheden en ten hoogste 1 toiletgebouw, met dien verstande dat:
    1. 1. de oppervlakte van een schuilgelegenheid ten hoogste 5 m² bedraagt, waarbij de oppervlaktemaat aan één zijde met ten hoogste 1 m overschreden mag worden door een luifel;
    2. 2. de bouwhoogte van een schuilgelegenheid ten hoogste 3 m bedraagt;
    3. 3. de oppervlakte van het toiletgebouw ten hoogste 9,5 m² bedraagt, waarbij de oppervlaktemaat aan één zijde met ten hoogste 1 m overschreden mag worden door een luifel;
    4. 4. de bouwhoogte van het toiletgebouw ten hoogste 3 m bedraagt;
  4. d. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  5. e. behoudens het bepaalde onder c, bedraagt de goothoogte van gebouwen ten hoogste 4,5 m tenzij anders door middel van de maatvoeringsaanduiding maximum goothoogte is aangegeven;
  6. f. behoudens het bepaalde onder c, bedraagt de bouwhoogte van gebouwen ten hoogste 9 m tenzij anders door middel van de maatvoeringsaanduiding maximum bouwhoogte is aangegeven;
  7. g. de bouwhoogte van overkappingen bedraag ten hoogste 2 m;
  8. h. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,5 m;
  9. i. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 9 m.

Artikel 31 Recreatie - Dagrecreatie - Jachthaven 1

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie - jachthaven 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een jachthaven inclusief zeilvereniging;
  2. b. bedrijfsactiviteiten in de vorm van reparatie aan vaartuigen uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied': tevens ligplaatsen voor woonschepen en woonschepen liggend in landelijk gebied;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats landelijk gebied': tevens ligplaatsen voor woonschepen en woonschepen liggend in landelijk gebied;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals steigers, groen, parkeervoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

31.2 Bouwregels

31.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied' en 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats landelijk gebied' gelden de volgende regels:
    1. 1. het aantal woonschepen per aanduiding bedraagt ten hoogste 1 tenzij anders door middel van een maatvoeringaanduiding is aangegeven;
    2. 2. het aanmeren van woonschepen anders dan genoemd in bijlage 4 is niet toegestaan;
    3. 3. drijvende vlonders zijn niet toegestaan;
    4. 4. per woonschip zijn ten hoogste 2 pleziervaartuigen toegestaan met dien verstande dat:
      • de doorvaart niet belemmerd mag worden;
      • de pleziervaartuigen in zijn geheel binnen een afstand van 5 m van de aanduiding specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied' of 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats landelijk gebied' aangemeerd worden. Indien, als gevolg van belemmering van de doorvaart, het aanmeren van pleziervaartuigen uitsluitend parallel van de wal in zone B en C (zoals aangegeven in bijlage 3) mogelijk is, mag een afstand van 7 m aangehouden worden;
    5. 5. pleziervaartuigen bij woonschepen zijn uitsluitend in de periode 1 april t/m 31 oktober toegestaan met dien verstande dat pleziervaartuigen bij woonschepen buiten de periode buiten 1 april t/m 31 oktober wel zijn toegestaan indien is aangetoond dat het pleziervaartuig noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van het woonschip;
  2. b. Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'woonschip 1 t/m 226' gelden tevens de volgende regels:
    1. 1. de hoogte van het woonschip bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat, indien de bestaande hoogte zoals opgenomen in bijlage 4 meer bedraagt dan 3 m, deze bestaande hoogte als maximaal aangehouden mag worden;
    2. 2. de breedte en lengte van de uiterste bakmaat en de opbouwmaat van bestaande woonschepen en bijbehorende voorzieningen zoals opgenomen in het bijlage 4 mag niet worden overschreden.
  3. c. het aantal woonschepen op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschip' bedraagt ten hoogste 10.

Artikel 32 Recreatie - Dagrecreatie - Jachthaven 2

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie - jachthaven 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een jachthaven;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied': tevens ligplaatsen voor woonschepen en woonschepen liggend in landelijk gebied;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden': het behoud van natuurwaarden;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals steigers, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

32.2 Bouwregels

32.3 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied' gelden de volgende regels:

  1. a. het aantal woonschepen per aanduiding bedraagt ten hoogste 1 tenzij anders door middel van een maatvoeringaanduiding is aangegeven;
  2. b. het aanmeren van woonschepen anders dan genoemd in bijlage 4 is niet toegestaan;
  3. c. drijvende vlonders zijn niet toegestaan;
  4. d. per woonschip zijn ten hoogste 2 pleziervaartuigen toegestaan met dien verstande dat:
    1. 1. de doorvaart niet belemmerd mag worden;
    2. 2. de pleziervaartuigen in zijn geheel binnen een afstand van 5 m van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied' aangemeerd worden. Indien, als gevolg van belemmering van de doorvaart, het aanmeren van pleziervaartuigen uitsluitend parallel van de wal in zone B en C (zoals aangegeven in bijlage 3) mogelijk is, mag een afstand van 7 m aangehouden worden;
  5. e. pleziervaartuigen bij woonschepen zijn uitsluitend in de periode 1 april t/m 31 oktober toegestaan met dien verstande dat pleziervaartuigen bij woonschepen buiten de periode buiten 1 april t/m 31 oktober wel zijn toegestaan indien is aangetoond dat het pleziervaartuig noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van het woonschip.

Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'woonschip 1 t/m 226' gelden tevens de volgende regels:

  1. f. de hoogte van het woonschip bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat:
    1. 1. indien de bestaande hoogte zoals opgenomen in bijlage 4 meer bedraagt dan 3 m, deze bestaande hoogte als maximaal aangehouden mag worden;
  2. g. de breedte en lengte van de uiterste bakmaat en de opbouwmaat van bestaande woonschepen en bijbehorende voorzieningen zoals opgenomen in het bijlage 4 mag niet worden overschreden.

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 33 Recreatie - Dagrecreatie - Jachthaven 3

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie - jachthaven 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een jachthaven;
  2. b. bedrijfsactiviteiten in de vorm van reparatie aan vaartuigen uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'bed&breakfast': tevens verblijfsrecreatie in de vorm van een bed&breakfast;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied': tevens ligplaatsen voor woonschepen en woonschepen liggend in bebouwd gebied;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats bebouwd gebied': tevens ligplaatsen voor woonschepen en woonschepen liggend in bebouwd gebied;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens een burgerwoning;
  7. g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals steigers, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

33.2 Bouwregels

Algemeen

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen bedraagt per bouwvlak ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage van het bouwvlak;
  3. c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen;
  4. d. het aantal burgerwoningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' bedraagt ten hoogste 1;
  5. e. de inhoud van (bedrijfs)woningen bedraagt ten hoogste de bestaande inhoud;
  6. f. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 8 m;
  7. g. de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties bedraagt ten hoogste 10 m;
  8. h. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen bedraag ten hoogste 1,5 m;
  9. i. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

33.3 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied' of 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats bebouwd gebied' gelden de volgende regels:

  1. a. het aantal woonschepen per aanduiding bedraagt ten hoogste 1 tenzij anders door middel van een maatvoeringaanduiding is aangegeven;
  2. b. het aanmeren van woonschepen anders dan genoemd in bijlage 4 is niet toegestaan;
  3. c. drijvende vlonders zijn niet toegestaan;
  4. d. per woonschip zijn ten hoogste 2 pleziervaartuigen toegestaan met dien verstande dat:
    1. 1. de doorvaart niet belemmerd mag worden;
    2. 2. de pleziervaartuigen in zijn geheel binnen een afstand van 5 m van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied' of 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats bebouwd gebied' aangemeerd worden. Indien, als gevolg van belemmering van de doorvaart, het aanmeren van pleziervaartuigen uitsluitend parallel van de wal in zone B en C (zoals aangegeven in bijlage 3) mogelijk is, mag een afstand van 7 m aangehouden worden;
  5. e. pleziervaartuigen bij woonschepen zijn uitsluitend in de periode 1 april t/m 31 oktober toegestaan met dien verstande dat pleziervaartuigen bij woonschepen buiten de periode buiten 1 april t/m 31 oktober wel zijn toegestaan indien is aangetoond dat het pleziervaartuig noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van het woonschip.

Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'woonschip 1 t/m 226' gelden tevens de volgende regels:

  1. f. de hoogte van het woonschip bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat:
    1. 1. indien de bestaande hoogte zoals opgenomen in bijlage 4 meer bedraagt dan 3 m, deze bestaande hoogte als maximaal aangehouden mag worden;
  2. g. de breedte en lengte van de uiterste bakmaat en de opbouwmaat van bestaande woonschepen en bijbehorende voorzieningen zoals opgenomen in het bijlage 4 mag niet worden overschreden.

Artikel 34 Recreatie - Dagrecreatie - Jachthaven 4

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie - jachthaven 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een jachthaven;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein behorende bij de jachthaven;
  3. c. de in Bijlage 7 opgenomen adresgebonden nevenfuncties;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

34.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen bedraag ten hoogste 1,5 m;
  3. c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 15 m;
  4. d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

34.3 Specifieke gebruiksregels

Het aantal ligplaatsen bedraagt ten hoogste 200.

Artikel 35 Recreatie - Dagrecreatie - Jachthaven 5

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie - jachthaven 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een jachthaven;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals steigers, nutsvoorzieningen en water.

35.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend steigers ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

35.3 Specifieke gebruiksregels

Het aantal ligplaatsen bedraagt ten hoogste 32.

Artikel 36 Recreatie - Dagrecreatie - Manege 1

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie - manege 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een manege;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en toegangswegen.

36.2 Bouwregels

36.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 37 Recreatie - Dagrecreatie - Manege 2

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie - manege 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een manege;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en toegangswegen.

37.2 Bouwregels

Artikel 38 Recreatie - Dagrecreatie - Sportveld

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie - sportveld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. veldsporten;
  2. b. kamperen ten behoeve van verenigingen;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en toegangswegen.

38.2 Bouwregels

38.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 38.1 ten behoeve van het toestaan van een educatieve, sociale, culturele en maatschappelijke functie(s), met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de functie(s) is (zijn) milieuplanologisch inpasbaar;
  2. b. de functie(s) worden alleen overdag uitgevoerd, tenzij is aangetoond dat 's avonds wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  3. c. parkeren dient op eigen terrein en binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  4. d. nieuwbouw ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
  5. e. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
  6. f. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking.

Artikel 39 Recreatie - Dagrecreatie - Volkstuin 1

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie - volkstuin 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. volkstuinen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

39.2 Bouwregels

Artikel 40 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Kampeerterrein 1

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - kampeerterrein 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een kampeerterrein met uitsluitend kampeermiddelen;
  2. b. botenopslag;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - caravanterrein': tevens voor de plaatsing van caravans met bijbehorende dienst en beheergebouwen en voorzieningen ten behoeve van de watersport;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens voor horeca uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven': tevens voor een bij het kampeerterrein behorende jachthaven;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - jachthaven1': tevens voor een bij het kampeerterrein behorende jachthaven met 34 ligplaatsen;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein behorende bij de jachthaven/camping;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad': uitsluitend een zwembad;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - sport- en speelveld': uitsluitend een sport- en speelveld;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied': tevens ligplaatsen voor woonschepen en woonschepen liggend in bebouwd gebied;
  11. k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en toegangswegen.

40.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

40.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:

  • botenopslag zoals opgenomen in lid 40.1 onder b is uitsluitend in de periode 1 november tot en met de 1e zaterdag in mei toegestaan.

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied' gelden de volgende regels:

  1. a. het aantal woonschepen per aanduiding bedraagt ten hoogste 1 tenzij anders door middel van een maatvoeringaanduiding is aangegeven;
  2. b. het aanmeren van woonschepen anders dan genoemd in bijlage 4 is niet toegestaan;
  3. c. drijvende vlonders zijn niet toegestaan;
  4. d. per woonschip zijn ten hoogste 2 pleziervaartuigen toegestaan met dien verstande dat:
    1. 1. de doorvaart niet belemmerd mag worden;
    2. 2. de pleziervaartuigen in zijn geheel binnen een afstand van 5 m van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied' aangemeerd worden. Indien, als gevolg van belemmering van de doorvaart, het aanmeren van pleziervaartuigen uitsluitend parallel van de wal in zone B en C (zoals aangegeven in bijlage 3) mogelijk is, mag een afstand van 7 m aangehouden worden;
  5. e. pleziervaartuigen bij woonschepen zijn uitsluitend in de periode 1 april t/m 31 oktober toegestaan met dien verstande dat pleziervaartuigen bij woonschepen buiten de periode buiten 1 april t/m 31 oktober wel zijn toegestaan indien is aangetoond dat het pleziervaartuig noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van het woonschip.

Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'woonschip 1 t/m 226' gelden tevens de volgende regels:

  1. f. de hoogte van het woonschip bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat:
    1. 1. indien de bestaande hoogte zoals opgenomen in bijlage 4 meer bedraagt dan 3 m, deze bestaande hoogte als maximaal aangehouden mag worden;
  2. g. de breedte en lengte van de uiterste bakmaat en de opbouwmaat van bestaande woonschepen en bijbehorende voorzieningen zoals opgenomen in het bijlage 4 mag niet worden overschreden.

Artikel 41 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Kampeerterrein 2

41.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - kampeerterrein 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een kampeerterrein inclusief standplaatsen voor stacaravans;
  2. b. botenopslag;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en toegangswegen.

41.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

41.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:

  • botenopslag zoals opgenomen in lid 41.1 onder b is uitsluitend in de periode 1 november tot en met 1 maart toegestaan.

Artikel 42 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Passantenhaven

42.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - passantenhaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een passantenhaven;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

42.2 Bouwregels

Artikel 43 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Recreatiewoningen 1

43.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - recreatiewoningen 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatiewoningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'steiger': tevens steigers;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

43.2 Bouwregels

43.3 Specifieke gebruiksregels

De gronden met de aanduiding 'steiger' mogen uitsluitend gebruikt worden voor lig- en aanlegplaatsen voor pleziervaartuigen ten behoeve van het verblijfsrecreatieve gebruik van de op het perceel aanwezige recreatiewoning.

Artikel 44 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Recreatiewoningen 2

44.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - recreatiewoningen 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatiewoningen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

44.2 Bouwregels

Artikel 45 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Recreatiewoningen 4

45.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - recreatiewoningen 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatiewoningen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

45.2 Bouwregels

45.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 45.2.1 onder c, teneinde de oppervlakte van zomerhuizen te vergroten, met inachtneming van de voorwaarde dat de oppervlakte per zomerhuis niet meer dan 45 m² mag bedragen.

Artikel 46 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Recreatiewoningen 5

46.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - recreatiewoningen 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een kampeerterrein inclusief standplaatsen voor stacaravans;
  2. b. recreatiewoningen;
  3. c. recreatieappartementen;
  4. d. centrale voorzieningen in de vorm van douche- en toiletgelegenheden, een kantine, een opslagruimte en een winkel;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en toegangswegen.

46.2 Bouwregels

Artikel 47 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Recreatiewoningen 6

47.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - recreatiewoningen 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een kampeerterrein inclusief standplaatsen voor stacaravans;
  2. b. recreatiewoningen;
  3. c. centrale voorzieningen in de vorm van douche- en toiletgelegenheden, een kantine, werkplaatsen en opslagruimtes een winkel, een wasserette, een botenloods en een receptie;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en toegangswegen.

47.2 Bouwregels

Artikel 48 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Scouting 1

48.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - scouting 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een scoutingterrein;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en toegangswegen.

48.2 Bouwregels

48.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:

  1. a. kamperen in kampeermiddelen is toegestaan mits deze functie ondergeschikt is en blijft aan de hoofdfunctie.

Artikel 49 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Scouting 2

49.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - scouting 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een scoutingterrein;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en toegangswegen.

49.2 Bouwregels

49.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt de regel dat kamperen in kampeermiddelen is toegestaan mits deze functie ondergeschikt is en blijft aan de hoofdfunctie.

Artikel 50 Recreatie - Verblijfsrecreatie - Zeilschool

50.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - zeilschool' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een zeilschool;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

50.2 Bouwregels

50.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt de regel dat kamperen in kampeermiddelen is toegestaan mits deze functie ondergeschikt is en blijft aan de hoofdfunctie.

Artikel 51 Tuin

51.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. b. water;
  3. c. toegangswegen.

51.2 Bouwregels

Artikel 52 Tuin 1

52.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. b. parkeren bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  3. c. perceelontsluitingen;
  4. d. erkers ten behoeve van het wonen;
  5. e. luifels ter plaatse van entree van hoofdgebouw;
  6. f. nutsvoorzieningen.

52.2 Bouwregels

Artikel 53 Verkeer

53.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 2x2' 2 x 2 doorgaande rijstroken zijn toegestaan;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag 1': een opslagterrein voor het weg- en waterbeheer daaronder begrepen de opslag van klein chemisch afval;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag 2': een opslagterrein voor het weg- en waterbeheer;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - vrachtwagenparkeerterrein': tevens een vrachtwagenparkeerterrein;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' uitsluitend antennemasten zijn toegestaan;
  6. f. kruisingen met andere verkeersvormen;
  7. g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water.

53.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - opslag 1' en 'specifieke vorm van bedrijf - opslag 2', met dien verstande dat:
    1. 1. de goothoogte ten hoogste 6 m bedraagt;
    2. 2. de bouwhoogte ten hoogste 9 m bedraagt;
    3. 3. het aantal bedrijfswoningen per bouwperceel ten hoogste het bestaande aantal bedraagt;
    4. 4. de oppervlakte aan gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag 1' ten hoogste 20% van de oppervlakte van het aanduidingsvlak bedraagt;
  2. b. het aantal antennemasten ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' mag niet toenemen;
  3. c. de bouwhoogte van antennemasten ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' bedraagt ten hoogste 40 m;
  4. d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 54 Verkeer - Railverkeer

54.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen en de daarbij behorende bermen, taluds en spoorwegovergangen;
  2. b. kruisingen met andere verkeersvormen;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.

54.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen zijn toegestaan met dien verstande dat:
    1. 1. de goothoogte ten hoogste 6 m bedraagt;
    2. 2. de bouwhoogte ten hoogste 10 m bedraagt;
  2. b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 55 Water

55.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water ten behoeve van de waterhuishouding (peilvlakniveau);
  2. b. verkeer te water;
  3. c. recreatie te water;
  4. d. ondergeschikt groen;
  5. e. bruggen, ten behoeve van langzaam verkeer en/of bestemmingsverkeer;
  6. f. duikers en steigers;
  7. g. oeverbeschoeiingen;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied': tevens ligplaatsen voor woonschepen en woonschepen liggend in bebouwd gebied.
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats bebouwd gebied': tevens ligplaatsen voor woonschepen en woonschepen liggend in bebouwd gebied.
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied': tevens ligplaatsen voor woonschepen en woonschepen liggend in landelijk gebied;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats landelijk gebied': tevens ligplaatsen voor woonschepen en woonschepen liggend in landelijk gebied;
  12. l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats boekhorsterweg': tevens ligplaatsen voor verblijfsrecreatieve woonschepen;
  13. m. voorzieningen behorende bij woonschepen zoals opgenomen onder h t/m k;
  14. n. evenementen zoals bedoeld in de Algemeen Plaatselijke Verordening Teylingen.

55.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

55.3 Specifieke gebruiksregel

Artikel 56 Wonen

56.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens recreatiewoningen;
  3. c. paardenweide/dierenweide;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en toegangswegen.

56.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op erf- en terreinafscheidingen;
  3. c. het aantal woningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij anders door middel van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven; op de gronden met de aanduiding 'erf' zijn geen zelfstandige woningen toegestaan maar uitsluitend aan- en uitbouwen van de aangrenzende woning, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  4. d. het aantal recreatiewoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen' aangegeven aantal;
  5. e. overigens geldt het volgende:
max. oppervlak per bouwperceel max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte
vrijstaande woningen, inclusief aan- en uitbouwen - 750 m³, inclusief aan- en uitbouwen
tenzij met een maatvoeringsaanduiding anders is aangegeven
6 m 10 m
woningen, inclusief aan- en uitbouwen, op de gronden met een bebouwingspercentage maximaal gelijk aan het bebouwingspercentage op de verbeelding - 6 m 10 m
overige woningen, inclusief aan- en uitbouwen - 650 m³, bijgebouwen en overkappingen meegerekend 6 m 10 m
bijgebouwen en overkappingen
- bij vrijstaande woningen 50 m² - 3 m 6 m
- bij overige woningen - 650 m³, hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen meegerekend 3 m 6 m
recreatiewoningen bestaand - 3 m 3,5 m
erf- of terreinafscheidingen: - - -
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
1,5 m
1,5 m
2 m
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde - - - 3 m

- = Niet van toepassing

  1. f. in afwijking van het bepaalde onder e, zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maten' de volgende maten als ten hoogste toelaatbaar:
    1. 1. gezamenlijke inhoud van bouwwerken binnen het bouwvlak: 850 m3;
    2. 2. goothoogte woning: 6 m;
    3. 3. bouwhoogte woning: 9 m;
    4. 4. de gezamenlijk oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zijerf en achtererf met een maximum van 100 m²; hierbij dient ten minste 25 m² van het zij- en/of achtererf onbebouwd en onoverdekt te blijven;

met dien verstande dat voor overige maten het bepaalde onder e van toepassing is;

  1. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voormalig agrarische bebouwing':
    1. 1. mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van ten hoogste één gebouw met een oppervlakte van ten hoogste 6 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 2,5 m;
    2. 2. mogen bestaande gebouwen zowel in oppervlakte als in hoogte niet worden uitgebreid, met uitzondering van woningen die geen onderdeel uitmaken van een groter hoofdgebouw, waarvan de inhoud ten hoogste 750 m³mag bedragen;
  2. h. de afstand van vrijstaande woningen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  3. i. in afwijking van het bepaalde onder e, gelden ter plaatse van de aanduiding 'erf' de volgende maten als ten hoogste toelaatbaar:
    1. 1. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen bedraagt per bouwperceel ten hoogste 50% van het bouwperceel, met een maximum van 60 m2 per bouwperceel;
    2. 2. de maximale bouwhoogte van een bijgebouw bedraagt 3 m;
    3. 3. de maximale bouwhoogte van een aan- of uitbouw bedraagt 4 m en:
      • is niet hoger dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning waar tegenaan wordt gebouwd;
      • is niet hoger dan de woning waar tegenaan wordt gebouwd;
    4. 4. tenzij bijgebouwen in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd, bedraagt de afstand van de bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 1 m;
    5. 5. met dien verstande dat voor overige maten het bepaalde onder e van toepassing is;
  4. j. in afwijking van het bepaalde onder e geldt ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 6' een maximaal toelaatbare inhoud van de woning van 900 m3 indien voldaan wordt aan de voorwaardelijk verplichting om voorafgaand aan de vergroting van de woning het voormalige bedrijfsgebouw binnen het bouwvlak en de kassen op het aangrenzende perceel te slopen.

56.3 Afwijken van de bouwregels

56.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. een aan-huis-gebonden beroep en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
    3. 3. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    4. 4. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
    5. 5. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.
    6. 6. in afwijking van het bepaalde onder 2 mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-1' het volledige bijgebouw gebruikt worden ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
  2. b. paardenbakken zijn niet toegestaan.

56.5 Afwijken van de gebruiksregels

56.6 Wijzigingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gronden ter plaatse van de 'wetgevingszone - wijzigingsgebied glastuinbouw 5' te wijzigen in een bestemming ten behoeve van de vestiging van gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. wijziging is alleen mogelijk in het kader van nieuwvestiging, hervestiging dan wel verplaatsing en uitbreiding van bestaande glastuinbouwbedrijven;
  2. b. er dient een inrichtingsplan te zijn waaruit ten minste het volgende moet blijken:
    1. 1. ten minste 10% van de oppervlakte van de in het plan begrepen gronden dient voor waterbergingsdoeleinden te worden gereserveerd;
    2. 2. ten minste 10% van de oppervlakte van de in het plan begrepen gronden dient landschappelijke inpassing worden gereserveerd;
    3. 3. op welke wijze eventuele aantasting van natuur- en landschapswaarden wordt gecompenseerd;
    4. 4. dat voldaan wordt aan de principes van de duurzaamheidsladder, artikel 2.1.5 lid 6 van de Verordening Ruimte zoals vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland bij besluit van 30 juni 2014;
  3. c. vooraf dient een onderzoek te zijn uitgevoerd naar de aanwezigheid van plant- en diersoorten die zijn beschermd bij of krachtens de Flora- en faunawet;
  4. d. wijziging is alleen mogelijk indien geen sprake is van een toename van ammoniakdepositie binnen Natura 2000 als gevolg van de wijziging, dan wel met een toename van ammoniakemissie als gevolg van de wijziging geen afbreuk wordt gedaan aan bestaande natuurwaarden.

Artikel 57 Wonen - 1

57.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen in vrijstaande woningen met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen;
  2. b. op de gronden met de aanduiding 'aaneengebouwd': uitsluitend aaneengebouwde woningen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': behoud van de cultuurhistorische waarden;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

57.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en hiervoor gelden de volgende regels:

57.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels;

  1. a. de uit te oefenen functie van bijgebouwen zoals bedoeld in lid 57.2.2 sub h is ondergeschikt aan de woonfunctie;
  2. b. een aan-huis-gebonden beroep mag uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van de volgende regels:
    1. 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
    2. 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden:
      • ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
      • het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
      • het is niet toegestaan om vrijstaande bijgebouwen voor een aan-huis-gebonden beroep in gebruik te nemen;
      • er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.

57.4 Voorwaardelijke bouwbepaling

De bouw van 3 woningen op de gronden met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is uitsluitend toegestaan indien de cultuurhistorische waarde van het pand behouden blijft, een en ander in overleg met de gemeentelijke monumentencommissie.

57.5 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 57.1 voor het toestaan van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning met in achtneming van de volgende regels:

  1. a. de activiteiten worden door de bewoner uitgeoefend;
  2. b. de woning behoudt in overwegende mate haar woonfunctie en heeft een ruimtelijke uitstraling, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
  3. c. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 50 m²;
  4. d. het is niet toegestaan om vrijstaande bijgebouwen voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in gebruik te nemen;
  5. e. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer;
  6. f. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

Artikel 58 Leiding - Gas

58.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een aardgastransportleiding.

58.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 58.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

58.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 58.2 onder b. Deze omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen, de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten. Hiervoor is een schriftelijk advies nodig van de beheerder van de gasleiding.

58.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 59 Leiding - Hoogspanningsverbinding 1

59.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een hoogspanningsverbinding van ten hoogste 150 kV.

59.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 59.1 genoemde bestemming uitsluitend worden gebouwd:
    1. 1. hoogspanningsmasten met een bouwhoogte van ten hoogste 40 m;
    2. 2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

59.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 59.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de verbinding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Hiervoor is een schriftelijk advies nodig van de beheerder van de hoogspanningsverbinding.

59.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 60 Leiding - Hoogspanning

60.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor ondergrondse hoogspanningsverbindingen met de daarbij behorende beschermingszone aan weerszijden uit het hart van de kabel.

60.2 Bouwregels

Voor het bouwen geldt dat in afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen zoals bedoeld in artikel 60.1 niet mag worden gebouwd.

60.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 60.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:

  1. a. deze afwijkingsbevoegdheid wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - boren';
  2. b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbindingen als bedoeld in artikel 60.1;
  3. c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

60.4 Specifieke gebruiksregels

60.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 61 Leiding - Riool

61.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een rioolleiding.

61.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 61.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

61.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 61.2 onder b. Deze omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Hiervoor is een schriftelijk advies nodig van de beheerder van de rioolleiding.

61.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 62 Leiding - Water

62.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een waterleiding.

62.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 62.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

62.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 62.2 onder b. Deze omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Hiervoor is een schriftelijk advies nodig van de beheerder van de waterleiding.

62.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 63 Waarde - Archeologie 1

63.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

63.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 63.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd van een archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, dan wel anders dan met een archeologisch onderzoek, kan aantonen dat de grond zodanig is verstoord dat er geen archeologische waarden te verwachten zijn ;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op:
      • het behoud van de archeologische resten in de bodem;
      • het doen van opgravingen;
      • het begeleiden van het bouwrijp maken en van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in lid 63.2 onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en/of waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. er geen grondwerk wordt verricht dieper dan 30 cm onder maaiveld en er geen hei- en schroefwerkzaamheden zullen worden verricht óf het te bouwen oppervlak een omvang heeft die kleiner is dan 100 m²;
    3. 3. artikel 63.2 c 2 is niet van toepassing op de gronden met de volgende bestemmingen: Artikel 3 “Agrarisch-Bollenteelt-bollenzone 1”, artikel 4 Agrarisch-Bollenteelt-bollenzone 2”, artikel 5 Agrarisch-Bollenteelt-bollenzone 3”, artikel 6 Agrarisch-Bollenteelt-glastuinbouwconcentratiegebied” en artikel 7 “Agrarisch –Bollenteelt-waardevolle graslanden”; hier geldt dat geen grondwerk wordt verricht dieper dan 70 cm onder maaiveld.

63.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

63.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 1e lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening, geheel of gedeeltelijk de verbeelding van het bestemmingsplan te wijzigen door:

  1. a. op de verbeelding de aanduiding 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen of van omvang te veranderen indien op basis van een definitief goedgekeurd archeologisch onderzoeksrapport is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische bescherming of zorg nodig is;
  2. b. op gronden alsnog de aanduiding 'Waarde - Archeologie 1' te leggen indien op basis van een definitief goedgekeurd archeologisch onderzoeksrapport blijkt, dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 64 Waarde - Archeologie 2

64.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

64.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 64.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd van een archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, dan wel anders dan met een archeologisch onderzoek, kan aantonen dat de grond zodanig is verstoord dat er geen archeologische waarden te verwachten zijn;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op:
      • het behoud van de archeologische resten in de bodem;
      • het doen van opgravingen;
      • het begeleiden van het bouwrijp maken en van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in lid 64.2 onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en/of waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. er geen grondwerk wordt verricht dieper dan 100 cm onder maaiveld en er geen hei- en schroefwerkzaamheden zullen worden verricht óf het te bouwen oppervlak een omvang heeft die kleiner is dan 500 m².

64.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

64.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 1e lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening, geheel of gedeeltelijk de verbeelding van het bestemmingsplan te wijzigen door:

  1. a. op de verbeelding de aanduiding 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen of van omvang te veranderen indien op basis van een definitief goedgekeurd archeologisch onderzoeksrapport is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische bescherming of zorg nodig is;
  2. b. op gronden alsnog de aanduiding Waarde - Archeologie 2 te leggen indien op basis van een definitief goedgekeurd archeologisch onderzoeksrapport blijkt, dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 65 Waarde - Archeologie 3

65.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

65.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 65.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd van een archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, dan wel anders dan met een archeologisch onderzoek, kan aantonen dat de grond zodanig is verstoord dat er geen archeologische waarden te verwachten zijn;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op:
      • het behoud van de archeologische resten in de bodem;
      • het doen van opgravingen;
      • het begeleiden van het bouwrijp maken en van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in lid 65.2 onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en/of waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. er geen grondwerk wordt verricht dieper dan 30 cm onder maaiveld en er geen hei- en schroefwerkzaamheden zullen worden verricht óf het te bouwen oppervlak een omvang heeft die kleiner is dan 500 m²;
    3. 3. artikel 65.2 c 2 is niet van toepassing op de gronden met de volgende bestemmingen: Artikel 3 “Agrarisch-Bollenteelt-bollenzone 1”, artikel 4 Agrarisch-Bollenteelt-bollenzone 2”, artikel 5 Agrarisch-Bollenteelt-bollenzone 3”, artikel 6 Agrarisch-Bollenteelt-glastuinbouwconcentratiegebied” en artikel 7 “Agrarisch –Bollenteelt-waardevolle graslanden”; hier geldt dat geen grondwerk wordt verricht dieper dan 70 cm onder maaiveld.
    4. 4.

65.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

65.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 1e lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening, geheel of gedeeltelijk de verbeelding van het bestemmingsplan te wijzigen door:

  1. a. op de verbeelding de aanduiding 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen of van omvang te veranderen indien op basis van een definitief goedgekeurd archeologisch onderzoeksrapport is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische bescherming of zorg nodig is;
  2. b. op gronden alsnog de aanduiding 'Waarde - Archeologie 3' te leggen indien op basis van een definitief goedgekeurd archeologisch onderzoeksrapport blijkt, dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 66 Waarde - Archeologie 4

66.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

66.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 66.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd van een archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld, dan wel anders dan met een archeologisch onderzoek, kan aantonen dat de grond zodanig is verstoord dat er geen archeologische waarden te verwachten zijn;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op:
      • het behoud van de archeologische resten in de bodem;
      • het doen van opgravingen;
      • het begeleiden van het bouwrijp maken en van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in lid 66.2 onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en/of waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. er geen grondwerk wordt verricht dieper dan 30 cm onder maaiveld en er geen hei- en schroefwerkzaamheden zullen worden verricht;
    3. 3. artikel 66.2 c 2 is niet van toepassing op de gronden met de volgende bestemmingen: Artikel 3 “Agrarisch-Bollenteelt-bollenzone 1”, artikel 4 Agrarisch-Bollenteelt-bollenzone 2”, artikel 5 Agrarisch-Bollenteelt-bollenzone 3”, artikel 6 Agrarisch-Bollenteelt-glastuinbouwconcentratiegebied” en artikel 7 “Agrarisch –Bollenteelt-waardevolle graslanden”; hier geldt dat geen grondwerk wordt verricht dieper dan 70 cm onder maaiveld.

66.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

66.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 1e lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening, geheel of gedeeltelijk de verbeelding van het bestemmingsplan te wijzigen door:

  1. a. op de verbeelding de aanduiding 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen of van omvang te veranderen indien op basis van een definitief goedgekeurd archeologisch onderzoeksrapport is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische bescherming of zorg nodig is;
  2. b. op gronden alsnog de aanduiding 'Waarde - Archeologie 4' te leggen indien op basis van een definitief goedgekeurd archeologisch onderzoeksrapport blijkt, dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 67 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht

67.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de op deze gronden voorkomende cultuurhistorische waarden, zoals bedoeld in artikel 36 van de Monumentenwet 1988.

67.2 Bouwregels

Er mag uitsluitend worden gebouwd overeenkomstig c.q. aansluitend aan de ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestaande:

  1. a. voorgevelrooilijnen;
  2. b. goot- en bouwhoogte van de gebouwen;
  3. c. de breedte en de indeling van de voorgevel van gebouwen;
  4. d. de dakvorm, dakhelling en nokrichting van de gebouwen;
  5. e. de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

67.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de instandhouding van de cultuurhistorische waarden naast de in de betreffende artikelen tevens nadere eisen te stellen aan:

  1. a. de situering van bouwwerken;
  2. b. de maximale bouwhoogte van bouwwerken;
  3. c. de maximale omvang van bouwwerken;
  4. d. de dakvorm, dakhelling en nokrichting van gebouwen;
  5. e. de oriëntatie van bouwwerken.

De nadere eisen mogen worden gesteld voor zover deze noodzakelijk zijn ter waarborging van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden. Alvorens overgaan tot het stellen van nadere eisen wordt de Monumentencommissie gehoord.

67.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaald in lid 67.2 betreffende:

  1. a. voorgevelrooilijnen;
  2. b. goot- en bouwhoogte van de gebouwen;
  3. c. de breedte en de indeling van de voorgevel van de gebouwen;
  4. d. de dakvorm, dakhelling en nokrichting van de gebouwen;
  5. e. de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. f. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de ruimtelijke en functionele karakteristiek van het beschermde dorpsgezicht;
  2. g. voor het afwijken wordt de gemeentelijke Monumentencommissie om advies gevraagd.

67.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

67.6 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 67.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waarden van het beschermde dorpsgezicht;
  2. b. vooraf advies is ingewonnen bij de gemeentelijke Monumentencommissie.

Artikel 68 Waterstaat

68.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen.

68.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 68.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  3. c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

68.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 68.2. Deze vergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterstaatkundige belang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Hiervoor is een schriftelijk advies nodig van de beheerder van de watergang.

Artikel 69 Waterstaat - Waterkering

69.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - mede bestemd voor de waterkering.

69.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 69.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  3. c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

69.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 69.2. Deze vergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Hiervoor is een schriftelijk advies nodig van de beheerder van de waterkering.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 70 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 71 Algemene Bouwregels

71.1 Overschrijding bouwgrenzen

  1. a. De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen mogen worden overschreden door:
    1. 1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen en veranda's, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    2. 2. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, zoals dakoverstekken, gevelversieringen en funderingen, mits de overschrijding ten hoogste 1m bedraagt;
  2. b. De bouw- en bestemmingsgrenzen mogen worden overschreden, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, door ondergeschikte bouwdelen, zoals dakoverstekken, gevelversieringen en funderingen, mits de overschrijding ten hoogste 1 m bedraagt.

71.2 Bestaande maten

  1. a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    1. 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
    2. 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
  2. b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
  3. c. Lid a is niet van toepassing op bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voormalig agrarische bebouwing';
  4. d. Op een bouwwerk als bedoeld onder lid a, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.

71.3 Herbouw (bedrijfs)woningen

Algehele herbouw van (bedrijfs)woningen mag uitsluitend plaatsvinden op bestaande fundamenten van de (bedrijfs)woningen.

71.4 Ondergronds bouwen en aanleggen

71.5 Steigers

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van steigers, geen steigers ten behoeve van woonschepen zijnde, zijn ten behoeve van de aanwezige woning uitsluitend toegestaan op gronden met een van de volgende bestemmingen:

  1. 1. Artikel 3 tot en met Artikel 7;
  2. 2. Artikel 10 tot en met Artikel 14;
  3. 3. Artikel 28 tot en met Artikel 50;
  4. 4. Artikel 51;
  5. 5. Artikel 55;
  6. 6. Artikel 56;

met dien verstande dat:

  1. a. per bouwvlak ten hoogste 1 steiger voor het aanmeren van ten hoogste 2 pleziervaartuigen per bouwvlak met de bestemming Wonen is toegestaan, die overigens ook buiten het betreffende bouwvlak mag worden gebouwd;
  2. b. per bouwvlak ten hoogste 1 steiger voor het aanmeren van ten hoogste 1 pleziervaartuig per bouwvlak voor alle overige bestemmingen is toegestaan, die overigens ook buiten het betreffende bouwvlak mag worden gebouwd;
  3. c. de steiger gerealiseerd mag worden ten behoeve van de (bedrijfs-, recreatie)woning grenzend aan het water, of daarvan ten hoogste gescheiden door de bestemming Verkeer;
  4. d. in afwijking van het bepaalde onder a, is voor bouwvlakken met de bestemming 'Wonen' waarbinnen meerdere woningen zijn toegestaan op basis van hoofdstuk 2, hetzelfde aantal steigers als woningen toegestaan;
  5. e. in afwijking van het bepaalde onder a, geldt dat bestaande steigers in de vorm van de aanlegvoorziening ten behoeve van de pont tevens zijn toegestaan zonder dat deze gekoppeld zijn aan een bouwvlak;
  6. f. de lengte en breedte van de steiger ten hoogste respectievelijk 6 m en 1,5 m bedragen;
  7. g. de bouwhoogte van de steiger ten hoogste de hoogte van het peil bedraagt;
  8. h. de steiger de oeverlijn aan de landzijde met ten hoogste 0,5 m overschrijdt;
  9. i. steigers in de Haarlemmertrekvaart en de Leidsevaart niet zijn toegestaan met uitzondering van 1 steiger met een lengte van 6,5 meter en een breedte van 40 cm evenwijdig aan de oeverlijn ten behoeve van 1 pleziervaartuig op de gronden met de aanduiding 'steiger';
  10. j. het bepaalde onder a t/m d niet van toepassing is op steigers ter plaatse van de jachthavens als bedoeld in de artikelen 31 tot en met 34 en artikel 40 en passantenhavens als bedoeld in artikel 42, met dien verstande dat steigers ten behoeve van nieuwe ligplaatsen uitsluitend zijn toegestaan indien voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid;
  11. k. dit lid opgenomen regels geen betrekking hebben op steigers ten behoeve van woonschepen, waarvoor de regeling is opgenomen in lid 71.6 t/m 71.9;
  12. l. steigers uitsluitend zijn toegestaan als de landschaps- en natuurwaarden in de vorm van rietkragen niet onevenredig worden aangetast.

71.6 Bouwregels voor gronden aansluitend aan de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats bebouwd gebied' en 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied'

In de bestemming 'Water' grenzend aan de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats bebouwd gebied', specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied' en de overige bestemmingen gelegen in zone A en B zoals opgenomen in bijlage 3 gelden de volgende bouwregels:

71.7 Bouwregels voor gronden aansluitend aan de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied' en 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats landelijk gebied'

In de bestemming 'Water' met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied' en 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats landelijk gebied' en de overige bestemmingen gelegen in zone A en B zoals opgenomen in bijlage 3 gelden de volgende bouwregels:

71.8 Bouwregels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats boekhorsterweg'

71.9 Bouwregels ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'bijgebouwen en overkappingen toegestaan'

Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'bijgebouwen en overkappingen toegestaan' gelden de volgende bouwregels:

  1. a. op deze gronden zijn uitsluitend bijgebouwen en overkappingen toegestaan;
  2. b. de oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen bij/per woonschip bedraagt ten hoogste 12 m²;
  3. c. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bij/per woonschip bedraagt ten hoogste 2,5 m.

71.10 Oeververbindingen

Buiten bouwvlakken mogen, zo nodig in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, uitsluitend oeververbindingen worden gebouwd indien zulks plaatsvindt ter plaatse van:

  1. a. wegen op gronden met de bestemming 'Verkeer';
  2. b. tijdelijke bouwwegen;
  3. c. fiets- en of wandelpaden die op de verbeelding zijn aangegeven of gerealiseerd kunnen worden door middel van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden;
  4. d. volwaardige of reëele agrarische bedrijven;
  5. e. reeds aanwezige oeververbindingen (ter vervanging, herstel of verbetering).

71.11 Dakterrassen bij woonschepen

Dakterrassen bij woonschepen zijn niet toegestaan met uitzondering van legaal tot stand gekomen dakterrassen zoals aanwezig op het moment van ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

Artikel 72 Algemene Gebruiksregels

72.1 Algemeen

  1. a. Het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning, niet zijnde een afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
  2. b. Het gebruik van bedrijfswoningen, woningen en/of wooneenheden anders dan voor één huishouden is niet toegestaan.
  3. c. Het gebruik van recreatiewoningen, recreatieappartementen, stacaravans en/of kampeermiddelen voor permanente bewoning is niet toegestaan;
  4. d. Kamerverhuur is niet toegestaan tenzij een aanduiding 'bed & breakfast' is toegekend of met afwijking een bed & breakfast is toegestaan;
  5. e. Prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan;
  6. f. permanente bewoning van woonschepen ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied', 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied en 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats Boekhorsterweg' is niet toegestaan.
  7. g. Het gebruik van gronden met de bestemming 'Water' grenzend aan gronden met de aanduidingen:
    1. 1. 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats bebouwd gebied';
    2. 2. 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied';
    3. 3. 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats landelijk gebied';
    4. 4. 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied' ;
    5. 5. 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats boekhorsterweg';

en gronden met overige bestemmingen gelegen in zone A en B zoals opgenomen in bijlage 3 mogen, in aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2, tevens in gebruik genomen worden ten behoeve van het gebruik behorende bij het woonschip.

72.2 Evenementen

Artikel 73 Algemene Aanduidingsregels

73.1 Molenbiotoop

73.2 overig zone - kasteelbiotoop

Ter plaatse van de aanduiding 'overig zone - kasteelbiotoop' geldt in aanvulling op hoofdstuk 2 dat bij ontwikkelingen de waarden van de landgoed- en kasteelbiotoop te beschermen dienen te worden, en waar mogelijk dienen ontwikkelingen gericht te zijn op verbetering en versterking van de kwaliteit van het kasteel en de bijbehorende biotoop.

73.3 overig zone - landgoedbiotoop

Ter plaatse van de aanduiding 'overig zone - landgoedbiotoop' geldt in aanvulling op hoofdstuk 2 dat bij ontwikkelingen de waarden van de landgoed- en kasteelbiotoop te beschermen dienen te worden, en waar mogelijk dienen ontwikkelingen gericht te zijn op verbetering en versterking van de kwaliteit van het kasteel en de bijbehorende biotoop.

Artikel 74 Algemene Afwijkingsregels

74.1 Maten en bouwgrenzen

Het bevoegd gezag kan - tenzij hiervoor op grond van hoofdstuk 2 al een omgevingsvergunning kan worden verleend - een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels voor overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. Deze omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

74.2 Prostitutiebedrijven

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 72.1 onder -e voor het toestaan van maximaal één prostitutiebedrijf en één escortonderneming binnen de gemeente Teylingen met dien verstande dat:

  1. a. deze afwijkingsbevoegdheid is uitsluitend toegestaan op gronden met een agrarische of bedrijfsbestemming zoals opgenomen in de artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10,11, 1214, 15, 16, 17 en 18;
  2. b. het niet openlijke prostitutie betreft;
  3. c. horeca uitsluitend als ondergeschikt onderdeel van het prostitutiebedrijf is toegestaan;
  4. d. de afstand tot woningen en woonschepen minimaal 50 meter bedraagt;
  5. e. in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein wordt voorzien;
  6. f. geen nadelig effect ontstaat op de normale afwikkeling van het verkeer.

74.3 Afwijkingsregels voor de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten bestaande fundamenten

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 71.1 ten behoeve van de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande fundamenten met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de herbouw vindt plaats binnen hetzelfde bouwvlak;
  2. b. de nieuwe situering dient milieuplanologisch inpasbaar te zijn;
  3. c. er mogen geen milieutechnische beperkingen voor omliggende, bestaande (agrarische) bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
  4. d. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de voorkeursgrenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden.

74.4 Kleine afwijkingen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 teneinde een overschrijding van de begrenzing van de functieaanduidingen:

  • 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats bebouwd gebied';
  • 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats bebouwd gebied';
  • 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats landelijk gebied';
  • 'specifieke vorm van recreatie - woonschepenligplaats landelijk gebied';
  • 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats boekhorsterweg';

toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. overschrijding van de aanduidingsgrens is uitsluitend toegestaan indien door initiatiefnemer is aangetoond dat de huidige begrenzing tot onevenredig nadelige gevolgen leidt.
  2. b. overschrijding van de aanduidingsgrens is uitsluitend toegestaan indien dit tot een meer wenselijke situatie uit het oogpunt van stedenbouw, landschap of redelijke eisen van welstand leidt;
  3. c. overschrijding is toegestaan tot ten hoogste 5% van de lengte c.q. breedte van de functieaanduidingsgrens.

Artikel 75 Algemene Wijzigingsregels

75.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

75.2 Waarde archeologie

Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemmingen 'Waarde - Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk:

  1. a. verwijderen, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; of
  2. b. verwijderen, indien het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet; of
  3. c. wijzigen, indien op grond van nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse een andere verwachtingswaarde van toepassing is.

75.3 Nieuwe natuur

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemmingen zoals opgenomen in hoofdstuk 2 te wijzigen in de bestemming 'Natuur', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen aan een terreinbeherende instantie of contractueel afspraken zijn gemaakt over een inspanningsverplichting en vergoedingen om tot bepaalde natuurdoeltypen te komen;
  2. b. wijzing is uitsluitend toegestaan ten behoeve van de realisatie van de door de provincie aangewezen Ecologische verbindingen als onderdeel van de Ecologische hoofdstructuur;
  3. c. er mogen geen onevenredige beperkingen ontstaan als gevolg van de wijziging voor omringende bestaande bestemmingen;
  4. d. wijziging wordt niet toegepast alvorens, mits noodzakelijk, een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de bollengrondcompensatie.

75.4 Nieuw water

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemmingen zoals opgenomen in hoofdstuk 2 te wijzigen in de bestemming 'Water', met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen aan de waterbeheerder of contractueel afspraken zijn gemaakt over de wateraanleg;
  2. b. er mogen geen onevenredige beperkingen ontstaan als gevolg van de wijziging voor omringende bestaande bestemmingen;
  3. c. wijziging wordt niet toegepast alvorens, mits noodzakelijk, een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de bollengrondcompensatie.

Artikel 76 Overige Regels

76.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

76.2 Voldoende parkeergelegenheid

  1. a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
  2. b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
  3. c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

76.3 Relatie

Ter plaatse van de aanduiding 'relatie' zijn 2 of meer bouwvlakken gekoppeld en gelden de volgende regels:

  1. a. voor de toepassing van:
    1. 1. gebruiksregels;
    2. 2. bouwregels;
    3. 3. afwijkingsbevoegdheden;
    4. 4. wijzigingsbevoegdheden;

worden de gekoppelde bouwvlakken als één bouwvlak aangemerkt;

  1. b. het bepaalde onder a is niet van toepassing indien de betreffende regel voortvloeit uit de op het bouwvlak opgenomen aanduiding.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 77 Overgangsrecht

77.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

77.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 78 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Teylingen'.

Hoofdstuk 1 Tussenuitspraak Raad Van State En Gewijzigde Vaststelling

Op 29 juni 2016 (ABRvS 29 juni 2016, zaaknr. 201504877/1) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak onderscheidelijk tussenuitspraak gedaan over het bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen'. Met de uitspraak onderscheidelijk tussenuitspraak zijn:

  • plandelen vernietigd (de bestemmingen 'Recreatie – Verblijfsrecreatie – kampeerterrein 1' en 'Recreatie – Verblijfsrecreatie – kampeerterrein 2' aan het einde van de Boekhorsterweg) en is de gemeente gelast om binnen een jaar na de verzending van deze uitspraak en met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit tot vaststelling van een plan voor deze planonderdelen te nemen;
  • plandelen voorlopig geschorst (voorlopige voorziening) om te voorkomen dat in strijd met de provinciale verordening bouwmogelijkheden worden geboden aan reële agrarsiche bedrijven en de gemeente gelast om binnen 26 weken na de verzending van deze tussenuitspraak met het bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' te herstellen.

Met deze gewijzigde vaststelling wordt het bestemmingsplan voor wat betreft de bouwmogelijkheden voor reële agrarisch bedrijven hersteld zoals met de tussenuitspraak beoogd. De vaststelling van een nieuw plan voor de verblijfsrecreatieve bestemmingen zal op een later tijdstip plaatsvinden. In dit hoofdstuk wordt allereerst - voor zover relevant - de tussenuitspraak kort besproken en de voorlopige voorziening kort geduid. Daarna wordt toegelicht op welke wijze het bestemmingsplan met de gewijzigde vaststelling wordt hersteld.

1.1 Tussenuitspraak Reële Agrarische Bedrijven

De Afdeling oordeelt dat niet kan worden uitgesloten dat in strijd met de provinciale verordening in het plan 'Buitengebied Teylingen' bouwmogelijkheden worden toegekend aan reële agrarische bedrijven. Binnen de bouwvlakken kan sprake zijn van onbenutte bouwmogelijkheden, die - in strijd met de verordening - aangewend kunnen worden door reële agrarische bedrijven. Verder zijn in het plan wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden toegekend op basis waarvan strijdigheid met artikel 3.2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de verordening zou kunnen ontstaan.


De Afdeling ziet aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Deze voorlopige voorziening, die is opgenomen in het dictum van de uitspraak luidt als volgt:

'VIII. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Teylingen van 30 april 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Teylingen", voor zover het betreft de plandelen, voor zover deze in strijd met artikel 2.3.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Verordening nieuwe agrarische bebouwing toestaan voor reëel agrarische bedrijven, tot het moment waarop de Afdeling einduitspraak doet.'


Bij deze voorlopige voorziening zijn vijf aspecten van belang:

  • schorsen:

bij een schorsing wordt de werking van de rechtsgevolgen van het geschorste deel van het besluit opgeschort hetgeen betekent dat momenteel geen omgevingsvergunningen voor bouwen voor reële agrarische bedrijven kunnen worden verleend;

  • nieuwe agrarische bebouwing toestaan:

dit betekent dat het gebruik van de gronden binnen de agrarische bestemming voor reële agrarische bedrijven niet is geschorst en is toegestaan; de voorlopige voorziening van de Afdeling heeft uitsluitend betrekking op het nieuwbouw in relatie tot reële agrarische bedrijven;

  • agrarische bebouwing:

op basis van de begripsbepalingen uit de Verordening moet onder 'bebouwing' worden verstaan: 'één of meerdere gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde', hetgeen, in combinatie met de definitie voor agrarisch bedrijf, ertoe leidt dat onder agrarische bebouwing zowel bedrijfsbebouwing, bedrijfswoning als bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moet worden verstaan;

  • nieuwe bebouwing:

in de Verordening is sprake van een verbod op nieuwe bebouwing; gelet op de bedoelingen van de Verordening (geen bouwmogelijkheden voor niet-volwaardige bedrijven) moet aangenomen worden dat hiermee zowel geheel nieuwe bebouwing wordt bedoeld als de uitbreidingen van bestaande bebouwing;

  • rechtstreeks bouwrecht, afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden:

het bepaalde in artikel 2.3.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Verordening luidt als volgt: 'nieuwe agrarische bebouwing is alleen mogelijk als deze noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijven'; op basis van artikel 1.2, lid 3, van de Verordening worden niet benutte bouwmogelijkheden niet tot bestaande bouwmogelijkheden gerekend; dit betekent dat zowel bij rechtsreeks bouwrecht als bij toepassing van de verschillende afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden sprake kan zijn van strijdigheid met artikel 2.3.1, lid 1, aanhef en onder b, van de Verordening, voor zover deze bevoegdheden worden gebruikt voor reële agrarische bedrijven.

1.2 Reparatie: Gewijzigde Vaststelling Van Het Plan

De gewijzigde vaststelling van het plan heeft uitsluitend betrekking op een wijziging van de regels. Deze aanpassingen van de regels zijn in geel gemarkeerd. De toelichting, de bijlagen bij de toelichting, de bijlagen bij de regels en de verbeelding van het moederplan 'Buitengebied Teylingen' (NL.IMRO.1525.TEY01015-0401) en de '1e Partiële herziening Buitengebied Teylingen (NL.IMRO.1525.BP2016TEY01041.0401) blijven onverkort van toepassing met inachtname van vermelde in paragraaf 1.2.2. Dit herstelbesluit moet derhalve in samenhang met het moederplan en de 1e herziening worden gelezen en krijgt de imro code NL.IMRO.1525.TEY01015-0402.

1.2.1 Aanpassing van de regels

Begripsbepalingen en bestemmingsomschrijvingen

Aanpassing van de begripsbepalingen (1.10 agrarisch bedrijf en 1.96 reëel agrarischbedrijf) en bestemmingsomschrijvingen van agrarische bestemmingen (artikel 3 tot en met 14) is niet nodig. Het gebruik van gronden ten behoeve van een (reëel of volwaardig) agrarisch bedrijf is niet in strijd met de Verordening. De definitie van 'volwaardig' komt niet helemaal overeen met de definitie uit de verordening en wordt om deze reden met de provinciale verordening in overeenstemming gebracht (1.119volwaardig agrarisch bedrijf).

Ter verduidelijking is een begrip toegevoegd waaruit blijkt dat onder 'nieuwe bebouwing' zowel geheel nieuwe bebouwing wordt verstaan als de uitbreiding van bestaande bebouwing (artikel 1.79). Het betreft hier een verduidelijking van de regels zoals bedoeld in de Verordening.

Rechtstreekse bouwregels

In de agrarische artikelen is in de bouwregels onder sub a opgenomen dat 'uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming' gebouwd mag worden. In het bepaalde onder b van de bouwregels is een uitzondering opgenomen voor bebouwing die buiten heb bouwvlak gerealiseerd mag worden. Met de gewijzigde vaststelling wordt sub b aangevuld met een uitzondering op de bepaling dat ten dienste van de bestemming (zijnde reële en volwaardige bedrijven) mag worden gebouwd. Sub b van de bouwregels van de diverse agrarische artikelen wordt dan aangevuld met de bepaling dat ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf nieuwe bebouwing niet is toegestaan. Omtrent de vraag of sprake is van een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf wordt advies gevraagd van de agrarisch deskundige.
Het betreft een aanpassing van de artikelen 3.2, 4.2, 5.2, 6.2, 7.2, 8.2, 9.2, 10.2, 11.2, 12.2, 13.2 en 14.2.

Afwijken van de bouwregels

In de diverse agrarische artikelen zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen om af te wijken van:

  • in de artikelen 3.3, 4.3.1, 5.3.1 en 6.3.1 voor uitbreiding van de oppervlakte bedrijfsbebouwing: de voorwaarde dat sprake moet zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf wordt toegevoegd aan het bepaalde onder c; het verplichte advies van een agrarisch deskundige heeft daarmee ook betrekking op de vraag of sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf;
  • in artikel 8.3 voor uitbreiding van de oppervlakte bedrijfsbebouwing en kassen; de voorwaarde dat sprake moet zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf wordt toegevoegd en het advies van een agrarisch deskundige wordt verplicht gesteld;
  • in artikel 11.3.1 en 14.3.1 ten behoeve van de verruiming van de maximale hoogtemaat voor silo's; de voorwaarde dat sprake moet zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf wordt toegevoegd; een verplicht advies van een agrarisch deskundige wordt niet noodzakelijk geacht.

Wijzigingsbevoegdheden

Het plan biedt de mogelijkheid om een wijzigingsbevoegdheid toe te passen voor:

  • in artikel 3.7.3, 6.6.4, 8.7.3 en 13.5.3: de vestiging of uitbreiding van glastuinbouwbedrijven: aan de regels wordt toegevoegd dat wijziging alleen is toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf en dat voor de beoordeling hiervan het advies van een agrarisch deskundige wordt ingewonnen;
  • in artikel 4.7.1, 5.7.1, 6.6.3, 7.6.4 en 14.7.4: de vergroting van bouwmogelijkheden of bouwvlakken: de voorwaarde dat wijziging uitsluitend wordt toegepast indien noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering wordt uitgebreid met de voorwaarde dat sprake moet zijn van een volwaardig bedrijf; het verplichte advies van een agrarisch deskundige zoals al opgenomen in de regels heeft daarmee ook betrekking op de vraag of sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf.

Algemene afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden

De algemene afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden zoals opgenomen in 74.4 en 75.1 kunnen worden toegepast om bebouwing die op grond van hoofdstuk 2 aanvaardbaar wordt geacht bij kleine afwijkingen alsnog toe te staan. Het gaat dan om:

  • overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
  • overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein.

De beide bepalingen bieden daarmee geen mogelijkheden om af te wijken van het uitgangspunt dat uitsluitend voor volwaardige agrarische bedrijven gebouwd mag worden en aanpassing van het plan is niet nodig.

1.2.2 Verbeelding

Het herstelbesluit waarmee het plan gewijzigd wordt vastgesteld heeft uitsluitend betrekking op de gronden waar het moederplan 'Buitengebied Teylingen' nog steeds van toepassing is. Sinds de vaststelling van 30 april 2015 zijn 5 postzegelbestemmingsplannen vastgesteld die geheel of gedeeltelijk binnen het plangebied van bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' waren gelegen. Het herstelbesluit heeft derhalve betrekking op het bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' met uitzondering van de gebieden waar de onderstaande plannen zijn vastgesteld:

  • Eikenhorstlaan 1 en 3, Voorhout (vastgesteld op 30 juni 2016);
  • Rijnsburgerweg 6, Voorhout (vastgesteld op 29 oktober 2016);
  • Rijnsburgerweg 8, Voorhout (vastgesteld op 17 december 2015);
  • Noordelijke Randweg, Voorhout (vastgesteld op 30 juni 2016);
  • Torenlaan 5, Voorhout (vastgesteld 15 december 2016).

Aan het herstelbesluit is gekoppeld de gebiedscontour waar het moederplan 'Buitengebied Teylingen' nog van toepassing is. De bestemmingslegging zoals opgenomen in het moederplan 'Buitengebied Teylingen' en de '1e Partiële herziening Buitengebied Teylingen' blijven onverkort van toepassing.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten

Bijlage 3 Zone Rondom Het Woonschip

Bijlage 3 Zone rondom het woonschip

Bijlage 4 Maten Bij Woonschepen

Bijlage 4 Maten bij woonschepen

Bijlage 5 Zonering Glas Voor Glas

Bijlage 5 Zonering Glas voor Glas

Bijlage 6 Duurzaam In Gebruik Zijnde Teeltgronden

Bijlage 6 Duurzaam in gebruik zijnde teeltgronden

Bijlage 7 Adresgebonden Nevenfuncties

Bijlage 7 Adresgebonden nevenfuncties