Buitengebied Herziening bestemming Bedrijf
Bestemmingsplan - gemeente Oost Gelre
Vastgesteld op 17-10-2023 - geheel in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
Het bestemmingsplan “Buitengebied Herziening bestemming Bedrijf” met identificatienummer NL.IMRO.1586.BPBUI2044-VG01 van de gemeente Oost Gelre;
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
1.3 oorspronkelijke bestemmingsplannen
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels van de navolgende bestemmingsplannen:
Bestemmingsplan | IMRO-code | Datum vaststelling |
Buitengebied Oost Gelre 2011 | NL.IMRO.1586.BPBUI100-VG01 | 18-12-2012 |
Uitbreiding Lesli Vuurwerk Visserijdijk | NL.IMRO.1586.BPBUI105-VG05 | 08-10-2013 |
Reparatieplan Buitengebied Oost Gelre | NL.IMRO.1586.BPBUI1500-VG05 | 15-07-2014 |
Buitengebied, Reparatieplan 2016 | NL.IMRO.1586.BPBUI2000-VG01 | 04-04-2017 |
Facetbestemmingsplan parkeren | NL.IMRO.1586.BPPAR1800-VG01 | 05-06-2018 |
Parapluplan Archeologie | NL.IMRO.1586.BPARCH-VG01 | 22-02-2022 |
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Reikwijdte Plan
Voor de gronden van dit plan blijven de oorspronkelijke bestemmingsplannen van kracht, met dien verstande dat het plan een partiele herziening van de oorspronkelijke bestemmingsplannen inhoudt, bestaande uit de volgende onderdelen:
- a. Aan artikel 1 Begrippen van de oorspronkelijke bestemmingsplannen is het volgende begrip toegevoegd:
“bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, produceren, bewerken/herstellen, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop en/of levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.”
- b. In artikel 5 Bedrijf van de bestemmingsplannen 'Buitengebied Oost Gelre 2011' (NL.IMRO.1586.BPBUI100-VG01), 'Reparatieplan Buitengebied Oost Gelre' (NL.IMRO.1586.BPBUI1500-VG05) en 'Buitengebied, Reparatieplan 2016' (NL.IMRO.1586.BPBUI2000-VG01) is artikel 5.1 sub b als volgt gewijzigd:
"b. niet-gebiedsgebonden bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - niet gebiedsgebonden bedrijf', waarbij alleen het bestaande niet-gebiedsgebonden bedrijf is toegestaan. Onder bestaande niet-gebiedsgebonden bedrijf wordt verstaan de 'bestaande bedrijfsactiviteiten' die aanwezig waren op het moment van ter inzage legging van het ontwerp plan. Voor specifiek het adres Heringsaweg 2 en 2a te Vragender geldt niet het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp plan, maar het moment van vaststelling van het bestemmingsplan door de raad.”
- c. In artikel 4 Bedrijf van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Lesli Vuurwerk Visserijdijk' (NL.IMRO.1586.BPBUI105-VG05) is artikel 4.1 sub a als volgt gewijzigd:
"b. niet-gebiedsgebonden bedrijven, waarbij alleen het bestaande niet-gebiedsgebonden bedrijf is toegestaan. Onder bestaande niet-gebiedsgebonden bedrijf wordt verstaan de 'bestaande bedrijfsactiviteiten' die aanwezig waren op het moment van ter inzage legging van het ontwerp plan.”
- d. Aan artikel 5.5 Afwijken van de gebruiksregels van de bestemmingsplannen 'Buitengebied Oost Gelre 2011' (NL.IMRO.1586.BPBUI100-VG01), 'Reparatieplan Buitengebied Oost Gelre' (NL.IMRO.1586.BPBUI1500-VG05) en 'Buitengebied, Reparatieplan 2016' (NL.IMRO.1586.BPBUI2000-VG01) is de volgende afwijkingsbevoegdheid toegevoegd:
“f. lid 5.1 sub b ten behoeve van het vestigen van bedrijven die naar aard en invloed op de omgeving lager dan wel gelijk te stellen zijn met de ter plaatse toegestane bedrijven, mits:
- 1. de belangen van eigenaren/gebruikers van de nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- 2. er geen aantasting plaatsvindt van de bestaande milieusituatie;
- 3. het geen Wgh inrichtingen, Bevi-inrichtingen, detailhandelsbedrijven of tankstations zijn;
- 4. er geen afbreuk wordt gedaan aan de ecologische en landschappelijke waarden ter plaatse;
- 5. er aangetoond wordt dat er geen sprake zal zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking en dat het parkeren binnen het bestemmingsvlak plaatsvindt.”
- e. Aan artikel 4.5 Afwijken van de gebruiksregels van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Lesli Vuurwerk Visserijdijk' (NL.IMRO.1586.BPBUI105-VG05) is de volgende afwijkingsbevoegdheid toegevoegd:
“f. lid 4.1 sub a ten behoeve van het vestigen van bedrijven die naar aard en invloed op de omgeving lager dan wel gelijk te stellen zijn met de ter plaatse toegestane bedrijven, mits:
- 1. de belangen van eigenaren/gebruikers van de nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- 2. er geen aantasting plaatsvindt van de bestaande milieusituatie;
- 3. het geen Wgh inrichtingen, Bevi-inrichtingen, detailhandelsbedrijven of tankstations zijn;
- 4. er geen afbreuk wordt gedaan aan de ecologische en landschappelijke waarden ter plaatse;
- 5. er aangetoond wordt dat er geen sprake zal zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking en dat het parkeren binnen het bestemmingsvlak plaatsvindt.”
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
4.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10 %.
- c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 5 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan “Buitengebied Herziening bestemming Bedrijf”'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De gemeente Oost Gelre wenst de regels voor de niet grondgebonden bedrijvigheid in het buitengebied aan te passen. De vigerende regeling maakt niet gewenste bedrijvigheid mogelijk.
Om ongewenste ontwikkelingen tegen te houden, is de vigerende regeling in het bestemmingsplan aangepast. Voorliggend bestemmingsplan is een partiele herziening. Dit houdt in dat de regels van de geldende bestemmingsplannen slechts gedeeltelijk zijn herzien. Dit plan brengt geen wijzigingen aan in de overige regels van de geldende bestemmingsplannen.
Essentie is dat bestaande niet grondgebonden bedrijvigheid is toegestaan. Het college krijgt in de regeling de mogelijkheid om afwijkingen toe te staan.
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
Het plangebied omvat alle gronden die binnen de bestemmingsplannen 'Buitengebied Oost Gelre 2011', 'Reparatieplan Buitengebied Oost Gelre' en 'Buitengebied, Reparatieplan 2016' zijn bestemd als 'Bedrijf'. De locatie Parallelweg 4 te Lievelde maakt geen deel uit van het plangebied. De locatie Heringsaweg 10 te Vragender maakt ook deel uit van het plangebied.
1.3 Geldende Bestemmingsplannen
In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de geldende bestemmingsplannen ter plaatse van het plangebied. De locaties in het plangebied zijn bestemd als 'Bedrijf'.
Bestemmingsplan | IMRO-code | Datum vaststelling |
Buitengebied Oost Gelre 2011 | NL.IMRO.1586.BPBUI100-VG01 | 18-12-2012 |
Uitbreiding Lesli Vuurwerk Visserijdijk | NL.IMRO.1586.BPBUI105-VG05 | 08-10-2013 |
Reparatieplan Buitengebied Oost Gelre | NL.IMRO.1586.BPBUI1500-VG05 | 15-07-2014 |
Buitengebied, Reparatieplan 2016 | NL.IMRO.1586.BPBUI2000-VG01 | 04-04-2017 |
Facetbestemmingsplan parkeren | NL.IMRO.1586.BPPAR1800-VG01 | 05-06-2018 |
Parapluplan Archeologie | NL.IMRO.1586.BPARCH-VG01 | 22-02-2022 |
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Oost Gelre 2011 met de bijbehorende reparatieplannen is vestiging van zelfstandige detailhandel in het plangebied toegestaan. Het gaat om de locaties binnen de bedrijfsbestemming waar een niet-gebiedsgebonden bedrijf is toegelaten. Uit de planregels blijkt niet dat vestiging van detailhandel is uitgesloten. Vestiging van zelfstandige detailhandel in het buitengebied is een ongewenste ontwikkeling. Deze ontwikkeling kan leiden tot een te grote verkeersaantrekkende werking en parkeerdruk. Daarnaast is vesting van detailhandel in het buitengebied niet in lijn met het provinciaal- en gemeentelijk beleid, zie hoofdstuk 3.
Verder is een aantal andere zaken ten aanzien van bedrijvigheid niet goed geregeld in de vigerende bestemmingsplannen voor het buitengebied. Het gaat om de volgende zaken:
- 1. het begrip 'bedrijf' ontbreekt in de begrippenlijst;
- 2. De toegestane niet - gebiedsgebonden bedrijven zijn niet beperkt tot de bestaande bedrijvigheid.
Ad 1. Ontbreken begrip 'bedrijf'
Er is geen begripsbepaling opgenomen waarin is vastgelegd wat er precies verstaan wordt onder 'bedrijf'. Hierdoor moet de gemeente bij de toetsing terugvallen op de definitie die het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal van een bedrijf geeft. Dit is: beroepsbezigheid, handwerk en ook: onderneming die zich bezighoudt met het maken en/of verhandelen van bepaalde goederen en/of het leveren van bepaalde diensten. Dit blijkt ook uit verschillende uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De definitie van 'bedrijf' is dusdanig ruim dat daaronder ook een supermarkt kan worden verstaan.
Ad 2. Regeling is te ruim voor niet-gebiedsgebonden bedrijvigheid
In het bestemmingsplan zijn niet-gebiedsgebonden bedrijven toegestaan. Daarbij is geen beperking opgenomen dat dit uitsluitend geldt voor de bestaande bedrijven. Evenmin omvat de regeling een beperking door middel van een maximum milieucategorie. Als gevolg hiervan is het theoretisch mogelijk dat een bedrijf met een zware milieucategorie een aanvraag doet voor een locatie waar deze niet gewenst is. De betreffende ontwikkeling kan dan niet worden geweigerd op grond van het bestemmingsplan. Overigens moet het betreffende bedrijf wel voldoen aan de milieuwetgeving.
Door de hiervoor geschetste tekortkomingen van het bestemmingsplan Buitengebied Oost Gelre 2011 met bijbehorende reparatieplannen bestaat een risico op ongewenste ontwikkelingen. Dit risico kan worden weggenomen door de regels in het bestemmingsplan aan te passen. In voorliggende herziening zijn de geldende regels behorende bij de bestemming 'Bedrijf' gewijzigd. De overige regels blijven onverkort van kracht. In hoofdstuk 5 is de regeling juridisch toegelicht.
Hoofdstuk 3 Beleidskader
Voor het gebied geldt een groot aantal juridische kaders en beleidskaders. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste voor deze herziening samengevat.
3.1 Provinciaal Beleid
3.1.1 Omgevingsvisie en Omgevingsverordening
Op 19 december 2018 hebben Provinciale Staten de Omgevingsvisie 'Gaaf Gelderland' vastgesteld. Sinds 1 maart 2019 is deze Omgevingsvisie van kracht. De provincie heeft in de Omgevingsvisie een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland centraal gesteld.
- Gezond en veilig. Dat = een gezonde leefomgeving, schone en frisse lucht, een schoon milieu, een niet vervuilde bodem, voldoende schoon en veilig (drink)water, bescherming van onze flora en fauna. Dat = voorbereid zijn op klimaatverandering, zoals hitte, droogte, bosbranden en overstromingen. En, dat = aandacht hebben voor verkeersveiligheid en veilige bedrijvigheid.
- Schoon en welvarend. Dat = een dynamisch, duurzaam en aantrekkelijk woon-, werk- en ondernemersklimaat, goed bereikbaar en met een goed functionerende arbeidsmarkt en dito kennis- en onderwijsinstellingen. Maar dat = ook: het tegengaan van schadelijke uitstoot, afval en uitputting van grondstoffen. En: het investeren in nieuwe, alternatieve vormen van energie.
Onderdeel van de Omgevingsvisie zijn diverse thematische visieschetsen met de volgende thema's:
- Energietransitie: van fossiel naar duurzaam.
- Klimaatadaptie: omgaan met veranderend weer.
- Circulaire economie: sluiten van kringlopen.
- Biodiversiteit: werken met de natuur.
- Bereikbaarheid: duurzaam verbonden.
- Vestigingsklimaat: een krachtige, duurzame topregio.
- Woon- en leefomgeving: dynamisch, divers, duurzaam.
De Omgevingsvisie bevat de strategische ambities voor de lange termijn.
De Omgevingsverordening wordt daarentegen ingezet voor die onderwerpen waarvoor de provincie eraan hecht dat de doorwerking van het beleid van de Omgevingsvisie juridisch gewaarborgd is. Deze verordening is voor de laatste versie vastgesteld op 5 juli 2022. De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie niet in nieuw beleid en is daarmee dus beleidsneutraal. De inzet van de verordening als juridisch instrument om de doorwerking van het provinciaal beleid af te dwingen is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen.
De Omgevingsverordening bevat instructieregels voor vestiging van detailhandel op perifere locaties (artikel 2.13 en 2.14). Perifere locaties zijn locaties buiten een winkelcentrum. Detailhandel kan daar alleen mogelijk worden gemaakt als het past binnen de hierover gemaakte afspraken in het Regionaal programma werklocaties. Ten behoeve van de flexibiliteit is het mogelijk om vooruitlopend op een herziening van de afspraken in het Regionaal programma werklocaties, een detailhandelontwikkeling al mogelijk te maken. Voorwaarden hiervoor zijn dat:
- er wordt voldaan aan de eisen van de Ladder voor duurzame verstedelijking;
- er aantoonbaar regionale afstemming heeft plaatsgevonden over deze ontwikkeling, en
- Gedeputeerde Staten instemmen met deze ontwikkeling.
In het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek zijn voor de zeven gemeenten in de Achterhoek (Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk), op basis van vraag-aanbodanalyses, onderling afspraken gemaakt betreffende de bedrijventerreinenprogrammering in de regio.
Het doel van het beleid van de provincie is het behoud van een evenwichtige en toekomstbestendige detailhandelstructuur in Gelderland, die bijdraagt aan de vitaliteit van steden en dorpen. Het vernieuwen en aanpassen van bestaande centra en winkelgebieden aan een afnemende vraag naar winkels en nieuwe marktontwikkelingen heeft prioriteit. Het doel is verder om supermarkten te realiseren dicht bij de burgers en supermarkten dragen bij aan versterking van nieuwe en bestaande winkelgebieden. Detailhandel kan in principe alleen op perifere locaties worden toegestaan, wanneer dit uit oogpunt van ruimte of veiligheid vereist is. Gedacht kan worden aan detailhandel in volumineuze goederen, zoals tuincentra, bouwmarkten, meubelwinkels, handel in auto's en boten en detailhandel die uit veiligheidsoverwegingen niet in winkelgebieden kan worden gevestigd. Andere vormen van detailhandel zijn op perifere locaties uitgesloten. Dit geldt ook voor supermarkten.
Voorliggende herziening van het bestemmingsplan Buitengebied voorziet in een juridische regeling om vestiging van zelfstandige detailhandel in het buitengebied uit te sluiten. Deze regeling geeft invulling aan de instructieregels van de provincie inzake vestiging van detailhandel op perifere locaties. Voorliggend plan is in lijn met het provinciaal beleid.
Hoofdstuk 4 Milieu- En Omgevingsaspecten
De herziening van de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Oost Gelre 2011' met de bijbehorende reparatieplannen voorziet niet in een wijziging van de fysieke situatie. Er zijn dan ook geen milieueffecten voorzien die deze wijziging teweeg zal brengen.
Hoofdstuk 5 Juridische Toelichting
5.1 Algemeen
Het bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels en een verbeelding. De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken, overeenkomstig het gestelde in de SVBP2012 behorende bij de Regeling standaarden ruimtelijke ordening. Daarnaast zijn de verplichte bepalingen uit het Besluit ruimtelijke ordening, te weten de anti-dubbeltelregel en het overgangsrecht, opgenomen.
Voor het opstellen van herzieningen zijn verder geen standaarden of modelafspraken voorhanden. Met de gekozen opzet van de herziening wordt getracht belanghebbenden een duidelijk inzicht te geven van de aanvulling ten opzichte van het geldende planologische regime ter plaatse van het plangebied en wat het totale juridisch planologische regime zal zijn na inwerkingtreding van deze herziening.
Benadrukt wordt dat er inhoudelijk gezien uitsluitend regels worden aangevuld/toegevoegd ten aanzien van bedrijvigheid. Voor het overige blijft het geldende regime van kracht.
De verbeelding bestaat uit de plangrens met daarbinnen uitsluitend de gronden die binnen de bestemmingsplannen 'Buitengebied Oost Gelre 2011', 'Reparatieplan Buitengebied Oost Gelre' en 'Buitengebied, Reparatieplan 2016' zijn bestemd als 'Bedrijf'. De locatie Parallelweg 4 te Lievelde maakt geen deel uit van het plangebied. De locatie Heringsaweg 10 te Vragender gelegen binnen het geldende bestemmingsplan 'Uitbreiding Lesli Vuurwerk Visserijdijk' maakt ook deel uit van het plangebied. Voor deze gronden is met deze herziening een nieuw planologische regeling vastgelegd. De geldende bestemmingen en aanduidingen blijven qua ligging en omvang hetzelfde.
5.2 Plansystematiek
Zoals in paragraaf 5.1 reeds gesteld, zijn de regels onderverdeeld in vier hoofdstukken, te weten:
Hoofdstuk 1: Inleidende regels
In dit hoofdstuk zijn de begrippen opgenomen. Dit zijn de begrippen: plan, bestemmingsplan en oorspronkelijke bestemmingsplannen. Het begrip oorspronkelijke bestemmingsplannen legt uit welke bestemmingsplannen die van kracht zijn in het plangebied worden herzien. Dit begrip komt terug in het artikel over de reikwijdte van het plan.
Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
In hoofdstuk 2 is de reikwijdte van het plan geregeld. Dit plan betreft een herziening van de regels in de 'oorspronkelijke bestemmingsplannen'. De regels zijn als volgt aangepast:
- 1. het begrip 'bedrijf' is toegevoegd aan de begrippenlijst. Uit de definitie blijkt dat uitsluitend ondergeschikte detailhandel is toegelaten.
- 2. de aanvulling van de bestemmingsomschrijving Bedrijf door te regelen dat uitsluitend het bestaande niet-gebiedsgebonden bedrijf is toegelaten. Dit betekent dat de vestiging van nieuwe vormen van bedrijvigheid niet (meer) van rechtswege is toegestaan;
- 3. het toevoegen van de afwijkingsbevoegdheid voor het vestigen van bedrijven die naar aard en invloed op de omgeving lager dan wel gelijk te stellen zijn met de ter plaatse toegestane bedrijven. Door deze afwijkingsbevoegdheid toe te voegen, kan de gemeente per geval een afweging maken.
Hoofdstuk 3: Algemene regels
In dit hoofdstuk is de anti-dubbeltelregel opgenomen conform het Bro.
Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels
Dit hoofdstuk bevat het overgangsrecht conform het Bro en in de slotregel is aangegeven onder welke benaming de regels kunnen worden aangehaald.
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Overleg
Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te worden gevoerd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. De gemeente voert wettelijk vooroverleg met de betrokken vooroverleg partners.
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn gedurende deze termijn 3 zienswijzen ingediend. In de Nota inhoud en beantwoording zienswijzen zijn de zienswijzen samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie / antwoord (welke als Bijlage 1 is toegevoegd bij deze toelichting). Naar aanleiding van de zienswijze en reactie wordt een wijziging aangebracht ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan:
Artikel 2 bij bedrijf zal de volgende tekst
"b. niet-gebiedsgebonden bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - niet gebiedsgebonden bedrijf', waarbij alleen het bestaande niet-gebiedsgebonden bedrijf is toegestaan. Onder bestaande niet-gebiedsgebonden bedrijf wordt verstaan de 'bestaande bedrijfsactiviteiten' die aanwezig waren op het moment van ter inzage legging van het ontwerp plan.”
Vervangen worden door:
"b. niet-gebiedsgebonden bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - niet gebiedsgebonden bedrijf', waarbij alleen het bestaande niet-gebiedsgebonden bedrijf is toegestaan. Onder bestaande niet-gebiedsgebonden bedrijf wordt verstaan de 'bestaande bedrijfsactiviteiten' die aanwezig waren op het moment van ter inzage legging van het ontwerp plan. Voor specifiek het adres Heringsaweg 2 en 2a te Vragender geldt niet het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp plan, maar het moment van vaststelling van het bestemmingsplan door de raad.”
Met de bekendmaking en terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied Herziening bestemming Bedrijf' wordt het concrete beleidsvoornemen kenbaar gemaakt om vestiging van zelfstandige detailhandel uit te sluiten in het buitengebied en om alleen bestaande niet-gebiedsgebonden bedrijvigheid toe te staan. Hierdoor wordt voorzienbaarheid gecreëerd voor de eigenaren van de niet-gebiedsgebonden bedrijven. Het college heeft op 7 december 2021 reeds ingestemd met het bekendmaken van het concrete beleidsvoornemen om de regels behorende bij de bestemming 'Bedrijf' in het bestemmingsplan Buitengebied Oost Gelre 2011 met de bijbehorende reparatieplannen te gaan wijzigen.
6.2 Economische Uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan 'Buitengebied Herziening bestemming Bedrijf' maakt geen ontwikkelingen met financiële consequenties mogelijk. Het plan leidt niet tot kosten en kan derhalve als economisch uitvoerbaar worden beschouwd. Het is dan ook niet noodzakelijk een exploitatieplan op te stellen.