Reparatieplan landelijk gebied 2017
Bestemmingsplan - Gemeente Koggenland
Vastgesteld op 14-05-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen (Artikel 1)
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan (nieuw):
het bestemmingsplan Reparatieplan Landelijk Gebied 2017 met identificatienummer NL.IMRO.1598.ReparatieBPLG2017-va01 van de gemeente Koggenland;
1.2 bestemmingsplan (nieuw):
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 het bestemmingsplan Landelijk Gebied 27 juni 2013 (ten behoeve van Reparatieplan)
het bestemmingsplan Landelijk Gebied, vastgesteld op 27 juni 2013.
1.4 archeologische waarde (nieuw):
de aan een gebied toegekende waarde in verband met kennis of studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden;
1.5 archeologische verwachtingswaarde (nieuw):
de aan een gebied toegekende hoge, middelmatige of lage verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
1.6 archeologisch deskundige (nieuw):
de regio-archeoloog of een ander door het college van Burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
1.7 archeologisch advies (nieuw):
een Quickscan waarin de archeologische waarden en de voorgenomen ingrepen worden getoetst. De afweging tot nader archeologisch onderzoek wordt hierin verwoord door een archeoloog van Archeologie West-Friesland;
1.8 archeologisch onderzoek (nieuw):
onderzoek in het kader van de archeologische monumentenzorg verricht door een gecertificeerde dienst, bedrijf of instelling en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
1.9 bedrijfsverzamelgebouw (nieuw):
een gebouw dat dient om verschillende bedrijven in te huisvesten;
1.10 huishouden (nieuw):
een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en daar zichzelf voorziet, of door derden wordt voorzien, in de dagelijkse levensbehoeften. In geval sprake is van huisvesting van arbeidsmigranten, mag het huishouden uit niet meer dan 6 personen bestaan;
1.11 inpandige opslag (nieuw):
het in een voormalige agrarisch bedrijfsgebouw, niet zijnde een kas, bergen/stallen van goederen, zoals (antieke) auto's, boten en caravans. De opslag mag niet bestemd zijn voor de handel danwel worden opgeslagen voor een elders gevestigd bedrijf;
1.12 kamerverhuur: (1.59 aanpassing)
een woonfunctie voor het bedrijfsmatig verschaffen door de hoofdbewoner van woonverblijf aan ten hoogste 8 personen, waarbij geen sprake is van woningsplitsing of andersoortige toevoeging van zelfstandige woonruimten (er blijft sprake van 1 entree) en waarbij sprake is van een onzelfstandige woonruimte (een beperkt keukenblokje is toegestaan);
1.13 logiesverblijf in relatie tot bed and breakfast (nieuw):
een kamer, inclusief sanitaire voorzieningen, ten behoeve van het verstrekken van logies;
1.14 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering (nieuw):
een agrarische bedrijfsvoering op de wijze van een intensief veehouderijbedrijf of een intensief kwekerijbedrijf;
1.15 paardrijbak (nieuw):
een (al dan niet omheinde) piste, dan wel afgezet stuk grond of weiland, voorzien van een zandbed of daarmee vergelijkbaar materiaal, waar paarden vrije uitloop kunnen hebben en/of waar paarden kunnen worden getraind;
1.16 teeltondersteunend glas (1.105 vervallen)
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Agrarisch (Artikel 3)
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Agrarisch (Artikel 3)', zijn de regels van artikel 3 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Agrarisch' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 3 ongewijzigd van toepassing.
2.1 Bestemmingsomschrijving (3.1.)
In 3.1. onderdeel k wordt de volgende tekst toegevoegd: 'of "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur"';
In 3.1. wordt onderdeel t geschrapt en vervangen door: 'bestaande fiets- en wandelpaden'.
In 3.1. wordt het volgende onderdeel x toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
x. mestvergisting van mest afkomstig van en geproduceerd op het eigen agrarisch bedrijf in de vorm van monovergisters;
In 3.1. onderdeel ac (ad) wordt de volgende tekst toegevoegd: 'en ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur" bijbehorende bouwwerken die gebouwd zijn in de vorm van een stolp;
In 3.1. wordt onderdeel ad (ae) geschrapt.
In 3.1. wordt na (het bestaande) onderdeel ad het volgende ae toegevoegd:
'ae. een waterbassin, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - waterbassin'.
2.2 Bouwregels (3.2.)
2.3 Specifieke gebruiksregels (3.4.)
In 3.4. wordt het volgende onderdeel q toegevoegd:
q. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van kamerverhuur.
2.4 Afwijken van de gebruiksregels (3.5.)
In 3.5. wordt het sublid 3.5.3. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 3.5. wordt het volgende sublid 3.5.7. Kamerverhuur toegevoegd:
3.5.7 Kamerverhuur
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.4 onder q in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van kamerverhuur, mits:
er per bedrijfswoning kamerverhuur voor ten hoogste 8 personen wordt ingericht;
- a. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt;
- b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
2.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (3.6.)
2.6 Wijzigingsbevoegdheid (3.7.)
Artikel 3 Agrarisch - Glastuinbouwbedrijf (Artikel 4)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouwbedrijf (Artikel 4)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 4 ongewijzigd van toepassing.
3.1 Bestemmingsomschrijving (4.1.)
In 4.1. wordt het volgende onderdeel d toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
d. een glastuinbouwbedrijf in combinatie met een biomassavergistingsinstallatie, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - biomassavergistingsinstallatie";
3.2 Bouwregels (4.2.)
3.3 Specifieke gebruiksregels (4.4.)
In 4.4. worden de volgende onderdelen i, j en k toegevoegd:
i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van kamerverhuur;
j. het gebruik van een biomassavergistingsinstallatie, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - biomassavergistingsinstallatie", zodanig dat er:
- a. meer dan 25.000 ton (afval)stoffen per jaar wordt vergist;
- b. meer dan 12.500 ton (afval)stoffen per jaar uit het ter plaatse gevestigde glastuinbouwbedrijf en meer dan 12.500 ton (afval)stoffen per jaar van derden afkomstig is;
- c. meer dan 6 transportbewegingen, zijnde 12 verkeersbewegingen, per dag ten behoeve van het aan- en afvoeren van (afval)stoffen en het ter plaatse gevestigde glastuinbouwbedrijf plaatsvinden;
- d. minder dan 50% van de (afval)stoffen ten behoeve van de vergisting afkomstig is van het bijbehorende glastuinbouwbedrijf;
k. het gebruik van een biomassavergistingsinstallatie, los van het glastuinbouwbedrijf, als zelfstandig installatie.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels (4.5.)
In 4.5. wordt het sublid 4.5.2. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 4.5. wordt het volgende nieuwe sublid 4.5.2. toegevoegd:
4.5.2. Tweede huishouden
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4. onder c in die zin dat een bedrijfswoning al dan niet in combinatie met interne bouwactiviteiten wordt gebruikt voor meer dan één huishouden, mits:
- a. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de huisvesting van een tweede (huishouden van een) persoon;
- b. de huisvesting van een tweede (huishouden van een) persoon noodzakelijk is voor het constante toezicht op het agrarisch glastuinbouwbedrijf dan wel de huisvesting noodzakelijk is in verband met de continuïteit en duurzaamheid van het bedrijf als volwaardig meermansbedrijf;
- c. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot en er niet meer dan twee bedrijfswoningen worden gevestigd;
- d. er sprake blijft van één hoofdentree, één huisnummer en één meterkast, zodat de beide woonruimtes op de begane grond intern met elkaar verbonden zijn;
- e. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
- f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
In 4.5. wordt het volgende sublid 4.5.4. Kamerverhuur toegevoegd:
4.5.4 Kamerverhuur
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4 onder i in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van kamerverhuur, mits:
er per bedrijfswoning kamerverhuur voor ten hoogste 8 personen wordt ingericht;
- a. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt;
- b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid (4.7.)
Artikel 4 Agrarisch - Intensief Veehouderijbedrijf (Artikel 5)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Agrarisch - Intensief veehouderijbedrijf (Artikel 5)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 5 ongewijzigd van toepassing.
4.1 Bestemmingsomschrijving (5.1.)
In 5.1. wordt het volgende onderdeel e toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
e. mestvergisting van mest afkomstig van en geproduceerd op het eigen agrarisch bedrijf in de vorm van monovergisters;
4.2 Specifieke gebruiksregels (5.4.)
In 5.4. wordt het volgende onderdeel j toegevoegd:
j. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van kamerverhuur.
4.3 Afwijken van de gebruiksregels (5.5.)
In 5.5. wordt het sublid 5.5.2. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 5.5. wordt het volgende nieuwe sublid 5.5.2. toegevoegd:
5.5.2. Tweede huishouden
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.4. onder c in die zin dat een bedrijfswoning al dan niet in combinatie met interne bouwactiviteiten wordt gebruikt voor meer dan één huishouden, mits:
- a. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de huisvesting van een tweede (huishouden van een) persoon;
- b. de huisvesting van een tweede (huishouden van een) persoon noodzakelijk is voor het constante toezicht op het agrarisch intensief veehouderijbedrijf dan wel de huisvesting noodzakelijk is in verband met de continuïteit en duurzaamheid van het bedrijf als volwaardig meermansbedrijf;
- c. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot en er niet meer dan twee bedrijfswoningen worden gevestigd;
- d. er sprake blijft van één hoofdentree, één huisnummer en één meterkast, zodat de beide woonruimtes op de begane grond intern met elkaar verbonden zijn;
- e. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
- f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
In 5.5. wordt het volgende sublid 5.5.4. Kamerverhuur toegevoegd:
5.5.4. Kamerverhuur
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.4 onder j in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van kamerverhuur, mits:
er per bedrijfswoning kamerverhuur voor ten hoogste 8 personen wordt ingericht;
- a. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt;
- b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Wijzigingsbevoegdheid (5.6.)
Artikel 5 Agrarisch - Paardenhouderijbedrijf (Artikel 6)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Agrarisch - Paardenhouderijbedrijf (Artikel 6)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 6 ongewijzigd van toepassing.
5.1 Bestemmingsomschrijving (6.1.)
In 6.1. wordt het volgende onderdeel f toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
f. mestvergisting van mest afkomstig van en geproduceerd op het eigen agrarisch bedrijf in de vorm van monovergisters;
5.2 Specifieke gebruiksregels (6.4.)
In 6.4. wordt het volgende onderdeel i toegevoegd:
i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van kamerverhuur.
5.3 Afwijken van de gebruiksregels (6.5.)
In 6.5. wordt het sublid 6.5.2. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
In 6.5. wordt het volgende nieuwe sublid 6.5.2. toegevoegd:
6.5.2. Tweede huishouden
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.4. onder c in die zin dat een bedrijfswoning al dan niet in combinatie met interne bouwactiviteiten wordt gebruikt voor meer dan één huishouden, mits:
- a. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de huisvesting van een tweede (huishouden van een) persoon;
- b. de huisvesting van een tweede (huishouden van een) persoon noodzakelijk is voor het constante toezicht op het agrarisch paardenhouderijbedrijf dan wel de huisvesting noodzakelijk is in verband met de continuïteit en duurzaamheid van het bedrijf als volwaardig meermansbedrijf;
- c. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot en er niet meer dan twee bedrijfswoningen worden gevestigd;
- d. er sprake blijft van één hoofdentree, één huisnummer en één meterkast, zodat de beide woonruimtes op de begane grond intern met elkaar verbonden zijn;
- e. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
- f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
In 6.5. wordt het volgende sublid 6.5.3. Kamerverhuur toegevoegd:
6.5.3. Kamerverhuur
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.4 onder i in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van kamerverhuur, mits:
er per bedrijfswoning kamerverhuur voor ten hoogste 8 personen wordt ingericht;
- a. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt;
- b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 6 Bedrijf (Artikel 7)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Bedrijf (Artikel 7)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 7 ongewijzigd van toepassing.
6.1 Bouwregels (7.2.)
6.2 Specifieke gebruiksregels (7.4.)
In 7.4. wordt het volgende sublid j toegevoegd:
j. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bedrijfsverzamelgebouw, met uitzondering van het bestaande bedrijfsverzamelgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - specifieke regeling', in welk geval de gronden en bouwwerken binnen een bestemmingsvlak voor vier bedrijven mogen worden gebruikt.
6.3 Afwijken van de gebruiksregels (7.5.)
In 7.5. wordt het sublid 7.5.2. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
6.4 Wijzigingsbevoegdheid (7.7.)
Artikel 7 Bedrijf - Agrarisch Hulpbedrijf (Artikel 8)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Bedrijf - Agrarisch hulpbedrijf (Artikel 8)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 8 ongewijzigd van toepassing.
7.1 Afwijken van de gebruiksregels (8.5.)
In 8.5. wordt het sublid 8.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
7.2 Wijzigingsbevoegdheid (8.7.)
Artikel 8 Cultuur En Ontspanning - Molen (Artikel 14)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Cultuur en ontspanning - Molen (Artikel 14)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 14 ongewijzigd van toepassing.
8.1 Afwijken van de gebruiksregels (14.5.)
Artikel 9 Detailhandel (Artikel 15)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Detailhandel (Artikel 15)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 15 ongewijzigd van toepassing.
9.1 Afwijken van de gebruiksregels (15.5.)
In 15.5. wordt het sublid 15.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
Artikel 10 Detailhandel - Tuincentrum (Artikel 16)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Detailhandel - Tuincentrum (Artikel 16)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 16 ongewijzigd van toepassing.
10.1 Afwijken van de gebruiksregels (16.5.)
In 16.5. wordt het sublid 16.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
Artikel 11 Horeca (Artikel 19)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Horeca (Artikel 19)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 19 ongewijzigd van toepassing.
11.1 Afwijken van de gebruiksregels (19.5.)
In 19.5. wordt het sublid 19.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
11.2 Wijzigingsbevoegdheid (19.7.)
Artikel 12 Maatschappelijk (Artikel 20)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Maatschappelijk (Artikel 20)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 20 ongewijzigd van toepassing.
12.1 Afwijken van de gebruiksregels (20.5.)
In 20.5. wordt het sublid 20.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
12.2 Wijzigingsbevoegdheid (20.7.)
Artikel 13 Maatschappelijk - Begraafplaats (Artikel 21)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Maatschappelijk - Begraafplaats (Artikel 21)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 20 ongewijzigd van toepassing.
13.1 Bouwregels (21.2.)
Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie (Artikel 26)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie (Artikel 26)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 26 ongewijzigd van toepassing.
14.1 Bestemmingsomschrijving (26.1.)
in 26.1. onderdeel b onder 2 wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ', waarbij het restaurant zowel ten behoeve van recreanten als niet-recreanten gebruikt mag worden;'
In 26.1. onderdeel e wordt de volgende tekst toegevoegd: 'of "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur"';
In 26.1. onderdeel g wordt de volgende tekst toegevoegd: ', waarbij ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur" bijbehorende bouwwerken die gebouwd zijn in de vorm van een stolp;
14.2 Bouwregels (26.2.)
14.3 Afwijken van de bouwregels (26.3.)
14.4 Afwijken van de gebruiksregels (26.5.)
In 26.5. wordt het sublid 26.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
14.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (26.6.)
14.6 Wijzigingsbevoegdheid (26.7.)
Artikel 15 Recreatie - Volkstuinen (Artikel 27)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Recreatie - Volkstuinen (Artikel 27)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 27 ongewijzigd van toepassing.
15.1 Bouwregels (27.2.)
Artikel 16 Water (Artikel 34)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Water (Artikel 34)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 34 ongewijzigd van toepassing.
16.1 Bouwregels (34.2.)
Artikel 17 Water - Waterstaat (Artikel 35)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Water - Waterstaat (Artikel 35)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 35 ongewijzigd van toepassing.
De naam van de bestemming wordt geschrapt en vervangen door: 'Water - Waterkering'.
17.1 Specifieke gebruiksregels (nieuw)
Aan artikel 35 wordt het volgende lid toegevoegd:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van gronden ten behoeve van een parkeeraccommodatie en/of als opslaggebied voorzover dat de stabiliteit van de kering kan ondermijnen.
Artikel 18 Wonen (Artikel 36)
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen (Artikel 36)', zijn de regels van artikel 36 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Wonen (Artikel 36)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 36 ongewijzigd van toepassing.
18.1 Bestemmingsomschrijving (36.1.)
In 36.1. worden de volgende onderdelen c, f en i toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
c. woonhuizen met bijbehorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met ruimte voor beroepsuitoefening aan huis c.q. bedrijfsmatige activiteiten, in de vorm van een voormalige agrarische bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning";
f. het behoud, het herstel en de ontwikkelingen van stolpschuren, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
i. nutsvoorzieningen;
18.2 Bouwregels (36.2.)
18.3 Specifieke gebruiksregels (36.4.)
- g. Aan onderdeel d wordt de volgende tekst toegevoegd: ', tenzij ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - twee woningen", in welk geval een woonhuis gebruikt mag worden voor ten hoogste twee woningen;
18.4 Afwijken van de gebruiksregels (36.5.)
In 36.5. wordt het sublid 36.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
18.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (36.6.)
18.6 Wijzigingsbevoegdheid (36.7.)
Artikel 19 Wonen - Stolp (Artikel 37)
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen - Stolp (Artikel 37)', zijn de regels van artikel 37 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Wonen - Stolp (Artikel 37)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 37 ongewijzigd van toepassing.
19.1 Bestemmingsomschrijving (37.1.)
In 37.1. onderdeel a wordt na bijbehorende bouwwerken de volgende tekst toegevoegd: 'al dan niet in de vorm van een stolpschuur, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - stolpschuur";
In 37.1. onderdeel c wordt de volgende tekst toegevoegd: 'en de stolpschuren"';
In 37.1. wordt het volgende onderdeel g toegevoegd, waarbij de daaropvolgende onderdelen verletteren:
g. nutsvoorzieningen;
19.2 Bouwregels (37.2.)
19.3 Afwijken van de bouwregels (37.3.)
19.4 Specifieke gebruiksregels (37.4.)
In onderdeel d wordt de verwijzing naar lid 37.1. onder c geschrapt en vervangen door: lid 37.1 onder b.3.
19.5 Afwijken van de gebruiksregels (37.5.)
In 37.5. wordt het sublid 37.5.1. Mantelzorg in zijn geheel geschrapt.
19.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (37.6.)
19.7 Wijzigingsbevoegdheid (37.7.)
Artikel 20 Leiding - Hoogspanningsverbinding (Artikel 39)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding (Artikel 39)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 39 ongewijzigd van toepassing.
20.1 Afwijken van de bouwregels (39.3.)
Artikel 21 Waarde - Aardkundig (Artikel 42)
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Aardkundig (Artikel 42)', zijn de regels van artikel 42 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
Artikel 22 Waarde - Archeologie 1 (Artikel 43)
De regels met de bestemming Waarde - Archeologie 1 (Artikel 43) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende regels.
22.1 Bestemmingsomschrijving (43.1.)
De voor 'Waarde - Archeologie 1 (Artikel 43)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
22.2 Bouwregels (43.2.)
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (43.3.)
22.4 Wijzigingsbevoegdheid (43.4.)
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 1 (Artikel 43)' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 23 Waarde - Archeologie 2 (Artikel 44)
De regels met de bestemming Waarde - Archeologie 2 (Artikel 44) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende regels.
23.1 Bestemmingsomschrijving (44.1.)
De voor 'Waarde - Archeologie 2 (Artikel 44)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
23.2 Bouwregels (44.2.)
23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (44.3.)
23.4 Wijzigingsbevoegdheid (44.4.)
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 2 (Artikel 44)' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 24 Waarde - Archeologie 3 (Artikel 45)
De regels met de bestemming Waarde - Archeologie 3 (Artikel 45) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende regels.
24.1 Bestemmingsomschrijving (45.1.)
De voor 'Waarde - Archeologie 3 (Artikel 45)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de aanwezige en te verwachten archeologische waarden van de gronden.
24.2 Bouwregels (45.2.)
24.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (45.3.)
24.4 Wijzigingsbevoegdheid (45.4.)
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 3 (Artikel 45)' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 25 Waarde - Archeologie 4 (Artikel 46)
De regels met de bestemming Waarde - Archeologie 4 (Artikel 46) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende regels.
25.1 Bestemmingsomschrijving (46.1.)
De voor 'Waarde - Archeologie 4 (Artikel 46)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
25.2 Bouwregels (46.2.)
25.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (46.3.)
25.4 Wijzigingsbevoegdheid (46.4.)
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 4 (Artikel 46)' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 26 Waarde - Archeologie 5 (Artikel 47)
De regels met de bestemming Waarde - Archeologie 5 (Artikel 47) komen te vervallen en worden vervangen door de volgende regels.
26.1 Bestemmingsomschrijving (47.1.)
De voor 'Waarde - Archeologie 5 (Artikel 47)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
26.2 Bouwregels (47.2.)
26.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (47.3.)
26.4 Wijzigingsbevoegdheid (47.4.)
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 5 (Artikel 47)' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie (Artikel 48)
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie (Artikel 48)', zijn de regels van artikel 48 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
Artikel 28 Waarde - Landschap Verkaveling (Artikel 49)
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Landschap verkaveling (Artikel 49)', zijn de regels van artikel 49 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
Artikel 29 Waterstaat - Waterkering (Artikel 50)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering (Artikel 50)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijzigingen blijven de overige regels van artikel 50 ongewijzigd van toepassing.
29.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (50.4.)
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 30 Algemene Bouwregels (Artikel 52)
In de algemene bouwregels komt in lid 52.2. het sublid 52.2.2. te vervallen.
Artikel 31 Algemene Gebruiksregels (Artikel 53)
In artikel 53, lid 53.1., komt de aanhef te vervallen en wordt vervangen door de volgende aanhef: 'Tot een gebruik met de aan de grond gegeven bestemming wordt in ieder geval gerekend:'
Artikel 32 Algemene Aanduidingsregels (Artikel 54)
In artikel 54 wordt het volgende lid 54.1. toegevoegd. De overige leden worden daarbij vernummerd.
32.1 Geluidzone - spoor (54.1.)
32.2 milieuzone - geurzone (54.2.)
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak met de aanduiding 'milieuzone - geurzone (54.2.)', zijn de regels van artikel 54, lid 54.2. van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
32.3 vrijwaringszone - dijken (54.3)
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak met de aanduiding 'vrijwaringszone - dijken (54.3)', zijn de regels van artikel 54, lid 54.3. van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
32.4 vrijwaringszone - (energie-)infrastructuur (54.4.)
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak met de aanduiding 'vrijwaringszone - (energie-)infrastructuur (54.4.)', zijn de regels van artikel 54.4. van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - (energie-)infrastructuur (54.4.)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 54, lid 54.4., ongewijzigd van toepassing.
Aan 54.4. wordt het volgende sublid toegevoegd:
32.5 vrijwaringszone - molenbiotoop (54.5.)
De regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van 27 juni 2013 worden binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop (54.5.)' gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 54, lid 54.5., ongewijzigd van toepassing.
Artikel 33 Overige Regels (Artikel 57)
In artikel 57 komt 57.2. te vervallen en wordt vervangen door het volgende lid 57.2.
57.2. Voldoende parkeergelegenheid
- a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
- b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van de CROW-normen, publicatie 317 van oktober 2012, bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
- c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
Artikel 34 Anti-dubbeltelregel (Van Toepassing Voor Deze Herziening)
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 35 Overgangsrecht (Van Toepassing Voor Deze Herziening)
35.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
35.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijn 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
35.3 Persoonsgebonden overgangsrecht (nieuw)
In afwijking van lid 35.2 sub a en b mag het bestaande gebruik van recreatieverblijven ten behoeve van permanente bewoning worden voorgezet door personen die, naast een objectgebonden beschikking, tevens beschikken over een persoonsgebonden beschikking.
35.4 Objectgebonden overgangsrecht (nieuw)
In afwijking van lid 35.2 sub a en b mag het bestaande gebruik van recreatieverblijven ten behoeve van permanente bewoning worden voorgezet, indien voor die recreatieverblijven, naast een persoonsgebonden beschikking, tevens een objectgebonden beschikking is verleend,
Artikel 36 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels deel uitmakende van het
bestemmingsplan Reparatieplan Landelijk Gebied 2017 van de gemeente Koggenland
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 mei 2018
Hoofdstuk 1 Inleiding
Voor het landelijk gebied van de gemeente Koggenland geldt het bestemmingsplan Landelijk Gebied. Dit bestemmingsplan is op 27 juni 2013 door de gemeenteraad vastgesteld en inmiddels geheel in werking getreden (onherroepelijk).
Het landelijk gebied omvat het gehele gemeentelijk grondgebied met uitzondering van de grotere kernen en de bedrijventerreinen. Binnen het landelijk gebied zijn dus wel de linten / kleinere kernen Wogmeer, Grosthuizen, Oudendijk en Rustenburg gelegen.
In het vastgestelde bestemmingsplan Landelijk Gebied is een aantal onduidelijkheden en onjuistheden geconstateerd. Het gaat hier om omissies die over het algemeen tijdens het werken/toetsen in de praktijk naar boven zijn gekomen. Deze omissies worden met voorliggend Reparatieplan hersteld. De aanpassingen zijn van geringe omvang en betreffen zowel de verbeelding, de regels als de toelichting. De aanpassingen op de verbeelding zijn voornamelijk perceelsgericht. De juridische regeling wordt in overeenstemming gebracht met de feitelijke (bestaand legaal gebruik) en/of vergunde situatie. In de regels en toelichting zijn ook de resultaten van nieuw/actueel onderzoek meegenomen, zoals de archeologische beleidsadvieskaart en het geluidonderzoek, evenals nieuwe inzichten die voortvloeien uit eerder genomen besluiten en uitwerkingen van het vastgesteld beleid. In het navolgende hoofdstuk zijn de aanpassingen beschreven. Ondergeschikte tekstaanpassingen zijn hierbij niet meegenomen, omdat deze geen nadere toelichting behoeven.
Het Reparatieplan is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Landelijk Gebied uit 2013. Het bestemmingsplan Landelijk Gebied blijft voor de niet herziene delen van kracht. Het Reparatieplan vormt een aanvulling hierop en moet in samenhang met dit bestemmingsplan worden gelezen.
De percelen waarvoor, na vaststelling van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013, een partieel bestemmingsplan of een wijzigingsplan is vastgesteld, zijn in deze herziening buiten beschouwing gelaten. Daarmee blijven de specifieke regels van de perceelsgerichte plannen en de daarin opgenomen voorwaardelijke verplichtingen in relatie tot de landschappelijke inpassing afzonderlijk van kracht.
Hoofdstuk 2 Onderdelen Herziening
In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op enkele specifieke onderwerpen die in het Reparatieplan worden meegenomen. Het betreft de dijken/waterkeringen en de stolpen in het plangebied. Daarna wordt ingegaan op de belangrijkste aanpassingen in de toelichting, de regels en de verbeelding.
2.1 Dijken/waterkeringen
Geconstateerd is dat in het bestemmingsplan Landelijk Gebied de gehanteerde systematiek ten aanzien van het beschermen en bestemmen van de dijken cq. de waterkeringen in het plangebied niet duidelijk is. Bovendien zijn toelichting en verbeelding niet goed op elkaar afgestemd. Op basis van opgevraagd kaartmateriaal van het Hoogheemraadschap is dit hersteld en zijn de waterkeringen in verschillende bestemmingen/aanduidingen vastgelegd.
Vrijwaringszone-dijken (doelmatig/veilig functioneren waterkering)
In het bestemmingsplan Landelijk Gebied is een algemene aanduidingsregel 'vrijwaringszone-dijken' opgenomen ter bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkeringen in het gebied. Abusievelijk zijn niet alle regionale waterkeringen van een dergelijke zone voorzien. Bovendien is na nader overleg met het Hoogheemraadschap gebleken dat niet de waterstaatswerken zelf, maar alleen de bijbehorende beschermingszones alsmede het profiel van de vrije ruimte, de gebiedsaanduiding horen te krijgen. Met dit Reparatieplan wordt dit hersteld en zijn alle beschermingszones bij de in het plangebied voorkomende waterkeringen van een vrijwaringszone voorzien. De verbeelding en toelichting zijn op dit punt aangepast. De regeling blijft verder ongewijzigd.
Waterstaat- Waterkering
Voor alle (regionale) waterkeringen in het plangebied (de oude kernzone) geldt de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering. Het betreft hier een dubbelbestemming waarmee de waterkerende functie van de dijken wordt vastgelegd. Daarnaast ziet de dubbelbestemming toe op het behoud en de bescherming van de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de dijken. De basisbestemmingen zijn afgestemd op de feitelijke functie van de gronden, zoals verkeer.
Water- Waterstaat
De dijk langs het IJsselmeer/Markermeer is een primaire waterkering en heeft in het bestemmingsplan de bestemming Water - Waterstaat. De waterkerende functie staat voorop, zodat gekozen is voor een basisbestemming. Om de naamgeving beter te laten aansluiten bij de primaire functie van de dijk is deze in het Reparatieplan vervangen door Water-Waterkering.
Waarde - Cultuurhistorie
Alle dijken hebben landschappelijke en cultuurhistorische betekenis in het landschap van Koggenland. De dijken vertellen het verhaal van de totstandkoming van het landschap zoals dat er nu ligt en de strijd met het water. Om die reden zijn de regionale waterkeringen/dijken door de dubbelbestemming 'Waterstaat-Waterkering' cultuurhistorisch en landschappelijk beschermd. De Wogmeerdijk heeft geen status als waterkering. Daarom is voor deze dijk een aparte dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' opgenomen. Binnen deze dubbelbestemming zal een ontwikkeling worden beoordeeld op de gevolgen die dat voor de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de dijk heeft.
2.2 Stolpen
Na vaststelling van het bestemmingsplan Landelijk Gebied is gebleken dat niet alle stolpen op een juiste wijze zijn beschermd. Enkele stolpen hebben geen beschermende regeling in de vorm van een specifieke bestemming 'Wonen-Stolp' of 'specifieke bouwaanduiding stolp' gekregen. Er zijn ook panden die deze bescherming wel hebben gekregen, terwijl het geen stolpen zijn. Op grond van een naverkenning is dit, waar nodig, gerepareerd.
Op een aantal percelen komen specifieke situaties voor. Soms is er zowel een stolpwoning als ook een stolpschuur aanwezig. Om ook de hoofdvorm van deze stolpschuren (niet bestemd voor wonen) te beschermen, is een nieuwe aanduiding aan de regels toegevoegd: 'specifieke bouwaanduiding stolp-stolpschuur' (sba-ss). Daarnaast zijn er ook enkele percelen waar een stolp aan een woonhuis is vastgebouwd of andersom. In dat geval mag de stolp ten behoeve van de woonfunctie worden ingericht en wordt samen met het aangebouwde woonhuis als hoofdgebouw aangemerkt, om reden waarvan die stolpen worden voorzien van een aanduiding voor een stolpwoning. Het bijbehorende woonhuis is daarbij niet aangeduid binnen de stolpregeling. Voorzover het bijbehorend woonhuis een (gemeentelijk) beeldbepalend pand is, is het woonhuis aangeduid als karakteristiek en op die wijze via de regels beschermd.
Het bestemmingsplan voorziet in een regeling (wijzigingsbevoegdheid) om een stolp te kunnen splitsen. De toelichting op deze splitsingsmogelijkheid klopt niet en wordt aangepast. Het splitsen van een stolp met meerdere vierkanten is mogelijk tot een maximum van 4 woningen (in plaats van 6).
De voorwaarde dat, voordat medewerking aan splitsing kan worden verleend, advies moet worden ingewonnen bij de Boerderijen Stichting of een andere daarmee vergelijkbare onafhankelijke en ter zake deskundige wordt geschrapt. Bouwplannen voor de splitsing van stolpen worden in de praktijk altijd aan de welstandscommissie voorgelegd en, onder meer, getoetst aan de objectcriteria voor stolpboerderijen zoals die zijn neergelegd in de Welstandsnota. Van belang is dat de karakteristieken en het aanblik van één stolp aan de buitenkant behouden blijven.
2.3 Regels
In deze paragraaf worden de belangrijkste wijzigingen in de regels toegelicht. Eerst worden enkele aanpassingen toegelicht die in meerdere artikelen voorkomen. Daarna worden artikelsgewijs de belangrijkste wijzigingen toegelicht. Ondergeschikte aanpassingen van de regels worden in deze paragraaf niet verder toegelicht. Voor een overzicht van alle aanpassingen wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van dit Reparatieplan.
2.3.1 Algemene aanpassingen
Regeling mantelzorg
De regeling voor mantelzorg wordt met dit Reparatieplan in zijn geheel geschrapt. Door het gewijzigde Besluit omgevingsrecht zijn de mogelijkheden om bij een woning een mantelzorgwoning te plaatsen, vereenvoudigd. Onder voorwaarden kan een bijbehorend bouwwerk (mantelzorgwoning) geheel vergunningsvrij geplaatst of verbouwd worden. De regeling voor mantelzorg (afwijkingsbevoegdheid) in het bestemmingsplan is daarmee overbodig geworden.
Regeling bed & breakfast
In een aantal bestemmingen is een regeling opgenomen om met een omgevingsvergunning af te wijken van de gebruiksregels, zodat in combinatie met de woonfunctie bed & breakfast kan worden gerealiseerd. Hieraan is een aantal voorwaarden verbonden. Eén daarvan is dat er per bestemmingsvlak ten hoogste 6 logieskamers (met een oppervlakte van 30 m² per kamer) ten behoeve van de recreatieve bewoning mogen worden ingericht. Met het Reparatieplan wordt de maximale oppervlakte van de logiesverblijven verhoogd naar 40 m². Bij aanvragen voor bed & breakfast blijkt vaak dat ook een bad/douche/toiletruimte wordt aangevraagd. Door het begrip 'logieskamer' te vervangen door 'logiesverblijf' (waaronder een logieskamer inclusief sanitaire voorzieningen wordt verstaan) en de oppervlakte iets te verruimen, wordt duidelijkheid gegeven over het toestaan en meerekenen van sanitaire voorzieningen bij de kamers. Aangezien het niet de bedoeling is om met de verruiming van de oppervlakte meer personen per kamer toe te staan en om het kleinschalig karakter te behouden, wordt als voorwaarde toegevoegd dat maximaal 2 personen per logiesverblijf zijn toegestaan. Tot slot is het in het Reparatieplan overeenkomstig de gemeentelijke Beleidsnota 'Planologische afwijkingsmogelijkheden' (2015) een gezamenlijke ruimte van maximaal 100 m² toe te staan.
Regeling kamerverhuur
De gemeente heeft beleid geformuleerd voor toepassing van de zogenaamde 'kruimelgevallenregeling' teneinde invulling te geven aan de bestuurlijke afwegingsruimte van artikel 4, bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. In dat beleid zijn voorwaarden gesteld voor de toelaatbaarheid van kamerverhuur. In de agrarische bestemmingen en de bestemmingen Wonen en Wonen - Stolp is een regeling voor kamerverhuur opgenomen. Om het beleid en het bestemmingsplan goed op elkaar aan te laten sluiten is het begrip voor kamerverhuur in artikel 1 aangepast, onder meer door de toevoeging dat er sprake moet zijn van een hoofdbewoner. Tezamen met de voorwaarden in de afwijkingsbevoegdheid is daarmee het beleid vertaald in het bestemmingsplan.
Geluidszones spoor en weg
In bijlage 7 van de regels van het geldende bestemmingsplan zijn alleen de geluidzones voor wegverkeer, maar niet voor het spoor opgenomen. In de toelichting en regels (zonering vanwege spoorweglawaai) wordt hier wel naar verwezen. Daarmee is het spoorweglawaai niet op een juiste wijze in het geldende plan opgenomen.
In dit Reparatieplan zijn de geluidzones voor spoor nu rechtstreeks op de verbeelding opgenomen. Vandaar dat de toelichting en de regels worden aangepast. Aan de geluidzone voor het spoor is een gebiedsaanduiding gekoppeld, die in artikel 54 regels bevat voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting op geluidgevoelige objecten.
Verder is van belang dat in oktober 2015 de rekenmodellen wegverkeerslawaai en luchtkwaliteit in de gemeente geactualiseerd zijn. Deze nieuwe geluidscontouren van het wegverkeer zijn opgenomen in bijlage 3 van dit Reparatieplan (bijlage 7 bestemmingsplan Landelijk Gebied).
Archeologie
Door Archeologie West-Friesland is de gemeentelijke beleidskaart Archeologie, welke is overgenomen in het bestemmingsplan Landelijk Gebied, geactualiseerd. In het Reparatieplan is deze geactualiseerde kaart uit 2016 opgenomen. Dit betekent een aanpassing van de verbeelding (sommige gebieden zijn onderzocht en vrijgegeven) en de toelichting. Ook zijn aanpassingen in de regels van de diverse dubbelbestemmingen Waarde-Archeologie doorgevoerd, onder andere omdat de vrijstellingsgrenzen van de diverse categorieën niet klopten.
In de toelichting van het bestemmingsplan komt paragraaf 3.9.1. te vervallen en wordt vervangen door de volgende paragraaf 3.9.1.
Door Archeologie West-Friesland, een samenwerkingsverband van verschillende Westfriese gemeenten, is een archeologische beleidskaart opgesteld. Op de archeologische beleidskaart zijn ondergrenzen gesteld voor archeologisch onderzoek vastgesteld op basis van de aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Het verdient aanbeveling om bij ontwikkelingen in een archeologisch waardevol (verwachtings)gebied van te voren een Quickscan te laten uitvoeren door Archeologie West-Friesland. De ruimtelijke ontwikkelingen worden dan afgezet tegen de aanwezige of te verwachten archeologische waarden. De op de archeologische advieskaart aangegeven vlakken zijn gebaseerd op bureauonderzoek en kaartanalyse, die niet tot uitdrukking komen op de archeologische beleidskaart. Op deze wijze wordt onnodig onderzoek voorkomen.
De hoogste bescherming is gegeven aan de kerkterreinen (ook de verdwenen kerken) en terreinen waar door middel van archeologisch onderzoek waarden zijn aangetoond. In het bestemmingsplan Landelijk Gebied betreft het alleen kerkterreinen. Hier geldt dat bij alle bodemingrepen een Archeologische Quickscan noodzakelijk is.
De overige terreinen van hoge archeologische waarde hebben een vrijstellingsgrens van 100 m² en 35 cm gekregen. Voor dit bestemmingsplan zijn dit met name dijken en de linten van Spierdijk, Berkhout, Grosthuizen, Oudendijk en delen van Obdam en Hensbroek. De afzonderlijke huisplaatsen in de Baarsdorpermeer en de Wogmeer en een terrein van hoge archeologische waarde in de polder Mijzen vallen ook binnen deze vrijstellingsgrens.
Gebieden met een hoge archeologische verwachting hebben een vrijstellingsgrens van 500 m² en 35 cm gekregen. Dit betreft de veronderstelde bewoningslinten langs de Gouwen en de Weere, een mogelijke locatie van duikers tussen de Midden- en Noorderbraak bij Obdam, de waterbodem van het Hoornse Hop/Markermeer en het overige deel van de Polder Mijzen.
Het buitengebied in de Polder Achterkogge heeft een vrijstellingsgrens gekregen op basis van de aanwezige geologische afzettingen waar vindplaatsen uit het Laat Neolithicum worden verwacht. Hiervoor geldt een vrijstellingsgrens van 1 ha.
Het overige buitengebied (exclusief de Wogmeer en Baarsdorpermeer) heeft een vrijstellingsgrens van 2 ha gekregen, op basis van de zeer lage archeologische verwachting voor alle perioden.
Een aantal gebieden is vrijgegeven van archeologisch onderzoek. Dit betreft grote delen van de droogmakerijen Wogmeer en Baarsdorpermeer. Ook gebieden die reeds onderzocht zijn, worden niet meer beschermd. In figuur 11 zijn de verschillende archeologische waardevolle (verwachtings)gebieden weergegeven. De verschillende archeologisch waardevolle (verwachtings)gebieden zijn met dubbelbestemmingen vastgelegd.
Figuur 11 Archeologische beleidsadvieskaart
In paragraaf 4.42.1 en 4.43.1 wordt in de tweede alinea in de derde zin na het woord 'geschaad' het volgende toegevoegd: 'deze zijn veiliggesteld door middel van een opgraving'. Aan het slot van de een na laatste zin wordt het volgende toegevoegd: 'of als de waarden zijn veiliggesteld door middel van een opgraving (behoud ex situ)'.
Aan 4.42.2 en 4.43.2 wordt de volgende zin toegevoegd: 'Dit kan alleen als door archeologisch onderzoek is komen vast te staan dat er geen waarden in de bodem meer aanwezig zijn.'
In 4.44.1 wordt aan het begin de volgende tekst toegevoegd: 'Gebieden met een hoge archeologische verwachting zijn beschermd door het opnemen van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3. De gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van eventueel aanwezige archeologische waarden.'
Aan 4.44.2 wordt de volgende zin toegevoegd: 'Dit kan bijvoorbeeld als blijkt dat er geen archeologische waarden zijn aangetoond, bijvoorbeeld door archeologisch onderzoek of anderszins gewijzigde inzichten.'
In 4.45.1 wordt aan het begin de volgende tekst toegevoegd: 'Gebieden met een middelhoge tot lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit het Laat Neolithicum zijn beschermd door het opnemen van de dubbelbestemming Waarde – Archeologie 4. De gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van eventueel aanwezige archeologische waarden.'
In de een na laatste zin komen de woorden 'en cultuurhistorische' te vervallen.
Aan 4.45.2 en 4.46.2 wordt de volgende zin toegevoegd: 'Dit kan bijvoorbeeld als blijkt dat er geen archeologische waarden zijn aangetoond door archeologisch onderzoek of dat blijkt dat de bodem is verstoord.'
In 4.46.1 wordt aan het begin de volgende tekst toegevoegd: 'Gebieden met een lage tot zeer lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit alle perioden zijn beschermd door het opnemen van de dubbelbestemming Waarde – Archeologie 5. De gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van eventueel aanwezige archeologische waarden.'
In de een na laatste zin komen de woorden 'en cultuurhistorische' te vervallen.
Parkeerregeling
Voorheen werd in bestemmingsplannen voor de toetsing van de parkeerbehoefte verwezen naar de gemeentelijke bouwverordening. Door de inwerkingtreding van de 'Reparatiewet BZK 2014' (Staatsblad 2014, 458) per 29 november 2014 zijn de stedenbouwkundige bepalingen van de bouwverordening voor nieuwe, nog vast te stellen bestemmingsplannen niet meer van toepassing. De regeling van parkeerbepaling in de bouwverordening wordt daarom materieel overgenomen in bestemmingsplannen. Een en ander leidt niet tot een inhoudelijke wijziging van de beoogde toetsing. Aan het Besluit ruimtelijke ordening is mede in verband met het intrekken van toetsing aan de bouwverordening de mogelijkheid opgenomen om voor de invulling van de eis van voldoende parkeren in concrete situaties gebruik te maken van beleidsregels (zie artikel 3.1.2 lid 2 onder a Bro), zoals dit ook onder de werking van de bouwverordening mogelijk was.
Horecaperceel Braken Obdam
In 2000 is op gronden nabij bedrijventerrein de Braken in Obdam een bouwvergunning verleend voor de realisatie van een hotel. Als gevolg hiervan is aan deze gronden in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Obdam (2000) de bestemming 'Horeca' toegekend. In de jaren daarna zijn er meerdere verzoeken/plannen geweest om op deze locatie te gaan bouwen, maar van daadwerkelijke bouw is het niet gekomen. Aangezien de gemeente een horecaontwikkeling op deze plek nog steeds reëel en ruimtelijk aanvaardbaar vindt, is de Horecabestemming in het bestemmingsplan Landelijk Gebied, zoals vastgesteld in 2013, overgenomen. Abusievelijk zijn hierbij de gronden waarop destijds de parkeerruimte van het hotel was voorzien, agrarisch bestemd. Met het Reparatieplan wordt deze situatie hersteld. Op de verbeelding wordt het bestemmingsvlak Horeca vergroot (richting bedrijventerrein), ofwel wordt de bestemming Horeca teruggebracht op gronden die altijd deze bestemming hadden. Deze gronden zijn onlosmakelijk verbonden met de aangrenzende horecabestemming. Van het totale bestemmingsvlak mag ten hoogste 50% worden bebouwd. Hiermee is de planologische situatie zoals deze in het bestemmingsplan Landelijk Gebied (Obdam) uit 2000 was vastgelegd, hersteld.
Voor zowel het opnemen van de vigerende bestemming Horeca in het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013 als het herstel van de omissie in het Reparatieplan geldt dat het gaat om het conserverend bestemmen van onbenutte mogelijkheden. Er is dan ook geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Bovendien is de locatie binnen 'bestaand stedelijk gebied' gelegen. Ten aanzien van de omgevingsaspecten met betrekking tot de horecaontwikkeling hebben zowel in 2000 als recentelijk in 2015 diverse onderzoeken plaatsgevonden. Hieruit is gebleken dat de horecaontwikkeling op deze plek aanvaardbaar is en er vanuit het milieuaspect geen belemmeringen zijn.
2.3.2 Aanpassingen per artikel
Artikel 1 Begrippen
In de artikelen van het bestemmingsplan Landelijk Gebied komt een aantal begrippen voor die niet zijn gedefinieerd in artikel 1 of die een aanpassing behoeven. Met dit Reparatieplan zijn deze begrippen aangepast of toegevoegd. Hierbij gaat het om de volgende begrippen:
- plan;
- bestemmingsplan;
- bedrijfsverzamelgebouw;
- huishouden;
- inpandige opslag;
- kamerverhuur;
- logiesverblijf;
- niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
- paardrijbak;
- teeltondersteunend glas (het begrip teeltondersteunend glas komt te vervallen omdat deze samenvalt met het begrip ' ondersteunend glas (1.82) dat vervolgens in de regels wordt gebruikt.)
Daarnaast vloeien uit het archeologische beleid een aantal nieuwe begrippen met betrekking tot archeologie voort. Deze zijn eveneens aan artikel 1 toegevoegd.
Artikel 3 Agrarisch
- De bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Agrarisch' is aangevuld met het onderdeel "mestvergisting" (mestvergisting van mest afkomstig van en geproduceerd op het eigen agrarisch bedrijf in de vorm van monovergisters).
- De bouwregels voor gebouwen en overkappingen 3.2.1. g en h in de bestemming 'Agrarisch' (afstand tot zijdelingse bouwvlakgrens en regel om achter achtergevel bedrijfswoning te bouwen) gelden nu alleen voor bedrijfsgebouwen/logiesgebouwen en overkappingen. Deze bouwregels gelden echter ook voor ondersteunend glas. De regels zijn hier op aangepast.
- De bouwregels voor andere bouwwerken (3.2.2) zijn aangevuld met de bouwhoogte van een waterbassin. Deze zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
- Ter plaatse van de gronden van Leek Tulips aan de Hulkerweg is het waterbassin specifiek aangeduid en om die reden in de bestemmingsomschrijving opgenomen. In de bouwregels is vervolgens geregeld dat op die plek geen gebouwen en overkappingen zijn toegelaten.
- De compensatieregeling (3.7.8) waarbij de bestemming 'Agrarisch' kan worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de bouw van een woonhuis ter compensatie van het verwijderen van bebouwing is met dit Reparatieplan ook van toepassing op de wijziging naar de bestemming 'Wonen-Stolp'. Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag meteen gebruik worden gemaakt van de splitsingsmogelijkheid voor ten hoogste twee woningen per stolp.
- In de wijzigingsbevoegdheid naar wonen ten behoeve van functieverandering (3.7.9.) onder punt d is de tekst "... waarbij geldt dat de vermindering feitelijk moet zijn uitgevoerd op het moment dat de verbouwing of herbouw van de resterende (bedrijfs-)bebouwing een aanvang neemt" geschrapt. Deze voorwaarde is onduidelijk en werkt in de praktijk te beperkend.
- De wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van een plattelandswoning (3.7.16) is in zijn geheel geschrapt en vervangen door een nieuwe tekst. In de praktijk blijkt dat het altijd gaat om van het bedrijf vervreemde woningen, zodat er niet langer sprake is van een agrarisch gebruik van de gronden. De gemeente kiest er dan ook voor de woningen, waar dat kan, te voorzien van een woonbestemming met de aanduiding voor een plattelandswoning.
- Aan 3.7. is een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd om de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - inpandige opslag". Uiteraard gelden hierbij voorwaarden. Zo mag de opslag alleen binnen de bestaande bebouwing plaatsvinden, uitgezonderd binnen kassen.
- In bijlage 4 zijn enkele aanpassingen doorgevoerd. Zo is het toetsingskader voor de zorgfunctie verduidelijkt en is voor niet-agrarische bedrijvigheid aangegeven dat het alleen om milieucategorieën 1 en 2 mag gaan.
Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
- In de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' is de bestaande biomassavergistingsinstallatie aan de Burgemeester Kooimanweg door middel van een aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - biomassavergistingsinstallatie" opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding is een glastuinbouwbedrijf in combinatie met een biomassavergistingsinstallatie toegestaan. Voor deze installatie is in 2010 vergunning verleend.
- De bouwregels voor gebouwen en overkappingen betreffende de afstand tot de zijdelingse bouwvlakgrens en de bouwregel om achter de achtergevel van de bedrijfswoning te bouwen (4.2.1 d en e) dienen van toepassing te zijn op alle bedrijfsbebouwing, dus inclusief logiesgebouwen en kassen/warenhuizen. De regels zijn hier op aangepast.
- De specifieke gebruiksregels zijn voor wat betreft de biomassavergistingsinstallatie bij het glastuinbouwbedrijf aan de Burgemeester Kooimanweg aangevuld overeenkomstig de ruimtelijk relevante aspecten/voorwaarden uit de in 2010 verleende en onherroepelijke vergunning. Hierbij gaat het om het maximaal aantal te vergisten (afval)stoffen per jaar, het maximaal aantal transportbewegingen per dag en het duidelijk vastleggen dat de vergister ten dienste staat van het glastuinbouwbedrijf (de hoofdfunctie) op het perceel.
- Aan de afwijkingsmogelijkheden van de gebruiksregels is een afwijking toegevoegd voor een tweede huishouden. Deze afwijking is al opgenomen binnen de bestemming 'Agrarisch' en moet voor alle agrarische bestemmingen toegepast kunnen worden.
- De compensatieregeling (4.7.2) waarbij de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' kan worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de bouw van een woonhuis ter compensatie van het verwijderen van bebouwing, is met dit Reparatieplan ook van toepassing op de wijziging naar de bestemming 'Wonen-Stolp'. Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag meteen gebruik worden gemaakt van de splitsingsmogelijkheid voor ten hoogste twee woningen per stolp.
- In de wijzigingsbevoegdheden is een nieuwe wijzigingsbevoegdheid toegevoegd waarin een regeling is opgenomen voor het wijzigen naar een woonbestemming in geval een bedrijfswoning wordt vervreemd van het bedrijf en als plattelandswoning in gebruik wordt genomen.
Artikel 5: Agrarisch - Intensief veehouderijbedrijf
- De bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Agrarisch - Intensief veehouderijbedrijf' is aangevuld met 'mestvergisting van mest afkomstig van en geproduceerd op het eigen agrarisch bedrijf in de vorm van monovergisters'.
- Aan de afwijkingsmogelijkheden van de gebruiksregels is een afwijking toegevoegd voor een tweede huishouden. Deze afwijking is al opgenomen binnen de bestemming 'Agrarisch' en moet voor alle agrarische bestemmingen toegepast kunnen worden.
- De compensatieregeling (5.6.2) waarbij de bestemming 'Agrarisch - Intensief veehouderijbedrijf' kan worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de bouw van een woonhuis ter compensatie van het verwijderen van bebouwing, is met dit Reparatieplan ook van toepassing op de wijziging naar de bestemming Wonen-Stolp'. Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag meteen gebruik worden gemaakt van de splitsingsmogelijkheid voor ten hoogste twee woningen per stolp.
- In de wijzigingsbevoegdheden is een nieuwe wijzigingsbevoegdheid toegevoegd waarin een regeling is opgenomen voor het wijzigen naar een woonbestemming in geval een bedrijfswoning wordt vervreemd van het bedrijf en als plattelandswoning in gebruik wordt genomen.
Artikel 6 Agrarisch - Paardenhouderijbedrijf
- De bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Agrarisch - Paardenhouderijbedrijf' is aangevuld met 'mestvergisting van mest afkomstig van en geproduceerd op het eigen agrarisch bedrijf in de vorm van monovergisters'.
- Aan de afwijkingsmogelijkheden van de gebruiksregels is een afwijking toegevoegd voor een tweede huishouden. Deze afwijking is al opgenomen binnen de bestemming 'Agrarisch' en moet voor alle agrarische bestemmingen toegepast kunnen worden.
Artikel 7 Bedrijf:
- De bouwhoogte voor de oefenunit van de brandweer (7.2.2) is aangepast van 3,50 naar 4,50 meter. Deze oefenunit is in het bestemmingsplan via een aanduiding opgenomen, maar de hoogte kwam niet overeen met de verleende omgevingsvergunning.
- Aan de gebruiksregels is een verbod toegevoegd op basis waarvan het niet toegestaan is om meerdere bedrijven binnen een bedrijfsgebouw/op een bedrijfsperceel te vestigen. De gemeente wil voorkomen dat er bij recht in het landelijk gebied bedrijfsverzamelgebouwen ontstaan, mede ook om (cumulatie van) hinder voor de omgeving te voorkomen. Een perceel mag en moet in gebruik zijn ten behoeve van één bedrijf. Voorts is er een afwijking opgenomen. In gevallen kan het aanvaardbaar zijn dat er juist wel meerdere bedrijven in een gebouw ondergebracht worden. De afwijking biedt de mogelijkheid om er zorg voor te dragen dat dit op een passende wijze gebeurt.
- De compensatieregeling waarbij de bestemming 'Bedrijf' kan worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de bouw van een woonhuis ter compensatie van het verwijderen van bebouwing, is met dit Reparatieplan ook van toepassing op de wijziging naar de bestemming Wonen-Stolp'. Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag meteen gebruik worden gemaakt van de splitsingsmogelijkheid voor ten hoogste twee woningen per stolp.
- De wijzigingsbevoegdheden (7.7.) zijn aangevuld met een wijzigingsmogelijkheid van Bedrijf - uitsluitend inpandige opslag naar volwaardige bedrijvigheid in de laagste milieucategorieën. Dit houdt in dat -onder voorwaarden- op percelen waar alleen inpandige opslag/stalling is toegestaan bedrijven (welke zijn genoemd in bijlage 2, onder de categorieën 1 en 2) kunnen worden toegestaan.
Artikel 19: Horeca
Het bestemmingsvlak 'Horeca' aan de Braken/nabij Obdam is vergroot, overeenkomstig het vorige bestemmingsplan Landelijk Gebied, gemeente Obdam (2000). In de regels is opgenomen dat 50% van dit bestemmingsvlak mag worden bebouwd. Daarmee resteert er voldoende onbebouwde grond voor onder andere het parkeren.
Artikel 21: Maatschappelijk - Begraafplaats
Vanwege het feit dat het bestemmingsvlak voor de dierenbegraafplaats is aangepast aan de feitelijke gebruikssituatie (bestaand legaal gebruik), klopt de oppervlaktebepaling ook niet meer. De bouwregels zijn hierop aangepast. De oppervlakte voor gebouwen is verkleind van 100 m² naar 50 m².
Artikel 26 Recreatie – Verblijfsrecreatie
Binnen de bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie zijn nu alleen restaurants ten dienste van de recreatieterreinen toegestaan. Op een tweetal campings/recreatieterreinen in de gemeente is echter een omgevingsvergunning verleend om het restaurant/eetcafé ook te gebruiken voor niet-recreanten. Het is van belang om hier één lijn in te trekken en gebruik door niet-recreanten in zijn algemeenheid toe te staan. Dit betekent dat aan artikel 26.1 onderdeel b onder 2 de volgende zinsnede is toegevoegd: “waarbij het restaurant zowel ten behoeve van recreanten als niet-recreanten gebruikt mag worden”.
Artikel 27 Recreatie- Volkstuinen
De bouwregels voor gebouwen en overkappingen zijn vervangen. Toegestaan is één gebouw of overkapping van maximaal 20 m² en een kas van maximaal 20 m².
Artikel 34 Water
In de bouwregels voor andere bouwwerken (34.2.2) zijn een minimale doorvaarthoogte en doorvaartbreedte genoemd. Echter, deze maten gelden alleen voor de recreatieve vaarroute binnen de gemeente en niet voor al het water. Met het Reparatieplan zijn deze regels alleen van toepassing verklaard voor het water met de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - recreatieve vaarroute", zoals op de verbeelding aangegeven.
Artikel 35 Water - Waterstaat
De dijk langs het IJsselmeer/Markermeer is een primaire waterkering en heeft in het bestemmingsplan Landelijk Gebied de bestemming Water - Waterstaat. De waterkerende functie staat voorop. Om de naamgeving van de bestemming beter aan te laten sluiten bij de bestemmingsomschrijving is de naamgeving gewijzigd in de bestemming 'Water - Waterkering'. De maximale bouwhoogte van andere bouwwerken is verhoogd van 5 naar 10 m, conform het vorige bestemmingsplan.
Artikel 36 Wonen
- De bestemmingsomschrijving is aangevuld met een bepaling, waardoor ook plattelandswoningen onder deze bestemming vallen. De bestaande plattelandswoningen vormen geen onderdeel meer van de (bouwvlakken) van de agrarische bedrijven, maar krijgen een woonbestemming met nadere aanduiding.
- In de regels van de bestemming Wonen is opgenomen dat, voor zover een bouwvlak is opgenomen, de woning binnen het bouwvlak gebouwd moet worden. Deze regeling geldt voor nieuw te bouwen woningen die via de compensatie/ruimte voor ruimte-regeling (en met aparte procedures) toegestaan zijn, maar niet goed in het bestemmingsplan Landelijk Gebied overgenomen zijn.
- De wijzigingsbevoegdheden (36.7) zijn aangevuld met een wijziging ten behoeve van een plattelandswoning. Dit houdt in dat de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" kan worden verwijderd op het moment dat het voorheen bijbehorende agrarisch bedrijf wordt beëindigd. Er is dan niet langer een noodzaak meer voor de aanduiding voor de plattelandswoning. Ook kan het zijn dat de woning weer bij het agrarisch bedrijf wordt betrokken en opnieuw als bedrijfswoning in gebruik wordt genomen. In dat geval kan de aanduiding komen te vervallen en wordt de bestemming gewijzigd naar de van toepassing zijnde agrarische bestemming. De wijzigingsbevoegdheid biedt hiertoe de mogelijkheid.
Artikel 37 Wonen - Stolp
- De wijzigingsbevoegdheden (36.7) zijn aangevuld met een wijziging ten behoeve van een plattelandswoning. Dit houdt in dat de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" kan worden verwijderd op het moment dat het voorheen bijbehorende agrarisch bedrijf wordt beëindigd. Er is dan niet langer een noodzaak meer voor de aanduiding voor de plattelandswoning. Ook kan het zijn dat de woning weer bij het agrarisch bedrijf wordt betrokken en opnieuw als bedrijfswoning in gebruik wordt genomen. In dat geval kan de aanduiding komen te vervallen en wordt de bestemming gewijzigd naar de van toepassing zijnde agrarische bestemming. De wijzigingsbevoegdheid biedt hiertoe de mogelijkheid.
Waarde - Archeologie (artikel 44 t/m 47)
- In de bouwregels van de dubbelbestemmingen 'Waarde-Archeologie 2 en 3' is de diepte waarbij geen grondroerende werkzaamheden mogen plaatsvinden aangepast naar 0,35 m onder het maaiveld (in plaats van 0,40 m). Voor de dubbelbestemmingen Waarde-Archeologie 4 en 5 is de diepte aangepast naast 0,40 m (in plaats van 0,35 m) onder maaiveld.
- In de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 4' is in de bouwregels bepaald dat geen bouwwerken gebouwd mogen worden, met uitzondering van bouwwerken met een oppervlakte van 2.500 m² of minder. Deze oppervlaktemaat is aangepast naar 10.000 m2, overeenkomstig de archeologische beleidskaart.
- In de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 5' is in de bouwregels bepaald dat geen bouwwerken gebouwd mogen worden, met uitzondering van bouwwerken met een oppervlakte van 10.000 m² of minder. Deze oppervlaktemaat is aangepast naar 20.000 m2.
Gebruiksregels (artikel 53)
In de aanhef van de algemene gebruiksregels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied (2013) wordt verwezen naar 'deze bestemming'. Aangezien deze regels voor alle bestemmingen uit het plan gelden, is dit aangepast naar 'de aan de grond gegeven bestemming'.
2.4 Verbeelding
- 1. Bobeldijk / Dierenbegraafplaats De Stille Weiden: het perceel (de tuin) achter Bobeldijk 83/85 is gekoppeld aan de woonbestemming van nummer 83 en krijgt de bestemming 'Wonen' met een aanduiding op grond waarvan ter plaatse alleen bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd (bg). Het naastgelegen bestemmingsvlak 'Maatschappelijk-Begraafplaats' is hierop (huidige situatie/bestaand legaal gebruik) aangepast.
- 2. Burgemeester Kooimanweg 18, Hensbroek: voor de bestaande biomassavergistingsinstallatie bij dit glastuinbouwbedrijf is een aanduiding opgenomen.
- 3. Braken Obdam: het bestemmingsvlak 'Horeca' is vergroot (richting bedrijventerrein). Van dit bestemmingsvlak mag ten hoogste 50% worden bebouwd. Hiermee is de planologische situatie zoals deze in het bestemmingsplan Landelijk Gebied (Obdam) uit 2000 was vastgelegd, hersteld.
- 4. Dorpsweg 9, Hensbroek: het agrarisch bouwvlak is aangepast. Conform de plansystematiek is het bouwvlak tot aan de weg gelegd.
- 5. Dorpsweg 97, Hensbroek: het achterste deel van het woonperceel Dorpsweg 97 had abusievelijk de bestemming Verkeer, maar behoort tot het erf/de tuin bij de stolpwoning. Het gehele woonperceel heeft daarom de bestemming 'Wonen-Stolp' gekregen.
- 6. Hulkerweg/Leek Tulips: volgens de algemene plansystematiek behoren het logiesgebouw en waterbassin binnen het agrarisch bouwvlak te liggen. Het bouwvlak is hierop aangepast. Daarbij is het waterbassin specifiek aangeduid om te voorkomen dat op die plek gebouwd mag worden.
- 7. Julianaweg 4a, Hensbroek: hier is niet langer meer sprake van een glastuinbouwbedrijf. Het bedrijf richt zich inmiddels op het kweken van pioenrozen en heeft daarmee een grondgebonden karakter gekregen. De bestemming is gewijzigd naar ' Agrarisch'.
- 8. Julianaweg 27, Avenhorn: conform de algemene systematiek is het agrarisch bouwvlak vanaf de weg ingetekend.
- 9. Kerkweg, Hensbroek: het tracé van de vrijwaringszone energie-infrastructuur is aangepast naar aanleiding van overleg met de Gasunie. Gebleken is dat de 'Vrijwaringszone-energie infrastructuur' voor een klein deel over een agrarisch bouwvlak loopt. Met de Gasunie is afgesproken dat de zone zodanig mag worden aangepast, dat het agrarisch bouwvlak hier zo weinig mogelijk mee wordt belast. De aanpassing is op de verbeelding verwerkt.
- 10. Kwakelweg 2/2a/2b, Hensbroek: op deze locatie worden 2 woonhuizen gebouwd (in plaats van 3). De bestemmingsvlakken Wonen zijn hierop aangepast.
- 11. Mijzerdijk 9/10, Ursem: ter plaatse is de begrenzing van het agrarisch bouwvlak en de naastliggende woonbestemming afgestemd op de feitelijke situatie.
- 12. Noorddijkerweg 94, Ursem: op dit perceel is geen agrarisch bedrijf meer gevestigd. Er is (deels) een woonbestemming opgenomen. De naastgelegen, bestaande schuur is eigendom van/wordt gebruikt door het agrarisch bedrijf aan de overkant. Daarom is hier een klein bouwvlak gehandhaafd dat met een relatieteken is verbonden aan het agrarisch bedrijf aan de overzijde (nummer 47a).
- 13. Noorddijkerweg 112/114/114a, Ursem: de betreffende bestemmingsvlakken Wonen zijn aangepast aan de eigendomsgrenzen.
- 14. Noorddijkerweg 128, Ursem: het bouwvlak voor de stolp is op een onjuiste plek gelegd. Het bouwvlak is om die reden verplaatst.
- 15. Noord-Spierdijkerweg 179, Spierdijk: voor dit agrarisch bedrijf is op de verbeelding een aanduiding voor de bestaande ondergeschikte zorgfunctie opgenomen (specifieke vorm van maatschappelijk-zorg).
- 16. Obdammerdijk 21, Obdam: in het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013 is het perceel agrarisch bestemd. Het woonhuis was in het daaraan voorafgaande plan bestemd voor wonen met daarachter mogelijkheden voor een kwekerij. Ter plaatse vinden zeer beperkte agrarische activiteiten plaats. Het woonhuis is om die reden opnieuw voor wonen bestemd. Voor de overige gronden is het agrarisch bouwvlak gehandhaafd, waarbij is aangegeven dat daarbinnen niet opnieuw een bedrijfswoning gebouwd mag worden.
- 17. Oosteinde 86/89, Berkhout: de grens tussen de woonbestemming (89) en het naastgelegen agrarisch bouwvlak (86) is aangepast. De agrarische schuur/ machineberging was abusievelijk binnen het woonperceel opgenomen.
- 18. Oost-Mijzen 1, Avenhorn: voor dit perceel is in 2010 een wijzigingsplan opgesteld dat abusievelijk niet in het bestemmingsplan Landelijk Gebied is overgenomen. Als gevolg van dit wijzigingsbesluit is de agrarische bestemming gewijzigd in een woonbestemming (Wonen-Stolp) en wordt tevens de mogelijkheid geboden de stolp te splitsen.
- 19. Oost-Mijzen 6/6a, Avenhorn: aangezien het hoofdgebouw in een tweetal woningen is gesplitst, wordt de aanduiding om twee woningen toe te staan opgenomen.
- 20. Slimdijk 18, Oudendijk: voor dit perceel is op de verbeelding een bouwvlak voor een nieuw woonhuis opgenomen, conform het bestemmingsplan dat in het kader van de Ruimte-voor-Ruimte regeling is vastgesteld (2012) en in het bestemmingsplan Landelijk Gebied is opgenomen.
- 21. Teding van Berkhoutweg/Lijsbeth Tijsweg: de aanduiding voor het baggerspeciedepot op de agrarische gronden is verwijderd.
- 22. Verlaatsweg 72, Spierdijk: voor dit perceel is op de verbeelding de bestemming Wonen vergroot, conform de huidige situatie. Het aanwezige nutsgebouwtje is vanwege de vergunningvrije omvang nu meegenomen in de woonbestemming. Dit was eerder geregeld in een apart bestemmingsvlak.
- 23. Walingsdijk 77, Ursem: de agrarische bestemming van dit perceel is gewijzigd naar de bestemming Bedrijf (categorie 1 en 2), omdat hier geen agrarisch bedrijf, maar een werkplaats/hobbyruimte voor metaalbewerking is gevestigd. Deze werkplaats is ook toegevoegd aan de lijst bedrijven/ bijlage 5 van het bestemmingsplan, zoals vermeld in bijlage 1 van deze regels.
- 24. Walingsdijk 87 en achter 83, Ursem: het agrarisch bouwvlak van Walingsdijk 87, waarbinnen abusievelijk ook een deel van het perceel achter 83 was opgenomen, is gesplitst in een deel met de bestemming Bedrijf en functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-inpandige opslag' vanwege de bestaande caravanstalling en een overgebleven deel dat het agrarisch bouwvlak behoudt met de functieaanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
- 25. Westeinde 342/343, Berkhout: het ter plaatse aanwezige hoofdgebouw wordt al jarenlang gebruikt voor twee woningen en was al in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Berkhout (1978) als zodanig bestemd. Daarom is de aanduiding "specifieke vorm van wonen- twee woningen" aangebracht.
- 26. Wogmeer 2a/b, Hensbroek: Voor dit perceel is in 2011 een postzegelbestemmingsplan vastgesteld in verband met het realiseren van een centrum voor kinderopvang in de tweede bedrijfswoning en een gedeelte van de schuur van het ter plaatse gevestigde agrarisch bedrijf. Bij het opnemen van dit plan in het bestemmingsplan Landelijk Gebied is abusievelijk de functieaanduiding voor de tweede bedrijfswoning blijven staan, terwijl deze niet meer als zodanig bestaat. Daarom is de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen-bedrijfswoning' verwijderd.
- 27. Zesstedenweg 3a, Scharwoude: de grens van de woonbestemming is aangepast conform de huidige en vergunde situatie.
- 28. Zesstedenweg 21, Scharwoude: aangezien hier geen agrarisch bedrijf is gevestigd, is de bestemming van het perceel deels gewijzigd in 'Wonen - Stolp' en deels in ' Agrarisch' (onbebouwd).
- 29. Zomerdijk 3/5, Oudendijk: de grens van het agrarisch bouwvlak is aangepast aan de huidige en vergunde (bebouwings)situatie.
- 30. Zuid-Spierdijkerweg, nabij kruising Noorddijkerweg: de situatie is hersteld zoals in het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2008 het geval was. Dit betekent dat de bestemming Water hier komt te vervallen en onder de woonbestemming komt te vallen. Bij het bepalen van de woonpercelen is gelet op de erfgrenzen cq. het eigendom van de percelen. Aan het perceel 71a is een apart bestemmingsvlak toegekend. Dit perceel waarop een schuur staat was abusievelijk meegenomen binnen de naastgelegen woonbestemming.
- 31. Zuid-Spierdijkerweg 42/42a, De Goorn: ter plaatse is de begrenzing van het agrarisch bedrijf en de naastgelegen woonbestemming afgestemd op de feitelijke eigendoms- en gebruikssituatie.
- 32. Voor de 50 kV-kabelverbinding nabij Oudendijk is de dubbelbestemming 'Leiding-Hoogspanningsverbinding' opgenomen. Hiermee wordt de bestaande kabelverbinding planologisch veiliggesteld en blijft deze gevrijwaard van (nieuwe) ruimtelijke ontwikkelingen en activiteiten die van negatieve invloed kunnen zijn op de functionaliteit.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid En Grondexploitatie
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.
3.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Omdat er sprake is van geringe aanpassingen aan het moederplan, wordt het bestemmingsplan meteen als ontwerp ter visie gelegd. Voorafgaand daaraan is vooroverleg gevoerd met van belang zijnde overheden en instanties. Van meerdere overleginstanties is een reactie ontvangen. Een weergave van het vooroverleg, de reacties en het gemeentelijk standpunt daaromtrent is vastgelegd in een reactienota. Deze reactienota is opgenomen in Bijlage 1.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 13 november 2017 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. In totaal zijn er 9 zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in de 'Nota zienswijzen Reparatieplan Landelijk Gebied 2017' (Bijlage bij vaststellingsbesluit). Overeenkomstig de wijzigingen in deze nota is het bestemmingsplan 'Reparatieplan Landelijk Gebied 2017' op 14 mei 2018 door de gemeenteraad gewijzigd vastgesteld. Tegen de vaststelling kan vervolgens beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State worden ingediend.
3.2 Economische Uitvoerbaarheid
Het voorliggende bestemmingsplan betreft een Reparatieplan. De aanpassingen die worden gedaan op het bestemmingsplan Landelijk Gebied hebben allen betrekking op het vastleggen van feitelijk bestaande (legale) situaties en ontwikkelingsmogelijkheden die reeds middels eerdere planologische herzieningen/wijzigingen waren vastgelegd. Kostenverhaal in het algemeen en in het kader van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is daarom niet aan de orde.
Bijlage 1 Specifiek Toegestane Bedrijven Binnen 'Bedrijf' (Bijlage 3)
Lijst van specifiek toegestane bedrijven binnen de bestemming
'Bedrijf'
In de tabel wordt het volgende bedrijf toegevoegd.
Adres | Omschrijving van de bedrijven | Milieu- categorie |
Julianaweg 6 | Sloop-/loonbedrijf | 3.1. |
Bijlage 2 Specifieke Toetsingscriteria Ondergeschikte Tweede Tak Of Deeltijdfunctie (Bijlage 4)
In de tabel wordt bij Zorgfunctie in de tweede kolom de derde zin geschrapt en vervangen door de volgende zin: ' Ten behoeve van de huisvesting van de zorgbehoevenden mag een kleinschalig nachtverblijf/logeeropvang voor maximaal 5 personen worden gerealiseerd.'
In de tabel wordt aan 'Niet-agrarische bedrijvigheid als bedoeld in bijlage 2' het volgende toegevoegd: ', uitsluitend voorzover het bedrijvigheid in de milieucategorieën 1 en 2 betreft.'
In de tabel worden bij Bed and Breakfast in de tweede kolom de eerste twee zinnen geschrapt en vervangen door:
'Logiesverblijven moeten in de bestaande bebouwing worden ondergebracht, waarbij gebruik wordt gemaakt van een bestaande entree. Er mogen, al dan niet in combinatie met ten hoogste één gezamenlijke ruimte van 100 m², maximaal 6 logiesverblijven voor ten hoogste 2 personen per logiesverblijf worden gerealiseerd met elk een oppervlakte van ten hoogste 40 m², waarbij in de kamers geen zelfstandige kookgelegenheden mogen worden aangebracht.'
Bijlage 3 Geluidcontouren Wegverkeerslawaai (Bijlage 7)
Bijlage 3 Geluidcontouren wegverkeerslawaai (bijlage 7)