KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Bedrijventerrein
Artikel 6 Detailhandel - Perifeer
Artikel 7 Groen
Artikel 8 Kantoor
Artikel 9 Recreatie
Artikel 10 Verkeer
Artikel 11 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 12 Water
Artikel 13 Leiding - Gas
Artikel 14 Waarde - Archeologie - 1
Artikel 15 Waarde - Archeologie - 2
Artikel 16 Waarde - Archeologie - 3
Artikel 17 Waterstaat
Artikel 18 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 19 Anti-dubbeltelregel
Artikel 20 Algemene Bouwregels
Artikel 21 Algemene Gebruiksregels
Artikel 22 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 23 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 24 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 25 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 26 Overgangsrecht
Artikel 27 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Bedrijvenlijst Berkelsepoort (Juni 2012)
Bijlage 2 Inventarisatie
Bijlage 3 Qra Externe Veiligheid
Bijlage 4 Externe Veiligheid Verantwoording
Bijlage 5 Nota Van Inspraak
Bijlage 6 Nota Zienswijzen

Bedrijventerreinen Berkelse Poort, Rodenrijs en Spoorhaven

Bestemmingsplan - Gemeente Lansingerland

Vastgesteld op 29-11-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

plan:

het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Berkelse Poort, Rodenrijs en Spoorhaven van de gemeente Lansingerland.

bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1621.BP0101-VAST met de bijbehorende regels (en bijlagen).

Verdere begrippen in alfabetische volgorde:

aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

ander bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

ambachtelijk en/of verzorgend bedrijf:

  1. 1. een bedrijf voor de uitoefening van producerende en/of verzorgende ambachten, met uitzondering van detailhandelsambachten, garagebedrijven en andere autoverzorgende bedrijven, waar - voor een belangrijk deel in handwerk - goederen worden vervaardigd, verwerkt, bewerkt, geïnstalleerd of hersteld, voornamelijk direct ten behoeve van de uiteindelijke gebruiker en/of verbruiker en welke wordt gekenmerkt door hetgeen is vermeld onder 2;
  2. 2. een bedrijf waarvan de uitoefening plaats heeft onder (één van) de volgende omstandigheden:
    1. a. het productieproces, wordt grotendeels "met de hand" of althans niet in hoofdzaak geautomatiseerd, of met behulp van werktuigen die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven, uitgevoerd;
    2. b. voor zover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid.

Bedrijven welke zich richten op persoonlijke of zakelijke dienstverlening zoals kapsalons, wasserettes, kantoren al dan niet met baliefunctie, worden hieronder niet begrepen.

archeologische waarde:

de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in het gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

bedrijfsgebouw:

een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd om te worden gebruikt als bedrijfsruimte, geen kas zijnde;

bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale oppervlakte van alle bouwlagen van kantoren, winkels en/of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;

bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op dan wel bij een terrein bestemd voor een huishouden waarvan huisvesting daar gelet, op de bedrijfsvoering, in overeenstemming met de bestemming, noodzakelijk is;

bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

bijgebouw:

een gebouw bij een woning of een ander gebouw ten dienste van een groter genot van het gebruik van die woning of dat andere gebouw, dat in bouwkundige en functionele zin ten dienste staat van en hoofdgebouw en ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

bouwgrens:

de lijn, welke bij het bouwen van gebouwen naar de zijde vanwaar deze hoofdzakelijk toegankelijk zijn (voorgevelbouwgrens) of naar de andere zijde van bouwstrook (achtergevelbouwgrens) of zijdelings (zijgevelbouwgrens) niet mag worden overschreden, tenzij in deze regels anders is bepaald;

bouwlaag, laag:

de begane grond of een verdieping van een gebouw, een onderhuis en een zolder worden hier niet onder begrepen;

bouwmarkt:

een al dan niet geheel overdekte verkoopplaats met een overdekt verkoopoppervlak van minimaal 1.000 m2, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelf-producten wordt aangeboden;

bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond waarop dan wel op een deel waarvan, krachtens het plan bebouwing met één hoofdgebouw of bij elkaar behorende gebouwen en andere bouwwerken is toegestaan;

bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel;

bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

calamiteitenuitgang:

uitgang ten behoeve van verkeer van hulpdiensten zoals brandweer, ambulance en politie;

detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen, het uitstallen ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

detailhandel in auto's c.q. autoshowroom:

detailhandel in auto's en de daarbij behorende onderdelen en autoaccessoires;

detailhandel in caravans:

detailhandel in toer- en stacaravans, vouwwagens, bagagewagens, tenten en onderdelen daarvan;

detailhandel in de dagelijkse goederen:

detailhandel in voedings- en genotmiddelen (food-sector) alsmede detailhandel in dagelijkse (huishoudelijke) gebruiksartikelen;

detailhandel in keukens en/of badkamers en overig sanitair:

detailhandel in (inbouw)keukens en/of badkamers en overig sanitair alsmede het daarbij behorende installatiemateriaal;

detailhandel in meubelen:

detailhandel in meubelen, eventueel gecombineerd met woninginrichtingartikelen;

detailhandel in niet-dagelijkse goederen (non-foodsector):

detailhandel in duurzame en/of gebruiksgoederen, zoals kleding en schoeisel, elektrische artikelen, huishoudelijke artikelen en overige goederen, voor zover geen detailhandel in dagelijkse goederen;

detailhandel in volumineuze goederen:

bij toepassing van dit bestemmingsplan: auto's, motoren, boten, caravans, keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering, tenten, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen;

dienstverlenend bedrijf:

met een winkel vergelijkbaar bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan of ten gerieve van particulieren, zoals reisbureaus, kapsalons, bankfilialen, wasserettes, eventueel met bijbehorende kantoren, werkplaatsen en magazijnen, alsmede publieksgerichte kantoren (kantoren met een overwegende baliefunctie);

doe-het-zelf-producten:

  • hout en houtwaren;
  • tegels, stenen, dakpannen en dergelijke;
  • bouwgrondstoffen en installatiemateriaal, waaronder sierpleisters, isolatiemateriaal, pvc-artikelen, verlichtings-/installatiematerialen, voor zover deze als bouwmaterialen zijn aan te merken;
  • pijpen, zand en cement;
  • kozijnen, deuren;
  • sanitair;
  • (inbouw)keukens, badkamers en kasten;
  • verf en verfwaren, lijmen en kit;
  • ijzerwaren;
  • behang en behangbenodigdheden;
  • buitenzonwering;
  • open haarden;
  • verwarmingsinstallatieartikelen;
  • gereedschappen ten behoeve van de bouw;
  • (bouw)materialen voor de inrichting van de tuin;
  • overige naar de aard vergelijkbare producten;

externe veiligheid:

kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is;

gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan personen of instellingen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;

grootschalige detailhandelsvestigingen:

detailhandelsvestigingen waarbij de bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 1.000 m2 bedraagt;

grove bouwmaterialen/bouwgrondstoffen:

materialen waaruit op te richten bouwwerken primair zijn samengesteld, alsmede materialen welke voor het verrichten van bouwwerkzaamheden nodig zijn; hieronder worden niet verstaan materialen welke uitsluitend dienen voor versiering, aankleding, inrichting en gebruik van bouwwerken;

hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;

kantoor:

een gebouw of deel van een gebouw dat door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden (al dan niet met baliefunctie);

kwetsbaar object:

  1. a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen of woonwagens als bedoeld in het begrip "beperkt kwetsbare objecten";
  2. b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. 2. scholen, of
    3. 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    1. 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object, of
    2. 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
  4. d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;

maatschappelijke doeleinden:

functies ten behoeve van religieuze, educatieve, medische, sociale en culturele doeleinden, (openbare) overheidsinstellingen alsmede voorzieningen ten behoeve van kinderopvang/-dagverblijf en dagvoorzieningen ten behoeve van bejaarden, gezondheids- en andere zorgvoorzieningen, andere openbare en/of bijzondere voorzieningen;

milieucategorie:

een aan een bedrijf/bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten;

onderkomens:

voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, arken, kampeermiddelen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;

overbouwing

een (gedeeltelijk) overdekt bouwdeel grenzend aan een gebouw, dat aan ten minste één zijde wordt ondersteund door gebouw(en) en aan ten minste twee zijden geen wanden bevat;

peil:

  1. e. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang aan een weg grenst: de hoogte van de weg;
  2. f. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. g. voor een ander bouwwerk: de hoogte van de weg waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen, de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein
  4. h. indien wordt gebouwd in of aan een dijk, waterkering of in gebieden waar het peil op een perceel een verhang kent van meer dan 1 m:
    1. 1. indien de hoofdtoegang van het hoofdgebouw aan de weg grenst: de hoogte van de weg, waarbij dit peil zich uitstrekt tot een zone van ten hoogste 3 m achter de achtergevelbouwgrens van een op bedoeld perceel aangegeven bouwvlak, mits het een aanbouw aan het hoofdgebouw betreft;
    2. 2. indien de hoofdtoegang van het hoofdgebouw niet aan de weg grenst: het peil wordt bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein;
    3. 3. voor vrijstaande bijgebouwen wordt het peil bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein.

Een en ander voor zover in deze regels niet anders is bepaald.

perceel:

gronden die bij elkaar horen, omdat zij aan elkaar grenzen en in het gebruik een eenheid vormen, doordat zij uitsluitend bij hetzelfde bedrijf, dezelfde woning of instelling behoren;

perceelsgrens:

de grens van een perceel;

perifere detailhandel:

bij toepassing van dit bestemmingsplan:

  1. a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  2. b. detailhandel in zeer volumineuze goederen;
  3. c. tuincentra;
  4. d. bouwmarkten;
  5. e. grootschalige meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering);

productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geproduceerd, bewerkt, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandel ondergeschikt is aan de productiefunctie;

prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

recreatie:

vormen van recreatief (mede)gebruik van een gebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie in de openlucht plaatsvindt en geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en strandjes;

straatmeubilair:

al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals:

  1. 1. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken;
  2. 2. telefooncellen, abri's, kunstwerken, gedenktekens, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame;
  3. 3. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 50 m³ en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen;
  4. 4. afvalinzamelsystemen;

volumineuze goederen:

auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans en tenten, aanhangwagens, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;

woning:

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden;

woninginrichtingsartikelen:

artikelen welke rechtstreeks ten dienste staan van de inrichting en aankleding van de woning, waarbij in het kader van dit bestemmingsplan de volgende branches worden onderscheiden:

  1. 1. raamdecoraties, zoals vitrages, jaloezieën, gordijnen;
  2. 2. woningtextiel, waaronder kleden, sierkussens en badkamermode;
  3. 3. verlichtingsartikelen, waaronder verlichtingsarmaturen en -kappen;
  4. 4. woondecoratie, zoals accessoires, spiegels, posters, lijsten, decorartikelen, wijnrekken, kapstokken en kleinmeubelen;
  5. 5. stoffering, artikelen welke rechtstreeks ten dienste staan van de aankleding ruimtes zoals vloerbedekking en parketten.

Onder woninginrichtingsartikelen worden uitdrukkelijk niet begrepen artikelen verband houdende met de persoonlijke verzorging, zoals (baby)kleding en dagelijkse gebruiksartikelen, zoals serviezen en bestekken;

zakelijke dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals administratie-, advertentie-, advocaten-, makelaars-, advies-, uitzend- en ingenieursbureaus en bankfilialen, zulks met uitzondering van seksinrichtingen;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

de afstand tussen bouwwerken onderling:

wordt gemeten waar deze afstand het kleinst is, inclusief ondergeschikte bouwdelen;

de afstand van een bouwwerk tot een perceelsgrens:

vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het bouwwerk tot die perceelsgrens op 1 meter boven peil en haaks op de perceelsgrens, inclusief ondergeschikte bouwdelen;

bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

de bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte:

binnenwerks als het totaal van alle vloeroppervlakten ten dienste van kantoren, winkels en/of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten;

dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

verkoopvloeroppervlakte:

binnenwerks als het totaal van alle vloeroppervlakten van ruimten welke rechtstreeks ten dienste staan van de detailhandelsactiviteiten en voor publiek toegankelijk zijn; kantoren, magazijnen en overige dienstruimten worden hieronder niet begrepen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.3 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Bevoegd gezag is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 4.2 ten behoeve van het bouwen van andere bouwwerken tot een bouwhoogte van 6 m.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaalde in lid 4.1 en in de leden 21.1 en 21.2 van de Algemene gebruiksregels, is het in ieder geval verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor:

  1. a. zelfstandige kantoren;
  2. b. inrichtingen die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3, Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht;
  3. c. inrichtingen als bedoeld in artikel 2 Besluit externe veiligheid inrichtingen zijn niet toegestaan;
  4. d. opslag van goederen voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.3 Nadere eisen

Bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken, teneinde de parkeerdruk op openbaar gebied zoveel mogelijk te beperken:

  1. a. de ontsluiting van percelen;
  2. b. de situering van parkeervoorzieningen;
  3. c. de capaciteit van de parkeervoorziening.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2:

  1. a. onder 5.2.1 sub a: ten behoeve van de bouw van gebouwen mag ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-ontheffingsgebied' het bouwvlak binnen de zone worden uitgebreid onder de voorwaarden, dat:
    1. 1. binnen het perceel voldoende parkeervoorzieningen worden gerealiseerd en de parkeervoorzieningen op het terrein voldoende bereikbaar blijven al dan niet door het realiseren van een overbouwing;
    2. 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige opzet van het plan, waaronder begrepen de ontsluiting van overige percelen;
    3. 3. het voor het perceel geldende bebouwingspercentage niet wordt overschreden;
    4. 4. de maximale bouwhoogte in acht wordt genomen.
  2. b. onder 5.2.1 sub b: voor het verhogen van het aangegeven bebouwingspercentage tot 100% op voorwaarde dat binnen het perceel voldoende parkeergelegenheid aanwezig is;
  3. c. onder 5.2.1 sub d: voor het verlagen van de minimale bouwhoogte met ten hoogste 3 m;
  4. d. onder 5.2.1 sub c en d: voor het verhogen van de maximale bouwhoogte met ten hoogste 3 m onder de voorwaarde, dat:
    1. 1. binnen het perceel voldoende parkeervoorzieningen worden gerealiseerd;
    2. 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige opzet van het plan, waaronder begrepen de ontsluiting van de overige percelen;
  5. e. onder 5.2.3 sub b: voor het oprichten van andere bouwwerken buiten het bouwvlak tot een hoogte van 5 m.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaalde in lid 5.1 en in de leden 21.1 en 21.2 van de Algemene gebruiksregels, is het in ieder geval verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor:

  1. a. zelfstandige kantoren, anders dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  2. b. dienstverlening, anders dan genoemd in lid 5.1.1 onder d;
  3. c. detailhandelsbedrijven, buiten de aanduidingen 'detailhandel' en 'perifere detailhandel';
  4. d. (bedrijfs)woningen, anders dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  5. e. inrichtingen die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3, Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht;
  6. f. inrichtingen als bedoeld in artikel 2 Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  7. g. opslag van goederen voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Detailhandel - Perifeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1:

  1. a. onder b: voor het verhogen van het aangegeven bebouwingspercentage met ten hoogste 10, op voorwaarde dat binnen het perceel voldoende parkeervoorzieningen worden gerealiseerd;
  2. b. onder c: voor het verlagen van de minimale bouwhoogte met ten hoogste 3 m;
  3. c. onder c: voor het verhogen van de maximale bouwhoogte met ten hoogste 3 m onder de voorwaarde, dat:
    1. 1. binnen het perceel voldoende parkeervoorzieningen worden gerealiseerd;
    2. 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige opzet van het plan, waaronder begrepen de ontsluiting van de overige percelen.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaalde in lid 6.1 en in de leden 21.1 en 21.2 van de 'Algemene gebruiksregels', is het in ieder geval verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor:

  1. a. een andere tak van detailhandel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 6.1 is toegestaan;
  2. b. (bedrijfs)woningen.

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 8 Kantoor

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. water;

bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 9 Recreatie

9.1 Bestemmingsomschrijving

9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaalde in lid 9.1 en de leden 21.1 en 21.2 van de 'Algemene gebruiksregels' het in ieder geval verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor:

  1. a. kamperen;
  2. b. standplaatsen ten behoeve van ambulante detailhandel.

9.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 10 Verkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving

10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaalde in lid 10.1 en de leden 21.1 en 21.2 van de 'Algemene gebruiksregels' is het in ieder geval verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor:

  1. a. een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  2. b. de opslag van caravans, boten en daarmee aanverwante zaken.

Artikel 11 Verkeer - Verblijfsgebied

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonstraten, woonerven en pleinen, waar auto's niet zijn toegestaan;
  2. b. calamiteitenontsluiting;
  3. c. fietspaden en/of -stroken en voetpaden;
  4. d. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  5. e. overdekte fietsenstallingen;
  6. f. nutsvoorzieningen;
  7. g. bermen, groenvoorzieningen en water;

met de daarbij behorende bouwwerken, waaronder straatmeubilair, werken en werkzaamheden.

11.2 Bouwregels

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

11.3 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaalde in lid 11.1 en de leden 21.1 en 21.2 van de Algemenegebruiksregels is het in ieder geval verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken voor:

  1. a. een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  2. b. de opslag van caravans, boten en daarmee aanverwante zaken.

Artikel 12 Water

12.1 Bestemmingsomschrijving

12.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 13 Leiding - Gas

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een hoge druk aardgastransportleiding met een belemmeringsstrook ter breedte van 4 meter aan weerszijde van de hartlijn van de leiding.

13.2 Bouwregels

13.3 Afwijken van de bouwregels

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 14 Waarde - Archeologie - 1

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de (potentieel) aanwezige archeologische waarden.

14.2 Bouwregels

Op de in lid 14.1 bedoelde gronden is uitsluitend bebouwing toegestaan voor zover geen bouwwerkzaamheden, niet zijnde heiwerkzaamheden, dienen te worden verricht die dieper reiken dan 0,5 m beneden het maaiveld en die een grondoppervlakte bestrijken die groter is dan 100 m2 en tevens wordt voldaan aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).

14.3 Afwijken van de bouwregels

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

14.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 15 Waarde - Archeologie - 2

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de (potentieel) aanwezige archeologische waarden.

15.2 Bouwregels

Op de in lid 15.1 bedoelde gronden is uitsluitend bebouwing toegestaan voor zover geen bouwwerkzaamheden, niet zijnde heiwerkzaamheden, dienen te worden verricht die dieper reiken dan 0,3 m beneden het maaiveld en die een grondoppervlakte bestrijken die groter is dan 500 m2 en tevens wordt voldaan aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).

15.3 Afwijken van de bouwregels

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

15.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 16 Waarde - Archeologie - 3

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de (potentieel) aanwezige archeologische waarden.

16.2 Bouwregels

Op de in lid 16.1 bedoelde gronden is uitsluitend bebouwing toegestaan voor zover geen bouwwerkzaamheden, niet zijnde heiwerkzaamheden, dienen te worden verricht die dieper reiken dan 1 m beneden het maaiveld en die een grondoppervlakte bestrijken die groter is dan 500 m2 en tevens wordt voldaan aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).

16.3 Afwijken van de bouwregels

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

16.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 17 Waterstaat

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de beschermingszone langs de waterkering.

17.2 Bouwregels

17.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 18 Waterstaat - Waterkering

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. waterkering;
  2. b. de waterhuishouding;

met de daarbij behorende bouwwerken, werken en werkzaamheden.

18.2 Bouwregels

18.3 Afwijken van de bouwregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 19 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 20 Algemene Bouwregels

20.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van de stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  3. c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  4. d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  5. e. de ruimte tussen de bouwwerken.

20.2 Overschrijding bouwgrenzen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals:

  1. a. schoorstenen, antennes, lift- en dakopbouwen, zonnepanelen en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 1 meter of 10%;
  2. b. plinten, pilasters, luifels, kozijnen, gevelversieringen, balkons, brandtrappen, ventilatiekanalen, uitspringende schoorsteenwanden, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 1 meter;
  3. c. luifels bij winkels waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer dan 2 meter bedraagt;

buiten beschouwing gelaten.

20.3 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de in hoofdstuk 2 zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.

Artikel 21 Algemene Gebruiksregels

21.1 Gebruik van onbebouwde gronden

21.2 Gebruik van bouwwerken

21.3 Afwijken van de algemene gebruiksregels

Bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2 ten behoeve van:

  1. a. het gebruik van een deel van de woning, vrijstaande en/of aangebouwde bijgebouwen voor/als bedrijfsmatige werkruimten;
  2. b. het medegebruik van woningen voor detailhandel in beroeps- of bedrijfsmatige werkruimten, op voorwaarde, dat:
    1. 1. er sprake is van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd;
    2. 2. het detailhandel betreft als ondergeschikt en niet-zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering;
    3. 3. de detailhandel geen onevenredige afbreuk doet aan de distributiestructuur binnen de gemeente waarmee met name dient te worden gelet op het kernwinkelgebied.

Artikel 22 Algemene Aanduidingsregels

22.1 Vrijwaringszones - luchtvaartvoorziening

Artikel 23 Algemene Afwijkingsregels

23.1 Algemeen

Bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van deze regels ten behoeve van:

  1. a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van het openbaar nut en de waterhuishouding, zoals gasdrukregelstations, duikers, keermuren en bruggen, gemalen, wachthuisjes, telefooncellen en transformatorhuisjes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m en de inhoud niet meer dan 75 m3 mag bedragen;
  2. b. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van beeldende kunst, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
  3. c. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, hoogtescheidingslijnen en overige aanduidingen en aanwijzingen op de kaart in het horizontale vlak, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  4. d. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken en wegprofielen (waaronder goothoogte, bouwhoogte, grondoppervlakte, onderlinge afstand, afstand tot perceelsgrenzen) met ten hoogste 10%;
  5. e. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering voor ondergeschikte bouwdelen zoals bepaald in artikel 20 waarbij de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 3 meter;
  6. f. de bouw van antennemasten voor communicatiedoeleinden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 22, waarbij de hoogte niet meer dan 45 m mag bedragen, op voorwaarde dat bij doorsnijding van een toetsingsvlak van ILS, advies dient ingewonnen te worden bij LVNL (of diens rechtsopvolger) over het effect op de goede werking van de betreffende apparatuur en waarbij het beleid gericht is op:
    1. 1. een landschappelijke, stedenbouwkundige en architectonische inpassing van deze voorzieningen waarbij geldt dat geen onevenredige afbreuk mag plaatsvinden van de visuele kwaliteit van gebouw en omgeving en landschappelijke gebieden, open landschappen en monumenten zoveel mogelijk vrij moeten blijven van bebouwing;
    2. 2. een situering bij voorkeur bij sportcomplexen, op of aan de randen van bedrijventerreinen, aan de randen van woonwijken en in de tussengebieden tussen woonwijken en bedrijventerreinen;
    3. 3. een maximale "site sharing" en gebruik van bijvoorbeeld hoogspanningsmasten, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.

23.2 Toepasselijkheid

De genoemde afwijkingen met een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:

  1. a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde;
  2. b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    2. 2. de verkeersveiligheid;
    3. 3. de sociale veiligheid;
    4. 4. het aantal parkeervoorzieningen;
    5. 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
    6. 6. de bouwmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
    7. 7. het milieu.

Artikel 24 Algemene Wijzigingsregels

24.1 Algemeen

Bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:

  1. a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van het openbaar nut en de waterhuishouding met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 6 m dit voor zover deze op grond van het bepaalde in artikel 23 (Algemene afwijkingsregels) niet kunnen worden gebouwd;
  2. b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en bouwvlakken, aanduidingen en/of aanwijzingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met ingekomen aanvragen voor omgevingsvergunningen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 20% zal worden gewijzigd;
  3. c. het wijzigen van de per aanduiding of in de planregels gegeven maten en afmetingen met ten hoogste 20%, indien, in verband met ingekomen bouwaanvragen, deze wijzigingen nodig of wenselijk zijn.

24.2 Wro-zone-wijzigingsgebied

Bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, met inachtneming van het bepaalde in lid 24.3 van dit artikel, het plan wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:

  1. a. het wijzigen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 1', te wijzigen in de bestemming 'Verkeer' ten behoeve van een verkeersaansluiting vanaf de Marconisingel richting Industrieweg op voorwaarde dat een passende oplossing wordt geboden voor de watergang door middel van een duiker. Toepassing van deze wijzigingsbepaling is uitsluitend toegestaan indien hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatkundige belangen en/of de veiligheid van het bedrijventerrein. Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling dient het bevoegd gezag vooraf advies in te winnen bij het Hoogheemraadschap van Delfland. Deze bepaling geldt niet indien het hoogheemraadschap vooraf schriftelijk heeft verklaard dat zij kan instemmen met het inrichtings-/wijzigingsplan.
  2. b. het wijzigen van de bestemmingen van de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 2' in de bestemming 'Verkeer' ten behoeve van een al dan niet openbare, verkeersaansluiting parallel aan de Oudelandselaan richting Industrieweg. Toepassing van deze wijzigingsbepaling is uitsluitend toegestaan indien hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatkundige belangen en/of de veiligheid van het bedrijventerrein. Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling dient bevoegd gezag vooraf advies in te winnen bij het Hoogheemraadschap van Delfland. Deze bepaling geldt niet indien het hoogheemraadschap vooraf schriftelijk heeft verklaard dat zij kan instemmen met het inrichtings-/wijzigingsplan.

24.3 Toetsingskader

Bevoegd gezag maakt slechts gebruik van de wijziging als bedoeld in lid 24.2, mits voldaan wordt aan de Wet geluidhinder en Wet milieubeheer en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de sociale veiligheid;
  4. d. het aantal parkeervoorzieningen;
  5. e. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
  6. f. de bouwmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  7. g. het milieu.

Artikel 25 Algemene Procedureregels

25.1 Procedureregels afwijken bij omgevingsvergunning

Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

25.2 Procedureregels bij wijzigen

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 26 Overgangsrecht

26.1 Overgangsrecht bouwwerken

26.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 27 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Berkelse Poort, Rodenrijs en Spoorhaven.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Bedrijvenlijst Berkelsepoort (Juni 2012)

Bijlage 1 Bedrijvenlijst Berkelsepoort (juni 2012)

Bijlage 2 Inventarisatie

Bijlage 2 Inventarisatie

Bijlage 3 Qra Externe Veiligheid

Bijlage 3 QRA Externe veiligheid

Bijlage 4 Externe Veiligheid Verantwoording

Bijlage 4 Externe veiligheid Verantwoording

Bijlage 5 Nota Van Inspraak

Bijlage 5 Nota van Inspraak

Bijlage 6 Nota Zienswijzen

Bijlage 6 Nota zienswijzen