Eilanden van Berkel
Uitwerkingsplan - Gemeente Lansingerland
Vastgesteld op 17-09-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Van Toepassing Verklaring
Op dit uitwerkingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Meerpolder 2012", vastgesteld op 31 januari 2012 door de gemeenteraad van Lansingerland, van toepassing, voor zover in de regels van dit uitwerkingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan "Meerpolder 2012" en het uitwerkingsplan, de regels van het uitwerkingsplan van toepassing zijn.
Artikel 2 Begrippen
Ter aanvulling op de begripsbepalingen van het bestemmingsplan "Meerpolder 2012" wordt in deze regels verstaan onder:
2.1 plan:
het uitwerkingsplan "Eilanden van Berkel" (bestemmingsplan "Meerpolder 2012") met identificatienummer NL.IMRO.1621.BP0102U01-VAST van de gemeente Lansingerland.
2.2 uitwerkingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
2.3 pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Ter vervanging van de begripsbepalingen 'bouwwerk', 'overig bouwwerk', 'peil', 'overkapping', 'hoofdgebouw' respectievelijk 'voorgevel(bouw)grens'uit het bestemmingsplan "Meerpolder 2012" wordt in deze regels verstaan onder:
2.4 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
2.5 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
2.6 peil:
- 1. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang aan een weg grenst: de hoogte van de weg;
- 2. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- 3. voor een overig bouwwerk: de hoogte van de weg waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen, de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;
- 4. indien wordt gebouwd in of aan een dijk, waterkering of in gebieden waar het peil op een perceel een verhang kent van meer dan 1 m:
- a. indien de hoofdtoegang van het hoofdgebouw aan de weg grenst: de hoogte van de weg, waarbij dit peil zich uitstrekt tot een zone van ten hoogste 3 m achter de achtergevelrooilijn van een op bedoeld perceel aangegeven bouwvlak, mits het een aanbouw aan het hoofdgebouw betreft;
- b. indien de hoofdtoegang van het hoofdgebouw niet aan de weg grenst: het peil wordt bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein;
- c. voor vrijstaande bijgebouwen wordt het peil bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein.
Een en ander voor zover in deze regels niet anders is bepaald.
2.7 overkapping
een kapconstructie over een ruimte of overig bouwwerk.
2.8 hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
2.9 voorgevel(bouw)grens:
de grens van een bouwvlak aan de zijde(n) vanwaar een gebouw of overig bouwwerk hoofdzakelijk toegankelijk is en/of aan de zijde(n) die op openbaar gebied georiënteerd is (zijn).
Artikel 3 Wijze Van Meten
Ter vervanging van de meetvoorschriften 'de bebouwde oppervlakte' en 'bouwhoogte van een bouwwerk' uit het bestemmingsplan "Meerpolder 2012" wordt als volgt gemeten:
3.1 de bebouwde oppervlakte:
van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein wordt gemeten buitenwerks en 1 m boven peil, met dien verstande, dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en overige bouwwerken worden opgeteld.
3.2 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Tuin
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
5.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
- a. van gronden en/of bouwwerken voor prostitutie;
- b. van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- c. van onbebouwde terreinen voor de opslag van caravans, boten en overige zaken;
- d. van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van vuurwerk.
Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
- a. van bouwwerken voor bewoning;
- b. van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
- c. van ongebouwde parkeervoorzieningen en terreinen voor de opslag van caravans, boten en overige zaken;
- d. van gronden en/of bouwwerken voor prostitutie;
- e. van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- f. van gronden en/of bouwwerken voor het opslaan van vuurwerk.
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
7.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 8 Wonen
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
9.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van deze regels ten behoeve van:
- a. de bouw van overige bouwwerken tot 15 m.
9.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels
De genoemde afwijking bij een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend mits:
- a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde;
- b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de verkeersveiligheid;
- 3. de sociale veiligheid;
- 4. het aantal parkeervoorzieningen;
- 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
- 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
- 7. het milieu.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het uitwerkingsplan "Eilanden van Berkel" (bestemmingsplan "Meerpolder 2012").
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten I
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten I