het bestemmingsplan Bergweg-Zuid e.o. 1e partiële herziening (Bergweg-Zuid 163) van de gemeente Lansingerland.

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1621.BP0121H01-VAST met de bijbehorende regels.

Op deze gronden zijn de bepalingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan Bergweg-Zuid vastgesteld op 27 juni 2013, met imrocode NL.IMRO.1621.BP0121-VAST van overeenkomstige toepassing.

Op deze gronden zijn de bepalingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan Bergweg-Zuid vastgesteld op 27 juni 2013, met imrocode NL.IMRO.1621.BP0121-VAST van overeenkomstige toepassing.

Op deze gronden zijn de bepalingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan Bergweg-Zuid vastgesteld op 27 juni 2013, met imrocode NL.IMRO.1621.BP0121-VAST van overeenkomstige toepassing.

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
   1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
   2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Bergweg-Zuid e.o. 1e partiële herziening (Bergweg-Zuid 163)'.

Inleiding

In dit bestemmingsplan wordt de planologische situatie op een deel van het perceel aan de Bergweg-Zuid nr. 163 in Bergschenhoek geregeld.

Dit bestemmingsplan wordt opgesteld om te voldoen aan de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (d.d. 9 april 2014, zaaknummer 201308736/1/R4).

Uitspraak

Op 9 april 2014 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) een deel van het bestemmingsplan Bergweg-Zuid e.o. vernietigd. Dit betrof het perceel Bergweg-Zuid nr . 163.

De gemeenteraad heeft op 27 juni 2013 het bestemmingsplan “Bergweg-Zuid e.o.” vastgesteld. In de nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen is voor het perceel Bergweg-Zuid 163 in Bergschenhoek opgenomen dat de verharde delen op het perceel, overeenkomstig het feitelijke gebruik, een bedrijfsbestemming krijgen. De basis daarvoor vormde een luchtfoto uit 2012. Achteraf is gebleken dat in de periode tussen 2012 en de zienswijze van 2 mei 2013 meer verhard is dan op de luchtfoto zichtbaar was. Voor deze delen is de bestemming 'Agrarisch' niet gewijzigd in 'Bedrijf'. In verband hiermee heeft de eigenaar van het perceel besloten om beroep aan te tekenen tegen de vaststelling van het bestemmingsplan. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 9 april 2014 uitspraak gedaan en daarin aangegeven dat de gemeenteraad in strijd met de rechtszekerheid heeft gehandeld door bij de vaststelling van het bestemmingsplan niet alle verharde delen van het perceel, conform de nota van zienswijzen, een bedrijfsbestemming te geven. De Raad van State heeft de gemeenteraad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.

Met de vaststelling van dit bestemmingsplan wordt hieraan voldaan. Door de vaststelling van dit bestemmingsplan wordt voldaan aan de uitspraak van de Afdeling met daarin de opdracht aan de gemeenteraad om een nieuw besluit te nemen en daarnaast wordt voldaan aan het uitgangspunt van de gemeenteraad om de verharde delen op het perceel een bedrijfsbestemming te geven.

Regeling Bergweg-Zuid e.o. van overeenkomstige toepassing

Dit plan is opgesteld in de vorm van een herziening van het plan Bergweg-Zuid e.o.. Dit betekent dat de bepalingen uit het bestemmingsplan Bergweg-Zuid e.o. van overeenkomstige toepassing zijn op de gronden in dit bestemmingsplan.

Voor dit plan zijn de volgende bepalingen relevant:

• artikel 1 Begrippen: In dit artikel zijn verschillende begrippen en termen opgenomen die nader worden verklaard;
• artikel 2 Wijze van meten: in dit artikel is beschreven op welke wijze de omvang van bouwwerken wordt gemeten;
• artikel 4 Bedrijf: in dit artikel is omschreven welke vormen van gebruik zijn toegestaan. Dit betreffen bedrijfsactiviteiten uit milieucategorie 1 en 2 en bijbehorende voorzieningen (in- en uitritten, parkeerplaatsen, groen, water, etc). Ook is in dit artikel bepaald in hoeverre de gronden mogen worden bebouwd. Voor het plangebied geldt dat deze gronden zijn gelegen buiten een bouwvlak. Dat betekent dat bouwen slechts in beperkte mate is toegestaan, namelijk in de vorm van erfafscheidingen en andere bouwwerken (mits geen overkappingen). Opslag van goederen op deze gronden is niet toegestaan.
• Artikel 14 Waarde Archeologie - 1: Op een diepte van meer dan 0,5 m bestaat de kans dat zich archeologische resten in de bodem bevinden. Dat betekent dat bodemwerkzaamheden dieper dan 0,5 m aan voorwaarden is verbonden.
• Artikel 21 Aanduidingsregels: het plangebied ligt in een radarverstoringsgebied. Vanwege de beperkte toegestane hoogte van bouwwerken en het verbod op opslag van goederen (al dan niet in de hoogte) heeft dit verstoringsgebied verder geen betekenis voor dit plangebied.

Uitvoerbaarheid

Financieel

Met deze herziening is geen sprake van een nieuwe ontwikkeling. De ambtelijke kosten die met deze herziening zijn gemoeid zijn zeer gering, aangezien alleen het vast te stellen plan in procedure is gebracht en op basis hiervan geen sprake is van een financieel risico.

Van eventueel te verhalen kosten zoals bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is geen sprake.

Maatschappelijk

Door deze gronden als bedrijf te bestemmen wordt zowel recht gedaan aan de door de gemeenteraad gedane toezegging in de Nota zienswijze, als aan de uitspraak van de Afdeling. Het plan voldoet hiermee aan hetgeen door de eigenaar van de gronden is verzocht. Omwonenden worden door dit plan niet of nauwelijks in hun belangen geschaad, mede gelet op het reeds aanwezige gebruik van de gronden.

De gemeenteraad heeft het plan op 17 juli 2014 vastgesteld. Tegen het besluit tot vaststelling staat, voor belanghebbenden, direct beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Direct na afloop van de beroepstermijn treedt, indien tijdens de beroepstermijn geen verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, het plan in werking.