KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Verkeer
Artikel 5 Water
Artikel 6 Wonen
Artikel 7 Leiding - Water
Artikel 8 Waarde - Archeologie 2
Artikel 9 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Artikel 11 Algemene Bouwregels
Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 16 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 17 Overgangsrecht
Artikel 18 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Witteveen+bos (28 September 2020) Variantenstudie Parkeeropgave Lansingerland - Verleggen Molenwerfstraat En Vergroten Parkeercapaciteit Winkelend Publiek Centrum Berkel En Rodenrijs Oost
Bijlage 2 Nwc (Augustus 2020) Quickscan Flora En Fauna T.b.v. De Herontwikkeling Locatie Berkel Centrum Oost
Bijlage 3 Nwc (November 2022) Aanvullend Onderzoek Naar Vleermuizen En Steenmarter Aan De Raadhuishof Te Berkel En Rodenrijs
Bijlage 4 Kuipercompagnons (6 Oktober 2023) Stikstofdepositie-onderzoek Bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"
Bijlage 5 Vestigia (3 September 2020) Archeologisch Vooronderzoek In Het Kader Van Herontwikkeling Van De Locatie Hergerborch / Centrum Berkel Oost Te Berkel En Rodenrijs, Gemeente Lansingerland
Bijlage 6 Vestigia (7 September 2023) Aanvullend Archeologisch Vooronderzoek In Het Kader Van Herontwikkeling Van De Locatie Centrum Berkel Oost Te Berkel En Rodenrijs, Gemeente Lansingerland
Bijlage 7 Abo-milieuconsult (17 Juli 2020) Milieukundig (Water)bodemonderzoek Volgens Nen 5740 En 5720 (Incl. Pfas) Herontwikkeling Locatie Hergerborch / Berkel Centrum Oost Te Berkel En Rodenrijs
Bijlage 8 Abo-milieuconsult (23 Juli 2021) Rapportage (Verkennend) Asbestonderzoek In Bodem En Puin Centrum Berkel-oost Te Berkel En Rodenrijs
Bijlage 9 Abo-milieuconsult (27 Juli 2021) Verkennend Bodem- En Asbestonderzoek Volgens Nen 5740 En Afgeleid Van Nen 5707 Berkel Centrum-oost
Bijlage 10 Kuipercompagnons (3 Mei 2023) Akoestisch Onderzoek Weg- En Railverkeerslawaai - Bestemmingsplan Berkel Centrum Oost
Bijlage 11 Kuipercompagnons (11 Mei 2020) Notitie - Bedrijven En Milieuzonering, Berkel Centrum Oost (Locatie Hergerborch)
Bijlage 12 Gemeente Lansingerland (26 Oktober 2023) Welstandscriteria Nieuwbouw Hergerborch
Bijlage 13 Gemeente Lansingerland (31 Oktober 2023) Nota Inspraak En Overleg En Staat Van Wijzigingen Bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"
Bijlage 14 Gemeente Lansingerland (25 September 2023) M.e.r.-beoordelingsbesluit Bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"
Bijlage 15 Gemeente Lansingerland (11 Juli 2024) Nota Zienswijzen En Staat Van Wijzigingen Bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"

Berkel Centrum Oost

Bestemmingsplan - Gemeente Lansingerland

Vastgesteld op 11-07-2024 - geheel in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan:

het bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost" van de gemeente Lansingerland.

1.2 Bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1621.BP0218-VAST met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 Aan- en uitbouw:

een uitbreiding van het hoofdgebouw die qua afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw.

1.4 Aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 Aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 Achtergevel:

de van de weg gekeerde gevel van een gebouw, exclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.

1.7 Achtergevelrooilijn:

de lijn waarin de achtergevel van een gebouw is gelegen alsmede het verlengde daarvan.

1.8 Ambachtelijk en/of verzorgend bedrijf:

  1. 1. een bedrijf voor de uitoefening van producerende en/of verzorgende ambachten, met uitzondering van detailhandelsambachten, garagebedrijven en andere autoverzorgende bedrijven, waar - voor een belangrijk deel in handwerk - goederen worden vervaardigd, verwerkt, bewerkt, geïnstalleerd of hersteld, voornamelijk direct ten behoeve van de uiteindelijke gebruiker en/of verbruiker en welke wordt gekenmerkt door hetgeen is vermeld onder 2;
  2. 2. een bedrijf waarvan de uitoefening plaats heeft onder (één van) de volgende omstandigheden:
      • het productieproces, wordt grotendeels "met de hand" of althans niet in hoofdzaak geautomatiseerd, of met behulp van werktuigen die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven, uitgevoerd;
      • voor zover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid.

Bedrijven welke zich richten op persoonlijke of zakelijke dienstverlening zoals kapsalons, wasserettes, kantoren al dan niet met baliefunctie, worden hieronder niet begrepen.

1.9 Ander bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.10 Antennedrager:

een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.11 Antenne-installatie:

een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.12 Archeologische waarde:

de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.

1.13 Automatenhal

een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het bieden van gelegenheid voor het spelen met gokkasten en spelletjesautomaten.

1.14 Bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.15 Bedrijf aan huis:

het, onder voorwaarden, uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten aan huis:

  • die in de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als milieucategorie 1, voor zover de bedrijven in de bedoelde lijst niet zijn doorgehaald, of daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving; en
  • geen horeca of detailhandel zijnde; en
  • geen sterke publieksaantrekkend werking hebben

in de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.

1.16 Bedrijfsgebonden kantoor:

het gedeelte van een bedrijf waarbinnen administratieve en daarmee gelijk te stellen bedrijfsactiviteiten ten behoeve van dat bedrijf worden uitgeoefend.

1.17 Bedrijfsgebouw:

een gebouw, geen kas zijnde, dat blijkens zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd om te worden gebruikt als bedrijfsruimte voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.

1.18 Bedrijfsmatige activiteiten:

een activiteit, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.19 Bedrijfsmatige werkruimte:

een werkruimte waarbinnen beroeps- of bedrijfsmatig diensten worden verleend - geen dienstverlenend bedrijf zijnde - en ambachtelijke en/of verzorgende bedrijvigheid plaatsvindt, overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving.

1.20 Bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale oppervlakte van alle bouwlagen van kantoren, winkels en/of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten, zoals werkkasten, kantine, toiletten en douches.

1.21 Bedrijfswoning:

een woning in of bij een bedrijf(sgebouw) of op dan wel bij een bedrijfsterrein bestemd voor één huishouden waarvan huisvesting daar, gelet op de aard, inrichting en omvang van het betreffende bedrijf, noodzakelijk is.

1.22 Beroep aan huis:

het beroepsmatig uitoefenen van in hoofdzaak niet publieksaantrekkende en kleinschalige activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.

1.23 Beroepsmatige activiteiten:

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of hiermee gelijk te stellen gebied, die door de aard (qua milieuplanologische hinder) en de omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving.

1.24 Beroepsmatige werkruimte:

een werkruimte waarbinnen beroepsmatig diensten worden verricht op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving.

1.25 Bestaand bouwwerk:

een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald.

1.26 Bestaand gebruik:

het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime.

1.27 Bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.28 Bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.29 Bijgebouw:

een al dan niet vrijstaand, niet voor bewoning bestemd gebouw, dat in functioneel opzicht en qua afmeting ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.30 Bijzondere woonvoorzieningen:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient om te voorzien in een aangepaste woonbehoefte bijvoorbeeld ten behoeve van personen voor wie de normale woonvoorzieningen niet passend of toereikend zijn, zoals gehandicapten, of anderszins verzorgingsbehoevende.

1.31 Bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.32 Bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.33 Bouwlaag, laag:

de begane grond of een verdieping van een gebouw, een onderhuis en een zolder worden hier niet onder begrepen.

1.34 Bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.35 Bouwperceelsgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.36 Bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.37 Bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.38 Community center:

een multifunctioneel centrum waarin verschillende welzijns-, sport- en gezondheidsvoorzieningen met ondergeschikte horeca zijn samengebracht.

1.39 Daknok:

hoogste punt van een schuin dak.

1.40 Detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen, het uitstallen ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit Onder detailhandel wordt niet begrepen webwinkels waar geen sprake is van uitstallen ten verkoop en geen sprake is van het ter plaatse leveren en afhalen van goederen.

1.41 Dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een uitzendbureau, een bankfiliaal, een makelaar, een reisbureau, een kapsalon en een apotheek.

1.42 Erf:

het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.

1.43 Erfafscheiding:

schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al dan niet op de erfgrens zijn geplaatst.

1.44 Erfbebouwing:

de bij een hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.

1.45 Gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.46 Geldende grenswaarde:

de krachtens de Wet geluidhinder geldende maximaal toegestane geluidbelasting.

1.47 Geluidsgevoelig object:

een geluidsgevoelige gebouw, terrein en/of ruimte zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder.

1.48 Hogere grenswaarde:

de krachtens de Wet geluidhinder vastgestelde hogere maximaal toegestane geluidbelasting.

1.49 Hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken.

1.50 Huishouden:

een persoon of groep personen, die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voert/voeren, die binnen een woning gebruik maakt/maken van dezelfde voorzieningen, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan en waarbij niet aannemelijk is dat er sprake is van een van tevoren vaststaande tijdelijkheid van de samenwoning.

1.51 Kampeermiddel:

een tent, een tentwagen, een kampeerauto of caravan, dan wel enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning is vereist, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend of tijdelijk zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.52 Kantoor:

een gebouw of een deel van een gebouw welke door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden (al dan niet met een baliefunctie), waaronder een advocatenkantoor.

1.53 Kap:

een dakafdekking van een gebouw waarbij bij een horizontale projectie ten minste 65% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken.

1.54 Kunstwerk:

een in bouwkundige zin, door mensenhanden gemaakt (civiel technisch) bouwwerk, zoals onder andere aquaducten, bruggen, dijken, tunnels en viaducten;

1.55 Maatschappelijke voorziening:

een overheids-, medische, educatieve-, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, recreatieve en/of vergelijkbare maatschappelijke voorziening, een voorziening ten behoeve van sportbeoefening, kinderdagverblijf, kinderopvang, een voorziening ten behoeve van bejaarden, alsmede ondergeschikte vormen van niet zelfstandige detailhandel, niet zelfstandige dienstverlening en/of niet zelfstandige horeca ten dienste van de gebruikers van deze voorziening.

1.56 Milieucategorie:

een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij de regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.

1.57 Natuurinclusief bouwen:

het treffen van maatregelen op of in het bouwwerk of in de directe omgeving daarvan die een bijdrage leveren aan de lokale biodiversiteit. Bij maatregelen aan een gebouw kan bijvoorbeeld worden gedacht aan ingebouwde nestgelegenheid voor broedvogels, nestkasten, een bruindak, een groendak, een vogeldak en dergelijke. Bij maatregelen in de omgeving kan bijvoorbeeld worden gedacht aan grasvelden, groenstroken, heggen, bomen, klimplanten tegen wanden, halfbestrating, nestkasten, water met natuurvriendelijke oevers, natuurvriendelijke verlichting, passeerbare afscheidingen en dergelijke.

1.58 Onderkomen:

een voor verblijf geschikt, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, voer- of vaartuig, ark, woonboot, kampeermiddel en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerk zijn aan te merken.

1.59 Openbaar gebied:

openbaar toegankelijk gebied: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;

1.60 Opslag:

de opslag van goederen die in de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als milieucategorie 1 of 2, voor zover deze in de bedoelde lijst niet zijn doorgehaald, of daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving, én:

  • de goederen naar hun aard geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals auto's, boten en caravans;
  • de goederen niet bestemd zijn voor de (detail)handel;

met uitzondering van opslag voor een elders gevestigd bedrijf én brand- en explosiegevaarlijke goederen.

1.61 Overkapping:

een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats met maximaal twee aaneengesloten wanden (al dan niet tot de constructie behorend).

1.62 Peil:

  1. a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang aan een weg grenst: de hoogte van de weg;
  2. b. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het terrein ter plaatse van de hoofdtoegang van het aansluitende afgewerkte terrein;
  3. c. voor een ander bouwwerk: de hoogte van de weg waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen, de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein
  4. d. indien wordt gebouwd in of aan een dijk, waterkering of in gebieden waar het peil op een perceel een verhang kent van meer dan 1 m:
    1. 1. indien de hoofdtoegang van het hoofdgebouw aan de weg grenst: de hoogte van de weg, waarbij dit peil zich uitstrekt tot een zone van ten hoogste 3 m achter de achtergevelrooilijn van een op bedoeld perceel aangegeven hoofdgebouw, mits het een aanbouw aan het hoofdgebouw betreft;
    2. 2. indien de hoofdtoegang van het hoofdgebouw niet aan de weg grenst: het peil wordt bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein;
    3. 3. voor vrijstaande bijgebouwen wordt het peil bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein.

Een en ander voor zover in deze regels niet anders is bepaald.

1.63 Perceel:

zie 'bouwperceel'.

1.64 Perceelsgrens:

zie 'bouwperceelgrens'.

1.65 Prostitutie:

het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.66 Seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan:

  1. 1. een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon;
  2. 2. een seksbioscoop of sekstheater; hieronder wordt verstaan een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin vertoningen van erotische en/of pornografische aard worden gegeven;
  3. 3. een seksautomatenhal, hieronder wordt verstaan een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en/of liveshow van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven;
  4. 4. een seksclub of parenclub;

al dan niet in combinatie met elkaar.

1.67 Standplaats:

plaats waar iemand of iets staat, verblijft of werkt.

1.68 Straatmeubilair:

al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals:

  1. 1. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken;
  2. 2. telefooncellen, abri's, kunstobjecten, gedenktekens, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame;
  3. 3. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 50 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen;
  4. 4. afvalinzamelsystemen.

1.69 Voorgevel:

de gevel of gevels, exclusief de aan- en uitbouwen aan deze gevel, die georiënteerd is (zijn) op het openbaar gebied.

1.70 Voorgevelrooilijn:

de denkbeeldige lijn(en) die buitenwerks strak loopt/lopen langs de op het openbaar gebied gerichte gevel(s) van het oorspronkelijke hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen.

1.71 Waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit, waaronder duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater.

1.72 Wet geluidhinder:

de geldende wet houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder.

1.73 Woning:

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.

1.74 Zolder:

een gedeelte van een gebouw waarvan de oppervlakte, voor zover de hoogte groter is dan 1,50 meter, niet meer bedraagt dan 50% van de oppervlakte van de onderliggende laag.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tussen bouwwerken onderling:

waar deze afstand het kleinst is, inclusief ondergeschikte bouwdelen.

2.2 de afstand van een bouwwerk tot een perceelsgrens:

vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot die perceelsgrens op 1 meter boven peil en haaks op de perceelsgrens, inclusief ondergeschikte bouwdelen.

2.3 de bebouwde oppervlakte:

van een (bouw)perceel, een bouwvlak of ander terrein, buitenwerks en neerwaarts geprojecteerd, als het totaal van de (grond)oppervlakten van alle op het terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de breedte (lengte of diepte) van een gebouw:

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren (op 1 meter boven peil). Wanneer de gevels niet evenwijdig lopen of verspringen wordt het gemiddelde genomen van de kleinste en grootste maat.

2.6 de bedrijfsvloeroppervlakte:

binnenwerks als het totaal van alle vloeroppervlakten ten dienste van kantoren, winkels en/of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten.

2.7 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.8 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.9 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water;
  2. b. de waterhuishouding (waterberging,-aanvoer en -afvoer, (hoofd)watergangen, e.d.);
  3. c. voetgangers- en fietsbruggen;
  4. d. ter plaatse van de functieaanduiding 'brug' tevens een brug voor autoverkeer;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. taluds.

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 1 m.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:

5.4 Specifieke gebruiksregels

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 7 Leiding - Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. een waterleiding ter plaatse van de 'hartlijn leiding - water';
  2. b. de aanleg, het herstel en de instandhouding van een waterleiding met een diameter van ten hoogste 630 mm.

7.2 Bouwregels

Op de voor 'Leiding - Water' bestemde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m.

7.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:

  1. a. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de sociale veiligheid;
  4. d. het behoud van parkeervoorzieningen;
  5. e. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
  6. f. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  7. g. het milieu.

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.5 Specifieke gebruiksregels

7.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 8 Waarde - Archeologie 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud van de (potentieel) aanwezige archeologische waarden.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden is uitsluitend bebouwing toegestaan voor zover geen bouwwerkzaamheden dienen te worden verricht die dieper reiken dan 0,30 m beneden het maaiveld en die een grondoppervlakte bestrijken die groter is dan 50 m2 en tevens wordt voldaan aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).

8.3 Afwijken van de bouwregels

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 9 Waterstaat - Waterkering

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. waterkering;
  2. b. de waterhuishouding.

9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 1 m.

9.3 Afwijken van de bouwregels

9.4 Specifieke gebruiksregels

9.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 10 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Algemene Bouwregels

11.1 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de bouwregels, zijn toegestaan en mogen worden herbouwd voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.

11.2 Ondergeschikte bouwdelen

11.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:

  1. a. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de sociale veiligheid;
  4. d. het behoud van parkeervoorzieningen;
  5. e. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groen- en waterelementen;
  6. f. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  7. g. het milieu.

11.4 Voorwaardelijke verplichting natuurinclusief bouwen

Een nieuw te realiseren gebouw dient natuurinclusief gebouwd te worden. Hiertoe dient bij de bouwaanvraag een plan te worden overgelegd waaruit blijkt dat hieraan wordt voldaan.

Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels

12.1 Bovenland

Artikel 13 Algemene Gebruiksregels

13.1 Bestaand gebruik

Het gebruik van gronden dat niet voldoet aan de gebruiksregels, niet zijnde bouwregels, van dit plan is toegestaan en mag worden voortgezet, mits:

  1. a. het gebruik bestond ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, en;
  2. b. het gebruik in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime;
  3. c. de omvang van het gebruik niet mag worden vergroot.

13.2 Gebruik van onbebouwde gronden

13.3 Gebruik van bouwwerken

13.4 Ondergeschikte bouwdelen

Voor zover het gebruik van ondergeschikte bouwdelen zoals bedoeld in lid 11.2 niet past binnen de desbetreffende bestemming, worden deze gebruiksregels buiten beschouwing gelaten.

13.5 Voorwaardelijk verplichting parkeren

  1. a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden of het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden, wordt slechts verleend indien wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de 'Nota Parkeren Lansingerland' en de 'Nota Parkeernormen gemeente Lansingerland', die op 27 februari 2014 zijn vastgesteld en op 29 april 2014 in werking zijn getreden, of de rechtsopvolger(s) daarvan, tenzij de aard en omvang van de omgevingsvergunning voor het bouwwerk en/of de uitbreiding en/of de wijziging van het gebruik van bouwwerken en/of gronden niet leidt tot extra parkeerbehoefte;
  2. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien op basis van het advies van verkeerskundige blijkt dat er op andere wijze is/wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, of het voldoen aan het geldende gemeentelijke parkeerbeleid door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.

Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels

14.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van deze regels ten behoeve van:

  1. a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van het openbaar nut en de waterhuishouding, zoals gasdrukregelstations, duikers, keermuren en bruggen, gemalen, wachthuisjes, telefooncellen en transformatorhuisjes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m en de inhoud niet meer dan 75 m3 mag bedragen;
  2. b. het bouwen van niet voor bewoning bestemde kunstobjecten, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
  3. c. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, maatvoeringsgrenzen en overige aanduidingen op de verbeelding, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  4. d. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken (waaronder goothoogte, bouwhoogte, bebouwingsoppervlakte, onderlinge afstand, afstand tot perceelsgrenzen) met ten hoogste 10%;
  5. e. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering voor ondergeschikte bouwdelen zoals bepaald in artikel 11 'Algemene bouwregels' leden 11.2.1 en 11.2.2 waarbij de overschrijding van de bouwhoogte, bouwgrens en/of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 3 meter;
  6. f. de bouw van antennemasten voor communicatiedoeleinden, waarbij de bouwhoogte niet meer dan 45 m mag bedragen, onder de voorwaarde dat voorafgaand de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) of diens rechtsopvolger wordt geconsulteerd, en waarbij het beleid gericht is op:
    1. 1. een landschappelijke, stedenbouwkundige en architectonische inpassing van deze voorzieningen waarbij geldt dat geen onevenredige afbreuk mag plaatsvinden van de visuele kwaliteit van gebouw en omgeving en landschappelijke gebieden, open landschappen en monumenten zoveel mogelijk vrij moeten blijven van bebouwing;
    2. 2. een situering bij voorkeur bij sportcomplexen, op of aan de randen van bedrijventerreinen, aan de randen van woonwijken en in de tussengebieden tussen woonwijken en bedrijventerreinen;
    3. 3. een maximale “site-sharing” en gebruik van bijvoorbeeld hoogspanningsmasten, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is;
  7. g. de bouw van andere bouwwerken tot 15 m.

14.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken

  1. a. De in 14.1 genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
    1. 1. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde;
    2. 2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
      • de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
      • de verkeersveiligheid;
      • de sociale veiligheid;
      • het aantal parkeervoorzieningen;
      • de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
      • de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
      • het milieu;
  2. b. aanvullend op het bepaalde onder a, kan de in 14.1 onder a genoemde afwijking ten behoeve van het bouwen van transformatorhuisjes slechts worden verleend mits het bouwwerk wordt gebouwd op tenminste 4 m afstand tot kwetsbare objecten; dan wel een kortere afstand uitsluitend indien uit een rapport blijkt dat bij die kortere afstand geen gezondheidsrisico's optreden.

Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels

15.1 Algemeen

Het bevoegd gezag is, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:

  1. a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van het openbaar nut en de waterhuishouding met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 6 m;
  2. b. een andere situering en/of begrenzing van bestemmingsvlakken, bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met ingekomen bouwaanvragen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 20% zal worden gewijzigd;
  3. c. het wijzigen van de per aanduiding of in de planregels gegeven maten en afmetingen met ten hoogste 20%, indien, in verband met ingekomen bouwaanvragen, deze wijzigingen nodig of wenselijk zijn.

15.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Artikel 16 Algemene Procedureregels

Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden gedurende twee weken, na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eisen bij burgemeester en wethouders in te dienen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 17 Overgangsrecht

17.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een (omgevings)vergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

17.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 18 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost".

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Witteveen+bos (28 September 2020) Variantenstudie Parkeeropgave Lansingerland - Verleggen Molenwerfstraat En Vergroten Parkeercapaciteit Winkelend Publiek Centrum Berkel En Rodenrijs Oost

Bijlage 1 Witteveen+Bos (28 september 2020) Variantenstudie parkeeropgave Lansingerland - Verleggen Molenwerfstraat en vergroten parkeercapaciteit winkelend publiek Centrum Berkel en Rodenrijs Oost

Bijlage 2 Nwc (Augustus 2020) Quickscan Flora En Fauna T.b.v. De Herontwikkeling Locatie Berkel Centrum Oost

Bijlage 2 NWC (augustus 2020) Quickscan flora en fauna t.b.v. de herontwikkeling locatie Berkel Centrum Oost

Bijlage 3 Nwc (November 2022) Aanvullend Onderzoek Naar Vleermuizen En Steenmarter Aan De Raadhuishof Te Berkel En Rodenrijs

Bijlage 3 NWC (november 2022) Aanvullend onderzoek naar vleermuizen en steenmarter aan de Raadhuishof te Berkel en Rodenrijs

Bijlage 4 Kuipercompagnons (6 Oktober 2023) Stikstofdepositie-onderzoek Bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"

Bijlage 4 KuiperCompagnons (6 oktober 2023) Stikstofdepositie-onderzoek bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"

Bijlage 5 Vestigia (3 September 2020) Archeologisch Vooronderzoek In Het Kader Van Herontwikkeling Van De Locatie Hergerborch / Centrum Berkel Oost Te Berkel En Rodenrijs, Gemeente Lansingerland

Bijlage 5 Vestigia (3 september 2020) Archeologisch vooronderzoek in het kader van herontwikkeling van de locatie Hergerborch / Centrum Berkel Oost te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland

Bijlage 6 Vestigia (7 September 2023) Aanvullend Archeologisch Vooronderzoek In Het Kader Van Herontwikkeling Van De Locatie Centrum Berkel Oost Te Berkel En Rodenrijs, Gemeente Lansingerland

Bijlage 6 Vestigia (7 september 2023) Aanvullend archeologisch vooronderzoek in het kader van herontwikkeling van de locatie Centrum Berkel Oost te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland

Bijlage 7 Abo-milieuconsult (17 Juli 2020) Milieukundig (Water)bodemonderzoek Volgens Nen 5740 En 5720 (Incl. Pfas) Herontwikkeling Locatie Hergerborch / Berkel Centrum Oost Te Berkel En Rodenrijs

Bijlage 7 ABO-Milieuconsult (17 juli 2020) Milieukundig (water)bodemonderzoek volgens NEN 5740 en 5720 (incl. PFAS) herontwikkeling locatie Hergerborch / Berkel Centrum Oost te Berkel en Rodenrijs

Bijlage 8 Abo-milieuconsult (23 Juli 2021) Rapportage (Verkennend) Asbestonderzoek In Bodem En Puin Centrum Berkel-oost Te Berkel En Rodenrijs

Bijlage 8 ABO-Milieuconsult (23 juli 2021) Rapportage (verkennend) asbestonderzoek in bodem en puin Centrum Berkel-Oost te Berkel en Rodenrijs

Bijlage 9 Abo-milieuconsult (27 Juli 2021) Verkennend Bodem- En Asbestonderzoek Volgens Nen 5740 En Afgeleid Van Nen 5707 Berkel Centrum-oost

Bijlage 9 ABO-Milieuconsult (27 juli 2021) Verkennend bodem- en asbestonderzoek volgens NEN 5740 en afgeleid van NEN 5707 Berkel Centrum-Oost

Bijlage 10 Kuipercompagnons (3 Mei 2023) Akoestisch Onderzoek Weg- En Railverkeerslawaai - Bestemmingsplan Berkel Centrum Oost

Bijlage 10 KuiperCompagnons (3 mei 2023) Akoestisch onderzoek weg- en railverkeerslawaai - Bestemmingsplan Berkel Centrum Oost

Bijlage 11 Kuipercompagnons (11 Mei 2020) Notitie - Bedrijven En Milieuzonering, Berkel Centrum Oost (Locatie Hergerborch)

Bijlage 11 KuiperCompagnons (11 mei 2020) Notitie - Bedrijven en milieuzonering, Berkel Centrum Oost (locatie Hergerborch)

Bijlage 12 Gemeente Lansingerland (26 Oktober 2023) Welstandscriteria Nieuwbouw Hergerborch

Bijlage 12 Gemeente Lansingerland (26 oktober 2023) Welstandscriteria Nieuwbouw Hergerborch

Bijlage 13 Gemeente Lansingerland (31 Oktober 2023) Nota Inspraak En Overleg En Staat Van Wijzigingen Bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"

Bijlage 13 Gemeente Lansingerland (31 oktober 2023) Nota inspraak en overleg en staat van wijzigingen bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"

Bijlage 14 Gemeente Lansingerland (25 September 2023) M.e.r.-beoordelingsbesluit Bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"

Bijlage 14 Gemeente Lansingerland (25 september 2023) M.e.r.-beoordelingsbesluit bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"

Bijlage 15 Gemeente Lansingerland (11 Juli 2024) Nota Zienswijzen En Staat Van Wijzigingen Bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"

Bijlage 15 Gemeente Lansingerland (11 juli 2024) Nota zienswijzen en staat van wijzigingen bestemmingsplan "Berkel Centrum Oost"