KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch - Bouwperceel
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Bedrijventerrein
Artikel 8 Centrum
Artikel 9 Detailhandel
Artikel 10 Dienstverlening
Artikel 11 Gemengd
Artikel 12 Groen
Artikel 13 Horeca
Artikel 14 Kantoor
Artikel 15 Maatschappelijk
Artikel 16 Maatschappelijk - Welzijnsinstelling
Artikel 17 Natuur
Artikel 18 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 19 Recreatie - Heelderpeel
Artikel 20 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 21 Sport
Artikel 22 Verkeer
Artikel 23 Water - Niet Riviergebonden
Artikel 24 Water - Riviergebonden
Artikel 25 Water - Waterspaarbekken
Artikel 26 Wonen
Artikel 27 Woongebied - Reutsdaal
Artikel 28 Woongebied - Sint Anna
Artikel 29 Woongebied - Sleydal
Artikel 30 Leiding - Gas
Artikel 31 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 32 Leiding - Riool
Artikel 33 Waarde - Archeologie
Artikel 34 Waarde - Ecologie
Artikel 35 Waarde - Landschap
Artikel 36 Waterstaat - Retentiebekken
Artikel 37 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed
Artikel 38 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed
Artikel 39 Waterstaat - Waterkering
Artikel 40 Waterstaat - Waterlopen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 41 Anti-dubbeltelregel
Artikel 42 Algemene Bouwregels
Artikel 43 Algemene Gebruiksregels
Artikel 44 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 45 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 46 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 47 Algemene Procedureregels
Artikel 48 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 49 Overgangsrecht
Artikel 50 Slotregel
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Kwaliteitsprofiel 'Ruimte Voor De Rivier'
Bijlage 3 Reutsdael Verkaveling
Bijlage 4 Landschappelijke Inpassing En Tegenprestatie ‘Bouwplan Wellness Centrum Heelderpeel’
Bijlage 5 Agrarische Nieuwvestiging En Uitbreiding
Bijlage 6 Archeologische Waarden- En Verwachtingenkaart

Heel - Panheel

Bestemmingsplan - gemeente Maasgouw

Onherroepelijk op 27-05-2015 - deels onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Heel - Panheel' van de gemeente Maasgouw;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1641.BPL036-DO01 met de bijbehorende regels;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aaneengebouwde woning

een woning die onderdeel uitmaakt van een rij van drie of meerdere aaneengeschakelde woningen.

1.6 aan huis gebonden beroep

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp technisch of hiermee gelijkstellend gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de feitelijke hoofdbewoner van de woning. Hieronder dienen in ieder geval niet te worden begrepen de uitoefening van ambachten en detailhandel;

1.7 achtergevellijn

denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;

1.8 afhankelijke woonruimte

een onderdeel van het hoofdgebouw of (aangebouwd) bijgebouw waarin een gedeelte van de voor mantelzorg of inwonende ouders bedoelde huishouding is gehuisvest.

1.9 agrarische bedrijfsuitoefening

de bedrijfsmatige activiteiten op een agrarisch bedrijf die erop zijn gericht om producten voort te brengen door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.

1.10 agrarisch grondgebruik

gebruik van gronden dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren.

1.11 agrarisch verwante nevenactiviteit

Een activiteit gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren of de toepassing van andere landbouwkundige methoden. Voorbeelden van agrarisch verwante activiteiten zijn: dierenasiels, dierenklinieken, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs, proefbedrijven, agrarisch loonbedrijf.

1.12 archeologische monumentenzorg

zorg die zich richt op het optimaal beheer van de bodem als unieke bron van informatie over de geschiedenis van Nederland.

1.13 archeologisch onderzoek

in een schriftelijke rapportage vastgelegd bureau- en/of veldonderzoek naar de materiële neerslag van menselijke aanwezigheid en menselijk handelen in het verleden.

1.14 archeologisch verwachtingsvol gebied

door burgemeester en wethouders aangewezen terrein waarvan op grond van historische gegevens of door archeologische vondsten en onderzoek vermoed wordt dat het van algemeen belang is wegens zijn betekenis voor de archeologische monumentenzorg.

1.15 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden, tenminste ouder dan 50 jaar.

1.16 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.17 bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwperceel dan wel bouwvlak, zoals bepaald in de regels, aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

1.18 bed & breakfast

het bedrijfsmatig en op kleine schaal tegen betaling aanbieden van logies/overnachting in een daarvoor geschikte woning (hoofd- of bijgebouw) gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met ontbijtmogelijkheid. Deze voorziening is nadrukkelijk niet bedoeld voor het laten overnachten van tijdelijke arbeiders of seizoensarbeiders.

1.19 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.20 bedrijfsmatige exploitatie

het via bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig(e) beheer/exploitatie, dat in de recreatieverblijven een - permanent wisselende - recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheid wordt geboden;

1.21 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting (van het huishouden) van een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw en/of terrein noodzakelijk moet worden geacht.

1.22 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.23 beperkt kwetsbaar object

object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

1.24 besloten horeca

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, niet zijnde een reguliere café-restaurantfunctie en enkel op basis van reservering.

1.25 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.26 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.27 bijgebouw

een gebouw dat in functioneel en ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat ten dienste staat van dat hoofdgebouw.

1.28 bodemverstorende activiteiten

het plegen van ingrepen die de bestemming van de grond veranderen en/of waardoor het grondwaterpeil verandert of het uitvoeren van grondbewerkingen.

1.29 boomgaard

een kunstmatig beplant stuk grond waar vruchten- of notenbomen op gekweekt worden. De boomgaard kan zowel een esthetische als een agrarische functie hebben.

1.30 boorput

een put waarmee water aan de bodem kan worden onttrokken, water in de bodem kan worden gefilterd of die kan dienen als hulpmiddel om de grondwaterstand te registreren.

1.31 bos

een begroeiing die voornamelijk uit bomen bestaat met de daarbij behorende ondergroei van planten en struiken. De begroeiing kan de vorm hebben van een natuurlijk bos, productiebos of recreatief bos.

1.32 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.33 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.34 bouwkavel Reutsdaal

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten. De bouwpercelen zijn gebaseerd op de 'Reutsdael verkaveling' (31 augustus 2011) zoals opgenomen in Bijlage 3 Reutsdael Verkaveling bij deze regels. De percelen hebben een minimale oppervlakte van 450 m², waarbij de gronden slechts eenmaal in aanmerking worden genomen bij de verlening van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen ten behoeve van de bouw van een hoofdgebouw.

1.35 bouwlaag

een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw ( met een hoogte van minimaal 2,1 meter en maximaal 3,2 meter), dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.36 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.37 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

1.38 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.39 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.40 chalet

een gebouw, bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen (kunststof of hout), dat geen vaste verankering in de grond heeft en binnen 24 uur demontabel is, niet zijnde een kampeermiddel of recreatiewoning, en dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief (nacht)verblijf.

1.41 consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten

het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen zodanig is dat de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en uitsluitend door de feitelijke hoofdbewoner van de woning wordt uitgeoefend. Hieronder dienen in ieder geval niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel (behoudens beperkte verkoop in het klein in het kader van het uitgeoefende beroep) alsmede prostitutie, seksinrichting en escortbedrijf.

1.42 containervelden

grond afgedekt met plastic, antiworteldoek en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van teelt van gewassen. De gewassen worden op deze afdeklaag los van de ondergrond geteelt in potten.

1.43 dagrecreatie

activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan;

1.44 dakopbouw

een ondergeschikte opbouw van het dakvlak van een gebouw, ten behoeve van voorzieningen zoals trappenhuizen, luchtbehandelings- en liftinstallaties.

1.45 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten.

1.46 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een belwinkel en internetcafé.

1.47 erotisch getint bedrijf

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een erotisch getint bedrijf worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, sekswinkel, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.48 extensief dagrecreatief medegebruik

het medegebruik van gronden voor routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelpaden, fietsen, ruitersport en kanovaren, en voor plaatsgebonden recreatieve activiteiten, zoals voor sportvisserij, alsmede route-ondersteunende voorzieningen, zoals picknick-, uitzich-, rust- en informatieplaatsen, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.

1.49 externe veiligheid

de kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

1.50 evenement

een voor het publiek toegankelijke verrichting van het vermaak op het gebied van sport, muziek, kunst, hobby, tuin, vrije tijd en sociaal-cultureel vlak.

1.51 evenemententerrein

een voor het publiek toegankelijk terrein alwaar verrichtingen plaats vinden inzake het vermaak op het gebied van sport, muziek, kunst, hobby, tuin, vrije tijd en sociaal-cultureel vlak.

1.52 garagebedrijf

een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd;

1.53 garagebox

een zelfstandig gebouw of complex van gebouwen, al dan niet gekoppeld aan een hoofdgebouw, geschikt en bestemd voor de stalling van vervoermiddelen.

1.54 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.55 geluidsgevoelig object

woningen, geluidsgevoelige terreinen en andere geluidsgevoelige gebouwen, als bedoeld in (artikel 1 van) de Wet geluidhinder.

1.56 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.

1.57 gemeentelijke archeologische beleidskaart

kaart waarop de gemeentelijke archeologische gebieden zijn geregistreerd.

1.58 geschakelde woning

Een geschakelde woning is een eengezinswoning waarbij de muren of muren van aanbouwen gedeeltelijk aan (aanbouwen van) andere woningen grenzen;

1.59 gestapelde woning

Een woning, onderdeel uitmakende van een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en uit twee of meer bouwlagen bestaat, of waarbij (een deel van) de eerste bouwlaag van een gebouw voor andere met de betreffende bestemming in overeenstemming zijnde doeleinden wordt gebruikt;

1.60 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering

een agrarische bedrijfsvoering, waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond, waaronder ook begrepen het gebruik van de gronden met tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen.

1.61 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.62 hoofdverblijf

De plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene en welke een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats is, dat ten minste bestaat uit een keuken, woon-, was- en slaapgelegenheid.

1.63 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccomodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

horeca, categorie 1:

een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt.

horeca, categorie 2:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszakenlunchroom, konditorei, ijssalon/ijswinkel koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant.

horeca, categorie 3:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen;

Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar.

horeca, categorie 4:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren:

Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning).

horeca, categorie 5:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf.

Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.

1.64 intensieve veehouderij

het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. Dee dieren worden in stallen of hokken gehouden. Waar in dit bestemmingsplan wordt gesproken over intensieve veehouderij wordt onder meer gedoeld op varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor roodvleesproductie, eenden, pelsdieren, konijnen, kalkoenen of parelhoenders; melkveehouderij wordt niet als intensieve veehouderij beschouwd.

1.65 jachtenbouw

een bedrijf waar schepen worden gebouwd, verbouwd, gerepareerd of geassembleerd, waarbij de schepen een lengte hebben kleiner dan 25 meter

1.66 Jongeren ontmoetingsplek

een in de openbare ruimte gelegen onderkomen ten behoeve van een ontmoetingsplek voor jongeren.

1.67 kampeermiddel

tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 2.1 lid 1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.68 kampeerterrein

terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en/of trekkershutten, tenthuisjes en chalets ten behoeve van recreatief (nacht)verblijf.

1.69 kamperen

een vorm van openluchtrecreatie waarbij men in een kampeermiddel op een buitenterrein verblijft meestal één of meerdere nachten.

1.70 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, het leggen van contacten en/of het uitvoeren van commerciële handelingen, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.71 kas

Een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of ander materiaal en dienend tot kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen. Schuurkassen, permanente hoge boogkassen en boogkassen hoger dan 2,5 meter worden beschouwd als een kas.

1.72 kwetsbaar object

object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

1.73 logies

het voor bepaalde tijd op zakelijke basis (kamerhuur, bedrijfsmatig) in een omgeving verblijven welke niet een woning is.

1.74 maaiveld

de bovenkant van een afgewerkt terrein dat een gebouw c.q. bouwwerk omgeeft.

1.75 maatschappelijk

doeleinden ten behoeve van onderwijs, openbaar bestuur, religieuze functies, overdekte sport- en spelaccommodaties, medisch-sociale functies, kinderopvang en culturele functies.

1.76 mantelzorg

het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwilige basis en buiten organisatorisch verband.

1.77 melkveehouderij

het bedrijfsmatig houden van melkkoeien, met inbegrip van zoogkoeien en vrouwelijk jongvee.

1.78 nieuwvestiging van een intensieve veehouderij

het vestigen van intensieve veehouderij, waaronder begrepen zowel vestiging op een bestaand agrarisch bouwperceel als vestiging op een nieuw agrarisch bouwperceel waar nog geen intensieve veehouderijtak aanwezig is.

1.79 nutsvoorziening

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;

1.80 ondergronds bouwwerk

een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.

1.81 onderkomens

voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf.

1.82 opgraving

archeologische maatregel waarbij een aangetroffen en gewaardeerde vindplaats ex situ wordt behouden.

1.83 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.

1.84 peil

  • voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst:de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang.
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.85 perifere detailhandel

Detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, detailhandel in artikelen zoals grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en woninginrichting, die vanwege omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor uitstalling;

1.86 permanente bewoning

bewoning van een verblijf als hoofdverblijf.

1.87 pleziervaartuig

een vaartuig dat is bestemd voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding, met een romplengte van minimaal 2,5 meter en maximaal 24 meter;

1.88 productiegebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.89 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding, waaronder in ieder geval begrepen prostitutiebedrijf en raamprostitutie.

1.90 relatie

een verbindingslijn die één of meerdere bij elkaar behorende bestemmingsvlakken en de daaraan verbonden aanduidingen met elkaar verbindt, waardoor er voor de toepassing van deze regels sprake is van bij elkaar behorende bestemmingsvlakken.

1.91 risicovolle inrichting

Een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.92 rivierkundige activiteiten van ondergeschikt belang

  • het plaatsen van een in- of uitstroomvoorziening, mits de in- of uitstroomsnelheid maximaal 0,3 m/s bedraagt;
  • het plaatsen van een steiger, vlonder of overhangend bouwwerk bestemd voor niet bedrijfsmatig gebruik dan wel voor naar aard en omvang vergelijkbaar overig gebruik;
  • het plaatsen van informatieborden, informatiezuilen, reclameborden of reclamezuilen mits deze niet groter zijn dan 2,00 meter bij 3,00 meter en per 200 meter niet meer dan 5 borden of zuilen aanwezig zijn;
  • terreinophogingen van minder dan 50 m³ per perceel;
  • het plaatsen van visfuiken

1.93 scheepswerf

een bedrijf waar schepen worden gebouwd, verbouwd, gerepareerd of geassembleerd, waarbij de schepen een lengte hebben groter dan 25 meter

1.94 seizoensarbeiders

Werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte, gedurende enkele maanden op een bedrijf werkzaam zijn om kortdurend werk te verrichten, voor zover noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering;

1.95 sluis

Een kunstmatige, beweegbare waterkering in een kanaal of rivier, die het mogelijk maakt dat schepen hoogteverschillen kunnen overbruggen of dat de waterstand aan één kant van de sluis op peil blijft;

1.96 stacaravan

een caravan die voorzien is gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats te blijven staan, maar wel voorzien is van een as-/wielenstelsel en in die toestand verrijdbaar en als 1 deel over de weg te verplaatsen is, met een maximale oppervlakte van 40 m2 en een maximale hoogte van 3,40 meter.

1.97 teeltondersteunende voorzieningen

Voorzieningen/constructies met als doel het gewas te forceren tot meer groei en of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel vervroegen als verlaten ten opzichte van normale open teelt en/of beschermen tegen weersinvloeden, ziekten en plagen wat leidt tot een beter kwaliteit product.

1.98 tenthuisje

een verblijf, bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen, waaronder in ieder geval tentdoek, niet zijnde een kampeermiddel, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf en geen grotere oppervlakte heeft dan 30 m2.

1.99 toeristisch recreatieve activiteit

Activiteiten in het kader van detailhandel, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en cultuur en ontspanning ten behoeve van de toeristisch recreatieve sector. Hieronder wordt niet verstaan verblijfsrecreatie.

1.100 toeristisch seizoen

De periode in het jaar tussen 1 mei en 31 oktober.

1.101 tijdelijke hoge boogkas

Ook wel wandelkap genoemd, een verhoogde tunnel met veelal een breedte van 2 tot 6 meter met een hoogte van circa 2.25 tot maximaal 2.5 meter waarbij de overkapping van de teelt niet meer dan 6 maanden in het jaar aanwezig is. De constrcutuie van de tunnel bestaat uit metalen bogen die rusten op ankers welke veelal met een trekker in de grond worden gebracht. Aan elk kopeind is een deuropening en het luchten geschied door de plastic over de bogen te schuiven.

1.102 tijdelijke regenkap

Een constructie van houten of gegalvaniseerde of verzinkte stalen palen met daarop een boog met een kap van transparante folie. Deze kap is van bloei tot en met oogst voor een periode van maximaal 6 maanden aanwezig.

1.103 trekkershut

een verblijf, bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen, niet zijnde een kampeermiddel, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf en geen grotere oppervlakte heeft dan 30 m2.

1.104 twee- aaneen gebouwde woning

een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen.

1.105 tuincentrum

detailhandel met al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waarop artikelen voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van en het verblijf in particuliere tuinen en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden aangeboden, alsmede kamerplanten en snijbloemen met de bijbehorende potten, vazen e.d., dierenbenodigdheden en seizoensgebonden sierproducten (zoals paas- en kerstartikelen).

1.106 vaarweggebonden bebouwing

bebouwing welke in relatie staat tot de nabijgelegen vaarweg, hieronder begrepen een bedrijfscomplex ter bediening van onder andere sluizen, stuwen, bruggen, pompgemalen, voedingsduikers en ter uitvoering van verkeersmanagementtaken, met daarbij behorend een kantoor, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen,infiltratievoorzieningen, ontsluitingen en terreinen.

1.107 verpleegplaats

Verpleegbed voor iemand die intensieve verpleging nodig heeft, maar niet in een ziekenhuis behandeld hoeft te worden.

1.108 verkoopvloeroppervlakte

het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor verkoopactiviteiten.

1.109 volkstuin

particulier terrein voor het hobbymatig kweken en telen van gewassen, enkel bedoeld voor de eigen consumptie en gebruik en dat niet bij de eigen woning ligt.

1.110 voorgevellijn

denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.

1.111 voortuin

tuin gelegen tussen de voorgevel van een hoofdgebouw en de openbare ruimte.

1.112 voorzieningen van algemeen nut

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, riolering, straatvoorzieningen waaronder voorzieningen voor afvalstoffen en straatmeubilair.

1.113 waterbassin

een voorziening bij een agrarsich bedrijf, geen bouwwerk zijnde, bedoeld voor het opvangen van regenwater.

1.114 waterpeil

de hoogte (het niveau) van de waterspiegel gemeten naar NAP op het moment van aanvraag van de vergunning of bestemmingswijziging. Dit kan betrekking hebben op zowel oppervlaktewater als grondwater.

1.115 wet/wettelijke regelingen

indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.

1.116 werkschip

Vaartuig, al dan niet voorzien van eigen voortstuwing, dat gebruikt wordt om werkzaamheden in of langs het water uit te voeren ten behoeve van riviergebonden bedrijfsactiviteiten;

1.117 werkstrook

Strook in en/of langs het water, waarbinnen werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden, die onlosmakelijk verbonden zijn met de vestiging en/of uitvoering van bedrijfsactiviteiten zoals deze zijn toegelaten op de aangrenzende bestemming.

1.118 wonen

het houden van verblijf, het hebben - huren hieronder mede begrepen - van kamers of het gehuisvest zijn in een huis, evenwel met uitzondering van bewoning met een overwegend verzorgend karakter.

1.119 woning

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor het huisvesten van één huishouden.

1.120 zeecontainer

Container ten behoeve van het tijdelijk opslaan van goederen voor het verdere vervoer van deze goederen of ten behoeve van het tijdelijk opslaan van goederen voor bouwwerkzaamheden;

1.121 zonnecollector

Een bouwwerk ten behoeve van de opvang van zonne-energie

1.122 zorgwoning

Een zelfstandige woning waar intensive zorgverlening mogelijk is. Er is zorg op afroep of 24 uurszorg beschikbaar vanuit een verpleeg- of verzorgingshuis, woonzorgcentrum of bijvoorbeeld dienstencentrum.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 afstand tot de bouwperceelsgrens

tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

2.7 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch grondgebruik;
  2. b. extensief dagrecreatief medegebruik;
  3. c. wegen en paden;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. opbouw van het landschap
  6. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  2. b. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2 meter.

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. kamperen;
  3. c. plaatsing van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voeren vaartuigen en van wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  4. d. buitenmanege, terras, tennisbaan of zwembad;
  5. e. het beproeven van en/of racen met voertuigen, al dan niet in wedstrijdverband;
  6. f. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  7. g. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
  8. h. plaatsing van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclameuitingen.

Artikel 4 Agrarisch - Bouwperceel

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Bouwperceel´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;
  2. b. één bedrijfswoning met de daarbij behorende bijgebouwen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een extra bedrijfswoning met de daarbij behorende bijgebouwen is toegestaan en ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  3. c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' een veehouderij;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', cultuurhistorische waarden;
  5. e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenfokkerij', een paardenfokkerij.

met de daarbij behorende:

  1. f. tuinen, erven en terreinen;
  2. g. wegen en paden;
  3. h. parkeervoorzieningen;
  4. i. groenvoorzieningen;
  5. j. voorzieningen van algemeen nut;
  6. k. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  7. l. bijbehorende voorzieningen ten behoeve van het agrarisch gebruik.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

4.4 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de omliggende waarden en functies kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 4.2 ten behoeve van de uitbreiding van een bedrijf met maximaal 10% van het bouwperceel;
  2. b. Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de omliggende waarden en functies kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1 onder a. voor het overschrijden van de naar de weg gekeerde bouwgrens ten behoeve van de bouw van portalen, entrees en erkers, mits de oppervlakte niet meer dan 6 m² bedraagt, de hoogte maximaal 3 meter bedraagt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

4.5 Specifieke gebruiksregels

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch bedrijfsmatig gebruik;
  2. b. behoud en ontwikkeling van de aanwezige waarden;
  3. c. het in stand houden van de openheid in het gebied;
  4. d. onverharde wegen ten behoeve van het landbouwverkeer;
  5. e. realiseren en in stand houden van natuur- en landschapselementen zoals houtopstanden, houtwallen, houtsingels, sloten, beken, waterlopen en overige waterpartijen, water- en oevervegetaties,
  6. f. perceelsontsluitingswegen;
  7. g. recreatief medegebruik.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op de voor 'Agrarisch met waarden ' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
  2. b. op de voor 'Agrarisch met waarden ' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
    1. 1. omheiningen en/of erfafscheidingen, uitsluitend in de vorm van draadomheiningen en/of draaderfafscheidingen, met dien verstande dat de hoogte maximaal 1,50 m mag bedragen;
    2. 2. voederruiven en/of picknickplaatsen, met dien verstande dat de hoogte maximaal 1,50 m mag bedragen;
    3. 3. bouwwerken, geen gebouw zijnde, die van geringe omvang zijn en welke noodzakelijk zijn voor de in 5.1 genoemde natuur- en landschapselementen.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats aard en omvang van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de landschappelijke waarden in de omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor en/of als:

  1. a. plaatsing van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voeren vaartuigen en van wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  2. b. manege, terras, tennisbaan of zwembad;
  3. c. het beproeven van en/of racen met voertuigen, al dan niet in wedstrijdverband;
  4. d. plaatsing van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclameuitingen;
  5. e. buitenopslag, behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  6. f. standplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  7. g. ambachtelijke- en/of industriële doeleinden;
  8. h. detailhandel en groothandel, met uitzondering van de verkoop van bedrijfsproducten afkomstig van het eigen bedrijf en in eigen beheer;
  9. i. transport- en/of garagedoeleinden;
  10. j. horecadoeleinden;
  11. k. containervelden;
  12. l. permanente of tijdelijke bewoning die geen verband houdt met de agrarische bedrijfsvoering.

5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten;
  2. b. productiegebonden en aan de bedrijfsvoering ondergeschikte detailhandel. Detailhandel in voedings- en genotmiddelen is niet toegestaan;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', uitsluitend een nutsvoorziening;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', uitsluitend opslag van goederen;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemer', een aannemersbedrijf;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiewerkplaats', een constructiewerkplaats;
  7. g. tuinen, erven en terreinen;
  8. h. parkeervoorzieningen;
  9. i. groenvoorzieningen;
  10. j. voorzieningen van algemeen nut;
  11. k. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 6.2 ten behoeve van de uitbreiding van een bedrijf met maximaal 10% van het bouwperceel, met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeerssituatie;
  3. c. de milieusituatie;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in onder 6.2.1 onder c. voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte met maximaal 3 meter ten behoeve van de realisatie van een dakopbouw.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Artikel 7 Bedrijventerrein

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 3.1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
  2. b. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
  3. c. productiegebonden en aan de bedrijfsvoering ondergeschikte detailhandel. Detailhandel in voedings- en genotmiddelen is niet toegestaan;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'garage', een garagebedrijf;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'sluis' uitsluitend een sluis;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie', een waterzuiveringsinstallatie;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - machinefabriek', een machinefabriek;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – handelsbedrijf machines', een handelsbedrijf in machines voor de weg- water- en utiliteitsbouw, alsmede landbouwmachines;
  9. i. tuinen, erven en terreinen;
  10. j. parkeervoorzieningen;
  11. k. groenvoorzieningen;
  12. l. voorzieningen van algemeen nut;
  13. m. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 7.2 ten behoeve van de uitbreiding van een bedrijf met maximaal 10% van het bouwperceel, met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeerssituatie;
  3. c. de milieusituatie;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in onder 7.2.1 onder d. voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte met maximaal 3 meter ten behoeve van de realisatie van een dakopbouw.

7.5 Specifieke gebruiksregels

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 8 Centrum

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' en uitsluitend op de begane grond;
  3. c. een supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
  4. d. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', cultuurhistorische waarden;
  6. f. publieksgerichte maatschappelijke functies;
  7. g. publieksgerichte cultuur en ontspanning;
  8. h. publieksgerichte dienstverlening;
  9. i. kantoor, publieksgericht met baliefunctie;
  10. j. horeca categorie 1, 2 en 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  11. k. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', niet publieksgerichte kantoren;
  12. l. wegen en paden;
  13. m. groenvoorzieningen;
  14. n. parkeervoorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

8.4 Specifieke gebruiksregels

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 9 Detailhandel

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel, met uitzondering van een supermarkt;
  2. b. wegen en paden;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. perifere detailhandel;
  2. b. detailhandel in consumentenvuurwerk indien de opslag meer dan 2.000 kilogram bedraagt en niet wordt voldaan aan de voorschriften van het Vuurwerkbesluit alsmede het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;
  3. c. verkoop van volumineuze goederen;
  4. d. verkoop van gevaarlijke stoffen;
  5. e. verkoop van artikelen die vallen onder de Opiumwet, waaronder in ieder geval begrepen coffeeshops, smartshops, headshops en growshops;
  6. f. verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  7. g. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  8. h. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  9. i. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 10 Dienstverlening

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening;
  2. b. wegen en paden;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
  2. b. woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste
  4. d. omgeving;
  5. e. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  6. f. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  7. g. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 11 Gemengd

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. één woning;
  2. b. een bed en breakfast met maximale oppervlakte van 110 m²;
  3. c. besloten horeca met een maximale oppervlakte van 225 m²;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', cultuurhistorische waarden;
  5. e. wegen en paden;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. parkeervoorzieningen;
  8. h. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

11.2 Bouwregels

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 12 Groen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. bermen en beplanting;
  3. c. voet- en fietspaden;
  4. d. voorzieningen van algemeen nut;
  5. e. kunstwerken;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  8. h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', een evenemententerrein.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 13 Horeca

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1', voor horeca, categorie 1;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', voor horeca, categorie 2;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', voor horeca, categorie 3;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5', voor horeca, categorie 5;
  5. e. terrassen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - koffieterras';
  6. f. wegen en paden;
  7. g. groenvoorzieningen;
  8. h. parkeervoorzieningen;
  9. i. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

13.2 Bouwregels

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

13.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 14 Kantoor

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoor, al dan niet in combinatie met aan de kantoorfunctie ondergeschikte dienstverlening, welke niet meer bedraagt dan maximaal 10% van het bouwvlak met een maximum van 50 m²;
  2. b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - opleidingscentrum', een opleidingscentrum;

met de daarbij behorende:

  1. c. wegen en paden;
  2. d. groenvoorzieningen;
  3. e. parkeervoorzieningen;
  4. f. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

14.2 Bouwregels

14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

14.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  2. b. detailhandel;
  3. c. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  4. d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 15 Maatschappelijk

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van activiteiten gericht op onderwijs, openbaar bestuur, religieuze functies, overdekte sport- en spelaccommodaties, medisch-sociale functies, kinderopvang en culturele functies;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'religie', een kerkgebouw of kapel;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs', een school;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', een begraafplaats;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', cultuurhistorische waarden;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'feestzaal', een een zalencentrum met bijbehorende horeca;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal', een sporthal;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplaats', een jongerenontmoetingsplaats;
  9. i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', wonen uitsluitend op de verdieping;
  10. j. wegen en paden;
  11. k. groenvoorzieningen;
  12. l. speelvoorzieningen;
  13. m. parkeervoorzieningen;
  14. n. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

15.2 Bouwregels

15.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 16 Maatschappelijk - Welzijnsinstelling

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Welzijnsinstelling' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. zorgwoningen voor lichamelijke en/of geestelijke gehandicapten;
  2. b. het uitoefenen van activiteiten gericht op onderwijs, religieuze functies;
  3. c. medisch-sociale functies;
  4. d. kantoordoeleinden behorende bij de uitoefening van de activiteiten genoemd bij sub b;
  5. e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege', een manege ten behoeve van de welzijnsinstelling;
  6. f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca', horeca van categorie 1;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', cultuurhistorische waarden;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'manege', een manege;
  9. i. wegen en paden;
  10. j. groenvoorzieningen;
  11. k. speelvoorzieningen;
  12. l. parkeervoorzieningen;
  13. m. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

16.2 Bouwregels

16.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 17 Natuur

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, herstel dan wel de ontwikkeling van de aanwezige, dan wel daaraan eigen natuurlijke en landschappelijke waarden;
  2. b. de verbetering van het milieu voor de natuurlijke levensgemeenschappen;
  3. c. de opbouw van het landschap;
  4. d. beperkt recreatief medegebruik, waaronder dient te worden verstaan wandelen, fietsen en paardrijden;
  5. e. onverharde wegen ten behoeve van het landbouwverkeer;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'pad', één toegangsweg met een maximale lengte van 200 meter en een maximale breedte van 4 meter;
  7. g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - paardenstal', een paardenstal;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden', de landschappelijke inpassing van het gehele wellnesscentrum in de vorm van groenvoorzieningen met een visueel afschermde functie, zoals wallen, hagen, gebiedseigen bomen, opgaande/ afschermende beplanting, een en ander overeenkomstig het landschapsinrichtingsplan zoals weergegeven in Bijlage 4 bij de regels;
  9. i. voet- en fietspaden;
  10. j. groenvoorzieningen;
  11. k. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', parkeervoorzieningen;
  12. l. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, water, waterlopen en waterpartijen;
  13. m. voorzieningen van algemeen nut.

17.2 Bouwregels

  1. a. Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen, geen gebouwen zijnde en eenvoudige recreatief ondersteunende voorzieningen zoals wegwijzers en zitbanken met een maximale hoogte van 2 meter;
  2. b. In afwijking van het bepaalde onder a, mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - paardenstal' een gebouw worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 70 m² en een maximale bouwhoogte van 4 meter.

17.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige natuurlijke waarden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 17.2 ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de brandpreventie of brandbestrijding, mits de hoogte niet meer dan 35 meter bedraagt.

17.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor en/of als:

  1. a. staanplaats of ligplaats voor onderkomens, behoudens voor zover en voor zolang de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met in de tot Natuur bestemde gronden uit te voeren werken of werkzaamheden;
  2. b. staanplaats voor wagens;
  3. c. agrarische doeleinden, met uitzondering van agrarische doeleinden in het kader van natuurbeheer;
  4. d. sport-, wedstrijd- of speelterrein, kampeer- of caravanterreinen, dagcampings, lig- of speelweiden, zwemgelegenheden, buitenmaneges en parkeervoorzieningen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  5. e. het beproeven van voertuigen; voor de beoefening van de motorsport en de modelvliegsport;
  6. f. voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen of bromfietsen; voor het racen of crossen met motorrijtuigen en (brom)fietsen;
  7. g. militaire oefeningen;
  8. h. het winnen van bosstrooisel of mos;
  9. i. het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, ten behoeve van doeleinden als omschreven onder a. tot en met g.;
  10. j. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  11. k. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  12. l. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

17.5 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige natuurlijke waarden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 17.4 ten behoeve van:

  1. a. het kamperen door groepen met als doelstelling het onderhoud en beheer van het natuurgebied;
  2. b. het houden van militaire oefeningen, mits de aanwezige waarden niet (onomkeerbaar) worden of kunnen worden aangetast.

17.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 18 Recreatie - Dagrecreatie

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatief gebruik;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'manege', een manege;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', een verenigingsgebouw op het water met een maximale oppervlakte heeft van 300 m². Ter plaatse is tevens gebruik als ligplaats voor schepen van de waterscouting toegestaan;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie', aan dagrecreatie ondergeschikte horeca;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'water', uitsluitend water of aan water gerelateerde dagrecreatie;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', één bedrijfswoning;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'welness', een welnesscentrum met bijbehorende welnesstuin, ondergeschikte horeca aan- en ten dienste van het welnesscentrum, detailhandel ondergeschikt aan en ten dienste van het welnesscentrum;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'horeca', horeca van categorie 5, ondergeschikt aan en ten dienste van het welnesscentrum en een inpandige bedrijfswoning;
  9. i. wegen, paden en verhardingen;
  10. j. parkeervoorzieningen;
  11. k. groenvoorzieningen;
  12. l. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  13. m. voorzieningen van algemeen nut.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

18.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 18.2.4 ten behoeve van het bebouwen van maximaal 800 m² van het betreffende bouwvlak in plaats van de oppervlakte zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte', met dien verstande dat compensatie plaatsvindt overeenkomstig het geldende kwaliteitsmenu.

18.5 Specifieke gebruiksregels

Artikel 19 Recreatie - Heelderpeel

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Heelderpeel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie- heelderpeel 1', recreatiewoningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie- heelderpeel 2', vrijstaande of twee-aaneengebouwde recreatiewoningen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie- heelderpeel 3', stacaravans en chalets;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie- heelderpeel 4', recreatiewoningen, stacaravans en chalets;
  5. e. één bedrijfswoning, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie- heelderpeel 1';
  6. f. gemeenschappelijke recreatievoorzieningen waaronder een aan het vakantiepark gerelateerde detailhandelsvestiging, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie- heelderpeel 1',
  7. g. ondergeschikte horecadoeleinden, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie- heelderpeel 1';
  8. h. wegen, paden en verhardingen;
  9. i. parkeervoorzieningen;
  10. j. groenvoorzieningen;
  11. k. speelvoorzieningen;
  12. l. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen, waterpartijen en andere wateroppervlaktes;
  13. m. voorzieningen van algemeen nut.

19.2 Bouwregels

19.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

19.4 Afwijken van de bouwregels

19.5 Specifieke gebruiksregels

Artikel 20 Recreatie - Verblijfsrecreatie

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', een recreatiewoning;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - Boschmolenplas', verblijfsrecreatie in de vorm van vakantiewoningen en aan het vakantiepark ondergeschikte horeca;
  3. c. wegen, paden en verhardingen;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen, waterpartijen en andere wateroppervlaktes;
  8. h. voorzieningen van algemeen nut.

20.2 Bouwregels

20.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

20.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 21 Sport

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van sportactiviteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum', een sportcentrum met inbegrip van een ondergeschikte horecagelegenheid ten dienste van het sportcentrum;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan', een tennisbaan;
  4. d. aan de sportactiviteit ondergeschikte en gerelateerde horecavoorzieningen in de vorm van een kantine, met een maximale oppervlakte van 200 m² waarbij slechts 1 horecavoorziening per bestemmingsvlak aanwezig is en het één aaneengesloten locatie(pand) betreft, dit met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum' ,waarvoor deze voorwaarden niet van toepassing zijn;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca uitgesloten' zijn geen horecavoorzieningen toegestaan;
  6. f. wegen, paden en verhardingen;
  7. g. parkeervoorzieningen;
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

21.2 Bouwregels

21.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

21.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
  2. b. detailhandel en groothandel;
  3. c. opslagdoeleinden, uitgezonderd opslagdoeleinden die verband houden met de sportbeoefening;
  4. d. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  5. e. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 22 Verkeer

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  5. e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', een evenemententerrein;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden', de landschappelijke inpassing van het gehele wellnesscentrum in de vorm van groenvoorzieningen met een visueel afschermde functie, zoals wallen, hagen, gebiedseigen bomen, opgaande/ afschermende beplanting, een en ander overeenkomstig het landschapsinrichtingsplan zoals weergegeven in Bijlage 4 bij de regels;
  7. g. straatmeubilair;
  8. h. voorzieningen van algemeen nut;
  9. i. kunstwerken;
  10. j. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  11. k. onderdoorgangen, zoals wild- en faunapassages en ecovoorzieningen;
  12. l. oeververbindingen (bruggen).

22.2 Bouwregels

22.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken , wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 23 Water - Niet Riviergebonden

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Niet riviergebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterlopen en waterpartijen;
  2. b. de beheersing van de waterstand en de waterbeheersing;
  3. c. het behoud en herstel van natuurwaarden;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. infiltratievoorzieningen;
  6. f. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden.

23.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  2. b. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 5 meter.

23.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 24 Water - Riviergebonden

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Riviergebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de scheepvaart;
  2. b. de beheersing van de waterstand en de waterbeheersing;
  3. c. het behoud en herstel van natuurwaarden;
  4. d. waterlopen en waterpartijen;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats', een passantenhaven;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger', een aanlegsteiger;
  7. g. groenvoorzieningen;
  8. h. infiltratievoorzieningen;
  9. i. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden.

24.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  2. b. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 5 meter.

24.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  1. a. als ligplaats alsmede voor het laden en lossen van schepen, behorende tot inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
  2. b. als ligplaats voor woonschepen;
  3. c. voor het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  4. d. voor het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 25 Water - Waterspaarbekken

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Waterspaarbekken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de bescherming, winning, bereiding en opslag van water ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening;
  2. b. het behoud en herstel van natuurwaarden;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. infiltratievoorzieningen;
  5. e. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden.

25.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  2. b. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2.5 meter;

25.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  1. a. als ligplaats alsmede voor het laden en lossen van schepen, behorende tot inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
  2. b. als ligplaats voor woonschepen;
  3. c. waterrecreatie, zwemgelegenheden, het aan-of afvaren met zeilplanken en lig- of speelweiden;
  4. d. het beproeven van vaartuigen;
  5. e. voor het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  6. f. voor het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 26 Wonen

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats', het wonen in woonwagens;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', gestapelde woningen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen', garageboxen;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', cultuurhistorische waarden;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedijf', een installatiebedrijf;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - hondentrimsalon', een hondentrimsalon;
  8. h. tuinen en erven;
  9. i. parkeervoorzieningen;
  10. j. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  11. k. voorzieningen van algemeen nut;
  12. l. groenvoorzieningen;
  13. m. voet-en fietspaden;
  14. n. speelvoorzieningen.

26.2 Bouwregels

26.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

26.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 26.2.1 sub a voor het overschrijden van de naar de weg gekeerde bouwgrens ten behoeve van de bouw van portalen, entrees en erkers, mits de oppervlakte niet meer dan 6 m² bedraagt, de hoogte maximaal 3 meter bedraagt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

26.5 Specifieke gebruiksregels

26.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 27 Woongebied - Reutsdaal

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Reutsdaal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;

met de daarbij behorende:

  1. b. tuinen en erven;
  2. c. parkeervoorzieningen;
  3. d. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  4. e. voorzieningen van algemeen nut;
  5. f. groenvoorzieningen;
  6. g. voet-en fietspaden;
  7. h. speelvoorzieningen.

27.2 Bouwregels

27.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

27.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 27.2.1 sub a voor het overschrijden van de naar de weg gekeerde bouwgrens ten behoeve van de bouw van portalen, entrees en erkers, mits de oppervlakte niet meer dan 6 m² bedraagt, de hoogte maximaal 3 meter bedraagt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

27.5 Specifieke gebruiksregels

27.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 28 Woongebied - Sint Anna

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Sint Anna' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;

met de daarbij behorende:

  1. b. wegen en paden;
  2. c. verblijfsgebieden;
  3. d. groenvoorzieningen;
  4. e. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  5. f. tuinen en erven;
  6. g. parkeervoorzieningen;
  7. h. speelvoorzieningen.
  8. i. voorzieningen van algemeen nut.

28.2 Bouwregels

28.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

28.4 Specifieke gebruiksregels

28.5 Afwijken van de gebruiksregels

28.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 29 Woongebied - Sleydal

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Sleydal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. tuinen en erven;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. wegen en paden;
  5. e. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  6. f. voorzieningen van algemeen nut;
  7. g. groenvoorzieningen;
  8. h. voet-en fietspaden;
  9. i. speelvoorzieningen.

29.2 Bouwregels

29.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

29.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 29.2.1 sub a voor het overschrijden van de naar de weg gekeerde bouwgrens ten behoeve van de bouw van portalen, entrees en erkers, mits de oppervlakte niet meer dan 6 m² bedraagt, de hoogte maximaal 3 meter bedraagt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

29.5 Specifieke gebruiksregels

29.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 30 Leiding - Gas

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, bestemd voor een ondergrondse gasleiding en de daarbij behorende beschermingszone van een ondergrondse gasleiding.

30.2 Bouwregels

30.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning af laten wijken van het bepaalde in 30.2 en toestaan dat binnen de beschermingszone bouwwerken worden gebouwd, mits:

  1. a. geen aantasting plaats vindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s).

30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 31 Leiding - Hoogspanningsverbinding

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, bestemd voor een hoogspanningsverbinding en bij de hoogspanningsverbinding behorende beschermingszone.

31.2 Bouwregels

31.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning af laten wijken van het bepaalde in 31.2 en toestaan dat binnen de beschermingszone bouwwerken worden gebouwd, mits:

  1. a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s).

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 Leiding - Riool

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, bestemd voor een rioolwaterstransportleiding en bij de rioolwatertransportleiding behorende beschermingszone.

32.2 Bouwregels

32.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning af laten wijken van het bepaalde in 32.2 en toestaan dat binnen de beschermingszone bouwwerken worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaats vindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s).

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 33 Waarde - Archeologie

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie´ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.

33.2 Bouwregels

33.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 34 Waarde - Ecologie

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en versterking van de samenhang tussen abiotische (niet-levende natuur) en biotische (levende natuur) kenmerken van de desbetreffende gebieden.

34.2 Bouwregels

34.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 35 Waarde - Landschap

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van cultuurhistorische en landschappelijke waarden.

35.2 Bouwregels

35.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 36 Waterstaat - Retentiebekken

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Retentiebekken' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:

  1. a. waterberging en waterbeheer;
  2. b. ter plaatse van de functieaanduiding 'waterstaat' een waterinlaat uitsluitend ten behoeve van het retentiebekken.

36.2 Bouwregels

36.3 Afwijken van de bouwregels

Mits het functioneren van het gebied als waterbergingsgebied niet onevenredig wordt belemmerd, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde onder 36.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bebouwing wordt gebouwd.

36.4 Specifieke gebruiksregels

36.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 37 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:

  1. a. riviergebonden activiteiten;
  2. b. voor het waarborgen van een veilige afvoer van en berging van rivierwater onder normale en maatgevende hoogwaterstanden, sediment en ijs;
  3. c. de waterhuishouding;
  4. d. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering;
  5. e. het vergroten van de afvoercapaciteit.

Onder riviergebonden activiteiten wordt verstaan:

  1. f. de aanleg of wijziging van de waterstaatkundige functies;
  2. g. de realisatie van voorzieningen voor een betere en veiligere afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart;
  3. h. de bouw of wijziging van waterkrachtcentrales;
  4. i. de realisatie van natuur;
  5. j. de realisatie van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden;
  6. k. de winning van oppervlaktedelfstoffen.

37.2 Bouwregels

Op de gronden zoals bedoeld in 37.1 mag niet worden gebouwd.

37.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterbergend en stroomvoerend vermogen van het gebied kan het bevoegd gezag, mits gehoord Rijkswaterstaat, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 37.2 ten behoeve van zowel riviergebonden, niet riviergebonden activiteiten, activiteiten ten behoeve van rivierbeheer of rivierverruiming en voor rivierkundige bouwwerken van ondergeschikt belang alsmede een eenmalige uitbreiding van ten hoogste 10 % van de bestaande bebouwing, mede conform de onderliggende bestemming, met dien verstande dat slechts een omgevingsvergunning wordt verleend indien:


voor riviergebonden bouwwerken:

  1. a. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van het bouwwerk dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  2. b. er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
  3. c. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van het bouwwerk dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is;
  4. d. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.


voor niet- riviergebonden bouwwerken:

  1. e. er sprake is van:
      • een functieverandering binnen de bestaande bebouwing of;
      • een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie of;
      • een groot openbaar belang en het bouwwerk niet redelijkerwijs buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd of;
      • een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven en het bouwwerk redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
  2. f. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van het bouwwerk dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  3. g. er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
  4. h. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van het bouwwerk dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is;
  5. i.
      • de resterende waterstandseffecten of
      • de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd of;
      • de rivierverruimende maatregelen worden genomen,

waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.

voor rivierkundige activiteiten van ondergeschikt belang, activiteiten ten behoeve van rivierbeheer of verruiming en voor een eenmalige uitbreiding van ten hoogste 10 % van de bestaande bebouwing :

  1. j. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  2. k. er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
  3. l. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is;

37.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor zowel riviergebonden als niet riviergebonden activiteiten.

37.5 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterbergend en stroomvoerend vermogen van het gebied kan het bevoegd gezag, mits gehoord Rijkswaterstaat, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 37.4 ten behoeve van zowel riviergebonden als niet riviergebonden activiteiten, mede conform de onderliggende bestemming, met dien verstande dat slechts een omgevingsvergunning wordt verleend indien:

voor riviergebonden activeiten:

  1. a. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  2. b. er geen sprake is van een feitelijke belemmering vor vergroting van de afvoercapaciteit;
  3. c. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is;
  4. d. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.

voor niet- riviergebonden activiteiten:

  1. e. er sprake is van:
    1. 1. een functieverandering binnen de bestaande bebouwing of;
    2. 2. een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie of;
    3. 3. een groot openbaar belang en het bouwwerk niet redelijkerwijs buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd of;
    4. 4. een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven en het bouwwerk redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
  2. f. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  3. g. er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
  4. h. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is;
  5. i.
      • de resterende waterstandseffecten of
      • de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd of;
      • de rivierverruimende maatregelen worden genomen,

waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.

37.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 38 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een waterbergende functie.

38.2 Bouwregels

Op de gronden zoals bedoeld in 38.1 mag niet worden gebouwd.

38.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van het waterbergend rivierbed kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.2 en toegestaan dat op de gronden binnen deze bestemming, mede conform de onderliggende bestemming, wordt gebouwd, mits gehoord Rijkswaterstaat. Hierbij wordt getoetst aan de volgende criteria:

  1. a. er is sprake van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  2. b. er is geen sprake van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
  3. c. er is sprake van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is; en
  4. d. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen worden duurzaam gecompenseerd, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn.

38.4 Specifieke gebruiksregels

Op de gronden zoals genoemd in 38.1 is het niet toegestaan om werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren.

38.5 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van het waterbergend rivierbed kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.4 en toegestaan dat op de gronden binnen deze bestemming, mede conform de onderliggende bestemming, werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren, mits gehoord Rijkswaterstaat. Hierbij wordt getoetst aan de volgende criteria:

  1. a. er is sprake van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  2. b. er is geen sprake van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
  3. c. er is sprake van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is; en
  4. d. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen worden duurzaam gecompenseerd, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn.

38.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 39 Waterstaat - Waterkering

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de inrichting en het onderhoud van waterstaatkundige werken, in het bijzonder een primaire waterkering.

39.2 Bouwregels

Op en in gronden als bedoeld in 39.1 gronden mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, nodig voor het behoud en onderhoud van de waterkering, met een hoogte van maximaal 3 meter.

39.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de waterkering, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 39.2 voor het oprichten van bouwwerken, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. bebouwing is mogelijk op grond van de onderliggende bestemming;
  2. b. het bevoegd gezag wint advies in bij de waterkeringbeheerder.

39.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor en/of als:

  1. a. opslag-, stort- en of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden.

39.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 40 Waterstaat - Waterlopen

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:

  1. a. watersystemen als fysiek systeem van waterlopen en andere met de waterhuishouding samenhangende voorzieningen;
  2. b. waterbergingsgebieden.

40.2 Bouwregels

40.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan doelmatig functioneren van de waterloop, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 40.2.1 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf gehoord de beheerder van de betreffende watergang.

40.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 41 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 42 Algemene Bouwregels

42.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen

42.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

42.3 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten

Artikel 43 Algemene Gebruiksregels

Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 40 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

Artikel 44 Algemene Aanduidingsregels

44.1 geluidzone - industrie

44.2 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied (freatisch)

44.3 milieuzone - roerdalslenk 3

44.4 milieuzone - waterwingebied

44.5 vrijwaringszone - vaarweg

Artikel 45 Algemene Afwijkingsregels

45.1 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevinsgvergunning toestemming verlenen voor het afwijken van:

  1. a. de in de regels voorgeschreven maatvoering met ten hoogste 10%;
  2. b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  3. c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter;
  5. e. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot maximaal 40 meter, onder de volgende voorwaarden. Losse masten met of zonder hekwerken, gebouwen e.d. zijn alleen toegestaan:
    1. 1. buiten de bebouwde kom en in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en horecagelegenheden;
    2. 2. binnen de bebouwde kom op bedrijventerreinen en sportparken;
  6. f. de bestemmingsbepalingen voor het plaatsen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten op elk gebouw, met uitzondering van de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.

45.2 Bed & Breakfast

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de wijk of buurt kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van de woonfunctie ten behoeve van een Bed & Breakfast mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  2. b. bedoeld gebruik geen hinder voor het woonmilieu mag opleveren;
  3. c. bedoeld gebruik geen belemmering voor de omliggende bedrijven mag opleveren;
  4. d. het gebruik naar de aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
  5. e. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
  6. f. er mag geen duurzame ontwrichting van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur ontstaan;
  7. g. het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer;
  8. h. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  9. i. de bed & breakfast-voorziening dient in bestaande bebouwing te worden gerealiseerd;
  10. j. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijgebouwen mogen ten behoeve van een bed & breakfast in gebruik zijn, zulks met een absoluut maximum van 60 m²;
  11. k. de omgevingsvergunning uitsluitend bij een woonfunctie wordt verleend.

45.3 Evenement

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het van de gronden en bouwwerken voor het houden van een evenement, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. a. voor het plangebied van het bestemmingsplan mag niet meer dan 8 maal per jaar een omgevingsvergunning ten behoeve van een evenement worden verleend;
  2. b. de maximale duur van een evenement bedraagt 16 aaneengesloten dagen, met uitzondering van 2 maal 22 aaneengesloten dagen;
  3. c. voor een evenement dient een evenementenvergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening verleend te zijn;
  4. d. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  5. e. de ontsluiting en bereikbaarheid van het evenemententerrein moet zijn afgestemd op de grootte en het type van het evenement;
  6. f. de waarde van de onderliggende en omringende bestemmingen als gevolg van de omgevingsvergunning niet onevenredig worden aangetast.

45.4 Kleine bouwwerken

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning kan worden verleend, kan een omgevingsvergunning worden verleend voor:

Het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde bouwwerken van algemeen nut en religieuze doeleinden, zoals abri's, wachthuizen, transformatorhuizen, schakelhuizen, (ondergrondse) afvalcontainers, gemaalgebouwen, telefooncellen, monumenten, kapellen, wegkruizen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:

  1. a. de oppervlakte per bouwwerk niet meer bedraagt dan 15 m²;
  2. b. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
  3. c. de bouwwerken naar aard en afmetingen passen in het plan, met dien verstande, dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 10 meter mag bedragen;
  4. d. wanneer het betreft gronden gelegen binnen de bestemming 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed', 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' en/of 'Waterstaat - Waterlopen', het bepaalde in de desbetreffende artikelen in acht wordt genomen.

45.5 Afwijken ter voorkoming beperking meest doelmatige gebruik

Van de planregels wordt afgeweken indien strikte toepassing leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 46 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  3. c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
  4. d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.

Artikel 47 Algemene Procedureregels

47.1 Omgevingsvergunning

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

47.2 Wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

47.3 Nadere eisen

Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, worden de navolgende procedureregels in acht genomen:

  1. a. het ontwerpbesluit tot het stellen van nadere eisen ligt met bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage;
  2. b. burgemeester en wethouders maken de onder a. bedoelde terinzagelegging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze bekend;
  3. c. de bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen;
  4. d. gedurende de onder a. genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijke zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit.

Artikel 48 Overige Regels

48.1 Dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen onderling

Voor zover de in deze regels opgenomen dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:

  1. a. in de eerste plaats de regels van 'Waterstaat - Waterkering';
  2. b. in de tweede plaats de regels van 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed';
  3. c. in de derde plaats de regels van 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed';
  4. d. in de vierde plaats de regels van 'Waterstaat - Retentiebekken';
  5. e. in de vijfde plaats de regels van 'Waterstaat - Waterlopen';
  6. f. in de zesde plaats de regels van 'Leiding - Gas';
  7. g. in de zevende plaats de regels van 'Leiding - Hoogspanningsverbinding';
  8. h. in de achtste plaats de regels van 'Leiding - Riool';
  9. i. in de negen plaats de regels van 'Waarde - Archeologie';
  10. j. in de tiende plaats de regels van 'Waarde - Ecologie';
  11. k. in de elfde plaats de regels van 'Waarde - Landschap';
  12. l. in de twaalfde plaats de regels van ''vrijwaringszone - vaarweg';
  13. m. in de dertiende plaats de regels van 'geluidzone - industrie';
  14. n. in de veertiende plaats de regels van 'milieuzone - waterwingebied';
  15. o. in de vijftiende plaats de regels van 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied (freatisch)'.
  16. p. in de zestiende plaats de regels van 'milieuzone - roerdalslenk 3'.

48.2 Regeling omtrent parkeren en laden en lossen

48.3 Andere wettelijke regelingen

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van ter inzage leggen van het ontwerpplan.

48.4 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in Artikel (nummer algemene gebruiksregels) is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 49 Overgangsrecht

49.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

49.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

49.3 Hardheidsclausule

Indien toepassing van het overeenkomstig artikel 49.2 in het plan opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan de gemeenteraad met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie, in het plan persoonsgebonden overgangsrecht opnemen.

Artikel 50 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Heel - Panheel'.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van

......................

De voorzitter, De griffier,

............. ............

Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Kwaliteitsprofiel 'Ruimte Voor De Rivier'

Bijlage 2 Kwaliteitsprofiel 'Ruimte voor de rivier'

Bijlage 3 Reutsdael Verkaveling

Bijlage 3 Reutsdael Verkaveling

Bijlage 4 Landschappelijke Inpassing En Tegenprestatie ‘Bouwplan Wellness Centrum Heelderpeel’

Bijlage 4 Landschappelijke inpassing en tegenprestatie ‘Bouwplan Wellness Centrum Heelderpeel’

Bijlage 5 Agrarische Nieuwvestiging En Uitbreiding

Bijlage 5 Agrarische nieuwvestiging en uitbreiding

Bijlage 6 Archeologische Waarden- En Verwachtingenkaart

Bijlage 6 Archeologische waarden- en verwachtingenkaart