Bestemmingsplan Noord-Om
Bestemmingsplan - gemeente Gemert-Bakel
Vastgesteld op 01-10-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan “Noord-Om” met identificatienummer NL.IMRO.1652.BPnoordom-VA01 van de gemeente Gemert-Bakel;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 verbeelding
de verbeelding, waarop de bestemmingen en aanduidingen van de gronden die in het plangebied zijn gelegen zijn aangegeven;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aan-huis-verbonden bedrijf
het zonder personeel bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten geheel of overwegend door middel van handwerk, geen detailhandel zijnde en uitgezonderd prostitutie, waarvan de omvang in de activiteiten zodanig is, dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.7 aan-huis-verbonden beroep
het door een van de bewoners beroepsmatig aan huis verrichten van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, haarverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, prostitutie uitgezonderd, dat door zijn beperkte omvang met behoud van de woonfunctie in een (bedrijfs) woning met de daarbij behorende bijbouwen kan worden uitgeoefend;
1.8 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.9 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.10 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.11 bijbehorend bouwwerk
de krachtens het bestemmingsplan toegelaten bebouwing, functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevinden hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd of daarvan vrijstaand in één bouwlaag, dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.12 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.13 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.14 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.15 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.16 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.17 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.18 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.19 erotisch getinte vermaaksfunctie
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.20 extensief recreatief medegebruik
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, kanoën en varen;
1.21 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.22 hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.23 IHCS (Inner Horizontal and Conical Surface)
een obstakelvrije zone ter waarborging van veilige vliegprocedures voor startende en landende vliegtuigen;
1.24 mantelzorg
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak. De zorgverlening vindt plaats op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.25 omgevingsvergunning
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
1.26 peil
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- het hoogste punt van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.27 perceelsgrens
een kadastrale grens van een perceel;
1.28 permanente bewoning
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
1.29 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.30 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.31 woning
een (gedeelte van een) gebouw dat met noodzakelijke (omgevings)vergunning gerealiseerd is met de doelstelling om één huishouden te huisvesten
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
2.2 de afstand tot de bestemmingsgrens:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de bestemmingsgrens;
2.3 de afstand tussen gebouwen
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
2.4 de breedte van bouwpercelen
de afstand tussen de zijdelingse perceelsscheidingen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde bestemmingsgrens of perceelsgrens;
2.5 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.6 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel met dien verstande dat:
- a. goten van het totaal aan dakkapellen met een gezamenlijke kleinere breedte dan 50% van de breedte van het dakvlak, waarin zij zijn geplaatst, topgevels, schoorstenen, antennes en andere ondergeschikte bouwdelen, niet meegerekend worden;
- b. de goothoogte van gebouwen met een rieten kap wordt gemeten vanaf het peil tot de onderkant van de rieten kap;
- c. voor platte daken geldt: vanaf het peil tot de snijlijn van de gevel met de bovenzijde van het dakvlak.
2.7 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.8 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.9 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.10 de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevelvlakken van gebouwen en/of hart van de scheidsmuren.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Natuur
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - natuurcompensatie', natuurcompensatie met een oppervlakte van 3,7 hectare, waarbij geldt dat de natuurcompensatie overeenkomstig het natuurcompensatieplan als bijgevoegd in bijlage 1 wordt aangelegd en aldus in stand wordt gehouden;
- c. de landschappelijke inpassing van de randweg, waarbij geldt dat de landschappelijke inpassing overeenkomstig het landschapsplan als bijgevoegd in bijlage 2 wordt aangelegd en aldus in stand wordt gehouden;
- d. waterlopen en waterpartijen;
- e. extensief recreatief medegebruik;
met de daarbij behorende:
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- g. voorzieningen van algemeen nut;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving omschreven bestemming met een hoogte van maximaal 2,50 meter, een en ander met uitzondering van hekwerken. Afrasteringen met een hoogte van maximaal 1,50 meter zijn daarentegen wel toegestaan.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de sociale veiligheid; en
- c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik van gronden en de bouwwerken, geen gebouwen zijnde is het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo van toepassing en tevens zijn de volgende werkzaamheden strijdig:
- a. aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen;
- b. aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
- c. aanleggen van drainage;
- d. aanleggen van mest- of waterbassins van folie;
- e. diepploegen en diepwoelen.
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – wijzigingsbevoegdheid' bevoegd de bestemming 'Natuur' te wijzigen naar de bestemming 'Verkeer' ten behoeve van het verbeteren van de ontsluiting voor de woningen Peelse Loopdijk 4 en Handelseweg 14, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. de noodzaak en de haalbaarheid dienen te zijn aangetoond;
- b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en omliggende (agrarische) bedrijven;
- c. er zijn geen overwegende bezwaren van natuurlijke, landschappelijke, archeologische, cultuurhistorische, waterhuishoudkundige, hydrologische, abiotische of milieuhygiënische aard;
- d. de bestaande te verleggen ontsluiting ter plaatse van de bestemming 'Verkeer' wordt met het wijzigingsplan opgeheven en vervangen door de bestemming 'Natuur';
- e. het bepaalde in artikel 3 en 4 is voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegverkeer via de randweg middels 1 x 2 rijstrook met bijbehorende voorzieningen voor de afwikkeling van overwegend interlokaal verkeer;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – wal', een grondwal als geluidwerende voorziening, alsmede ten behoeve van de visuele afscherming en landschappelijke inpassing van de randweg overeenkomstig het landschapsplan als bijgevoegd in bijlage 2. De wal wordt aangelegd en aldus in stand gehouden overeenkomstig het landschapsplan, met dien verstande dat de hoogte van de grondwal ten noorden van de wijk Doonheide 3 meter hoog zal zijn ten opzichte van de as van de randweg;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang', een onderdoorgang;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'langzaam verkeer', een route voor langzaam verkeer, zijnde voetgangers en (brom)fietsers;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. waterlopen en waterpartijen;
met de daarbij behorende:
- a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- b. voorzieningen van algemeen nut;
- c. waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de sociale veiligheid; en
- c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo van toepassing.
Artikel 5 Wonen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de huisvesting van één huishouden dat er zijn hoofdverblijf heeft;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' is maximaal één vrijstaande woning toegestaan;
- c. voorzieningen ten behoeve van waterberging en –infiltratie.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruiken van bijgebouwen voor permanente bewoning;
- b. het gebruiken van gronden en gebouwen voor bedrijfsactiviteiten;
- c. voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in de woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken;
- d. het aanleggen van mest- of waterbassins van folie.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Waarde - Archeologie
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(hoofdbestemming), bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
6.2 Bouwregels
Voor deze gronden geldt de specifieke eis dat, voordat er een omgevingsvergunning kan worden verleend voor werkzaamheden met een oppervlakte van meer dan 100 m2 en een diepte van meer dan 40 cm, er een door burgemeester en wethouders goedgekeurd plan van aanpak voor archeologische begeleiding gedurende de werkzaamheden is overlegd.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
6.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'Waarde - Archeologie' op de verbeelding weghalen indien uit onderzoek is gebleken dat bepaalde gronden feitelijk geen archeologische waarde hebben of waarvan is komen vast te staan dat deze gronden geen archeologische verwachtingswaarde hebben.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Bouwregels
8.1 Inner Horizontal en Conical Surface (IHCS)
Het is niet toegestaan om op gronden binnen de Inner Horizontal en Conical Surface enig bouwwerk te bouwen, houtopstanden of beplanting aan te brengen of de bodem op te hogen met een grotere hoogte dan 45 m boven NAP.
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
9.1 Voorwaardelijke verplichting gebruik randweg
Het gebruik van de randweg als bedoeld in lid 4.1 onder a. is strijdig indien niet na de aanleg van de randweg de natuurcompensatie en de landschappelijke inpassing als bedoeld in artikel 3 en artikel 4 zijn aangelegd overeenkomstig het natuurcompensatieplan zoals opgenomen als bijlage 1, nader uitgewerkt in het landschapsplan (deeltraject II en III) zoals opgenomen als bijlage 2 van onderhavige regels.
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
10.1 Geringe afwijkingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de planregels van dit plan ten aanzien van het in geringe mate overschrijden van bestemmings- of bouwgrenzen, indien een meetverschil of de werkelijke toestand van het terrein daartoe aanleiding geeft.
10.2 Afwijkingen maatvoeringen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de planregels van dit plan ten aanzien van:
- a. het afwijken van de op de verbeelding of in de planregels gegeven maten, afmetingen en percentages,voor zover daarvoor geen bijzondere afwijkingsbevoegdheid in deze planregels is opgenomen, mits deze met niet meer dan 10% worden veranderd. Deze afwijkingsbevoegdheid kan worden toegepast als een concreet bouwplan hiertoe aanleiding geeft en mits is aangetoond dat realisering van dit bouwplan uit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is. Deze afwijkingsbevoegdheid is niet van toepassing op bebouwingspercentages, oppervlaktematen boven 100 m² en inhoudsmaten boven 250 m³;
- b. het afwijken van de voorgeschreven afstandsmaat ten opzichte van zijdelingse en achterste perceelgrens ten behoeve van het bouwen tot op de perceelgrens, mits is aangetoond dat zich op het betreffende perceel geen andere reële mogelijkheden voordoen en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
10.3 Afwijken bouwregels algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de planregels van dit plan ten aanzien van het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van doeleinden van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, verkeersvoorzieningen, lantaarnpalen, wachthuisjes, telefooncellen, kapellen, recreatieve voorzieningen zoals banken, picknicktafels, informatieborden, vistrappen, fiets- en voetgangersbruggetjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen. Deze bouwwerken mogen geen grotere hoogte hebben dan 3,50 m. en geen groter oppervlak dan 10 m² hebben. Verder moet zijn aangetoond dat realisering van het bouwplan op de betreffende locatie uit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- a. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- b. hetgeen onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in hetgeen onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. indien het gebruik, bedoeld in hetgeen onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. hetgeen onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Noord-Om".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Gemert-Bakel, gehouden op 1 oktober 2015.