KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Naamgeving
Artikel 2 Begrippen
Artikel 3 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 4 Agrarisch
Artikel 5 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Natuur
Artikel 8 Wonen
Artikel 9 Waarde - Archeologie 4
Artikel 10 Waarde - Archeologie 5
Artikel 11 Waarde - Waardevolle Akker
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti- Dubbeltelbepaling
Artikel 13 Algemene Bestemmingsregels
Artikel 14 Algemene Bouwregels
Artikel 15 Algemene Gebruiksregels
Artikel 16 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 17 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 18 Nadere Eisen
Artikel 19 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 20 Overgangsrecht
Artikel 21 Slotregel
Bijlage 1 Beeldkwaliteitplan Landelijk Gebied
Bijlage 2 Beeldkwaliteitplan Milheeze-noord
Bijlage 3 Besterd 1, Landschappelijke Inpassing
Bijlage 4 Burg. Vd Wildenberglaan, Landschappelijke Inpassing
Bijlage 5 Kuikenvlaas 2, Beplantingsplan
Bijlage 6 Regels
Bijlage 1 Nota Van Zienswijzen
Bijlage 2 Nota Van Ambtshalve Aanpassingen
Bijlage 3 Besterd 1, Bzv
Bijlage 4 Besterd 1, Bzv Beoordeling
Bijlage 5 Besterd 1, Aanvullende Toelichting Bzv
Bijlage 6 Besterd 1, Certificaten Vamil -Mia
Bijlage 7 Besterd 1, Gs Besluit
Bijlage 8 Besterd 1, Handtekeningen Omgevingsdialoog
Bijlage 9 Besterd 1, Landschappelijke Inpassingsplan
Bijlage 10 Besterd 1, Omgevingsdialoog
Bijlage 11 Besterd 1, Pppscan
Bijlage 12 Besterd 1, Ruimtelijke Onderbouwing
Bijlage 13 Besterd 1, Verzoek Om Herbegrenzing
Bijlage 14 Besterd 1, Situatietekening Bestaand En Beoogd
Bijlage 15 Burg. Vd Wildenberglaan, Akoestisch Onderzoek
Bijlage 16 Burg. Vd Wildenberglaan, Bodemonderzoek
Bijlage 17 Burg. Vd Wildenberglaan, Landschappelijke Inpassing
Bijlage 18 Burg. Vd Wildenberglaan, Kosten Landschappelijke Inpassing
Bijlage 19 Burg. Vd Wildenberglaan, Nibm-tool
Bijlage 20 Burg. Vd Wildenberglaan, Ruimtelijke Onderbouwing
Bijlage 21 Burg. Vd Wildenberglaan, Situatietekening
Bijlage 22 Burg. Vd Wildenberglaan, Watertoets
Bijlage 23 Geerdenhof, Beeldkwaliteitplan
Bijlage 24 Geerdenhof, Ruimtelijke Onderbouwing
Bijlage 25 Jodenpeeldreef, Ruimtelijke Onderbouwing
Bijlage 26 Jodenpeeldreef, Ruimtelijke Onderbouwing Bijlagen
Bijlage 27 Kapelweg, Akoestisch Onderzoek
Bijlage 28 Kapelweg, Archeologisch Onderzoek
Bijlage 29 Kapelweg, Bewijsstukken Ruimte Voor Ruimte
Bijlage 30 Kapelweg, Ecologisch Onderzoek
Bijlage 31 Kapelweg, Ruimtelijke Onderbouwing
Bijlage 32 Kapelweg, Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 33 Kuikenvlaas 2b, Beplantingsplan
Bijlage 34 Kuikenvlaas 2b, Cultuurhistorie
Bijlage 35 Kuikenvlaas 2b, Geurberekening
Bijlage 36 Kuikenvlaas 2b, Ruimtelijke Onderbouwing
Bijlage 37 Kuikenvlaas 2b, Situatietekening
Bijlage 38 Wildeman, Beeldkwaliteitplan
Bijlage 39 Wildeman, Ruimtelijke Onderbouwing

Gemert-Bakel Buitengebied, herziening Oktober 2015

Bestemmingsplan - gemeente Gemert-Bakel

Vastgesteld op 28-01-2016 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Naamgeving

Dit plan kan worden aangehaald als bestemmingsplan “Gemert-Bakel Buitengebied, herziening Oktober 2015“.

Artikel 2 Begrippen

2.1 Plan

Het bestemmingsplan “Gemert-Bakel Buitengebied, herziening Oktober 2015” van de gemeente Gemert- Bakel zoals vervat in de verbeelding en de bijbehorende regels;

2.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1652.Buitengebied102015-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen;

2.3 Verbeelding

De verbeelding, waarop de bestemmingen en aanduidingen van de gronden die in het plangebied zijn gelegen, zijn aangegeven;

2.4 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/ of het bebouwen van gronden;

2.5 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

2.6 Aan huis verbonden bedrijf

Het door een van de bewoners aan huis, geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk,

uitoefenen van een bedrijfsmatige activiteit, niet zijnde detailhandel of prostitutie, door zijn

beperkte omvang en beperkte ruimtelijke uitstraling met behoud van de woonfunctie in een (bedrijfs)woning met de daarbij behorende bijbouwen kan worden uitgeoefend.

2.7 Aan huis verbonden beroep

Het door een van de bewoners beroepsmatig aan huis verrichten van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, haarverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, prostitutie uitgezonderd, dat door zijn beperkte omvang met behoud van de woonfunctie in een (bedrijfs) woning met de daarbij behorende bijbouwen kan worden uitgeoefend;

2.8 Achtergrondbelasting

Voor de bepaling van de achtergrondbelasting wordt de door de provincie goedgekeurde rekenmethodiek gehanteerd.

2.9 Afhankelijke woonruimte

Een (gedeelte van een) bijbehorend bouwwerk die qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;

2.10 Agrarisch bedrijf

Een inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf.

2.11 Archeologische waarden

De waarden die aan gronden zijn toegekend in verband met de daar voorkomende archeologische relicten;

2.12 Bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

2.13 Bebouwingspercentage

Een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

2.14 Bedrijf- agrarisch verwant

Een bedrijf met een verwantschap aan de agrarische sector, waarin gebruik wordt gemaakt van land- en tuinbouwmethoden, dieren worden gehuisvest of werkzaamheden voor agrarische bedrijven worden verricht met behulp van landbouwwerktuigen met uitzondering van mestbewerkingsbedrijven. Voorbeelden zijn: dierenasiels, -pensions en -klinieken, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, maneges, paardenpensions, stalhouderijen, loonwerkbedrijven, inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen, veetransportbedrijven, veehandelsbedrijven en proefbedrijven.

2.15 Bedrijf - niet agrarisch

Een ambachtelijk of industrieel bedrijf, niet zijne een agrarisch of agrarisch verwant bedrijf of detailhandel, gericht op productie of het verwerken en bewerken van goederen.

2.16 Bedrijfsbebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het op locatie aanwezige bedrijf, met uitzondering van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning;

2.17 Beeldkwaliteit

waardering en herkenning van alle visuele waarnemingen vanaf een bepaalde locatie;

2.18 Beeldkwaliteitsplan buitengebied

geformuleerde en toetsbare beeldkwaliteiten opgenomen in een als zodanig door de raad vastgesteld beeldkwaliteitsplan;

2.19 Beperkingen veehouderij

Gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderij zijn beperkt;

2.20 Bestaande bebouwing

bebouwing dat op grond van het bestemmingsplan, zonder toepassing van afwijkings- of wijzigingsbevoegdheden, is toegestaan en reeds aanwezig is, alsmede datgene dat wordt toegestaan op grond van een besluit van het gemeentebestuur als direct gevolg van een onherroepelijke uitspraak van een bestuursrechter, alsmede datgene waarvan vaststaat dat handhaving wegens strijdigheid met het bestemmingsplan niet meer mogelijk is;

2.21 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak;

2.22 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. Het bestemmingsvlak is de ruimtelijke eenheid, waarbinnen de bebouwing, de ondersteunende voorzieningen en de groene erfinrichting ten behoeve van de desbetreffende bestemming zijn geconcentreerd;

2.23 Biovergisting

het vergisten van mest en co-producten voor de opwekking van elektriciteit, het indrogen van het digestaat dat ontstaat als restproduct van het vergistingsproces en de opslag van co-producten.

2.24 Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

2.25 Bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd;

2.26 Bouwperceel

Aaneengesloten (kadastraal) vlak waarop functioneel bij elkaar behorende bebouwing en voorzieningen worden geconcentreerd;

2.27 Bouwwerk

Elke bouwconstructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

2.28 Bouwwerk geen gebouw zijnde

Een bouwwerk dat geen gebouw is;

2.29 Bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op het zelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

2.30 Cultuurhistorische waarden

De waarden die aan een gebied of object worden toegekend in verband met het voorkomen van archeologische waarden, bouwkundige waarden of historische landschapswaarden al dan niet in onderlinge samenhang of beïnvloeding. Er is dan sprake van een driedeling:

- archeologische waarden;

- bouwkundige waarden of waarden van de gebouwde (of: bebouwde) omgeving;

- historische landschapswaarden of historisch- geografische waarden;

2.31 Cultuurhistorische bebouwing

Bebouwing dat van cultuurhistorische waarde wordt geacht op typering, architectuur, landschappelijke en/of stedenbouwkundige situering, bijzondere vormgeving, bijdrage aan herkenbaarheid van de omgeving en/of gaafheid en karakteristieke elementen en bepalend voor de identiteit van een plek of gebied en aanknopingspunten biedend voor

toekomstige ontwikkelingen.

2.32 Cultuurhistorisch waardevol pand

Pand dat van cultuurhistorische waarde wordt geacht op grond van typering, architectuur, landschappelijke en/of stedenbouwkundige situering, bijzondere vormgeving, bijdrage aan herkenbaarheid van de omgeving en/of gaafheid en karakteristieke elementen.

2.33 Detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

2.34 Extensieve recreatie

Die vormen van recreatie welke in hoofdzaak gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving en die naar hun aard harmoniëren met natuur en landschap, zoals wandelen, fietsen, skeeleren, kanoën en paardrijden;

2.35 Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

2.36 Gebruiken

Gebruiken, doen of laten gebruiken;

2.37 Groene erfinrichting

Een groenelement, bestaande uit beplanting en / of andere groenelementen, zoals een poel of een vlinderweide, dat gelegen is binnen een bestemmingsvlak. De groene erfinrichting is van belang voor het behoud of versterken van de beeldkwaliteit ter plaatse;

2.38 Grondgebonden veehouderij

Een veehouderij die voldoet aan één van de volgende voorwaarden:

  1. a. De veebezetting bedraagt niet meer dan 2.75 GVE/ha, berekend over de grond die blijkens de gecombineerde opgave bij het bedrijf in gebruik is, voor zover gelegen binnen 15 kilometer van de bedrijfslocatie
  2. b. Tenminste 75% van de op het bedrijf geproduceerde mest, uitgedrukt in fosfaat, wordt aangewend op grond die blijkens de gecombineerde opgave bij het bedrijf in gebruik is, voor zover gelegen binnen 15 kilometer van de bedrijfslocatie.
  3. c. Tenminste 95% van het ruwvoer (gras en mais), uitgedrukt in fosfaat, wordt gewonnen op grond die blijkens de gecombineerde opgave bij het bedrijf in gebruik is, voor zover gelegen binnen 15 kilometer van de bedrijfslocatie. Daarbij is tenminste 50% van het fosfaat in het rantsoen afkomstig uit ruwvoer (gras en mais). Een veehouder toont via een jaarlijkse rapportage uit BEX aan dat de veehouderij aan dit criterium voldoet.
  4. d. Indien in de veehouderij dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;

2.39 Hoofdgebouw

Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

2.40 Hoofdverblijf

De plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene en welke een voor permanente bewoning geschikte verblijfsplaats is, die tenminste bestaat uit een keuken, woon- , was- en slaapgelegenheid;

2.41 Huishouden

Een aantal door eerstegraads familie- of vergelijkbare band aan elkaar gerelateerde personen, dat gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van dezelfde gemeenschappelijke voorzieningen en de gezamenlijke toegang in één wooneenheid (zoals een gezin, een gezin met inwonende familieleden of een woongroep);

2.42 Intensieve veehouderij

Een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;

2.43 Inwoning

Het gebruik maken van extra onzelfstandige woonruimte in een bestaande woning waarin een gedeelte van de huishouding is gehuisvest;

2.44 Kampeermiddel

Een tent, vouwwagen, kampeerauto of een caravan, met uitzondering van stacaravans, dan wel enig ander onderkomen of voertuig of gedeelte daarvan, dat geen bouwwerk is en dat geheel of gedeeltelijk blijvend is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

2.45 Kampeerterrein

Een terrein dat geheel of gedeeltelijk is ingericht voor en blijkens die inrichting ook bestemd is om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

2.46 Klein geïsoleerd water

Een oppervlaktewater met een natuurlijke bodem zoals zand, leem, of klei, dat niet in verbinding staat met ander oppervlaktewater;

2.47 Mantelzorg

Het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak. De zorgverlening vindt plaats op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

2.48 Milieucategorie

De milieucategorie die aan een bepaalde bedrijfsactiviteit is toegekend in de Brochure Bedrijven en milieuzonering, uitgebracht door de Vereniging van Nederlandse Gemeente zoals deze luidt op de datum van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan;

2.49 Minicamping

Een kampeerterrein waarop na ontheffing maximaal 25 kampeermiddelen mogen worden geplaatst gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;

2.50 Nevenfunctie / nevenactiviteit

Activiteiten op een bestemmingsvlak die niet rechtstreeks de hoofdfunctie betreffen en ondergeschikt zijn aan deze hoofdfunctie;

2.51 Omgevingsvergunning

Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);

2.52 Omschakeling agrarisch bedrijf

Het geheel, dan wel in overwegende mate binnen een bestaand agrarisch bestemmingsvlak overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar een andere agrarische bedrijfsvorm. Onder omschakeling wordt ook verstaan het omzetten van een niet-agrarisch bestemmingsvlak in een agrarisch bestemmingsvlak;

2.53 Perceelsgrens

Een kadastrale grens van een perceel;

2.54 Permanente bewoning

Bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;

2.55 Recreatiewoning

een woning dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor tijdelijk, recreatief nachtverblijf;

2.56 Ruimtelijke kwaliteit

Het behoud en de versterking van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorisch waardevolle kwaliteiten maar ook een verbetering van de kwaliteit van de bebouwde omgeving;

2.57 Trekkershut

Een recreatieverblijf van eenvoudige constructie en met een maximale grootte van 15 m², voor (nacht)verblijf voor wisselende groepen van recreanten, die elders hun hoofdverblijf hebben;

2.58 Uitbreiding bedrijfsbebouwing

Het vergroten van de oppervlakte bedrijfsbebouwing of een gebruikswijziging van bestaande gebouwen gericht op het in gebruik nemen van gebouwen voor de uitoefening van het bedrijf;

2.59 Veehouderij

Een agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren;

2.60 Vergund

een vergunning met een onherroepelijke status, al dan niet bestaand, ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan;

2.61 Voorgevelrooilijn

de (denkbeeldige) lijn, eventueel aangegeven op de verbeelding, over het perceel strak langs de voorgevel van een gebouw tot aan de zijdelingse perceelgrenzen die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen;

2.62 Vormverandering van een bestemmingsvlak

Een wijziging van de begrenzing van een bouwblok zonder dat dit gepaard gaat met een vergroting van de totale oppervlakte;

2.63 Waterberging

Het in tijden van overvloedige neerslag tijdelijk vasthouden van water;

2.64 Waterhuishouding

De wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, zich verplaatst, gebruikt, verbruikt en afgevoerd wordt;

2.65 Woning

Een (gedeelte van een) gebouw dat met noodzakelijke (omgevings)vergunning gerealiseerd is met de doelstelling om één huishouden te huisvesten;

2.66 Wijzigingsplan

Een wijzigingsplan op grond van artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

2.67 Zorgvuldige veehouderij

Veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in de omgeving. Voor de inzet van maatregelen zijn de 'Nadere regels Verordening ruimte 2014 – Brabantse zorgvuldigheidsscore veehouderij' van toepassing;

Artikel 3 Wijze Van Meten

3.1 Algemeen

De bepalingen in deze planregels over plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels, schoorstenen en soortgelijke ondergeschikte bouwdelen.

3.2 Peil

Het bouwpeil overeenkomstig de gemeentelijke bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de hoogte van het afgewerkte terrein;

3.3 Meetregels

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

3.4 De dakhelling

Langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak.

3.5 De goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel met dien verstande dat:

  1. a. goten van het totaal aan dakkapellen met een gezamenlijke, kleinere breedte dan 50% van de breedte van het dakvlak, waarin zij zijn geplaatst, topgevels, schoorstenen, antennes en andere ondergeschikte bouwdelen, niet meegerekend worden;
  2. b. de goothoogte van gebouwen met een rieten kap wordt gemeten vanaf het peil tot de onderkant van de rieten kap;
  3. c. voor platte daken geldt: vanaf het peil tot de snijlijn van de gevel met de bovenzijde van het dakvlak.

3.6 De inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels ( en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. Ruimten, die tot 1 meter onder het peil zijn gelegen worden niet meegeteld bij het berekenen van de inhoud van een gebouw.

3.7 De bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftschachten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

3.8 De lengte, breedte en diepte van een bouwwerk

Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren)

3.9 De oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/ of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

3.10 Bebouwd oppervlak

Het gezamenlijke oppervlak op een bestemmingsvlak van de gebouwen, en van uitsluitend die vrijstaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die een overdekte ruimte vormen tenminste 1 meter boven peil. Het oppervlak van de bouwwerken wordt gemeten door middel van projectie en wel 1 meter boven peil.

3.11 De breedte van een bestemmingsvlak

Tussen de twee zijdelingse grenzen van het bestemmingsvlak, gemeten op een afstand van 10 meter van de naar de zijde van de weg gekeerde bestemmingsgrens.

3.12 De afstand tot een perceelsgrens

De afstand tot de zijdelingse/achterste perceelgrens: de kortste afstand van enig punt van een gebouw of bouwwerk tot de zijdelingse/achterste perceelgrens.

3.13 De afstand tussen gebouwen

De kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 4 Agrarisch

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. 1. al dan niet bedrijfsmatig agrarisch grondgebruik;
  2. 2. behoud en /of herstel van de natuurlijke, aardkundige waarden en beeldkwaliteit, afgestemd indien aangeduid op de verbeelding en / of omschreven in het beeldkwaliteitsplan;
  3. 3. extensief recreatief medegebruik;
  4. 4. onverharde wandelpaden;
  5. 5. waterhuishoudkundige voorzieningen en waterlopen.

4.2 Bouwregels

Op of in de in dit artikel bedoelde gronden mag gebouwd worden onder de volgende voorwaarden:

  1. 1. er mogen geen gebouwen worden opgericht;
  2. 2. bouwwerken geen gebouw zijnde mogen alleen worden opgericht als zijnde erfafscheiding met een maximale hoogte van 1,5 meter.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

4.4 Specifieke gebruiksregels

De volgende werken en / of werkzaamheden worden in ieder geval aangemerkt als met de bestemming strijdig gebruik en zijn dus verboden:

  1. 1. het aanleggen van mest- of waterbassins van folie;
  2. 2. bouwwerken ten behoeve van een agrarisch bedrijf;
  3. 3. het gebruik als parkeerterrein;
  4. 4. het gebruik als kampeerterrein.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

4.7 Wijzigingsregels

Toepassing van de wijzigingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Artikel 5 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch- Agrarisch bedrijf aangewezen gronden zijn algemeen bestemd voor:

  1. 1. de uitoefening van één agrarisch bedrijf;
  2. 2. één bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken, voor zover reeds vergund al dan niet bestaand ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij op de verbeelding een afwijkend aantal wooneenheden is aangegeven;
  3. 3. voorzieningen zoals mestopslagsilo's, voer- en mestplaten, mest- of waterbassins van folie, permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen;
  4. 4. voorzieningen ten behoeve van waterberging en – infiltratie;
  5. 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – biovergisting' uitsluitend voor voorzieningen ten behoeve van biovergisting;
  6. 6. verharding;
  7. 7. groene erfinrichting;

en specifiek bestemd voor:

  1. 8. een intensieve veehouderij ter plaatse van de aanduiding “intensieve veehouderij”;
  2. 9. een grondgebonden agrarisch bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – grondgebonden'.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Specifieke afwijkingsregels

5.4 Specifieke gebruiksregels

Onder met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  1. 1. het gebruik van gebouwen anders dan de bedrijfswoning voor bewoning;
  2. 2. het binnen gebouwen meer dan één bouwlaag gebruiken voor het houden van dieren;
  3. 3. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen door het in gebruik te nemen voor de uitoefening van een veehouderij welke voor de gebruikswijziging niet in gebruik waren voor de uitoefening van een veehouderij;
  4. 4. het gebruiken van de gronden en gebouwen zolang de landschappelijke inpassing niet is gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Specifieke afwijkingsregels

5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

5.7 Wijzigingsregels

Toepassing van de wijzigingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. 1. de uitoefening van één niet-agrarisch of agrarisch verwant bedrijf met de benodigde bedrijfsbebouwing en voorzieningen;
  2. 2. één bedrijfswoning, voor zover reeds vergund al dan niet bestaand ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij op de verbeelding anders aangeduid;
  3. 3. voorzieningen ten behoeve van waterberging en – infiltratie;
  4. 4. verharding;
  5. 5. groene erfinrichting;

en specifiek bestemd voor:

  1. 6. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf- 45” een agrarisch-verwant bedrijf, zijnde een bedrijf in reparatie van landbouwmachines en - werktuigen;
  2. 7. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – VAB” de bedrijfsvorm zoals vergund conform een onherroepelijke wijzigingsplan dan wel omgevingsvergunning of een niet-agrarisch bedrijf met milieucategorie 1 of 2;
  3. 8. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – VABAV” de bedrijfsvorm zoals vergund conform een onherroepelijke wijzigingsplan dan wel omgevingsvergunning.

6.2 Bouwregels

6.3 Afwijken van de bouwregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Onder met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  1. 1. het gebruik van gebouwen, anders dan de bedrijfswoning, voor bewoning;
  2. 2. activiteiten anders dan de activiteiten zoals deze vergund zijn en bestonden ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan of zoals vergund conform een onherroepelijke wijzigingsplan dan wel omgevingsvergunning;
  3. 3. het gebruik van de gronden en bedrijfsbebouwing zolang de landschappelijke inpassing niet is gerealiseerd en in stand wordt gehouden;
  4. 4. het gebruik van de gronden en bedrijfsbebouwing zolang de benodigde parkeerplaatsen niet zijn gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

6.7 Wijzigingsregels

Toepassing van de wijzigingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Artikel 7 Natuur

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Natuur” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. 1. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden;
  2. 2. behoud, herstel en/of ontwikkeling van bos;
  3. 3. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschappelijke waarden;
  4. 4. de instandhouding van de aanwezige natuurlijke en abiotische waarden;
  5. 5. natuurontwikkeling;
  6. 6. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen, voor zover reeds bestaand ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan;
  7. 7. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. 8. extensief recreatief medegebruik;

7.2 Bouwregels

Op of in de in dit artikel bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Specifieke afwijkingsregels

7.4 Specifieke gebruiksregels

De volgende werken en / of werkzaamheden worden in ieder geval aangemerkt als met de bestemming strijdig gebruik en zijn dus verboden:

  1. 1. Diepploegen en diepwoelen;
  2. 2. Aanleggen van nieuwe drainage;
  3. 3. Aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen;
  4. 4. Aanleggen van mest- of waterbassins van folie;
  5. 5. Gebruik ten behoeve van agrarische bedrijfsvoering.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Specifieke afwijkingsregels

7.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

Verboden uitvoering van werken en/of werkzaamheden

Het is verboden op of in de in 7.1. bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, niet zijnde bouwwerkzaamheden uit te voeren:

  1. 1. Afgraven, vergraven en egaliseren van de bodem;
  2. 2. Ophogen van de bodem;
  3. 3. Aanleggen of verwijderen van kaden en/of het aanbrengen van veranderingen in bestaande kaden;
  4. 4. Graven, verbreden, verbeteren of dempen van sloten, greppels of natuurlijke poelen;
  5. 5. Aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  6. 6. Aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse energie-, transport en/of communicatieleidingen;
  7. 7. Rooien van houtgewas;
  8. 8. Het aanplanten van houtgewas ten behoeve van een boomteeltbedrijf.

Voorwaarden

Deze werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden zoals omschreven in de (dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan.

Het realiseren van een natuurlijk poel, zoals gesteld onder 4. is mogelijk, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. a. Er is minstens 1 flauw talud van 1:6. Bij voorkeur aan de noordzijde i.v.m. optimale bezonning;
  2. b. De poel een maximale diepte heeft van 2 meter onder het maaiveld;
  3. c. De Gemiddelde Laagste Grondwaterstand (GLG) niet dieper is dan 1,5 meter onder het maaiveld;
  4. d. De maximale oppervlakte van het uit te graven grondvlak is niet groter dan 250 m2;
  5. e. Er maximaal 500 m3 grondverplaatsing plaatsvinden;
  6. f. Indien bos gerooid moet worden ten behoeve van de poel wordt dit gecompenseerd, hiervoor moet een planvoorstel worden overlegd;
  7. g. Er wordt direct noch indirect onevenredige afbreuk gedaan aan de overige waarden en kwaliteiten van desbetreffende gronden zoals omschreven in de (dubbel) bestemming met eventuele aanduiding en past in het beeldkwaliteitplan.

Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist voor normaal onderhoud en beheer.

7.7 Wijzigingsbevoegdheden

Algemene wijzigingsbevoegdheden

In hoofdstuk 4 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene wijzigingsbevoegdheden.

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. 1. Een woonhuis ten behoeve van de huisvesting van één huishouden dat er zijn hoofdverblijf heeft;
  2. 2. ter plaatse van de bouwaanduiding [vrij], vrijstaande woningen;
  3. 3. aan- en uitbouwen en bijbehorende bouwwerken;
  4. 4. voorzieningen ten behoeve van waterberging en –infiltratie;
  5. 5. verharding;
  6. 6. groene erfinrichting.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het realiseren van de richtlijnen uit het beeldkwaliteitsplan;
  2. b. een (samenhangend) straat- en bebouwingsbeeld
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de sociale veiligheid;
  5. e. de woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van de directe omgeving);
  6. f. de brandveiligheid;
  7. g. de parkeerruimte op eigen terrein;
  8. h. de gebruiksmogelijkheden (op eigen terrein en op aangrenzende gronden);
  9. i. milieusituatie.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Specifieke afwijkingsregels

8.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  1. 1. het gebruiken van bijbehorende bouwwerken voor permanente bewoning;
  2. 2. het gebruiken van gronden en gebouwen voor bedrijfsactiviteiten;
  3. 3. het gebruik van de gronden en gebouwen zolang de benodigde parkeerplaatsen niet zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden;
  4. 4. het gebruik van de gronden en gebouwen zolang de landschappelijke inpassing niet is gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

8.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

8.8 Wijzigingsregels

Toepassing van de wijzigingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Artikel 9 Waarde - Archeologie 4

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde- Archeologie- 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijken van de bouwregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

9.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

9.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Het is verboden binnen de voor 'Waarde – Archeologie 4' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) reeds aanwezige bouwwerken te slopen indien de oppervlakte daarvan groter is dan 500 m2 en een diepte van meer dan 0,40 m hebben.

9.7 Wijzigingsregels

Toepassing van de wijzigingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Artikel 10 Waarde - Archeologie 5

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde- Archeologie- 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

10.4 Afwijken van de gebruiksregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

10.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Het is verboden binnen de voor 'Waarde – Archeologie 5' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) reeds aanwezige bouwwerken te slopen indien de oppervlakte daarvan groter is dan 2500 m2 en een diepte van meer dan 0,40 m hebben.

10.7 Wijzigingsregels

Toepassing van de wijzigingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

Artikel 11 Waarde - Waardevolle Akker

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Waarde – Waardevolle akker” aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor instandhouding en bescherming van de aanwezige samenhangende cultuurhistorische waarden, waaronder begrepen de markante hoogteverschillen en openheid van het akkercomplex, bolvormige ligging, kavelstructuur, zandwegenpatroon, kavelgrensbeplanting en slotenpatroon.

11.2 Bouwregels

Op de in 11.1. bedoelde gronden mag niet worden gebouwd.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Specifieke afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2., mits de eventuele waarden niet onevenredig worden aangetast.

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de in 11.1. bedoelde gronden met worden de volgende werken en/of werkzaamheden in ieder geval als met de bestemming strijdig gebruik aangemerkt en zijn dus verboden:

  1. 1. Afgraven, vergraven en egaliseren van de bodem;
  2. 2. Aanleggen van drainage;
  3. 3. Aanbrengen van oppervlakteverharding;
  4. 4. Het aanleggen van mest- of waterbassins van folie.

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

Algemene afwijkingsregels

In hoofdstuk 3 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene afwijkingsregels.

11.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

11.7 Wijzigingsregels

Algemene wijzigingsbevoegdheden

In hoofdstuk 4 van dit bestemmingsplan staan de eventueel van toepassing zijnde algemene wijzigingsbevoegdheden.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 12 Anti- Dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 13 Algemene Bestemmingsregels

Alle gronden binnen het plangebied zijn mede bestemd voor:

  1. 1. Landschapsopbouw onder andere in de vorm van een groene erfinrichting met een minimale omvang van 20% van het bestemmingsvlak;
  2. 2. Behoud, herstel en/of versterking van de waterhuishoudkundige waarden.
  3. 3. Bestemmingsvlakken die middels het figuur 'relatie' aan elkaar gekoppeld zijn, dienen als één bestemmingsvlak te worden beschouwd. De regels en aanduidingen zoals opgenomen op de bestemmingsvlakken gelden dan ook voor het geheel, de twee bestemmingsvlakken tezamen.

Artikel 14 Algemene Bouwregels

14.1 Beeldkwaliteit

  1. 1. Bouwplannen worden integraal getoetst wat betreft situering, verschijningsvorm, erfbeplanting, inpassing en waterhuishouding. Voor aanvragen omgevingsvergunning geldt dat deze dienen te voldoen aan de criteria van het beeldkwaliteitplan.
  2. 2. Voor alle locaties geldt het beeldkwalteitsplan “Landelijk gebied Gemert-Bakel” met uitzondering van de locaties met een woonbestemming en de bouwaanduiding [vrij], voor deze locaties is het beeldkwaliteitsplan “Milheeze Noord” van toepassing.

14.2 Realisatie en instandhouding

  1. 1. Binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van een verleende omgevingsvergunning op grond van dit bestemmingsplan dienen de groenvoorzieningen aangelegd en in stand gehouden te worden overeenkomstig een door de gemeente goedgekeurd inrichtingsplan.
  2. 2. Binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van een verleende omgevingsvergunning op grond van dit bestemmingsplan dienen de parkeervoorzieningen aangelegd en in stand gehouden te worden overeenkomstig de parkeernormen uit het geldende beleid van de gemeente Gemert-Bakel ten tijde van de aanvraag om omgevingsvergunning.
  3. 3. Binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van een verleende omgevingsvergunning of wijzigingsplan op grond van dit bestemmingsplan dient de kwaliteitsverbetering zoals bedoeld in de specifieke afwijkings- en wijzigingsregels gerealiseerd te zijn.
  4. 4. Binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van onderhavig bestemmingsplan dient, waar van toepassing, de kwaliteitsverbetering zoals opgenomen in het desbetreffende beplantings/inrichtingsplan, als bijlage bij deze planregels, gerealiseerd te zijn en in stand te worden gehouden.

14.3 Bouwverboden

Naast het bepaalde bij de afzonderlijke bestemmingen is het verboden te bouwen:

  1. 1. Enig bouwwerk met een afstand van minder dan 10 meter vanaf de weg of waarbij de voorgevelrooilijn wordt overschreden.
  2. 2. Tenzij anders in de regels is bepaald, is ondergronds bouwen, waaronder wordt verstaan het bouwen tot meer dan 1 meter beneden peil, niet toegestaan.

Artikel 15 Algemene Gebruiksregels

15.1. Krachtens het bepaalde in artikel 7.10 Wro is het verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met dit bestemmingsplan.

15.2. Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt niet verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kleinschalige, kortstondige, incidentele evenementen waarvoor op grond van andere regelgeving een vergunning of ontheffing vereist is en deze is verleend.

15.3. Onder strijdig gebruik met de bestemming wordt wel verstaan het niet binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan, een door de gemeente goedgekeurd erfbeplantingsplan te realiseren en vervolgens in stand te houden.

Artikel 16 Algemene Aanduidingsregels

De onderstaande regels zijn mede van toepassing op alle afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden zoals opgenomen in hoofdstuk 2 en 3 van dit bestemmingsplan.

16.1 Luchtvaartverkeerzones

  1. 1. Het is niet toegestaan om enig bouwwerk te bouwen, werken of werkzaamheden uit te voeren met een grotere hoogte dan 65m¹ boven NAP.
  2. 2. Het is niet toegestaan om op gronden binnen de Inner Horizontal en Conical Surface enig bouwwerk te bouwen, werken of werkzaamheden uit te voeren met een grotere hoogte dan 45m¹ boven NAP.
  3. 3. Het is niet toegestaan om op gronden binnen de invliegfunnel enig bouwwerk te bouwen, werken of werkzaamheden uit te voeren met een grotere hoogte dan 40m¹ boven NAP.
  4. 4. Het is niet toegestaan een nieuw geluidsgevoelig object toe te voegen op gronden gelegen binnen de 35 KE-lijn, behoudens de uitzonderingen opgenomen in het Besluit Geluidsbelasting Grote Luchtvaartterreinen 1996.

16.2 Beperkingen Veehouderij

Artikel 17 Algemene Afwijkingsregels

Toepassing van de afwijkingsregels die in dit artikel zijn opgenomen, is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14 en 16.

17.1 Afwijkingen van de bouwregels

17.2 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 18 Nadere Eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter uitvoering van het bepaalde in artikel 12 en 13 nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering van bouwwerken en de landschappelijke inpassing ervan in de vorm van een groene erfinrichting.

Artikel 19 Algemene Procedureregels

19.1 Wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb van toepassing.

19.2 Afwijkingsbevoegdheid

Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de in hoofdstuk 4 van de Awb geregelde procedure van toepassing. Tevens zijn de artikelen 3.8 en 3.9 van de Wabo van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 20 Overgangsrecht

Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

  1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken. Is het verboden dit gebruik daarna te vervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 21 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als regels van het bestemmingsplan “Gemert- Bakel Buitengebied, herziening oktober 2015”.

Bijlage 1 Beeldkwaliteitplan Landelijk Gebied

Bijlage 1 Beeldkwaliteitplan landelijk gebied

Bijlage 2 Beeldkwaliteitplan Milheeze-noord

Bijlage 2 Beeldkwaliteitplan Milheeze-Noord

Bijlage 3 Besterd 1, Landschappelijke Inpassing

Bijlage 3 Besterd 1, landschappelijke inpassing

Bijlage 4 Burg. Vd Wildenberglaan, Landschappelijke Inpassing

Bijlage 4 Burg. vd Wildenberglaan, landschappelijke inpassing

Bijlage 5 Kuikenvlaas 2, Beplantingsplan

Bijlage 5 Kuikenvlaas 2, beplantingsplan

Bijlage 6 Regels

Bijlage 6 Regels

Bijlage 1 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 1 Nota van Zienswijzen

Bijlage 2 Nota Van Ambtshalve Aanpassingen

Bijlage 2 Nota van Ambtshalve aanpassingen

Bijlage 3 Besterd 1, Bzv

Bijlage 3 Besterd 1, BZV

Bijlage 4 Besterd 1, Bzv Beoordeling

Bijlage 4 Besterd 1, BZV beoordeling

Bijlage 5 Besterd 1, Aanvullende Toelichting Bzv

Bijlage 5 Besterd 1, aanvullende toelichting BZV

Bijlage 6 Besterd 1, Certificaten Vamil -Mia

Bijlage 6 Besterd 1, Certificaten Vamil -Mia

Bijlage 7 Besterd 1, Gs Besluit

Bijlage 7 Besterd 1, GS besluit

Bijlage 8 Besterd 1, Handtekeningen Omgevingsdialoog

Bijlage 8 Besterd 1, handtekeningen omgevingsdialoog

Bijlage 9 Besterd 1, Landschappelijke Inpassingsplan

Bijlage 9 Besterd 1, landschappelijke inpassingsplan

Bijlage 10 Besterd 1, Omgevingsdialoog

Bijlage 10 Besterd 1, omgevingsdialoog

Bijlage 11 Besterd 1, Pppscan

Bijlage 11 Besterd 1, PPPscan

Bijlage 12 Besterd 1, Ruimtelijke Onderbouwing

Bijlage 12 Besterd 1, ruimtelijke onderbouwing

Bijlage 13 Besterd 1, Verzoek Om Herbegrenzing

Bijlage 13 Besterd 1, verzoek om herbegrenzing

Bijlage 14 Besterd 1, Situatietekening Bestaand En Beoogd

Bijlage 14 Besterd 1, situatietekening bestaand en beoogd

Bijlage 15 Burg. Vd Wildenberglaan, Akoestisch Onderzoek

Bijlage 15 Burg. vd Wildenberglaan, akoestisch onderzoek

Bijlage 16 Burg. Vd Wildenberglaan, Bodemonderzoek

Bijlage 16 Burg. vd Wildenberglaan, bodemonderzoek

Bijlage 17 Burg. Vd Wildenberglaan, Landschappelijke Inpassing

Bijlage 17 Burg. vd Wildenberglaan, landschappelijke inpassing

Bijlage 18 Burg. Vd Wildenberglaan, Kosten Landschappelijke Inpassing

Bijlage 18 Burg. vd Wildenberglaan, kosten landschappelijke inpassing

Bijlage 19 Burg. Vd Wildenberglaan, Nibm-tool

Bijlage 19 Burg. vd Wildenberglaan, Nibm-tool

Bijlage 20 Burg. Vd Wildenberglaan, Ruimtelijke Onderbouwing

Bijlage 20 Burg. vd Wildenberglaan, ruimtelijke onderbouwing

Bijlage 21 Burg. Vd Wildenberglaan, Situatietekening

Bijlage 21 Burg. vd Wildenberglaan, situatietekening

Bijlage 22 Burg. Vd Wildenberglaan, Watertoets

Bijlage 22 Burg. vd Wildenberglaan, watertoets

Bijlage 23 Geerdenhof, Beeldkwaliteitplan

Bijlage 23 Geerdenhof, beeldkwaliteitplan

Bijlage 24 Geerdenhof, Ruimtelijke Onderbouwing

Bijlage 24 Geerdenhof, ruimtelijke onderbouwing

Bijlage 25 Jodenpeeldreef, Ruimtelijke Onderbouwing

Bijlage 25 Jodenpeeldreef, ruimtelijke onderbouwing

Bijlage 26 Jodenpeeldreef, Ruimtelijke Onderbouwing Bijlagen

Bijlage 26 Jodenpeeldreef, ruimtelijke onderbouwing bijlagen

Bijlage 27 Kapelweg, Akoestisch Onderzoek

Bijlage 27 Kapelweg, akoestisch onderzoek

Bijlage 28 Kapelweg, Archeologisch Onderzoek

Bijlage 28 Kapelweg, archeologisch onderzoek

Bijlage 29 Kapelweg, Bewijsstukken Ruimte Voor Ruimte

Bijlage 29 Kapelweg, bewijsstukken ruimte voor ruimte

Bijlage 30 Kapelweg, Ecologisch Onderzoek

Bijlage 30 Kapelweg, ecologisch onderzoek

Bijlage 31 Kapelweg, Ruimtelijke Onderbouwing

Bijlage 31 Kapelweg, ruimtelijke onderbouwing

Bijlage 32 Kapelweg, Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 32 Kapelweg, verkennend bodemonderzoek

Bijlage 33 Kuikenvlaas 2b, Beplantingsplan

Bijlage 33 Kuikenvlaas 2b, beplantingsplan

Bijlage 34 Kuikenvlaas 2b, Cultuurhistorie

Bijlage 34 Kuikenvlaas 2b, cultuurhistorie

Bijlage 35 Kuikenvlaas 2b, Geurberekening

Bijlage 35 Kuikenvlaas 2b, geurberekening

Bijlage 36 Kuikenvlaas 2b, Ruimtelijke Onderbouwing

Bijlage 36 Kuikenvlaas 2b, ruimtelijke onderbouwing

Bijlage 37 Kuikenvlaas 2b, Situatietekening

Bijlage 37 Kuikenvlaas 2b, situatietekening

Bijlage 38 Wildeman, Beeldkwaliteitplan

Bijlage 38 Wildeman, beeldkwaliteitplan

Bijlage 39 Wildeman, Ruimtelijke Onderbouwing

Bijlage 39 Wildeman, ruimtelijke onderbouwing