Poortmannen 2015
Bestemmingsplan - Gemeente Heeze-Leende
Vastgesteld op 18-05-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan De Poortmannen 2015 met identificatienummer NL.IMRO.1658.BPPoortmannen2015-vs01 van de gemeente Heeze-Leende
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.6 bebouwingspercentage
een in de regels of op de plankaart aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel bepaalt dat maximaal mag worden bebouwd.
1.7 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
1.8 bedrijfsplan
een beschrijving van een samenhangend geheel van op elkaar afgestemde keuzes omtrent door het bedrijf te nemen beslissingen of te verrichten handelingen, teneinde een of meer bedrijfsdoelstellingen te bereiken. Het bedrijfsplan dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:
- voorgeschiedenis bedrijf;
- bestaande toestand bedrijf;
- uitbreiding ter plaatse, met inbegrip van efficiënt ruimtegebruik;
- alternatieve vestigingsmogelijkheden, met inbegrip van efficiënt ruimtegebruik;
- hergebruik van vrijkomende ruimte;
- conclusie: algehele afweging "uitbreiding ter plaatse" en "alternatieve vestigingsmogelijkheden".
1.9 bedrijfs-/dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
1.10 bedrijvigheid
het vervaardigen, bewerken en/of verwerken van stoffelijke objecten/goederen.
1.11 beroep aan huis
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.12 beroeps-, c.q. bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.13 bestaand
- bij bouwwerken: op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan krachtens een bouwvergunning aanwezig of in uitvoering, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning;
- bij gebruik: bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, mits dat niet reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan inclusief de overgangsbepaling van dat plan.
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.16 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.17 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.18 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.19 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond of functioneel bij elkaar behorende gronden die in de directe nabijheid van elkaar zijn gelegen, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.20 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.
1.21 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.22 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.23 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.24 detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto’s, boten, caravans, keukens en sanitair, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen, alsmede tuincentra en bouwmarkten.
1.25 dienstverlening
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
1.26 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.27 geluidzoneringsplichtige inrichting
een inrichting, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht.
1.28 groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
1.29 hoofdgebouw
een gebouw, dat gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
1.30 huishouden
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.
1.31 peil
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg:
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.32 Staat van Bedrijfsactiviteiten
de lijst van de bedrijven, bevattende basisinformatie voor milieuzonering, zoals deze is opgenomen als bijlage 1, behorende bij deze regels.
1.33 waterhuishoudkundige voorzieningen
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen, alsmede voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen en inlaten.
1.34 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de (bouw)hoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken, dan wel de harten van de scheidingsmuren.
2.7 ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergronds gelegen (deel van het) bouwwerk.
2.8 uitzondering ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven uit ten hoogste de categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), dan wel bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven uit de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met een bouwperceelsoppervlakte van minimaal 1.000 m² en maximaal 5.000 m²;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijf van categorie 2 tot en met 3.2': bedrijven uit de categorieën 2 tot en met 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), dan wel bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven uit de categorieën 2 tot en met 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met een bouwperceelsoppervlakte van minimaal 1.000 m² en maximaal 5.000 m²;
- c. groothandel;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': ten hoogste één bedrijfswoning per bouwperceel;
- e. buitenopslag is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en op een afstand groter dan 5 m van de zijdelingse en achterste perceelgrens;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, als ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
waarbij tevens geldt dat:
- g. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi-bedrijven) niet zijn toegestaan;
- h. geluidzoneringsplichtige inrichtingen, zoals genoemd in artikel 2.1 onder 3 Besluit omgevingsrecht, niet zijn toegestaan;
- i. indien de bestaande bouwperceelsoppervlakte van een bedrijf ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan meer bedraagt dan 5000 m2, deze oppervlakte geldt als de maximale oppervlakte.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de aanleg en het behoud van groen in de vorm van inheemse, opgaande beplanting met natuurlijke en/of landschappelijke waarden;
- b. een grondwal, met een hoogte van maximaal 2 m;
- c. ter plaatse van de aanduiding ‘waterberging’: een voorziening ten behoeve van de waterberging;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals paden en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.
4.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor kamperen.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Verkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden;
- b. begeleidende groenvoorzieningen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Bestaande afstanden en maten
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand van bouwwerken, die rechtens tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in of krachtens het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal voorgeschreven respectievelijk maximaal toegestaan.
Artikel 8 Algemene Aanduidingsregels
8.1 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' moeten van de aanwezige gebouwen de gevels inclusief de gevelopeningen een warmtebelasting van 15 kW/m2 gedurende minimaal 30 minuten kunnen doorstaan.
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het plan ten behoeve van vermeerdering dan wel vermindering van de voorgeschreven maten en normen, mits de vermeerdering of vermindering ten hoogste 10% bedraagt;
- b. het plan voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van de plankaart ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt;
- c. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals luchtbehandelingsapparatuur, liftopbouwen en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
- 1. de oppervlakte van de vergroting ten hoogste 5 m² bedraagt;
- 2. de hoogte ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
- d. het plan voor het bouwen van een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, het openbaar vervoer of het wegverkeer, mits de bebouwde oppervlakte ten hoogste 25 m² en de hoogte ten hoogste 5 meter bedraagt.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 11 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels bestemmingsplan De Poortmannen 2015.
Hoofdstuk 1 Inleiding
Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "De Poortmannen 2015" van de gemeente Heeze-Leende.
1.1 Aanleiding En Doel
Op 19 september 2011 is het bestemmingsplan "De Poortmannen" vastgesteld. Tegen het vaststellingsbesluit zijn enkele beroepen ingesteld. Op 27 februari 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State één van de beroepen gegrond verklaard en de gemeente opgedragen het bestemmingsplan op onderdelen te herzien. Het betreffen aanpassingen van de planregels ten aanzien van het bouwen op en gebruiken van de bouwpercelen Industrieweg 103 en 111.
De gemeente Heeze-Leende benut de opgedragen herziening van het bestemmingsplan om nog enkele aanpassingen in de planregels en op de verbeelding door te voeren. Het betreffen ondergeschikte aanpassingen die gedeeltelijk van toepassing zijn op het gehele plangebied en gedeeltelijk op delen van het plangebied.
Hoewel grote delen van het vigerende bestemmingsplan in tact blijven en volstaan had kunnen worden met een partiële herziening, is er voor de gebruiksvriendelijkheid van het bestemmingsplan gekozen voor een integrale herziening van het vigerende bestemmingsplan. Voorliggende toelichting beschrijft uitsluitend de aanpassingen en de ruimtelijke effecten daarvan. De complete toelichting van het vigerende bestemmingsplan is als bijlage bij deze toelichting bijgevoegd.
1.2 Ligging En Kadastrale Begrenzing
Onderstaande afbeelding geeft de topografische ligging weer.
TOPOGRAFISCHE SITUATIE
Onderstaande afbeelding geeft de kadastrale situatie weer. Tevens is de plangrens van voorliggend bestemmingsplan ingetekend.
KADASTRALE SITUATIE
De plangrens is gelijk aan de plangrens van het vigerende bestemmingsplan, behoudens enkele percelen aan de noordoostzijde, die in het bestemmingsplan "Kom Heeze" worden opgenomen.
De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 41 hectare.
1.3 Vigerend Bestemmingsplan
Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan "De Poortmannen":
- vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 19 september 2011;
- gedeeltelijk onherroepelijk door uitspraak Raad van State d.d. 27 februari 2013.
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding, waarbij er voor de leesbaarheid voor gekozen is alleen de bestemmingen en bouwvlakken weer te geven. De ligging van het plangebied is aangegeven.
UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN
Het vigerende bestemmingsplan omvat het per 2011 bestaande bedrijventerrein De Poortmannen inclusief een uitbreiding daarvan aan de zuidzijde.
Binnen de bestemming 'Bedrijf' zijn bedrijven tot maximaal milieucategorie 3.2 toegestaan. Voor de bedrijfspercelen nabij het woongebied van Heeze (noordoostzijde) geldt een lagere milieucategorie.
Het bedrijventerrein wordt aan de westzijde begrensd door een groensingel en aan de zuidzijde door een brede zone met opgaand groen.
Alle wegen op het bedrijventerrein zijn binnen de bestemming 'Verkeer' vervat en daarmee ruimtelijk vastgelegd.
Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse
Voor de gebiedsanalyse wordt verwezen naar hoofdstuk 3 Bestaande toestand van de toelichting van het vigerende bestemmingsplan, dat als bijlage 1 is bijgevoegd.
Hoofdstuk 3 Plan
In dit hoofdstuk beschrijft de aanpassingen ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Het betreffen:
- 1. Aanpassingen van de planregels
- a. Als gevolg van de gerechtelijke uitspraak het toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de bouwpercelen Industrieweg 103 en 111 maximaal 14.815 m² bedraagt. De rechter heeft hiertoe opgedragen omdat de bestaande bouwpercelen reeds deze omvang hebben en moet worden voorkomen dat deze legale situatie onder het overgangsrecht komt te vallen. Deze aanpassing is verwerkt in artikel 3.4.1 van de planregels.
- b. Als gevolg van de gerechtelijke uitspraak het toestaan dat buitenopslag op de bouwpercelen Industrieweg 103 en 111 tot op de zijdelingse en achterste perceelgrens plaatsvindt. Ook dit betreft het positief bestemmen van een bestaande, legale situatie. Deze aanpassing is verwerkt in artikel 3.4.1 van de planregels.
- c. Als gevolg van de gerechtelijke uitspraak het toestaan dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak van het perceel Industriestraat 111 maximaal 5,75 meter bedragen. Dit betreft wederom het positief bestemmen van een bestaande, legale situatie. Deze aanpassing is verwerkt in artikel 3.2.4.
- d. Het toestaan dat met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken voor het bouwen van erf- en terreinscheidingen tot een hoogte van 4 meter. Deze aanpassing is opgenomen in artikel 3.3.3. De toelaatbaarheid van deze grotere hoogte wordt afgewogen aan de hand van artikel 3.3.5.
- e. Het onder voorwaarde van (brand)veiligheid toestaan dat met een omgevingsvergunning wordt afgeweken voor buitenopslag tot op de zijdelingse en achterste perceelgrens. Deze aanpassing is verwerkt in artikel 3.5.1.
- f. Het aanpassen van het begrip 'bouwperceel / perceel' in 'bouwperceel' (artikel 1.19) en het vervangen van de term 'perceelsoppervlakte' door 'bouwperceelsoppervlakte' in artikel 3.1. Deze aanpassingen leiden tot een duidelijkere toepasbaarheid van de planregels.
- g. Het verwijderen van het begrip 'zijdelings-/achterperceelgrens' (artikel 1.35).
- 2. Aanpassing van de verbeelding
- a. Het verwijderen van de aanduiding 'maximale goothoogte 7 meter en maximale bouwhoogte 7 meter' in het zuidelijke deel van het plangebied (het uitbreidingsgebied). Gelet op de grote afstand tot burgerwoningen en de brede groenstrook is de overigens toegestane maximale goot- en bouwhoogte (10 meter) ruimtelijk aanvaardbaar.
- b. Het aanpassen van de bestemming 'Verkeer' aan de nieuwe inrichtingsschets voor het uitbreidingsgebied en de nieuwe aansluiting van De Heivelden op De Kluis.
- c. Het opnemen van nieuwe bouwvlakken in het uitbreidingsgebied, waarbij een afstand van 5 meter tot aan de bestemming 'Verkeer' wordt aangehouden en 0 meter tot aan de bestemming 'Groen'.
- d. Het aanpassen van het bouwvlak van het bedrijfsperceel De Geestakkers 10, zodat intensiever gebruik kan worden gemaakt van dit perceel.
Onderstaande afbeelding geeft de aanpassing van de bestemmingen in het zuidelijke deel van het plangebied weer.
UITSNEDE VERBEELDING VIGEREND BESTEMMINGSPLAN (BOVEN) EN VOORLIGGEND BESTEMMINGSPLAN
Hoofdstuk 4 Beleid
Een toetsing van het totale bedrijventerrein De Poortmannen heeft reeds plaatsgevonden in het kader van de voorbereiding van het vigerende bestemmingsplan, zie hoofdstuk 2 van de toelichting in bijlage 1.
De in hoofdstuk 3 beschreven aanpassingen van het vigerende bestemmingsplan zijn slechts beperkt van omvang. Deze passen eveneens binnen het beleid van de diverse overheden.
Hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten
De uitvoerbaarheid van het totale bedrijventerrein De Poortmannen is reeds aangetoond in het kader van de vaststelling van het vigerende bestemmingsplan. De in voorliggend bestemmingsplan opgenomen aanpassingen zijn zodanig beperkt van omvang dat geen nieuwe toetsing hoeft plaats te vinden.
Hoofdstuk 6 Financiële Aspecten
Voorliggend bestemmingsplan staat geen ontwikkelingen toe ten opzichte van de bestaande situatie. Het is derhalve niet nodig de economische uitvoerbaarheid aan te tonen en het kostenverhaal te regelen.
Hoofdstuk 7 Juridische Aspecten
Voorliggend bestemmingsplan vervangt het bestemmingsplan De Poortmannen (vastgesteld op 19 september 2011) volledig.
De planregels en verbeelding van het vigerende bestemmingsplan vormden uitgangspunt. De in hoofdstuk 3 genoemde aanpassingen zijn daarin verwerkt. Hiermee is sprake van een zelfstandig bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan voldoet aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012.
Hoofdstuk 8 Procedure
Het bestemmingsplan doorloopt de gebruikelijke procedure. De voorziene procedurestappen zijn:
- 1. Inspraak
- 2. Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro
- 3. Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan
- 4. Vaststelling door gemeenteraad
- 5. Terinzagelegging vastgesteld bestemmingsplan
8.1 Inspraak
Het voorontwerp heeft met ingang van 21 augustus 2014 tot en met 1 oktober 2014 ter visie gelegen. Het verslag van de inspraakprocedure bestemmingsplan is in bijlage 2 opgenomen.
8.2 Vooroverleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de provincie Noord-Brabant en waterschap De Dommel. Het verslag van dit overleg is eveneens in bijlage 2 opgenomen.
8.3 Terinzagelegging Ontwerpbestemmingsplan
Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 13 november 2014 tot en met 24 december 2014 ter inzage gelegen. Bijlage 3 bevat de Nota van zienswijzen.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Toelichting Vigerend Bestemmingsplan
Bijlage 1 Toelichting vigerend bestemmingsplan
Bijlage 2 Nota Van Inspraak En Vooroverleg
Bijlage 2 Nota van inspraak en vooroverleg