Buitengebied Roerdalen - 2e herziening
Bestemmingsplan - Gemeente Roerdalen
Vastgesteld op 21-04-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
De gemeenteraad van Roerdalen heeft op 21-04-2016 het bestemmingsplan buitengebied – 2e herziening vastgesteld. Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied (het moederplan) op 30-05-2013 zijn een aantal wijzigingsplannen vastgesteld. Op grond van artikel 3.6 lid 3 van de Wro maakt een wijzigingsplan van rechtswege onderdeel uit van het betreffende bestemmingsplan. Op basis van deze wetsbepaling zijn in deze versie VG02 van het bestemmingsplan buitengebied – 2e herziening de betrokken wijzigingsplannen verwerkt in de verbeelding en in de planregels. Voor zover de vaststelling op 21-04-2016 niet volledig is verwerkt in VG02 is deze gecorrigeerde versie VG04 gepubliceerd. |
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen - 2e herziening' met identificatienummer NL.IMRO.1669.BPBG2eherziening-VG04 van de gemeente Roerdalen.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbijbehorende bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aaneengebouwde woning
een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.
1.6 ABC-goederen
inpandig gestalde auto's, boten, caravans en daarmee direct samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen, niet zijnde kleine huisraad, voor particulieren.
1.7 afdekfolie
landbouwfolie zonder constructies, bestemd voor de akker- en vollegrondstuinbouw, sier-, (klein) fruit- en bollenteelt, met als doel het afdekken van groenten, teelten en gerooide akkerproducten.
1.8 afhankelijke woonruimte
bijbehorende bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.9 agrarisch aanverwant bedrijf
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het verlenen van diensten, het leveren van dieren of goederen aan agrarische bedrijven of dat is gericht op het verwerken of het opslaan van dieren of agrarische (aanverwante) producten, die afkomstig of bedoeld zijn van/voor agrarische bedrijven; hieronder worden geen grootschalige industriële activiteiten begrepen.
1.10 agrarisch bedrijf
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
- a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt;
- b. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond (waaronder ook begrepen een paardenfokkerij);
- c. sierteelt: de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in deze gewassen;
- d. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
- e. bollenteelt: de teelt van bloembollen in samenhang met de teelt van bolbloemen.
1.11 agrotoerisme
kleinschalige toeristische en recreatieve activiteiten gelieerd aan en/op agrarische bedrijven.
1.12 antennedrager
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.13 antenne-installatie
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.14 archeologische waarde
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis.
1.15 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.16 bebouwingspercentage
het op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage tot waar het bouwperceel maximaal mag worden bebouwd, of wanneer dat in deze regels uitdrukkelijk is bepaald, het percentage tot waar het bouwvlak maximaal mag worden bebouwd.
1.17 bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
1.18 bedrijf-aan-huis
de uitoefening aan huis van bedrijfsactiviteiten die vanwege hun kleinschalige omvang en geringe invloed op de omgeving kunnen worden uitgeoefend in een gedeelte van de woning, door diegene die ter plaatse zijn hoofdverblijf heeft, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijk uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
1.19 bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie
het bedrijfsmatig exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatief complex, gericht op het jaarlijks aanbieden van recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen.
1.20 bedrijfs- of dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.21 bed & breakfast
een accommodatie voor recreatief nachtverblijf in een (bedrijfs)woning.
1.22 beperkt kwetsbaar object:
beperkt kwestbaar object zoals vermeld in art. 1 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
1.23 beroep-aan-huis
de uitoefening aan huis van een vrij beroep of de beroepsmatige verlening van diensten aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, door diegene die ter plaatse zijn hoofdverblijf heeft, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
1.24 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.25 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.26 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.27 Bevi-inrichting
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.28 bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.29 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.30 bio-energieinstallatie
een afgesloten systeem van tanken/silo's dat gebruikt wordt voor de productie van energie uit biomassa (mest, bermafval, GFT en dergelijke).
1.31 boerderijwinkel
een winkel bij een agrarisch bedrijf, waarin hoofdzaak eigen of door agrariërs uit de regio geproduceerde agrarische producten worden verkocht.
1.32 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of het veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.33 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.34 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.35 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.36 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.37 bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.38 bouwwerk, geen gebouw zijnde
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond dat een niet voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.39 bungalow
een gebouw c.q. een gedeelte ervan om uit recreatieve redenen tijdelijk (minder dan 180 dagen per jaar van 365 dagen) in te overnachten.
1.40 camping
een kampeerterrein voor kampeermiddelen al dan niet met voorzieningen voor dagrecreatieve activiteiten met nachtverblijf en daaraan ondergeschikte horeca.
1.41 consumentenvuurwerk
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.42 containerveld
grond die is afgedekt met plastic, niet zijnde afdekfolie, antiworteldoek en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van de teelt van gewassen. De gewassen worden op de afdeklaag los van de ondergrond geteeld (in potten).
1.43 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
1.44 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Een en ander met inbegrip van:
- a. afhaal- en bezorgcentra met dien verstande dat er geen dranken en/of spijzen ter plaatse genuttigd worden;
- b. internetwinkels waar goederen via internet te koop aangeboden worden waarbij de koopovereenkomst overwegend via elektronische weg tot stand komt en er goederen ter plaatse opgeslagen, uitgestald en/of geleverd worden.
1.45 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
1.46 evenement
een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak met bijbehorende voorzieningen waaronder in ieder geval parkeren.
1.47 extensieve dagrecreactie
vormen van recreatief medegebruik van gronden door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en strandjes.
1.48 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.49 gevoelige objecten
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
1.50 glastuinbouw
de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen.
1.51 groene en blauwe diensten
het leveren van prestaties gericht op realisatie van maatschappelijke wensen op terreinen als natuur, landschap, waterbeheer en recreatief medegebruik, waarbij de bestemming gehandhaafd blijft.
1.52 groepsrisico
groepsrisico zoals vermeld in art. 1 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
1.53 hagelnet
voorzieningen bestemd voor de bescherming van vollegrondsgroente-, fruit-, bloemen- en boomteelt die niet doorlopen tot aan de grond.
1.54 hekwerk
een afscheiding van hout of metaal met openingen, zoals gaaswerk, waar doorheen gekeken kan worden.
1.55 huisperceel
een perceel grenzend aan de woning.
1.56 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk in gebruik is en/of als zodanig valt aan te merken.
1.57 horeca(bedrijf)
een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
- a. het verstrekken van te nuttigen spijzen en/of dranken in gebouwen of op terrassen;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten;
waarbij de categorie-indeling, zoals opgenomen in de Staat van Horeca-activiteiten zoals opgenomen in bijlage 2, in acht dient te worden genomen.
1.58 hoveniersbedrijf
een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat zelfstandige detailhandel wordt uitgeoefend.
1.59 intensieve veehouderij
het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. De dieren worden in stallen of hokken gehouden niet zijnde een melkveehouderij.
1.60 internetwinkel
winkel waar goederen via internet te koop aangeboden worden waarbij de koopovereenkomst overwegend via elektronische weg tot stand komt en er geen goederen ter plaatse opgeslagen, uitgestald en/of geleverd worden.
1.61 kampeermiddelen
niet als een bouwwerk aan te merken vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.62 kap
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 75°.
1.63 kas
een bouwwerk van glas of ander licht doorlatend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 2,5 m of meer, trek, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
1.64 kinderboerderij
een recreatieve voorziening waarop, al dan niet in combinatie met andere recreatieve voorzieningen, dieren worden gehouden.
1.65 kleinschalige horeca
thee- en koffieschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf, géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde.
1.66 kleinschalig kamperen
kamperen op een kampeerterrein voor maximaal 40 kampeermiddelen, niet zijnde permanente kampeermiddelen, gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
1.67 kwaliteitsmenu
het kwaliteitsmenu zoals opgenomen in de Structuurvisie 'Roerdalen 2030' zoals vastgesteld op 20 december 2012.
1.68 kwetsbaar object:
kwestbaar object zoals vermeld in art. 1 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
1.69 maatschappelijke voorzieningen
voorzieningen op het gebied van welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, onderwijs, sport, verenigingsleven, opvoeding, kinderopvang, openbaar bestuur en andere openbare en sociale voorzieningen.
1.70 manege
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende ondergeschikte activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, ondergeschikte activiteiten (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie ondergeschikt aan het bedrijf en het ondergeschikt houden van wedstrijden of andere evenementen.
1.71 mantelzorg
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
1.72 milieuhygiënisch inpasbaar
een ontwikkeling is milieuhygiënisch inpasbaar indien is aangetoond dat:
- a. voor milieu gevoelige functies een goed woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd;
- b. omliggende bedrijven niet onevenredige in hun activiteiten worden aangetast;
- c. er geen sprake is van significant negatief effecten op Natura 2000-gebied(en);
- d. nieuwe functies binnen de ecologische hoofdstructuur niet schadelijk zijn voor de natuur;
- e. bij het toestaan van nieuwe geluidsgevoelige functies dient te worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarden of de vastgestelde hogere grenswaarde;
- f. bij het toestaan van nieuwe geurgevoelige functies wordt voldaan aan de wettelijke geurnormen of vastgestelde hogere geurnorm;
- g. er geen nieuwe kwetsbare objecten binnen 10-6-contour worden gerealiseerd;
- h. nieuwe beperkt kwetsbare objecten mogelijk worden gemaakt indien hiertoe gewichtige redenen voor aanwezig zijn;
- i. de luchtkwaliteit geschikt is voor de gewijzigde functie;
- j. de toename verhard van oppervlak wordt gecompenseerd;
- k. de capaciteit van de omliggende wegen voldoende is voor veilige afwikkeling van de verkeerstoename;
- l. de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
- m. er is voldaan aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu.
1.73 monument
een bouwwerk of terrein dat van algemeen belang is vanwege de schoonheid, de betekenis voor de wetenschap of de cultuurhistorische waarde.
1.74 nevenfunctie
een of meer (bedrijfsmatige) activiteiten in combinatie met en ondergeschikt aan de uitoefening van het ter plaatse en bij wijze van hoofdfunctie uitgeoefende (agrarische) bedrijf/wonen.
1.75 nieuwvestiging
het verplaatsen van een agrarisch bedrijf uit de provincie Limburg naar een nieuwe locatie waarbij het vrijgekomen bouwvlak gebruikt mag worden voor bedrijven uit en van buiten de gemeente.
1.76 overig bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.77 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.78 paardenfokkerij
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.
1.79 paardenhouderij
een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden.
1.80 paardenpension
een recreatiebedrijf dat is gericht op het houden en verzorgen van paarden van derden.
1.81 paardrijactiviteiten
het houden van paarden en/of pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en/of pony's in pension te stallen en te weiden.
1.82 pand
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.83 peil
- a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang aan de wegzijde grenst: maximaal 30 cm boven de hoogte van de kruin van de openbare weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen: maximaal 30 cm boven de gemiddelde hoogte van het rondom afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw.
1.84 perceel
een stuk grond dat eenzelfde gebruik heeft en is omgeven door een duidelijk herkenbare grens in de vorm van bijvoorbeeld heggen, afrasteringen, sloten of greppels.
1.85 permanente bewoning
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
1.86 permanente standplaats kampeermiddel
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende het gehele jaar.
1.87 permanente standplaats stacaravan
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een stacaravan, inclusief bij de stacaravan behorende ondergeschikte onderkomens gedurende het gehele jaar.
1.88 permanente standplaats woonwagen
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een woonwagen, inclusief bij de woonwagen behorende ondergeschikte onderkomens gedurende het gehele jaar.
1.89 permanente teeltondersteunende voorzieningen
teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van ten hoogste 3 m die langer dan 6, al dan niet aaneengesloten, maanden per jaar aanwezig is.
1.90 recreatiewoning
een (deel van een ) gebouw die blijkens de bestemming is bedoeld voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.91 schuilgelegenheid
een overdekte ruimte die maximaal aan drie zijden is omsloten door wanden, waarvan het/de betreffende dier(en) in geval van weidegang uit oogpunt van dierwelzijn gebruik moet(en) kunnen maken door vrij in en uit te lopen, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter en waarbij in en nabij de schuilgelegenheid geen opslag is toegestaan. De schuilgelegenheid is een open constructie zonder deuren.
1.92 seizoensgebonden standplaats kampeermiddel
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, uitsluitend gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
1.93 solitair perceel
een perceel niet aangrenzend of in nabijheid van het huisperceel.
1.94 stacaravan
een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.95 standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten
de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 van deze regels.
1.96 steilrand
een strook grond, die gekenmerkt wordt door een relatief groot hoogteverschil over een korte afstand.
1.97 supermarkt
een gebouw of een ruimte in een gebouw, dat door zijn inrichting kennelijk bedoeld is voor detailhandel in (hoofdzakelijk) een grote verscheidenheid aan levensmiddelen door middel van zelfbediening;
1.98 teeltondersteunende voorziening
voorziening of constructie, niet zijnde afdekfolie en hagelnet, met een hoogte van ten hoogste 3 m, met als doel het gewas te forceren tot meer groei, de oogst te spreiden en meer opbrengsten te genereren. Het gaat daarbij om zowel het vervroegen als verlaten ten opzichte van normale teelt en/of beschermen tegen weersinvloeden, ziekten en plagen om een kwalitatief beter product te verkrijgen.
1.99 terras
een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het (horeca)bedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.
1.100 tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van ten hoogste 3 m die korter dan 6, al dan niet aaneengesloten, maanden per jaar aanwezig zijn, met dien verstande dat tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (met uitzondering van funderingsanker en dergelijke) na de teelt opgeruimd en van het veld verwijderd dienen te worden. Voorbeelden van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn plastic (mini)tunnels, stellingen, regenkappen en boogkassen.
1.101 tuincentrum
detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waarop artikelen voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van en het verblijf in tuinen en vijvers en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen en diensten worden aangeboden, zoals tuinmeubels, woonaccessoires, kamerplanten en snijbloemen met de bijbehorende potten, vazen en dergelijke, vissen, kleine knaagdieren en dierenbenodigdheden en een kerstassortiment, alsmede gedurende de winkelopeningstijden ondergeschikte horeca-activiteiten ten behoeve van het verstrekken van kleine etenswaren en niet-alcoholische dranken.
1.102 verkoop-aan-huis van lokale producten
verkoop van producten als nevenfunctie bij een (agrarisch) bedrijf van zelf geproduceerde of uit de plaatselijke regio afkomstige producten.
1.103 verticale bouwdiepte
de diepte van een gebouw onder de grond of deels onder de grond (half verdiept).
1.104 volkstuinen
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld.
1.105 volwaardig agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf met een omvang van ten minste één volwaardige arbeidskracht en een zodanige bedrijfsomvang dat de continuïteit ook op de lange termijn is gewaarborgd.
1.106 voorgevel
de gevel(s) van een gebouw die is/zijn gelegen in de voorgevelrooijlijn.
1.107 voorgevelrooilijn
denkbeeldige lijn waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw word(t)(en)/is/zijn gesitueerd en die is/zijn gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens.
1.108 vrijstaande woning
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.
1.109 wellness voorziening
een bedrijf dat gericht is op fitness- en wellness functies
1.110 Wgh-inrichting
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
1.111 windturbine
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
1.112 woning
een gebouw, bestaande uit hoofdgebouwen en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken (met uitzondering van aangebouwde overkappingen), dat blijkens zijn indeling en inrichting geschikt en bestemd is voor de huisvesting van een huishouden.
1.113 wooneenheid
een woning zoals opgenomen in lid 1.112.
1.114 woonunit
een stacaravan of geprefabriceerd en schakelbaar gebouw voor tijdelijke bewoning.
1.115 woonwagen/woonchalet
voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats voor woonwagens/woonchalets en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
1.116 zelfstandige woning
een woning met een eigen toegang waarbij keuken, douche en toilet niet gedeeld hoeven te worden met de andere bewoners van het pand.
1.117 zorgwoning
Een woning of wooneenheid bestemd voor verzorgd wonen, die niet via de reguliere woningdistributie beschikbaar komt, maar waarvan minimaal één van de bewoners vanwege de beperkte zelfredzaamheid vanaf aanvang van bewoning- op basis van een ter zake van overheidswege gehanteerd systeem- is geïndiceerd voor zorg, waarbij die zorg beschikbaar is in de directe nabijheid van de woning en welke zorg door minimaal één van de bewoners ook daadwerkelijk wordt afgenomen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 de verticale bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer tot aan de bovenkant van de onderste afgewerkte vloer.
2.7 de hoogte van een windturbine
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
2.8 ondergeschikte bouwdelen
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, ondergeschikte dakkapellen en gevelopbouwen, gevelen kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, onder voorwaarde dat de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt, en de totale oppervlakte van de overschrijding niet meer dan 6 m²
2.9 afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn; ondergeschikte bouwdelen worden hierbij niet meegenomen.
2.10 bouwhoogte van een antenne-installatie
- 1. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
- 2. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.11 breedte, lengte en diepte van een gebouw
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren.
2.12 bruto vloeroppervlak
de som van de buitenwerks gemeten vloeroppervlakte van alle bouwlagen, dus inclusief bijvoorbeeld ingesloten buitenruimte, trappen, liftkokers, installatieruimten, enz.
2.13 aanvullende meetregels
Bij het meten gelden de volgende aanvullende regels:
- a. het peil voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang aan de wegzijde grenst: dient te zijn gesitueerd op maximaal 30 cm boven de hoogte van de kruin van de openbare weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. het peil in andere gevallen: dient te zijn gesitueerd op maximaal 30 cm boven de gemiddelde hoogte van het rondom afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 en 1.59;
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen, paardenbakken, erven, tuinen, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, ontsluitingswegen, recreatieve paden en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water;
alsmede voor:
- c. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- d. extensieve dagrecreatie;
- e. de nevenfuncties zoals opgenomen in bijlage 5;
- f. de in tabel 3.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 3.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
verkoop-aan-huis van lokaal/streekeigen agrarische producten | - | 100 m² | |
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erf- of terreinafscheidingen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
- c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- d. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu;
- e. tevens geldt het bepaalde in tabel 3.2.
Tabel 3.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoning | - | 1.000 m³ | 6 m | 9 m |
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | - | 3,5 m | 6,5 m |
kassen | 5.000 m² | - | 4,5 m | 6,5 m |
overige bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak | - | 6 m | 12 m |
teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde kassen | gehele bouwvlak | - | - | 3 m |
hagelnetten | gehele bouwvlak | - | - | - |
mestsilo's | 10.000 m³ | - | - | 8,5 m |
overige silo's | - | - | - | 15 m |
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m |
lichtmasten bij paardenbakken | - | - | - | 5 m |
lichtmasten overig | - | - | - | 5 m |
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m |
erf- of terreinafscheidingen t.b.v. boom-, sier- en fruitteelt buiten bouwvlak | - | - | - | 2 m |
overige erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. het gebruik van afdekfolies buiten het bouwvlak is toegestaan;
- b. buitenopslag buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
- c. buitenopslag binnen het bouwvlak met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan;
- d. paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
- e. in het kader van beroep- en bedrijf-aan-huis is geen horeca en detailhandel toegestaan;
- f. de productie van energie uit biomassa is niet toegestaan;
- g. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
- 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw of de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor het geven van mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
- 2. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10;
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen, paardenbakken, erven, tuinen, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, ontsluitingswegen, recreatieve paden en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water;
alsmede voor:
- c. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw': een glastuinbouwbedrijf zoals genoemd artikel 1 lid 1.50;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij zoals genoemd artikel 1 lid 1.59;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier': een hoveniersbedrijf;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logiesgebouw': een logiesgebouw;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': een dienstverlenend bedrijf;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenpension': een paardenpension;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij': een paardenhouderij;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'manege': een manege;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'kleinschalig kamperen': kleinschalig kamperen
- m. ter plaatse van de aanduiding 'loods': een loods ten behoeve van agrarische bedrijfsvoering
- n. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in de landschappelijke openheid, de landschappelijke beslotenheid in de vorm van bosschages, houtwallen en lanen en de geomorfologische waarden in de vorm van hoogterrassen, steilranden en oude Roermeanders;
- o. extensieve dagrecreatie;
- p. evenementen met een maximum duur van 7 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden);
- q. de nevenfuncties zoals vermeld in Bijlage 5;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'teeltondersteunende voorzieningen': tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'hagelnetten': hagelnetten;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - gekoppeld bouwvlak' behoort het bouwvlak bij het bouwvlak op het perceel Steegstraat 8 te Herkenbosch.
- u. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardensport': gebruik en hindernissen ten behoeve van paardensport;
- v. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak': een paardenbak;
- w. de in tabel 4.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 4.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
verkoop-aan-huis van lokaal/streekeigen agrarische producten | - | 100 m² | |
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken | |
bed & breakfast | - | max. 8 slaapplaatsen verdeeld over max. 3 kamers | |
groene en blauwe diensten | - | - |
- = niet van toepassing
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erf- of terreinafscheidingen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
- c. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'geen gebouwen' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen, kuilvoerplaten, mestplaten, sleufsilo's, mestbassins, permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen toegestaan;
- d. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- e. het aantal appartementen, hotelkamers en studio's ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-logiesgebouw' bedraagt respectievelijk ten hoogste 5, 7 en 2;
- f. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in bijlage 4 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu;
- g. tevens geldt het bepaalde in tabel 4.2.
Tabel 4.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoning | - | 1.000 m³ * | 6 m | 9 m |
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | - | 3,5 m | 6,5 m |
ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw': - bedrijfsgebouwen - kassen | bestaand | - | 6 m 4,5 m | 12 m 6,5 m |
kassen | 2.500 m² | - | 4,5 m | 6,5 m |
ter plaatse van de aanduiding 'loods' | 200 m² | - | 3 m | 5 m |
overige bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak** | - | 6 m | 12 m |
teeltondersteunende voorziening, niet zijnde kassen | gehele bouwvlak | - | - | 3 m |
tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen | ter plaatse van de aanduiding 'teeltondersteunende voorzieningen' | - | - | 3 m |
hagelnetten | gehele bouwvlak | - | - | - |
hagelnetten ter plaatse van de aanduiding 'hagelnetten' | ter plaatse van de aanduiding 'hagelnetten' | - | - | 4 m |
mestsilo's | 5.000 m³ | - | - | 8,5 m |
overige silo's | - | - | - | 15 m |
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m |
lichtmasten bij paardenbakken | - | - | - | 5 m |
lichtmasten overig | - | - | - | 5 m |
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m |
erf- of terreinafscheidingen t.b.v. boom-, sier- en fruitteelt buiten bouwvlak | - | - | - | 2 m |
overige erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardensport' | maximaal 20 hindernissen | - | - | 1,5 m |
- = niet van toepassing
* tenzij anders is aangegeven door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum volume ' anders is aangegeven
** tenzij anders is aangegeven door middel van de aanduiding specifieke bouwaanduiding 'geen gebouwen'
f. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kuilvoerplaten' kuilvoerplaten en sleufsilo's ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. het gebruik van afdekfolies buiten het bouwvlak is toegestaan;
- b. buitenopslag buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
- c. buitenopslag binnen het bouwvlak met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan;
- d. in afwijking van het bepaalde onder c geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch uitgesloten - buitenopslag' buitenopslag niet is toegestaan;
- e. paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
- f. bed & breakfast is niet buiten de woning toegestaan;
- g. in het kader van beroep- en bedrijf-aan-huis is geen horeca en detailhandel toegestaan;
- h. de productie van energie uit biomassa is niet toegestaan;
- i. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
- 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw of de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor het geven van mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
- 2. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logiesgebouw' mag aan ten hoogste 44 personen nachtverblijf worden verstrekt en is ondergeschikte horeca toegestaan.
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specieke vorm van recreatie - Vurensteeg 4' zijn dagrecreatieve- en horeca-activiteiten in de vorm van boerengolf, beugelbaan en horeca met terras voor fietsers en wandelaars toegestaan.
- l. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 1 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 6 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- m. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 3 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 8 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- n. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 18 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 14 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- o. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 20 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 17 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- p. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 24 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 19 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardensport' mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 14 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- r. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 11 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 21 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- s. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 14 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 22 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- t. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 15 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 23 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- u. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 16 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 24 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- v. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 19 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 26 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden - 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen, paardenbakken, erven, tuinen, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, ontsluitingswegen, recreatieve paden en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water;
alsmede voor:
- c. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij zoals genoemd artikel 1 lid 1.54;
- e. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in de landschappelijke openheid, de landschappelijke beslotenheid in de vorm van bosschages, houtwallen en lanen en de geomorfologische waarden in de vorm van hoogterrassen en steilranden;
- f. extensieve dagrecreatie;
- g. evenementen, met een maximum duur van 12 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden);
- h. de nevenfuncties zoals opgenomen in bijlage 5;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - seizoensarbeiders': huisvesting van maximaal 20 tijdelijke en structurele werknemers waarbij permanente bewoning niet is toegestaan.
- j. de in tabel 5.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 5.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
verkoop-aan-huis van lokaal/streekeigen agrarische producten | - | 100 m² | |
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken | |
groene en blauwe diensten | - |
- = niet van toepassing
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erf- of terreinafscheidingen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
- c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- d. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in Bijlage 3 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu;
- e. tevens geldt het bepaalde in tabel 5.2.
Tabel 5.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoning | - | 1.000 m³ | 6 m | 9 m |
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | - | 3,5 m | 6,5 m |
overige bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak | - | 6 m | 12 m |
teeltondersteunende voorziening, niet zijnde kassen | gehele bouwvlak | - | - | 3 m |
hagelnetten | gehele bouwvlak | - | - | - |
kassen | 2.500 m² | - | 4,5 m | 6 m |
mestsilo's | 5.000 m³ | - | - | 8,5 m |
overige silo's | - | - | - | 15 m |
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m |
lichtmasten bij paardenbakken | 5 m | |||
lichtmasten overig | - | - | - | 5 m |
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m |
erf- of terreinafscheidingen t.b.v. boom-, sier- en fruitteelt buiten bouwvlak | - | - | - | 2 m |
overige erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. het gebruik van afdekfolies buiten het bouwvlak is toegestaan;
- b. buitenopslag buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
- c. buitenopslag binnen het bouwvlak met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan;
- d. paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
- e. in het kader van beroep- en bedrijf-aan-huis is geen horeca en detailhandel toegestaan;
- f. de productie van energie uit biomassa is niet toegestaan;
- g. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
- 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw of de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor het geven van mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
- h. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat.
- i. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 2 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 7 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Natuur- En Landschapswaarden
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10;
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen, paardenbakken, erven, tuinen, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, ontsluitingswegen, recreatieve paden en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water;
alsmede voor:
- c. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij zoals genoemd artikel 1 lid 1.59;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenpension en trekkershutten': tevens een paardenpension, appartementen, trekkershutten en ondergeschikte horeca;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - mijnschacht en boorput': de instandhouding van de mijnschachten en/of boorputten;
- g. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in de landschappelijke openheid, de landschappelijke beslotenheid in de vorm van bosschages, houtwallen en lanen en de geomorfologische waarden in de vorm van hoogterrassen, steilranden en oude roermeanders;
- h. behoud, versterking en ontwikkeling van de natuur- en ecologische waarde van de gronden;
- i. extensieve dagrecreatie;
- j. de in tabel 6.1 vermelde toegestane nevenfuncties;
- k. de nevenfuncties zoals vermeld in Bijlage 5.
Tabel 6.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
verkoop-aan-huis van lokaal/streekeigen agrarische producten | - | 100 m² | |
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken | |
bed & breakfast | bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken | max. 8 slaapplaatsen verdeeld over max. 3 kamers | |
groene en blauwe diensten | - | - |
- = niet van toepassing
6.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erf- of terreinafscheidingen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
- c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- d. het aantal trekkershutten en appartementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenpension en trekkershutten' bedraagt respectievelijk ten hoogste 4 en 7;
- e. teeltondersteunende voorzieningen en kassen zijn niet toegestaan;
- f. er dient voldaan te worden aan de eisen die zijn gesteld in de in Bijlage 3 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu;
- g. tevens geldt het bepaalde in tabel 6.2.
Tabel 6.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoning | - | 1.000 m³ | 6 m | 9 m |
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | - | 3,5 m | 6,5 m |
appartementen en trekkershutten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenpension en trekkershutten' | bestaand | bestaand | bestaand | bestaand |
teeltondersteunende voorziening, niet zijnde kassen | gehele bouwvlak | - | - | 3 m |
hagelnetten | gehele bouwvlak | - | - | - |
overige bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak | - | 6 m | 12 m |
mestsilo's | 5.000 m³ | - | - | 8,5 m |
overige silo's | - | - | - | 15 m |
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m |
lichtmasten bij paardenbakken | - | - | - | 5 m |
lichtmasten overig | - | - | - | 5 m |
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m |
erf- of terreinafscheidingen t.b.v. boom-, sier- en fruitteelt buiten bouwvlak | - | - | - | 2 m |
overige erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing
6.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. het gebruik van afdekfolies buiten het bouwvlak is toegestaan;
- b. buitenopslag buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
- c. buitenopslag binnen het bouwvlak met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan;
- d. paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
- e. bed & breakfast is niet buiten de woning toegestaan;
- f. in het kader van beroep- en bedrijf-aan-huis is geen horeca en detailhandel toegestaan;
- g. de productie van energie uit biomassa is niet toegestaan;
- h. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
- 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw of de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor het geven van mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
- 2. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat.
- i. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 13 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 20 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Bedrijf
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven vallende in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
alsmede voor:
- b. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': een grenswinkel;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': horecabedrijven tot en met categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier': tevens een hoveniersbedrijf;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf': een nutsbedrijf;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': een nutsvoorziening;
- h. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation': een gasontvangstation;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zendpark': een zendpark met antennemasten;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gemeentewerf': een gemeentewerf uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf': een transportbedrijf uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtverwerkingsbedrijf': een houtverwerkingsbedrijf uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - meubelfabriek': een meubelfabriek uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - meubelmakerij, meubelstoffeerderij en detailhandel': een ambachtelijk bedrijf inzake de uitoefening van meubelmakerij en meubelstoffeerderij alsmede de daarmee in verband houdende detailhandel uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf'; een bouw- en aannemersbedrijf uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkplaats': een timmerwerkplaats uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - steenhandel': een steenhandel uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg': een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg': een vulpunt voor lpg;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein;
- u. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - Bevi': een Bevi-inrichting;
- v. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtbereidingsbedrijf':
- 1. timmerwerkfabrieken, vervaardiging artikelen van hout met een productie oppervlak van maximaal 200 m² uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- 2. glasbewerkingsbedrijven uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- 3. constructiewerkplaatsen: uitsluitend in een gesloten gebouw met een productie oppervlak van maximaal 200 m² uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- 4. smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke met een productie oppervlak van maximaal 200 m² uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
- 5. een showroom/showtuin voor houtproducten zoals tuinhuisjes en hout gerelateerde producten zoals vloeren.
met de daarbij behorende:
- w. werkplaatsen, magazijnen, kantines en bergingen;
- x. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. een hoofdgebouw en gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
- b. bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erf- of terreinafscheidingen zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
- c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 7.1;
Tabel 7.1
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||||
bedrijfswoning | - | 1.000 m³ | 6 m | 9 m | |||||
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | - | 3,5 m | 6,5 m | |||||
bedrijfsgebouwen | bestaand * | - | 6 m | 10 m | |||||
antennemasten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zendpark' | - | - | - | bestaand | |||||
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m | |||||
lichtmasten bij paardenbakken | - | - | - | 5 m | |||||
lichtmasten overig | - | - | - | 5 m | |||||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m | |||||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m | |||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
* tenzij anders is aangegeven door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' of 'maximum bebouwingspercentage'.
- = niet van toepassing
- e. in aanvulling op of in afwijking van hetgeen onder a en b is beschreven, geldt ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'koezoep' het volgende:
- 1. het bebouwd oppervlak inclusief overkappingen bedraagt niet meer dan 1.500 m²;
- 2. bebouwing op 18 m of minder, vanaf de aslijn van de Keulse Baan gemeten is niet toegestaan;
- 3. het bruto vloeroppervlak bedraagt ten hoogste 340 m² waarbij het verkoopvloeroppervlak niet meer dan 180 m² bedraagt;
- 4. bebouwing mag uit niet meer dan 1 bouwlaag bestaan;
- 5. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt niet minder dan 300 m³ en niet meer dan 850 m³;
- 6. de goothoogte van de bebouwing bedraagt niet meer dan 4,5 m;
- 7. de bouwhoogte van de bebouwing bedraagt niet meer dan 8 m;
- 8. de dakhelling bedraagt niet minder dan 15 graden en niet meer dan 60 graden, met dien verstande dat overkappingen van brandstoftappunten plat mogen worden afgedekt.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. nieuwe Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
- b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
- c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
- d. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- e. buitenopslag binnen het bestemmingsvlak met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan;
- f. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van ondergeschikte productiegebonden detailhandel met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
- g. ten dienste van het bedrijf is kantoorruimte toegestaan;
- h. houtwallen ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' dienen gerealiseerd en in stand gehouden te worden;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-timmerwerkplaats' is ten hoogste 100 m² gebruik van bestaande bebouwing voor detailhandel ten dienste van de bestemming toegestaan;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, met lpg' bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel en horeca ten hoogste 100 m²;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - steenhandel' bedraagt de oppervlakte van de bestaande bebouwing dat gebruikt mag worden voor detailhandel ten dienste van de bestemming ten hoogste 100 m²;
- l. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
- 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw of de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor het geven van mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
- 2. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat.
- m. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 7 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 11 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- n. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 22 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 18 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- o. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 4 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 27 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 8 Bedrijf - Agrarisch Aanverwant
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Agrarisch aanverwant' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarisch aanverwante bedrijven;
met de daarbij behorende:
- b. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- c. werkplaatsen, magazijnen, kantines en bergingen;
- d. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'transportbedrijf': het gebruik van de bestaande bebouwing ten behoeve van de stalling van voertuigen ten behoeve van goederentransport;
- f. ter plaats van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afvalinzameling' is als nevenfunctie tevens het inzamelen en tijdelijk opslaan van huishoudelijke afvalstoffen toegestaan.
alsmede voor:
- g. de in tabel 8.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 8.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
8.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- c. tevens geldt het bepaalde in tabel 8.2.
Tabel 8.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
bedrijfswoning | - | 1.000 m³ | 6 m | 9 m | |||
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | - | 3,5 m | 6,5 m | |||
bedrijfsgebouwen | bestaand | - | 6 m | 10 m | |||
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m | |||
lichtmasten bij paardenbakken | - | - | - | 5 m | |||
lichtmasten overig | - | - | - | 5 m | |||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. nieuwe Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
- b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
- c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
- d. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- e. buitenopslag binnen het bestemmingsvlak met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan;
- f. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
- g. ten dienste van het bedrijf is kantoorruimte toegestaan;
- h. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
- 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw of de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor het geven van mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
- 2. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat.
- i. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 8 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 12 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- j. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 9 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 13 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 9 Cultuur En Ontspanning - Bezoekerscentrum
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning - Bezoekerscentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bezoekerscentrum gericht op milieu- en natuureducatie;
met de daarbij behorende:
- b. evenementen, met een maximum duur van 7 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden);
- c. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen.
9.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. tevens geldt het bepaalde in tabel 9.1.
Tabel 9.1
max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||||
gebouwen | 900 m² | 4,5 m | 7 m | |||||
lichtmasten | - | - | 5 m | |||||
vlaggenmasten | - | - | 8 m | |||||
speeltoestellen | - | - | 5 m | |||||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | 2 m | |||||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m | |||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Specifieke gebruiksregels
De voor Cultuur en ontspanning - Bezoekerscentrum aangewezen gronden mogen mede worden gebruikt voor horeca en recreatie zoals een winkel, horeca, kantoren en terras in de vorm van een ondergeschikte functie ten dienste van de in lid 9.1 genoemde hoofdfunctie.
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 10 Cultuur En Ontspanning - Prostitutie
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning - Prostitutie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een seksinrichting;
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen.
10.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. tevens geldt het bepaalde in tabel 10.1.
Tabel 10.1
max. oppervlak/max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
gebouwen | bestaand | bestaand | bestaand | ||
lichtmasten | - | - | 5 m | ||
vlaggenmasten | - | - | 8 m | ||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | 2 m | ||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | 3 m |
- =niet van toepassing
10.3 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 11 Detailhandel
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 4': tevens een frituurkraam uit categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - winkelcontainer': tevens detailhandel in de containers;
met de daarbij behorende:
- d. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen.
11.2 Bouwregels
- a. een hoofdgebouw en gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
- b. bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erf- of terreinafscheidingen zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
- c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 11.1;
Tabel 11.1 Bouwregels
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
bedrijfsgebouwen | bestaand | - | 6 m | 10 m | |||
lichtmasten | - | - | - | 5 m | |||
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m | |||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- =niet van toepassing
- e. in aanvulling op of in afwijking van hetgeen onder a en b is beschreven, geldt ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'rothenbach' ten aanzien van bijbehorende bouwwerken het volgende:
- 1. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
- 2. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt niet meer dan 50 m².
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. detailhandel is uitsluitend toegestaan op de begane grond met dien verstande dat opslag en ondersteunende, ondergeschikte voorzieningen tevens in de kelder zijn toegestaan;
- b. op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 4' mag uitsluitend een verrijdbare frituurkraam neergezet worden;
- c. de bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan op de verdieping van de bedrijfsgebouwen;
- d. op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - winkelcontainer' mogen uitsluitend containers neergezet worden.
11.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 12 Detailhandel - Tuincentrum
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een tuincentrum;
- b. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
met de daarbij behorende:
- c. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen;
alsmede voor:
- d. ondergeschikte dagrecreatieve voorzieningen;
- e. de in tabel 12.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 12.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken | |
verkoop-aan-huis van lokaal/streekeigen agrarische producten | - | max. 100 m² |
- = niet van toepassing
12.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 1, tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- c. bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan achter het verlengde van de voorgevel van de bedrijfswoning;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 12.2.
Tabel 12.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
bedrijfswoning | 1.000 m³ | 6 m | 9 m | ||||
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | - | 3,5 m | 6,75 m | |||
bedrijfsgebouwen | zoals door middel van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' is aangegeven | - | 7,5 m | 12 m | |||
erf- of terreinafscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn van de woning - overige plaatsen | - | - | - | 1 m 1,2 m | |||
lichtmasten | - | - | - | 15 m | |||
vlaggenmasten | - | - | - | 12 m | |||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2,75 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- =niet van toepassing
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 13 Detailhandel - Tuincentrum - 2
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - Tuincentrum-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een tuincentrum;
- b. overige vormen van detailhandel,
- c. horeca uit de categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
- d. dienstverlening gericht op het thema tuin, wonen, dier en bouwen;
- e. extensieve dagrecreatie en een kinderboerderij.
met de daarbij behorende:
- f. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, kantoren, recreatieve paden en toegangswegen;
alsmede voor:
- g. ondergeschikte dagrecreatieve voorzieningen;
13.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. tevens geldt het bepaalde in tabel 13.2.
Tabel 13.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
bedrijfsgebouwen | zoals door middel van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' is aangegeven | - | 7,5 m | 12 m | |||
erf- of terreinafscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn van de woning - overige plaatsen | - | - | - | 1 m 1,2 m | |||
lichtmasten | - | - | - | 15 m | |||
vlaggenmasten | - | - | - | 12 m | |||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2,75 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- =niet van toepassing
13.3 afwijken van de bouwregels
13.4 specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 23' mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 16 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- b. de verkoop vloeroppervlakte van de detailhandel in de vorm van een tuincentrum dient minimaal 12.500m2 binnen de bebouwing te bedragen;
- c. detailhandelsvestigingen in de vorm van een supermarkt, winkel in witgoed, juwelier en/of drogist zijn niet toegestaan;
- d. detailhandel, niet zijnde tuincentrum, mag worden vormgegeven als zelfstandige vestiging of als commerciële ruimte binnen een vestiging (shop-in-shop), met een maximaal verkoopvloeroppervlak van 900 m2 per vestiging of commerciële ruimte;
- e. horeca is uitsluitend inpandig toegestaan en dient een functionele relatie te hebben met de hoofdfunctie en is ondersteunend aan de hoofdfunctie;
- f. maximaal 10% van het brutovloeroppervlakte mag gebruikt worden ten behoeve van horeca.
13.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 14 Groen - 1
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. plantsoenen;
- b. groenvoorzieningen;
- c. beplantingen;
- d. straatmeubilair en objecten van beeldende kunst;
- e. fiets- en voetpaden;
- f. toegangswegen en -paden naar percelen;
- g. recreatieve paden;
- h. water en waterberging;
- i. speelvoorzieningen, speelveldjes;
- j. evenementen, met een maximum duur van 7 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden);
- k. bladkorven en ondergrondse inzamelcontainers.
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen geldt de volgende regel:
- a. op de voor Groen - 1 aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
- b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,2 m;
- c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 3 m.
14.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 van deze regels, voor speeltoestellen en objecten van beeldende kunst tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 m, mits het gebruik op de aangrenzende bestemmingen daardoor niet onevenredig wordt gehinderd.
Artikel 15 Groen - 2
15.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd ter bescherming en instandhouding van een goede landschappelijke inpassing van de bebouwing;
- b. Ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' tevens voor een ontsluitingsweg.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen geldt de volgende regel:
- a. op de voor Groen - 2 aangewezen gronden zijn uitsluitend erf- en terreinafscheidingen met een hoogte van ten hoogste 1,2 m toegestaan.
15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Horeca
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven uit categorie 1a en 1b van de Staat van horeca-activiteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1': tevens een café-restaurant uit categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten met daaraan ondergeschikt het verlenen van logies;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 2': tevens een restaurant annex museum;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 3': tevens 5 recreatieve appartementen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 5': tevens een partycentrum uit categorie 3 van de Staat van Horeca-activiteiten;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 6 ' zijn tevens toegestaan:
- 1. zalenverhuur, uitgezonderd het gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen, behorende bij horecabedrijven uit categorie 1a, 1b en 1c van de Staat van Horeca-activiteiten;
- 2. (informatie)voorzieningen gericht op milieu- en natuureducatie;
- 3. kantoren in combinatie met opslag- en beheerruimten ten behoeve van het beheer van het nationaal park.
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 6 ' zijn niet toegestaan:
- 1. bedrijfswoningen;
- 2. een hotel;
- 3. een restaurant met een bezorg- en/of afhaalservice activiteit.
- h. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf': tevens een timmerwerkplaats;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie': een zend- en ontvangstinstallatie;
- k. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1': horeca tot en met categorie 1 en zalenverhuur.
met de daarbij behorende:
- m. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen;
- n. de in tabel 15.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 15.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||||
bed & breakfast | - | max. 8 slaapplaatsen verdeeld over max. 3 kamers | |||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
16.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. een hoofdgebouw en gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
- b. bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erf- of terreinafscheidingen zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
- c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 16.2;
- e. in aanvulling op of in afwijking van hetgeen onder a, b en c is beschreven, geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – 6' het bepaalde in tabel 16.2.1;
Tabel 16.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
bedrijfswoning | - | 1.000 m³ | 6 m | 9 m | |||
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | - | 3,5 m | 6,5 m | |||
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie' | bestaand | - | bestaand | bestaand | |||
overige bedrijfsgebouwen | bestaand * | - | 6 m | 10 m ** | |||
speeltoestellen en vlaggenmasten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1' | - | - | - | 5 m | |||
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – 3' | 5 recreatieve appartementen | - | - | - | |||
lichtmasten | - | - | - | 5 m | |||
zend- en ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie' | - | - | - | 40 m | |||
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m | |||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- =niet van toepassing
* = tenzij anders door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' anders is aangegeven
** = tenzij anders door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum bouwhoogte' anders is aangegeven
Tabel 16.2.1
max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
gebouwen | 900 m2 | 4,5 m | 7 m |
lichtmasten | - | - | 5 m |
vlaggenmasten | - | - | 8 n |
speeltoestellen | - | - | 5 m |
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | 2 m |
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | 3 m |
- =niet van toepassing
met dien verstande dat:
- f. in aanvulling op of in afwijking van hetgeen onder a, b en c is beschreven, geldt ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'rothenbach' ten aanzien van bijbehorende bouwwerken het volgende:
- 1. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
- 2. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt niet meer dan 50 m².
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. terrassen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
16.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 17 Kastelen En Landgoederen
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kastelen en landgoederen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud en herstel van het kasteel en/of landgoed alsmede voor herbouw van kastelen voor zover zulks mede gericht is op herstel van uitwendige cultuurhistorische waarden;
- b. behoud en herstel van de natuurwaarden, de visueel-landschappelijke waarden en de cultuurhistorische waarden;
- c. recreatief gebruik ondergeschikt aan de hoofdfunctie;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - aerwinkel': tevens het bewonen van Landgoed kasteel Aerwinkel;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - daelenbroek': tevens het bewonen van kasteel Daelenbroek;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - frymerson': tevens het bewonen van landhuis Frymerson;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - kasteel montfort': kasteel Montfort;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 't steenen huys': tevens kantoren en het bewonen van kasteel 't Steenen huys;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - hoosden': tevens het bewonen van landhuis Hoosden;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - klein paarlo': tevens het bewonen van landgoed Klein Paarlo;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - aerwinkel 1': horecadoeleinden, restaurant, hotel, (feest)zalencomplex, sociaal-culturele doeleinden in de vorm van vergader- en conferentiegelegenheden alsmede museum en expositieruimten.'
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - aerwinkel 2': horeca, sociaal-culturele doeleinden in de vorm van vergader- en conferentiegelegenheden alsmede expositieruimten, educatie, (zorg)hotel, verblijfsaccommodatie.'
alsmede voor:
- m. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in de landschappelijke openheid, de landschappelijke beslotenheid in de vorm van bosschages, houtwallen en lanen;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': horecadoeleinden in de vorm van restaurant, (feest)zalencomplex, sociaal-culturele doeleinden in de vorm van vergader- en conferentiegelegenheden alsmede museum- en expositieruimten;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - voorburcht': horecadoeleinden, sociaal-culturele doeleinden in de vorm van vergader- en conferentiegelegenheden alsmede expositieruimten;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - appartement': een historisch boerderij/appartementencomplex;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenstal': een paardenstal;
met de daarbij behorende:
- r. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, landerijen en toegangswegen;
- s. evenementen, met een maximum duur van 7 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden);
- t. de in tabel 17.1 toegestane nevenfuncties.
Tabel 17.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||||
bed & breakfast | - | max. 16 slaapplaatsen verdeeld over max. 6 kamers | |||
educatie en cultuur | - | bestaand | |||
trouwlocatie ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen - aerwinkel', specifieke vorm van wonen - daelenbroek' en 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - kasteel montfort' | alle gronden | bestaand | |||
groene en blauwe diensten | alle gronden | - | |||
horeca | - | 100 m² | |||
ondergeschikte detailhandel | - | 100 m² | |||
kantoor | - | bestaand | |||
beroep-aan-huis in een woning | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
17.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. het aantal woningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- c. het aantal appartementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - appartement' bedraagt ten hoogste 15;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 17.2.
Tabel 17.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
woning (inclusief bijbehorende bouwwerken) | bestaand | - | bestaand | bestaand |
overige gebouwen | bestaand | - | bestaand | bestaand* |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - appartement' | bestaand | bestaand | bestaand | |
erf- of terreinafscheidingen binnen het bouwvlak: - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen | - | - | - | 1 m 2 m |
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | 1,2 | |||
lichtmasten | - | - | - | 5 m |
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing
* tenzij anders door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum bouwhoogte' anders is aangegeven.
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. de totale voor publiek toegankelijke vloeroppervlakte in gebruik voor restaurantfunctie, het (feest)zalencomplex en de sociaal-culturele doeleinden ter plaatse van de aanduiding 'horeca' bedraagt ten hoogste 1.250 m².
- b. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 10 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 15 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
17.5 Afwijken van de gebruiksregels
17.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 18 Kastelen En Landgoederen - 2
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kastelen en landgoederen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud en herstel van het kasteel en/of landgoed alsmede voor herbouw van kastelen voor zover zulks mede gericht is op herstel van uitwendige cultuurhistorische waarden;
- b. behoud en herstel van de natuurwaarden, de visueel-landschappelijke waarden en de cultuurhistorische waarden;
- c. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke inpassing op grond van het Limburgs Kwaliteitsmenu;
- d. recreatief gebruik ondergeschikt aan de hoofdfunctie;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning – kasteel Montfort': kasteel Montfort;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1': horeca tot en met categorie 1;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1, uitgebreid met zalenverhuur': horeca tot en met categorie 1, uitgebreid met zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen. Onder regulier gebruik wordt verstaan meer dan 5 keer per jaar;
alsmede voor:
- h. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in de landschappelijke openheid, de landschappelijke beslotenheid in de vorm van bosschages, houtwallen en lanen;
- i. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, tijdelijke parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, landerijen en toegangswegen;
- j. permanente parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
- k. de in tabel 18.1 toegestane nevenfuncties.
Tabel 18.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
educatie en cultuur | - | bestaand |
trouwlocatie ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning – Kasteel Montfort' | alle gronden | bestaand |
groene en blauwe diensten | alle gronden | - |
ondergeschikte detailhandel | - | 100 m² (binnen de gehele bestemming) |
kantoor | - | bestaand |
-= niet van toepassing
18.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. tevens geldt het bepaalde in tabel 18.2.
Tabel 18.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
overige gebouwen | bestaand* | - | bestaand | bestaand |
ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'extra bebouwing' is bebouwing toegestaan | zoals door middel van de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte bebouwing' is aangegeven | - | - | - |
folly's | 50 m² | |||
erf- of terreinafscheidingen binnen het bouwvlak: | - | - | - | 2 m |
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 2 m |
lichtmasten | - | - | - | 5 m |
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing.
* = tenzij door middel van de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte bebouwing' anders is aangegeven.
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik van de gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. horeca is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1' en 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categrorie 1, uitgebreid met zalenverhuur'.
- b. ter plaatse van de aanduiding evenemententerrein zijn tevens toegestaan evenementen uit de categorieën 1 tot en met 3 met de daarbij behorende tijdelijke voorzieningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - kasteeltuin' zijn tevens toegestaan evenement uit categorie 3.
1. Categorie 1:
- Maximaal 2 evenementen per jaar;
- Een maximale duur van 168 aaneengesloten uren (inclusief het opbouwen en afbreken);
- Een maximum aantal bezoekers van 5.000 gelijktijdig per dag aanwezig gedurende 3 dagen;
- Een maximaal langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Lar,lt) van 75 dB(A) op de gevels van de woningen om en nabij het (evenementen)terrein.
2. Categorie 2:
- Maximaal 3 evenementen per jaar;
- Een maximale duur van 120 aaneengesloten uren (inclusief het opbouwen en afbreken);
- Een maximum aantal bezoekers van 3.000 gelijktijdig aanwezig gedurende 1 dag;
- Een maximaal langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Lar,It) van 70 dB(A) op de gevels van de woningen om en nabij het (evenementen)terrein.
3. Categorie 3:
- Maximaal 5 evenementen per jaar;
- Een maximale duur van 96 aaneengesloten uren (inclusief het opbouwen en afbreken);
- Een maximum aantal bezoekers van 1.500 gelijktijdig aanwezig gedurende 1 dag;
- Een maximaal langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Lar,It) van 65 db(A) op de gevels van de woningen om en nabij het (evenementen)terrein.
Evenementen of combinaties van evenementen die niet meteen zijn te kwalificeren binnen een bepaalde categorie, moeten worden beoordeeld zoals weergegeven in tabel 18.3. De grootste variabele bepaalt de categorie. De voorwaarden zoals hiervoor genoemd gelden vervolgens onverkort.
Tabel 18.3
Categorie | 1 | 2 | 3 |
Aantal per jaar | <=2 | <=3 | <=5 |
Aantal uren | <=168 | <=120 | <=96 |
Aantal bezoekers | <=5.000 | <=3.000 | <=1.500 |
Geluidsbelasting (db(A)) | <=75 | <=70 | <=65 |
d. ter plaatse van de aanduiding evenemententerrein is het tevens toegestaan de gronden te gebruiken voor een weidegang van dieren.
18.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 19 Maatschappelijk
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenpension': een dierenpension en tevens wonen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - mortuarium': een mortuarium;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - buurtcentrum': een buurtcentrum;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - paardentandcorrector': een paardentandcorrector inclusief schuilstallen voor paarden, een paardenbak en tevens wonen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - schutterij': sportdoeleinden ten dienste van het schieten met de buks op de hark;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij': een kinderboerderij;
met de daarbij behorende:
- g. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen;
- h. evenementen, met een maximum duur van 7 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden);
- i. de in tabel 19.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 19.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
19.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. een hoofdgebouw en gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
- b. bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erf- of terreinafscheidingen, zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
- c. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de grens van het bouwperceel bedraagt ten minste 3 m, met dien verstande dat voor bestaande bedrijfsgebouwen op kortere afstand van de perceelsgrens deze kortere afstand geldt;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenpension' en 'specifieke vorm van maatschappelijk - paardentandcorrector' is tevens één bedrijfswoning per bouwvlak toegestaan;
- e. tevens geldt het bepaalde in tabel 19.2.
Tabel 19.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
gebouwen | bestaand* | - | - | 6 m | |||
bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenpension' en 'specifieke vorm van maatschappelijk - paardentandcorrector' | - | 1.000 m³ | 6 m | 9 m | |||
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | - | 3,5 m | 6,5 m | |||
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - schutterij' | - | 85 m² * | 4,5 m | 6 m | |||
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - schutterij' schietbomen en kogelvangers | - | - | 15 m | - | |||
kogelvanger | - | - | bestaand | - | |||
speeltoestellen ter plaatsen van de aanduiding 'kinderboerderij' | - | - | - | 5 m | |||
lichtmasten | - | - | - | 5 m | |||
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m | |||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
* tenzij anders met de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' is aangegeven
- = niet van toepassing
19.3 Afwijken van de bouwregels
19.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik geldt de volgende regel:
- a. de voor Maatschappelijk aangewezen gronden mogen mede worden gebruikt voor horeca uit categorie 1a of 1b van de Staat van Horeca-activiteiten en sport, in de vorm van een ondergeschikte functie ten dienste van de maatschappelijke hoofdfunctie, zoals een kantine of gymzaal en sportveld.
19.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 20 Maatschappelijk - Begraafplaats
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een begraafplaats;
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen.
20.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen en kapellen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. het aantal kapellen bedraagt ten hoogste 1 per bouwvlak;
- c. tevens geldt het bepaalde in tabel 20.1.
Tabel 20.1
max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
gebouwen | 100 m² | 4,5 m | 7 m | ||
kapel | 25 m² | - | 5 m | ||
grafzerken en grafzuilen | - | - | 1,5 m | ||
lichtmasten | - | - | 5 m | ||
vlaggenmasten | - | - | 8 m | ||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | 2 m | ||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m | ||
urnenmuur en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing
20.3 Afwijken van de bouwregels
20.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 21 Maatschappelijk - Kapel
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Kapel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kapellen;
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen.
21.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. tevens geldt het bepaalde in tabel 21.1.
Tabel 21.1
max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
gebouwen | bestaand | bestaand | bestaand | ||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | 2 m | ||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m |
- = niet van toepassing
Artikel 22 Maatschappelijk - Militaire Zaken
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Militaire zaken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. militaire doeleinden met de daarbij behorende bebouwing en voorzieningen;
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen.
22.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m;
- c. tevens geldt het bepaalde in tabel 22.1.
Tabel 22.1
max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
gebouwen | 250 m² | 3,5 m | 5 m | ||
vlaggenmasten | - | - | 8 m | ||
lichtmasten | - | - | 5 m | ||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | 2 m | ||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m |
- = niet van toepassing
Artikel 23 Maatschappelijk - Vuilstort
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Vuilstort' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een vuilstort en de inzameling, be- en verwerking en recycling van afval, met dien verstande dat het storten van afval is toegestaan met uitzondering van ziekenhuis-, chemisch en nucleair afval;
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen, zoals wegen, groen, recreatieve paden, water, transportvoorzieningen, nazorgvoorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
23.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de grens van het bouwperceel bedraagt ten minste 3 m, met dien verstande dat voor bestaande bedrijfsgebouwen op kortere afstand van de perceelsgrens deze kortere afstand geldt;
- c. tevens geldt het bepaalde in tabel 23.1.
Tabel 23.1
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
gebouwen | bestaand* | - | - | 8 m | |||
lichtmasten | - | - | - | 10 m | |||
hekwerken | - | - | - | 4 m | |||
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m | |||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 10 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 4 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen bouwvlak | - | - | - | 10 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 2 m |
* tenzij anders met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven
- = niet van toepassing
23.3 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 24 Molen
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - standaardmolen': een standaardmolen en tevens wonen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - watermolen': een watermolen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - turbinemolen': een turbinemolen;
- d. educatieve en culturele doeleinden;
met de daarbij behorende:
- e. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen;
alsmede voor:
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - standaardmolen': instandhouding van de cultuurhistorische en monumentale waarden van de standaardmolen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - watermolen': instandhouding van de cultuurhistorische en monumentale waarden van de watermolen en de ontvangst, berging en/of afvoer van water, de bescherming en het onderhoud alsmede voor het behoud, herstel en de ontwikkeling van de hier aanwezige ecologische waarden;
- h. de in tabel 24.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 24.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||||
beroep-aan-huis* | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken | |||
bed & breakfast* | - | max. 8 slaapplaatsen verdeeld over max. 3 kamers | |||
verkoop van lokaal/streekeigen agrarische producten of van in de regio geproduceerde of bewerkte molenverwante artikelen | - | 100 m² |
- =niet van toepassing
* = uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 'watermolen'
24.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. het aantal bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - watermolen' per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1;
- c. tevens geldt het bepaalde in tabel 24.2.
Tabel 24.2 Bouwregels
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - watermolen' | bestaand | bestaand | bestaand | ||||
bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - watermolen' | 100 m² | - | 3,5 m | 6,5 m | |||
gebouwen | bestaand | bestaand | bestaand | bestaand | |||
overige gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - watermolen' | - | - | 4 m | 9 m | |||
lichtmasten | - | - | - | 5 m | |||
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m | |||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- =niet van toepassing
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. kleinschalige horeca is toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de bestemming.
Artikel 25 Natuur
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. natuur in de vorm van bos, weilanden, moeras, water, heide en/of zandgronden;
- b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijk en cultuurhistorische waarden;
- c. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de hier aanwezige ecologische waarden;
alsmede voor:
- d. waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water;
- e. houtproductie;
- f. extensief recreatief medegebruik;
- g. recreatieve wandel- en fietspaden;
- h. agrarisch medegebruik ten behoeve van natuurbeheer;
- i. de instandhouding van de mogelijkheden voor steenkolenwinning;
- j. parkeer- en verkeersvoorzieningen;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - mijnschacht en boorput': de instandhouding van de mijnschachten en/of boorputten;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - grondwal': een grondwal;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - klimvoorzieningen': tevens klimvoorzieningen ten behoeve van een speelbos;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': een parkeerterrein.
25.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten behoeve van opslag/berging in het kader van natuurbeheer worden gebouwd;
- c. de bestaande maatvoering van de gebouwen mag niet worden vergroot;
- d. de bouwhoogte van een hoogzit bedraagt ten hoogste 5 m;
- e. de bouwhoogte van een branduitzichttoren ten behoeve van recreatie en observatie bedraagt ten hoogste 15 m;
- f. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,2 m;
- g. de inhoud van een voederberging/voederruif voor wild bedraagt ten hoogste 3 m³ met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- h. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.
25.3 Afwijken van de bouwregels
25.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. het winnen van bosstrooisel of mos is niet toegestaan.
25.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Recreatie - Dagrecreatie
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'vijver': een visvijver en sportvisserij;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': een volkstuin(complex);
- c. ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan': een golfterrein alsmede de instandhouding van bos, houtopstanden, natuurterreinen, daaraan ondergeschikt horeca en recreatief medegebruik alsmede tot behoud of herstel van de plaatselijke hoge natuurwaarden;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': horeca en dagrecreatie;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin': een speeltuin;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - indoorspeeltuin': een speeltuin gelegen in één of meer ruimtes van een gebouw;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplaats': een jongerenontmoetingsplaats / schuilgelegenheid voor kortstondig dagrecreatief verblijf;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning;
met de daarbij behorende:
- j. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen.
26.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
26.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan' dient ten minste 30 ha als bos of houtopstand in stand gehouden te worden;
- b. de gezamenlijke oppervlakte van de holes of fairways bedraagt ten hoogste 30 ha waarvan ten minste 20% als natuurterrein in stand gehouden moet worden.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een groepsaccommodatie met bijbehorende bebouwing en voorzieningen;
- b. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- c. kampeerplaatsen voor tijdelijke kampeermiddelen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - jeugdcentrum': een jeugdcentrum;
- e. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
- f. de in tabel 27.1 vermelde toegestane nevenfuncties:
Tabel 27.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
27.2 Bouwregels
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1;
- c. tevens geldt het bepaalde in tabel 27.2.
Tabel 27.2
max. inhoud/oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoning | 1.000 m³ | 6 m | 9 m |
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | 3,5 m | 6,5 m |
gebouwen voor groepsverblijf | bestaand | 4 m | 8 m |
gebouwen voor beheer, centrale voorzieningen, onderhoud en sanitair | bestaand | 4 m | 8 m |
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - jeugdcentrum' | 630 m² (gezamenlijk) | bestaand | bestaand |
bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - jeugdcentrum' | 70 m² | - | 6 m |
kampeerplaatsen | - | - | - |
speeltoestellen en lichtmasten | - | - | 5 m |
vlaggenmasten | - | - | 8 m |
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | 2 m |
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | 2 m |
- = niet van toepassing
27.3 Afwijken van de bouwregels
27.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. in het kader van beroep- en bedrijf-aan-huis is geen horeca en detailhandel toegestaan;
- b. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn.
27.5 Afwijken van de gebruiksregels
27.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 28 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een camping met kampeermiddelen en bijbehorende bebouwing en voorziening;
- b. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- c. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
- d. de in tabel 28.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 28.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
28.2 Bouwregels
- a. gebouwen voor centrale recreatieve voorzieningen (niet zijnde stacaravans en trekkershutten), beheer/onderhoud en sanitair zijn uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming toegestaan;
- b. de totale oppervlakte aan bebouwing bedraagt niet meer dan aangegeven door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage';
- c. kampeermiddelen dienen uitsluitend vrijstaand of twee aaneengeschakeld te worden;
- d. de lengte van 2 aaneengeschakelde kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 12 m;
- e. de breedte van 2 aaneengeschakelde kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
- f. de hoogte van 2 aaneengeschakelde kampeermiddelen bedraagt ten hoogste 3,4 m;
- g. tevens geldt het bepaalde in tabel 28.2.
Tabel 28.2
max. aantal | max. inhoud/oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
bedrijfswoning | 1 | 1.000 m³ | 6 m | 9 m | |||
bijbehorende bouwwerken | - | 100 m² | 3,5 m | 6,5 m | |||
gebouwen voor beheer, centrale voorzieningen, onderhoud en sanitair | - | - | 5 m | 7 m | |||
kampeermiddelen en stacaravans | 303*) in totaal | - | - | - | |||
trekkershutten | 2 in totaal | 50 m² | 3 m | 5 m | |||
bijbehorende bouwwerken behorende bij jaarplaatsen | 1 per jaarplaats | 6 m² | - | 3 m | |||
speeltoestellen en lichtmasten | - | - | - | 5 m | |||
vlaggenmasten | - | - | - | 8 m | |||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | 2 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m |
*) waarvan ten hoogste 248 jaarkampeerplaatsen
- = niet van toepassing
28.3 Afwijken van de bouwregels
28.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. kleinschalige horeca en detailhandel is toegestaan als ondergeschikte functie met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²die ten dienste staat van de bestemming;
- b. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn.
28.5 Afwijken van de gebruiksregels
28.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 29 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 3
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. individuele recreatiewoningen en/of groepsaccommodaties die geen deel uitmaken van een recreatiewoningenpark;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - voormalige bedrijfsbebouwing': tevens voormalige bedrijfsbebouwing;
- c. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen.
29.2 Bouwregels
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. het aantal recreatiewoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal recreatiewoningen' anders is aangegeven;
- c. het aantal groepasaccommodaties bedraagt 0 tenzij anders door middel van een maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal groepsaccommodaties' anders is aangegeven;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 29.1;
Tabel 29.1
max. oppervlakte/inhoud | max. bouwhoogte | dakhelling | |
recreatiewoning | bestaand | zonder kap 3 m met kap 5 m | zonder kap: geen met kap: ten hoogste 60° |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken | bestaand | 3 m | - |
erf- of terreinafscheidin- gen binnen het bouwvlak | - | 1 m | - |
erf- of terreinafscheidingen buiten het bouwvlak | - | 1,2 m | - |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 2 m | - |
- = niet van toepassing
met dien verstande dat:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - voormalige bedrijfsbebouwing' het volgende geldt:
- 1. het bestaande oppervlak aan bebouwing is toegestaan;
- 2. het uitbreiden van bestaande bebouwing is in geen geval toegestaan;
- 3. nieuwbouw is in geen geval toegestaan.
29.3 Afwijken van de bouwregels
29.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn.
29.5 Afwijken van de gebruiksregels
29.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 30 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 4
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een recreatiebungalowpark met bijbehorende bebouwing en voorzieningen;
met daarbij behorende:
- b. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen;
met dien verstande dat:
- c. centrale recreatieve voorzieningen zoals uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - centrale voorzieningen' en de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - posterbos/'t hitje';
- d. de in tabel 30.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 30.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
30.2 Bouwregels
- a. bungalows mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. bungalows mogen uitsluitend vrijstaand of geschakeld worden gebouwd;
- c. het aantal bungalows bedraagt ten hoogste het aantal zoals aangegeven door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen';
- d. de totale oppervlakte aan bebouwing voor centrale voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - centrale voorzieningen' bedraagt ten hoogste 50% van de gronden voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - centrale voorzieningen';
- e. de verticale diepte van een of meer centrale recreatieve voorzieningen bedraagt ten hoogste 5 m;
- f. tevens geldt het bepaalde in tabel 30.2;
Tabel 30.2
max. inhoud of opp. | max. goothoogte | max. bouwhoogte | dakhelling | ||||
bungalow | 100 m² | - | - zonder kap: 3 m - met kap: 5 m | - zonder kap: geen - met kap: ten hoogste 60° | |||
huisvesting van een of meer centrale voorzieningen | - | - | - zonder kap: 6 m - met kap: 8 m | - zonder kap: geen - met kap: ten hoogste 60° | |||
openbare verlichting en sport- en spelvoorzieningen | - | - | 5 m | - | |||
vlaggenmasten | - | - | 8 m | - | |||
sanitaire voorzieningen | - | - | - zonder kap: 3,5 m - met kap: 4,5 m | - zonder kap: geen - met kap: ten hoogste 60° | |||
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | 2 m | - | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m | - | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | 2 m | - |
- = niet van toepassing
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - posterbos/'t hitje' het volgende geldt:
- g. bungalows mogen uitsluitend vrijstaand of geschakeld worden gebouwd;
- h. bungalows mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- i. het aantal bungalows bedraagt ten hoogste het aantal zoals aangegeven door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen';
- j. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 1;
- k. tevens geldt het bepaalde in tabel 30.3.
Tabel 30.3
min inhoud of opp. | max inhoud of opp. | max. goothoogte/bouwhoogte | dakhelling | ||||
totale bebouwing | - | 12.600 m² | - | - | |||
bedrijfswoning | 200 m³ | 600 m³ | 5,5 m/8 m | - | |||
vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning | - | 25 m² | - zonder kap: 3 m - met kap: 4,5 m | - zonder kap: geen - met kap: ten hoogste 60° |
- = niet van toepassing
30.3 Afwijken van de bouwregels
30.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn.
30.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 31 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie – Verblijfsrecreatie - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. toeristische kampeerplaatsen met bijbehorende toiletgebouwen;
- b. stacaravans;
- c. tenten;
- d. zomerhuisjes;
- e. trekkershutten;
- f. tenthuisjes;
- g. jaarplaatsen;
- h. een gebouw ten behoeve van centrale voorzieningen, zwembaden, midgetgolfterrein, een zwemvijver en een aan verblijfsrecreatie ondergeschikt café/restaurant uit categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning;
- j. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
met de daarbij behorende:
- k. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
- l. de in tabel 31.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 31.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
31.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. bebouwing dient overeenkomstig het inrichtingsplan, zoals opgenomen in bijlage 5, gebouwd te worden;
- b. de afstand tussen kampeerchalets en bungalows alsmede tussen deze onderling bedraagt ten minste 5 m;
- c. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 1 per aanduiding 'bedrijfswoning';
- d. het aantal zomerhuisjes bedraagt ten hoogste 50;
- e. het aantal stacaravans bedraagt ten hoogste 168;
- f. het aantal trekkershutten bedraagt ten hoogste 3;
- g. het aantal tenthuisjes bedraagt ten hoogste 10;
- h. tevens geldt het bepaalde in tabel 31.2.
Tabel 31.2
inhoud | oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | dakhelling | |||||||
gebouwen ten behoeve van toeristische kampeerplaatsen, stacaravans, tenten, kampeerchalets en jaarplaatsen, zoals sanitaire voorzieningen. | - | bebouwingspercentage ten hoogste1% van de bestemming | - | 3 m | 30° | ||||||
zomerhuisjes | ten minste 125 m² en ten hoogste 250 m³ | - | 3 m | - | 45° | ||||||
stacaravans | 35 m2 | - | 3 m | - | - | ||||||
trekkershutten | 12 m2 | - | 3 m | - | - | ||||||
tensthuisjes | 35 m2 | - | 3 m | - | - | ||||||
bedrijfswoning | 500 m3 | - | 4,5 m | 8 m | 30° | ||||||
bijgebouwen bij een bedrijfswoning | - | 60 m² | 3 m | - | - | ||||||
gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen | - | 3.000 m² | 6,5 m | - | 5° | ||||||
bebouwing in de vorm van een zwembad | - | 1.500 m² | - | 8 m | - | ||||||
speeltoestellen, licht- en vlaggenmasten | - | - | - | 6 m | - | ||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m | - |
- = niet van toepassing
31.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn;
- b. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 304 standplaatsen voor kampeermiddelen voor toeristisch kamperen toegestaan;
- c. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 40 seizoensplaatsen toegestaan;
- d. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 301 jaarplaatsen toegestaan;
- e. gebruik overeenkomstig de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5' is uitsluitend toelaatbaar indien het inrichtingsplan, zoals opgenomen in bijlage 5, wat betreft de locatie van de standplaatsen voor kampeermiddelen voor toeristisch kamperen, uitgevoerd en in stand gehouden wordt;
- f. het terrein mag gebruikt worden gedurende het gehele jaar, met dien verstande dat op de standplaatsen voor kampeermiddelen voor toeristisch kamperen en seizoenstandplaatsen voor kampeermiddelen in de periode 1 november tot 15 maart geen onbezette kampeermiddelen aanwezig mogen zijn;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel' dienen houtopstanden langs de Bosbeek te worden aangeplant en deze dienen in stand gehouden te worden; hierbij geldt als referentiebeeld de situatie op 8 mei 1992;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' dient ten minste met 35% aan houtopstanden te worden aangeplant en deze dienen in stand gehouden te worden;
- i. het terrein dient bedrijfsmatig geëxploiteerd te worden.
31.4 Afwijken van de gebruiksregels
31.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
31.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 32 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 6
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie, in de vorm van standplaatsen voor stacaravans, kampeermiddelen en een bungalowpark;
- b. sanitaire voorzieningen;
- c. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair.
32.2 Bouwregels
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend stacaravans en kampeermiddelen, een gebouw voor sanitaire voorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, die ten dienste staan van deze bestemming met dien verstande dat:
- a. sanitaire voorzieningen uitsluitend zijn toegestaan binnen het bouwvlak;
- b. de afstand tussen stacaravans onderling ten hoogste 5 m bedraagt;
- c. recreatiebungalows uitsluitend vrijstaand gebouwd mogen worden;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 32.1.
Tabel 32.1
max. aantal | max. oppervlakte per stacaravan/bungalow | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
sanitaire voorzieningen | - | - | 3 m | 4,5 m | |||
stacaravans | - | 30 m² | - | 3,8 m | |||
recreatiebungalows | 5 per bouwvlak | 165 m² | bestaand | bestaand | |||
erf- of terreinafscheidingen binnen het bouwvlak | - | - | - | 2 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m | |||
speeltoestellen en lichtmasten | - | - | - | 5 m | |||
vlaggenmasten | - | - | 8 m | ||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing
32.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. binnen het bestemmingsvlak zijn ten hoogste 32 standplaatsen voor stacaravans of andere kampeermiddelen, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
- b. de oppervlakte van een standplaats voor stacaravans bedraagt ten minste 100 m² en ten hoogste 175 m²;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal' dient ten minste 35% aangeplant te worden met houtopstanden en deze dienen in stand gehouden te worden;
- d. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn.
32.4 Afwijken van de gebruiksregels
32.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 33 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 7
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een pension;
- b. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- c. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
- d. de in tabel 33.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 33.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
33.2 Bouwregels
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. bijbehorende bouwwerken bij de woning zijn uitsluitend toegestaan achter de voorgevelrooilijn;
- c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 33.2.
Tabel 33.2
max. inhoud/opper vlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoning | 1.000 m³ | 6 m | 9 m |
bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning | 100 m² | 3,5 m | 6,5 m |
overige gebouwen | bestaand | - | 6,75 m |
speeltoestellen en lichtmasten | - | - | 5 m |
vlaggenmasten | - | 8 m | |
erf- of terreinafscheidingen binnen het bouwvlak: - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen | - | - | 1 m 2 m |
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m |
bouwwerken, geen gebouw zijnde | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing
33.3 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 34 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 8
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 8' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een minicamping met ten hoogste 40 standplaatsen voor kampeermiddelen;
- b. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- c. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
- d. de in tabel 34.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 34.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
34.2 Bouwregels
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. bijbehorende bouwwerken bij de woning zijn uitsluitend toegestaan achter de voorgevelrooilijn;
- c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1, tenzij anders door middel van de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 34.2.
Tabel 34.2
max. inhoud/ oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||
bedrijfswoning | 1.000 m³ | 6 m | 9 m | ||||
bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning | 100 m² | 3,5 m | 6,5 m | ||||
gebouwen | bestaand | bestaand | bestaand | ||||
erf- of terreinafscheidingen binnen het bouwvlak: - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen | - | - | 1 m 2 m | ||||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m |
- = niet van toepassing
34.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn.
34.4 Afwijken van de gebruiksregels
34.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 35 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 9
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 9' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een minicamping met ten hoogste 30 standplaatsen voor kampeermiddelen;
- b. wonen, mits de bouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
- c. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden, toegangswegen, bankjes en ander parkmeubilair;
- d. de in tabel 35.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 35.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
35.2 Bouwregels
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. bijbehorende bouwwerken bij de woning zijn uitsluitend toegestaan achter de voorgevelrooilijn;
- c. het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1, tenzij anders door middel van de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 35.2.
Tabel 35.2
max. inhoud/ oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||
bedrijfswoning | 1.000 m³ | 6 m | 9 m | ||||
bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning | 100 m² | 3,5 m | 6,5 m | ||||
gebouwen | bestaand | bestaand | bestaand | ||||
erf- of terreinafscheidingen binnen het bouwvlak: - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen | - | - | 1 m 2 m | ||||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m |
- = niet van toepassing
35.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt ten minste 5 m, met dien verstande dat deze afstand niet van toepassing is voor kampeermiddelen die aaneengeschakeld zijn.
35.4 Afwijken van de gebruiksregels
35.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 36 Sport
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sport en spel': voorzieningen ten behoeve van sport- en speldoeleinden, kantines, kleedruimten en evenementen met een maximum duur van 7 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden);
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sportterrein': sportdoeleinden ten behoeve van veld- en baansporten en evenementen met een maximum duur van 7 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden);
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - detailhandel, fitnesscentrum en sportschool': een fitnesscentrum annex sportschool en detailhandel;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietinrichting binnensport': een schietinrichting;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad': een zwembad;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'manege': een manege;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'welness': een welnessvoorziening;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning;
- i. ter plaatse van de aanduiding: 'specifieke vorm van horeca - venhof 2': horeca-activiteiten ten behoeve van café, restaurant, zalenverhuur en 5 trekkershutten;
- j. voor besloten feesten binnen de bestemming 'Sport'.
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - trekkerhutten' maximaal 6 trekkershutten;
- l. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen;
- m. de in tabel 36.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 36.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
36.2 Bouwregels
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de grens van het bouwperceel bedraagt ten minste 3 m, met dien verstande dat voor bestaande bedrijfsgebouwen op kortere afstand van de perceelsgrens deze kortere afstand geldt;
- c. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- d. het aantal bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- e. tevens geldt het bepaalde in tabel 36.2.
Tabel 36.2
max. inhoud/oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoning | 1.000 m³ | 6 m | 9 m |
bijbehorende bouwwerken | 100 m² | ||
bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'manege' | - | - | 3,5 m |
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sportterrein' | 300 m² | 3,5 m* | 5,5 m* |
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sport en spel' | 2% | - | 5 m |
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - detailhandel, fitnesscentrum en sportschool' | 70% | - | 5,5 m |
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'manege' | trekkershutten volledig bouwvlak** | 4 m | 8 m |
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'zwembad' | - | 4 m | 8 m |
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietinrichting binnensport' | volledig bouwvlak | 4 m | 8 m |
voorziening voor afvalstoffen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sport en spel' | 50 m³ | - | 2 m |
erf- en terreinafscheidingen binnen bouwvlak | - | - | 2 m |
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | 1,2 m |
lichtmasten en ballenvangers | - | - | 12 m |
* tenzij door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte' anders is aangegeven
** tenzij door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven
- = niet van toepassing
36.3 Afwijken van de bouwregels
36.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
- a. de aangewezen gronden ter plaatse van de aanduiding 'manege' mogen mede worden gebruikt voor horeca in de vorm van een ondergeschikte functie ten dienste van de in lid 36.1 genoemde hoofdfunctie;
- b. de overige gronden mogen mede worden gebruikt voor horeca in de vorm van een ondergeschikte functie met een oppervlakte van ten hoogste 100 m² en ten dienste van de in lid 36.1 genoemde hoofdfunctie;
- c. de aangewezen gronden ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' mogen mede worden gebruikt voor instructielokalen, trekkershutten en 4 inpandige recreatieve verblijfsappartementen in de vorm van een ondergeschikte functie ten dienste van de in lid 36.1 genoemde hoofdfunctie.
- d. ter plaatse van de aanduiding 'paardensport' zijn maximaal 20 hindernissen met een maximum hoogte van 1,50 m toegestaan.
- e. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 6 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 10 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
36.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 37 Verkeer
37.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten, en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
- b. voet- en fietspaden;
- c. recreatieve paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. bermen en beplanting (waaronder begrepen water en waterberging);
- f. faunavoorzieningen, zoals ecoducten;
- g. straatmeubilair;
- h. ondergrondse inzamelcontainers;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. speelvoorzieningen, speelveldjes;
- k. evenementen, met een maximum duur van 7 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden);
- l. geluidswerende voorzieningen;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'tunnel': een tunnel;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tunnel - 1': een tunnel onder het maaiveld (peil) alsmede voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding dienstgebouw': tevens een dienstengebouw ten behoeve van de verkeersbestemming;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tunnel - 2': een tunnel onder het maaiveld (peil) alsmede voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 en behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in de landschappelijke openheid, de landschappelijke beslotenheid in de vorm van bosschages, houtwallen en lanen en de geomorfologische waarden in de vorm van hoogterrassen, steilranden en oude roermeanders.
37.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van verkeerstechnische voorzieningen bedraagt ten hoogste 10 m;
- c. de bouwhoogte van kunstwerken bedraagt ten hoogste 8 m;
- d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
- e. de oppervlakte van abri's, telefooncellen en soortgelijke gebouwtjes in het kader van deze bestemming bedraagt ten hoogste 30 m², de bouwhoogte en breedte bedragen ten hoogste 3 m;
- f. in afwijking van het gestelde onder a is ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'dienstgebouw' een dienstengebouw van ten hoogste 900 m² met een bouwhoogte van 10 m toegestaan;
- g. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer - tunnel - 1' en 'specifieke vorm van verkeer - tunnel - 2' is onder het maaiveldniveau (peil) een tunnel met bijbehorende voorzieningen (ankers, pomp- en waterkelders en dergelijke) toegestaan.
37.3 Specifieke gebruiksregels
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tunnel - 1' op maaiveldniveau:
- 1. de aanleg van voorzieningen ten behoeve van een tunnel alsmede de daarbij behorende (tijdelijke) voorzieningen;
- 2. het gebruik van afdekfolies is toegestaan;
- 3. buitenopslag buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
- 4. paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tunnel - 2' op maaiveldniveau:
- 1. de aanleg van voorzieningen ten behoeve van een tunnel alsmede de daarbij behorende (tijdelijke) voorzieningen;
- 2. het gebruik van afdekfolies is toegestaan;
- 3. buitenopslag buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
- 4. paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan.
Artikel 38 Verkeer - Railverkeer
38.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen en de daarbij behorende perrons, bermen, taluds, kunstwerken en spoorwegovergangen;
met de daarbij behorende:
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.
38.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van verkeerstechnische voorzieningen bedraagt ten hoogste 10 m;
- c. de bouwhoogte van kunstwerken bedraagt ten hoogste 8 m;
- d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 39 Water
39.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging (waaronder begrepen groene en/of natuurlijke oevers);
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen;
- d. bruggen, duikers en andere kunstwerken;
- e. extensieve recreatie;
- f. agrarisch medegebruik;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'tunnel': een tunnel.
39.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en geldt de volgende regel:
- a. op de voor 'Water' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
- b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,2 m;
- c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 40 Wonen - Buitengebied
40.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Buitengebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte': tevens een praktijkruimte
met de daarbij behorende:
- c. voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen;
- d. de nevenfuncties zoals opgenomen in bijlage 5;
- e. de in tabel 40.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 40.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken | |
bed & breakfast | - | max. 8 slaapplaatsen verdeeld over max. 3 kamers | |
groene en blauwe diensten | - | - | |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing': de nevenfuncties zoals opgenomen in Bijlage 5 | - | - |
- = niet van toepassing
40.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erf- of terreinafscheidingen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
- c. het aantal woningen per bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 tenzij door middel van een maatvoeringaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' anders is aangegeven;
- d. tevens geldt het bepaalde in tabel 40.2;
Tabel 40.2
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
woning | 1.000 m³ | 6 m | 9 m | ||||
bijbehorende bouwwerken | 100 m²* | - | 3,5 m | 6,5 m | |||
praktijkruimte ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' | bestaand + 20% | - | - | - | |||
erf- of terreinafscheidingen binnen het bouwvlak: - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen | - | - | - | 1 m 2 m | |||
erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | 1,2 m | |||
lichtmasten bij paardenbakken | - | - | - | 5 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
* tenzij anders is aangegeven door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum oppervlakte bijbehorende bouwwerken'
- = niet van toepassing
met dien verstande dat:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing' geldt het volgende:
- 1. het bestaande oppervlak aan bebouwing is toegestaan;
- 2. het uitbreiden van bestaande bebouwing, niet zijnde de woning en aangebouwde bijbehorende bouwwerken, is in geen geval toegestaan;
- 3. in afwijking van het bepaalde onder 2 geldt dat nieuwbouw van bestaande bebouwing, niet zijnde de woning en aangebouwde bijbehorende bouwwerken, is toegestaan mits 50% van de bebouwing wordt gesloopt en met een maximum oppervlakte van 500 m²;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'gebouw' geldt het volgende:
- 1. de maximum oppervlakte mag niet meer bedragen dan 16 m2;
- 2. de maximum goothoogte bedraagt 3,5 m en de maximum bouwhoogte bedraagt 5 m;
- g. bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de bouwaanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' niet zijn toegestaan.
40.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
- 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw of de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor het geven van mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
- 2. op het bouwvlak geen tweede zelfstandige woning ontstaat;
- b. paardenbakken zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan.
- c. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 5 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 9 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- d. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 17 mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 25 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
40.4 Afwijken van de gebruiksregels
40.5 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 41 Wonen - Buurtschappen
41.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Buurtschappen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
met de daarbij behorende:
- b. hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde, erven, tuinen, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, ontsluitingspaden en brandgangen;
alsmede voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': detailhandel;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. de in tabel 41.1 vermelde toegestane nevenfuncties.
Tabel 41.1
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
41.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
41.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van de onder 41.2 bedoelde bouwwerken en de aanleg van parkeerplaatsen op eigen terrein, indien dat noodzakelijk is in verband met een onevenredige aantasting van:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld: in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden: ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
- c. het woon- en leefklimaat: het in stand houden van een goede woonsituatie ter plaatse en in de omgeving, in het bijzonder met het oog op:
- 1. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van de (bebouwing op) aangrenzende gronden;
- 2. het uitzicht;
- 3. de aanwezigheid van voldoende privacy;
- 4. het gebruik in verband met een beroep-aan-huis;
- 5. de verkeersveiligheid: ter waarborging van de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen;
- d. de sociale veiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;
- e. de brandveiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid respectievelijk brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is.
41.4 Afwijken van de bouwregels
41.5 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
41.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 42 Wonen - Reewoude
42.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Reewoude' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen in vrijstaande woningen met de daarbij behorende erven en tuinen, bijbehorende voorzieningen zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen;
- b. de aanleg en instandhouding van ten minste één parkeervoorziening op eigen terrein.
42.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. woningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. het aantal woningen binnen het bestemmingsvlak bedraagt ten hoogste 108;
- c. woningen mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd;
- d. de dakhelling van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 45 graden;
- e. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,5 m;
- f. de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de voorgevelrooilijn bedraagt ten minste 2 m;
- g. het oprichten van een niet-overdekt zwembad is uitsluitend toegestaan, indien het bouwperceel een oppervlakte heeft van meer dan 500 m²;
- h. tevens geldt het bepaalde in tabel 42.1.
Tabel 42.1
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
woning (inclusief bijbehorende bouwwerken ) | 150 m² | 500 m³* | 3,5 m | - | |||
bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak | - | - | 3 m | 4,5 m | |||
bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak | - | - | 3 m | 4,5 m | |||
niet-overdekte zwembaden | 50 m² | - | - | - | |||
erf- of terreinafscheidingen:- - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen | - | - | - | 1 m 2 m | |||
pergola's | - | - | - | 2,5 m | |||
verlichting, vlaggenmasten en antennes | - | - | - | 5 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
- = niet van toepassing
42.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
- a. de situering en afmetingen van de in lid 42.2 van dit artikel bedoelde bouwwerken;
- b. de aanleg en omvang van parkeervoorzieningen op eigen terrein.
De nadere eisenregeling wordt uitsluitend toegepast indien zulks noodzakelijk is in verband met een onevenredige aantasting van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld:
in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing, en ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit; - 2. de gebruiksmogelijkheden:
ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken; - 3. de woonsituatie:
het in stand houden c.q. garanderen van een goede woonsituatie binnen deze en andere bestemmingen, in het bijzonder met het oog op:- de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van (bebouwing op) aangrenzende gronden;
- het uitzicht;
- de aanwezigheid van voldoende privacy;
- 4. de sociale veiligheid:
ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is; - 5. de brandveiligheid:
ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is.
42.4 Afwijken van de bouwregels
42.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. de uitoefening van beroep- en bedrijf-aan-huis is niet toegestaan;
- b. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
- 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw of de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor het geven van mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
- 2. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat.
42.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 43 Wonen - Rothenbach
43.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Rothenbach' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen in vrijstaande en half-vrijstaande woningen met de daarbij behorende voorzieningen zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, recreatieve paden en toegangswegen.
43.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. het aantal woningen in het bestemmingsvlak bedraagt 45;
- c. woningen mogen uitsluitend vrijstaand of half-vrijstaand worden gebouwd;
- d. het hoofdgebouw dient achter de voorgevelrooilijn gebouwd te worden;
- e. de dakhelling van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 45 graden;
- f. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,5 m;
- g. de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de voorgevelrooilijn bedraagt ten minste 2 m;
- h. het oprichten van een niet-overdekt zwembad is uitsluitend toegestaan, indien het bouwperceel een oppervlakte heeft van meer dan 500 m²;
- i. tevens geldt het bepaalde in tabel 43.1.
Tabel 43.1
max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||
woning (inclusief bijbehorende bouwwerken) | 150 m² | 500 m³* | 3,5 m | - | |||
niet-overdekte zwembaden | 50 m² | - | - | - | |||
erf- of terreinafscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen | - | - | - | 1 m 2 m | |||
pergola's | - | - | - | 2,5 m | |||
verlichting, vlaggenmasten en antennes | - | - | - | 5 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | 3 m |
* kelders tot 100 m³ worden niet meegerekend in deze inhoudsmaat
- = niet van toepassing
43.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
- a. de situering en afmetingen van de in lid 43.2 van dit artikel bedoelde bouwwerken;
- b. de aanleg en omvang van parkeervoorzieningen op eigen terrein.
De nadere eisenregeling wordt uitsluitend toegepast indien zulks noodzakelijk is in verband met een onevenredige aantasting van:- 1. het straat- en bebouwingsbeeld:
in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing, en ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit; - 2. de gebruiksmogelijkheden:
ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken; - 3. de woonsituatie:
het in stand houden c.q. garanderen van een goede woonsituatie binnen deze en andere bestemmingen, in het bijzonder met het oog op:- de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van (bebouwing op) aangrenzende gronden;
- het uitzicht;
- de aanwezigheid van voldoende privacy;
- 4. de sociale veiligheid:
ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is; - 5. de brandveiligheid:
ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is.
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld:
43.4 Afwijken van de bouwregels
43.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. de uitoefening van beroep- en bedrijf-aan-huis is niet toegestaan;
- b. een woning dient voorzien te zijn van ten minste één parkeervoorziening op eigen terrein;
- c. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
- 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw of de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor het geven van mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
- 2. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat.
43.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 44 Wonen - Woonwagenstandplaats
44.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de inrichting van standplaatsen ten behoeve van woonwagens en woonchalets;
- b. de in tabel 44.1 vermelde toegestane nevenfunctie;
- c. met de daarbij behorende sanitaire ruimten/bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde, erven, tuinen, in- en uitritten, parkeren, ontsluitingspaden en brandgangen.
Tabel 44.1 Niet-agrarische nevenfunctie die bij recht zijn toegestaan
nevenfunctie | maximaal aantal m² | ||
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
beroep-aan-huis | - | max. 1/3 van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woonwagen/woonchalet en bijbehorende bouwwerken |
- = niet van toepassing
44.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de bebouwing is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
- b. het aantal wooneenheden bedraagt ten hoogste het aantal zoals is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
- c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, met dien verstande dat de afstand van de woonwagen/woonchalet tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 2,5 m bedraagt;
- d. de goothoogte van een woonwagen/woonchalet bedraagt ten hoogste 4,5 m en de bouwhoogte ten hoogste 7,5 m;
- e. de woonwagen/woonchalet mag voorzien worden van een kap met een dakhelling van ten minste 15 graden en ten hoogste 45 graden;
- f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.
44.3 Specifieke gebruiksregels
Een woonwagen/woonchalet mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep-aan-huis, mits:
- a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woonwagen/woonchalet en bijbehorende bouwwerken daarvoor wordt gebruikt;
- b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
- c. het beroep-aan-huis wordt uitgeoefend door degene die in de betreffende woonwagen/woonchalet zijn hoofdverblijf heeft;
- d. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
- e. er geen detailhandel plaatsvindt;
- f. per beroep-aan-huis 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf is toegestaan van ten hoogste 0,25 m².
44.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 44.3, van deze regels voor de uitoefening van een bedrijf-aan-huis in de woonwagen/woonchalet, mits:
- a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woonwagen/woonchalet en bijbehorende bouwwerken daarvoor wordt gebruikt;
- b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
- c. uitsluitend bedrijfsactiviteiten worden toegestaan tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis zoals opgenomen in bijlage 5;
- d. het bedrijf aan huis wordt uitgeoefend door degene die in de betreffende woonwagen/woonchalet zijn hoofdverblijf heeft;
- e. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
- f. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het bedrijf-aan-huis;
- g. per bedrijf-aan-huis is 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf toegestaan van ten hoogste 0,5 m².
Artikel 45 Leiding - Brandstof
45.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een brandstoftransportleiding.
45.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 45.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
45.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 45.2 onder b. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
45.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 46 Leiding - Gas
46.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding.
46.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 46.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
46.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 46.2 onder b) indien geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding en vooraf schriftelijk advies wordt gevraagd bij de betreffende leidingbeheerder.
46.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 47 Leiding - Hoogspanningsverbinding - 1
47.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding - 1' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 150 kV.
47.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 47.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat voor hoogspanningsmasten geen maximum hoogte geldt;
- c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bouwhoogte niet wordt vergroot.
47.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 47.2 onder c, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
47.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 48 Leiding - Hoogspanningsverbinding - 2
48.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding - 2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 380 kV.
48.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 48.2 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat voor hoogspanningsmasten geen maximum hoogte geldt;
- c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bouwhoogte niet wordt vergroot.
48.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 48.2 onder c, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
48.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 49 Leiding - Leidingstrook
49.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor ondergrondse energieleidingen, communicatieleidingen en transportleidingen.
49.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 49.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
49.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 49.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet wordt geschaad.
49.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 50 Leiding - Riool
50.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een rioolleiding.
50.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 50.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
50.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 50.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Hiertoe dient vooraf schriftelijk advies bij de betreffende leidingbeheerder te worden ingewonnen.
50.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 51 Leiding - Water
51.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een waterleiding.
51.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 51.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
51.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 51.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
51.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 52 Waarde - Archeologie - 1
52.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde – Archeologie - 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van een terrein met archeologische waarde.
52.2 Bouwregels
52.3 Afwijken van de bouwregels
52.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
52.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Waarde - Archeologie-1 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 53 Waarde - Archeologie - 2
53.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie - 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van een terrein met archeologische waarde.
53.2 Bouwregels
53.3 Afwijken van de bouwregels
53.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
53.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Waarde - Archeologie - 2 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 54 Waarde - Archeologie - 3
54.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie - 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van een terrein met archeologische waarde.
54.2 Bouwregels
54.3 Afwijken van de bouwregels
54.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
54.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Waarde - Archeologie - 3 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 55 Waarde - Archeologie - 4
55.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie - 4 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van een terrein met archeologische waarde.
55.2 Bouwregels
55.3 Afwijken van de bouwregels
55.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
55.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Waarde - Archeologie - 4 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 56 Waarde - Archeologie - 5
56.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie - 5 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van een terrein met archeologische waarde.
56.2 Bouwregels
56.3 Afwijken van de bouwregels
56.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
56.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Waarde - Archeologie - 5 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 57 Waarde - Archeologie - 6
57.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie - 6 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van een terrein met archeologische waarde.
57.2 Bouwregels
57.3 Afwijken van de bouwregels
57.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
57.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Waarde - Archeologie - 6 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 58 Waarde - Archeologie - 7
58.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie - 7 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van een terrein met archeologische waarde.
58.2 Bouwregels
58.3 Afwijken van de bouwregels
58.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
58.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Waarde - Archeologie - 7 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 59 Waterstaat - Beschermingszone
59.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen.
59.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 59.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
59.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 59.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en rekening wordt gehouden met eventuele bezwaren van de natuur- en waterbeheerder.
Artikel 60 Waterstaat - Inundatiezone En Meanderzone
60.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Inundatiezone en meanderzone' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor:
- a. het op natuurlijke wijze meanderen van de Roer en de daarvoor benodigde herinrichting;
- b. het onder water zetten bij hoge waterstanden en de daarvoor benodigde herinrichting.
60.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en geldt de volgende regel:
- a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 60.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
60.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 60.2, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en rekening wordt gehouden met eventuele bezwaren van de natuur- en waterbeheerder.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 61 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 62 Algemene Bouwregels
62.1 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
- a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
- 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
- b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
- c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
62.2 Afstand van bebouwing tot verharde wegen
- a. Binnen het bouwvlak moet de bebouwing op een afstand van ten minste 10 m van de as van een verharde weg met een breedte van 10 m of minder worden gebouwd of op een afstand van ten minste 15 m van de as van een verharde weg breder dan 10 m.
- b. Met dien verstande dat:
- 1. voor bebouwing, dat bij of krachtens de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan gevolgde de bestemming is toegelaten, maar waarvan de afstand tot de as van de weg kleiner is dan onder a genoemd, geldt dat de bestaande afstand als ten hoogste toelaatbaar wordt aangehouden.
62.3 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
Artikel 63 Algemene Gebruiksregels
- a. Het gebruik of laten gebruiken van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als zelfstandige of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
- b. Het gebruik van recreatiewoningen voor permanente bewoning is niet toegestaan.
Artikel 64 Algemene Aanduidingsregels
64.1 Beschermingszone tunnel 1
64.2 beschermingszone tunnel 2
64.3 Milieuzone - roerdalslenk II
64.4 Milieuzone - roerdalslenk III
64.5 Milieuzone - geurzone
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een pompput van een rioolgemaal de volgende regels:
- a. op de bedoelde gronden zijn geen nieuwe geurgevoelige objecten toegestaan;
- b. op de bedoelde gronden mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de in hoofdstuk 2 genoemde functies die de bedrijfsvoering van de pompput beperken.
64.6 Vrijwaringszone - molenbiotoop
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element. In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de volgende regels:
- a. op de voor 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangewezen gronden is, in afwijking van het bepaalde onder de andere daar voorkomende bestemming(en), geen nieuwe bebouwing toegestaan met een hoogte van meer dan 1 bouwlaag en mag de bestaande bebouwing niet worden verhoogd;
- b. het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde onder a voor het oprichten van nieuwe bebouwing hoger dan 1 bouwlaag en/of het verhogen van de bestaande bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop', mits de windvang van de molen daardoor niet onevenredig wordt belemmerd en de toegestane maatvoering van de desbetreffende bestemmingsbepaling in acht wordt genomen.
64.7 Vrijwaringszone - schootsveld
64.8 Vrijwaringszone - weg 1
64.9 Vrijwaringszone - weg 2
64.10 Geluidzone - industrie
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen geen nieuwe gevoelige functies worden opgericht.
64.11 Veiligheidszone - lpg
64.12 Veiligheidszone - gasontvangstation
Artikel 65 Algemene Afwijkingsregels
65.1 Maten en bouwgrenzen
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is – bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
- a. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
65.2 Evenementen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor het toestaan van evenementen langer dan 7 dagen (inclusief opbouw- en afbraakwerkzaamheden) in de bestemmingen:
- a. Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 1;
- b. Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 2;
- c. Groen;
- d. Kastelen en Landgoederen;
- e. Kastelen en Landgoederen - 2;
- f. Cultuur en ontspanning - Bezoekerscentrum;
- g. Verkeer;
- h. Maatschappelijk;
- i. Sport (ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sport en spel' en specifieke vorm van sport - sportterrein');
en voor het toestaan van evenementen in andere bestemmingen dan:
- j. Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 1;
- k. Agrarisch met waarden - Landschapswaarden - 2;
- l. Groen;
- m. Kastelen en Landgoederen;
- n. Kastelen en Landgoederen - 2;
- o. Cultuur en ontspanning - Bezoekerscentrum;
- p. Verkeer;
- q. Maatschappelijk;
- r. Natuur;
- s. Sport (ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sport en spel' en specifieke vorm van sport - sportterrein');
mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- t. er vindt geen horeca ter plaatse plaats, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement;
- u. er vindt geen detailhandel ter plaatse plaats, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement, met uitzondering van vlooien- en/of rommelmarkten;
- v. er treden geen onomkeerbare gevolgen voor het landschap op;
- w. de belangen van de betreffende bestemming worden niet onevenredig aangetast;
- x. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- y. belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
- z. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische of natuurwaarden;
- aa. de belangen van in de nabijheid gelegen functies verzetten zich niet tegen het gebruik van de betreffende bestemming voor het evenement.
65.3 Hogere erf- en terreinafscheidingen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 teneinde hogere erf- en terreinafscheidingen toe te staan, met inachtneming van het volgende:
- a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- b. hogere erf- en terreinafscheidingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-landschappelijke waarden.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
65.4 Schuilgelegenheden voor hobbydieren
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels ten behoeve van het realiseren van schuilgelegenheden voor hobbydieren met in achtneming van het volgende:
- a. Afwijken kan alleen binnen de geldende bestemmingen:
- 1. Artikel 4: Agrarisch met waarden – Landschapswaarden 1
- 2. Artikel 5: Agrarisch met waarden – Landschapswaarden 2
- 3. Artikel 6: Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden
- b. Een schuilgelegenheid kan alleen worden opgericht voor het bieden van een gelegenheid tot schuilen van hobbymatig gehouden dieren. Dit houdt dus in dat dieren die gebruik gaan maken van de schuilgelegenheid niet gebruikt worden voor bedrijfsmatige activiteiten of in een bedrijfsmatige context.
- c. Het is niet toegestaan een stal te realiseren voor de (semi-)permanente stalling van dieren.
- d. Het is niet toegestaan om stro, voer of andere materialen op te slaan in of nabij de schuilgelegenheid op het perceel.
- e. De mogelijkheid tot afwijking geldt alleen voor die percelen die als geheel gelegen zijn in de gemeente Roerdalen.
- f. Een schuilgelegenheid op een huisperceel dient binnen het bouwvlak behorend bij het huisperceel en binnen de geldende bebouwingsregels te worden gerealiseerd
- g. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend onder de voorwaarden dat:
- 1. de karakteristieke openheid van het landschap niet in het geding komt;
- 2. de schuilgelegenheid geen onevenredige afbreuk doet aan bestaande landschappelijke en natuurlijke of cultuurhistorische waarden.
- h. Afhankelijk van de grootte van het perceel wordt een bepaalde maximale oppervlakte van de schuilgelegenheid toegestaan. Hierbij wordt de volgende verdeling aangehouden:
- 1. op een perceel tot 5.000 m² een schuilgelegenheid van maximaal 20 m²,
- 2. op een perceel van 5.000 tot 10.000 m² een schuilgelegenheid van maximaal 25 m²,
- 3. op een perceel van 10.000 en meer een schuilgelegenheid van maximaal 30 m².
- i. Een schuilgelegenheid mag maximaal de volgende maatvoeringen hebben:
- 1. de goothoogte bedraagt maximaal 2,5 meter;
- 2. de nokhoogte bedraagt maximaal 3 meter.
- j. Een schuilgelegenheid dient te worden gesitueerd aan de randen van het perceel, nabij bestaande bosschages, houtwallen, begroeiingen of erfafscheidingen, of in de hoek van een perceel bij voorkeur aansluitend bij bestaande opstanden.
- k. Een schuilgelegenheid dient ruimtelijk en landschappelijk te worden ingepast.
- l. De schuilgelegenheid dient te zijn gebouwd van hout.
- m. De schuilgelegenheid mag niet bestaan uit stalen (damwand) profielen, gemetselde of anderszins stenen muren, kunststof of golfplaten.
- n. De landschapsdeskundige van de gemeente zal altijd een oordeel moeten geven over de uitstraling van een schuilgelegenheid.
- o. De schuilgelegenheid mag enkel de volgende kleuren hebben: naturel/houtkleur, bruin of donkergroen.
Artikel 66 Algemene Wijzigingsregels
66.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
66.2 Huisvesting (buitenlandse) werknemers
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigingen ten einde (buitenlandse) werknemers (tijdelijk en structureel) te huisvesten, met inachtneming van het volgende:
- a. (tijdelijke) huisvesting is alleen toegestaan in de in tabel 68.1 opgenomen bebouwing;
- b. het totaal aantal werknemers dat (tijdelijk) gehuisvest wordt, bedraagt ten hoogste het aantal zoals opgenomen in tabel 68.1 met een cumulatief maximum van 40 per bouwvlak;
- c. tijdelijke huisvesting is ten hoogste 7 maanden per jaar toegestaan;
- d. er dient geen sprake te zijn van permanente bewoning;
- e. er dient sprake te zijn van goed beheer en toezicht;
- f. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van functies mag niet onevenredig groot zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de huisvesting van werknemers;
- g. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
- h. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
- i. ten behoeve van de tijdelijke huisvesting mogen geen nieuwe gebouwen worden opgericht met dien verstande dat tijdelijke huisvesting in woonunits wel is toegestaan waarbij de volgende regels gelden:
- 1. woonunits zijn uitsluitend toegestaan bij een agrarisch of niet-agrarisch bedrijf mits is aangetoond dat het inpandig huisvesten van werknemers niet mogelijk is;
- 2. de gezamenlijke oppervlakte van de woonunits bedraagt ten hoogste 120 m²;
- 3. de woonunits zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
- 4. woonunits dienen verwijderd te worden indien de behoefte niet meer aanwezig is met dien verstande dat de woonunits in de periode 1 november tot en met 14 maart mogen blijven staan;
- 5. de huisvesting dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
- 6. het aantal woningen mag niet toenemen;
- j. de huisvesting dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
- k. het aantal woningen mag niet toenemen;
- l. er dient sprake te zijn van een kwaliteitsverbetering;
- m. er dient geen sprake te zijn van een nadelige invloed op de nabije woon- en leefomgeving;
- n. indien er sprake is van het structureel huisvesten van werknemers in een bestaand (groot) complex dient tevens door initiatiefnemer aangetoond te worden dat er geen alternatieven mogelijk zijn;
- o. indien er sprake is van het structureel huisvesten van werknemers op campings, op vakantieparken, in bed & breakfast of in een hotel dient de huisvesting tevens gescheiden te worden van de recreatieve functie;
- p. er is voldaan aan de eisen die zijn gesteld in de in Bijlage 3 opgenomen uitwerking van het kwaliteitsmenu.
- q. in het bouwvlak mogen uitluitend werknemers gehuisvest worden die werkzaam zijn in het betreffende bedrijf.
Tabel 68.1
bebouwing in gebruik voor het tijdelijk huisvesten van werknemers | maximaal totaal aantal gehuisveste werknemers (tijdelijk + structureel) per bouwvlak | ||
agrarische bebouwing (inpandig) | 40 | ||
niet - agrarische bebouwing (inpandig) | 20 | ||
woonunits op het agrarische bedrijf | 20 | ||
woonunits op niet agrarisch bedrijf | 20 | ||
campings, vakantieparken, bed & breakfast en hotel | 20 | ||
bestaande (grote) complexen | 40 | ||
het hoofdgebouw bij vrijkomende agrarische bebouwing | 20 | ||
agrarische bedrijfsbebouwing (inpandig) | 20 |
Artikel 67 Overige Regels
67.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
67.2 Relatie
Ter plaatse van de aanduiding 'relatie' zijn 2 of meer bouwvlakken gekoppeld en geldt voor de toepassing van:
- 1. gebruiksregels;
- 2. bouwregels;
- 3. afwijkingsbevoegdheden;
- 4. wijzigingsbevoegdheden;
dat de gekoppelde bouwvlakken als één bouwvlak aangemerkt dienen te worden.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 68 Overgangsrecht
68.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- 3. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met ten hoogste 10%;
- b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
68.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 69 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen - 2e herziening'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
De gemeenteraad van Roerdalen heeft op 21-04-2016 het bestemmingsplan buitengebied – 2e herziening vastgesteld. Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied (het moederplan) op 30-05-2013 zijn een aantal wijzigingsplannen vastgesteld. Op grond van artikel 3.6 lid 3 van de Wro maakt een wijzigingsplan van rechtswege onderdeel uit van het betreffende bestemmingsplan. Op basis van deze wetsbepaling zijn in deze versie VG02 van het bestemmingsplan buitengebied – 2e herziening de betrokken wijzigingsplannen verwerkt in de verbeelding en in de planregels. Voor zover de vaststelling op 21-04-2016 niet volledig is verwerkt in VG02 is deze gecorrigeerde versie VG04 gepubliceerd. |
Voor toelichting moederplan kijk hier: bestemmingsplan Buitengebied Roerdalen |
1.1 Aanleiding
Het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Roerdalen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1669.BPBG2eherziening-VG04 is door de gemeenteraad op 30 mei 2013 vastgesteld. In dit bestemmingsplan zijn afzonderlijke ruimtelijke intitiatieven niet meegenomen. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied besloten om de initiatieven in het buitengebied te begeleiden en zo snel mogelijk planologisch mogelijk te maken. In deze 2e herziening van het bestemmingsplan worden in één keer zo veel mogelijk initiatieven in het buitengebied geregeld. Daarnaast worden in deze herziening enkele noodzakelijke wijzigingen doorgevoerd. Het betreft de volgende onderdelen:
- op 16 juli 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna de Afdeling) uitspraak gedaan. Aan de hand van deze uitspraak zijn enkele planonderdelen vernietigd. Deze herziening heeft betrekking op het repareren van de planonderdelen die zijn vernietigd;
- de afgelopen periode is intensief gebruik gemaakt van het bestemmingsplan Buitengebied. Ambtelijk is tegen een aantal omissies aangelopen. In deze herziening worden deze omissies hersteld;
- er is een bestemmingsplan voor schuilgelegenheden voor hobbydieren in voorbereiding. Dit bestemmingsplan is in deze herziening meegenomen.
- de standaard waarin het plan is opgezet (SVBP2008) is inmiddels vervangen door de nieuwe standaard SVBP2012. Hieruit vloeien kleine wijzigingen voort, die met name te maken hebben met de gebruikte terminologie en standaard regels (o.a. begripsbepalingen en wijze van meten). Deze wijzigingen zijn in de herziening meegenomen.
1.2 Communicatie
Als aftrap van het planproces zijn via brieven initiatiefnemers die plannen kenbaar hebben gemaakt tijdens of na de actualisatie van de bestemmingsplannen, geïnformeerd en uitgenodigd. Daarnaast is een informatiebijeenkomst georganiseerd waar uitleg is gegeven over het proces van de herziening van het bestemmingsplan en is iedereen uitgenodigd om verzoeken in te dienen.
Uiteindelijk zijn 78 verzoeken ingediend. Deze zijn ambtelijk beoordeeld middels een zogenaamde quickscan. In deze quickscan is beoordeeld of (onder voorwaarden) meegewerkt zou kunnen worden aan de verzoeken. Op basis van de genoemde beoordeling van de quickscan is per plan een advies geformuleerd:
- 1. plan is (onder voorwaarden) onderdeel veegplan;
- 2. plan is geen onderdeel veegplan, maar kan via een andere procedure worden mogelijk gemaakt;
- 3. aan het plan kan geen planologische medewerking worden verleend.
Over dit advies heeft het college van B&W een besluit genomen.
Initiatiefnemers waarvan het verzoek door het college is geplaatst in categorie a hebben de mogelijkheid gekregen het verzoek te voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Daar waar gewenste ontwikkelingen mogelijk kunnen worden gemaakt en de door de initiatiefnemer aangeleverde ruimtelijke onderbouwing akkoord is bevonden door de gemeente zijn deze meegenomen in deze herziening van het bestemmingsplan Buitengebied.
1.3 Ligging Plangebied
Het plangebied betreft het buitengebied van de gemeente Roerdalen zoals is vastgesteld in het bestemmingsplan Buitengebied Roerdalen. Een deel van de regels van het plangebied van het bestemmingsplan Roerdalen zal worden herzien. Daarnaast wordt enkele ruimtelijk initiatieven in het bestemmingsplan meegenomen. De plangrens betreft derhalve de plangrens van het bestemmingsplan Kernen.
De plangrens is naar aanleiding van het verwerken van ontwikkelingen of andere vastgestelde bestemmingsplannen op de volgende plekken gewijzigd:
- Vurensteeg 4, Posterholt;
- Boomstraat 31a - 33, Posterholt;
- Ruimte voor Ruimte - kavels Bosring Montfort;
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Roerdalen, 2e herziening zijn momenteel enkele bestemmingsplannen in procedure. De plangebieden van deze bestemmingsplannen maken derhalve geen onderdeel uit van het bestemmingsplan Buitengebied Roerdalen, 2e herziening. Dit betreffen de volgende locaties en bestemmingsplannen:
- Uitbreiding bungalowpark Aerwinkel Posterholt (bestemmingsplan Uitbreiding Bungalowpark Aerwinkel;
- Brandlintjesweg 2-4 (bestemmingsplan Brandlintjesweg 2-4 Montfort.
1.4 Systematiek 2e Herziening
Deze bestemmingsplanherziening bestaat uit regels en een verbeelding die vergezeld gaan van de onderhavige toelichting. Het betreft een herziening, die in samenhang met het moederplan moet worden gelezen. In hoofdstuk 2 zijn alle wijzigingen waarop deze 1e herziening betrekking heeft weergegeven. Het betreft zowel wijzigingen in de toelichting en regels als op de verbeelding.
Algemeen
Als in de 1e herziening gesproken wordt over het moederplan dan wordt het bestemmingsplan Buitengebied zoals vastgesteld op 21 mei 2012 bedoeld. Indien verwezen wordt naar bijvoorbeeld artikelnummers of paginanummers dan betreft het een verwijzing naar de nummers zoals opgenomen in het moederplan.
Vastgestelde plannen en vergunningen
In deze bestemmingsplanherziening zijn eveneens de vastgestelde bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen sinds de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Roerdalen verwerkt. Deze plannen en vergunningen zijn rechtstreeks verwerkt op de verbeelding en in de regels. Bij deze herziening wordt wel de gehele verbeelding ter informatie weergegeven. Van belang is dat deze onderdelen van de verbeelding niet opnieuw ter discussie gesteld kunnen worden omdat deze enkele een informatieve rol in deze herziening vervullen.
Toelichting
De toelichting van het moederplan maakt geen integraal onderdeel uit van deze 1e herziening. De toelichting van deze 1e herziening betreft een toelichting op de wijzigingen ten opzichte van het moederplan. Voor elk ruimtelijk initiaitef zijn afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen opgesteld. In de toelichting wordt een korte samenvatting van het ruimtelijk initiatief opgenomen. De volledige ruimtelijke onderbouwingen zijn opgenomen in de bijlage bij deze herziening.
Regels
In de planregels worden de aanpassingen ten opzichte van het moederplan met een doorhaling in groen ('regel') of een toevoeging in geel ('regel') opgenomen. De niet gearceerde regels zijn ter informatie opgenomen zodat een goed beeld ontstaat van de nieuwe regels en hoe deze ingepast zijn in de bestaande regels. Van belang is dat de niet gearceerde regels niet opnieuw ter discussie gesteld kunnen worden omdat deze enkele een informatieve rol in deze herziening vervullen.
Verbeelding
Alleen de percelen waar een aanpassing plaatsvindt zijn onderdeel van de herziening. In hoofdstuk 2 zijn deze beschreven en is ook aangegeven op welke wijze de verbeelding wordt gewijzigd ten opzichte van het moederplan. Bij deze herziening wordt wel de gehele verbeelding ter informatie weergegeven. Van belang is dat de onderdelen van de verbeelding die niet in hoofdstuk 2 zijn aangegeven niet opnieuw ter discussie gesteld kunnen worden omdat deze enkele een informatieve rol in deze herziening vervullen.
Let op: in het ontwerpbestemmingsplan waren de wijzigingen van de 2e herziening gemarkeerd. Na de vaststelling van de raad zijn de wijzigingen doorgevoerd in de regels en in de verbeelding zodat verbeelding en regels worden weergeven zoals door de raad vastgesteld met het bestemmingsplan |
1.5 Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk komen de verschillende aanpassingen aan bod, met een motivering waarom de aanpassingen zijn opgenomen. In hoofdstuk 3 komt de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan aan bod.
Hoofdstuk 2 Beschrijving Planonderdelen
2.1 Ruimtelijke Initiatieven
2.1.1 Kruisweg 44, Herkenbosch
Gewenste ontwikkeling
Initiatiefnemer heeft aan de Hammerstraat ongenummerd permanente teeltondersteunende voorzieningen gerealiseerd (boogkassen en teeltondersteunende voorzieningen voor de teelt van aardbeien). Deze teeltondersteunende voorzieningen zijn buiten en niet aansluitend aan het bouwvlak van initiatiefnemer aan de Kruisweg 44 gerealiseerd omdat initiatiefnemer hier geen gronden ter beschikking heeft.
Voor de aardbeienteelt zijn teeltondersteunende voorzieningen noodzakelijk ter voorkoming van schade en voor een betere opbrengst. De uitbreiding kan niet aansluitend aan het bestaande bouwvlak plaatsvinden, omdat deze gronden niet in eigendom zijn.
In de nieuwe situatie worden op het perceel aan de Hammerstraat teeltondersteunende voorzieningen toegestaan. Om dit mogelijk te maken wordt het betreffende perceel voorzien van een bouwvlak voor permanente teelondersteunenden voorzieningen. Daarnaast worden op het noordelijk deel van het perceel tijdelijke teeltondersteunenden voorzieningen mogelijk gemaakt. Ter compensatie van het opnemen van een bouwvlak op het betreffende perceel wordt het bouwvlak aan de Kruisweg 44 verkleind. Het bestaande en het nieuwe bouwvlak worden aan elkaar gekoppeld. Daarnaast wordt het perceel landschappelijk inpgepast en wordt een tussen de Muyterts Veldweg en de Muytertweg dat nu nog in agrarisch gebruik is ten behoeve van natuur ingericht.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 3.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat de vergroting van het bouwvlak ten behoeve van teeltondersteunende voorzieningen voldoet aan de voorwaarden van een goede ruimtelijke ordening. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt de vergroting van het bouwvlak ten behoeve van permanente teeltondersteunende voorzieningen en het gebruik van het noordelijk deel van het perceel ten behoeve van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen mogelijk. mogelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
De bestemmingsregels van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 1' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG01 ) zijn onverminderd van toepassing. Voor het deel van het bouwvlak waar uitsluitend permanente teeltondersteunende voorzieningen worden toegestaan wordt de aanduiding 'geen gebouwen' opgenomen. Het perceel dat mag worden gebruikt ten behoeve van de tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen wordt voorzien van de specifieke bouwaanduiding 'teeltondersteunende voorzieningen'; Tevens zal een voorwaardelijke verplichting worden opgenomen ten behoeve van de realisatie van de landschappelijke inpassing. De landschappelijke inpassing wordt bestemd als 'Groen - 2'.
Wijziging verbeelding
Dit is als volgt op de verbeelding weergegeven:
2.1.2 Diergaarderweg 4, Montfort
Gewenste ontwikkeling
Een deel van bedrijfsbebouwing, het meest zuidelijke gebouw, heeft geen agrarische functie meer. Initiatiefnemer wil deze bebouwing graag inzetten voor het huisvesten van arbeidsmigranten.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 4.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat huisvesting van arbeidsmigranten in bestaande bebouwing volgens het provinciale en gemeentelijke kan worden toegestaan. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt de huisvesting van seizoensarbeiders mogelijk.
Vertaling in het bestemmingsplan
Wijziging regels
De bestemmingsregels van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 2' van het
bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02) zijn
onverminderd van toepassing, met dien verstande dat de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - seizoensarbeiders' wordt opgenomen. Daarbij worden de volgende regels opgenomen:
- het aantal (tijdelijke en structurele) werknemers dat gehuisvest mag worden bedraagt maximaal 20 personen;
- permanente bewoning is niet toegestaan.
Wijziging verbeelding
Dit is als volgt op de verbeelding weergegeven:
2.1.3 Leropperweg 17b, Sint Odilienberg
Gewenste ontwikkeling
Initiatiefnemer beoogt de bedrijfslocatie aan de Leropperweg 17b uit te breiden met een opslagruimte voor kratten en fusten en een bedrijfswoning. Omdat het bestaande bouwvlak, zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen', ter plekke onvoldoende ruimte biedt, is het gewenst het bouwvlak uit te breiden. Hierdoor wordt het mogelijk de opslagruimte zodanig te realiseren dat deze het meest efficiënt kan worden gebruikt.
De beoogde bedrijfswoning past niet volledig binnen het hiervoor opgenomen bouwvlak en de maximale inhoudsmaat van het geldende bestemmingsplan.
Tevens wenst initiatiefnemer zijn bestaande fruitplantages met appel- en perenrassen te voorzien van hagelnetten. Voor de teelt van klein fruit beoogt de initiatiefnemer gebruik te maken van teeltondersteunende voorzieningen. Deze ontwikkelingen zijn niet rechtstreeks toegestaan op basis van het geldende bestemmingsplan.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 5.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling voldoet aan het beleid van het Rijk, de provincie Limburg en de gemeente Roerdalen. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt de uitbreiding van het bouwvlak, een bedrijfswoning, teeltondersteunende voorzieningen en hagelnetten buiten het bouwvlak mogelijk.
Vertaling in het bestemmingsplan
Wijziging regels
De bestemmingsregels van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 1' van het bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG01 ) zijn onverminderd van toepassing. Ter plekke van de beoogde teeltondersteunende voorzieningen wordt de aanduiding Specifieke bouwaanduiding – teeltondersteunende voorzieningen (sba-tov) opgenomen. Ter plekke van de beoogde hagelnetten wordt de volgende aanduiding te worden opgenomen: Specifieke bouwaanduiding – hagelnetten (sba-hgt).
Wijziging verbeelding
De uitbreiding van het bouwvlak en de opname van de aanduidingen voor de teeltondersteunende voorzieningen en de hagelnetten worden als volgt opgenomen op er verbeelding:
2.1.4 Linnerweg 38, Montfort
Gewenste ontwikkeling
Op dit moment hebben de gronden aan de Linnerweg 38 in Montfort een recreatieve bestemming. Initiatiefnemer wenst de woning permanent te kunnen bewonen. Daarvoor dient de bestemming gewijzigd te worden in de bestemming Wonen.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 6.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling voldoet aan het beleid van het Rijk, de provincie Limburg en de gemeente Roerdalen. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt het gewenste gebruik mogelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
Uit het bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG01) wordt voor het bouwvlak de bestemming Wonen - Buitengebied (artikel 37) overgenomen voor de woning en het gebouw ten zuiden van de woning. Voor de schuur ten oosten van de woning geldt eveneens de bestemming Wonen - Buitengebied maar is middels de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' - 0 aangegeven dat hier geen woning gebouwd mag worden. Vanwege de landschappelijke inpassing krijgt het bos rondom de woning de bestemming Groen - 2 (artikel 14 bestemmingsplan Buitengebied).
Wijziging verbeelding
Dit is als volgt op de verbeelding weergegeven:
2.1.5 Heinsbergerweg 63, Posterholt
Gewenste ontwikkeling
Initiatiefnemer wenst het saunacomplex uit te breiden met een aantal ‘trekkershutten’ om overnachtingsmogelijkheid te creëren voor de saunagasten, een hammam gedeelte en een nieuwe rustruimte/bar. Daarnaast is bebouwing gerealiseerd waarvoor tot op heden geen bouw- c.q. omgevingsvergunning van de gemeente is verkregen. De bebouwing is voor een deel in strijd met de bepalingen van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Roerdalen. Voor realisatie van het bestaande entreegebouw/restaurant is door de gemeente een vrijstellingsprocedure gevolgd.
Om de bestaande bebouwing te kunnen legaliseren en de uitbreiding mogelijk te maken, dient het bouwvlak te worden vergroot.
Initiatiefnemer wil overnachtingsmogelijkheden creëren voor zijn saunagasten. Hij wil drie gebouwtjes realiseren in de vorm van houten trekkershutten die passen in de stijl van de bestaande saunafaciliteiten. Het betreft expliciet geen recreatiewoningen. De hutten zijn puur bedoeld voor één
overnachting voor de saunagasten. Naast een slaapkamer komt er een toilet is iedere hut. In een separaat gebouw komen natte cel voorzieningen. Ontbijt wordt verzorgd in het bestaande restaurant. In het separate gebouw is in de toekomst ook een hammam voorzien en behandelkamers voor fysiotherapie en massage. In een aanbouw aan het bestaande entreegebouw/restaurant is tot slot een rustruimte/bar voorzien. Met de uitbreiding van het bouwvlak kan het bestemmingsplan in overeenstemming worden gebracht met de feitelijke situatie. Met de voorgenomen uitbreiding ontstaat een situatie die een gezonde bedrijfsvoering voor de toekomst mogelijk maakt.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 7.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling voldoet aan het beleid van het Rijk, de provincie Limburg en de gemeente Roerdalen. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt het gewenste gebruik en de gewenste bebouwing mogelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
De bestemmingsregels van de bestemming ‘Sport’ met de aanduiding ‘Welness’ van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Roerdalen’ (NL.IMRO.1669. BPBUITENGEBIED2012-VG02) zijn onverminderd van toepassing. Ten behoeve van de realisatie van 6 trekkershutten wordt de 'specifieke vorm van recreatie - trekkerhutten' opgenomen. Daarnaast wordt ambtshalve ter verduidelijking een begripsomschrijving van welness opgenomen.
Wijziging verbeelding
De wijziging omvat de omvang van het bouwvlak. Het bouwvlak wordt zodanig groot dat de
bestaande bebouwing en de uitbreiding van de bebouwing volledig binnen het bouwvlak vallen.
Dit is als volgt op de verbeelding weergegeven:
2.1.6 Hoogstraat 65, Montfort
Gewenste ontwikkeling
Aan de Hoogstraat 65 is reeds enige tijd een grondverzets bedrijfgevestigd. In he tbestemmingsplan
Buitengebied is Hoogstraat 65 echter voorzien van een agrarische bestemming.
De bestemming dient overeenkomstig het bestaande gebruik gewijzigd te worden in 'Bedrijf Agrarisch aanverwant'. De 2 afzonderlijke bouwvlakken worden samengevoegd, zodat de bebouwingen het erf meer geclusterd worden. Hiervoor worden achter op het terrein 4 gebouwen gesloopt.
In eerste instantie is de bestemmingswijziging gericht op het legaliseren van de bestaande activiteiten.
Op korte termijn heeft het bedrijf voldoende aan de bestaande bebouwing. Om mee te kunnen gaan
met de eisen die aan de bebouwing worden gesteld vanuit de bedrijfsvoering zal in eerste instantie de
bestaande bebouwing worden gemoderniseerd. Afhankelijk van de vraag vanuit de markt en de
ontwikkeling van het bedrijf zal op termijn de bestaande bebouwing worden uitgebreid of gesloopt en
vervangen door nieuw ebebouwing op dezelfde plek.
Het vigerende bouwvlak langs de Hoogstraat ligt op een landschappelijk gezien ongewenste plek en ook
op relatief korte afstand van een bestaande woning aan de overzijde van de weg.Rekeninghoudend
met de landschappelijke waarden en de belangen van omwonenden wordt het bouwvlak verder van de
weggelegd, in lijn met de gevel van de bedrijfswoning.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 8.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling voldoet aan het beleid van het Rijk, de provincie Limburg en de gemeente Roerdalen. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt het gewenste gebruik mogelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
Uit het bestemmingsplan 'BuitengebiedRoerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012VG02) wordt
de bestemming 'Bedrijf-Agrarischaanverwant' (artikel8) overgenomen. Daarbij worden de huidige 2
bouwvlakken tot 1 bouwvlak samengevoegd.
De landschappelijke inpassing wordt bestemd als 'Groen2'. (artikel14bestemmingsplan
Buitengebied).
Wijziging verbeelding
Dit is als volgt op de verbeelding weergegeven:
2.1.7 Brandlintjesweg 1, Montfort
Gewenste ontwikkeling
Initiatiefnemer heeft een veetransportbedrijf. Het bedrijf gebruikt twee locaties in Montfort: Heiberg 14
en Brandlintjesweg 1. Deze locaties hebben gezien de bedrijfsactiviteiten de bestemming Bedrijf -
Agrarisch aanverwant. Gelet op de ontwikkelingen in de markt wil initiatiefnemer voor een rendabele
bedrijfsvoering naast veetransport ook goederentransport kunnen uitvoeren. Daarvoor wil initiatiefnemer Brandlintjensweg 1 benutten.
Voor goederentransport zullen andere typen voertuigen gebruikt worden. De verbreding van bedrijfsactiviteit leidt niet tot extravoertuigbewegingen. Enkel het type voertuig dat gebruikt wordt, zal wijzigen. Het gaat op de betreffende locaties om stalling van voertuigen ten behoeve van transport. Om de verruiming van het gebruik mogelijk te maken dient de bestemming Bedrijf - Agrarisch aanverwant te worden verruimd.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 9.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling voldoet aan het beleid van het Rijk, de provincie Limburg en de gemeente Roerdalen. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt het gewenste gebruik mogelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
De bestemmingsregels van de bestemming Bedrijf - Agrarisch aanverwant (artikel 8) van het
bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02) zijn
onverminderd van toepassing. Voor de verruiming van het gebruik van de bestaande bebouwing ten behoeve van de stalling van voertuigen ten behoeven van goederentransport wordt de aanduiding 'transportbedrijf' opgenomen.
Tevens zal een voorwaardelijke verplichting worden opgenomen ten behoeve van de realisatie van de
landschappelijke inpassing. Deze landschappelijke inpassing krijgt de bestemming Groen - 2.
Wijziging verbeelding
Dit is als volgt op de verbeelding weergegeven:
2.1.8 Zwarteberg 2, Posterholt
Gewenste ontwikkeling
Voor de voortzetting van het bedrijf aan de Zwarteberg 2 is verbreding van de werkzaamheden
noodzakelijk. Hiertoe wil het bedrijf huishoudelijke afvalstoffen inzamelen. Bij de loonwerkzaamheden komen onder andere huishoudelijke afvalstoffen en op geringe basis bedrijfsafvalstoffen vrij. Tijdens deze werkzaamheden aangaande het loonwerk wordt vaak gevraagd of het bedrijf ook afval zoals groen/puin/bouwafval zou kunnen ophalen, tijdelijk zou kunnen opslaan op locatie en voorts zou kunnen wegbrengen. De locatie is hier qua ligging geschikt voor. Ook beschikt het bedrijf reeds over de nodige bruikbare machines en personeel.
Het te realiseren afvaldepot is bedoeld voor tijdelijke opslag in het projectgebied. Vanuit de omliggende dorpen wordt ook een grote behoefte aan een afvaldepot opgemerkt. Teneinde huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen is reeds een ontheffing bij de gemeente aangevraagd in het kader van de gemeentelijke afvalstoffenverordening. Ten behoeve van de gewenste ontwikkeling dient het bouwvlak van vorm veranderd te worden. Aan de oostzijde wordt het bouwvlak vergroot, aan de zuidzijde verkleind. Aan de noordzijde vindt tevens een aanpassing van het bouwvlak plaats, in overeenstemming met de met een vergunning gerealiseerde bebouwing. De locatie voor de uitbreiding is zo gekozen dat een compacte bedrijfsvoering mogelijk is.
Per saldo neemt de oppervlakte van het bouwvlak niet toe. Tegelijk met het aanpassen van het bouwvlak wordt de watergang die nu nog door het bouwvlak loopt verlegd naar de zuidzijde, buiten het bouwvlak. Zo wordt een voor het bedrijf, het landschap en waterhuishoudkundig een verbeterde situatie gerealiseerd.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 10.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling voldoet aan het beleid van het Rijk, de provincie Limburg en de gemeente Roerdalen. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt de gewenste vormverandering van het bouwvlak en verplaatsing van de watergang mogelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
Het bouwvlak wordt van vorm veranderd. De bestemming uit het bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen'(NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG02 ) 'Bedrijf - Agrarisch aanverwant' wordt gehandhaafd.
Tevens zal een voorwaardelijke verplichting worden opgenomen ten behoeve van de realisatie van de
landschappelijke inpassing. Deze landschappelijke inpassing krijgt de bestemming 'Groen - 2'.
Wijziging verbeelding
Dit is als volgt op de verbeelding weergegeven:
2.1.9 Aerwinkelallee 1, Posterholt
Gewenste ontwikkeling
Landgoed Kasteel Aerwinkel wil de bestemming aanpassen aan de huidige
en toekomstige activiteiten. Deze activiteiten hebben als doel het behoud en het exploitabel houden
van het complex historische buitenplaats en dus de monumentale gebouwen en de tuin.
In het kasteel worden de huidige activiteiten voortgezet. Het aantal kamers voor Bed & Breakfast wordt
mogelijk met 5 uitgebreid tot 6 in totaal. In de toekomst worden mogelijk een restaurant en hotel
ontwikkeld. De woning komt dan te vervallen.
Als er een nieuwe huurder wordt gevonden, wordt de kapel weer in gebruik genomen als woning, anders wordt het gebouw ingezet als multifunctionele ruimte, zoals nu ook het geval is.
In de Tiendschuur wordt een horecagelegenheid gerealiseerd. Er worden maximaal
12 keer per jaar feestjes tot 120 personen (bijv. huwelijken) gefaciliteerd. Ook worden hier akoestische
concerten (niet versterkt) gehouden en blijft de functie als expositieruimte bestaan.
Het terras bij de Tiendschuur wordt voor de horeca gebruikt. De openingstijden zijn in de toekomst van
9.00 u tot 20.00 u.
De bestaande botanische rondleidingen en evenementen in de tuin worden voortgezet.
De 3 appartementen in de boerderij worden als vakantieverblijf, in de vorm van bed & breakfast ingezet. In, of op de plaats van de houten bijgebouwen wordt in de toekomst mogelijk een (zorg)hotel
gerealiseerd.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 11.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat de uitbreiding van de activiteiten ten behoeve van het behoud van Landgoed Kasteel Aerwinkel past binnen de provinciale en gemeentelijke visie op behoud van cultureel erfgoed en versterking van recreatie en toerisme in Limburg. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt het gewenste gebruik mogelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
De bestemmingsregels van de bestemming 'kastelen en landgoederen' (artikel 16) van het
bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG01 ) zijn
onverminderd van toepassing, met dien verstande dat in het projectgebied 2 specifieke vormen van
horeca worden opgenomen.
'Specifieke vorm van horeca - Aerwinkel 1': horecadoeleinden, restaurant, hotel, (feest)zalencomplex,
sociaal-culturele doeleinden in de vorm van vergader- en conferentiegelegenheden alsmede museumen
expositieruimten.'
'Specifieke vorm van horeca - Aerwinkel 2': horeca, sociaal-culturele doeleinden in de vorm van
vergader- en conferentiegelegenheden alsmede expositieruimten, educatie, (zorg)hotel,
verblijfsaccommodatie.'
Wijziging verbeelding
Dit is als volgt op de verbeelding weergegeven:
2.1.10 Steegstraat 8 te Herkenbosch
Gewenste ontwikkeling
Vanwege de omvang van het teeltplan heeft initiatiefnemer behoefte aan meer ruimte voor stalling machines en werktuigen en de opslag van hulpmateriaal en fust. Op dit moment is er onvoldoende ruimte waardoor machines, werktuigen, hulpmaterialen en fust in de buitenlucht worden gestald of opgeslagen. Dit komt de levensduur van de machines niet ten goede en het erf maakt daardoor eerder een minder opgeruimde indruk. Om die reden wil initiatiefnemer een nieuwe loods realiseren.
De bedrijfslocatie is gelegen in het bestemmingsplan "Kernen" en heeft de bestemming agrarisch bouwvlak. Binnen het huidige bestemmingsvlak is geen ruimte voor extra opslagruimte. De gronden links en rechts grenzend aan het bouwvlak hebben een woonbestemming en zijn in eigendom van derden. Daarnaast heeft een aangrenzend perceel de bestemming "bedrijf". Deze gronden zijn niet te verwerven. Voor een verdere ontwikkeling van het bedrijf is initiatiefnemer daarom aangewezen op een uitbreiding van zijn bouwvlak aan de zuidzijde van het huidige bouwvlak. Het beoogde perceel is gelegen in het ontwerp bestemmingsplan "Buitengebied" en heeft een oppervlakte van ca. 1.302 m2.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 13.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat het verzoek voldoet aan het nationale, provinciale, regionale en gemeentelijke beleid. Het beleid staat de uitvoering van deze ontwikkeling derhalve niet in de weg. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De ontwikkeling voldoet aan de voorwaarden van de in het vigerende bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Het bouwvlak van het bedrijf ligt echter in het bestemmingsplan Kernen. Daarnaast wordt het bouwvlak niet aansluitend aan het bestaande bouwvlak vergroot, maar aan de overzijde van de Herkenboscher Leigraaf. Omdat de gemeente instemt met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing wordt de uitbreiding van het bouwvlak op afstand middels deze herziening van het bestemmingsplan Buitengebied mogelijk gemaakt.
Aan het in gebruik nemen van het bouwvlak en gebruik van gronden ten behoeve van vergroting van het bouwvlak wordt de voorwaardelijke verplichting gekoppeld ten behoeve van de realisatie en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
De bestemmingsregels van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 1' van het
bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG01 ) zijn
onverminderd van toepassing. Omdat het bouwvlak onderdeel is van het bouwvlak voor het agrarisch bedrijf Steegstraat 8 wordt de aanduiding 'sa-gekoppeld bouwvlak' opgenomen en wordt in de regels vastgelegd dat het bouwvlak behoort bij het bouwvlak behorende bij Steegstraat 8 te Herkenbosch.
Wijziging verbeelding
Dit is als volgt op de verbeelding weergegeven:
2.1.11 Herkenbosserweg 4 en 5 te Vlodrop
Gewenste ontwikkeling
Initiatiefnemer wenst het tuincentrum aan de Herkenbosserweg 4 te Vlodrop uit te breiden en meer mogelijkheden voor detailhandel te gaan exploiteren. Om dit mogelijk te maken dient de bedrijfswoning te worden verplaatst naar de overzijde van de Herkenbosserweg. Initiatiefnemer heeft daarbij de wens deze bedrijfswoning om te zetten naar een burgerwoning. Het agrarisch perceel ter plaatse van Herkenbosserweg 5, aan de overzijde van de Herkenbosserweg, is eveneens in eigendom van de initiatiefnemer. Aan deze zijde van de Herkenbosserweg zal alle (bedrijfs) bebouwing worden verwijderd. De bestaande agrarische bedrijfswoning zal worden verplaatst en vervangen voor een burgerwoning. Hierdoor worden er aan de zijde van Herkenbosserweg 5 twee nieuwe burgerwoningen gerealiseerd. Het agrarisch bouwvlak wordt verwijderd, waarna de overige gronden agrarisch gebruikt zullen worden.
Het tuincentrum wordt noordelijk richting de Veeweg met ca 0,9 ha uitgebreid en naar het zuiden met ca. 1.25 ha. Op het perceel tussen de huidige bedrijfsbebouwing, de Veeweg en de westgrens van het projectgebied wordt een uitbreiding van het hoofdgebouw alsmede enkele dienstgebouwen gerealiseerd. Er komt circa 9.000 m2 bebouwd oppervlak bij. De hier aanwezige terreinen voor buitenverkoop zullen in noordwestelijke richting worden verplaatst. Onderdeel van deze uitbreiding is de plaatsing van een aantal halfopen schuren of afdaken voor de presentatie van producten (lichte bouwwerken). Het terrein voor de buitenverkoop zal worden omzoomd met een hekwerk.
Langs de Herkenbosserweg wordt het parkeerterrein uitgebreid. De bedrijfswoning wordt hiervoor gesloopt en verplaatst naar de Herkenbosserweg 5. Hier wordt de resterende bedrijfsbebouwing, inclusief woning gesloopt. Ook deze woning wordt herbouwd. De twee vervangende woningen komen op grotere afstand, 38 meter uit de as van de weg te staan. Aan de noordwestzijde van het tuincentrum wordt een infiltratiesloot aangelegd waarin het hemelwater van de daken en verhardingen wordt opgevangen.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 14.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat het verzoek voldoet aan het nationale, provinciale, regionale en gemeentelijke beleid. Het beleid staat de uitvoering van deze ontwikkeling derhalve niet in de weg. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
Aan het in gebruik nemen van het bouwvlak en gebruik van gronden ten behoeve van vergroting van het bouwvlak en bestemmingsvlak wordt de voorwaardelijke verplichting gekoppeld ten behoeve van de realisatie en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
De bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Detailhandel - Tuincentrum - 2'. Daarbij wordt naast het gebruik voor tuincentrum tevens mogelijkheden voor overige vormen van detailhandel, horeca uit de categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten en dienstverlening gericht op het thema tuin, wonen, dier en bouwen, extensieve dagrecreatie en een kinderboerderij toegestaan.
Verder worden de volgende gebruiksregels opgenomen:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - Voorwaardelijke verplichting - 23' mogen de gronden alleen gebruikt worden ten behoeve van de bestemming indien het erfrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 16 binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan gerealiseerd is en instandgehouden wordt.
- b. de verkoop vloeroppervlakte van de detailhandel in de vorm van een tuincentrum dient minimaal 12.500m2 binnen de bebouwing te bedragen;
- c. detailhandelsvestigingen in de vorm van een supermarkt, winkel in witgoed, juwelier en/of drogist zijn niet toegestaan;
- d. detailhandel, niet zijnde tuincentrum, mag worden vormgegeven als zelfstandige vestiging of als commerciële ruimte binnen een vestiging (shop-in-shop), met een maximaal verkoopvloeroppervlak van 900 m2 per vestiging of commerciële ruimte;
- e. horeca is uitsluitend inpandig toegestaan en dient een functionele relatie te hebben met de hoofdfunctie en is ondersteunend aan de hoofdfunctie;
- f. maximaal 10% van het brutovloeroppervlakte mag gebruikt worden ten behoeve van horeca.
De woningen Herkenbosserweg ter plaatse van Herkenbosserweg 5 (bestaande woning en te verplaatsen bestaande bedrijfswoning) worden voorzien van de bestemming 'Wonen-Buitengebied' en de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG01) worden van toepassing verklaard.
Wijziging verbeelding
Dit is als volgt vertaald op de verbeelding:
2.1.12 Herkenbosserweg 1a te Vlodrop
Gewenste ontwikkeling
Momenteel heeft Beatrix zich als ambachtelijk bedrijf ontwikkeld als specialist in het
verwerken van hoogwaardige tuinhuizen, poorten, overkappingen, tuinafscheidingen etc. (zie
hiervoor www.beatrixhout.nl) Om de plannen van initiatiefnemer te kunnen verwezenlijken,
namelijk het continueren van het familiebedrijf, heeft het bedrijf meer mogelijkheden nodig op het gebied van fabricage en de daarbij gelieerde handel van haar huidige assortiment.
De ontwikkeling draagt bij aan:
- de werkgelegenheid;
- het verruimen van de mogelijkheden in het verwerken van natuurlijke producten;
- het duurzamer maken van het productieproces;
- het verfraaien van de uitstraling van het bedrijf, wat uiteindelijk ten goede komt aan de omgeving.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 15
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat het verzoek voldoet aan het nationale, provinciale, regionale en gemeentelijke beleid. Het beleid staat de uitvoering van deze ontwikkeling derhalve niet in de weg. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt het gewenste gebruik mogelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
De bestemmingsregels van de bestemming 'Bedrijf' van het
bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG01 ) zijn
onverminderd van toepassing. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtbereidingsbedrijf' worden in plaats van houtbereidingsbedrijf uit categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten de volgende bedrijfsfuncties toegestaan:
- 1. timmerwerkfabrieken, vervaardiging artikelen van hout met een productie oppervlak van maximaal 200 m² uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- 2. glasbewerkingsbedrijven uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- 3. constructiewerkplaatsen: uitsluitend in een gesloten gebouw met een productie oppervlak van maximaal 200 m² uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- 4. smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke met een productie oppervlak van maximaal 200 m² uit categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
- 5. een showroom/showtuin voor houtproducten zoals tuinhuisjes en hout gerelateerde producten zoals vloeren.
Bovendien worden de bebouwingsmogelijkheden binnen het bouwvlak beperkt tot maximaal 30% van het bouwvlak.
Aan het in gebruik nemen van het bouwvlak en het gebruik van gronden ten behoeve van vergroting van het bouwvlak wordt een voorwaardelijke verplichting gekoppeld ten behoeve van de realisatie en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Wijziging verbeelding
De verbeelding is voor dit perceel als volgt gewijzigd:
2.1.13 Vurensteeg 4 te Posterholt
Gewenste ontwikkeling
Initiatiefnemer wil de dagrecreatieve-/horeca-activiteiten binnen het bedrijf uitbreiden. Die uitbreiding vindt plaats binnen het bestaande bouwvlak en binnen de bestaande bebouwing.
Initiatiefnemer wil de dagrecreatieve-/horeca-activiteiten binnen het bedrijf uitbreiden. Die uitbreiding vindt plaats binnen het bestaande bouwvlak en binnen de bestaande bebouwing. Daartoe wordt 430 m² van de bestaande bebouwing als extra recreatieruimte in gebruik genomen voor horeca-activiteiten en 1.135 m² buitenruimte (o.a. erf/terras). Dit betekent dat in de toekomstige situatie 1.987 m² van de totale bouwvlak wordt gebruikt voor recreatie en/of horecadoeleinden. Dit is circa 15% van de totale oppervlakte. Inclusief de bestaande bedrijfswoning is dit een oppervlakte van 2.205 m2. De dagrecreatieve-/horecafunctie blijft daarmee in ruimtelijk opzicht ondergeschikt aan de agrarische bedrijfsfunctie.
De activiteiten worden ondergebracht in bestaande bebouwing welke niet meer geschikt is voor de agrarische bedrijfsvoering (te kleine omvang of te laag voor stalling hedendaagse machines).
Met dit planvoornemen wordt het bouwvlak niet vergroot en wordt geen nieuwe bebouwing gerealiseerd.
Om te onderbouwen dat de gewenste ontwikkeling voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden voor omliggende functies heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing op laten stellen. Deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen in Bijlage 16.
Overwegingen gemeente
In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat het verzoek voldoet aan het nationale, provinciale, regionale en gemeentelijke beleid. Het beleid staat de uitvoering van deze ontwikkeling derhalve niet in de weg. Tevens blijkt uit de toetsing van omgevingsaspecten dat de voorgenomen ontwikkeling niet leidt tot negatieve effecten.
De gemeente stemt in met de conclusie in de ruimtelijke onderbouwing en maakt het gewenste gebruik mogelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Wijziging regels
De bestemmingsregels van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 1' van het
bestemmingsplan 'Buitengebied Roerdalen' (NL.IMRO.1669.BPBUITENGEBIED2012-VG01 ) zijn
onverminderd van toepassing. In Bijlage 5 van de regels worden de toegestane dagrecreatieve- en horeca-activiteiten (o.a. boerengolf, beugelbaan en horeca met terras voor fietsers en wandelaars) opgenomen.
Aan het in gebruik nemen van het bouwvlak en het gebruik van gronden ten behoeve van vergroting van het bouwvlak wordt een voorwaardelijke verplichting gekoppeld ten behoeve van de realisatie en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Wijziging verbeelding
De verbeelding is voor dit perceel als volgt gewijzigd:
2.2 Wijzigingen N.a.v. De Uitspraak Van De Afdeling
2.2.1 Nevenfuncties (tabel 4.3 en 37.3)
Aanleiding wijziging
Wat betreft de nevenfuncties:
- educatie gekoppeld aan recreatie;
- overige recreatieve functies/agrotoerisme en agrarische duurzaamheid;
- innovatie en educatie
stelt de Afdeling vast dat in de planregels niet is omschreven wat onder deze nevenfuncties moet worden verstaan. Onder deze nevenfuncties kunnen zodanig verschillende activiteiten worden verstaan dat deze nevenfuncties naar het oordeel van de Afdeling onvoldoende duidelijk zijn. Gelet hierop zijn naar het oordeel van de Afdeling de afwijkingsbevoegdheden voor de nevenfuncties, educatie gekoppeld aan recreatie, overige recreatieve functies/agrotoerisme en agrarische duurzaamheid, innovatie en educatie in strijd met de rechtszekerheid vastgesteld. De Afdeling heeft derhalve de begrippen educatie gekoppeld aan recreatie, overige recreatieve functies/agrotoerisme en agrarische duurzaamheid, innovatie en educatie in tabel 4.3 en de begrippen educatie gekoppeld aan recreatie en overige recreatieve functies/agrotoerisme in tabel 37.3 vernietigd. Dit wordt hersteld in deze herziening.
Omschrijving wijziging en juridische vertaling
In artikel 1 van de regels wordt het volgende begrip opgenomen:
agrotoerisme: kleinschalige toeristische en recreatieve activiteiten gelieerd aan en/of agrarische bedrijven.
De Raad van State is van mening dat door deze toevoeging duidelijk wordt wat onder de nevenfuncties wordt verstaan en de afwijkingsbevoegdheid derhalve voldoende rechtszeker is.
Er wordt geen begrip opgenomen voor de nevenfunctie agrarische duurzaamheid, innovatie en educatie. De vernietiging van deze nevenfunctie wordt derhalve niet gerepareerd.
2.2.2 Biomassavergisting
Aanleiding wijziging
In artikel 4 lid 4.5.3 is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor de realisatie van biomassavergistingsinstallaties. In de regels wordt niet duidelijk dat door middel van deze afwijking alleen een bio-energieinstallatie ten behoeve van het eigen bedrijf mogelijk gemaakt kunnen worden worden. De Raad van State is van mening dat de afwijkingsbevoegdheid de bestemming kan wijzigen. Dit is in strijd met artikel 3.6 eerste lid, aanhef en onder c van de Wro. Omdat de betreffende afwijkingsbevoegdheid vernietigd is wordt deze in deze herziening hersteld.
Omschrijving wijziging en juridische vertaling
Het is niet de bedoeling geweest om dermate grootschalige biomassa vergistingsinstallaties mogelijk te maken dat een bestemmingswijziging aan de orde is. Om deze reden worden twee wijzigingen aangebracht:
- de afwijkingsmogelijkheid is enkel opgenomen in artikel 3 'Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied'
- in de afwijkingsbevoegdheid is de volgende aanvullende voorwaarde opgenomen: "de productie van energie uit biomassa is uitsluitend toegestaan indien minimaal 60% van de biomassa van het betreffende bedrijf afkomstig is".
2.2.3 Intensieve veehouderij
Aanleiding wijziging
De Afdeling heeft gesteld dat als gevolg van de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in lid 63.6.1 uitbreidingen van intensieve veehouderijen mogelijk kunnen worden gemaakt die de drempelwaarden in onderdeel C, categorie 14, en onderdeel D, categorie 14, van de bijlage bij het Besluit m.e.r. overschrijden. Nu het plan een kader vormde voor een besluit als genoemd in kolom 4 diende derhalve bij de vaststelling van het plan een plan-MER te worden gemaakt. De raad heeft dit ten onrechte nagelaten. Om deze reden heeft de Afdeling lid 63.6.1 vernietigd. Om de wijzigingsbevoegdheid te kunnen repareren dient op perceelsniveau onderzoek gedaan te worden naar de mogelijke uitbreiding van intensieve veehouderijen en de mogelijk effecten daarvan op het milieu. Omdat het in dit stadium niet bekend is, of en zo ja welke bedrijven gaan uitbreiden en ook de omvang van de uitbreidingen niet bekend zijn heeft de gemeenteraad besloten dit onderdeel niet te repareren. Voor individuele aanvragen van bouwvlakvergroting bij intensieve veehouderijbedrijven wordt in de toekomst een afzonderlijke procedure doorlopen. In deze afzonderlijke procedure worden de benodigde onderzoeken uitgevoerd.
Omschrijving wijziging en juridische vertaling
Er worden naar aanleiding van dit aspect geen wijzigingen doorgevoerd.
2.2.4 Huisvesting seizoensarbeiders
Aanleiding wijziging
In artikel 64 zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen voor de huisvesting van buitenlandse werknemers. De Afdeling stelt vast dat in de regels niet is bepaald dat het totaal aantal werknemers dat per bouwvlak kan worden gehuisvest maximaal 40 dan wel 20 bedraagt. In de tabellen 64.1 en 64.2 is het maximumaantal werknemers dat kan worden gehuisvest alleen bepaald per type bebouwing, niet per bouwvlak. Als gevolg van de toepassing van de afwijkingsbevoegdheden voor de huisvesting van werknemers kan derhalve in het plangebied, dat een agrarisch karakter heeft, de huisvesting van een groot aantal werknemers mogelijk worden gemaakt. Deze huisvesting kan voor een lange periode mogelijk worden gemaakt, nu tijdelijke huisvesting voor maximaal zeven maanden per jaar kan worden toegestaan en aan de structurele huisvesting van werknemers geen maximumtermijn is verbonden. De Afdeling heeft geoordeeld dat de afwijkingsbevoegdheden in strijd zijn met artikel 3.6, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wro en heeft deze onderdelen derhalve vernietigd. In deze herziening worden deze planonderdelen hersteld.
Omschrijving wijziging en juridische vertaling
De Afdeling heeft aangegeven dat de raad, indien de gemeente dergelijke huisvestingsmogelijkheden wil bieden, een alomvattende afweging bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet maken. Het is echter niet de bedoeling geweest huisvesting van dergelijke omvang mogelijk te maken. Om die reden wordt in de tabellen 64.1 en 64.2 opgenomend dat de aantallen per bouwvlak gelden. Tevens wordt aanvullend de volgende voorwaarde opgenomen:
- a. in het bouwvlak mogen uitsluitend werknemers gehuisvest worden die werkzaam zijn in het betreffende bedrijf.
2.2.5 Huifkarhoeve
Aanleiding wijziging
In het bestemmingsplan is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor evenementen op de gronden van De Huifkarhoeve aan de Gitstappermolenweg 1 en 1a te Vlodrop. Appelant heeft aangegeven parkeeroverlast en geluidoverlast te ondervinden van de evenementen die regelmatig op de gronden worden gehouden. De gedeeltelijke aarden wal die aan de rand van het parkeerterrein op de gronden is aangelegd is volgens appelant onvoldoende om geluidoverlast te voorkomen. Tevens voldoet het parkeerterrein volgens niet aan de parkeerbehoefte bij evenementen waardoor auto’s van bezoekers op andere percelen geparkeerd zijn.
De Afdeling overweegt dat het op de weg van de planwetgever ligt om omtrent, onder meer, het toegestane aantal evenementen per jaar, de soorten en de maximale bezoekersaantallen voorschriften te stellen, voor zover dat uit een oogpunt van ruimtelijke aanvaardbaarheid van het houden van evenementen belang is. Het gaat hier om de beoordeling en de afweging of een planregeling waarmee evenementen kunnen worden toegelaten vanuit ruimtelijk oogpunt is aangewezen. Deze beoordeling en afweging is een andere dan die op grond waarvan, in een concreet geval, voor een evenement al dan niet vergunning op grond van de APV wordt verleend. Regulering van evenementenvergunningen in de APV geschiedt met name vanuit het oogpunt van handhaving van de openbare orde en waarborgt niet de vereiste planologische rechtszekerheid. Deze beoordeling en afweging kunnen voorts niet pas bij de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid voor evenementen worden gemaakt. Reeds bij de vaststelling van het plan had de raad moeten afwegen of deze afwijkingsbevoegdheid op de gronden op een ruimtelijk aanvaardbare wijze kan worden toegepast. De gemeenteraad heeft dit evenwel niet gedaan. De gemeenteraad heeft het plan in zoverre in strijd met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid. De Raad van State heeft op basis van bovenstaande de plandelen met de bestemmingen "Horeca", "Recreatie - Dagrecreatie" en "Verkeer" voor de gronden van De Huifkarhoeve aan de Gitstappermolenweg 1 en 1a vernietigd.
Omschrijving wijziging en juridische vertaling
In het bestemmingsplan zijn de bestemmingen conform het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen. In de regels is de definitie voor evenement aangepast naar aanleiding van de uitspraak. De nieuwe definitie luidt als volgt:
"een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak met bijbehorende voorzieningen waaronder in ieder geval parkeren."
2.3 Ambtshalve Aanpassingen
In dit bestemmingsplan zijn naast de aanpassingen naar aanleiding van de uitspraak vande Raad van State ook ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. In bijlage 1 zijn deze wijzigingen opgenomen alsmede een toelichting op de wijzigingen. De ambtshalve aanpassingen van de verbeelding zijn in bijlage 2 opgenomen.
Daarnaast de wijzigingen zoals opgenomen in bijlage 1 is de Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving vastgesteld.
Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving
De gemeente Roerdalen heeft samen met de overige gemeenten in Midden-Limburg (Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roermond en Weert) en de provincie Limburg het initiatief genomen tot het opstellen van een Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving. Deze Structuurvisie is door de gemeenteraad van Roerdalen vastgesteld op 17 december 2014. De Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving is de basis voor het geven van sturing aan, en voeren van regie over, het in de regio te voeren beleid op het vlak van wonen, zorg en woonomgeving. De visie is een vervolg op de twee regionale woonvisies (Midden-Limburg Oost en Weerterkwartier) voor de periode 2010 tot 2014. De Structuurvisie is een antwoord op de vraag hoe om te gaan met de actuele en te verwachten demografische en economische ontwikkelingen, waarbij breed en diep wordt ingegaan op de gevolgen van afnemende bevolkingsgroei en in sommige gemeenten reeds aanwezige krimp.
Regionaal is er sprake van een veranderende kwalitatieve woningbehoefte als gevolg van de veranderende bevolkingssamenstelling. Die demografische transitie vraagt om transformatie van de bestaande woningvoorraad en woonomgeving en nog slechts om beperkte uitbreiding van de woningvoorraad. Om die reden is afgesproken dat de gemeenten in de regio in de periode 2014-2017 minimaal 40% van de aanwezige overcapaciteit aan plannen afbouwt.
Speerpunten
In de visie zijn de ambities van de regio in tien speerpunten verwoord:
- 1. Goed evenwicht vinden tussen sociaal en fysiek domein;
- 2. Reduceren van de plancapaciteit, markt behoefte goed inschatten;
- 3. Kansen creëren voor nieuwkomers;
- 4. Transformatieopgave in zorgvastgoed aanwezig, uitwerking nog ongewis;
- 5. Zorg voor de kwetsbaren: smeden van nieuwe coalities;
- 6. Transformatieopgave in de huursector vraagt om regionale afstemming;
- 7. Transformaties afstemmen met ingrepen in publiek domein;
- 8. Sturen op kwaliteit;
- 9. Kantelen van het 'wonen', ofwel hoe organiseren we de leefbaarheid?
- 10. Bewustmaken van de (oudere) burger, speciaal de eigenaar-bewoner.
Afwegingskaders
Om te komen tot daadwerkelijke uitvoering van de speerpunten zijn vier afwegingskaders benoemd. Op basis van deze afwegingskaders kan regionaal, gemeentelijk en lokaal beleid worden afgewogen en geordend in de programmering van transformatie- en nieuwbouwplannen.
- 1. Kwantitatief afwegingskader: hoeveel woningen kunnen nog worden toegevoegd en hoe verdelen we die over de zeven gemeenten?
- 2. Ruimtelijk grofmazig afwegingskader: welke accenten zetten we in de regionaal onderscheiden woonzones?
- 3. Ruimtelijk fijnmazig afwegingskader: hoe kunnen we onze nieuwbouw- en veranderplannen op een regionaal uniforme wijze ordenen?
- 4. Kwaliteitsenvelop: afwegingskader om lokaal accenten te zetten richting transformatie en nieuwbouw?
Conclusie
Vorenstaande afwegingskaders toegepast op de voorliggende herziening van het bestemmingsplan Buitengebied zorgt dat planologisch geen woningbouwontwikkelingen worden toegevoegd waar geen concreet zicht is op uitvoering in de planperiode.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Beleid En Sectorale Onderzoeken
Voorliggend bestemmingsplan betreft een herziening van het vastgestelde 'moederplan' Buitengebied. Voor de ruimtelijke initiatieven zijn afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen opgesteld. Deze zijn opgenomen in bijlage 3 tot en met 16 van deze toelichting. In deze ruimtelijke onderbouwingen is beoordeeld op basis van het vigerende beleid en de verschillende sectorale aspecten of de betreffende ontwikkeling uitvoerbaar is. Voor het overige bestaat deze herziening uit enkele aanpassingen van het 'moederplan' die een beperkte ruimtelijke impact hebben. Het merendeel gaat om correcties van de verbeelding of de regels, waarbij de feitelijke situatie op de verbeelding wordt opgenomen. In het kader van deze onderdelen is dan ook geen toetsing aan het vigerende beleid opgenomen en is onderzoek naar de gevolgen voor sectorale aspecten achterwege gelaten.
3.2 Economische Uitvoerbaarheid
Bij nieuwe ontwikkelingen moet onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) tegelijk met het
bestemmingsplan een exploitatieplan worden vastgesteld, tenzij het kostenverhaal anderszins is
verzekerd, bijvoorbeeld door middel van gemeentelijke gronduitgifte of een anterieure overeenkomst.
De gemeente heeft hierbij de onderzoeksverplichting om de financieel economische uitvoerbaarheid
van het plan te toetsen.
De gemeente zal een anterieure overeenkomst, waarin het kostenverhaal wordt geregeld, sluiten met de eigenaren van gronden waarop de ontwikkelingen zijn voorzien. Hierdoor is een exploitatieplan niet noodzakelijk. De kosten voor de uitvoering van de bouwplannenzijn voor de ontwikkelende partijen. Geconcludeerd wordt dat er voldoende middelen zijn om de ontwikkelingen tot uitvoering te brengen. Het plan is daarmee financieel uitvoerbaar.
3.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Over de in deze herzieningen opgenomen ontwikkelingen heeft vooroverleg plaatsgevonden met de provincie Limburg. Resultaten van dit overleg zijn meegenomen in de definitieve ruimtelijke onderbouwingen.
Gelet op artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening heeft het bestemmingsplan als ontwerp ter inzage gelegen gedurende 6 weken vanaf 17 december 2015 tot en met 27 januari 2016. Binnen deze termijn was het voor een ieder mogelijk een zienswijze schriftelijk of mondeling in te dienen. In deze periode zijn 14 zienswijzen ontvangen. Deze zienswijzen zijn samengevat en beantwoord. Per zienswijze is aangegeven of en in welke mate de zienswijze aanleiding geeft tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan. De Nota zienswijzen en de erratum Nota zienswijzen zijn opgenomen in Bijlage 17 en Bijlage 18.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Categorie I 'lichte horeca'
Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca
1b. Overige lichte horeca
1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking
- bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²;
- restaurant met bezorg- en/of afhaalservice.
Categorie 2 'middelzware horeca'
Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken.
Categorie 3 'zware horeca'
Bedrijven die voor een goed functioneren ook 'snachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen:
- dancing;
- discotheek;
- nachtclub;
- partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).
Bijlage 3 Kwaliteitsmenu
Bijlage 4 Inrichtingsplan Elfenmeer
Bijlage 4 Inrichtingsplan Elfenmeer
Bijlage 5 Nevenactiviteiten En Bedrijf Aan Huis
Adres | Bestemming | Toegestaan gebruik |
Diergaarderweg 4 te Montfort | AW-L2 | Camping met maximaal 10 kampeerplaatsen met aanverwante voorzieningen, verkoopruimte t.p.v. bestaande loods, inrichten en gebruiken van een boerenterras |
Sittert 1-3 te Sint-Odiliënberg | AW-L-1 | Camping met maximaal 25 kampeermiddelen en maximaal 100 m2 boerderijwinkel. |
Diergaarderweg 7 te Montfort | A-LOG | permanente huisvesting van 20 permanente en tijdelijke werknemers |
Huysdijk 8 te Montfort | AW-L-1 | boerderijterras |
Paarloweg 5 te Sint-Odiliënberg | AW-L-1 | dagopvang voor maximaal 12 verstandelijk gehandicapten |
Percelen kadastraal bekend als 37 MLK 00H en 38 MLK 00H tussen de Wijngaardstraat en de Keulsebaan te Herkenbosch | N | hobbymatig houden van paarden |
Grootestraat 49 te Vlodrop | AW-L-1 | boerderijterras |
Linnerweg 6 te Montfort | AW-L-1 | caravanstalling tot een maximaal oppervlakte van 500 m2 |
Holsterweg 2 te Posterholt | AW-L-1 | agrarisch loonbedrijf |
Diergaarderweg 8 te Montfort | AW-LOG | agrarisch aanverwante activiteiten |
Paalderweg 4 te Posterholt | Wonen - Buitengebied | bloemsierkunst en imkerij |
Wiedestraat 9 te Sint-Odiliënberg | Wonen - Buitengebied | Bed and Breakfast enRecreatieappartementen. Maximaal het aantal recreatieappartementen zoals middels de maatvoeringaanduiding "maximum aantal recreatiewoningen" is aangegeven |
Bijlage 6 Erfinrichtingsplan Kruisweg 44
Bijlage 6 Erfinrichtingsplan Kruisweg 44
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Diergaarderweg 4
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Diergaarderweg 4
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Leropperweg 17b
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Leropperweg 17b
Bijlage 9 Erfinrichtingsplan Linnerweg 38
Bijlage 9 Erfinrichtingsplan Linnerweg 38
Bijlage 10 Erfinrichtingsplan Heinsbergerweg 63
Bijlage 10 Erfinrichtingsplan Heinsbergerweg 63
Bijlage 11 Erfinrichtingsplan Hoogstraat 65
Bijlage 11 Erfinrichtingsplan Hoogstraat 65
Bijlage 12 Erfinrichtingsplan Brandlintjesweg 1
Bijlage 12 Erfinrichtingsplan Brandlintjesweg 1
Bijlage 13 Erfinrichtingsplan Zwarteberg 2
Bijlage 13 Erfinrichtingsplan Zwarteberg 2
Bijlage 14 Erfinrichtingsplan Steegstraat 8, Herkenbosch
Bijlage 14 Erfinrichtingsplan Steegstraat 8, Herkenbosch
Bijlage 15 Erfrichtingsplan Aerwinkelallee 1
Bijlage 15 Erfrichtingsplan Aerwinkelallee 1
Bijlage 16 Erfinrichtingsplan Herkenbosserweg 4
Bijlage 16 Erfinrichtingsplan Herkenbosserweg 4
Bijlage 17 Erfinrichtingsplan Venhof 2
Bijlage 17 erfinrichtingsplan Venhof 2
Bijlage 18 Erfinrichtingsplan Herkenbosserweg 1a
Bijlage 18 Erfinrichtingsplan Herkenbosserweg 1a
Bijlage 19 Erfinrichtingsplan Vurensteeg 4
Bijlage 19 Erfinrichtingsplan Vurensteeg 4
Bijlage 20 Erfinrichtingsplan Postberg 1
Bijlage 20 Erfinrichtingsplan Postberg 1
Bijlage 21 Erfinrichtingsplan Bergerweg 46
Bijlage 21 Erfinrichtingsplan Bergerweg 46
Bijlage 22 Erfinrichtingsplan Muytertweg 27
Bijlage 22 Erfinrichtingsplan Muytertweg 27
Bijlage 23 Erfinrichtingsplan Berkenallee 2
Bijlage 23 Erfinrichtingsplan Berkenallee 2
Bijlage 24 Erfinrichtingsplan Holsterweg 2
Bijlage 24 Erfinrichtingsplan Holsterweg 2
Bijlage 25 Erfinrichtingsplan Wiedestraat 9
Bijlage 25 Erfinrichtingsplan Wiedestraat 9
Bijlage 26 Erfinrichtingsplan 'T Sittert 1
Bijlage 26 Erfinrichtingsplan 't Sittert 1
Bijlage 27 Erfinrichtingsplan Gestraatje 53
Bijlage 27 Erfinrichtingsplan Gestraatje 53
Bijlage 1 Ambtshalve Wijzigingen
Bijlage 1 Ambtshalve wijzigingen
Bijlage 2 Wijzigingen Verbeelding
Bijlage 2 Wijzigingen verbeelding
Bijlage 3 Ro Kruisweg 44 Te Herkenbosch
Bijlage 3 RO Kruisweg 44 te Herkenbosch
Bijlage 4 Ro Diergaarderweg 4 Te Montfort
Bijlage 4 RO Diergaarderweg 4 te Montfort
Bijlage 5 Ro Leropperweg 17b Te Lerop
Bijlage 5 RO Leropperweg 17b te Lerop
Bijlage 6 Ro Linnerweg 38 Te Montfort
Bijlage 6 RO Linnerweg 38 te Montfort
Bijlage 7 Ro Heinsbergerweg 63 Te Posterholt
Bijlage 7 RO Heinsbergerweg 63 te Posterholt
Bijlage 8 Ro Hoogstraat 65 Te Montfort
Bijlage 8 RO Hoogstraat 65 te Montfort
Bijlage 9 Ro Brandlintjesweg 1 Te Montfort
Bijlage 9 RO Brandlintjesweg 1 te Montfort
Bijlage 10 Ro Zwarteberg 2 Te Posterholt
Bijlage 10 RO Zwarteberg 2 te Posterholt
Bijlage 11 Ro Aerwinkelallee 1 Te Posterholt
Bijlage 11 RO Aerwinkelallee 1 te Posterholt
Bijlage 12 Ro Venhof 2 Te Herkenbosch
Bijlage 12 RO Venhof 2 te Herkenbosch
Bijlage 13 Ro Steegstraat 8, Herkenbosch
Bijlage 13 RO Steegstraat 8, Herkenbosch
Bijlage 14 Ro Herkenbosserweg 4 Te Vlodrop
Bijlage 14 RO Herkenbosserweg 4 te Vlodrop
Bijlage 15 Ro Herkenbosserweg 1a
Bijlage 15 RO Herkenbosserweg 1a
Bijlage 16 Ro Vurensteeg 4 Te Posterholt
Bijlage 16 RO Vurensteeg 4 te Posterholt