Kernen Roerdalen
Bestemmingsplan - Gemeente Roerdalen
Vastgesteld op 11-12-2014 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze planregels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplanKernen Roerdalen van de gemeente Roerdalen.
1.2 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.3 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.4 aaneengebouwde woning:
een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.
1.5 ABC-goederen:
inpandig gestalde auto's, boten, caravans en daarmee direct samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen, niet zijnde kleine huisraad, voor particulieren.
1.6 achterperceelsgrens:
de grens van een bouwperceel die is gelegen langs het achtererf;
1.7 afdekfolie:
landbouwfolie zonder constructies, bestemd voor de akker- en vol/egrondstuinbouw, sier-, (klein) fruit- en bol/enteelt, met als doel het afdekken van groenten, teelten en gerooide akkerproducten.
1.8 afhankelijke woonruimte:
bijbehorende bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.9 agrarisch bedrijf:
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
- a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit-, bollen- en champignonteelt;
- b. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond (waaronder ook begrepen een paardenfokkerij);
- c. sierteelt: de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in deze gewassen;
- d. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
- e. bollenteelt: de teelt van bloembollen in samenhang met de teelt van bolbloemen;
- f. champignonteelt: de teelt van champignons.
1.10 antennedrager:
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.11 antenne-installatie:
een instal/atie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.12 archeologische waarde:
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis.
1.13 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.14 bebouwingspercentage:
het op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage tot hoe ver het bouwperceel maximaal mag worden bebouwd, of wanneer dat in deze regels uitdrukkelijk is bepaald, het percentage tot waar het bouwvlak maximaal mag worden bebouwd.
1.15 bed & breakfast:
een accommodatie voor recreatief nachtverblijf in een (bedrijfs)woning.
1.16 bedrijf:
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
1.17 bedrijfs- of dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.18 bedrijf aan huis:
de uitoefening aan huis van bedrijfsactiviteiten die vanwege hun kleinschalige omvang en geringe invloed op de omgeving kunnen worden uitgeoefend in een gedeelte van de woning, door diegene die ter plaatse zijn hoofdverblijf heeft, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijk uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
1.19 beroep aan huis:
de uitoefening aan huis van een vrij beroep of de beroepsmatige verlening van diensten aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, door diegene die terplaatse zijn hoofdverblijf heeft, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijk uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
1.20 bestemmingsgrens;
de grens van een bestemmingsvlak;
1.21 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1669.BPKERNEN2012-OH02 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.22 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.23 bevi-inrichting
inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.24 bevoegd gezag:
het bestuursorgaan zoals bedoeld in artikel 1.1, lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, dan wel bij het ontbreken van een bestuursorgaan als bedoeld in dat artikellid, burgemeester en wethouders.
1.25 bijbehorende bouwwerken (bijgebouwen/aan- en uitbouwen):
uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.26 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.27 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.28 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de planregels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.29 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.30 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.31 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.32 consumentenvuurwerk:
vuurwerk dat bestemd is voor particulier gebruik.
1.33 containerveld:
grond die is afgedekt met plastic, niet zijnde afdekfolie, antiworteldoek en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van de teelt van gewassen. De gewassen worden op de afdeklaag los van de ondergrond geteeld (in potten).
1.34 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
1.35 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Een en ander met inbegrip van:
- afhaal- en bezorgcentra met dien verstande dat er geen dranken en/of spijzen ter plaatse genuttigd worden;
- internetwinkels waar goederen via internet te koop aangeboden worden waarbij de koopovereenkomst overwegend via elektronische weg tot stand komt en er goederen ter plaatse uitgestald en/of geleverd worden.
1.36 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, waarbij er ter plaatse rechtstreeks contact met het publiek is, zoals een schoenmaker of een reisbureau, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting, alsmede het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.37 erfafscheiding:
een bouwwerk, bedoeld om het erf af te bakenen van een aangrenzend erf van buren of van de openbare weg.
1.38 evenement:
een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.
1.39 extensieve dagrecreatie
vormen van recreatief medegebruik van gronden door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en strandjes.
1.40 garage(box):
een gebouw voor de stalling van voertuigen, alsmede voor berging of opslag ten dienste van de bestemmingsfunctie.
1.41 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.42 gestapelde woning:
woning die is gestapeld met twee of meer andere woningen of indien de bestemming dat toelaat, met één of meer andere functies.
1.43 groene en blauwe diensten:
het leveren van prestaties gericht op realisatie van maatschappelijke wensen op terreinen als natuur, landschap, waterbeheer en recreatief medegebruik, waarbij de bestemming gehandhaafd blijft.
1.44 hageInet:
voorzieningen bestemd voor de bescherming van vollegrondsgroente-, fruit-, bloemen en boomteelt die niet doorlopen tot aan de grond.
1.45 hekwerk:
een afscheiding van hout of metaal met openingen, zoals gaaswerk, waar doorheen gekeken kan worden.
1.46 hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk in gebruik is en/of als zodanig valt aan te merken.
1.47 hondenschool:
een vereniging c.q. een niet-agrarisch bedrijf dat is gericht op het trainen en africhten van honden.
1.48 horeca(bedrijf):
een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
- a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.
Waarbij de categorie-indeling, zoals opgenomen in de Staat van horeca-activiteiten, in acht dient te worden genomen:
- Categorie I 'lichte horeca', bv. aan de detailhandelsfunctie verwante horeca ( automatiek, broodjeszaak, cafetaria etc.), overige lichte horeca (bistro, restaurant, hotel) of bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking (restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives);
- Categorie 2 'middelzware horeca', bv.bar, bierhuis, biljartcentrum, café, shoarma/grillroom, zalenverhuur, etc.;
- Categorie 3 'zware horeca', bv. dancing, discotheek, nachtclub en partycentrum.
Met een horecabedrijf wordt een afhaalzaak gelijkgesteld.
1.49 kampeermiddelen:
niet als een bouwwerk aan te merken vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.50 kantoor:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.51 kap:
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 75°.
1.52 kas:
een bouwwerk van glas of ander licht doorlatend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 2,5 m of meer, trek, tunnel, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
1.53 kleinschalig kamperen:
kamperen op een kampeerterrein voor maximaal 40 kampeermiddelen, niet zijnde permanente kampeermiddelen, gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
1.54 maatschappelijke voorzieningen:
voorzieningen op het gebied van welzijn en zorg, alsmede zorgwoningen, volksgezondheid, cultuur, religie, onderwijs, sport, verenigingsleven, hondenschool, opvoeding, kinderopvang, kinderboerderij, openbaar bestuur en andere openbare en sociale voorzieningen.
1.55 manege:
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende ondergeschikte activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, ondergeschikte activiteiten (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie ondergeschikt aan het bedrijf en het ondergeschikt houden van wedstrijden of andere evenementen.
1.56 mantelzorg:
intensieve niet georganiseerde zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak door één of meer leden uit diens directe dan wel sociale omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie.
1.57 markt:
een plaats waar goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden vanaf een standplaats.
1.58 monument:
een bouwwerk of terrein dat van algemeen belang is vanwege de schoonheid, de betekenis voor de wetenschap of de cultuurhistorische waarde.
1.59 nevenfunctie:
een of meer (bedrijfsmatige) activiteiten in combinatie met en ondergeschikt aan de uitoefening van het ter plaatse en bij wijze van hoofdfunctie uitgeoefende (agrarische) bedrijf/wonen.
1.60 nutsvoorziening:
een gebouwde voorziening voor het algemeen nut.
1.61 onderkomens
gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kampeermiddelen, stacaravans, containers, voertuigen, gewezen voertuigen of andere zaken die als tijdelijk dan wel permanent onderkomen dienen van één of meer huishoudens.
1.62 paardenfokkerij:
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.
1.63 paardenhouderij:
een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden.
1.64 paardrijactiviteiten:
het houden van paarden en/of pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en/of pony's in pension te stallen en te weiden.
1.65 peil:
- a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang aan de wegzijde grenst: maximaal 30 cm boven de hoogte van de kruin van de openbare weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen: maximaal 30 cm boven de gemiddelde hoogte van het rondom afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw.
1.66 pergola
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een open constructie van twee of meer palen, die onderling met elkaar verbonden zijn.
1.67 permanente bewoning:
het gedurende een half jaar ten minste twee derde van de tijd gebruiken van een voor recreatie bestemd verblijf als hoofd(woon)verblijf.
1.68 permanente standplaats kampeermiddel:
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende het gehelejaar.
1.69 permanente standplaats stacaravan:
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een stacaravan, inclusief bij de stacaravan behorende ondergeschikte onderkomens gedurende het gehelejaar.
1.70 permanente standplaats woonwagen:
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een woonwagen, inclusief bij de woonwagen behorende ondergeschikte onderkomens gedurende het gehele jaar.
1.71 permanente teeltondersteunende voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van ten hoogste 2,5 m die langer dan 6, al dan niet aaneengesloten, maanden per jaar aanwezig is.
1.72 recreatiewoning:
een (deel van een) gebouw die blijkens de bestemming is bedoeld voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.73 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
1.74 seizoensgebonden standplaats kampeermiddel:
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, uitsluitend gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
1.75 standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten:
de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 van deze regels.
1.76 standplaats:
een vaste locatie op een openbare en in de openlucht gelegen plaats ten behoeve van het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
1.77 teeltondersteunende voorziening:
voorziening of constructie, niet zijnde afdekfolie en hageInet, met een hoogte van ten hoogste 2,5 m, met als doel het gewas te forceren tot meer groei, de oogst te spreiden en meer opbrengsten te genereren. Het gaat daarbij om zowel het vervroegen als verlaten ten opzichte van normale teelt en/of beschermen tegen weersinvloeden, ziekten en plagen om een kwalitatief beter product te verkrijgen.
1.78 tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van ten hoogste 2,5 m die korter dan 6, al dan niet aaneengesloten, maanden per jaar aanwezig zijn, met dien verstande dat tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (met uitzondering van funderingsanker en dergelijke) na de teelt opgeruimd en van het veld verwijderd dienen te worden. Voorbeelden van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn plastic (mini)tunnels, stellingen, regenkappen en boogkassen.
1.79 twee-aaneenwoning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen, alsmede wanneer deze beide hoofdgebouwen worden verbonden middels twee bijbehorende bouwwerken.
1.80 terras:
een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.
1.81 verkoop aan huis van lokaal geproduceerde/streekeigen producten:
verkoop van producten als nevenfunctie bij een (agrarisch) bedrijf van zelf geproduceerde of uit de plaatselijke regio afkomstige producten.
1.82 verticale bouwdiepte:
de diepte van een gebouw onder de grond of deels onder de grond (half verdiept).
1.83 vloeroppervlakte:
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond.
1.84 volwaardig agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf met een omvang van ten minste één volwaardige arbeidskracht en een zodanige bedrijfsomvang dat de continuïteit ook op de lange termijn is gewaarborgd.
1.85 voorgevel:
de gevel(s) van een gebouw die is/zijn gelegen in de voorgevelrooilijn.
1.86 voorgevelrooilijn:
denkbeeldige lijn waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw word(t)(en) / is/ zijn gesitueerd en die is/zijn gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens;
1.87 vrijstaande woning:
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw, alsmede een vrijstaand hoofdgebouw dat middels een bijbehorend bouwwerk wordt verbonden met een ander vrijstaand hoofdgebouw.
1.88 woning:
een gebouw, bestaande uit hoofdgebouwen en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken (met uitzondering van aangebouwde overkappingen), dat blijkens zijn indeling en inrichting geschikt en bestemd is voor de huisvesting van een huishouden.
1.89 woonwagen/woonchalet:
voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats voor woonwagens/woonchalets en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
1.90 woonwagenstandplaats:
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen/woonchalet waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeente kunnen worden aangesloten.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Meetregels
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
- a. de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
- b. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
- c. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
- d. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
- e. de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
- f. de verticale bouwdiepte van een bouwwerk: vanaf de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer tot aan de bovenkant van de onderste afgewerkte vloer;
- g. de hoogte van een windturbine: vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
- h. ondergeschikte bouwdelen: bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, ondergeschikte dakkapellen en gevelopbouwen, gevelen kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, onder voorwaarde dat de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt, en de totale oppervlakte van de overschrijding niet meer dan 6 m²;
- i. afstand: de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn; ondergeschikte bouwdelen worden hierbij niet meegenomen;
- j. bouwhoogte van een antenne-installatie:
- 1. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
- 2. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
- k. breedte, lengte en diepte van een gebouw: tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren;
- l. bruto vloeroppervlakte: de som van de buitenwerks gemeten vloeroppervlakte van alle bouwlagen, dus inclusief bijvoorbeeld ingesloten buitenruimte, trappen, liftkokers, installatieruimten, enz.
2.2 Aanvullende meetregels
Bij het meten gelden de volgende aanvullende regels:
- a. het peil voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang aan de wegzijde grenst: dient te zijn gesitueerd op maximaal 30 cm boven de hoogte van de kruin van de openbare weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. het peil in andere gevallen: dient te zijn gesitueerd op maximaal 30 cm boven de gemiddelde hoogte van het rondom.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.9;
met de daarbij behorende:
- b. voorzieningen zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen, paardenbakken, erven, tuinen, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, ontsluitingswegen, recreatieve paden en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water;
alsmede voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', een bedrijfswoning;
- d. extensieve dagrecreatie;
- e. evenementen;
- f. de in onderstaande tabel vermelde toegestane nevenfuncties:
nevenfunctie | maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
verkoop-aan-huis van lokaal/streekeigen agrarische producten | - | 100 m² | |
beroep aan huis | max. 1/3 van de woning en bijbehorende bouwwerken | ||
bed &breakfast | - | max. 8 slaapplaatsen verdeeld over max. 3 kamers | |
groene en blauwe diensten | - | - |
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erf- of terreinafscheidingen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
- c. tevens geldt het bepaalde in onderstaande tabel:
max. aantal per bouwvlak | max. oppervlak | max. inhoud | max. goot- hoogte | max. bouw- hoogte | |||||
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen ) | 1 | - | 1.000 m³ | 6 m | 9 m | ||||
bijbehorende bouwwerken | - | 100 m2 | - | 3,5 m | 6,5 m | ||||
kassen | - | 2.500 m2 | - | 6 m | 12 m | ||||
overige bedrijfsgebouwen | - | volledig bouwvlak | - | 6 m | 12 m | ||||
teeltondersteunende voorziening, niet zijnde kassen | - | volledig bouwvlak | - | - | 2,5 m | ||||
mestsilo's | - | 2.500 m2 | - | - | 8,5 m | ||||
overige silo's | - | - | - | - | 15 m | ||||
vlaggenmasten | - | - | - | - | 8 m | ||||
lichtmasten bij paardenbakken | - | - | - | - | 5 m | ||||
lichtmasten overig | - | - | - | - | 5 m | ||||
erf- of terreinaf- scheidingen binnen bouwvlak | - | - | - | - | 2 m | ||||
erf- of terreinafscheidingen t.b.v. boom-, sier- en fruitteelt buiten bouwvlak | - | - | - | - | 2 m | ||||
overige erf- en terreinafscheidingen buiten bouwvlak | - | - | - | - | 1,2 m | ||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | - | 3 m |
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. het gebruik van afdekfolies buiten het bouwvlak is toegestaan;
- b. buitenopslag buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
- c. buitenopslag binnen het bouwvlak met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan;
- d. paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
- e. nevenfuncties zijn, indien hier bebouwing voor nodig is, niet toegestaan buiten de bestaande bebouwing;
- f. bed & breakfast is niet buiten de woning en bouwwerken toegestaan;
- g. in het kader van bedrijf- en beroep-aan-huis is geen horeca en detailhandel toegestaan;
- h. de productie van energie uit biomassa is niet toegestaan'
- i. de aan het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, onder voorwaarde dat:
- 1. de bewoners van het bijbehorende bouwwerk voor hun mantelzorg afhankelijk zijn van de bewoners van het hoofdgebouw;
- 2. op het bouwperceel geen tweede zelfstandige woning ontstaat.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijf tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt en is opgenomen in de bijlage bij deze regels;
met de daarbij behorende:
- b. werkplaatsen, magazijnen, kantines en bergingen;
- c. voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', een bedrijfswoning;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', detailhandel;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkende industrie', een metaalbewerkingsbedrijf uit categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kunststofverwerkend bedrijf', een kunststofverwerkend bedrijf uit categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf', een aannemersbedrijf uit categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loonwerkbedrijf', een loonwerkbedrijf uit categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- k. ter plaatse van de aanduiding "vulpunt", een LPG-vulpunt;
met dien verstande dat:
- l. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend een nutsvoorziening is toegestaan;
- m. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
- n. bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken niet zijn toegestaan;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', een tankstation;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling', een caravanstalling;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', een lpg-tankstation;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verkooppunt motorbrandstoffen met lpg inclusief detailhandel', een lpg-tankstation, waarbij de maximale doorzet niet meer dan 1000 m³ en de oppervlakte aan detailhandel maximaal 600 m² mag bedragen.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
4.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor:
- a. detailhandel, met uitzondering van:
- 1. productiegebonden detailhandel;
- 2. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- b. kantoor, met uitzondering van kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse aanwezige bedrijf tot een maximum van 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte.
4.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Bedrijventerrein
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een bedrijf tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt en is opgenomen in de bijlage bij deze regels;
met de daarbij behorende:
- b. werkplaatsen, magazijnen, kantines en bergingen;
- c. voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.2', bedrijven uit categorie 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 4.2' bedrijven uit categorie 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein;
met dien verstande dat:
- g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' uitsluitend een bedrijfswoning is toegestaan;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'groen' uitsluitend afschermende groenvoorzieningen zijn toegestaan, alsmede in- en uitritten ten behoeve van de ontsluiting van het bedrijf;
- i. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
- j. bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken niet zijn toegestaan.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Centrum
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. dienstverlening;
- c. maatschappelijke voorzieningen;
- d. horeca van categorie 1 van de Staat van horeca activiteiten;
- e. wonen al dan niet in combinatie met:
- 1. een beroep aan huis, zoals nader beschreven in 6.5.1;
- 2. een bedrijf aan huis, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de locaties zoals opgenomen in bijlage 3 bij de regels: 'Lijst toegestane bedrijvenaan huis' zoals nader beschreven in 6.5.2 een bedrijf aan huis is toegestaan;
- f. bed & breakfast;
met de daarbij behorende:
- g. werkplaatsen, magazijnen en bergingen;
- h. voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, toegangen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- j. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', uitsluitend detailhandel, met uitzondering van een supermarkt;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'horeca t/m categorie 2' horeca t/m categorie 2 van de Staat van horeca activiteiten;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang', een onderdoorgang.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van de onder 6.2 van deze regels bedoelde bouwwerken en de aanleg van parkeerplaatsen op eigen terrein, indien dat noodzakelijk is in verband met een onevenredige aantasting van:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld: in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden: ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
- c. het woon- en leefklimaat: het in stand houden van een goede woonsituatie ter plaatse en in de omgeving, in het bijzonder met het oog op:
- 1. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van de (bebouwing op) aangrenzende gronden;
- 2. het uitzicht;
- 3. de aanwezigheid van voldoende privacy;
- 4. het gebruik in verband met een beroep aan huis;
- 5. de verkeersveiligheid: ter waarborging van de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen;
- d. de sociale veiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en nietsociaal controleerbaar is;
- e. de brandveiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid respectievelijk brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is.
6.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
6.5 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 7 Detailhandel
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. wonen
met de daarbij behorende:
- c. magazijnen en bergingen;
- d. voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', een bedrijfswoning.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 8 Dienstverlening
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. wonen
met de daarbij behorende:
- c. magazijnen en bergingen;
- d. voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', een bedrijfswoning.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 9 Groen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. plantsoenen;
- b. groenvoorzieningen;
- c. beplantingen;
- d. straatmeubilair en objecten van beeldende kunst;
- e. fiets- en voetpaden;
- f. toegangswegen en -paden naar percelen;
- g. water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. speelvoorzieningen, speelveldjes;
- i. hondenuitlaatplaatsen;
- j. bladkorven en ondergrondse inzamelcontainers;
- k. nutsvoorzieningen;
- l. evenementen;
- m. standplaatsen;
- n. terrassen;
- o. markten;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden', ter bescherming en behoud van de aanwezige waardevolle steilrand;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening', een speelvoorziening.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
9.3 Afwijken van de bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 van deze regels, voor speeltoestellen en objecten van beeldende kunst tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter, onder voorwaarde dat het gebruik op de aangrenzende bestemmingen daardoor niet onevenredig wordt gehinderd.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 van deze regels, indien noodzakelijk in verband met de herinrichting van de aangrenzende bestemming 'Verkeer'.
9.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Horeca
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
met de daarbij behorende:
- b. magazijnen en bergingen;
- c. voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', maximaal een bedrijfswoning, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een ander aantal is aangegeven;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3' een horecabedrijf uit categorie 3 van de Staat van horeca-activiteiten.
10.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 11 Maatschappelijk
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. sportvoorzieningen;
- c. evenementen;
met de daarbij behorende:
- d. werkplaatsen, magazijnen, kantines, ateliers en bergingen;
- e. kleedkamers, clubhuis/kantine, bergingen, ballenvangers, omheiningen, licht- en andere masten en sporttoestellen ter plaatse van de aanwezige sportvelden;
- f. voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven;
- g. speelvoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
met dien verstande dat:
- i. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', een begraafplaats is toegestaan;
alsmede voor:
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - molen', een molen, met:
- 1. horeca-activiteiten tot en met categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
- 2. recreatief medegebruik;
- 3. detailhandel en consumentendienstverlening ten dienste van het recreatief medegebruik;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - aanleunwoning', maximaal twee aanleunwoningen;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', een kantoor;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - hondenschool', een hondenschool.
11.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
11.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
11.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 12 Natuur
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. natuur in de vorm van bos, weilanden, moeras, water, heide en/of zandgronden;
- b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijk en cultuurhistorische waarden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bos', ter bescherming en behoud van het aanwezige waardevolle bos;
alsmede voor:
- d. waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water;
- e. houtproductie;
- f. extensief recreatief medegebruik;
- g. recreatieve wandel- en fietspaden;
- h. agrarisch medegebruik ten behoeve van natuurbeheer;
- i. de instandhouding van de mogelijkheden voor steenkolenwinning;
- j. parkeer- en verkeersvoorzieningen;
- k. voorzieningen gericht op de inrichting, het behoud en de bescherming van de bestemming, zoals ontsluitingspaden, bewegwijzeringsborden, kleinschalige picknickplaatsen met zitbanken e.d., uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bos'.
12.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. de bestaande maatvoering van de gebouwen mag niet worden vergroot;
- c. de bouwhoogte van een hoogzit bedraagt ten hoogste 5 m;
- d. de bouwhoogte van een branduitzichttoren ten behoeve van recreatie en observatie bedraagt ten hoogste 15 m;
- e. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,2 m;
- f. de inhoud van een voederberging/voederruif voor wild bedraagt ten hoogste 3 m³ met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m;
- h. de bouwhoogte van bewegwijzeringsborden ter plaatse van de aanduiding 'bos' bedraagt ten hoogste 3 m;
- i. de maximale oppervlakte per bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'bos' bedraagt ten hoogste 5 m².
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regel:
- a. het winnen van bosstrooisel of mos is niet toegestaan.
12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 13 Recreatie
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. individuele recreatiewoningen die geen deel uitmaken van een recreatiewoningenpark;
- b. bij deze bestemmingen behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, groen en water.
13.2 Bouwregels
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. tevens geldt het bepaalde in onderstaande tabel;
max. aantal | max. oppervlakte | max. goot- en bouwhoogte | dakhelling | |
recreatiewoning | 2 | 100 %* | kap 30 - 65° | |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken | - | bestaand | confrom aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' | |
erf- of terreinafscheidingen | voor voorgevelrooilijn 1,2 m; achter voorgevelrooilijn 2 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2 m |
* tenzij middels een maatvoeringaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven;
13.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van de onder 13.2 bedoelde bouwwerken en de aanleg van parkeerplaatsen op eigen terrein, indien dat noodzakelijk is in verband met een onevenredige aantasting van:
- a. het straat en bebouwingsbeeld: in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden: ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
- c. het woon- en leefklimaat: het in stand houden van een goede woonsituatie ter plaatse en in de omgeving, in het bijzonder met het oog op:
- 1. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van de (bebouwing op) aangrenzende gronden;
- 2. het uitzicht;
- 3. de aanwezigheid van voldoende privacy;
- 4. de verkeersveiligheid: ter waarborging van de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen;
- d. de sociale veiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en nietsociaal controleerbaar is;
- e. de brandveiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid respectievelijk brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is.
13.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor permanente bewoning.
Artikel 14 Tuin
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'terras', een terras;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden', ter bescherming en behoud van de aanwezige waardevolle steilrand;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. paden en wegen.
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op de voor Tuin aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 1,2 meter, met dien verstande dat:
- a. een erker aan de voor- of zijgevel van een hoofdgebouw is toegestaan, onder voorwaarde dat:
- 1. de diepte, gemeten uit de betreffende gevel(s) van het hoofdgebouw, niet meer dan 1,5 m bedraagt;
- 2. de gezamenlijke oppervlakte van de erker(s) bij elke woning niet meer dan 6 m² bedraagt;
- 3. een erker niet meer dan 1 bouwlaag heeft;
- 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan de erker wordt aangebouwd;
- b. overkapping boven de voordeur is toegestaan, onder voorwaarde dat:
- 1. de breedte maximaal 120% bedraagt van de breedte van de entreepartij;
- 2. de horizontale diepte niet meer dan 1.50 meter bedraagt, gemeten uit de voorgevel van het gebouw waaraan wordt aangebouwd;
- 3. het om een open constructie zonder zijwanden gaat;
- 4. de bouwhoogte niet meer dan 3 meter bedraagt.
- c. per woning maximaal 1 vlaggenmast is toegestaan met een hoogte van maximaal 8 meter.
14.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2 van deze regels:
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 15 Verkeer
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. bermen en beplanting;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. straatmeubilair;
- g. ondergrondse inzamelcontainers;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-garagebox', garageboxen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water-overkluisde watergang', een overkluisde watergang;
- k. evenementen;
- l. standplaatsen;
- m. terrassen;
- n. markten;
- o. tuinen.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
15.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn evenementen toegestaan voor maximaal 7 dagen, inclusief opbouwen, inrichten, afbreken en opruimen.
Artikel 16 Water
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging (waaronder begrepen groene en/of natuurlijke oevers);
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen en waterpartijen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. infiltratievoorzieningen;
- f. paden;
- g. bruggen, duikers en andere kunstwerken;
- h. ter plaatse van de aanduiding vijver, een 'vijver'.
16.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op de voor Water aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
Artikel 17 Wonen
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, in de volgende categorieën:
- 1. vrijstaande woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand';
- 2. twee aaneen gebouwde woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen';
- 3. meer aaneen gebouwde woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd';
- b. al dan niet in combinatie met:
- 1. een beroep aan huis, zoals nader beschreven in 17.5.1;
- 2. een bedrijf aan huis, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de locaties zoals opgenomen in bijlage 3 bij de regels: 'Lijst toegestane bedrijvenaan huis' zoals nader beschreven in 17.5.2 een bedrijf aan huis is toegestaan;
met de daarbij behorende:
- c. hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde, erven, tuinen, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, ontsluitingspaden en brandgangen;
alsmede voor:
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', een bedrijf in of bij de woning tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1' een horecabedrijf uit categorie 1 van de Staat van horeca-activiteiten;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', detailhandel;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', een kantoor, uitsluitend op de begane grond;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing', ter behoud en herstel van het open doorzicht naar het landschap;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast', een bed & breakfast;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', een parkeerterrein;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
17.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van de onder 17.2 bedoelde bouwwerken en de aanleg van parkeerplaatsen op eigen terrein, indien dat noodzakelijk is in verband met een onevenredige aantasting van:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld: in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit;
- b. de gebruiksmogelijkheden: ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
- c. het woon- en leefklimaat: het in stand houden van een goede woonsituatie ter plaatse en in de omgeving, in het bijzonder met het oog op:
- 1. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van de (bebouwing op) aangrenzende gronden;
- 2. het uitzicht;
- 3. de aanwezigheid van voldoende privacy;
- 4. het gebruik in verband met een beroep aan huis;
- 5. de verkeersveiligheid: ter waarborging van de verkeersveiligheid, in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken op hoeken van wegen;
- d. de sociale veiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;
- e. de brandveiligheid: ter waarborging en voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van brandveiligheid respectievelijk brand- en rampenbestrijding, niet gewenst is.
17.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
17.5 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
17.6 Afwijken van de gebruiksregels
17.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 18 Wonen - Gestapeld
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de categorie gestapelde woningen;
- b. al dan niet in combinatie met:
- 1. een beroep aan huis, zoals nader beschreven in 18.3.1;
- 2. een bedrijf aan huis, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de locaties zoals opgenomen in bijlage 3 bij de regels: 'Lijst toegestane bedrijvenaan huis' zoals nader beschreven in 18.3.2 een bedrijf aan huis is toegestaan;
met de daarbij behorende:
- c. hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- d. erven, tuinen, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, ontsluitingspaden en brandgangen;
alsmede voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang', een onderdoorgang;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', een kinderopvang;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
18.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
18.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
18.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1, van deze regels voor de uitoefening van een bedrijf aan huis, onder voorwaarde dat:
- a. uitsluitend de begane grond daarvoor wordt gebruikt en niet de verdiepingen;
- b. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken daarvoor wordt gebruikt;
- c. uitsluitend bedrijfsactiviteiten worden toegestaan tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis;
- d. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
- e. het bedrijf aan huis wordt uitgeoefend door degene die in de betreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
- f. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
- g. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het bedrijf aan huis;
- h. per bedrijf aan huis 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf is toegestaan van maximaal 0,5 m².
Artikel 19 Wonen - Woonwagenstandplaats
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de inrichting van standplaatsen ten behoeve van woonwagens en woonchalets;
- b. al dan niet in combinatie met:
- 1. een beroep aan huis, zoals nader beschreven in 19.3.1;
- 2. een bedrijf aan huis, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de locaties zoals opgenomen in bijlage 3 bij de regels: 'Lijst toegestane bedrijvenaan huis' zoals nader beschreven in 19.3.2 een bedrijf aan huis is toegestaan;
- c. met de daarbij behorende sanitaire ruimten/bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde, erven, tuinen, in- en uitritten, parkeerplaatsen, ontsluitingspaden en brandgangen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
19.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. de bebouwing is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
- b. het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
- c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, met dien verstande dat de afstand van de woonwagen tot de zijdelingse perceelsgrens tenminste 2,5 meter moet bedragen;
- d. de goothoogte van een woonwagen/woonchalet mag niet meer dan 4,5 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 7.50 meter;
- e. de woonwagen/woonchalet mag voorzien worden van een kap met een dakhelling van minimaal 15 graden en maximaal 45 graden;
- f. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2 meter bedragen.
19.3 Specifieke gebruiksregels
19.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.3.2, van deze regels voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in de woonwagen, onder voorwaarde dat:
- a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en niet meer dan 1/3 van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woonwagen en bijbehorende bouwwerken daarvoor wordt gebruikt;
- b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de omgeving;
- c. uitsluitend bedrijfsactiviteiten worden toegestaan tot en met categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis;
- d. het bedrijf aan huis wordt uitgeoefend door degene die in de betreffende woonwagen zijn hoofdverblijf heeft;
- e. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
- f. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het bedrijf aan huis;
- g. per bedrijf aan huis 1 reclame- of naambord aan de gevel of in de tuin/erf is toegestaan van maximaal 0,5 m².
Artikel 20 Wonen - Uit Te Werken
20.1 Bestemmingsomschrijviing
De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
met de daarbij behorende:
- b. hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde, erven, tuinen, in- en uitritten, parkeren, ontsluitingspaden en brandgangen;
alsmede voor:
- c. groenvoorzieningen, inclusief speelvoorzieningen;
- d. verkeersvoorzieningen;
- e. aan huis gebonden beroepen;
- f. doeleinden van openbaar nut;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
20.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken de in 20.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels, met dien verstande dat:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - uit te werken 1':
- 1. het aantal te bouwen woningen niet meer dan 6 bedraagt en in overeenstemming is met de woningaantallen volgens de gemeentelijke Woonvisie;
- 2. de te bouwen woningen voorzien dienen te worden van, grotendeels op eigen terrein te realiseren, voldoende parkeergelegenheid. Buiten de bestemmingsgrens mogen geen parkeervoorzieningen worden gerealiseerd om te voorzien in de parkeerbehoefte die uitgaat van de maximaal 6 te bouwen woningen;
- 3. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' gehandhaafd blijft totdat duidelijkheid is verschaft over de aanwezigheid en veiligstelling van de eventueel aanwezige archeologische waarden in het gebied;
- 4. bodemonderzoek dient aan te tonen dat de bodem, eventueel na het nemen van saneringsmaatregelen, geschikt is voor de bestemming;
- 5. het verhaal van kosten van de grondexploitatie is verzekerd;
- 6. de geldende geluidswaarden in acht worden genomen;
- 7. regenwater en drainagewater van het riool dient te worden afgekoppeld en in de bodem dient te worden geïnfiltreerd.
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - uit te werken 2':
- 1. het aantal te bouwen woningen niet meer dan 41 mag bedragen en in overeenstemming dient te zijn met de woningaantallen volgens de gemeentelijke Woonvisie;
- 2. uitsluitend vrijstaande, twee aaneen en aaneengebouwde woningen zijn toegestaan;
- 3. de woningen moeten worden gebouwd achter de naar de wegzijde toegekeerde 'geluidzone - industrie' zoals aangeven op de verbeelding;
- 4. de te bouwen woningen dienen te worden voorzien van tenminste 1 parkeerplaats op eigen terrein;
- 5. middels een bodemonderzoek dient te worden aangetoond dat de bodem, eventueel na het nemen van saneringsmaatregelen, geschikt is voor de bestemming;
- 6. het verhaal van kosten van de grondexploitatie is verzekerd;
- 7. de geldende geluidswaarden in acht worden genomen;
- 8. regenwater en drainagewater van het riool dient te worden afgekoppeld en in de bodem worden geïnfiltreerd.
20.3 Bouwregels
Zolang en voorzover de in 20.2 bedoelde uitwerking geen rechtskracht heeft, mogen de gronden niet worden bebouwd.
20.4 Afwijken van de bouwregels
Artikel 21 Leiding - Gas
21.1 Bestemmingsomschrijving
- 1. De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk gastransportleiding met een belemmeringenstrook van 5 meter ter weerszijden van de hartlijn van de Ieiding.
- 2. In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.
21.2 Bouwregels
- 1. Op of in de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
- 2. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken Ieiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- 1. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
- a. het aanbrengen en rooien van diep wortelende beplanting en bomen;
- b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
- c. het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
- d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
- e. het permanent opslaan van goederen;
- f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
- 2. Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
- 1. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
- 2. die het normale onderhoud ten aanzien van de Ieiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
- 3. zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen;
- 4. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
- 3. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de Ieiding niet onevenredig schaden.
- 4. Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld onder 3, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de Ieiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Artikel 22 Leiding - Hoogspanningsverbinding
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 150 kV.
22.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 22.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat voor hoogspanningsmasten geen maximale hoogte geldt;
- c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bouwhoogte niet wordt vergroot.
22.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 22.2 onder c, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Leiding - Riool
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding-riool' de beschermingszone van een rioolpersleiding;
waarbij de bestemming 'Leiding - Riool' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.
23.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op en onder de in lid 23.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
23.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid
23.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de medebestemming, onder voorwaarde dat daartegen uit hoofde van het leidingentransport geen bezwaren bestaan en de desbetreffende leidingbeheerder daar vooraf over is gehoord.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 24 Waarde - Archeologie 2
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de bescherming van een terrein met een zeer hoge en hoge archeologische waarde,
- b. de bescherming van de zone rondom een ARCHIS-waarneming, -vondstmelding en -vindplaats;
waarbij:
- c. de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
24.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
24.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde -Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 25 Waarde - Archeologie 4
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de bescherming van een terrein met hoge en hoge archeologische waarde, historische dorpskern;
waarbij:
- b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
25.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
25.3 Afwijken van de bouwregels
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde -Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 26 Waarde - Archeologie 5
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de bescherming van een terrein met archeologische waarde;
- b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
26.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
26.3 Afwijken van de bouwregels
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde -Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 27 Waarde - Archeologie 6
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de bescherming van een terrein met archeologische waarde;
waarbij:
- b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
27.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
27.3 Afwijken van de bouwregels
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde -Archeologie 6' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 28 Waarde - Archeologie 7
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de bescherming van een terrein met archeologische waarde;
waarbij:
- b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 7' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
28.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
28.3 Afwijken van de bouwregels
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde -Archeologie 7' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, zijnde de adressen zoals opgenomen in bijlage 4 zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor het behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende cultuurhistorische elementen en/of objecten als rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten, beeldbepalende en beeldondersteunende panden.
29.2 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 30 Waarde - Ecologie
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ecologische verbindingszone ten behoeve van de verbetering van de migratie van plant en dier tussen afzonderlijke leefgebieden.
Een en ander met bijbehorende voorzieningen.
30.2 Bouwregels
30.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 31 Waterstaat - Beschermingszone Water
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone water' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor:
- a. beheer en onderhoud van de in het plangebied gelegen watergang en vijver, ter plaatse van de aanduiding 'vijver';
- b. de bescherming van de ecologische waarden van de watergang en vijver, ter plaatse van de aanduiding 'vijver'.
31.2 Bouwregels
31.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, onder voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de vijver, door middel van een omgevingsvergunning afwijken van bepaalde in lid 31.2.1 en toestaan dat de in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, onder voorwaarde dat vooraf advies wordt ingewonnen van het betreffende waterschap en de Keur van het waterschap in acht wordt genomen.
Artikel 32 Waterstaat - Waterberging
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterberging' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. waterstaatkundige voorzieningen en primair water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen (meandering);
- b. de functie inundatiegebied overeenkomstig de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas.
32.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) mogen op gronden met de bestemming 'Waterstaat - Waterberging' uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van deze bestemming, zoals oeverbeschoeiingen, bruggen en duikers, met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter.
32.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder
32.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde welke zijn toegelaten krachtens de aan de gronden gegeven bestemming, dan wel, bouwwerken ten dienste van de leiding, onder voorwaarde dat:
- a. geen onevenredige aantasting ontstaat van de onder 32.1 genoemde functies met bijbehorende beschermingszone;
- b. door de bouw en situering van het bouwwerk geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de onder 32.1 genoemde functies;
- c. vooraf advies wordt ingewonnen bij de desbetreffende beheerder van de watergang;
- d. de bouwhoogte ten hoogste 5 meter bedraagt.
32.4 Specifieke gebruiksregels
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterberging' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 33 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 34 Algemene Bouwregels
34.1 Bestaande en afwijkende maatvoering
- a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
- b. Het bepaalde in artikel 34.1 onder a geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
- c. In geval van herbouw is het bepaalde in artikel 34.1 onder a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.
Artikel 35 Algemene Gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met dit bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval verstaan:
- a. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
- b. het plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens;
- c. het storten en/of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen of het laten storten daarvan;
- d. het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een seksinrichting;
- e. (raam)prostitutie;
- f. andere doeleinden dan waarvoor burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning zijn afgeweken.
Artikel 36 Algemene Aanduidingsregels
36.1 geluidzone - 1
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - 1' is woningbouw uitsluitend toegestaan als het bedrijf gevestigd, ten tijde van de in werking treding van dit bestemmingsplan, aan De Dijk 13 te Montfort daardoor niet in zijn bedrijfsvoering wordt beperkt en in de beoogde woningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.
36.2 geluidzone - 2
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - 2' zijn geen geluidgevoelige functies toegestaan.
36.3 geluidzone - industrie
36.4 veiligheidszone - bevi
36.5 veiligheidszone - lpg
36.6 veiligheidszone - leiding
36.7 milieuzone - geurzone
36.8 milieuzone - roerdalslenk II
36.9 milieuzone - roerdalslenk III
36.10 milieuzone - verontreinigingslocatie
36.11 vrijwaringszone - straalpad
Voor zover gebouwen en andere bouwwerken, die zijn toegestaan op grond van de andere voor deze gronden aangewezen bestemmingen, zijn gelegen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - straalpad', mag de hoogte van de betreffende gebouwen en andere bouwwerken niet meer dan 40,00 m bedragen.
36.12 vrijwaringszone - molenbiotoop
Artikel 37 Algemene Afwijkingsregels
37.1 Algemene afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van deze regels:
- a. voor het toestaan van een bedrijf dat niet is genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', of daarin is genoemd in een hogere categorie, maar dat naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijven;
- b. voor een geringe overschrijding van de bestemmings- en/of bouwgrenzen, indien een onnauwkeurigheid of de feitelijke toestand van het terrein daartoe aanleiding geeft, of indien een rationele verkaveling van de gronden een geringe overschrijding vergt, onder voorwaarde dat de grens of grenzen met niet meer dan 2 meter worden overschreden;
- c. voor het toestaan van evenementen langer dan 7 dagen in de bestemming Groen, Maatschappelijk en/of Verkeer en voor het toestaan van evenementen voor maximaal 7 dagen in andere bestemmingen dan Groen, Maatschappelijk en Verkeer, met uitzondering van Natuur en Waarde - Ecologie, onder voorwaarde dat wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- 1. er vindt geen horeca plaats ter plaatse, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement;
- 2. er vindt geen detailhandel ter plaatse plaats, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement, met uitzondering van vlooien- en/of rommelmarkten;
- 3. er treden geen onomkeerbare gevolgen voor het landschap op;
- 4. de belangen van de betreffende bestemming niet onevenredig worden aangetast;
- 5. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 6. belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
- 7. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische of natuurwaarden;
- 8. de belangen van in de nabijheid gelegen functies verzetten zich niet tegen het gebruik van de betreffende bestemming voor het evenement;
- d. voor het oprichten van schuilgelegenheden voor recreatief medegebruik, onder voorwaarde dat de oppervlakte van elk van deze gebouwtjes niet meer zal bedragen dan 16 m² en de hoogte ervan niet meer zal bedragen dan 3,5 m.
37.2 Tijdelijke huisvesting (buitenlandse) werknemers
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 om (buitenlandse) werknemers tijdelijk te huisvesten, met inachtneming van het volgende:
- a. tijdelijke huisvesting is alleen toegestaan in de in onderstaande tabel opgenomen bebouwing;
- b. het totaal aantal werknemers dat tijdelijk gehuisvest wordt, bedraagt ten hoogste het aantal zoals opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat het totaal aantal tijdelijk en structureel gehuisveste werknemer samen, nooit meer bedraagt dan opgenomen in onderstaande tabel;
- c. tijdelijke huisvesting is ten hoogste 7 maanden per jaar toegestaan;
- d. er dient geen sprake te zijn van permanente bewoning;
- e. er dient sprake te zijn van goed beheer en toezicht;
- f. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van functies mag niet onevenredig groot zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de huisvesting van werknemers;
- g. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
- h. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
- i. ten behoeve van de tijdelijke huisvesting mogen geen nieuwe gebouwen worden opgericht met dien verstande dat tijdelijke huisvesting in woonunits wel is toegestaan waarbij de volgende regels gelden:
- j. woonunits zijn uitsluitend toegestaan bij een agrarisch of niet-agrarisch bedrijf mits is aangetoond dat het inpandig huisvesten van werknemers niet mogelijk is;
- k. de gezamenlijke oppervlakte van de woonunits bedraagt ten hoogste 120 m²;
- l. de woonunits zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
- m. woonunits dienen verwijderd te worden indien de behoefte niet meer aanwezig is met dien verstande dat de woonunits in de periode 1 november tot en met 14 maart mogen blijven staan;
- n. de huisvesting dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
- o. het aantal woningen mag niet toenemen.
bebouwing in gebruik voor het tijdelijk huisvesten van werknemers | maximaal aantal tijdelijk gehuisveste werknemers per bouwvlak | maximaal totaal aantal gehuisveste werknemers (tijdelijk + structureel) per bouwvlak | |
agrarische bebouwing (inpandig) | 40 | 40 | |
niet - agrarische bebouwing (inpandig) | 20 | 20 | |
woonunits op het agrarische bedrijf | 20 | 20 | |
woonunits op niet agrarisch bedrijf | 20 | 20 | |
campings, vakantieparken, bed & breakfast en hotel | 20 | 20 |
37.3 Structurele huisvesting (buitenlandse) werknemers
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 om (buitenlandse) werknemers structureel te huisvesten, met inachtneming van het volgende:
- a. structurele huisvesting is alleen toegestaan in de in onderstaande tabel opgenomen bebouwing;
- b. het totaal aantal werknemers dat structureel gehuisvest wordt, bedraagt ten hoogste het aantal zoals opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat het totaal aantal tijdelijk en structureel gehuisveste werknemer samen, nooit meer bedraagt dan opgenomen in onderstaande tabel;
- c. er dient geen sprake te zijn van permanente bewoning;
- d. er dient sprake te zijn van goed beheer en toezicht;
- e. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van functies mag niet onevenredig groot zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de huisvesting van werknemers;
- f. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
- g. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
- h. ten behoeve van de structurele huisvesting mogen geen nieuwe gebouwen worden opgericht;
- i. de huisvesting dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
- j. het aantal woningen mag niet toenemen;
- k. er dient sprake te zijn van een kwaliteitsverbetering;
- l. er dient geen sprake te zijn van een nadelige invloed op de nabije woon- en leefomgeving;
- m. indien er sprake is van het structureel huisvesten van werknemers in een bestaand (groot) complex dient tevens door initiatiefnemer aangetoond te worden dat er geen alternatieven mogelijk zijn;
- n. indien er sprake is van het structureel huisvesten van werknemers op campings, op vakantieparken, in bed & breakfast of in een hotel dient de huisvesting tevens gescheiden te worden van de recreatieve functie.
bebouwing in gebruik voor het tijdelijk huisvesten van werknemers | maximaal aantal structureel gehuisveste werknemers per bouwvlak | maximaal totaal aantal gehuisveste werknemers (tijdelijk + structureel) per bouwvlak | |
bestaande (grote) complexen | 40 | 40 | |
het hoofdgebouw bij vrijkomende agrarische bebouwing | 20 | 20 | |
agrarische bedrijfsbebouwing (inpandig) | 20 | 20 | |
niet agrarische bedrijfsbebouwing (inpandig) | 20 | 20 | |
campings, vakantieparken, bed & breakfast en hotel | 20 | 20 |
Artikel 38 Algemene Wijzigingsregels
38.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingsgrenzen met maximaal 5 meter te verschuiven, onder voorwaarde dat het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% wordt vergroot.
38.2 Afwegingskader
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de wijzigingsbevoegdheden ter plaatse van de aanduidingen 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' t/m 'wro-zone - wijzigingsgebied 10' toe te passen, onder voorwaarde dat:
- a. is aangetoond dat het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het wijzigingsplan begrepen gronden is verzekerd;
- b. is aangetoond dat de geldende geluidswaarden in acht worden genomen;
- c. een bodemonderzoek heeft uitgewezen dat de grond ter plaatse van het te bouwen bouwwerk geschikt is voor het beoogde gebruik;
- d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
- e. dit niet ten koste gaat van de stedenbouwkundige samenhang van het perceel en de omgeving;
- f. de woningdifferentiatie bij woningbouw in overeenstemming is met de doelstellingen van het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid;
- g. regenwater en drainagewater van het riool worden afgekoppeld en in de bodem worden geïnfiltreerd.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 39 Overgangsrecht
39.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
39.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Artikel 40 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplanKernen Roerdalen.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlagen bij de regels
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Lijst Toegestane Bedrijven Aan Huis
Herkenbosch
- Hoofdstraat 25
- Europalaan Oost 4
- Europalaan Oost 9
- Europalaan Oost 17
- St. Luciaweg 17
- Nachtegalenweg 12
- Henri Jonaslaan 20
- Steegstraat 22
St. Odiliënberg
- Raadhuisstraat 9
- Molenweg 43
- Kapittellaan 17
- Sint Wirostraat 10
- Veestraat 6
Montfort
- Kerktiend 16
- Vinkesteeg 22
- Vinkesteeg 7
- Hoogstraat 21
- Hoogstraat 12
- Zandstraat 19
- Aan het Water 19
- Dijkstraat 10
Melick
- Dorpsstraat 58
- Groenstraat 18
Vlodrop
Niet van toepassing
Reutje
- St. Petrusstraat 22
- Reutjesweg 61
Posterholt
- Roermondseweg 10
- Irenelaan 14
- Winkelweg 32
- Reijpenweg 7
Bijlage 4 Lijst Monumenten
Herkenbosch
De volgende rijksmonumenten komen voor in Herkenbosch:
- Hammerstraat 21 Boerderij, molen, bedrijf
- Hoofdstraat 21 Religieuze gebouwen
De volgende gemeentelijke monumenten komen voor in Herkenbosch:
- Aan de Vier Gebroeders/Schaapsweg Wegkruis
- Dr. Biermansstraat 17 Boerderijhoeve
- Dr. Biermansstraat/splitsing Hammerstraat Wegkruis
- Daelenbroekweg 15 Woonhuis
- Hammerstraat 17 Woonhuis
- Hammerstraat 23 Boerderijhoeve
- Hammerstraat 24 Woonhuis
- Hoofdstraat 2 Woonhuis
- Hoofdstraat 21 Graftombe/zerk
- Hoofdstraat, in plantsoen Beeld
- Stationsweg 2, ervoor Wegkruis
- Stationsweg 33 Woonhuis
- Stationsweg 53 Woonhuis/kantoor
- Steegstraat 10 Overigen (groot gebouwencomplex)
- Steegstraat 4 Woonhuis
Melick
De volgende rijksmonumenten komen voor in Melick:
- Dorpsstraat 62 Woningen en woningbouwcomplex – Dienstwoning
- Heinsbergerweg 3 Boerderij, molen, bedrijf - Boerderij
- Heinsbergerweg 34 Woningen en woningbouwcomplex – Woonhuis
- Heinsbergerweg 9 Boerderij, molen, bedrijf - Boerderij
- Kerkberg tegenover 10 Religieuze gebouwen – Kapel
- Kerkstraat 4 Religieuze gebouwen
De volgende gemeentelijke monumenten komen voor in Melick:
- De steeg 9 Woonhuis
- Dorpsstraat 23 Boerderij/hoeve
- Dorpsstraat 43 Overige (oud raadhuis)
- Dorpsstraat 51 Woonhuis
- Groenstraat 26 Woonhuis
- Groenstraat 32 Boerderij/hoeve
- Groenstraat 34 Boerderij/hoeve
- Groenstraat 54 Boerderij/hoeve\
- Heinsbergerweg 40 Boerderij/hoeve
- Heinsbergerweg tov Dorpsstraat Kapel
- Kerkberg, op het oude kerkhof Graftombe/zerk (5x)
- Kerkberg, op het oude kerkhof Beeld (2x)
- Dr. Nolenslaan/Clauslaan Beeld
- Waterschei/hoek Groenstraat Beeld
Montfort
De volgende rijksmonumenten komen voor in Montfort:
- Kerkstraat 19 Religieuze gebouwen - Kerkelijke dienstwoning
De volgende gemeentelijke monumenten komen voor in Montfort:
- Vinkesteeg 1 Voormalige boerderij, nu woonhuis
- Kerkstraat 1 en 3 Voormalig schoolgebouw, thans klooster
De volgende beeldbepalende panden komen voor in Monfort:
- Markt 25
St. Odiliënberg
De volgende rijksmonumenten komen voor in St. Odiliënberg en Reutje:
- Aan de Berg 3 Cult., gezondh., wetenschap, onderwijs
- Aan de Berg 3 Religieuze gebouwen - Kerkelijke dienstwoning
- Kerkplein 1 Religieuze gebouwen - Kerkelijke dienstwoning
- Kerkplein 11 Religieuze gebouwen - Kerkelijke dienstwoning
- Kerkplein 12 Religieuze gebouwen - Kapel
- Kerkplein 15 Religieuze gebouwen - Kerk en kerkonderdeel
- Molenweg 16 Boerderij, molen, bedrijf - Industrie- en poldermolen
De volgende gemeentelijke monumenten komen voor in St. Odiliënberg en Reutje:
- Pastoor Siebenstraat 5 Woonhuis
- Hoofdstraat 22 Woonhuis
- Hoofdstraat 11 Woonhuis
De volgende beeldbepalende panden komen voor in St. odiliënberg en Reutje:
- Hoofdstraat 9
- Hoofdstraat 17
- Kerkplein 3
- Kerkplein 9
- Molenweg 2
- Raadhuisstraat 1
- Molenweg 16
Posterholt
De volgende rijksmonumenten komen voor in Posterholt:
- Burg.Geradtsstr. 3 Woningen en woningbouwcomplex - Woonhuis
- Monsg. Koningsstr. 5 Religieuze gebouwen – Kapel
De volgende gemeentelijke monumenten komen voor in Posterholt:
- Roermondseweg 1 Trafohuis
- Burg. Geradtsstraat 16 Voormalige boerdeij, nu woonhuis
- Hoofdstraat 145
De volgende beeldbepalende panden komen voor in Posterholt:
- Hoofdstraat 40
- Hoofdstraat 71
- Hoofdstraat 72
- Hoofdstraat 150
- Hoofdstraat 178
Vlodrop
De volgende rijksmonumenten komen voor in Vlodrop en Etsberg:
- Kasteelweg 2 Kastelen, landh., parken e.d. - Kasteel, buitenplaats
- Kerkstraat 1 Religieuze gebouwen - Vanwege onderdelen kerk
De volgende monumenten komen voor in Vlodrop en Etsberg:
- Angsterweg Begraafplaats Graftombe/zerk
- Bennebroekerweg 10 Woonhuis
- Bergerweg 17 Boerderij/hoeve
- Bergerweg 29+31 Woonhuis
- Bergerweg 30 Woonhuis
- Bergerweg 38 Woonhuis
- Bergerweg 46 Boerderij/hoeve
- Bergerweg 47 Woonhuis
- Bergerweg 48 Boerderij/hoeve
- Bergerweg 7 Boerderij/hoeve
- Bergerweg 9 Woonhuis
- Bergerweg/Randweg Wegkruis
- Bergerweg/Walstraat Wegkruis
- Boormgaardstraat 12 + 14 Boerderij/hoeve
- Etsberg 12 Boerderij/hoeve
- Etsberg 26 Boerderij/hoeve
- Grootestraat 15 Boerderij/hoeve
- Grootestraat 21 Boerderij/hoeve
- Grootestraat 24 Boerderij/hoeve
- Grootestraat 29 Boerderij/hoeve
- Grootestraat tov Steinwinkelweg Wegkruis
- Kerkbergweg 1 Kapel
- Kerkstraat 7 Begraafplaats/Kerkhof
- Kerkstraat Graftombe/zerk
- Kerkstraat 14 Boerderij/hoeve
- Kerkstraat 16 Boerderij/hoeve
- Kerkstraat 3 + 5 Woonhuis
- Kerstraat 4 Woonhuis
- Kerkstraat, plantsoen Beeld
- Kleine Wal 10 Boerderij/hoeve
- Kleine Wal 12 Woonhuis
- Markt 1 Overigen (voormalig gemeentehuis)
- Markt 18 Woonhuis
- Markt 22 + 22a Boerderij/hoeve
- Markt Wegkruis
- Martinusweg 7 Woonhuis
- Schaapweg 10 Woonhuis
- Schaapweg 14 Boerderij/hoeve
- Schaapweg 18 Boerderij/hoeve
- Schaapweg 4 t/m 8 Overigen (marechausseekazerne)
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De gemeente Roerdalen gaat de bestemmingsplannen voor haar grondgebied herzien. In voorliggend plan gaat het om de kernen. Dit nieuwe bestemmingsplan vervangt de huidige bestemmingsplannen, die vaak verouderd zijn en van systematiek verschillen. Alle vigerende bestemmingsplannen zijn aan een scan onderworpen vanuit het oogpunt van deregulering om deze zodoende te kunnen ontdoen van 'overtollige, overbodige, onwerkbare en niet-handhaafbare' voorschriften en voorwaarden.
Door alle bestemmingsplannen samen te voegen en volgens een uniforme systematiek op te stellen binnen de kaders van het handboek bestemmingsplannen, is uniformiteit bewerkstelligd in de verbeelding en de regels. Hierdoor is de rechtszekerheid en praktische hanteerbaarheid van de bestemmingsplannen vergroot.
Dit bestemmingsplan is conserverend van aard. Dit betekent dat de huidige situatie wordt vastgelegd, zonder grootschalige ontwikkelingen. Daar waar mogelijk en gewenst is ruimtelijke en functionele ontwikkelruimte gegeven met het uitgangspunt dat de ruimtelijke kwaliteit van de gebieden behouden blijft of versterkt wordt.
Dit bestemmingsplan omvat de volgende kernen:
- Herkenbosch
- Melick
- Montfort
- St. Odiliënberg
- Reutje
- Posterholt
- Vlodrop
- Etsberg
1.2 Doel
Het doel van voorliggend bestemmingsplan is het actualiseren en digitaliseren van de bestemmingsplannen voor de kernen van de gemeente Roerdalen. Dit resulteert in geactualiseerde plannen met een uniforme systematiek voor het totale grondgebied van de gemeente.
1.3 Ligging En Begrenzing Plangebied
Op basis van de vigerende plannen en de rode contouren van de Provincie Limburg zijn de plangrenzen bepaald. Het plangebied voor de kernen Herkenbosch, Melick, Montfort, St. Odiliënberg, Reutje, Posterholt, Vlodrop en Etsberg is opgenomen in Bijlage 1.
1.4 Vigerende Bestemmingsplannen
In onderstaande tabel is aangegeven welke bestemmingsplannen op dit moment gelden voor het plangebied.
Vigerende plannen Herkenbosch:
Vigerende plannen Melick:
Vigerende plannen Montfort:
Vigerende plannen St. Odiliënberg en Reutje:
Vigerende plannen Posterholt:
Vigerende plannen Vlodrop en Etsberg:
Tevens gelden er een aantal vrijstellingen en ontheffingen. Deze zijn tevens meegenomen bij het opstellen van dit bestemmingsplan.
1.5 Plan Van Aanpak
Het opstellen van bestemmingsplannen vraagt om een gestructureerde aanpak. De feitelijke werkzaamheden beginnen bij de inventarisatie en analyse van het plangebied. Alle informatie over de gebieden is geïnventariseerd en door middel van een veldinventarisatie zijn bestaande bebouwing en functies vastgesteld.
De conclusies voortvloeiend uit de analyse en inventarisatie van de kernen is verwerkt in een Nota van uitgangspunten.
De beleidskeuzes die in de Nota van uitgangspunten zijn vastgelegd, vormen de basis van dit bestemmingsplan. In Hoofdstuk 5 Juridische aspecten wordt nader ingegaan op de systematiek die is gehanteerd voor het bestemmingsplan.
Methode functionele analyse en inventarisatie
De functionele inventarisatie heeft in eerste instantie plaatsgevonden vanaf de straat. Aan de voorzijde van de panden is gekeken welke functies zichtbaar zijn. Omdat niet alles duidelijk wordt vanuit deze veldinventarisatie is daarbij tevens gekeken naar de vigerende bestemming en andere beschikbare databestanden van de gemeente Roerdalen.
1.6 Leeswijzer
Deze toelichting gaat nader in op de volgende aspecten:
- Beleidskader (Hoofdstuk 2)
- Ruimtelijke en functionele aspecten (Hoofdstuk 3)
- Milieuaspecten (Hoofdstuk 4)
- Juridische aspecten (Hoofdstuk 5)
- Economische uitvoerbaarheid (Hoofdstuk 6)
- Maatschappelijke uitvoerbaarheid (Hoofdstuk 7)
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Rijksbeleid
2.1.1 Nota Ruimte
De Nota Ruimte, in werking getreden op 27 februari 2006, is een nota van het Rijk waarin de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland zijn vastgelegd. In de Nota Ruimte gaat het om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020 met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij de Ruimtelijke Hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol speelt.
De nota heeft vier algemene doelen:
- versterken van de economie (oplossen van ruimtelijke knelpunten);
- krachtige steden en een vitaal platteland (bevordering leefbaarheid en economische vitaliteit in stad en land);
- waarborging van waardevolle groengebieden (behouden en versterken natuurlijke, landschappelijke en culturele waarden);
- veiligheid (voorkoming van rampen).
In de nota staat 'ruimte voor ontwikkeling' centraal en gaat het kabinet uit van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. Deze nota ondersteunt gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren. Het accent verschuift van 'toelatingsplanologie' naar 'ontwikkelingsplanologie'. 'Ruimte voor ontwikkeling' betekent ook dat het Rijk voor ruimtelijke waarden van nationaal belang waarborgen creëert om die te kunnen behouden en ontwikkelen.
Daarbij is het belangrijk dat iedere overheidslaag in staat wordt gesteld de eigen verantwoordelijkheid waar te maken. Meer specifiek richt het kabinet zich in het nationaal ruimtelijk beleid op: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter-)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. Deze vier doelen worden in onderlinge samenhang nagestreefd en zijn een uitdrukking van de voornaamste ruimtelijke beleidsopgaven die het kabinet ziet voor de kortere en langere termijn. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak.
2.2 Provinciaal Beleid
2.2.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL)
Op 22 september 2006 is het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) vastgesteld. Dit plan is een streekplan, provinciaal waterhuishoudingsplan en provinciaal milieubeleidsplan in één. Daarnaast bevat het POL 2006 hoofdlijnen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan, hoofdlijnen van het economisch beleidskader voor zover het fysieke elementen daarvan betreft en hoofdlijnen van het welzijnsplan voor wat betreft de fysieke aspecten van zorg, cultuur en sociale ontwikkeling. In het POL 2006 zijn verschillende perspectieven per zone of deelgebied aangegeven.
Het POL-stelsel onderscheidt de volgende typen documenten:
- POL2006
- POL-aanvullingen
- Beleidsnota's, beleidsregels en Programma's
Daarnaast zijn de volgende instrumenten van belang voor de doorwerking van beleid:
- Verordeningen, Aanwijzingen en Provinciale inpassingplannen.
POL 2006 en de bijbehorende POL-aanvullingen vormen samen de huidige provinciale structuurvisie. POL 2006 is het beleidskader voor de toekomstige ontwikkeling van Limburg tot een kwaliteitsregio. Onder de kwaliteitsregio Limburg verstaat de provincie een regio waar het goed en gezond leven, wonen, leren, werken en recreëren is. Een regio die zich bewust is van de unieke kwaliteit van de leefomgeving en de eigen identiteit. En een regio die stevig is ingebed in internationaal verband. Ten behoeve van de kwaliteitsregio Limburg wordt ingezet op duurzame ontwikkeling. Dat is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien.
Ambities stedelijk gebied
Verstedelijking en steeds intensiever ruimtegebruik leggen een toenemend beslag op de open ruimte in het landelijk gebied en verminderen de diversiteit van landschap en groen. Het Rijk kent een speciale positie toe aan de nationale stedelijke netwerken en daarbinnen de bundelingsgebieden. Meer concreet vertaald naar de Limburgse situatie gaat het hierbij om het Nationaal Stedelijk Netwerk Zuid-Limburg met de daarbinnen gelegen stadsregio's. Ter voorkoming van het aaneengroeien van de stadsregio's zijn de tussenliggende gebieden aangemerkt als Rijksbufferzones, waarbinnen geen verdere verstedelijking meer kan plaatsvinden (zie kaart 3b POL). Meer algemeen wordt ingezet op het bundelen van de verstedelijking en economische activiteiten in- of aansluitend op bestaande bebouwde gebieden. De Provincie onderschrijft dit bundelingsbeleid. Door instrumenten als het Limburgs Kwaliteitsmenu, het regionaal laten opstellen en uitvoeren van programma's voor werklocaties wordt sturing gegeven aan het bundelingsbeleid. Er wordt bundeling op twee niveaus onderscheiden: bundeling in stedelijk gebied en bundeling in plattelandskernen. Dit gaat in het op rijksbeleid (Nota Ruimte) dat zich richt op het bundelen van verstedelijking en economische activiteiten.
Perspectieven
Inspelend op de aanwezige kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden maakt het POL onderscheid tussen tien perspectieven. Elke zone in Limburg hoort, qua kenmerken en ontwikkelingsrichting, tot één van die perspectieven. Sommige perspectieven komen alleen voor in stedelijk of landelijk gebied.
Uitsnede kaart 1: Perspectieven (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg
De kernen in de gemeente Roerdalen zijn aangeduid als P6a Plattelandskern Noord- en Midden-Limburg met daaromheen de contour van de plattelandskern.
De plattelandskernen zijn overwegend kleinschalig van karakter. De vitaliteit van deze dorpen en stadjes moet behouden blijven. Met het oog daarop wordt ruimte geboden voor de opvang van de woningbehoefte van met name de eigen bevolking.
En voor de groei van lokaal en in een enkel geval ook regionaal georiënteerde bedrijvigheid. Het instandhouden van winkels en publieksvoorzieningen in plattelandskernen vraagt de nodige aandacht, net als de bereikbaarheid per openbaar vervoer zodat sociaal-culturele voorzieningen (ook in de stadsregio's) goed bereikbaar zijn.
Grootschalige economische activiteiten en voorzieningen met een stedelijk karakter en omvang horen hier in principe niet thuis. Voor de plattelandskernen wordt een terughoudend groeibeleid gehanteerd. Enerzijds op basis van het bundelingsbeleid voor wonen, werken en mobiliteit, anderzijds vanwege de (verwachte) krimpende bevolkingsomvang, de aanwezige omgevingskwaliteiten in het landelijk gebied en de belangen van de landbouw en recreatie en toerisme.
Binnen de contour is het Limburgs Kwaliteitsmenu niet van toepassing en is het aan de gemeente om zorg te dragen voor een goede balans tussen groen, water en bebouwing.
De kernen vallen binnen de rode contouren. Onderhavig bestemmingsplan betreft een conserverend plan en sluit aan op het beleid van de provincie.
Kristallen waarden
Op de kaart 'kristallen waarden' zijn de te beschermen kwaliteiten van lucht, bodem en water weergegeven. Op de relevante aspecten wordt ingegaan in Hoofdstuk 4Milieuaspecten (in met name 4.6 Waterhuishouding).
Uitsnede kaart 4a: Kristallen waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg
Groene waarden
Op de kaart 'Groene waarden' van de provincie is voor de perspectieven P1 en P2 aangegeven wat voor categorieën binnen deze perspectieven voorkomen. Hier wordt in paragraaf 3.3 Natuur en landschap nader op ingegaan.
Uitsnede kaart 4b: Groene waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg
Blauwe waarden
Op de kaart ‘Blauwe waarden’ zijn de te beschermen specifieke kwaliteiten van het waterhuishoudkundig systeem weergegeven. Hier wordt in paragraaf 4.6Waterhuishouding nader op ingegaan.
Uitsnede kaart 4c: Blauwe waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg
2.3 Gemeentelijk Beleid
2.3.1 Structuurvisie
De gemeente heeft een 'Nota van bouwstenen en voorkeurscenario Dynamisch Roerdalen' opgesteld. Deze nota is gebaseerd op de ruimtelijke inventarisatie en de inventarisatie van bestaand beleid en toekomstige wensen.
De volgende stap is geweest het opstellen van een conceptueel ruimtelijk raamwerk. Het ruimtelijk raamwerk biedt een kader waarbinnen (nieuwe) ontwikkelingen kunnen plaatshebben en vormt een belangrijke basis voor de op 20 december 2012 vastgestelde Structuurvisie. In een structuurvisie wordt de voorgestane ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente vastgelegd en onderbouwd.
In de Structuurvisie wordt de voorgestane ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente vastgelegd en onderbouwd. Hierbij is ten doel gesteld de gemeente op de lange termijn aantrekkelijk, karakteristiek en levendig te houden. Wonen in leefbare kernen in een waardevol landschap is hierbij uitgangspunt.
Kernen
De zes kernen van de gemeente Roerdalen hebben elk hun eigen karakter, sfeer en uitstraling. Voor de kernen wordt nagestreefd om het eigen karakter van de zes dorpen te behouden. De inwoners voelen zich sterk betrokken bij hun eigen dorp en dat moet zo blijven. Daarnaast zullen de dorpen zich ontwikkelen op een manier die het beste past bij de specifieke kenmerken van het betreffende dorp.
2.3.2 Strategische visie Roerdalen 2025
In 2008 heeft de gemeente Roerdalen de toekomstvisie Roerdalen 2020 opgesteld. Deze is tot stand gekomen met hulp van betrokken burgers en verenigingen. Begin 2011 was er behoefte aan het herijken van deze toekomstvisie, hetgeen heeft geleid tot de 'Strategische visie Roerdalen 2025'.
Roerdalen '25 bestaat uit drie delen. In het eerste deel worden enkele belangrijke ontwikkelingen aangegeven die gevolgen hebben voor de gewenste identiteit van Roerdalen. In het tweede deel wordt het strategisch beleid behandeld. In feite is dit een beschreven foto van Roerdalen in 2025 zoals we dat wensen met de kennis van nu. Het derde deel is een tabel waarin de diverse taakvelden zijn opgenomen met precies dezelfde beschrijving van het gewenste strategische beleid (wat willen we bereiken?), maar nu ook met een doorkijkje naar de realisatie, het tactische beleid (hoe gaan we dat doen?).
Het strategisch beleid is opgesteld vanuit drie thema's: wonen, werken en leven.
Onderliggend bestemmingsplan betreft een conserverend bestemmingsplan waarin de bestaande situatie wordt vastgelegd. Voor zover mogelijk is rekening gehouden met de Strategische visie Roerdalen 2025.
2.3.3 Voorzieningenbeleid
De gemeente heeft in juni 2011 een kadernota voorzieningen opgesteld. Het doel van de Kadernota Voorzieningenbeleid is drieledig:
- Op hoofdlijnen inzicht geven in het gemeentelijk voorzieningenniveau en de knelpunten dienaangaande.
- Richting geven aan een nieuw toekomstbestendig voorzieningenniveau, tegen de achtergrond van afname van publieke middelen, bevolkingskrimp en een toegenomen maatschappelijke dynamiek.
- Een kwalitatief toetsingskader bieden voor de verdere vertaling naar uitvoeringsplannen op het gebied van accommodaties en subsidies (waaraan komende jaren invulling wordt gegeven).
Het hoofddoel van het voorzieningenbeleid is het bevorderen van de sociale samenhang van dorpskernen en buurten.
Alle bestaande voorzieningen zijn in dit bestemmingsplan bestemd. Door in de bestemmingsomschrijving rekening te houden met gecombineerde functies kan uitwisseling plaatsvinden.
2.3.4 Klimaatbeleid 2009-2012
De gemeente Roerdalen heeft klimaatbeleid opgesteld waarbij de doelstellingen voor de periode 2009-2012 worden beschreven met betrekking tot klimaat en duurzaamheid. Bij de bouw van woningen, bedrijven en infrastructuur heeft de gemeente een belangrijke sleutelrol. Door in een vroeg stadium de mogelijkheden in kaart te brengen, kan een optimaal resultaat worden bereikt. Tevens is de gemeente een belangrijke aanjager als het gaat om klimaat en duurzaamheid.
In het uitvoeringsprogramma wordt een aantal uitgangspunten genoemd die van belang zijn voor nieuwe ontwikkelingen binnen de gemeente. Omdat voorliggend bestemmingsplan een beheerplan betreft en er geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, heeft dit beleid geen invloed op dit bestemmingsplan. Mochten er in de toekomst ontwikkelingen plaatsvinden in de kern zal hier aandacht aan moeten worden besteed.
2.3.5 Bouwen & wonen
De gemeente Roerdalen heeft voor de periode 2010-2014, samen met de gemeenten Roermond, Echt-Susteren, Maasgouw en Leudal-Oost, het rapport Regionale Woonvisie Midden-Limburg Oost opgesteld. Deze woonvisie besteedt onder andere aandacht aan de kwalitatieve en kwantitatieve woningbehoefte in de regio.
De gemeente Roerdalen is gelegen in een krimpregio. In Limburg is sprake van een forse vergrijzing in combinatie met ontgroening en structurele krimp van de bevolking. De gemeente Roerdalen kent de afgelopen jaren al een lichte daling van het aantal inwoners. De ruimtelijke gevolgen van krimp in Roerdalen manifesteren zich bij uitstek op het lage ruimtelijke schaalniveau van wijken, buurten en dorpen. De belangrijkste ruimtelijke gevolgen hebben betrekking op de woningmarkt en leefomgeving. Gelet op het voorgaande zullen er nauwelijks of geen nieuwe woningen worden toegevoegd aan de huidige planvoorraad. Onderhavig plan betreft een conserverend plan waarin de bestaande rechten zijn vastgelegd.
Hoofdstuk 3 Ruimtelijke En Functionele Aspecten
3.1 Algemeen
Deze paragraaf bevat een omschrijving van de ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied. Voor de betekenis van voorkomende begrippen wordt verwezen naar Bijlage 2 Begrippenlijst.
Ruimtelijke structuur
De gemeente Roerdalen heeft in het Kaderplan Groen (september 2008) de visie op het te ontwikkelen groenbeleid vastgelegd. Het Kaderplan heeft als basis gediend voor een breed gedragen en integraal groenstructuurplan voor de gemeente Roerdalen. In het groenstructuurplan (vastgesteld op 17 december 2009) is in deel I een uitvoerige analyse gedaan van de ruimtelijke structuur van de gemeente Roerdalen waaronder de kernen Herkenbosch, Melick, Montfort, Posterholt, Vlodrop en Sint Odiliënberg. De analyse uit het 'Groenstructuurplan' dient als basis voor de bestemmingsplannen voor deze kernen, hieronder volgt een korte samenvatting van de relevante aspecten.
Aan de orde komen 'stedenbouwkundige opbouw', 'natuur en landschap', 'cultuurhistorie, monumenten en archeologie', 'openbaar vervoer, verkeer en parkeren' en 'groenstructuur'.
3.2 Stedenbouwkundige Opbouw
3.2.1 Herkenbosch
Historische opbouw
De historie van het dorp Herkenbosch gaat terug tot in de prehistorie. Tot eind 15e eeuw behoren zowel Herkenbosch als Melick tot het Ambt Wassenberg dat onderdeel was van het Hertogdom Brabant. In die tijd is kasteel Daelenbroeck gebouwd op een zandduin in het Roerdal. Vanaf de 16de eeuw vormt het Ambt Wassenberg een onderdeel van het Hertogdom Gulick. Tijdens de Franse bezetting in het begin van de 19de eeuw bestond Herkenbosch uit vier straten, de huidige Hoofdstraat/Daelenbroekweg, de Steegstraat, de Hammerstraat en de Doctor Biermansstraat. Daarvan vormen de Doctor Biermansstraat en de Hoofdstraat/ Daelenbroekweg in die tijd de doorgaande weg van Roermond naar Wassenberg en verder naar Köln.
Rond 1890 is de bebouwingsdichtheid van Herkenbosch toegenomen. De bebouwing was steeds beperkt tot de eerder genoemde straten. Nagenoeg alle woningen waren voorzien van huisweides/erven. Doordat destijds de Ijzeren Rijn werd aangelegd, is circa twee kilometer noordelijk van het dorp het station Herkenbosch gebouwd.
Ten zuiden van de Steegstraat is in de jaren '10 van de 20ste eeuw "de Beatrixhof" gebouwd op een schiereiland van de dekzandrug in het rivierdal van de Roer. Deze boerderij was met een laan verbonden aan de Steegstraat.
Begin jaren '50 is de bebouwde oppervlakte nauwelijks toegenomen ten opzichte van de situatie in 1890. Alleen aan de Stationsweg, de Europalaan Centrum en de Aan de Vier Gebroeders heeft uitbreiding van de bebouwingslinten plaatsgevonden. Nabij het station en ter plekke van Akzo Nobel zijn fabrieken verrezen.
In de jaren '60 vinden planmatige dorpsuitbreidingen plaats. Het gebied tussen de Europalaan Oost en de Daelenbroekweg is in deze tijd grotendeels bebouwd. Daarnaast is het gebied tussen de Jagerstraat en de Europalaan West bebouwd. Akzo Nobel is uitgebreid. De Keulsebaan werd verhard en opgewaardeerd tot doorgaande weg tussen Roermond en Wassenberg. Het bebouwingscluster aan de Wijngaardstraat werd uitgebreid langs de Stationsweg. Het openbaar groen nam eveneens toe. De Europalaan West, de Aan de Vier Gebroeders en de Melickerweg waren voorzien van laanbeplanting. Aan de Sportlaan zijn in die tijd voetbalvelden aangelegd.
Tussen de jaren '60 en nu is Herkenbosch geleidelijk verder uitgebreid. Daarbij is allereerst in de jaren '70 het gebied ten oosten en westen van Akzo Nobel verder volgebouwd, waardoor de fabriek tussen de bebouwing is komen te liggen. Pas in de jaren '80 is een begin gemaakt met het volbouwen van de akkers tussen de Steegstraat en de Daelenbroekweg (de Florabuurt). Daarnaast zijn de sportvelden verplaatst naar de Schaapsweg en is Oortsjensveld III gerealiseerd.
Stedenbouwkundige opzet
De hoofdopzet van Herkenbosch bestaat uit twee min of meer parallel gelegen straten, de Europalaan aan de noordzijde en de Doctor Biermansstraat/ Hoofdstraat/ Daelenbroekweg aan de zuidzijde. De oudste bebouwing van Herkenbosch bevindt zich hier en aan de naar het zuiden afbuigende Steegstraat. Deze bebouwingslinten zijn nog deels te herkennen aan de historische boerderijtjes die veelal met de kopgevel naar de weg toe liggen.
Een dorpshart is aanwezig in de vorm van het Kerkplein. De primaire verkeersontsluiting in het westelijk deel van de kern Herkenbosch wordt gevormd door de Melickerweg, Aan de Vier Gebroeders en Europalaan-West. Dit verdeelt het westelijk deel van de kern in twee delen die ook ruimtelijk en functioneel een geheel verschillend karakter hebben.
In het noordelijk deel, omsloten door de Schaapsweg, Reestraat, Schoolstraat en Pastoor Rohsstraat, ligt een woonbuurtje van recente datum met voor het merendeel halfvrijstaande en vrijstaande woningen in twee bouwlagen. De geschakelde woningbouw is geconcentreerd in de Sintstraten: St. Hubertusstraat, St. Carolusstraat en St. Augustinusstraat. Het karakter van het zuidwestelijke deel van de kern wordt bepaald door enerzijds het oude patroon van veldwegen dat hier nog volledig aanwezig is en anderzijds door de hieraan gelegen oudere bebouwing. Bebouwing van na de tweede wereldoorlog die tot vrij recent in dit historisch patroon is ingepast, bepaalt vooral het karakter van de Kruisweg, de Muytertweg, het Kempke en Aan de Vier Gebroeders. Nieuwe elementen zijn verder de bebouwing aan de Europalaan-west en het Oude Schoolpad. In de Dr. Biermansstraat, Hammerstraat en Steegstraat overheerst de bebouwing van oudere datum het ruimtelijk beeld.
Het oostelijk deel van de kern bestaat uit drie gedeelten waarvan met name de woonbuurt Oortjensveld I tussen Molenbergweg en Kasteellaan duidelijk herkenbaar is als een ruimtelijke en functionele eenheid. De Europalaan-oost vormt de onderlinge grens tussen de twee andere herkenbare gedeelten. De woonbuurt Oortjensveld I bestaat aan de noord- en westzijde vooral uit wat oudere bebouwing. Ook langs de Vijverweg, waar deze uitkomt op de Hoofdstraat, staat bebouwing van voor de 2e wereldoorlog.
De Florabuurt ten westen van de Kasteellaan betreft een Woonwijk uit de jaren '80 met centraal gelegen parkje aan het Vijverpad. Dit gebied (Oortjensveld II) bestaat uit eengezinswoningen met een zekere nadruk op vrijstaande en halfvrijstaande woningen. De Florabuurt ten oosten van de Kasteellaan betreft een Woonwijk uit de jaren '90. Aan de oostzijde is een wandelpad gelegen dat de Daelenbroekweg verbindt met de Oortjensveldweg. Het wandelpad is gelegen in een langgerekte bomenweide. Europalaan-oost deelt de rest van het oostelijk deel op in een groot en een kleiner gedeelte. Het grootste gedeelte omsloten door Daelenbroekweg, Keulsebaan en Europalaan-oost bestaat uit woningbouw.
De Sportlaan vormt de centrale ontsluitende route voor deze woonbuurt. Vanuit de Sportlaan gezien is de woningbouw in de richting van de dorpskom meer verdicht van opzet met kleinere huiskavels en een gemengde opbouw met zowel geschakelde, halfvrijstaande als vrijstaande woonhuizen. Tussen Sportlaan en Keulsebaan ligt de nadruk op een ruime tot zeer ruime verkavelingsopzet. Aan weerszijden van de Van Der Landelaan is sprake van landhuiskavels met een oppervlakte tot ca. 3.500 m2. Het kleinere gedeelte wordt omsloten door de Europalaan- oost, Keulsebaan en Stationsweg. Tot slot is er in het zuidoosten de Muntenbuurt gelegen welke in de jaren '90 is gerealiseerd (Oortjensveld III).
Centraal in het noorden van de kern is het chemieconcern Akzo Nobel gelegen. De fabrieken liggen op een landduin die eindigt bij de Stationsweg. Ondanks de op het eerste gezicht vreemde locatie van Akzo Nobel zorgt de aanwezige groenstructuur voor een goede afscherming naar de zijde van het dorp.
Stedenbouwkundige ontwikkeling Herkenbosch (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.2.2 Melick
Historische opbouw
De historie van Melick gaat terug tot in de prehistorie. Tijdens de Romeinse Tijd bevond zich op en om de Lorberg de nederzetting Mederiacum die was gelegen aan de weg van Heerlen naar Xanten. Tot eind 15e eeuw behoren zowel Herkenbosch als Melick tot het Ambt Wassenberg dat onderdeel is van het Hertogdom Brabant. In de 16e eeuw gaat het Ambt over naar het Hertogdom Gulick.
Aan het begin van de 19e eeuw bestaat Melick samen met Waterschei uit één langgerekt bebouwingslint met verspreid liggende bebouwing (Dorpsstraat, Groenstraat, Waterschei).
Aan de kruising tussen de Dorpsstraat en de Heinsbergerweg stond destijds een kerk en westelijk daarvan was de Tonnedenhof gelegen. Het grondgebruik op het Middenterras en op de Melicker Ohé bestond uit akkerland.
Rond 1890 geeft het bebouwingslint van Melick de indruk dat het verdicht is. Alle gebouwen waren voorzien van huisweides. Aan de Dorpsstraat is tevens een school gebouwd. Daarnaast is de kerk aan de Heinsbergerweg vervangen door 'nieuwbouw'. De hoofdwegen zijn intussen verhard en vormden eind 19e eeuw de verbinding tussen Roermond, Wassenberg en Heinsberg. In Melick is een drietal wegkruisen aanwezig, bij de kruisingen Groenstraat/Melickerweg, nabij Clauslaan/Dr Nolenslaan en Heinsbergerweg/Linderstraat. Het bosperceel tussen de Parklaan en de Van Sonsbeeklaan was eind 19e eeuw al aanwezig. Het grondgebruik rondom het bebouwingslint is destijds licht gewijzigd. Daarnaast was op de Melicker Ohé de oppervlakte grasland toegenomen.
De bebouwing van Melick neemt tot in de jaren '50 nauwelijks toe in oppervlakte. Aan de Heinsbergerweg is ter plekke van de Lorberg en de Wienkeskoel een rijtje huizen verschenen. Dit zelfde geldt voor de Brouwestraat. Van de kerk aan de Heinsbergerweg is slechts een kapel overgebleven, nadat de Duitsers de kerk hadden opgeblazen aan het einde van de oorlog. In de jaren '60 verschijnen de eerste planmatige dorpsuitbreidingen. Het betreft het gebied tussen de Parklaan en de Brouwestraat en het blok Dorpsstraat/Julianastraat. De Markt en de huidige kerk zijn in die periode eveneens gerealiseerd. Eind jaren '70 heeft de bebouwde oppervlakte van Melick de John F. Kennedysingel en de Apollolaan bereikt. Ten oosten van de Apollolaan is een groot sportcomplex verrezen. In de jaren '80 groeit Melick verder in noordelijke richting.
Zo worden de buurten tussen de Linderstraat en de Heinsbergerweg gerealiseerd en tussen de Parklaan en de Wintergaats. Beide buurten zijn voorzien van een oppervlakte openbaar groen. Intussen was de Oosttangent aangelegd en wordt het resterende stuk buitengebied tussen de Parklaan en de Linderweg volgebouwd. Daarbij was aan de zijde van de Parklaan een groene wig in stand gehouden.
Stedenbouwkundige opzet
Op grond van de verschijningsvorm van de bebouwingsstructuur is de totale kom van Melick te onderscheiden in twee deelgebieden. Het eerste gebied bestaat uit de Kerkberg, Heinsbergerweg, Dorpsstraat, Groenstraat en Waterschei met aangrenzende bebouwing. Het tweede gebied omvat de woonwijken ten noorden van de Dorpsstraat en Groenstraat (overgrote deel van de gehele kern).
Het eerste gebied kan worden gekarakteriseerd als lintdorp (Dorpsstraat/ Groenstraat) met haaks daarop de voormalige veedriften die deels zijn opgenomen in de stedenbouwkundige structuur. Het oorspronkelijke lintdorp is herkenbaar aan de voor de streek karakteristieke met de kopgevel naar de straat toegekeerde boerderijen die nog her en der in het bebouwingslint aanwezig zijn. Tegenover de Dorpsstraat bevindt zich aan de Heinsbergerweg een hoogte met daarop het oude kerkhof van Melick. Deze bijzondere locatie biedt tussen de bomen door uitzicht op het omringende Roerdal, het lager gelegen tankstation en de Tonnedenhof. Aan de zijde van de Heinsbergerweg zijn een Mariakapelletje en een waterput gelegen in een klein parkje.
Tussen de Brouwestraat en Parklaan ligt de oudste vooroorlogse woonwijk van Melick, daterend uit de jaren '60. Voornamelijk straten met een smal profiel. Openbaar groen bestaat uit een bomenrij aan weerszijden van de weg. De Parklaan is ingericht met middengeleider en wigvormig pleintje op voormalige splitsing veedriften.
Tussen de John F Kennedysingel en Dorpsstraat ligt een woonwijk daterend uit de jaren '70. De randen van de wijkdelen zijn losjes gebaseerd op de ligging van de voormalige veedriften: Brouwestraat, Clauslaan, Marktstraat en Parklaan.
De Kerkstraat, de Markt en de Bernhardstraat vormen het hart van het dorp met winkels en bijbehorende parkeergelegenheid. De woonstraten zijn voorzien van veel particulier groen.
Tussen de John F Kennedysingel en Groenstraat ligt een woonwijk die gedeeltijk uit de jaren '70 en '90 stamt. Het gedeelte tussen de Jacques Schreursstraat en de Groenstraat is pas in de jaren '80 gerealiseerd.
Tussen John F Kennedysingel en Wintergaats is een karakteristieke wijk uit de jaren '80, gelegen op een helling die afhelt naar het noorden. In de wijk zijn enkele parkeerpleintjes aanwezig, gelegen tussen garageboxen. De huidige voetbalvelden zijn in 2005 in gebruik genomen.
Het westelijke gedeelte van de wijk tussen Parklaan en Heinsbergerweg ten noorden van John F Kennedysingel dateert uit de jaren '80, terwijl aan het oostelijke deel nog recentelijk gebouwd is. De jongste bebouwing is onder meer ontwikkeld en nog steeds in ontwikkeling in het gebied tussen de Linderweg en de Von Hasseltstraat (plangebied Wienkeskoel II).
Stedenbouwkundige ontwikkeling Melick (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.2.3 Montfort
Historische opbouw
Montfort bezit sinds circa 1263 stadsrechten. De stad maakte onderdeel uit van het Gelders Overkwartier. In de 13e eeuw was sprake van de aanwezigheid van stadspoorten en een gracht die werd gevormd door de Vlootbeek. In diezelfde eeuw is aan westzijde van het dal van de Vlootbeek het kasteel gebouwd. De stad Montfort lag geregeld in de frontlinie. In 1590 was de stad geheel verwoest. Het oude centrum van de stad wordt gevormd door de Dijkstraat, Markt en Kerkstraat. Aan de Markt/Rozenhofje was tevens een gracht gelegen. De Veldpoort stond aan de kruising Markt/Kerkstraat en de Bospoort stond noordelijk van het Rozenhofje. (Bron: Stichting Menno van Coehoorn, 1998).
Aan het begin van de 19e eeuw is de stad Montfort niet veel groter dan de andere dorpen in de gemeente Roerdalen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Melick is hier wel sprake van een geconcentreerde bebouwingseenheid. De stad is nauwelijks gegroeid ten opzichte van de situatie in de 16e eeuw. Oostelijk van de stad liggen in die tijd twee moerassen. Tussen de Markt en de Zandstraat waren twee driesen aanwezig.
Rond 1890 is de bebouwingsdichtheid van Montfort licht toegenomen. De wegen in het oude stadshart zijn verhard evenals de Stationsweg en de Linnerweg. De wegen in oostelijke, zuidelijke en westelijke richting zijn alle onverhard.
Aan de splitsing Stationsweg/Linnerweg zijn enkele woningen verschenen. Aan de Zandstraat is een korenmolen gebouwd. Tussen 1890 en de jaren '50 van de 20e eeuw hebben in Montfort enkele kleine stadsuitbreidingen plaatsgevonden. Zo zijn huizenrijen aanwezig aan de Rozendaalseheide, de Stationsweg, de Linnerweg, het Mariaveld en de Waarderweg. Deze bebouwing behoort tot het stadsdeel 'Aan de Berg'. In de stad zelf was bebouwing gerealiseerd aan de Spanjestraat en het noordelijke deel van de Pastoor Rijckxstraat. De bebouwing langs de Zandstraat en de Hoogstraat is toen verder verdicht.
In verband met de ontwikkeling van de stad Montfort dient in het bijzonder het bombardement aan het einde van de Tweede Wereldoorlog te worden vermeld, waarbij het stadje voor het overgrote deel in puin veranderde. De bebouwing in de historische kern bestaat daarom voornamelijk uit bebouwing uit de jaren '50.
In de jaren '60 zijn de bebouwinglinten in het stadsdeel 'Aan de Berg' uitgebreid. In de stad zelf is de ruimte tussen de Schoolsteeg en de Kampweg volgebouwd. Daarnaast was in deze tijd de bebouwing langs de Wilhelminastraat en de Julianastraat in ontwikkeling.
In de jaren '70 is de woonbuurt tussen de Vinkesteeg en de Kerktiend gerealiseerd. Daarnaast hebben kleinschalige inbreidingen plaatsgevonden.
In de jaren '80 is de woonbebouwing voornamelijk in het stadsdeel 'Aan de Berg' gerealiseerd in het gebied tussen de Rozendaalseheide en de Bajonetweg.
Tot in de 21ste eeuw hebben slechts kleinschalige stadsuitbreidingen plaatsgevonden en dan voornamelijk tussen het Mariaveld en de Waarderweg. Daarnaast is er het nieuwbouwproject De Wiejerd gerealiseerd. Aan de Boordmoolweg zijn in het verleden tennisbanen en een ijsbaan/vijver gerealiseerd (thans sportvelden). Daarnaast hebben restauratiewerkzaamheden plaatsgevonden aan kasteel Montfort.
Stedenbouwkundige opzet
De hoofdopzet van de kern Montfort (bezit overigens nog steeds stadsrechten) bestaat uit een oud stadscentrum met een uitwaaierend wegenpatroon. Via de Dijk is de oude kern verbonden met het uitwaaierende bebouwingspatroon van het kerndeel 'Aan de Berg'. De ruïne van kasteel Montfort is op een markant punt aan de rand van het dorp gelegen.
De oude 'stad' Montfort kent bebouwing voornamelijk van voor 1955, die deels bestaat uit herbouw van na het bombardement uit de Tweede Wereldoorlog. Het oude stadshart bestaat uit de Markt, de Kerkstraat en de Dijkstraat. De kerk ligt hier als bijzonder modernistische en opvallende eenheid tussen oudere bebouwing.
Aan de noordzijde van het Vlootbeekdal is het kerndeel 'Aan de Berg' gelegen. Dit wordt gekenmerkt door het vanaf de Dijk uitwaaierende wegenpatroon, waartussen zich enkele woonwijken bevinden. De bebouwingslinten worden gekenmerkt door de overgang van dorpswoningen naar boswoningen.
Tussen Markt en Vinkesteeg is een woonwijk gelegen deels daterend uit de jaren '50/'60 en deels daterend uit de jaren '70.
In het gebied tussen Rozendaalseheide en Waarderweg liggen Bebouwingslinten, welke grotendeels dateren uit de periode 1890-1980. Deze linten hebben een uitwaaierend wegenpatroon en komen samen op de rotonde ter hoogte van de Dijk. Tussen Huysbongerdweg en Rozendaalseheide ligt een woonwijk uit de jaren '80-'90 en oudere villa's aan de Ireneweg en Beatrixweg uit de jaren 1955-1980. Tussen Mariaveld en Heistersweg is recent een nieuwbouwwijk gerealiseerd.
Stedenbouwkundige ontwikkeling Montfort (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.2.4 St. Odiliënberg
Historische opbouw
Sint Odiliënberg is ontstaan rondom twee vroegmiddeleeuwse kerken. Deze oudste locatie is nu nog herkenbaar aan de huidige kerk en het patronaatsgebouw. In de 17e eeuw is nabij Sint Odiliënberg het buiten Hoosden gebouwd als vervanging van een oudere boerderij. Het noordelijker gelegen landgoed Overen kent eveneens een lange geschiedenis.
In de 17e eeuw was Overen een riddergoed van het Gelders Overkwartier. Oostelijk van Sint Odiliënberg staat het eveneens riddermatige huis Bergh (landgoed Freymerson).
Begin 19e eeuw bestaat het dorp Sint Odiliënberg uit de omgeving van de kerk en het patronaat en het gebied bestaande uit de Raadhuisstraat, de Sint Wirostraat, de Pastoor Siebenstraat, de Hoofdstraat en het Houtkempke. De doorgaande weg van Roermond naar Heinsberg kruist (onder andere) bij Sint Odiliënberg de Roer, eerst oostelijk en sinds de 19e eeuw westelijk van de huidige locatie.
Rond 1890 blijkt dat het dorp nauwelijks is gegroeid. Alleen de hoeveelheid bebouwing aan de Hoofdstraat is in aantal toegenomen. Aan de zuidzijde van het dorp is aan de Molenweg de stenen bergkorenmolen verrezen. Aan de Veestraat zijn eveneens enkele gebouwtjes verrezen. De veestraat heeft de vorm van een holle weg aangenomen in de 19e eeuw. De meeste wegen in Sint Odiliënberg zijn verhard. De wegen naar Roermond, Linne, Posterholt en Vlodrop zijn voorzien van mijlpalen en vormen daarmee in die tijd de hoofdontsluitingswegen van de regio. Ter hoogte van het Raadhuisplein ligt in die tijd de brug over de Roer.
In de jaren '10 van de 20e eeuw is de tramverbinding Roermond-Vlodrop tot stand gekomen. Hiervoor is de brug over de Roer verplaatst naar de huidige locatie. De tram reed via de Pastoor Siebenstraat en de Hoofdstraat in de richting van Posterholt. Tot in de jaren '50 kent Sint Odiliënberg nauwelijks groei. De bebouwing in het dorpshart is verder verdicht en aan de Veestraat zijn enkele woningen gebouwd. Daarnaast is alleen sprake van enkele solitair gelegen nieuwe woningen/boerderijen aan de Schaapsweg, de Hagelkruisweg en aan wat nu de Kapittellaan is. Vanaf eind jaren '50 is het dorp Sint Odiliënberg planmatig uitgebreid. Allereerst is het gebied tussen de Sint Odiliastraat en de Postweg volgebouwd.
Vervolgens is het gebied tussen de Molenweg en de Willem Alexanderlaan in de jaren '60 deels volgebouwd en is eveneens het sportpark aan de Schaapsweg aangelegd.
Tegen het einde van de jaren '70 is Sint Odiliënberg doorgegroeid tot aan de Schaapsweg en Hagelkruisweg. Tussen de Bosserveldweg en 't Sittert is enige bedrijvigheid ontstaan.
In de jaren '80 vindt de eerste dorpsuitbreiding zuidelijk van de Schaapsweg plaats, rondom de Reutjesweg, die voor deze uitbreiding is omgelegd. Ook aan 't Sittert is de bebouwing toegenomen. Vanaf de jaren '80 breidt de woonbebouwing zich verder uit in het gebied tussen de Reutjesweg en 't Sittert.
Stedenbouwkundige opzet
De hoofdopzet van Sint Odiliënberg kent de vorm van een driehoek. De oude kern is gelegen in de punt aan de Roer. De recentere bebouwing ligt begrensd tussen de Hagelkruisweg en de N293/Postweg. De oude kern wordt gevormd door de basiliek die op een hoogte aan de Roer staat, het Kerkplein, het Raadhuisplein, De Raadhuisstraat, de Hoofdstraat, de Pastoor Siebenstraat en de Sint Wirostraat. De bebouwing dateert grotendeels van voor 1890. Iets oostelijk van de basiliek is het Kerkplein gelegen. Dit grote verharde plein ligt aan de voet van de basiliek. De Sint Wirostraat en de Raadhuisstraat kennen een bij het historische karakter van de weg passende openbare inrichting. Tussen de Sint Odiliastraat en Postweg ligt de oudste naoorlogse woonwijk van Sint Odiliënberg, die dateert uit de periode 1955-1970. In de jaren '80 is echter reeds bebouwing vervangen door nieuwbouw.
De woningen tussen Molenweg en Schaapsweg dateren uit de periode tussen 1955 en 1970, maar het grootste gedeelte van de woningen is gebouwd in de jaren '70. Daarnaast is nog bebouwing van voor 1890 aanwezig aan de Veestraat en de Molenweg. Drie groene verbindingen kruisen de wijk: de Veestraat, de Bosserveldweg en de John Kennedylaan.
De Veestraat is een holle weg waarin enkele oude huizen staan. In de kern is een molen gelegen: de Molen van Verbeek. Deze ligt compleet tussen de bebouwing. De woonwijk ten zuiden van de schaapsweg is tegen het einde van de jaren '80, maar grotendeels na 1990, gebouwd. Centraal in de wijk is een park met een grote vijver gelegen die als een grote buffer in de Onderbeek fungeert. De laatste uitbreiding van deze wijk en afronding van St. Odiliënberg is het plan 't Sittert dat voorziet in 63 woningen voor diverse doelgroepen.
Tot slot is er in het zuiden, aan de rand van, de kern een klein bedrijventerrein gelegen ('t Sittert).
Stedenbouwkundige ontwikkeling St. Odiliënberg (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.2.5 Reutje
Historische opbouw
Van oorsprong is de kern Reutje een kleine agrarische nederzetting gelegen aan de rand van het dal van de Vlootbeek, voorheen de Plotbeek. De kern was historisch gezien verbonden met het nabij gelegen landgoed Aerwinkel.
Van het oorspronkelijke agrarische gebruik van de bebouwing is in de huidige situatie weinig overgebleven. Ook is de kern door de jaren heen langs de Sint Petrusstraat, de Veldstraat, de Sint Jozefstraat en Reutjesweg uitgebreid.
Stedenbouwkundige opzet
De oorspronkelijke lintvormige bebouwing van Reutje is aan de zuidzijde van de kern nog herkenbaar. Hier is een aantal oude boerderijen bewaard gebleven. De vroegere relatie van de straat met het landgoed Aerwinkel is echter verbroken, het einde van de straat wordt gemarkeerd door een oude muur dwars hierop. Hierachter ligt het parkachtige landgoed behorend bij het kasteel. Reutje is gelegen op een, zowel ter plaatse als vanuit de omgeving, zeer herkenbare verhoging. De enigszins verdiept gelegde straten versterken deze indruk. De kern is nu opgebouwd uit een paar straten die dwars op elkaar staan en vormt zo een vrij afgerond beeld.
De entree van de kern aan de noord-oostzijde, is de kruising van de weg naar Posterholt en St. Odiliënberg. Direct aan deze kruising ligt een dorpshuis/ fanfarelokaal met parkeerterrein. Daarnaast zijn in het wegprofiel enkele obstakels aangebracht om het doorgaande verkeer af te remmen.
De oorspronkelijke gevarieerde opzet langs de St. Petrusstraat is nog in belangrijke mate herkenbaar. Langs deze weg zijn nog enkele cultuurhistorisch waardevolle panden (voormalige boerderijen) aanwezig.
3.2.6 Posterholt
Historische opbouw
Posterholt is een boshoevenederzetting. Het dorp bestaat van oudsher uit een bebouwingslint met naar het noorden toe opstrekkende verkaveling van de bij de boerderijen behorende gronden. Het dorp is in de 12e eeuw ontstaan als de opeenvolgende buurtschappen Donk en Posterholt/Winkel. Aan het begin van de 19e eeuw bestaat Posterholt uit twee duidelijke buurtschappen 'de Donk' en 'de Winkel' en een versnipperd lint dat de buurtschap 'de Borg' vormt.
Rond 1890 is de bebouwing van Posterholt uitgebreid. Donk en Posterholt zijn vrijwel aan elkaar gegroeid. In Posterholt is een kerk aanwezig. De Roermondseweg, Hoofdstraat en Heinsbergerweg zijn destijds verhard, evenals de Monseigneur Koningsstraat. Het grondgebruik aan de noordzijde van de het dorp was nauwelijks gewijzigd. Aan de zuidzijde, in het beekdal, is een deel van het bos verdwenen en vervangen door grasland.
In de jaren '50 is Posterholt overduidelijk een lintdorp geworden. De buurtschap Borg is echter nog een zelfstandige eenheid. De kerk van Posterholt was in de Tweede Wereldoorlog verwoest. Na de oorlog is een nieuwe kerk gebouwd aan de Hoofdstraat, westelijk van de oorspronkelijke locatie. Tussen de Rector van de Boornlaan en de Wilhelminalaan is vervolgens een woonbuurt gebouwd. Twee molens van Posterholt zijn aan het einde van de oorlog door de Duitsers opgeblazen en daarna niet meer herbouwd.
De bebouwde kom van Posterholt is in de jaren '60 verdubbeld. Het gebied tussen de Heerbaan, de Margrietlaan en de Hoofdstraat was volgebouwd. Langs de Zwartemolenweg en tussen de Burgemeester Geradtsstraat, de Roermondseweg en de Monseigneur Nolensstraat is eveneens bebouwing verschenen. Bedrijvigheid was destijds ook aanwezig in de vorm van een betonfabriek en een textielfabriek.
In de jaren '70 is de Karkenerweg aangelegd noordelijk van het dorp. Een deel van de zone tussen de Karkenerweg en de Heerbaan is in diezelfde tijd volgebouwd. Zwembad Het Hitje is uitgebreid tot Recreatiepark. Woningbouw heeft nog slechts beperkt plaatsgevonden. Aan de Heinsbergerweg was een sportpark gerealiseerd.
Sinds de jaren '80 hebben geen grote dorpsuitbreidingen meer plaatsgevonden. Het bedrijventerrein aan de Middenweg is op kleine schaal uitgebreid. Het grondgebruik rondom het dorp is sinds de jaren '50 nauwelijks nog gewijzigd.
Stedenbouwkundige opzet
De hoofdopzet van Posterholt bestaat uit het oorspronkelijke lintdorp aan de Hoofdstraat met haaks daarop de ontsluitingswegen van het noordelijke van het dorp gelegen akkerbouwgebied die deels zijn opgenomen in de stedenbouwkundige structuur.
De Hoofdstraat volgt het bochtige verloop van de rand van het Vlootbeekdal. Aan deze weg is de oudste bebouwing van het dorp gelegen. De oude kern wordt gevormd door de Heerbaan, de Hoofdstraat, de Heinsbergerweg en de zijstraten aan de zuid- en westzijde van deze wegen. De bebouwing dateert voor een groot deel uit de periode voor 1955, maar kent diverse in- en uitbreidingen uit recentere periodes. Tussen Margrietlaan en Hoofdstraat/Heinsbergerweg is een woonwijk gebouwd die deels uit de periode voor 1955 stamt en deels uit de periode 1955-1970. Tussen Wiersweg en Vlodropperweg is een nieuwbouwwijk gerealiseerd met centraal in de wijk een park met speelgelegenheden.
Tussen Wiersweg en de Nieuw Holsterweg is een woonwijk in etappes gebouwd. De oudste bebouwing, van voor 1955 concentreert zich aan de Heerbaan. Tot in de jaren '70 wordt voornamelijk gebouwd aan het wijkgedeelte rondom het kerkhof, waarna in de jaren '80 ook het gedeelte tussen het kerkhof en de Nieuw Holsterweg wordt afgebouwd. De begraafplaats en kapel liggen midden tussen de bebouwing. Alleen langs de buitenzijde van de begraafplaats is een groenstrook aanwezig.
De wijk tussen nieuw Holsterweg en Hofkensweg wordt gekenmerkt door de boerderij aan de Zwartemolenweg die uit de periode voor 1890 dateert. De woningbouw is gestart in de jaren '70 aan de Heerbaan en Wittemolenweg. De wijk Zwartemolenhof wordt gekenmerkt door een opeenvolging van oude en nieuwe bebouwing. Verspreid in de wijk liggen enkele groene pleintjes en plantsoenen die zijn voorzien van een representatieve beplanting. Tussen Roermondseweg en Burgemeester Geradtsstraat is een wijk gelegen die vanaf 1890 in etappes is ontstaan en in de jaren '80 grotendeels afgebouwd.
In Posterholt is een grote verspreiding van winkels en andere voorzieningen. Rondom het Raadhuisplein is de grootste concentratie van winkels. In het DOP wordt dit gebied het winkelhart genoemd. Nabij de oude markt in Posterhol zijn horecagelegenheden aanwezig.
Aan de rand van deze kern wordt thans het nieuwbouwplan Borgerpark gerealiseerd.
Stedenbouwkundige ontwikkeling Posterholt (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.2.7 Vlodrop
Historische opbouw
Rond het jaar 1000 is de naam Vlodrop reeds bekend. Het Stenen Huis, het kasteel van Vlodrop, is in het begin van de 14e eeuw gebouwd. Tevens stond aan de Walstraat het huis Oedenrade dat in de 13e eeuw al bestond. Op dat moment stond de kerk van Vlodrop zuidelijk van het dorp nabij de Rentelaarshof aan de Roer, middenin de parochie die tevens Karken en Posterholt omvatte. Na de parochiale afscheiding van Karken in de 16e eeuw is in het dorp Vlodrop een nieuwe kerk gebouwd. Deze stond op het kerkhof aan de Kerkhofweg. Aan het begin van de 19e eeuw bestaat Vlodrop uit een compact dorp bestaande uit de Boomgaardstraat, Kerkstraat, Markt, Kleine Wal, Walstraat, Grootestraat en Bergerweg. Het Stenen Huis is in die tijd een omgracht kasteel te midden van bomenweides. Het kasteel bezit een toegangslaan vanaf de Kerkbergweg.
Tot circa 1890 is het dorp nauwelijks gegroeid. Huis Oedenrade was gesloopt.
Het Stenen Huis bestaat nog. De gracht was verdwenen en tussen het huis en de Kerkbergweg is een tuin in landschapsstijl verschenen.
De Bergerweg, de Kerkstraat en de Grootestraat zijn gedurende de 19e eeuw verhard. De Markt heeft in die tijd nog het kenmerk van een dries, een bomenweide waar vee gestald kon worden. Het grondgebruik is rondom het dorp gedurende de 19e eeuw niet noemenswaardig veranderd. In de jaren '10, '20 en '30 van de 20e eeuw vormde Vlodrop het eindstation van de tramlijn Roermond-Vlodrop. Het tramstation bevond zich ter plekke van de kruising van de Kerkstraat met de Schaapweg, naast de eveneens nog bestaande burgemeesterswoning en marechausseekazerne.
In 1929 werd begonnen met de bouw van de huidige kerk van Vlodrop, oostelijk van de oude kerk. Kort na de voltooiing werd de oude kerk afgebroken. Het kerkhof resteert nog.
Aan het einde van de jaren '50 vinden de eerste dorpsuitbreidingen plaats. Het betreft het gebied tussen de Bergerweg en de Kruisweg. Daarnaast is een rijtje huizen gebouwd aan de Randweg.
In de jaren '60 vinden weinig uitbreidingen plaats. Aan de Angsterweg zijn in die tijd sportvelden aangelegd. De Angsterweg en de Randweg zijn voorzien van laanbeplanting.
In de jaren '70 breidt Vlodrop zich uit ten westen van de Kruisweg en ten noorden van de Randweg. Aan de noordzijde van de Angsterweg is het zwembad gebouwd.
In de jaren '80 wordt slechts op beperkte schaal aan de oostrand van het dorp bijgebouwd. Daarna worden nog woningen ten noorden van de Berkenlaan gebouwd.
In de huidige situatie vindt woningbouw plaats aan de westzijde van de Van den Broecksingel. Het laatste stedenbouwkundig plan betreft het plan Hosterveld.
Stedenbouwkundige opzet
De hoofdopzet van Vlodrop bestaat uit het oorspronkelijke lintdorp aan de Grootestraat/ Kerkstraat/Kleine Wal/Walstraat met de veldwegen aan de noordwestzijde die hierop uitkomen, zoals de Bergerweg. De oude kern bestaat uit het kerngedeelte rond de Grootestraat, Markt, Kerkstraat, Kleine Wal, Walstraat en Boomgaardstraat. De bebouwing dateert deels van voor 1890 en deels uit de periode tussen 1890 en 1955. Daarnaast zijn recente toevoegingen aanwezig.
De Markt is centraal aan dit oorspronkelijke bebouwingslint gelegen. Dit plein wordt gekenmerkt door een bomengrid in verharding. Het plein is in een L-vorm gelegen. Aan de binnenhoek van de L is een soort podium aanwezig. Aan het plein is net als in de andere dorpen een voormalig raadhuis gelegen. Daarnaast zijn enkele winkels, horeca en woningen rondom het plein gelegen, waardoor op het plein enige levendigheid aanwezig is overdag.
Tussen Bergerweg en Van den Broecksingel dateert de bebouwing grotendeels uit de periode tussen 1955 en 1980 met recente toevoegingen aan de westzijde van het dorp. Het Sint Maartensplein en het De Eerensplein worden gekenmerkt door een centraal gelegen parkaanleg bestaande uit gazon, boomgroepen, hagen, speeltoestellen en parkeervakken.
Tussen Bergerweg en Wassemweg dateert de bebouwing deels uit de jaren '70 en deels van na 1990. Slechts een klein aantal woningen aan onder andere de Oerraede dateert uit de jaren '80.
In de wijk zijn een aantal parkjes aanwezig in de vorm van gazons, voorzien van enkele bomen en speeltoestellen. Het VEKOMA-terrein, gelegen in het westen van de kern, wordt omgeven door groen, waardoor de fabriek ligt ingepast tussen de aanliggende woonbebouwing. De basisschool aan de Schoolstraat wordt omgeven door een forse beukenhaag en wordt daarmee afgeschermd van de omliggende straten. De laatste uitbreiding van Vlodrop gevormd door het plan Holsterveld.
Stedenbouwkundige ontwikkeling Vlodrop (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.2.8 Etsberg
Historische opbouw
Het buurtschap Etsberg is ontstaan ter plaatse van een iets verhoogde splitsing van twee wegen (Etsberg - Bröggelderweg). Het van oudsher agrarische karakter van het gehucht is nog te herkennen aan de architectuur.
Stedenbouwkundige opzet
De bebouwing ligt als een lint aan de wegen Etsberg, Ortjensveldweg en de Klifsbergsweg. Ter hoogte van de splitsing verwijdt de straatruimte zich, waardoor een pleinvormige ruimte ontstaat. De bebouwing vormt geen gesloten straatwand, maar ligt in de meeste gevallen op enige afstand van de straat, los van het naastgelegen pand. De nokrichting is afwisselend.
Het landschappelijke karakter van het buurtschap komt ook tot uitdrukking in de beplanting op openbaar en privéterrein. Grote voortuinen langs de Klifsbergweg ondersteunen het groene karakter van deze hoofdverkeersroute waarlangs aan beide zijden hoge zomereiken staan. Op enkele plaatsen binnen de kern is nog sprake van erfbeplanting rondom vroegere boerderijen. Daarnaast verbijzonderen de hoogteverschillen in de voortuinen het straatbeeld.
3.3 Natuur En Landschap
3.3.1 Herkenbosch
Herkenbosch is gelegen aan de rand van het rivierdal van de Roer op een dekzandrug. De overgang van de dekzandrug naar het rivierdal is goed zichtbaar in Herkenbosch.
De bebouwing van het dorp volgt keurig het bochtige verloop van de steilrand die de overgang markeert. Aan de zijde van kasteel Daelenbroeck markeren twee veldwegen, de weg langs de Riemen en de Oortjensveldweg, de overgang tussen de dekzandrug en het rivierdal. Duidelijk zichtbaar in het dorp is de ligging van Akzo Nobel op een hoogte die begint aan de Stationsweg. Een ander markant hoogteverschil is zichtbaar aan de Daelenbroekweg, alwaar een steilrand aanwezig is, waarop een rij monumentale Eiken staat. De zuidpunt van het dorp wordt gevormd door de monumentale boerderij "de Beatrixhof", die is gelegen op een als een schiereiland in het rivierdal stekende hoogte. De bodem van het dorp wordt gevormd door holtpodzolgronden en aan de oostzijde door vorstvaaggronden.
De dorpskern van Herkenbosch grenst direct aan het Natura2000-gebied Roerdal. Het betreft het gedeelte tussen de Beatrixhof en de N570 (Roermond - Wassenberg). Kasteel Daelenbroeck is als een schiereiland in het gebied gelegen. Onderaan de steilrand op de overgang naar het Roerdal liggen enkele watergangen met een ecologische functie. Aan de oostzijde van Herkenbosch liggen de Zandbergen. Dit bosgebied grenst aan de N570, maar het bos loopt door in de villawijk aan de Van de Landelaan aan de westzijde van de N570.
Ecologische structuur - Herkenbosch (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.3.2 Melick
Melick is gelegen aan de rand van het rivierdal van de Roer op het Middenterras van de Roer, in tegenstelling tot Herkenbosch dat op een dekzandrug is gelegen. De overgang van het Middenterras naar het rivierdal is goed zichtbaar aan de zuidrand van het dorp. De bebouwing van het dorp volgt keurig het bochtige verloop van de steilrand die de overgang markeert.
Duidelijk zichtbaar in het dorp is de ligging van de bijzondere begraafplaats op een hoogte aan de Heinsbergerweg. Vanaf deze hoogte is een bijzonder uitzicht mogelijk over het Roerdal en het dorp Melick. Het uitzicht wordt echter belemmerd door de houtkant op de helling aan de zijde van de paardenhouderij Tonnedenhof. Andere niet op de kaart vermelde eenheden zijn enkele holle weggedeeltes aan weerszijden van de Brede school.
Deze holle wegen zijn onderdeel van het oude stelsel van veedriften van Melick, waarover het vee vanuit het dorp naar de Melickerheide werd geleid en vice versa. De bodem van het dorp wordt gevormd door horst- en holtpodzolgronden (zandgronden).
Ter plekke van de westzijde van de Lorberg is Melick direct aan het Natura2000-gebied Roerdal gelegen. Het Roerdal vormt daarnaast één grote ecologische verbindingszone die aan de west- en zuidzijde van Melick is gelegen. De Melicker Leigraaf is daarbij aangewezen als watergang met een specifieke ecologische functie. Aan de noord- en oostzijde van het dorp zijn daarnaast droge ecologische verbindingen aanwezig/gepland die het Roerdal verbinden met de Melicker heide ten noorden van het bedrijventerrein Heide-Roerstreek.
Binnen het dorp vormt de groene wig rond de Brede School een verbinding voor fauna tussen kern en buitengebied. Daarnaast vormen de tuinen en groenstroken belangrijke leefgebieden voor fauna van tuin en park.
Ecologische structuur - Melick (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.3.3 Montfort
De kern Montfort is gelegen op de punt van een dekzandrug en is in de loop der jaren uitgebreid op een landduin noordelijk van het Vlootbeekdal. Aan de westzijde grenst Montfort aan de depressies van het ontveende broekgebied. Karakteristiek is het hoogteverschil tussen het beekdal en de dekzandrug dat enkele meters bedraagt, maar niet overal even goed beleefbaar is. Binnen het stadje is eveneens een duidelijk hoogteverschil waarneembaar, bijvoorbeeld in de Kampweg of De Vaert. Vanaf de Dijk is het dal van de Vlootbeek slechts in oostelijke richting beleefbaar. In de richting van kasteel Montfort wordt het uitzicht over het beekdal geblokkeerd door bebouwing in het dal en de groenvoorzieningen rondom het voormalige sportterrein. De bodem bestaat uit Vorstvaaggronden (een zandgrond) en plaatselijk uit gooreerdgronden (een zandgrond gerelateerd aan een beekdal).
Monfort grenst aan de boskernen van 't Sweeltje, Landgoed Rozendaal en de Reigershorst. Deze boskernen grenzen nagenoeg aan elkaar, maar migratie van fauna wordt bemoeilijkt door de aanwezigheid van bebouwing en infrastructuur. Zodoende kunnen bijvoorbeeld Ree, Wild zwijn en Das niet migreren tussen de genoemde bosgebieden zonder het open agrarische gebied aan de oostrand van Montfort te doorkruisen.
De vlootbeek kruist Montfort tussen het (voormalige) sportterrein en de oude stad. Deze beek heeft een specifieke ecologische functie en heeft een potentiële verbindingsfunctie voor zowel vis en amfibieën als voor kleine zoogdieren. Daarmee verbindt de beek het agrarische buitengebied ten oosten en ten westen van Montfort met elkaar. Tussen de Wiejerd en de Dijk is de verbindende functie van het beekdal min of meer beperkt tot de beek zelf, de oevers en het aanliggende schouwpad. Deze corridor heeft op dit moment een minimale breedte om te kunnen functioneren als verbinding voor kleine zoogdieren, zoals marterachtigen.
Ecologische structuur - Montfort (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.3.4 St. Odiliënberg en Reutje
De oude kern van Sint Odiliënberg is gelegen op het hoogste gedeelte van het Middenterras van de Roer ter plekke van de scheiding tussen een oud gedeelte van het huidige rivierdal en de huidige bedding van de Roer. De recentere uitbreidingen van het dorp zijn eveneens op het Middenterras gelegen. Hoogteverschillen zijn in het dorp duidelijk aanwezig.
De basiliek is op een hoogte gelegen. Daarnaast is aan het begin van de Hagelkruisweg de overgang naar het Roerdal goed zichtbaar, evenals de insnijding van de Veestraat in de hoger gelegen delen van het Middenterras. Dit hoogteverschil is tevens te ervaren aan de Molenweg, die aan de voet van een helling is gelegen.
De bodem bestaat uit holtpodzolgronden (een zandgrond) die naar het zuidwesten overgaan in enkeerdgrond (een zandgrond met een door eeuwenlange bemesting voedselrijke toplaag). Aan de zuidzijde van Sint Odiliënberg bevindt zicht de gegraven beekloop van de Onderbeek. Deze beek verzorgt de afwatering van de landbouwgronden en de woonwijk tussen 't Sitterd en de Reutjesweg.
De vijver in de woonwijk vangt het water op. De vijver is uitgerust met een leegloopvoorziening middels een overkluizing naar de Roer.
Aan de noord- en westzijde grenst Sint Odiliënberg aan het Natura2000-gebied Roerdal.
De landgoederen Hoosden en Overen zijn compleet binnen het Natura2000-gebied gelegen. Van het landgoed Freymersen is alleen het gedeelte met het slot Bergh binnen de Natura2000-begrenzing gelegen. De natuurdoelen zijn hier gerelateerd aan het rivierdal. Oostelijk en westelijk van Sint Odiliënberg betreft dit voornamelijk 'Veenbossen' en 'Bossen van Alluviale Gronden'. Landgoed Hoosden vormt tevens het begin van de ecologische verbinding naar Landgoed Rozendaal via het tussenliggende agrarische gebied en de daar gelegen bospercelen. Aan de zuidzijde van Sint Odiliënberg zijn de bossen van Zittard gelegen die zuidelijker overgaan in 't Sweeltje dat onderdeel is van de ecologische verbinding langs de Vlootbeek. De openbare groenstructuur van Sint Odiliënberg is niet verbonden met het buitengebied, met uitzondering van de vijver in de wijk ten zuiden van de Schaapsweg waarin de bovenloop van de Onderbeek uitkomt. Deze gegraven beek verzorgt de afwatering van het agrarische gebied ten zuiden van het dorp, maar heeft geen specifieke ecologische functie.
Ecologische structuur - St. Odiliënberg (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
Reutje
In de kern Reutje zijn geen ecologische structuren aanwezig.
3.3.5 Posterholt
Posterholt is gelegen aan de noordrand van het beekdal van de Vlootbeek, deels op een dekzandrug en deels op het Middenterras van de Roer. Duidelijke hoogteverschillen zijn niet aanwezig in het dorp, behalve ten zuiden van de Hoofdstraat, op de overgang naar het beekdal. De bodem in het dorp bestaat uit holtpodzolgronden (een type zandgrond) en in het aangrenzende beekdal uit oude rivierkleigronden.
De Vlootbeek en een deel van de andere in het dal aanwezige watergangen hebben een specifieke ecologische functie. Aan de westzijde zijn enkele bospercelen gelegen, waaronder die van Landgoed Aerwinkel.
De ecologisch meest waardevolle gebieden van het dorp worden gevormd door de dorpsranden en dan in het bijzonder de rand aan de zijde van het Vlootbeekdal. Deze gronden vormen foerageergebied voor kleine zoogdieren als de Das en leefgebied van tal van vogelsoorten van half open landschappen, tuin en park.
Ecologische structuur - Posterholt (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.3.6 Vlodrop en Etsberg
Vlodrop is gelegen op een dekzandrug aan de zuidwestzijde van het rivierdal van de Roer. Aan de westzijde van het dorp gaat de dekzandrug over in het Middenterras van de Roer. In het veld is deze overgang niet herkenbaar. Aan de zuidzijde van het dorp is de overgang naar het Rivierdal goed zichtbaar in het aanwezige hoogteverschil, bijvoorbeeld aan de Kerkbergweg. Aan de oostzijde van het dorp is een dijk aanwezig langs de Boomgaardstraat. Het gebied tussen de Prinsenweg en de Roer valt onder het inundatiegebied van de Roer.
De bodem van het dorp Vlodrop bestaat grotendeels uit horstpodzolgronden (zandgronden), die naar het oosten en zuiden toe overgaan in oude rivierkleigronden en oude kleibrikgronden van het rivierdal van de Roer.
Vlodrop grenst aan de oostzijde aan het Natura2000-gebied Roerdal. Het dorp wordt van dit gebied gescheiden via de aanwezige dijk aan de Boomgaardstraat. Tussen de brug en de Wassemweg volgt de begrenzing de scheiding tussen de verharding/bebouwing en de aanliggende weides.
De aan de oostzijde van de Roer gelegen straat Tussen de Bruggen, die tevens de dorpsentree voor Vlodrop vormt, is geheel in het Natura2000-gebied gelegen.
Aan de zuidzijde van het dorp is een (voormalige) Leigraaf gelegen, die een specifieke ecologische functie heeft. Deze leigraaf is verbonden met de houtkanten van de sportvelden aan de Angsterweg en vormt zodoende een soort ecologische verbinding voor fauna langs de zuidelijke dorpsrand. De monding van de Leigraaf is gerenatureerd en verlegd in de richting van de brug over de Roer.
Ecologische structuur - Vlodrop (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
Etsberg
Het buurtschap Etsberg is gelegen aan de rand van het Natura2000-gebied Roerdal. In Etsberg zelf komen geen ecologische structuren voor.
Ecologische structuur - Etsberg (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.4 Cultuurhistorie, Monumenten En Archeologie
Archeologieverordening 2011
De gemeente Roerdalen heeft een archeologische beleidskaart opgesteld voor het totale grondgebied. Het archeologisch beleid zoals geregeld in de Archeologieverordening 2011 van de gemeente Roerdalen (vastgesteld op 10 november 2011) is gekoppeld aan de archeologische verwachtingskaart.
In deze verordening is opgenomen dat er een instandhoudingsbepaling/ onderzoeksplicht is opgenomen voor gebieden met een archeologische verwachting, zoals weergegeven op de archeologische verwachtingswaardenkaart, wanneer de bodem verstoord wordt door werkzaamheden. Door middel van een tabel is aangegeven welke 'ondergrenzen' gelden (beiden dienen aan de orde te zijn).
De verschillende waarden die voorkomen in de kernen zijn vertaald als dubbelbestemmingen in dit bestemmingsplan. Hierna zal per kern worden ingegaan op de aanwezige waarden.
Tabel behorende bij de archeologische verwachtingskaart
Onderstaande afbeeldingen betreffen uitsnedes uit de archeologische verwachtings- en beleidskaart. Er is sprake van diverse verwachtingen in de kernen. Deze verwachtingswaarden zijn als dubbelbestemmingen opgenomen op de verbeelding en in de regels opgenomen. Op het onderhavige plangebied zijn uitsluitend de dubbelbestemmingen WA-2, WA-4, WA-5 en WA-6 van toepassing.
Archeologische verwachtingswaarde Herkenbosch
Archeologische verwachtingswaarde Melick
Archeologische verwachtingswaarde Montfort
Archeologische verwachtingswaarde St. Odiliënberg
Archeologische verwachtingswaarde Reutje
Archeologische verwachtingswaarde Posterholt
Archeologische verwachtingswaarde Vlodrop
Archeologische verwachtingswaarde Etsberg
Cultuurhistorie en monumenten
In de kernen zijn de volgende typen cultuurhistorische waarden te onderscheiden:
- Rijksmonumenten
- Gemeentelijke monumenten
- Molenbiotoop
- Open te houden doorzichten
- Beeldbepalende panden
De rijks- en gemeentelijke monumenten zijn op de verbeelding van dit bestemmingsplan opgenomen door middel van de aanduiding 'Waarde - cultuurhistorie'.
Herkenbosch
Het dorp Herkenbosch kent nog diverse cultuurhistorische elementen, waaronder verschillende gebouwen (zoals delen van de kerk, de boerderij Beatrixhof en kasteel Daelenbroeck) uit diverse tijdsperiodes, enkele wegkruisen en het nog deels aanwezige historische wegenpatroon. Het straatbeeld van de oude kern is nog deels gaaf te noemen met de aanwezigheid van een historiserend straatprofiel en de aanwezigheid van oude (voormalige) boerderijen en erfbeplantingen.
De volgende rijksmonumenten komen voor in Herkenbosch:
- Hammerstraat 21 Boerderij, molen, bedrijf
- Hoofdstraat 21 Religieuze gebouwen
De volgende gemeentelijke monumenten komen voor in Herkenbosch:
- Aan de Vier Gebroeders/Schaapsweg Wegkruis
- Dr. Biermansstraat 17 Boerderijhoeve
- Dr. Biermansstraat/splitsing Hammerstraat Wegkruis
- Daelenbroekweg 15 Woonhuis
- Hammerstraat 17 Woonhuis
- Hammerstraat 23 Boerderijhoeve
- Hammerstraat 24 Woonhuis
- Hoofdstraat 2 Woonhuis
- Hoofdstraat 21 Graftombe/zerk
- Hoofdstraat, in plantsoen Beeld
- Stationsweg 2, ervoor Wegkruis
- Stationsweg 33 Woonhuis
- Stationsweg 53 Woonhuis/kantoor
- Steegstraat 10 Overigen (groot gebouwencomplex)
- Steegstraat 4 Woonhuis
In Herkenbosch zijn naast de rijks- en gemeentelijk monumenten geen beeldbepalende panden gelegen.
Melick
In het dorp Melick zijn nog diverse sporen uit het verleden aanwezig. Naast de aan de Heinsbergerweg, Dorpsstraat en Groenstraat gelegen historische bebouwing is nog een deel van de veedriften herkenbaar in het stratenpatroon. Daarnaast zijn nog enkele oude wegkruisen aanwezig in het dorp.
De volgende rijksmonumenten komen voor in Melick:
- Dorpsstraat 62 Woningen en woningbouwcomplex – Dienstwoning
- Heinsbergerweg 3 Boerderij, molen, bedrijf - Boerderij
- Heinsbergerweg 34 Woningen en woningbouwcomplex – Woonhuis
- Heinsbergerweg 9 Boerderij, molen, bedrijf - Boerderij
- Kerkberg tegenover 10 Religieuze gebouwen – Kapel
- Kerkstraat 4 Religieuze gebouwen
De volgende gemeentelijke monumenten komen voor in Melick:
- De steeg 9 Woonhuis
- Dorpsstraat 23 Boerderij/hoeve
- Dorpsstraat 43 Overige (oud raadhuis)
- Dorpsstraat 51 Woonhuis
- Groenstraat 26 Woonhuis
- Groenstraat 32 Boerderij/hoeve
- Groenstraat 34 Boerderij/hoeve
- Groenstraat 54 Boerderij/hoeve\
- Heinsbergerweg 40 Boerderij/hoeve
- Heinsbergerweg tov Dorpsstraat Kapel
- Kerkberg, op het oude kerkhof Graftombe/zerk (5x)
- Kerkberg, op het oude kerkhof Beeld (2x)
- Dr. Nolenslaan/Clauslaan Beeld
- Waterschei/hoek Groenstraat Beeld
In Melick zijn naast de rijks- en gemeentelijk monumenten geen beeldbepalende panden gelegen.
Montfort
In de huidige situatie zijn naast kasteel Montfort nog diverse cultuurhistorische elementen aanwezig in de stad, waaronder een deel van het wegenpatroon, historische bebouwing en enkele wegkruisen. Daarnaast zijn de voormalige moerassen en broeken nog herkenbaar aan de hand van de laagte waarin de Vlootbeek is gelegen, de laagte tussen de Brandlintjesweg en de Vinkesteeg en de laagte aan de Venweg, tussen het Gestraatje en de Hoogstraat.
De volgende rijksmonumenten komen voor in Montfort:
- Kerkstraat 19 Religieuze gebouwen - Kerkelijke dienstwoning
De volgende gemeentelijke monumenten komen voor in Montfort:
- Vinkesteeg 1 Voormalige boerderij, nu woonhuis
- Kerkstraat 1 en 3 Voormalig schoolgebouw, thans klooster
De volgende beeldbepalende panden komen voor in Monfort:
- Markt 25
St. Odiliënberg
Historische elementen zijn in Sint Odiliënberg nog aanwezig in de vorm van historische bebouwing, zoals de basiliek en de omringende bebouwing. Ook de landgoederen Overen, Hoosden en Freymerson verkeren nog in redelijke tot goede staat. Van de parkaanleg op de verschillende landgoederen heeft de aanleg op landgoed Freymerson het beste de tand des tijds doorstaan.
Van de historische wegenstructuur zijn nog diverse wegen aanwezig, waaronder de Hagelkruisweg, de Bosserveldweg, de Veestraat en de oude heerweg van Roermond naar Heinsberg die tussen het Kerkplein en het Raadhuisplein via een brug de Roer passeerde. Van de 19e eeuwse wijziging in de doorgaande wegen resteert nog mijlpaal nummer 5 van de doorgaande weg Roermond-Heinsberg die eerst bij de brug ter hoogte van het Raadhuisplein heeft gestaan en na verplaatsing van de brug naar de huidige locatie bij het begin van de Pastoor Siebenstraat is komen te staan.
De volgende rijksmonumenten komen voor in St. Odiliënberg en Reutje:
- Aan de Berg 3 Cult., gezondh., wetenschap, onderwijs
- Aan de Berg 3 Religieuze gebouwen - Kerkelijke dienstwoning
- Kerkplein 1 Religieuze gebouwen - Kerkelijke dienstwoning
- Kerkplein 11 Religieuze gebouwen - Kerkelijke dienstwoning
- Kerkplein 12 Religieuze gebouwen - Kapel
- Kerkplein 15 Religieuze gebouwen - Kerk en kerkonderdeel
- Molenweg 16 Boerderij, molen, bedrijf - Industrie- en poldermolen
De volgende gemeentelijke monumenten komen voor in St. Odiliënberg en Reutje:
- Pastoor Siebenstraat 5 Woonhuis
- Hoofdstraat 22 Woonhuis
- Hoofdstraat 11 Woonhuis
De volgende beeldbepalende panden komen voor in St. odiliënberg en Reutje:
- Hoofdstraat 9
- Hoofdstraat 17
- Kerkplein 3
- Kerkplein 9
- Molenweg 2
- Raadhuisstraat 1
- Molenweg 16
Molenbiotoop St. Odiliënberg
De Beltmolen "Molen van Verbeek" aan de Molenweg kent een 'molenbiotoop'. De Beltmolen (op een verhoging gezet i.v.m. de windvang) stamt uit 1883 en is sinds 1989 in bezit van de gemeente. De molen wordt op vrijwillige basis in bedrijf gehouden.
De omgeving waarmee een molen in relatie staat, heet de molenbiotoop. Een goede molenbiotoop is van fundamenteel belang voor de werking en het behoud van de molen. Voor de molenaar is een goede windvang (de mate waarin een molen met zijn wieken de wind kan onderscheppen) van cruciaal belang. Bij de molenbiotoop is de ruimte die vrij wordt gehouden van opgaande elementen voor een goede windvang het meest belangrijk.
Op de verbeelding is de molenbiotoop als 'vrijwaringszone-molenbiotoop' opgenomen. In de regels is een regeling opgenomen die overeenkomt met de voorgaande regeling uit het bestemmingsplan 'kern St. Odiliënberg 2004'.
Posterholt
In Posterholt kunnen nog diverse sporen uit het verleden worden aangetroffen. Naast monumentale bebouwing, zoals de vijf oude boerderijen aan de rand van het beekdal die van voor begin 19e eeuw dateren, is ook de wegenstructuur van de oude dorpskern van hoge ouderdom. Zo is nog een groot deel van de heerbaan Roermond Heinsberg aanwezig. Daarnaast zijn nog enkele wegkruisen in het dorp aanwezig.
De volgende rijksmonumenten komen voor in Posterholt:
- Burg.Geradtsstr. 3 Woningen en woningbouwcomplex - Woonhuis
- Monsg. Koningsstr. 5 Religieuze gebouwen – Kapel
De volgende gemeentelijke monumenten komen voor in Posterholt:
- Roermondseweg 1 Trafohuis
- Burg. Geradtsstraat 16 Voormalige boerdeij, nu woonhuis
- Hoofdstraat 145
De volgende beeldbepalende panden komen voor in Posterholt:
- Hoofdstraat 40
- Hoofdstraat 71
- Hoofdstraat 72
- Hoofdstraat 150
- Hoofdstraat 178
Vlodrop
Cultuurhistorische elementen die nu nog aanwezig zijn in het dorp zijn naast een deel van de wegenstructuur enkele historische gebouwen en enkele wegkruizen.
De volgende rijksmonumenten komen voor in Vlodrop en Etsberg:
- Kasteelweg 2 Kastelen, landh., parken e.d. - Kasteel, buitenplaats
- Kerkstraat 1 Religieuze gebouwen - Vanwege onderdelen kerk
De volgende monumenten komen voor in Vlodrop en Etsberg:
- Angsterweg Begraafplaats Graftombe/zerk
- Bennebroekerweg 10 Woonhuis
- Bergerweg 17 Boerderij/hoeve
- Bergerweg 29+31 Woonhuis
- Bergerweg 30 Woonhuis
- Bergerweg 38 Woonhuis
- Bergerweg 46 Boerderij/hoeve
- Bergerweg 47 Woonhuis
- Bergerweg 48 Boerderij/hoeve
- Bergerweg 7 Boerderij/hoeve
- Bergerweg 9 Woonhuis
- Bergerweg/Randweg Wegkruis
- Bergerweg/Walstraat Wegkruis
- Boormgaardstraat 12 + 14 Boerderij/hoeve
- Etsberg 12 Boerderij/hoeve
- Etsberg 26 Boerderij/hoeve
- Grootestraat 15 Boerderij/hoeve
- Grootestraat 21 Boerderij/hoeve
- Grootestraat 24 Boerderij/hoeve
- Grootestraat 29 Boerderij/hoeve
- Grootestraat tov Steinwinkelweg Wegkruis
- Kerkbergweg 1 Kapel
- Kerkstraat 7 Begraafplaats/Kerkhof
- Kerkstraat Graftombe/zerk
- Kerkstraat 14 Boerderij/hoeve
- Kerkstraat 16 Boerderij/hoeve
- Kerkstraat 3 + 5 Woonhuis
- Kerstraat 4 Woonhuis
- Kerkstraat, plantsoen Beeld
- Kleine Wal 10 Boerderij/hoeve
- Kleine Wal 12 Woonhuis
- Markt 1 Overigen (voormalig gemeentehuis)
- Markt 18 Woonhuis
- Markt 22 + 22a Boerderij/hoeve
- Markt Wegkruis
- Martinusweg 7 Woonhuis
- Schaapweg 10 Woonhuis
- Schaapweg 14 Boerderij/hoeve
- Schaapweg 18 Boerderij/hoeve
- Schaapweg 4 t/m 8 Overigen (marechausseekazerne)
In Vlodrop en Etsberg zijn naast de rijks- en gemeentelijk monumenten geen beeldbepalende panden gelegen.
3.5 Groenstructuur
3.5.1 Herkenbosch
Van de groenstructuur is de bomenstructuur dominant aanwezig in Herkenbosch. Monumentale structuren zijn aanwezig aan de Kasteellaan en de Daelenbroekweg. Een andere opvallende bomenstructuur bevindt zich aan de Aan de Vier Gebroeders en de Europalaan West en Centrum. Het toegepaste openbaar groen in de woonwijken verschilt per wijk. Tussen de Europalaan West en de Reestraat wordt de hoofdstructuur gevormd door de groenzone tussen de Jagerstraat en de Heuvelstraat. De groenzone is ingericht met Dennen en Berken waartussen zich seniorenwoningen bevinden. Aan de oostzijde van het dorp zijn tussen de Schaapsweg en de Daelenbroekweg kleinere parkjes aanwezig.
In de florabuurt, ten zuiden van de Hoofdstraat/Daelenbroekweg, varieert de kwaliteit van het openbaar groen, mede als gevolg van de stedenbouwkundige opzet van de wijk. Het gedeelte van de buurt ten westen van de Kasteellaan kent een bijzonder groen karakter.
Ten oosten van de Kasteellaan ontbreekt een duidelijke eenheid in de groenstructuur, mede door het feit dat straatbomen, zowel in tuinen, in kleine boomspiegels als in ruime boomspiegels met onderbeplanting, aanwezig zijn. Aan de oostzijde van het dorp wordt het straatbeeld gedomineerd door met bos begroeide kavels waarop zich villa's bevinden. Een openbare groenstructuur ontbreekt hier. Herkenbosch gaat hier naadloos over in het aangrenzende bos op de Zandbergen.
Aan de zuidzijde van het dorp is kasteel Daelenbroeck gelegen. Het kasteel wordt omgeven door bomenrijen en lanen. Met name de buitenrand van het kasteelterrein, die bestaat uit een singel van bomen, bezit geen hoge beeldkwaliteit door de afwisseling tussen Fijnsparren en loofbomen.
Groenstructuur Herkenbosch (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.5.2 Melick
De aanwezige groenstructuur is verspreid en bestaat voornamelijk uit bomen. Aan de westzijde van de N293/Heinsbergerweg is een hoogte aanwezig waarop het kerkhof is gelegen. Door de hoge ligging, de aanwezige kapel, de omringende historische bebouwing, waaronder de lager gelegen Tonnedenhof, en de monumentale bomen heeft deze plek een bijzonder en monumentaal karakter.
De N293/Heinsbergerweg zelf wordt gekenmerkt door een relatief jonge beplanting met Moeraseiken, hagen, gazons en bodembedekkers op de middengeleiders. De beplanting heeft een duidelijke structurerende werking.
De inrichting van de openbare ruimte is opgedeeld in de laanbeplanting aan de Kerkstraat, de groenzone aan de Benhardlaan, het verharde gedeelte met groenelementen voor de winkels aan de Marijkelaan, het parkeervlak op de Markt en de trappartij met groenornamenten voor de winkels en het appartementencomplex.
De groenstructuur in de woonwijken tussen de John F Kennedysingel en de Dorpsstraat varieert in kwaliteit en samenstelling. Opvallend is het contrast tussen de inrichting van de Parklaan ter hoogte van de kruising met de Jacques Schreursstraat, schalen met eenjarigen, verharding en vakbeplantingen, en de heringerichte omgeving van de nieuwe Brede school met het verdiept gelegen park.
De wijk ten oosten van de Markt wordt aan de randen gedomineerd door vakbeplantingen, terwijl ten noorden en westen van de Markt de gazons in het openbaar groen domineren.
De aanwezige bomenstructuur staat grotendeels in beplantingsstroken of gazons.
De nieuwbouwwijk en de bestaande buurt nabij de Linderstraat zijn voorzien van enkele goed ingerichte en onderhouden groenstroken die de buurt een groen karakter geven.
Nabij de Brede school gaat de groenstructuur van Melick naadloos over in de groenstructuur van het buitengebied. Hier is de relatie tussen Melick en het aangrenzende Melickerveld goed zichtbaar. Deze noordelijke dorpsrand is daarmee anders van karakter dan de zuidelijke dorpsrand. Is de groenstructuur en de bebouwing aan de noordzijde gericht op het buitengebied, aan de zijde van de Melicker Ohé is de bebouwing geheel met de rug naar het buitengebied gekeerd en zijn alleen smalle corridors aanwezig, daar waar veldwegen de verbinding vormen tussen de Dorpsstraat en de Ohé. Dit verschil tussen de zijde van het rivierdal en de zijde van de velden is in alle dorpen van de gemeente Roerdalen in meer of mindere mate aanwezig.
Groenstructuur Melick (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.5.3 Montfort
Een aantal straten is voorzien van een bomenstructuur bestaande uit knotacacia's, die passen bij het krappe straatprofiel en de aanwezige oude boerderijen. De Markt is nagenoeg volledig verhard en maakt daardoor een vrij stenige indruk. Verspreid zijn enkele bomen aanwezig.
De woonwijk oostelijk van de Markt wordt gekenmerkt door de hogere ligging ten opzichte van de Markt. De straten zijn deels voorzien van een bomenstructuur. Aan de noordzijde wordt de woonwijk begrensd door een steilrand die de overgang naar het Vlootbeekdal markeert. Op de steilrand is een houtkant aanwezig die de woonwijk afschermt van het aangrenzende agrarische gebied. Aan de bebouwingszijde is nog een groenstrook aanwezig waarin een grote variatie aan wintergroene beplanting aanwezig is.
De Dijk vormt de verbinding tussen de oude stad Montfort en het noordelijk gelegen kerndeel 'Aan de Berg'. De Dijk zelf is voorzien van een bomenrij. Vanaf de Dijk is uitzicht aanwezig over het Vlootbeekdal in de richting van 't Sweeltje. Aan de westzijde van de Dijk is het Vlootbeekdal nauwelijks beleefbaar vanwege de bebouwing, de parkeerplaatsen en het door groen omgeven sportterrein.
Aan de noordzijde van het Vlootbeekdal is het kerndeel 'Aan de Berg' gelegen. Montfort gaat hier bijna naadloos over in de bossen van de Craanberg en Landgoed Rozendaal. Bomenstructuren zijn aanwezig langs de Waarderweg, de Mariaveld en de Linnerweg. Aan de Waarderweg staat een oude bomenrij bestaande uit Eiken.
De openbare ruimte in de woonwijk ten westen van de Rozendaalseheide valt op door het gebruik van 'gravel' als verharding langs de weg. Het openbaar groen bestaat naast een bomenstructuur uit twee parkjes en enkele groenstroken met naast wintergroene beplantingen enkele bloeiende accenten waaronder Rozen.
Aan de oostzijde van Montfort is tussen Mariaveld en de Heistersweg een nieuwbouwwijk gelegen. Deels is reeds een bijpassende groenstructuur aanwezig.
Groenstructuur Montfort(Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.5.4 St. Odiliënberg en Reutje
De basiliek wordt aan de zijde van het Kerkplein omgeven door een groenstrook bestaande uit wintergroene blokhagen, verruigd gras en vervallen rozenperken.
Het nabijgelegen Raadhuisplein wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van Leilindes, en verschillende typen bloembakken. Centraal voor het voormalige Raadhuis ligt een fontein die tevens voorzien is van enig bijpassend groen.
De Hoofdstraat en het noordelijke deel van de Pastoor Siebenstraat zijn voorzien van een bomenstructuur bestaande uit Ginkgo's. Op de kruising van de Hoofdstraat en de Pastoor Siebenstraat is een pleintje met een kapel aanwezig. De kapel wordt geflankeerd door twee Lindes. Daarnaast zijn enkele plantvakken en bloembakken aanwezig.
De aanwezigheid van openbaar groen in de woonwijken varieert sterk per wijk. Groene verbindingen binnen de wijken zijn aanwezig in de vorm van de Veestraat en de Bosserveldweg. De Veestraat is duidelijk herkenbaar als holle weg met een consequente bomenstructuur en vakbeplantingen op de flanken die voornamelijk bestaan uit wintergroene soorten. Langs de Bosserveldweg staan Eiken in een brede gazonstrook.
In de wijk tussen de Bosserveldweg en de Hagelkruisweg zijn tevens enkele groenstroken/parkjes aanwezig die gedeeltelijk als speeltuin zijn ingericht en gedeeltelijk met kijkgroen zijn vormgegeven. De samenhang tussen de verschillende groenelementen aan de Schepelstraat is afwezig doordat geen eenheid aanwezig is in soortgebruik en plaatsing van de beplanting in de groenstrook of in de verharding. Tussen de Bosserveldweg en de Postweg is slechts in beperkte mate een groenstructuur aanwezig, waardoor veel straten kaal ogen bij eveneens een gebrek aan beeldbepalende particuliere bomen en struiken in de voortuinen.
De molen van Verbeek is geheel ingebed in het bebouwde gebied. De directe omgeving van de molen bestaat uit openbaar groen. Dit is voornamelijk grasland.
In de wijk aan de zuidoostzijde van Sint Odiliënberg zijn nagenoeg alle straten voorzien van openbaar groen. Dit bestaat zowel uit bomenstructuren, gazons en plantvakken, als uit een centraal gelegen park met een grote vijver.
Aan de westzijde van Sint Odiliënberg is het landgoed Hoosden gelegen. Het door bos omgeven huis Hoosden maakt een vervallen indruk. Aan de oostzijde van Sint Odiliënberg is het landgoed Freymersen gelegen. Beide landgoederen zorgen ervoor dat Sint Odiliënberg aan de rand een bijzonder groen karakter heeft.
Groenstructuur St. Odiliënberg (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
Reutje
In de kern Reutje is een groenstrook gelegen welke is bestemd als 'Groen'.
3.5.5 Posterholt
De omgeving van de kerk wordt gekenmerkt door een inrichting met strakke door hagen omgeven plantvakken, die tevens de parkeerplaats afschermen van de straat. Deze locatie vormt door deze kwalitatief goede inrichting van het openbaar groen een waardevolle plek in het dorp. Oostelijk van het hart van het dorp is nog een plein gelegen, dat wordt omgeven door oude Lindes. Op het Raadhuisplein, staat het voormalig raadhuis. Op het plein zijn diverse bomen aanwezig, deels in gazon. Het plein heeft daarmee een functionele, maar sobere inrichting. Ook de oude markt in Posterholt heeft een vergelijkbare sobere inrichting.
De wegenstructuur van Posterholt wordt gekenmerkt door de Hoofdstraat die voorzien is van een verspreide bomenstructuur en de Heerbaan/Margrietlaan die wordt gekenmerkt door een breed wegprofiel met een laanbeplanting die grotendeels in een berm staat tussen de rijweg en het trottoir. De laanbeplanting bestaat voornamelijk uit forse zuilvormige Haagbeuken en ter plekke van het Raadhuisplein uit gekandelaberde Platanen. Aan de Hoofdstraat zijn voornamelijk Eiken en Lindes aanwezig. Aan de zijde van de Roermondseweg staan nog enkele oude Eiken.
Zuidoostelijk van de Streekelsweg zijn de straten in de woonwijken voor een groot deel voorzien van openbaar groen. Het betreft zowel bomenrijen, boomgroepen als vakbeplantingen.
Ten noordwesten van de Streekelsweg is de openbare groenstructuur in de woonbuurten beperkt tot enkele groenstroken bestaande uit lage vakbeplantingen en een boomgroep. Tussen de Roermondseweg en de Burgemeester Geradtsstraat is in de wijk een bomenstructuur aanwezig die staat in uit het asfalt gezaagde boomspiegels.
Alle boomspiegels in het dorp zijn voorzien van een bodembedekkende beplanting. Daarnaast zijn op enkele plekken, zoals langs de Hoofdstraat, vergelijkbaar kleine plantvakken aanwezig bij parkeervakken.
Groenstructuur Posterholt (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
3.5.6 Vlodrop en Etsberg
Een bomenstructuur is aanwezig langs de Grootestraat en de Bergerweg. Aan de Grootestraat is een jonge aanplant van bomen aanwezig evenals aan de Bergerweg.
Langs een gedeelte van deze weg bevindt zich echter ook nog een rij oude bomen die aan de noordzijde van de weg aanwezig is. De Kerkstraat en het begin van de Angsterweg zijn voorzien van slechts enkele bomen. De beplantingen op de aangrenzende percelen, waaronder het sportterrein en het terrein van de sporthal/zwembad domineren hier het straatbeeld. Deze houtkanten geven tevens vorm aan de groene dorpsrand aan deze zijde van Vlodrop. Daarnaast verzorgen ze de groene inbedding van de dorpsentree in de Angsterweg.
Tegenover de kerk ligt een grasveld en is een plantsoen met vakbeplantingen aanwezig, evenals een parkeerplaats aan de zijde van het voormalige Raadhuis. In het plantsoen bevinden zich voornamelijk wintergroene beplantingen die verder weinig sierwaarde hebben.
Aan de zuidzijde van de weg bevindt zich "het Stenen Huis". De Kasteelweg, de toegang tot dit kasteel, is voorzien van een laanbeplanting van Peren. Bij de kruising met de Kerkbergweg is een kapel aanwezig die wordt geflankeerd door een treurwilg en een groenaanleg met Buxushaagjes als representatieve aankleding van de omgeving van de kapel. Prominent aan de westzijde van het dorp ligt het VEKOMA-terrein. Dit bedrijf ligt met nog enkele bedrijven ingeklemd tussen de Schaapweg en de Sint Martinusweg. De groenstructuur wordt gedomineerd door de houtkanten langs beide wegen, die het VEKOMA-terrein afschermen van de omgeving. Aan de westrand ontbreekt het geheel aan een groenstructuur en liggen de bedrijven open en bloot in het verder open agrarische landschap van het Vlodropperveld. Dit geeft een harde overgang tussen dorp en buitengebied.
De woonwijk aan de zuidzijde van de Bergerweg kent een overzichtelijke groenstructuur. De noord-zuid gerichte wegen zijn voorzien van een bomenstructuur, wat een heldere indeling van de wijk creëert. Daartussen is een tweetal parkjes gelegen.
De parkjes bestaan uit een combinatie van gazons, boomgroepen, wintergroene vakbeplanting, hagen, speelelementen en parkeergelegenheid.
Van de wijk aan de noordzijde van de Bergerweg zijn de ontsluitingswegen voorzien van een openbare groenstructuur. In de wijk zijn enkele groenstroken aanwezig. Deze bestaan alle uit gazon met daarop verspreid enkele bomen. Aan de dorpsrand ter plaatse is een groot oppervlakte openbaar groen in de vorm van grasland aanwezig, grenzend aan de Wassemweg. Langs de achterzijde van de tuinen is hier een bomenrij aanwezig. Daarmee ligt de dorpsrand op die locatie goed ingepast in het landschap. Aan de oostzijde van het dorp grenst Vlodrop direct aan de Roer. De buurtschap Tusschen de Bruggen vormt de toegang tot Vlodrop. De openbare groenstructuur bestaat voornamelijk uit de bomenrij aan de zijde van de Roer.
Groenstructuur Vlodrop (Bron: Groenstructuurplan Roerdalen DEEL I inventarisatie en analyse, december 2009)
Etsberg
Op de kruising Broggelderweg- Etsberg is een dries aanwezig. De dries is ingericht met een bomenrij en plantvakken met lage vakbeplanting.
De gemeentelijke bomenstructuur is verbonden met de laanstructuur van de Klifsbergweg en de Rothenbacherweg. In de buurtschap zelf zijn slechts enkele korte bomenrijen aanwezig.
3.6 Functionele Structuur
In het bestemmingsplan is het huidige of het gewenste gebruik vastgelegd. Het vastleggen van het huidige gebruik is nodig om een adequate bestemmingsregeling op te stellen. De functies in het plangebied zijn geïnventariseerd en vervolgens vertaald naar bestemmingen in dit bestemmingsplan.
Herkenbosch
Het dorp voorziet in de basisbehoefte door de aanwezige voorzieningen en de aanwezige voorzieningen in het gebied aan het Klooster. Daarnaast heeft Herkenbosch met Akzo Nobel en het bedrijventerrein Stationsweg belangrijke economische motoren in haar nabijheid.
Met het nog aanwezige bezoekerscentrum van De Meinweg vormt Herkenbosch tevens een voorportaal naar de recreatiegebieden van de gemeente voor vele toeristen en recreanten.
Met het kasteel Daelenbroeck aan de zuidzijde van het dorp heeft Herkenbosch nog een toeristisch recreatieve trekker van niveau. In het centrum van het dorp bevinden zich verschillende winkels en voorzieningen. Opvallend is dat de voorzieningen niet geclusterd zijn. Een centraal plein is wel aanwezig maar doet dienst als parkeerterrein. Winkels bevinden zich voornamelijk in de Hoofdstraat, maar van een duidelijke concentratie van winkels en horeca rond bijvoorbeeld een dorpsplein is geen sprake.
Melick
Melick is dicht bij het regionale voorzieningencentrum Roermond gelegen en heeft hier dan ook goede verbindingen en een sterke relatie mee. Voor veel inwoners van Melick functioneert het dorp als forenzendorp. Het dorp is voorzien van een basisniveau aan voorzieningen en de winkels en voorzieningen zijn voornamelijk gelegen langs het oude lint of aan de Markt. De markt die tevens als parkeerplein fungeert voor de aanliggende winkels.
Montfort
De winkels en voorzieningen in Montfort zijn verspreid door het dorp gelegen, voornamelijk aan de radiale wegenstructuur. Deze voorzien in de gewenste en noodzakelijke basisbehoeften.
De ruïne Montfort bevindt zich aan de westzijde van de dorpskern.
St. Odiliënberg
Het dorp kent een basisniveau aan voorzieningen die verspreid over het dorp zijn gesitueerd. Het gemeentehuis van Roerdalen, gecombineerd met politiepost, is gelegen in St. Odiliënberg dat hiermee een voorzienende functie voor de gehele gemeente vervult.
De basiliek en het Roerstreek museum hebben een toeristisch-recreatieve aantrekkingskracht op bezoekers van buiten het dorp.
Een duidelijk centrum, met een concentratie van winkels en voorzieningen, van het dorp ontbreekt.
Reutje
Wat betreft voorzieningen is Reutje aangewezen op Posterholt en/of St. Odiliënberg. Hier zijn voldoende voorzieningen aanwezig. Voor Reutje zelf geldt dat het draagvlak voor voorzieningen in de kern te klein is.
Reutje is een kleine woonkern. Naast de woonfunctie is één fanfaregebouw en één horecagelegenheid aanwezig.
Posterholt
De winkels en andere voorzieningen liggen voornamelijk aan de Hoofdstraat en de Heerstraat, maar zijn niet geconcentreerd. Deze voorzien in de gewenste en noodzakelijke basisbehoeften.
Het bedrijventerrein Middenweg neemt een prominente rol in binnen het dorp.
Vlodrop
De aanwezige voorzieningen zoals de Aldi en Naanhof bevinden zich voornamelijk aan de zuidzijde van het dorp, in de nabijheid van de doorgaande Angsterweg/ Kerkstraat/ Markt/ Grootestraat. Deze voorzien in de gewenste en noodzakelijke basisbehoeften. Ook de aanwezige horeca is voornamelijk gelegen langs deze doorgaande wegverbinding (markt). Verdere bedrijvigheid bevindt zich aan de westzijde van het dorp (VEKOMA-bedrijventerrein).
Etsberg
Etsberg betreft een buurtschap met woningen en boerderijen. Voor wat betreft de voorzieningen zijn de bewoners georiënteerd op Vlodrop. Etsberg zelf is te klein om voldoende draagvlak te bieden voor voorzieningen.
3.7 Meegenomen Ontwikkeling
3.7.1 Veestraat Sint Odiliënberg
Betreft een projectlocatie die gelegen is in de kern Sint Odiliënberg op de hoek van de Veestraat-Schepelstraat.Het voornemen bestaat uit het amoveren van het bestaande vrijstaande bijgebouw en het realiseren van een nieuwe garage (1 bouwlaag plat afgedekt) direct grenzend aan Veestraat 12a. Deze garage wordt gekoppeld aan een 1- laagse plat afgedekte uitbouw aan de achterzijde van de woning Veestraat 12a.
Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om het perceel behorende bij Veestraat 12 a zodanig te splitsen dat er de mogelijkheid aanwezig is om een nieuwe woning toe te voegen met een tuin aan de achterzijde en zijtuin aan de oostzijde.
De bouwhoogte van de hoofdbouwmassa bedraagt 2 bouwlagen met een kap, waarbij de goothoogte maximaal 6 meter bedraagt.
Het voornemen is geregeld in de ruimtelijke onderbouwing "Veestraat, Sint Odiliënberg", juni 2012 die als bijlage 3 is bijgevoegd.
3.7.2 Roermondseweg 2 te Posterholt
Op de locatie aan de Roermondseweg 2 in de kern Posterholt is een vervallen horecapand, waarin ook een horecazaak is geëxploiteerd, met bovenwoning gelegen.
Initiatiefnemer is voornemens het pand te renoveren/verbouwen, waarbij de bovenwoning en het aangrenzende keukengedeelte worden vervangen door 2 (starters)appartementen. Op de begane grond wordt er in de toekomst een cafetaria/kwalitaria geëxploiteerd.
Het planvoornemen (met 2 appartementen in plaats van één bedrijfswoning) op de locatie, ter plaatse van de bestemming "Horeca" is geregeld in de ruimtelijke onderbouwing " Roermondseweg 2 te Posterholt", oktober 2012 die als bijlage 4 is bijgevoegd.
Hoofdstuk 4 Milieuaspecten
4.1 Ecologie
Op grond van de Flora en faunawet is het, kort gezegd, verboden beschermde inheemse planten op enigerlei wijze van hun groeiplaats te verwijderen, een beschermde inheemse diersoort opzettelijk te verontrusten en nesten, holen of andere vaste rust- en verblijfplaatsen van deze dieren te verstoren. Het onderhavige bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. Dit betekent dat de bestaande bestemmingen, bebouwing en functies, in het gebied gehandhaafd worden en overeenkomstig de huidige situatie geregeld worden in het bestemmingsplan. Om deze redenen is er geen noodzaak om ecologisch onderzoek uit te voeren. In de paragraaf 3.3 Natuur en landschap zijn de bestaande natuurwaarden nader beschreven.
In het bestemmingsplan worden de beschermde natuurwaarden planologisch en juridisch veiliggesteld. Indien ontwikkelingen plaatsvinden in het plangebied, dient dit aspect nader te worden geëvalueerd aan de hand van de Flora- en Faunawet in het kader van het verkrijgen van een omgevingsvergunning.
In een klein gebied ten noordwesten en ten westen van de kern Montfort is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) gelegen. Deze is conform het vigerende bestemmingsplan opgenomen als bestemming natuur met een dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie'.
4.2 Geluidhinder
Algemeen
Bij het aspect geluid in het bestemmingsplan gaat het om het ruimtelijk mogelijk maken van aan de ene kant bronnen van geluid (zoals industrie, spoor- en wegverkeer) en aan de andere kant bestemmingen die een zekere mate van rust behoeven (zoals woningen en ziekenhuizen).
In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) is voor het beheersgerichte deel van het bestemmingsplan geen akoestisch onderzoek noodzakelijk omdat er geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk worden gemaakt, of bronnen worden toegevoegd.
Railverkeerslawaai
De spoorlijnen die in de omgeving liggen zijn het traject Sittart-Roermond en de Ijzeren Rijn. De spoorlijn Sittard-Roermond heeft ter hoogte van de gemeente Roerdalen een onderzoekszone van 600 m. De kernen liggen niet binnen deze zone.
Wegverkeerslawaai
Binnen de kernen zijn een of meerdere wegen met een geluidszone volgens de Wgh gelegen. Dit betekent dat, indien binnen de theoretisch bepaalde geluidszone langs deze wegen geluidsgevoelige functies (met name wonen) worden geprojecteerd, een akoestisch onderzoek moet plaatsvinden om het juiste geluidsniveau ten aanzien van deze functies te kunnen vaststellen. De overige wegen binnen het plangebied hebben of een lage etmaalintensiteit dan wel een 30 km/uur-regime en hebben geen zone. Dit betekent echter niet dat deze wegen niet onderzoeksplichtig zijn. Formeel kan voor deze wegen geen hogere grenswaarde aangevraagd of verleend worden, omdat ze geen zone hebben. Vanuit de ruimtelijke ordening moet echter wel beoordeeld worden of de geluidbelasting op woningen nabij een 30 km/uur weg voldoet aan de voorkeursgrenswaarde. Bij nieuwbouw van woningen en reconstructie van wegen zal altijd getoetst moeten worden aan de wettelijke eisen voor het binnenniveau, te weten 33 dB (in een enkel geval geldt een eis van 43 dB voor het binnenniveau, zie artikel 3.1 bouwbesluit).
Dit betekent dat ook voor 30 km/uur wegen een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd, indien de geluidbelasting op de gevel mogelijk meer dan 53 dB zal bedragen.
Het bestemmingsplan maakt nu geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Derhalve wordt in het kader van dit bestemmingsplan geen akoestisch onderzoek uitgevoerd. Nieuwe ontwikkelingen binnen de geluidszone(s) van zoneplichtige wegen dienen, indien van toepassing, getoetst te worden aan de Wet geluidhinder.
Industrielawaai Akzo Nobel, Herkenbosch
Rond het terrein van Akzo Nobel is in 1986 een geluidszone vanwege het industrielawaai vastgesteld. Deze zone is geactualiseerd als gevolg van een geluidssanering bij Akzo Nobel. Op basis van onderzoek van bureau Witteveen+Bos (2005) zijn nieuwe geluidscontouren bepaald waarbij rekening is gehouden met de uitbreidingswensen van Akzo Nobel. Op basis van deze nieuwe 50 dB(A) contour is vervolgens een nieuwe zone bepaald.
In het bestemmingsplan voor de kern Herkenbosch wordt de 50dB(A) contour opgenomen. Binnen deze geluidszone mogen geen geluidsgevoelige bestemmingen worden opgericht, tenzij door middel van akoestisch onderzoek is aangetoond dat de belasting op de gevels niet meer dan 50 dB(A) is.
Voor het onderhavige bestemmingsplan geldt dat dit plan het karakter heeft van een beheerplan. Dit betekent dat de bestaande bestemmingen, bebouwing en functies in het gebied, gehandhaafd worden en overeenkomstig de huidige situatie geregeld worden in het bestemmingsplan. Om deze redenen is er geen noodzaak om akoestisch onderzoek uit te voeren.
De geluidzone van Akzo Nobel is opgenomen op de verbeelding van dit bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan maakt nu geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Derhalve wordt in het kader van dit bestemmingsplan geen akoestisch onderzoek uitgevoerd. Nieuwe ontwikkelingen binnen de geluidszone van Akzo Nobel dienen, indien van toepassing, getoetst te worden aan de Wet geluidhinder.
Industrielawaai bedrijventerrein Roerstreek
Het bedrijventerrein Roerstreek is gezoneerd conform de Wet geluidhinder voor het deel dat op het grondgebied van de gemeente Roermond is gelegen (buiten plangebied). De bestaande contour blijft gehandhaafd. Het betreft een geluidscontour van 50 dB(A). Binnen deze geluidszone mogen geen geluidsgevoelige bestemmingen worden opgericht, tenzij door middel van akoestisch onderzoek is aangetoond dat de belasting op de gevels niet meer dan 50 dB(A) is.
De betreffende geluidscontour valt over de kern Melick (en voor een gedeelte over Herkenbosch en Roerstreek Noord-oost). Deze wordt in het bestemmingsplan (ongewijzigd) overgenomen.
Industrielawaai bedrijven Middenweg
De bedrijven aan de Middenweg in Posterholt kennen een geluidszone (50 dB(A)) in het vigerende bestemmingsplan kern Posterholt. Deze zijn in het bestemmingsplan (ongewijzigd) overgenomen.
Industrielawaai VEKOMA terrein
Het VEKOMA terrein in Vlodrop kent een geluidscontouren van 50 dB(A), 55 dB(A) en 60 dB(A) in het vigerende bestemmingsplan. Deze is in het bestemmingsplan (ongewijzigd) opgenomen.
Geluidscontour Housmans
Aan Dijk 13 te Montfort is Dancing Housmans gelegen. Deze horecagelegenheid bestaat uit een discotheek en een cafégedeelte. De belemmeringcirkel voor geluid bedraagt op grond van de handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’ 30 meter. Bouwen binnen deze 30 meter is gemotiveerd mogelijk, onder voorwaarde dat aangetoond wordt dat ter plaatse van de nieuwbouw een aanvaardbaar leefklimaat wordt gegarandeerd en dat Zaal Housmans niet beperkt wordt in haar bedrijfsactiviteiten. De vergunde geluidemmissie van Zaal Housmans is hoger dan 50 dB(A).
De geluidcontour van 30 meter is weergegeven op de verbeelding. Eventuele ontwikkelingen binnen deze 30 meter zijn gemotiveerd mogelijk, mits aangetoond wordt dat ter plaatse van de ontwikkeling een aanvaardbaar leefklimaat wordt gegarandeerd en dat Zaal Housmans niet beperkt wordt in haar bedrijfsactiviteiten.
Het bestemmingsplan maakt nu geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Derhalve zijn er vanuit het aspect geluid geen problemen.Nieuwe ontwikkelingen dienen, indien van toepassing, getoetst te worden aan de Wet geluidhinder.
4.3 Luchtkwaliteit
Algemeen
Bij ruimtelijke ontwikkeling spelen luchtkwaliteit en het begrip goede ruimtelijke ordening een grote rol. Door een project mogen de normen voor luchtkwaliteit niet overschreden worden of, in geval van een bestaande overschrijding, niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.
Voor conververende plannen geldt dat er geen nieuwe ontwikkelingen of uitbreidingen mogelijk worden gemaakt, die leiden tot een verbetering of verslechtering van de luchtkwaliteit. Onderzoek naar luchtkwaliteit is dan ook niet nodig.
Nieuwe Wet luchtkwaliteit
In hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer zijn per 15 november 2007 luchtkwaliteitseisen opgenomen (Staatsblad 2007, nummer 414, 434). De betreffende artikelen van de Wet milieubeheer worden in de regel aangeduid als "Wet luchtkwaliteit". Met het inwerking treden hiervan is het tot dan toe geldende "Besluit luchtkwaliteit 2005" ingetrokken. In de "Wet luchtkwaliteit" zijn de Europese luchtkwaliteitseisen opgenomen. Verder voorziet de Wet in het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Daarbinnen werken het rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren. De NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. In Nederland zijn de maatgevende luchtverontreinigende stoffen stikstofdioxide (NO2 ) en fijn stof (PM10). Conform artikel 5.16 van de Wet milieubeheer zijn bestuursorganen verplicht om bij de uitoefening van hun bevoegdheden de grenswaarden van de in de Wet genoemde stoffen in acht te nemen.
Uitvoeringsregels
Gelijktijdig met de Wet luchtkwaliteit zijn een aantal uitvoeringsregels in werking getreden. Deze uitvoeringsregels zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en ministeriële regelingen (MR), dit betreft ondermeer:
- Algemene Maatregel van Bestuur "Niet in betekenende mate" (Besluit nibm) (Stb. 2007, 440).
- Ministeriële regeling: "Niet in betekenende mate" (regeling nibm ) (Stcrt. 2007, 218).
- Ministeriële regeling "Beoordeling luchtkwaliteit 2007" (Stcrt. 2007, 220).
- Ministeriële regeling "Projectsaldering luchtkwaliteit 2007" (Stcrt. 2007, 218).
In het Besluit nibm en de Regeling nibm zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip nibm. Indien voldaan wordt aan deze regels dan kan een ruimtelijke ontwikkeling zonder verdere toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden.
In de NSL is de nibm ("niet in betekende mate") 3% van de grenswaarde voor NO2 en PM10. In de Regeling nibm is in artikel 4 invulling gegeven aan artikel 4 van het Besluit nibm en een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die nibm bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen dus uitgevoerd worden zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit.
Momenteel zijn er met betrekking tot luchtkwaliteit geen knelpunten. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Derhalve behoeft in het kader van dit nieuwe bestemmingsplannen geen onderzoek naar de luchtkwaliteit uitgevoerd te worden. Voor nieuwe ontwikkelingen binnen de kernen dient, indien van toepassing (geen beroep op nibm), een onderzoek naar de luchtkwaliteit plaats te vinden.
4.4 Externe Veiligheid
Beleid
Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt in de richtlijnen voor stationaire bronnen en transportassen. De richtlijnen voor stationaire bronnen zijn vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen en de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen. De richtlijnen voor transport zijn vastgelegd in de Circulaire Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen, het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen en de Regeling Externe Veiligheid Buisleidingen. In de hiervoor genoemde besluiten worden normwaarden gegeven voor twee verschillende typen risico's; het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico geeft inzicht in de jaarlijkse kans op overlijden van een individu op een bepaalde afstand van een risicovolle activiteit. Het plaatsgebonden risico is geheel afhankelijk van de hoeveelheid en de aard van gevaarlijke stoffen en de ongevalfrequentie. De grenswaarde van het plaatsgebonden risico is een kans van één op de miljoen per jaar (10-6 per jaar). Binnen de risicocontour van 10-6 per jaar zijn kwetsbare objecten niet toegestaan.
Groepsrisico
Het groepsrisico wordt zowel bepaald door de mogelijke ongevallen en de bijbehorende ongeval-frequentie als het aantal aanwezigen in de nabijheid van een eventueel ongeval. Met het groepsrisico wordt aangegeven hoe hoog het totale aantal slachtoffers bij een ongeval kan zijn op basis van de aanwezige mensen. Het groepsrisico wordt getoetst aan de oriëntatiewaarde. Dit is geen harde norm, maar geldt als richtwaarde. Het bevoegd gezag bepaalt zelf of zij een groepsrisico in een bepaalde situatie acceptabel vindt of niet.
Verantwoordingsplicht groepsrisico
De Circulaire Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen geeft aan dat bij overschrijding van de oriëntatiewaarde of bij een toename van het groepsrisico, de verantwoordingsplicht moet worden doorlopen. De officiële tekst uit de Circulaire luidt:
'Over elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of toename van het groepsrisico moet verantwoording worden afgelegd. Het betrokken bestuursorgaan (het bevoegd gezag) moet, al dan niet in verband met de totstandkoming van een besluit, expliciet aangeven hoe de diverse factoren zijn beoordeeld en eventuele in aanmerking komende maatregelen, zijn afgewogen.'
In het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen is het volgende opgenomen over de verantwoordingsplicht:
'Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een buisleiding of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object wordt toegelaten, wordt tevens het groepsrisico in het invloedsgebied van de buisleiding verantwoord.'
Tot slot schrijft het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen dat bij elk ruimtelijk besluit binnen het invloedsgebied van het groepsrisico van een stationaire risicobron, de verantwoordingsplicht moet worden doorlopen.
Omdat dit een conserverend plan betreft en er geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt zal er geen toename zijn van het groepsrisico. Een beknopte beschrijving van de verantwoordingsplicht is opgenomen in paragraaf 4.4.2. Hieronder volgt een omschrijving van de aanwezige risicobronnen. Waar PR 10-6 contouren aanwezig zijn worden deze op de verbeelding overgenomen.
Risico-inventarisatie Herkenbosch
In de (omgeving van de) kern zijn de volgende risicovolle inrichtingen aanwezig:
- Akzo Nobel Functional Chemicals BV: Deze inrichting heeft de PR 10-6 contour. Deze contour is op de verbeelding aangegeven. Het is een BRZO (Besluit Risico's Zware Ongevallen) inrichting. Heeft een ammonia, formaline en benzylchoride opslag. De inrichting zelf ligt niet in het plangebied. Het invloedsgebied voor de verantwoording van het groepsrisico is opgenomen in de QRA. De QRA is toegevoegd als Bijlage 5 van deze toelichting. In paragraaf 4.4.1 is een korte beschrijving van de QRA weergegeven.
- LPG tankstation Gulf: Dit tankstation ligt buiten het plangebied (ten noorden van de kern aan de Keulsebaan). Het invloedsgebied voor de verantwoording van het groepsrisico van het Gulf LPG tankstation Herkenbosch is 150 meter vanaf het vulpunt. Daarbinnen liggen geen (beperkt) kwetsbare objecten met een groot aantal personen. De risicocontour valt buiten het plangebied en is derhalve niet opgenomen in dit bestemmingsplan.
- Aardgasleidingen: A-578 en A-520. De plaatsgebonden risicocontour (10-6) van deze leiding is 180 meter vanaf het hart van de leiding. Binnen deze contour liggen diverse woningen. Door de Gasunie zijn de knelpunten ten aanzien van het plaatsgebonden risico ten gevolge van de genoemde buisleidingen doorgerekend. Daaruit blijkt dat naast de zogenoemde “strikte begeleiding van werkzaamheden” nadere fysieke bouwkundige en organisatorische maatregelen nodig zijn om het externe veiligheidsrisico verder terug te brengen. In de loop van 2012 en 2013 zal door de Gasunie een pakket van maatregelen worden voorgesteld om daar voor 1 januari 2014 uitvoering aan te geven. Als gevolg van deze maatregelen zal de plaatsgebonden risicocontour van de A-520 wijzigen en afnemen.
- Over de Keulsebaan (N570) vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats (categorie LF1 en LF2). Deze transporten van brandbare vloeistoffen geven geen PR10-6 per jaar contour. Daarnaast liggen binnen het invloedsgebied van deze transportroute geen tot nauwelijks bebouwing. Het groepsrisico is derhalve minimaal. Het transport van gevaarlijke stoffen over de Keulsebaan is geen belemmering voor het bestemmingsplan.
De risicocontouren van Akzo Nobel en de aardgasleidingen zijn opgenomen in de verbeelding van dit bestemmingsplan.
Uitsnede Risicokaart Herkenbosch (risicokaart.nl)
Risico-inventarisatie Melick
In de (omgeving van de) kern zijn de volgende risicovolle inrichtingen aanwezig:
- N293: over de N293 vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats (categorie LF1, LF2 en GF3). Het transport van deze stoffen levert geen PR 10-6 per jaar contour op voor de transportroute. Gelet op het beperkte hoeveelheden transport van brandbaar gas en de minimale aanwezigheid van objecten in het invloedsgebied zal het groepsrisico minimaal zijn. Het transport van gevaarlijke stoffen over de N293 levert geen belemmering op voor het bestemmingsplan.
- LPG-tankstation Heinsbergerweg 3a. Dit tankstation ligt binnen het plangebied. Dit LPG-tankstation heeft een PR 10-6 contour van 45 meter. Binnen deze PR 10-6 liggen kwetsbare objecten. De contour is op de verbeelding opgenomen. Het invloedsgebied voor de verantwoording van het groepsrisico ligt op 150 meter. Gelet op de beperkte aanwezigheid van objecten binnen het invloedsgebied wordt de hoogte van het groepsrisico minimaal verwacht. Omdat sprake is van een conserverend bestemmingsplan wordt verder geen verantwoording over het groepsrisico doorlopen.
Uitsnede Risicokaart Melick (risicokaart.nl)
Risico-inventarisatie Monfort
In de (omgeving van de) kern zijn de volgende risicovolle inrichtingen aanwezig:
- Agro-Dyn, Vinkesteeg 26, Montfort. Dit bedrijf valt niet onder het Bevi en wordt vanuit externe veiligheid verder niet beschouwd.
- 3 x Opslag propaan: Er zijn bovengrondse propaantanks aanwezig bij de maneges aan de Vlootveestraat 1 en de Waarderweg 20. Dit betreffen bovengrondse propaantank met een inhoud van 3 en 5m3. Deze propaantanks vallen niet onder het Bevi. Volgens de risicokaart hebben de tanks een PR10-6 contour van 23 meter. Deze contouren vallen buiten het plangebied. Tevens is er een bovengrondse propaantank aanwezig bij de varkenshouderij aan Gestraatje 65. Dit betreft een bovengrondse propaantank van 5m3. De PR10-6 contour betreft 75 meter. Ook deze contour valt buiten het plangebied en is voor het bestemmingsplan niet relevant.
- Aardgasleidingen: A-578 en A-520. De gasleiding (A578) heeft een PR 10-6 contour van 180 meter. Deze afstand reikt niet tot het plangebied. Gelet op de minimale bebouwing bij de gasleidingen wordt de hoogte van het groepsrisico minimaal verwacht. Omdat daarnaast sprake is van een conserverend bestemmingsplan en omdat de gasleiding op een grote afstand van het plangebied ligt wordt het groepsrisico voor dit bestemmingsplan verder niet beschouwd.
Door de Gasunie zijn de knelpunten ten aanzien van het plaatsgebonden risico ten gevolge van de genoemde buisleidingen doorgerekend. Daaruit blijkt dat naast de zogenoemde “strikte begeleiding van werkzaamheden” nadere fysieke bouwkundige en organisatorische maatregelen nodig zijn om het externe veiligheidsrisico verder terug te brengen. In de loop van 2012 en 2013 zal door de Gasunie een pakket van maatregelen worden voorgesteld om daar voor 1 januari 2014 uitvoering aan te geven.
Voor de kern Montfort geldt dat er geen externe veiligheidscontouren aanwezig zijn in het plangebied.
Uitsnede Risicokaart Montfort (risicokaart.nl)
Risico-inventarisatie St. Odiliënberg
In de (omgeving van de) kern zijn de volgende risicovolle inrichtingen aanwezig:
- Opslag propaan: Op het terrein van 't Sitterd 3 ligt een opslagtank voor propaan, van 13 m3. Deze opslagtank valt niet onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi. De PR10-6 contour ligt, afhankelijk van het aantal vulmomenten op maximaal 23 meter. In de bestaande situatie ligt binnen deze contour enkel een beperkt kwetsbaar object. Omdat sprake is van een conserverend bestemmingsplan blijft deze situatie gehandhaafd en wordt afgeweken van de richtwaarde. De veiligheidszone van de propaantank aan 't Sittard 3 ligt binnen het plangebied. Alleen inrichtingen die onder het Bevi vallen worden opgenomen in de verbeelding. Het is dus niet noodzakelijk de betreffende risicocontour in de verbeelding op te nemen. Aangezien propaantanks tot en met 13 m3 niet onder het Bevi vallen, is een groepsrisicoverantwoording ook niet verplicht. Aan de Schepersheuvel 1 ligt ook een opslagtank voor propaan, 5m3. Deze valt niet onder het Bevi. Deze tank heeft afhankelijhk van het aantal vulmomenten een maximale contour van 21 meter. De propaantank ligt buiten de dorpskern St Odiliënberg en levert geen belemmering op voor het bestemmingsplan.
- Aardgasleidingen: A-578 en A-520. De gasleiding (A578) heeft een PR 10-6 contour van 180 meter. Deze afstand reikt niet tot het plangebied. Gelet op de minimale bebouwing bij de gasleidingen wordt de hoogste van het groepsrisico minimaal verwacht. Omdat daarnaast sprake is van een conserverend bestemmingsplan en omdat de gasleiding op een grote afstand van het plangebied ligt wordt het groepsrisico voor dit bestemmingsplan verder niet beschouwd.
- N293: over de N293 vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats (categorie LF1, LF2 en GF3). Het transport van deze stoffen levert geen PR 10-6 contour op voor de transportroute. Gelet op het beperkte hoeveelheden transport van brandbaar gas en de aanwezige objecten in het invloedsgebied zal het groepsrisico minimaal zijn. Het transport van gevaarlijke stoffen over de N293 levert geen belemmering op voor het bestemmingsplan.
Uitsnede Risicokaart St. Odiliënberg (risicokaart.nl)
Risico-inventarisatie Reutje
In de (omgeving van de) kern zijn de volgende risicovolle inrichtingen aanwezig:
- Aardgasleidingen: A-578en A-520. De plaatsgebonden risicocontour (10-6) van de leiding A-578 is 180 meter vanaf het hart van de leiding. Binnen deze contour liggen diverse woningen. Door de Gasunie zijn de knelpunten ten aanzien van het plaatsgebonden risico ten gevolge van de genoemde buisleidingen doorgerekend. Daaruit blijkt dat naast de zogenoemde “strikte begeleiding van werkzaamheden” nadere fysieke bouwkundige en organisatorische maatregelen nodig zijn om het externe veiligheidsrisico verder terug te brengen. In de loop van 2012 en 2013 zal door de Gasunie een pakket van maatregelen worden voorgesteld om daar voor 1 januari 2014 uitvoering aan te geven.
Uitsnede Risicokaart Reutje (risicokaart.nl)
Risico-inventarisatie Posterholt
In de (omgeving van de) kern is de volgende risicovolle inrichting aanwezig:
- LPG tankstation aan Roermondseweg 16: De LPG-doorzet van 500 m³ per jaar leidt tot een PR10-6 van 25 meter. Binnen deze contouren liggen kwetsbare objecten. De inrichting en de contour is gelegen in het plangebied. De contour is op de verbeelding opgenomen. Deze contour valt niet over de woningen in de omgeving (oa. aan de andere kant van de Reijpenweg). Het invloedsgebied voor de verantwoording van het groepsrisico ligt op 150 meter.
Gelet op de beperkte aanwezigheid van objecten binnen het invloedsgebied wordt de hoogte van het groepsrisico minimaal verwacht. Omdat sprake is van een conserverend bestemmingsplan wordt verder geen verantwoording over het groepsrisico doorlopen.
- N293: over de N293 vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats (categorie LF1, LF2 en GF3). Het transport van deze stoffen levert geen PR 10-6 contour op voor de transportroute. Gelet op het beperkte hoeveelheden transport van brandbaar gas en de aanwezige objecten in het invloedsgebied zal het groepsrisico minimaal zijn. Het transport van gevaarlijke stoffen over de N293 levert geen belemmering op voor het bestemmingsplan.
- N274: Over de N274 vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats (categorie LF1, LF2 en GF2). Het transport van deze stoffen levert geen PR 10-6 contour op voor de transportroute. Gelet op de soorten gevaarlijke stoffen en de aanwezige objecten in het invloedsgebied zal het groepsrisico minimaal zijn. Het transport van gevaarlijke stoffen over de N274 levert geen belemmering op voor het bestemmingsplan.
Uitsnede Risicokaart Posterholt (risicokaart.nl)
Risico-inventarisatie Vlodrop
In de (omgeving van de) kern zijn de volgende risicovolle inrichtingen aanwezig:
- LPG-tankstation aan de Angsterweg16. Deze inrichting heeft een PR10-6 contour van 45 meter. Binnen deze contour ligt een kwetsbaar object? Het invloedsgebied voor de verantwoording van het groepsrisico ligt op 150 meter.
Gelet op de beperkte aanwezigheid van objecten binnen het invloedsgebied wordt de hoogte van het groepsrisico minimaal verwacht. Omdat sprake is van een conserverend bestemmingsplan wordt verder geen verantwoording over het groepsrisico doorlopen.
Uitsnede Risicokaart Vlodrop (risicokaart.nl) en Wijzigingsplan Angsterweg 16
Risico-inventarisatie Etsberg
In of in de directe nabijheid van Etsberg zijn geen risicovolle inrichtingen gelegen.
4.4.1 QRA Akzo Nobel Functional Chemicals BV
Het plangebied ligt in de invloedssfeer van het bedrijf Akzo Nobel Functional Chemicals. Op dit bedrijf is het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) van toepassing. Dit betekent dat de gemeente extra aandacht heeft besteed aan het aspect veiligheid.
Het gemeentebestuur heeft in het kader van nieuwbouwontwikkelingen nabij deze risicobron (2008) een afweging gemaakt van de risico's van deze ontwikkelingen in het plangebied "Aan 't Klooster" (vigerende bestemmingsplan "Aan 't Klooster") tegen de maatschappelijke kosten en baten die deze ontwikkelingen met zich meebrengen. Onderzocht is of de realisatie van “Aan het Klooster” en de uitbreidingswensen van Akzo Nobel gevolgen hebben voor het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). In het kader van het (vigerende) bestemmingsplan "Aan 't Klooster" van 2008 is tweemaal een advies verkregen van de sector veiligheid. Deze zijn verwerkt in de vigerende bestemmingsplannen. Het advies is bijgevoegd in Bijlage 5 Externe veiligheidAkzo Nobel. In het advies wordt aangegeven dat het realiseren van nieuwe bebouwing nabij deze risicobron niet gewenst is.
Concluderend leiden de plannen van Akzo Nobel en Aan het Klooster tot een acht maal hoger groepsrisico. Dit risico blijft echter nog ver onder de maximaal toegestane waarde. Op grond van het BEVI (Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen) dient elke verhoging van het groepsrisico gemotiveerd te worden. Gezien het feit dat Akzo Nobel van oudsher is gevestigd in het centrum van Herkenbosch, dat het bedrijf uit concurrentieoogpunt mogelijkheden moet hebben om activiteiten te kunnen uitbreiden en het een belangrijke werkgever is in de gemeente, acht het gemeentebestuur de toename van het groepsrisico aanvaardbaar.
Risicocontour Akzo Nobel
Verantwoording groepsrisico
De regionale brandweer gaat in de slachtofferberekeningen uit van het ‘worst case’ rampscenario. Dit is een toxisch rampscenario van een lekkage van ammonia, formaline of zoutzuur waarbij een toxische wolk vrijkomt welke zich uitstrekt tot enkele honderden meters in de dagsituatie. Akzo Nobel heeft een aantal repressieve maatregelen getroffen die de omvang van een ramp sterk kunnen beperken. Onlangs zijn twintig detectiepalen geïnstalleerd die de meldkamer van Akzo Nobel alarmeren bij lekkages van gevaarlijke grondstoffen. Sinds kort beschikt Akzo Nobel over een eigen weerstation dat bij een ramp snel belangrijke weerinformatie aan de meldkamer van Akzo Nobel doorgeeft. Deze meldkamer is 24 uur per dag bemenst waardoor Akzo Nobel in staat is om een eventuele calamiteitenmelding te doen naar de meldkamer van de regionale brandweer en deze snel en duidelijk kan voorzien van de correcte informatie. Ook is het aantal bedrijfshulpverleners uitgebreid. Op korte termijn wordt een schuimblusinstallatie aangeschaft, waardoor Akzo Nobel in staat is bij bepaalde calamiteitensituaties zelf snel handelend op te treden.
Mocht zich een ramp voordoen, dan is de kans groot dat, door deze repressieve maatregelen, de omvang van de ramp beperkt blijft. TNO geeft bovendien aan dat in de risicoberekeningen geen rekening is gehouden met maatregelen van Akzo Nobel in noodsituaties. Het effect van deze maatregelen is dat het werkelijke risico naar schatting zo’n 10 tot 20% lager is dan het berekende risico.
4.4.2 Elementen verantwoordingsplicht groepsrisico
Verschillende stappen
Voor de vaststelling van het bestemmingsplan moeten de stappen van de verantwoordingsplicht groepsrisico worden doorlopen. Het bestemmingsplan is conserverend van aard en richt zich op het behoud van de al gerealiseerde functies. De verantwoording heeft daardoor een ander karakter dan bij de realisatie van nieuwe functies of de uitbreiding van bestaande functies.
Akzo Nobel
Voor de verantwoordingsplicht groepsrisico voor Akzo Nobel Functional Chemicals wordt verwezen naar de voorgaande paragraaf 4.4.1.
Personendichtheid in invloedsgebied
De risicobronnen zijn gelegen in en nabij de kernen. Deze kernen hebben een middelhoge bebouwingsdichtheid en zijn ingevuld met gemengde functies in het centrum (oa. winkels, horeca).
In de directe nabijheid van deze risicobronnen zijn geen woonwijken of specifieke voorzieningen zoals scholen, buurtcentra, verzorgingstehuizen, hotels, enzovoorts gelegen. Dit betekent dat in de directe omgeving van de locatie geen kwetsbare groepen, zoals kinderen of gehandicapten of (grote) groepen mensen aanwezig zijn.
Overigens neemt het aantal personen in de kern op basis van deze actualisatie van het bestemmingsplan niet toe.
Mogelijkheden voor hulpverlening
Voor de beschouwing van de mogelijkheden voor hulpverlening is een onderscheid gemaakt tussen de bereikbaarheid van het plangebied, in het plangebied en de bereikbaarheid van de risicobron.
De bereikbaarheid van het plangebied is voldoende en zal niet wijzigen naar aanleiding van dit bestemmingsplan. De bereikbaarheid rondom de risicobron moet ook tweezijdig zijn. Dit is voornamelijk voor de ontvluchting van de personen in dat gebied. De vluchtwegen dienen een andere route te betreffen dan de aanrijdroute voor brandweervoertuigen. In de huidige situatie zijn er voldoende vluchtwegen voorhanden zonder dat de hulpdiensten worden gehinderd.
De bereikbaarheid van de risicobron is voor de bronbestrijding essentieel. Zonder deze bereikbaarheid kan de brandweer niet optreden bij een risicobron. Deze is voldoende en zal niet veranderen naar aanleiding van dit bestemmingsplan.
Mogelijkheden voor zelfredzaamheid van aanwezigen
Het succes van de zelfredzaamheid hangt af van twee aspecten:
- De mate waarin de gebiedsinrichting de zelfredzaamheid bevordert.
- De mogelijkheid om slachtoffers te voorkomen, gezien het maatgevende scenario.
In het plangebied bevinden zich vooral zelfredzame personen. Het gebied is verder goed omsloten (vluchtwegen) en er zijn voldoende objecten aanwezig om te schuilen.
Mogelijke risicoverlagende maatregelen
Het treffen van bronmaatregelen is beperkt, het betreft immers een bestaande situatie en de risicobron is in particulier eigendom.
Brandweeradvisering en verantwoording
Het brandweeradvies maakt onderdeel uit van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico. Voor de verantwoording worden daarnaast nut en noodzaak en overige belangen afgewogen. De brandweer hanteert voor het advies een effectbenadering waarbij zij ervan uitgaat dat een calamiteit plaatsvindt.
Het bestemmingsplan is aan de brandweer verstuurd voor advies in het kader van het verantwoordingsbesluit externe veiligheid. De brandweer heeft hierop gereageerd dat onderliggend plan een actualisatie betreft en geen invloed heeft op het groepsrisico. Ook de voorbereiding op de rampenbestrijding wijzigt hiermee niet.
4.5 Bodem
Volgens artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen moet worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie.
Op het moment dat een functiewijziging plaatsvindt (van een minder gevoelige naar een gevoelige functie zoals wonen), moet altijd een bodemonderzoek worden uitgevoerd. Afhankelijk van de zwaarte van de ingreep kan mogelijk volstaan worden met een vooronderzoek ingevolge de NEN 5725.
Omdat het een consoliderend bestemmingsplan betreft, is er geen sprake van grootschalige functieverandering. Tevens maakt het bestemmingsplan geen extra bouwmogelijkheden ten opzichte van het bestaande bestemmingsplan mogelijk. Een bodemonderzoek is daarom niet nodig.
4.6 Waterhuishouding
4.6.1 Algemeen
In artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is vastgelegd dat in de toelichting op een bestemmingsplan wordt beschreven hoe in een plan wordt omgegaan met de waterhuishouding. Deze verantwoording wordt vastgelegd in de watertoets.
4.6.2 Beleidsuitgangspunten
In onderstaande paragraaf wordt het huidige provinciaal, waterschaps en gemeentelijk waterbeleid beschreven, dat van toepassing is op de kernen in Roerdalen.
Provincie
Provinciaal ontwikkelingsplan
Veranderingen in het stedelijk gebied worden zover mogelijk ingevuld, met inachtneming van de randvoorwaarden vanuit het watersysteem (via de watertoets). Ook dient er aandacht te zijn voor de stedelijke wateropgaven ten aanzien van wateroverlast, afkoppeling, riolering en ecologisch water. Waar nodig wordt hier, door herstructurering, de vitaliteit van buurten en wijken en de kwaliteit van werklocaties geborgd dan wel verbeterd.
Ter bescherming van de (grond)waterkwaliteit ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening zijn op grond van de bevoegdheid van de provincie vanuit de Wet Milieubeheer beschermingsgebieden (waterwingebieden, grondwater-beschermingsgebieden, boringsvrije zone) aangewezen. Als wijzigingen in deze gebieden plaatsvinden moet er rekening gehouden worden met extra regelgeving. In de beschrijving van de huidige situatie worden deze gebieden meegenomen.
Waterschap Roer en Overmaas
Watertoets
De watertoets is een procesinstrument dat inhoudt dat de waterbeheerders van begin af aan betrokken zijn bij het ruimtelijk proces. Ingrepen moeten conform de eisen van de waterbeheerders ontworpen worden. Afwijkingen hierop dienen te worden beargumenteerd en mitigerende maatregelen kunnen noodzakelijk zijn. Aangezien dit een beheerplan betreft, hoeft dit plan niet ter toetsing te worden voorgelegd aan de waterbeheerder, waterschap Roer en Overmaas. Gezien de onlangs opgestelde notitie "Water in ruimtelijke plannen", worden de bestemmingsplannen in het kader van het vooroverleg wel naar het Waterschap gestuurd ter controle van de manier waarop waterhuishoudkundige objecten zijn opgenomen.
Notitie taakopvatting watersysteembeheer Waterschap Roer en Overmaas
Waterschap Roer en Overmaas heeft in december 2009 een notitie bestuurlijk vastgesteld, waarin staat onderbouwd hoe het waterschap haar taakinvulling voor het watersysteem ziet. Hierbij heeft het waterschap nieuwe normen voor de compensatie voor de toename van het verharde oppervlak benoemd. De compensatie voor de toename van het verharde oppervlak heeft als doel dat nieuwe ontwikkelingen geen (water)problemen veroorzaken in andere tijden of op andere plaatsen. Het hemelwater wordt opgevangen in buffers waar het hemelwater wordt geïnfiltreerd in de bodem of vertraagd wordt afgevoerd naar oppervlaktewater.
Bij nieuwe ontwikkelingen heeft het waterschap als doel om 100% van het verharde oppervlak af te koppelen. Om dit te bereiken zonder te vaak overlast te veroorzaken dient voldoende opvangcapaciteit aanwezig te zijn voor een neerslaggebeurtenis van eens per 25 jaar (T=25). Dit is in het beheersgebied van waterschap Roer en Overmaas 35 mm in 45 minuten. Daarnaast wordt getoetst of een neerslaggebeurtenis van eens per 100 jaar (T=100) geen wateroverlast veroorzaakt. T=100 komt overeen met 45 mm in 30 minuten. Voor de leegloop van de buffers wordt de regel gehanteerd dat ze in principe binnen 24 uur geledigd zijn en weer beschikbaar zijn voor een volgende neerslaggebeurtenis. Wanneer de buffer voorzien is van een afvoer naar oppervlaktewater, dient de afvoercapaciteit te zijn afgestemd op de afvoercapaciteit van het ontvangende oppervlaktewater.
Gemeente
Gemeentelijk rioleringsplan (GRP)
Bij de inzameling en het transport van afvalwater van nieuwe bebouwing wordt in eerste instantie alleen het huishoudelijk afvalwater ingezameld. Het ambitieniveau voor niet aankoppelen bij nieuwbouw is hoog. Binnen de gemeente Roerdalen wordt bij nieuwbouw of vervangende nieuwbouw het hemelwater alleen in het uiterste geval via de riolering afgevoerd. Schoon- en vuilwaterstromen worden volledig gescheiden.
Al het vuile afvalwater zal aangeboden worden aan de RWZI ter zuivering. Gestreefd wordt het schoon regenwater in het watersysteem te behouden en niet af te voeren via de keten (het riool).
Te allen tijde streeft de gemeente ernaar om het schone regenwater in het plangebied vast te houden (retentievoorziening) of vertraagd af te voeren naar open water.
In het GRP zijn voorwaarden voor het afkoppelen en infiltreren van hemelwater opgenomen.
Deze worden middels dit GRP als beleidsuitgangspunten vastgelegd:
- Bij uitbreidingen zal te allen tijden overleg worden gepleegd met gemeente, waterbeheerder en initiatiefnemer via de watertoets, waarbij gestreefd wordt geen overstorting op het gemengde stelsel te laten plaatsvinden. Voor projecten met een bestemmingsplanwijziging is de watertoets zelfs een wettelijke verplichting.
- In nieuwbouwwijken is afkoppelen verplicht. Dit zal moeten worden vastgelegd in de waterparagraaf van het bestemmingsplan. Gestreefd wordt dit te realiseren binnen hetzelfde stroomgebied.
- Bij herinrichting van de openbare ruimte wordt de afweging gemaakt of afkoppelen mogelijk is op basis van activiteiten in de ruimte, bodemgesteldheid, et cetera.
- Bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor bouwen wordt nieuw dakoppervlak niet op de (gemengde) riolering aangesloten, conform de bouwverordening.
- Infiltratievoorzieningen/afkoppelriolen worden zodanig gedimensioneerd dat woningen in de toekomst kunnen aansluiten.
- Bewoners worden vooralsnog niet verplicht tot afkoppelen van bestaande verharding.
- Een infiltratievoorziening dient te voldoen aan T=25 jaar (31 mm in 45 minuten) bij een uitbreiding groter dan 1.000 m2, waarna overstorting mag plaatsvinden naar het gemeentelijke riool of voorziening. Betreft het echter een plan van minder dan 1.000 m2 verhard oppervlak, dan kan worden volstaan met een infiltratieberging van 30 mm zonder een vooronderzoek, waarna naar het gemeentelijk riool kan worden overgestort.
- Bij een overstort op oppervlaktewater wordt geconformeerd aan de uitgangspunten van Waterschap Roer en Overmaas inzake de infiltratievoorzieningen, zoals opgenomen in de notitie "Regenwater schoon naar beek en bodem:" van de gezamenlijke Limburgse waterbeheerders.
4.6.3 Huidige situatie
Door middel van het rapport Water in ruimtelijke plannen versie 2.0 (14 juli 2010) dat is opgesteld door waterschap Roer en Overmaas, is in deze paragraaf geïnventariseerd of het plangebied binnen voor het bestemmingsplan relevante zones ligt.
Uitsnede kaart 4a: Kristallen waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg
Hierna volgt een omschrijving per kern. Deze zal ingaan op de onderdelen 'oppervlaktewater', 'grondwater' en 'riolering'. Nadere uitleg van bovenstaande afbeelding is hierin meegenomen.
Herkenbosch
Oppervlaktewater
Ten zuiden van de kern ligt de waterloop "Herkenbosscher Leigraaf". Deze ligt buiten het plangebied. Echter de beschermingszone van deze waterloop ligt binnen het plangebied. Binnen deze dubbelbestemming mogen alleen bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd ten dienste van de dubbelbestemming.
Er liggen geen primaire waterkeringen in het gebied. Ook bevinden zich geen regenwaterbuffers in het plangebied. Het rivierbed van de Maas bevindt zich niet binnen het plangebied.
De aangewezen meander en inundatiegebieden lopen vlak langs de bebouwde gedeeltes van de kern. Het plangebied valt niet binnen deze zones.
Grondwater
De kern Herkenbosch is voor een groot deel gelegen in een infiltratiegebied. Een infiltratiegebied is een gebied waar het neerslagoverschot het diepere grondwater voedt. Daarnaast is het plangebied gelegen in de boringsvrijezone "Roerdalslenk zone III". Dit betekent voor dit gebied dat er niet geboord mag worden dieper dan 80m. NAP. Dit ter bescherming van de strategische grondwatervoorraad. Er zijn geen grondwaterbeschermingsgebieden/waterwingebieden in het plangebied aanwezig.
Riolering
Voor bestaande bebouwing geldt dat alle panden de beschikking hebben over een aansluiting op het gemeentelijk riool, een voorziening voor de behandeling van afvalwater of de mogelijkheid om afvalwater te lozen binnen de voorschriften van de wetgeving. Aan de westzijde van de kern is een rioolwater transportleiding gelegen.
Zie 'Uitsnede kaart 4a: Kristallen waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg' en onderstaande uitsnedes uit de Wateratlas voor de ligging van bovengenoemde gebieden.
Uitsnede kaart Watersystemen kern Herkenbosch - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Uitsnede kaart Waterketen kern Herkenbosch - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Melick
Oppervlaktewater
Binnen het plangebied is geen primair water aanwezig. Wel is er in het zuiden de beschermingszone van de watergang 'Melicker Leigraaf' voor een deel in het plangebied gelegen. Er liggen geen primaire waterkeringen in het gebied. Ook bevinden zich geen regenwaterbuffers in het plangebied. Het rivierbed van de Maas bevindt zich niet binnen het plangebied. Aan de zuidzijde van de kern ligt een meander- en inundatiegebied. Deze valt voor een klein deel binnen het plangebied. Deze gebieden zijn door middel van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterberging' opgenomen op de verbeelding en in de regels.
Grondwater
De Kern Melick is niet gelegen in een infiltratiegebied. Wel is het plangebied gelegen in de boringsvrijezone "Roerdalslenk zone III". Dit betekent voor dit gebied dat er niet geboord mag worden dieper dan 80m. NAP. Dit ter bescherming van de strategische grondwatervoorraad. Er zijn geen grondwaterbeschermingsgebieden / waterwingebieden in het plangebied aanwezig.
Riolering
Voor bestaande bebouwing geld dat alle panden de beschikking hebben over een aansluiting op het gemeentelijk riool, een voorziening voor de behandeling van afvalwater of de mogelijkheid om afvalwater te lozen binnen de voorschriften van de wetgeving. Ten westen van de Kern Melick is een rioolwater transportleiding en een rioolgemaal gelegen. Deze zijn echter buiten het plangebied van dit bestemmingsplan gelegen.
Uitsnede kaart Watersystemen kern Melick - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Uitsnede kaart Waterketen kern Melick - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Montfort
Oppervlaktewater
Binnen het plangebied is de watergang genaamd "Vlootbeek" gelegen. Deze watergang plus beschermingszone zijn opgenomen op de verbeelding. Er liggen geen primaire waterkeringen in het gebied. Ook bevinden zich geen regenwaterbuffers in het plangebied. Het rivierbed van de Maas bevindt zich niet binnen het plangebied.
Er bevindt zicht geen meander en inudatiegebied in of nabij de kern.
Grondwater
De Kern Montfort is niet gelegen in een infiltratiegebied. Het plangebied is wel gelegen in de boringsvrijezone "Roerdalslenk zone II". Dit betekent voor dit gebied dat er niet geboord mag worden dieper dan 30m. NAP. Dit ter bescherming van de strategische grondwatervoorraad. Er zijn geen grondwaterbeschermingsgebieden / waterwingebieden in het plangebied aanwezig.
Een klein deel van het plangebied kent grondwatertrappen (hier is het grondwaterpeil dusdanig hoog dat het minder geschikt is om te bouwen).
Riolering
Voor bestaande bebouwing geld dat alle panden de beschikking hebben over een aansluiting op het gemeentelijk riool, een voorziening voor de behandeling van afvalwater of de mogelijkheid om afvalwater te lozen binnen de voorschriften van de wetgeving. Ten westen van de Kern Montfort is een rioolwater transportleiding en een rioolgemaal gelegen. Het rioolgemaal ligt binnen het plangebied.
Zie 'Uitsnede kaart 4a: Kristallen waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg' en onderstaande uitsnedes uit de Wateratlas voor de ligging van bovengenoemde gebieden.
Uitsnede kaart Watersystemen kern Montfort - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Uitsnede kaart Waterketen kern Montfort - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
St. Odiliënberg
Oppervlaktewater
Binnen het plangebied van St. Odiliënberg is een slootje gelegen, dit is een overblijfsel van de "Onderbeek". Tevens is er een grote waterpartij gelegen ter hoogte van de voormalige "Onderbeek". Deze doet dienst als waterberging voor de woonwijk 't Sittert. Deze waterpartij heeft primair de waterbestemming gekregen en een dubbelbestemming voor de beschermingszone van deze waterpartij.
Dit deel van het plangebied kent tevens grondwatertrappen (hier is het grondwaterpeil dusdanig hoog dat het minder geschikt is om te bouwen).
Er liggen geen primaire waterkeringen in het gebied. Ook bevinden zich geen regenwaterbuffers in het plangebied. Ook het rivierbed van de Maas bevindt zich niet binnen het plangebied.
Aan de noordzijde van de kern liggen de Hoosdenlossing en de Sluizerbeek. Deze beken liggen niet in het plangebied. De beschermingszone van de Sluizerbeek valt voor een klein deel binnen het plangebied.
Een gedeelte van de kern St. Odiliënberg is gelegen in een inundatiegebied en de meanderzone van de Sluizerbeek. Deze gebieden zijn door middel van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterberging' opgenomen op de verbeelding.
Grondwater
De Kern St. Odiliënberg is voor het grootste gedeelte gelegen in een infiltratiegebied. Een infiltratiegebied is een gebied waar het neerslagoverschot het diepere grondwater voedt.
Het plangebied is tevens gelegen in de boringsvrijezone "Roerdalslenk zone II". Dit betekent voor dit gebied dat er niet geboord mag worden dieper dan 30m. NAP. Dit ter bescherming van de strategische grondwatervoorraad.
Er zijn geen grondwaterbeschermingsgebieden/waterwingebieden in het plangebied aanwezig.
Riolering
Voor bestaande bebouwing geldt dat alle panden de beschikking hebben over een aansluiting op het gemeentelijk riool, een voorziening voor de behandeling van afvalwater of de mogelijkheid om afvalwater te lozen binnen de voorschriften van de wetgeving. Ten noorden van de kern St. Odiliënberg is een rioolwatertransportleiding gelegen. Deze ligt buiten het plangebied van dit bestemmingsplan.
Zie 'Uitsnede kaart 4a: Kristallen waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg' en onderstaande uitsnedes uit de Wateratlas voor de ligging van bovengenoemde gebieden.
Uitsnede kaart Watersystemen kern St. Odiliënberg - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Uitsnede kaart Waterketen kern St. Odiliënberg- Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Reutje
Oppervlaktewater
Binnen het plangebied liggen geen waterlopen of waterpartijen.
Er liggen geen primaire waterkeringen in het gebied. Ook bevinden zich geen regenwaterbuffers in het plangebied. Het rivierbed van de Maas bevindt zich niet binnen het plangebied.
Grondwater
De Kern Reutje is geheel gelegen in een infiltratiegebied. Een infiltratiegebied is een gebied waar het neerslagoverschot het diepere grondwater voedt.
Het plangebied is tevens gelegen in de boringsvrijezone "Roerdalslenk zone II". Dit betekent voor dit gebied dat er niet geboord mag worden dieper dan 30m. NAP. Dit ter bescherming van de strategische grondwatervoorraad.
Er zijn geen grondwaterbeschermingsgebieden/waterwingebieden in het plangebied aanwezig.
Riolering
Voor bestaande bebouwing geldt dat alle panden de beschikking hebben over een aansluiting op het gemeentelijk riool, een voorziening voor de behandeling van afvalwater of de mogelijkheid om afvalwater te lozen binnen de voorschriften van de wetgeving. Ten oosten van de kern Reutje is een rioolwatertransportleiding gelegen. Deze ligt buiten het plangebied van dit bestemmingsplan.
Zie 'Uitsnede kaart 4a: Kristallen waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg' en onderstaande uitsnedes uit de Wateratlas voor de ligging van bovengenoemde gebieden.
Uitsnede kaart Watersystemen kern Reutje - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Uitsnede kaart Waterketen kern Reutje - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Posterholt
Oppervlaktewater
Binnen het plangebied is geen primair water aanwezig. Er liggen geen primaire waterkeringen in het gebied. In 2010/2011 is door het Waterschap Roer en Overmaas een kwantiteitsbuffer aangelegd aan de Markt in Posterholt. Daarnaast is er direct aan de rand van het plangebied van de kern Posterholt de open watergang "Onderste Leigraaf" gelegen. De beschermingszone hiervan valt binnen het plangebied. Deze is opgenomen op de verbeelding. Het rivierbed van de Maas bevindt zich niet binnen het plangebied. Er bevindt zich geen meander- en inudatiegebied in of nabij de kern.
Grondwater
De Kern Posterholt is voor het grootste gedeelte gelegen in een infiltratiegebied. Daarnaast is het plangebied gelegen in de boringsvrijezone "Roerdalslenk zone II". Dit betekent voor dit gebied dat er niet geboord mag worden dieper dan 30m. NAP. Dit ter bescherming van de strategische grondwatervoorraad. Er zijn geen grondwaterbeschermingsgebieden / waterwingebieden in het plangebied aanwezig.
Riolering
Voor bestaande bebouwing geld dat alle panden de beschikking hebben over een aansluiting op het gemeentelijk riool, een voorziening voor de behandeling van afvalwater of de mogelijkheid om afvalwater te lozen binnen de voorschriften van de wetgeving. Ten zuidwesten van de Kern Posterholt is een rioolwater transportleiding en een rioolgemaal gelegen. Zowel de rioolwater transportleiding als het rioolgemaal ligt binnen het plangebied van dit bestemmingsplan en zijn juridisch geregeld.
Uitsnede kaart Watersystemen kern Posterholt - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Uitsnede kaart Waterketen kern Posterholt - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Vlodrop en Etsberg
Oppervlaktewater
Binnen het plangebied is geen primair water aanwezig of een beschermingszone van primair water. Tevens liggen er geen primaire waterkeringen in het gebied. Ook bevinden zich geen regenwaterbuffers in het plangebied. Het rivierbed van de Maas bevindt zich niet binnen het plangebied.
Een klein gedeelte van de kern Vlodrop is gelegen in het inundatiegebied van de Roerbeek. De meanderzone van deze beek ligt echter buiten het plangebied. Het inundatiegebied is door middel van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterberging' opgenomen op de verbeelding.
Het plangebied Etsberg grenst aan het inundatiegebied van de openwatergang "Sipken" en "Broekbeek". Dit ligt echter niet binnen het plangebied.
Grondwater
De Kern Vlodrop is voor het grootste gedeelte gelegen in een infiltratiegebied (Etsberg niet). Daarnaast is het plangebied van de kern Vlodrop gelegen in de boringsvrijezone "Roerdalslenk zone II". Etsberg is gelegen binnen de boringsvrijezone "Roerdalslenk zone III". Dit betekent voor dit gebied dat er niet geboord mag worden dieper dan 80m. NAP. Dit ter bescherming van de strategische grondwatervoorraad. Er zijn geen grondwaterbeschermingsgebieden / waterwingebieden in het plangebied aanwezig.
Riolering
Voor bestaande bebouwing geld dat alle panden de beschikking hebben over een aansluiting op het gemeentelijk riool, een voorziening voor de behandeling van afvalwater of de mogelijkheid om afvalwater te lozen binnen de voorschriften van de wetgeving. Ten noordoosten van de Kern Vlodrop is een rioolwater transportleiding en een rioolgemaal gelegen. Zowel de rioolwater transportleiding als het rioolgemaal liggen buiten het plangebied van dit bestemmingsplan.
Uitsnede kaart Watersystemen kern Vlodrop en Etsberg - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
Uitsnede kaart Waterketen kern Vlodrop en Etsberg - Wateratlas Waterschap Roer en Overmaas
4.6.4 Toekomstige situatie
Er vinden geen grootschalige ontwikkelingen plaats in het kader van dit bestemmingsplan, daarmee is de toekomstige situatie gelijk aan de huidige situatie.
Omgang met hemelwater in de toekomst
Het plangebied bestaat uit een bestaand bebouwd en gerioleerd gebied. Hieraan zijn geen grootschalige wijzigingen voorzien. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt getracht zoveel mogelijk de uitgangspunten van een duurzaam stedelijk waterbeheer te volgen. Daarbij wordt voorkomen dat de nieuwe ontwikkeling problemen veroorzaakt in andere tijden, op andere plaatsen en in andere compartimenten. Dit geldt zowel voor waterkwaliteit als waterkwantiteit. Daarbij is de gebruikelijke voorkeursvolgorde gevolgd: hergebruik –infiltratie in de bodem – bergen en vertraagd afvoeren – afvoeren naar oppervlaktewater dan wel riolering. Hergebruik van hemelwater kan op kleinschalig niveau door bijvoorbeeld het gebruik van regentonnen. Voor grootschaligere projecten kan gedacht worden aan een grijswatersysteem. Per project dient bekeken te worden of hergebruik zinvol, haalbaar en wenselijk is.
Een groot deel van de kernen is infiltratiegebied. Het waterschap is geen voorstander van diepteinfiltratie met het oog op de mogelijke verspreiding van bestaande of nieuwe verontreinigingen in het grondwater. Een klein deel van het hemelwater dat op verhardingen valt, zal op natuurlijke wijze kunnen infiltreren. Omdat het een infiltratiegebied is, is dit aan te bevelen. Wel wordt geadviseerd om een hemelwatervoorziening altijd te voorzien van een leegloop en noodoverlaat bij calamiteiten. Deze gedoseerde leegloop en noodoverloop worden bij voorkeur aangesloten op oppervlaktewater of een regenwaterbuffer. Indien dit niet mogelijk is, wordt een aansluiting naar de riolering gerealiseerd.
Retentie van hemelwater (bergen en vertraagd afvoeren) behoort tot de mogelijkheden. Zoals hierboven vermeld dient een hemelwatervoorziening altijd te zijn voorzien van een leegloop en noodoverlaat bij calamiteiten. Deze gedoseerde leegloop en noodoverloop worden bij voorkeur aangesloten op oppervlaktewater of een regenwaterbuffer. Indien dit niet mogelijk is, wordt een aansluiting naar de riolering gerealiseerd. De voorkeur gaat uit naar een bovengrondse voorziening. Dit heeft grote voordelen voor het beheer/onderhoud, de beleving en controle bij calamiteiten. Ondergrondse voorzieningen zijn echter ook mogelijk. Dit heeft als voordeel dat de ruimte voor meerdere doeleinden kan worden gebruikt (bijvoorbeeld groen, recreatie of parkeren).
Nieuwe ontwikkelingen dienen voorzien te zijn van een hemelwatervoorziening die voldoet aan de eisen van waterschap Roer en Overmaas. Deze zijn vastgelegd in de “Taakopvatting watersysteembeheer Waterschap Roer en Overmaas” van 24 november 2009. Conform de eisen van waterschap Roer en Overmaas dient het water tot een neerslaggebeurtenis van eens per 25 jaar (T=25, 35 mm in 45 minuten) gecompenseerd te worden. Een neerslaggebeurtenis van eens per 100 jaar (T=100, 45 mm in 30 minuten) mag geen wateroverlast veroorzaken ter plaatse van bebouwing. Het waterpeil in de hemelwatervoorziening mag stijgen tot aan maaiveld. De hemelwatervoorziening dient binnen 24 uur weer beschikbaar te zijn voor een volgende regenbui.
Wateroverlast
Wateroverlast dient voorkomen te worden door de hemelwatervoorzieningen zo in te richten dat hier ruimte is om T=100 op te vangen. Hierbij mag het waterpeil in de voorziening stijgen tot aan maaiveld. De hemelwatervoorziening is altijd voorzien van een vertraagde leegloop en een noodoverloop naar oppervlaktewater of de riolering. Daarnaast worden de vloeren van de bouwblokken minimaal 0,2 m hoger aangelegd dan het omliggend maaiveld. Zo wordt wateroverlast ter plaatse van de bebouwing door afstromend hemelwater tijdens intensieve neerslaggebeurtenissen voorkomen.
Waterkwaliteit
Het water dat van daken af stroomt, is aan te merken als schoon. Zuivering van dit water is dan ook niet noodzakelijk. Hemelwater dat afstroomt van parkeervoorzieningen en toegangswegen kan vervuild zijn met olie, PAK of zware metalen. Dit water dient dan ook via een zuiverende voorziening, bijvoorbeeld een bermpassage, te worden geleid voordat het water afgevoerd wordt naar oppervlaktewater of riolering.
Het gebruik van uitloogbare materialen (lood, koper, zink) is echter niet toegestaan om de waterkwaliteit te bewaken. Daarnaast worden strooizout en chemische onkruidbestrijding niet of met mate gebruikt.
4.6.5 Conclusie
De kernen vallen binnen enkele aandachtsgebieden/zones zoals deze boven beschreven zijn. Dit bestemmingsplan is conserverend van aard. Dit betekent dat de huidige situatie wordt vastgelegd, zonder grootschalige ontwikkelingen. Daar waar mogelijk en gewenst zal ruimtelijke en functionele ontwikkelruimte worden gegeven voor zover de ruimtelijke kwaliteit van de gebieden behouden blijft of versterkt wordt. Daarbij dient bij een dergelijk mogelijk initiatief opnieuw geïnventariseerd te worden wat dit betekent voor de waterhuishouding ter plaatse op basis van de uitgangspunten zoals beschreven in paragraaf 4.6.4 Toekomstige situatie. De genoemde aandachtsgebieden/zones zijn door middel van dubbelbestemmingen op de verbeelding en in de regels gewaarborgd.
4.7 Bedrijven En Milieuzonering
In het bestemmingsplan zijn regels gesteld met betrekking tot bestaande bedrijvigheid en nieuwe bedrijvigheid welke zich, ter plaatse van deze bestaande bedrijvigheid, mag vestigen. In beide gevallen dient bezien te worden of deze bedrijvigheid geen belemmerende werking heeft op de bestaande woningen in en buiten het plangebied. Om te bepalen of bepaalde nieuwe bedrijven in het plangebied vanuit het oogpunt van milieuhinder toelaatbaar zijn, is voor de eerste toetsing in het bestemmingsplan en voor de zonering van het terrein, gebruik gemaakt van een zogenaamde Staat van Bedrijfsactiviteiten. Deze Staat is gebaseerd op de "lijst van bedrijfstypen" uit de herziene uitgave 2009 van de publicatie "Bedrijven en Milieuzonering" van de VNG. Het vormt een eerste toets of vestiging van een bedrijf van een bepaald bedrijfstype toelaatbaar is.
De concrete bedrijfsvoering in een bedrijf en/of de milieuvergunningen bieden nader inzicht in hoeverre een bedrijf tot een bepaalde milieucategorie gerekend moet worden en derhalve al dan niet toelaatbaar is. Voor een consoliderend plan geldt dat er geen nieuwe ontwikkelingen of uitbreidingen mogelijk worden gemaakt. Bestaande bedrijven worden opgenomen met een passende bestemming (eventueel met milieucategorieën).
De bestaande bedrijven in en buiten het plangebied hebben geen invloed op het conserverende bestemmingsplan.
4.8 Geur
In september 2008 is voor de gemeenten Echt-Susteren, Roerdalen en Maasgouw een gebiedsvisie in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij opgesteld. Deze is op 17 december 2009 vastgesteld. Daarin is onderzocht in hoeverre er in de gemeenten aanleiding is om de normen uit de Wet geurhinder en veehouderij aangepast vast te stellen.
In en nabij de kernen zijn een aantal bedrijven gelegen met een geurhindercontour. Er worden geen knelpunten verwacht als gevolg van de overlap van de geurcontouren op basis van de vaste wettelijke waarden met de grenzen van de bebouwde kom (de zogenaamde werkcontouren). Voor de bedrijven met een vaste afstand van 100 meter voor geurgevoelige objecten in de bebouwde kom wordt afgeweken waardoor hiervoor een vaste afstand van 50 meter geldt. Met uitzondering van de veehouderijen die niet vallen onder het Besluit landbouw milieubeheer uit 2006. Voor de overige delen zijn de vaste wettelijke waarden van toepassing, namelijk 3 Ou/m3 voor de bebouwde kommen (=begrenzing contourenbeleid).
In oktober 2008 is vervolgens door alle gemeenten een concept Gebiedsvisie vastgesteld. In deze gebiedsvisie is opgenomen dat de landelijke geurnormen niet aangepast hoeven te worden en dat de vaste afstandsnorm van 100 meter verkleind kan worden naar 50 meter. Tijdens de inspraakperiode zijn een aantal zienswijzen ingebracht die voor alle colleges van burgemeester en wethouders aanleiding waren om nader onderzoek te laten doen naar mogelijkheden om o.a. enige verruiming van de normen toe te laten zodat meer ruimte zou ontstaan voor uitbreiding van agrarische bedrijven.
In een aanvullend onderzoek is aandacht besteed aan de ingebrachte zienswijzen en het uitgangspunt dat de leefsituatie voor burgers niet in ernstige mate wordt aangetast. Dit heeft geleid tot een nieuw voorstel waarin een aangepast geurnormenset is opgenomen:
- Bebouwde kommen 3 Ou/m3
- Montfort Zuid 6 Ou/m3
- Buitengebied 14 Ou/m3
- Zone rondom LOG Montfort 20 Ou/m3
- LOG Montfort 25 Ou/m3
De landelijke normen bedragen voor de bebouwde kom 3 Ou/m3 en voor het buitengebied 14 Ou/m3.
Omdat voorliggend bestemmingsplan een beheerplan betreft en er geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt heeft dit beleid geen invloed op dit bestemmingsplan. Mochten er in de toekomst ontwikkelingen plaatsvinden in de kernen dan zal hier aandacht aan moeten worden besteedt.
4.9 Straalpaden, Kabels En Leidingen
Binnen het plangebied van de kernen komen een aantal bestemmingsplanplichtige kabels en leidingen voor. Soms valt hiervan alleen de beschermingszone binnen het plangebied. Onderstaand is per kern aangegeven welke kabels/leidingen/straalpaden voorkomen. Deze zijn vertaald op de verbeelding en in de regels.
Herkenbosch
- Rioolwatertransportleiding en beschermingszone
- Straalpad
Melick
- Beschermingszone rioolwatertransportleiding
Montfort
- Rioolwatertransportleiding en beschermingszone
St. Odiliënberg
- Straalpad
Reutje
- Straalpad
Posterholt
- Straalpad
- Rioolwatertransportleiding en beschermingszone
Vlodrop
- Hoogspanningsverbinding
Etsberg
- Geen
Hoofdstuk 5 Juridische Aspecten
5.1 Algemeen
Alle bestaande functies en bebouwing worden zoveel mogelijk als zodanig bestemd. Uitgangspunt voor de regeling is enerzijds de bestaande rechten uit de vigerende bestemmingsplannen en anderzijds de feitelijke situatie.
De wijze van bestemmen volgt uit het gemeentelijke handboek en de standaardregels. Dit is vastgelegd in de Nota van uitgangspunten die is opgesteld in het kader van dit bestemmingsplan.
De uit de beleidsbeschrijving (Hoofdstuk 2 Beleidskader) en gebiedsanalyse (Hoofdstuk3 Ruimtelijke en functionele aspecten en Hoofdstuk 4 Milieuaspecten) voortvloeiende gegevens vormen belangrijke randvoorwaarden van het gemeentelijke ruimtelijke ordeningsbeleid met betrekking tot het plangebied "Kernen Roerdalen". Het op te stellen bestemmingsplan voorziet in een juridische regeling die in het gebruik door burgers en door de gemeente voldoende flexibiliteit biedt, maar binnen duidelijke juridische kaders, waardoor de aan het plan te verbinden rechtszekerheid niet in het geding komt. Het bestemmingsplan bestaat uit planregels, verbeelding en toelichting.
Op de juridische regeling wordt in paragraaf 5.4 Artikelgewijze toelichting dieper ingegaan.
In de volgende paragraaf wordt een beschrijving gegeven van de juridische regeling van het bestemmingsplan. De juridische regeling bestaat uit een Verbeelding en de Planregels. Deze onderdelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en dienen dan ook altijd gezamenlijk geraadpleegd en gelezen te worden.
5.2 Verbeelding
Op de (zowel analoge als digitale) verbeelding, met IMRO-ID: NL.IMRO.1669.BPKERNEN2012-OH02 zijn de bestemmingen in het plangebied weergegeven. Deze bestemmingen zijn gerelateerd aan de in de planregels opgenomen juridische regeling.
Bij de opzet van de verbeelding is de SVBP2008 (Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen2008) als uitgangspunt gehanteerd. In de SVBP2008 zijn onder andere bestemmingscategorieën vastgelegd en zijn uniforme kleuren en aanduidingen beschreven. De aanduidingen dienen voor de leesbaarheid van de verbeelding (kadastrale indeling of bestaande bebouwing) of hebben betrekking op wat er wel of niet is toegestaan. Met een bouwvlak is de mogelijkheid en situering van bebouwing aangeduid.
Naast de hoofdbestemmingen bevat het plan ook enkele dubbelbestemmingen welke gerelateerd zijn aan de ligging van belangrijke leidingen, waterlopen, cultuurhistorische waarde en de ter plaatse geldende archeologische verwachtingswaarde.
5.3 Planregels
Hierin is het gebruik van de binnen het plangebied aangegeven gronden en bouwwerken juridisch geregeld. Per bestemming zijn doelen of doeleinden aangegeven. In het Bro zijn standaarden opgenomen voor de planregels van het overgangsrecht en de anti-dubbeltelregeling. Naast deze regelingen beschikt de gemeente Roerdalen over een handboek bestemmingsplannen, dat voorziet in een set standaardregels.
Alvorens te starten met het opstellen van de planregels is een analyse van het handboek gemaakt, waarin de uitgangspunten zijn vastgelegd. Daarnaast heeft er een inventarisatie en analyse van het plangebied plaatsgevonden en zijn er beleidskeuzes gemaakt. Dit heeft geresulteerd in een Nota van uitgangspunten, die de basis vormt voor het op te stellen bestemmingsplan.
In paragraaf 5.4 Artikelgewijze toelichting is een artikelgewijze toelichting opgenomen.
5.4 Artikelgewijze Toelichting
De regels bestaan uit vier hoofdstukken. Dit zijn de 'Inleidende regels', de 'Bestemmingsregels', de 'Algemene regels' en de 'Overgangs- en slotregels'. Meer specifiek kan de inhoud van de artikelen als volgt worden weergegeven:
Inleidende regels
Begrippen
hierin worden de in de planregels gebezigde begrippen gedefinieerd verklaard om misverstanden of verschillen in interpretatie te voorkomen.
Wijze van meten
dit artikel geeft aan op welke manier het meten moet plaatsvinden.
Bestemmingsregels
'Agrarisch' t/m'Waterstaat - Waterberging
deze artikelen omvatten de afzonderlijke bestemmingen. Elk artikel is opgebouwd uit:
- een bestemmingsomschrijving waarin is weergegeven waarvoor de gronden zijn bestemd;
- bouwregels waarin regels zijn gesteld ten aanzien van bestaande en nieuwe bouwwerken.
Verder kunnen Burgemeester en Wethouders binnen meerdere bestemmingen ontheffing verlenen ennadere eisen stellen met name ten aanzien van de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
De bestemmingen zijn achtereenvolgens:
Agrarisch
De agrarische gronden binnen de kern zijn bestemd als 'Agrarisch', waarbij aangesloten is op de bestemmingsregeling zoals deze zal worden toegepast bij het actualiseren van het bestemmingsplan Buitengebied voor de gemeente Roerdalen.
Bedrijf
Deze bestemming is toegekend aan bedrijven van categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Bestaande bedrijven van een hogere categorie zijn aangegeven op de verbeelding als 'specifieke vorm bedrijf - …'.
Bebouwing mag binnen het bouwvlak worden opgericht. De bouwvlakken zijn bepaald aan de hand van de vigerende plannen en de inventarisatiegegevens.
De maximale bouw- en goothoogte van de bedrijfspanden zijn weergegeven op de verbeelding. Deze zijn zoveel mogelijk overgenomen uit de vigerende plannen. Er zal een (Vangnet)bepaling worden opgenomen voor hogere hoogtes.
Eventueel aanwezige bedrijfswoningen zijn specifiek aangeduid. In de regels worden bijgebouwen bij bedrijfswoningen geregeld.
Nutsvoorzieningen groter dan 6 m² zijn bestemd als 'Bedrijf' met een aanduiding 'nutsvoorziening'.
Centrum
In de plannen waar al eerder gewerkt is met een bestemming voor 'Centrum' wordt deze bestemming zoveel mogelijk overgenomen van de vigerende plannen. Ook als er momenteel bijvoorbeeld alleen een woning aanwezig is, wordt de centrum bestemming opgenomen om te zorgen voor wat flexibiliteit. Woningen zijn dan ook toegestaan in de bestemming centrum, waardoor er een uniforme regeling is ontstaat voor de verschillende centrumgebieden in de kernen.
Horeca van categorie 1 en 2 is toegestaan in de bestemming centrum.
Bebouwing mag binnen de bouwvlakken worden opgericht. De maximale bouw- en goothoogte van de hoofdgebouwen wordt opgenomen op de verbeelding.
Detailhandel
Alle detailhandelsbedrijven zijn bestemd als 'Detailhandel'. Bebouwing dient binnen het bouwvlak te worden opgericht. Deze bouwvlakken zijn zoveel mogelijk overgenomen uit de vigerende plannen. De maximale bouw- en goothoogte van de gebouwen is opgenomen op de verbeelding.
Dienstverlening
Op basis van vigerende plannen zijn de bouwvlakken bepaald. De maximale bouw- en goothoogte van de gebouwen is opgenomen op de verbeelding. Ook zijn binnen de bestemming 'Dienstverlening' kantoren opgenomen.
Groen
Op basis van de vigerende plannen en het groenstructuurplan is de bestemming groen bepaald. Alle groenvoorzieningen hebben de bestemming 'Groen' gekregen. Speelvoorzieningen zijn binnen deze bestemming mogelijk.
Horeca
Horeca van categorie 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten zijn toegestaan binnen de bestemming 'Horeca'. Horeca van categorie 3 is specifiek aangeduid.
Op basis van vigerende plannen zijn de bouwvlakken bepaald. De maximale bouw- en goothoogte van de hoofdgebouwen is opgenomen op de verbeelding.
Maatschappelijk
Alle maatschappelijke- en sportfuncties hebben de bestemming 'Maatschappelijk' gekregen. Begraafplaatsen zijn specifiek aangeduid. Op basis van vigerende plannen zijn de bouwvlakken bepaald. De maximale bouw- en goothoogte van de gebouwen is opgenomen op de verbeelding.
Natuur
Middels de bestemming 'Natuur' worden de beschermde natuurwaarden planologisch en juridisch veiliggesteld. Tevens zijn de boslocaties middels een aanduiding 'bos' opgenomen in deze bestemming.
Recreatie
Binnen het plangebied zijn twee recreatiewoningen gelegen. Deze hebben de bestemming 'Recreatie' gekregen en mogen dan ook niet worden gebruikt voor permanente of tijdelijke bewoning.
Tuin
De bestemming 'Tuin' is opgenomen voor de voortuinen van woningen. De tuinbestemming komt voor op en in het verlengde van de voorgevel van de woningen. Waar nodig is aangesloten bij de vigerende regeling en wordt maatwerk toegepast.
Erkers zijn toegestaan in de bestemming tuin (max. 1,5 m diep, max. 6m2, 1 bouwlaag).
Verkeer
Alle wegen met een doorgaande (stroom-) functie en woonstraten krijgen de bestemming 'Verkeer'. Aanwezige garageboxen hebben een aparte aanduiding binnen de bestemming gekregen.
Water
Alle waterlopen en waterpartijen hebben de bestemming 'Water' gekregen.
Wonen
Alle woningen hebben de bestemming 'Wonen' gekregen met een aanduiding voor het type woning (vrijstaand [vrij], twee-aaneen [tae] en aaneengesloten [aeg]).
Bouwvlakken zijn weergegeven als bouwstroken. Deze bouwstroken hebben standaarddiepten, behalve in situaties waar de woning groter is, bij sterke afwijkingen en waar het vigerend bestemmingsplan afwijkt. De standaarddiepte is 10 m bij rijwoningen en 2/1 kapwoningen en 12 m bij geschakelde en vrijstaande woningen. Bij vrijstaande woningen op grote percelen is maatwerk toegepast op basis van het vigerende bestemmingsplan.
Aan- en uitbouwen die binnen de 10 en 12 m vallen, vallen in het bouwvlak. In de regels is aangegeven hoeveel aan uit- en aanbouwen en bijgebouwen zijn toegestaan buiten het bouwvlak. Voor alle gevallen die niet onder deze regeling kunnen worden gebracht is een vangnetbepaling opgenomen.
Per bouwstrook of bouwvlak is de maximale bouw- en goothoogte weergegeven.
Hoofdbebouwing met platte daken heeft de bouwaanduiding 'platdak' gekregen. Hetgeen ook geldt voor een aantal specifieke aspecten ten aanzien van locatie waar afwijkende maatvoeringen worden gehanteerd of zelf gelet op openheid géén bebouwing mag worden opgericht.
In artikel 18 is bepaald dat nieuwe woningen uitsluitend mogen worden opgericht ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - nieuwbouw met inachtnemening van het toegestane wooneenheden ter plaatse van de aanduiding maximum aantal wooneenheden, met dien verstande dat nieuwbouw ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding . nieuwbouw uitsluitend is toegestaan indien het aantal in overeenstemming is met de woningaantallen volgens de gemeentelijke Woonvisie
Wonen - gestapeld
Gestapelde woningen zijn bestemd als 'Wonen - Gestapeld'. Het bouwvlak is bepaald op basis van de vigerende plannen. De maximale bouw- en goothoogte is op de verbeelding weergegeven.
Wonen - woonwagenstandplaats
De woonwagenstandplaatsen hebben de bestemming'Wonen - Woonwagenstandplaats' gekregen. Er is één bouwvlak opgenomen met daarin het maximum aantal woonwagenstandplaatsen in dit bouwvlak.
Wonen - uit te werken
De locaties waarvoor reeds in de vigerende bestemmingsplannen een uitwerkingsbevoegdheid was opgenomen zijn in het onderhavige bestemmingsplan bestemd als 'Wonen - Uit te werken'.
Dubbelbestemmingen
Leiding - Gas
de Gasunie heeft laten weten dat een tweetal Gastranportleidingen in de kern Herkenbosch zijn gelegen. Door middel van een hartlijn wordt aangeven wat voor type leiding het betreft. Deze dubbelbestemming geeft de beschermingszone aan.
Leiding - Riool
de ligging van deze leidingen wordt overgenomen uit de vigerende plannen. Door middel van een hartlijn wordt aangeven wat voor type leiding het betreft. Deze dubbelbestemming geeft de beschermingszone aan.
Leiding - Hoogspanningsverbinding
de aanwezige hoogspanningsverbinding is opgenomen als een separate bestemming. De ligging van deze verbinding is overgenomen uit de vigerende plannen.
Waarde - Archeologie 2 en Waarde - Archeologie 4 t/m Waarde - Archeologie 6
gemeentelijke beleidsadvieskaart wordt op de verbeelding vertaald in dubbelbestemmingen. In paragraaf 3.4 Cultuurhistorie, monumenten en archeologie is opgenomen hoe dit beleid is vertaald.
Waarde - Cultuurhistorie
deze dubbelbestemming ziet toe op de aanwezige rijks- en gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden.
Waarde - Ecologie
middels deze dubbelbestemming wordt de ecologische hoofdstructuur ter plaatse gewaarborgd.
Waterstaat - Beschermingszone water
de beschermingszones behorende tot de aanwezige waterlopen worden aangeduid door middel van een dubbelbestemming.
Waterstaat - Waterberging
de meanderzones en inundatiegebieden zijn opgenomen middels de onderhavige dubbelbestemming.
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
deze bepaling zorgt ervoor dat oprichting van bouwwerken niet mogelijk is indien daardoor een ander bouwwerk of complex van bouwwerken met het bijbehorende perceel niet meer zal voldoen c.q. in grotere mate zal gaan afwijken van het bestemmingsplan.
Algemene bouwregels
in deze regels worden aanvullende bepalingen gesteld ten aanzien van zowel bestaande maatvoering als maatvoering die afwijkt.
Algemene gebruiksregels
algemene gebruiksregels met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken; bepalingen omtrent strijdig gebruik.
Algemene aanduidingsregels
algemene aanduidingsregels. Regels met betrekking tot de onderstaande specifieke aanduidingen:
geluidzone - 1
deze geluidzone heeft betrekking op zaal Housmans, die niet in de bedrijfsvoering mag worden beperkt als gevolg van het garanderen van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
geluidzone - 2
ter plaatse van deze geluidzone mogen in verband met de aanwezige bedrijvigheid geen geluidgevoelige functies worden opgericht.
geluidzone - industrie
de geluidszones van de bedrijventerreinen Akzo Nobel, Roerstreek-Noord en Middenweg en de bedrijven Vekoma en het garagebedrijf gelegen aan 't Sittert 12-14 te Sint odiliënberg zijn opgenomen op de verbeelding.
Binnen deze zones is de bouw van een woning of een ander geluidsgevoelig gebouw slechts onder voorwaarden toegestaan.
veiligheidszone - bevi
deze aanduiding ziet toe op de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige Bevi-inrichting.
veiligheidszone - lpg
ook deze veiligheidszone ziet toe op de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat, in dit geval in verband met aanwezige LPG-installaties.
milieuzone - roerdalslenk II
in verband met bescherming van grondwaterwinning verbiedt deze regeling het oprichten of in exploitatie nemen van boorputten dieper dan 30 meter beneden het maaiveld.
milieuzone - roerdalslenk III
in verband met bescherming van grondwaterwinning verbiedt deze regeling het oprichten of in exploitatie nemen van boorputten dieper dan 80 meter beneden het maaiveld.
vrijwaringszone - straalpad
deze zone is opgenomen ter bescherming van de aanwezige telecommunicatieverbindingen. Binnen deze gebieden gelden beperkingen wat betreft bouwhoogten.
vrijwaringszone - molenbiotoop
ook de in het plangebied gelegen molen kent belangen die in stand moeten worden gehouden. Hetgeen vastgelegd is in deze vrijwaringszone door op te nemen dat geen nieuwe bebouwing is toegestaan met een hoogte van meer dan 1 bouwlaag en bestaande bebouwing niet mag worden verhoogd.
Algemene afwijkingsregels
algemene afwijkingsregels voor Burgemeester en Wethouders om afwijkingen te verlenen ten aanzien van:
- het toestaan van een bedrijf dat niet is genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten of in een hogere categorie, maar dat naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijven;
- een geringe overschrijding van de bestemmings- en/of bouwgrenzen.
Algemene wijzigingsregels
algemene wijzigingsregels voor Burgemeester en Wethouders om de bestemmingsgrenzen te wijzigen. Naast een algemene wijzigingsbevoegdheid om de bestemmingsgrenzen 5 meter te verschuiven bevat dit artikel tevens een afwegingskader voor de in plan opgenomen wijzigingsgebieden en een specifieke regeling voor de huisvesting van seizoenarbeiders en arbeidsmigranten.
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Dit artikel omvat het overgangsrecht ten aanzien van bouwwerken en het gebruik van de gronden.
Ter verduidelijking van dit artikel wordt onderstaand kort ingegaan op wat onder "gedeeltelijk vervangen of vernieuwen" moet worden begrepen. Hiervan is in onderhavige gevallen sprake:
- de hoofddraagconstructie (fundering, spanten, draagbalken, gordingen en draagmuren) moet blijven gehandhaafd en mogen niet worden vervangen, én
- de uiterlijke verschijningsvorm zoals oppervlakte, goot- en nokhoogte, dakhelling moeten ongewijzigd blijven, én
- er mogen geen nieuwe funderingen en/of nieuwe draagmuren worden geplaatst, én
- de functie van het bouwwerk moet hetzelfde blijven.
Slotregel
slotregel; dit artikel geeft de titel van de regels aan.
Aansluitend bevat de juridische regeling ook nog de volgende bijlagen:
- Staat van Bedrijfsactiviteiten
- Staat van horeca-activiteiten
- Lijst toegestane bedrijven aan huis
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6, eerste lid, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Voorliggend bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en laat geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen toe.
Enkel aan het opstellen van het bestemmingsplan zijn kosten verbonden welke door de gemeente bekostigd worden. Verder worden er geen kosten gemaakt bij het opstellen van het bestemmingsplan. De economische haalbaarheid van het plan kan hierdoor als aangetoond worden beschouwd.
Planschade
Het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan met een planologische wijziging kan in beginsel aanleiding geven tot planschade. Het is in dit geval niet aannemelijk dat er aanleiding is voor vergoedbare planschade.
Exploitatieplan
Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 geldt de verplichting tot het vaststellen van een exploitatieplan gelijktijdig met het vaststellen van een bestemmingsplan. Het exploitatieplan is een nieuw instrument voor de gemeente, primair gericht op kostenverhaal in het kader van de grondexploitatie.
Door middel van een exploitatieplan wordt het kostenverhaal verzekerd. Alleen als er sprake is van aangewezen bouwplannen, dient er een exploitatieplan opgesteld te worden. De bouwplannen waarbij een exploitatieplan verplicht is en welke zijn opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn:
- De bouw van één of meer woningen;
- De bouw van één of meer andere hoofdgebouwen;
- De uitbreiding van een gebouw met ten minste 1000 m² of met één of meer woningen;
- De verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd;
- De verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor detailhandel, kantoor of horecadoeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functie ten minste 1000 m² bedraagt;
- De bouw van kassen met een oppervlakte van tenminste 1000 m².
Indien het kostenverhaal op een andere manier verzekerd is, hoeft er geen exploitatieplan te worden vastgesteld.
Het bestemmingsplan Kernen Roerdalen is conserverend van aard. Dat wil zeggen dat de bestaande situatie planologisch-juridisch wordt vastgelegd. Eventuele ontwikkelingen zijn alleen mogelijk op grond van wijzigingsbevoegdheden, wat inhoudt dat een procedure tot vaststelling van een wijzigingsplan moet worden doorlopen. Ten aanzien van het wijzigingsplan geldt dat dan het kostenverhaal dient te worden verzekerd middels een exploitatieplan ofwel op andere wijze, bijvoorbeeld het sluiten van een anterieure overeenkomst.
De economische uitvoerbaarheid van het plan hoeft derhalve niet op dit moment te worden aangetoond.
Hoofdstuk 7 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
7.1 Algemeen
7.2 Vooroverleg
Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van een bestemmingsplan verplicht om daarbij overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten, waterschappen en die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening.
Het bestemmingsplan is daartoe verzonden naar de volgende instanties:
- Provincie Limburg
- Waterschap Roer en Overmaas
7.3 Inspraakprocedure
Op grond van de Inspraakverordening van de gemeente Roerdalen heeft het voorontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegen. Als u een inspraakreactie wilt indienen, kunt u dat doen in de periode dat het voorontwerp bestemmingsplan Kernen Roerdalen ter inzage ligt. Dat is van 3 januari tot 14 februari 2012.
Op 17 januari 2012 heeft er een informatieavond plaatsgevonden over het voorontwerp bestemmingsplan Kernen Roerdalen. In het kader van inspraak is het voorontwerp van het bestemmingsplan gepresenteerd en toegelicht tijdens de informatieavond. Tijdens deze avond hebben de aanwezigen gelegenheid gehad vragen te stellen en opmerkingen te maken. Het voorontwerp bestemmingsplan kernen Roerdalen heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen (van 3 januari tot 14 februari 2012). De terinzagelegging is zoasl gebruikelijk gepubliceerd op de gemeentepagina en het huis aan huisblad van de gemeente.
Het voorontwerp bestemmingsplan is tevens aan diverse betrokken adviesinstanties en
organen toegezonden in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro).
Er zijn inspraakreacties ontvangen. De reacties zijn samengevat en van commentaar voorzien. Daarbij is aangegeven of de reactie heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Alle indieners van een reactie hebben schriftelijk antwoord ontvangen. Het inspraakverslag en bijbehorende erratum zijn als bijlage 6 en 7 opgenomen. De resultaten van de inspraak zijn in het ontwerp bestemmingsplan verwerkt.
7.4 Zienswijzen
Op de voorbereiding van het besluit omtrent de aanpassingen is de in artikel 3.8 Wro geregelde procedure van toepassing, dat wil zeggen dat het ontwerp gedurende zes weken ter inzage ligt, waarbinnen eenieder zijn zienswijze kenbaar kan maken.
Er zijn zienswijzen ontvangen. Deze zijn samengevat en van commentaar voorzien. Daarbij is aangegeven of de zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Alle indieners van een zienswijze hebben schriftelijk antwoord ontvangen. De nota zienswijzen en bijbehorend erratum zijn als bijlage 8 en 9 opgenomen. De resultaten van de zienswijzen zijn in het vastgestelde bestemmingsplan verwerkt.
Binnen 12 weken na ter inzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan stelt de gemeenteraad van Roerdalen het bestemmingsplan vast. De vaststelling van het bestemmingsplan dient in principe binnen 2 weken na de vaststelling bekend te worden gemaakt. Hierop zijn twee uitzonderingen. In de hieronder aangegeven gevallen mag het besluit tot vaststelling pas bekend gemaakt worden nadat 6 weken zijn verstreken:
- 1. Gedeputeerde Staten of de Inspecteur van VROM hebben een zienswijze ingediend en deze zienswijze is niet of niet volledig door de gemeenteraad meegenomen in het vastgestelde bestemmingsplan.
- 2. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan ten opzichte van het ontwerp van het bestemmingsplan - met uitzondering van het overnemen van de zienswijze van Gedeputeerde Staten of de Inspecteur van VROM - wijzigingen aangebracht.
7.5 Beroep
Na vaststelling van het bestemmingsplan kan binnen 6 weken na bekendmakening beroep worden ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er staat echter geen beroep open als geen zienswijze is ingediend, tenzij het beroep zich richt tegen wijziging bij vaststelling van het bestemmingsplan.
7.6 Uitspraak Raad Van State
Het bestemmingsplan Kernen Roerdalen is door de gemeenteraad vastgesteld op 25 april 2013. Het plan heeft vervolgens vanaf 11 juni 2013, 6 weken ter inzage gelegen.
Op 30 juli 2014 heeft de Raad van State uitspraak gedaan; zie bijlage 10. Een deel van de beroepen is gegrond verklaard en een aantal onderdelen van het bestemmingsplan is vernietigd. Het gaat om een 3-tal onderdelen, die uitsluitend betrekking hebben op de verbeelding:
- de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 6" dient van het perceel Edmond Bellefroidlaan 8 te Herkenbosch te worden verwijderd;
- ter plaatse van het plandeel met de bestemming "Agrarisch" voor het perceel Dorpsstraat 29 te Melick dient, voor zover hieraan niet de aanduiding "bouwvlak" is toegekend, deze alsnog te worden toegekend;
- het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen" voor de percelen kadastraal bekend als gemeente Roerdalen, sectie C, nummer 4145 en 4094. Als gevolg van de vernietiging door de Raad van State worden deze gronden uit de verbeelding geschrapt. Dit heeft tot gevolg dat te zijner tijd een separaat bestemmingsplan voor deze gronden moet worden opgesteld.
Naar aanleiding van deze uitspraak is het bestemmingsplan aangepast.
Bijlagen
Bijlage 1 Plangrenzen
Plangrens Herkenbosch
Plangrens Melick
Plangrens Montfort
Plangrens St. Odiliënberg
Plangrens Reutje
Plangrens Posterholt
Plangrens Vlodrop
Plangrens Etsberg
Bijlage 2 Begrippenlijst
Dekzandrug
Een opgestoven hoogte van zand dat door de wind is afgezet (voornamelijk in de ijstijd).
Steilrand
Een abrupt hoogteverschil.
Holtpodzolgronden
Een bodemclassificatie binnen de minerale gronden.
Vorstvaaggronden
Een bodemclassificatie binnen de minerale gronden zonder duidelijke ontwikkeling van horizonten. Een vaaggrond heeft ook geen humusrijke bovengrond. Het zijn over het algemeen jonge, weinig ontwikkelde gronden waarin de verschillende bodemvormende processen nog weinig invloed hebben gehad.
Houtkanten
Een heg of een haag die meestal is vormgegeven door een lijnvormige aanplanting van struiken en bomen met als doel het scheiden van ruimte.
Holle weg
Een holle weg of grub(be) is een weg die uitgesleten of uitgegraven is en daardoor (gedeeltelijk) tussen twee hellingen ligt.
Horstpodzolgronden
Een bodemclassificatie binnen de minerale gronden.
Gooreerd gronden
Een bodemclassificatie binnen de minerale gronden waarbij een duidelijke humuspodzol-B-horizont ontbreekt of is zeer zwak ontwikkeld.
Foerageergebied
Een gebied dat vogels of andere dieren regelmatig gebruiken om zich te voeden.
Kleibrikgronden
Gronden ontstaan door kleiverplaatsing in verticale richting.
Renatureren
Het terugbrengen van natuur.
Enkeerdgrond
Een bodemclassificatie binnen de minerale gronden. Hieronder verstaat men alle moerige gronden en minerale gronden met een humusrijke bovengrond.
Bomengrid
Een in een raster opgestelde cluster van bomen
Radiale wegenstructuur
Verkeersontsluitingen welke zijn opgezet volgens het patroon van een cirkel met haaks hierop de wegen volgens de straal van deze cirkel.
Meander- en inundatiegebied
Een meanderzone is een zone rond de rivier waarbinnen de rivier slingert door rivierafzetting in de binnenbocht en afslag in de buitenbocht.
Een inundatiegebied vervult een functie in het tijdelijk bergen van overtollig water.
Mitigerende maatregelen
Maatregelen die de negatieve effecten van een besluit of feitelijk handelen voorkomen of reduceren (meestal betrekking op het aspect natuur).