Westelaarses 35 en ongenummerd, Wouwse Plantage
Wijzigingsplan - gemeente Roosendaal
Vastgesteld op 31-05-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 wijzigingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1674.1108WESTELAARSES35-0601 met bijbehorende regels en bijlagen;
1.2 verbeelding
de plankaart met daarop aangegeven het plangebied en de bestemmingen, met het nummer NL.IMRO.1674.1108WESTELAARSES35-0601 van het bestemmingsplan "Wijzigingsplan Westelaarsestraat 35 en ongenummerd, Wouwse Plantage" van de gemeente Roosendaal;
1.3 Veehouderij
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren;
1.4 Zorgvuldige veehouderij
veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Van Toepassing Verklaring
De verbeelding behorende bij het bestemmingsplan "Buitengebied Wouw" van gemeente Roosendaal, met identificatienummer NL.IMRO.1674.2012BUITENGEBIEDW-0601 voor de percelen Westelaarsestraat 35 en ongenummerd is als volgt gewijzigd:
-
Het bouwvlak is vergroot en gewijzigd. Een en ander is aangegeven op de bij dit* plan behorende verbeelding met nummer NL.IMRO.1674.1108WESTELAARSES35-0601.
Ter plaatse van de bestemming 'Agrarisch' gelden de volgende regels:
a. Het in gebruik nemen van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gronden ten behoeve van een veehouderij is niet toegestaan.
b. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a. en het gebruik van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en gronden ten behoeve van een veehouderij, niet zijnde een intensieve veehouderij, toestaan, mits:
-
de betreffende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en gronden, welke worden aangewend voor het gebruik ten behoeve van een veehouderij, op de verbeelding worden voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', waarmee het gebruik ten behoeve van een veehouderij wordt aangegeven;
-
is geborgd dat ter plaatse alleen een zorgvuldige veehouderij is toegestaan;
-
het bouwperceel ten hoogste 1,5 hectare bedraagt;
-
de ontwikkeling vanuit een goede leefomgeving inpasbaar is in de omgeving;
-
is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12 % en in het buitengebied niet hoger is dan 20 %, tenzij er -indien blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, welke ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert;
-
is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 µg/m3;
-
de landschappelijke inpassing tenminste 10% van de omvang van het bouwperceel omvat;
-
een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling;
-
binnen gebouwen niet meer dan één bouwlaag voor het houden van dieren wordt gebruikt, met uitzondering van volière- en scharrelstallen voor legkippen, waar ten hoogste twee bouwlagen voor het houden van dieren mogen worden gebruikt.
c. Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend binnen het bouwvlak. Een tweede bedrijfswoning is niet toegestaan, ook niet met toepassing van een afwijkings- en/of wijzigingsbevoegdheid.
d. Het is verboden de gronden en bouwwerken langer dan een periode van één jaar in gebruik te
nemen of te laten nemen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering, behoudens wanneer is
voorzien in de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform het in bijlage 1 van de regels opgenomen landschappelijk inrichtingsplan, teneinde te komen tot een goede
landschappelijke inpassing.
Ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Water' gelden de volgende regels:
-
Ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Water' mag niet worden gebouwd;
-
In afwijking van het bepaalde onder a is het bouwen ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Water' toegestaan, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder volgens het gestelde in de Voorwaarden Uitvoering Werken 2004 (VUW2004) van het waterschap Brabantse Delta.
Voor het overige blijven de regels behorende bij het bestemmingsplan "Buitengebied Wouw" van gemeente Roosendaal, voor zover relevant, onverkort van toepassing, met dien verstande dat:
-
de op basis van dit wijzigingsplan mogelijke nieuwe ruimtelijke ontwikkeling uitsluitend is toegestaan, indien voor de opvang en infiltratie van water de retentieverplichting in de vorm van een aan te leggen WADI met natuurlijke oevers met een inhoud van 180 m3 wordt gerealiseerd en in stand gehouden in of in de directe omgeving van het plangebied.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 3 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het wijzigingsplan "Wijzigingsplan Westelaarsestraat 35 en ongenummerd, Wouwse Plantage".
Aldus vastgesteld op: 31 MEI 2016.