Snelfietsroute F58 - westelijk deel
Bestemmingsplan - gemeente Roosendaal
Vastgesteld op 05-06-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Snelfietsroute F58 - deel West met identificatienummer NL.IMRO.1674.2151SNELF58WEST-0601 van de gemeente Roosendaal;
1.2 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.3 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.4 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.5 bebouwingspercentage
het percentage van een bouwperceel of gedeelte daarvan, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
1.6 belwinkel
een ruimte voor het bedrijfsmatig aan het publiek gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, al dan niet geplaatst in belcabines, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan belwinkel, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'belwinkel';
1.7 bestaande situatie (bebouwing en gebruik)
1. bouwwerken, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;
2. het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft gekregen;
1.8 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.9 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.10 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.11 bijbehorende bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.12 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.13 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.14 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.15 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.16 brutovloeroppervlakte
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
1.17 ecologische verbindingszone
langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd, gericht op het verbinden van natuurgebieden;
1.18 gebouw
een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.19 groothandel in smart- en growproducten
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen de uitstalling ter verkoop, ter huur, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen die in het maatschappelijk verkeer worden aangeduid als smart- en growproducten aan tussenhandelaren of verwerkende bedrijven die deze goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending in de uitoefening van een beroeps- en of bedrijdsactiviteit met dien verstande dat het niet is toegestaan om in groothandel detailhandel te bedrijven;
1.20 growshop
een al dan niet zelfstandige ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, lampen, ventilatiesystemen, waterpompen) voor psychotrope stoffen, aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan een growshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'growshop';
1.21 handreiking
de 'Handreiking voor het berekenen van de breedte van de specifieke magneetveldzone bij bovengrondse hoogspanningslijnen' versie 4.1 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Mileu;
1.22 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.23 kwetsbaar object
object als bedoeld in artikel 1, lid 1 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen;
1.24 peil
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; -
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; -
indien in of op het water wordt gebouwd:
het Normaal Amsterdams Peil of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot (zijdelingse) perceelsgrens
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelscheiding van het bouwperceel;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.6 toepassing van maten
de in deze regels omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, schoorstenen, gasafvoer- en ontluchtingskanalen, antennes, balkons, galerijen, noodtrappen, luifels, liftkokers, afvoerpijpen van hemelwater, gevellijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en dergelijke naar aard en omvang ondergeschikte bouwonderdelen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf-4
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Bedrijf-4" aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven:
a. bedrijven voor zover deze voorkomen in de categorie 1, 2, 3.1 en 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf-aannemingsbedrijf" is uitsluitend een aannemingsbedrijf toegestaan;
alsmede bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, groen en water.
3.2 Bouwregels
3.3 Ontheffing van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. beplantingen;
b. bermen;
c. ter plaatse van de aanduiding 'pergola' een pergola;
d. verhardingen, voet- en fietspaden, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
e. watergangen en andere waterpartijen en daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers;
f. ter plaatse van de aanduiding 'monument' tevens voor het behoud van het monument;
g. behoud, herstel en/of de duurzame ontwikkeling van vijver, watergangen en -partijen, bomenlanen, klein religieus erfgoed en het besloten karakter van de kloostertuin.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Natuur
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. behoud, herstel en ontwikkeling van de bestaande biotopen;
b. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' geldt dat de gronden mede zijn bestemd voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone en het als zodanig instandhouden van de niet-beboste gedeelten;
c. behoud en bescherming van aardkundige waarden;
d. behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische, en landschappelijke en natuurwaarde;
e. waterhuishoudkundige doeleinden;
f. recreatief medegebruik;
g. agrarisch gebruik gericht op natuurbeheer;
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wegen met ten hoogste twee keer één doorgaande rijstrook, dan wel met ten hoogste twee keer twee doorgaande rijstroken, onder rijstroken zijn niet begrepen opstel-, in- en uitvoeg- en busstroken;
-
voet- en fietspaden, daaronder mede begrepen een snelfietsroute;
-
ter plaatse van de aanduiding railverkeer, tevens railverkeer;
-
parkeervoorzieningen;
-
beplantingen;
-
bermen;
-
watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
civieltechnische kunstwerken, zoals een brug, tunnel of viaduct of daarmee vergelijkbare voorzieningen;
-
voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals groen-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder straatmeubilair, abri's, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen;
-
geluidwerende voorzieningen en daarbij behorende beplantingen;
-
kunstwerken en kunstobjecten.
6.2 Bouwregels
6.3 Algemene gebruiksregels
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de voor de snelfietsroute F58 aangewezen gronden conform de bestemming 'Verkeer' is alleen toegestaan als de natuurcompensatie conform het compensatieplan, zoals opgenomen in bijlage I, binnen drie jaar na onherroepelijk zijn van het bestemmingsplan is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
6.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Leiding
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg en instandhouding van:
a. een rioolpersleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn - riool' alsmede binnen de met deze dubbelbestemming aangegeven veiligheidszone - leiding;
een en ander met de bijbehorende voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Ontheffing van de bouwregels
Artikel 8 Leiding - Hoogspanningsverbinding 150 - 380 Kv
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding 150/380 kV' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
a. een gecombineerde bovengrondse 150 kV/380 kV-hoogspanningsverbinding, met de daarbij behorende belemmeringenstrook;
met de daarbij behorende:
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
c. groenvoorzieningen;
d. nutsvoorzieningen;
e. toegangswegen;
f. waterlopen en waterpartijen;
g. waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
a. binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding 150/380 kV' mogen en behoeve van de bestemming enkel worden gebouwd: bouwwerken, geen gebouw zijnde;
b. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de hoogspanningsverbinding die voldien aan de volgende criteria:
1. de bouwhoogte van een hoogspanningsmast (waaronder mede begrepen
jukken) mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte bedragen;
2. hoogspanningsmasten worden uitsluitend gebouwd als vakwerkmast;
3. de veldlengte tussen twee mastlocaties bedraagt ten minste 180m en ten
hoogte 400m;
4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3m bedragen;
5. uit een rapport met de weergave van de berekende specifieke magneetveldzone conform de handreiking als bedoeld in 1.21 blijkt dat na ingebruikname van de hoogspanningsverbinding er geen gevoelige bestemmingen zijn gelegen binnen de specifieke magneetveldzone anders dan de gevoelige bestemmingen die zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze regels;
6. hoogspanningsmasten waarvan de bouwhoogte groter is dan de valafstand tot enige buisleiding waarop het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing is, mogen alleen worden opgericht indien er zodanige bouwmaterialen worden gebruikt en/of zodanige andere maatregelen worden getroffen, dat wordt voldaan aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen;
c. ten behoeve van de andere aan deze gronden toegekende bestemmingen mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte en hoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering of indien de bestaande fundering niet aan technische eisen voldoet een nieuwe fundering mits de oppervlakte en hoogte niet worden vergroot.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 onder c en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de andere aan de gronden toegekende bestemming(en), mits:
a. de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad;
b. vooraf de leidingbeheerder van de desbetreffende hoogspanningsverbinding gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen, dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht.
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Waarde - Archeologie 1
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor het behoud van hoge archeologische waarden.
9.2 Bouwregels
9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
9.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' van de verbeelding te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 10 Waarde - Archeologie 2
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor het behoud van middelhoge archeologische waarden.
10.2 Bouwregels
10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' van de verbeelding te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene Bouwregels
12.1 Bestaande afstanden en andere maten
12.2 Overschrijding bouwgrenzen
De aangegeven bouwgrenzen/voorgevellijn mogen/mag uitsluitend worden overschreden door:
-
tot gebouwen behorende stoepen, trappen- c.q lifthuizen, hellingbanen, funderingen, entreeportalen, veranda's mits de overschrijding niet meer dan 2,5m bedraagt.
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de gronden gegeven bestemmingen, de bestemmingsomschrijvingen en de overige regels.
Artikel 14 Algemene Aanduidingsregels
14.1 Overige zone - aardkundige waarden
14.2 Overige zone - attentiezone waterhuishouding
14.3 Overige zone - behoud en herstel watersystemen
14.4 Overige zone - beperking veehouderij
14.5 Overige zone - ecologische verbindingszone
14.6 Overige zone - groenblauwe mantel
De gronden die zijn aangeduid als 'Overige zone - groenblauwe mantel' zijn mede bestemd tot het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de daarmee samenhangende ecologische waarden en kenmerken en landschappelijke waarden en kenmerken. Ontwikkelingen binnen de zone die mogelijk gemaakt worden door de onderliggende bestemmingen, zijn uitsluitend mogelijk indien die een positieve bijdrage leveren aan de bescherming en de ontwikkeling van deze ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken.
14.7 Overige zone - in Interim omgevingsverordening te verwijderen NNB
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - in Interim omgevingsverordening te verwijderen NNB' wordt de structuur 'natuurnetwerk Brabant' verwijderd uit de Interim omgevingsverordening.
14.8 Overige zone - landschapselement
14.9 Overige zone - reservering waterberging
14.10 Veiligheidszone - leiding
14.11 Vrijwaringszone - buisleidingenstraat
14.12 Vrijwaringszone - molenbiotoop
14.13 Vrijwaringszone - radar
Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels
15.1 Afwijking bouwen
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, en tenzij daardoor belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, met een omgevingsvergunning afwijken van het in dit plan bepaalde:
-
ten aanzien van de plaats van de bouwgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt;
-
van de in de artikelen genoemde maten en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%;
-
van enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, telefooncellen en wachthuisjes, met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet meer dan 50m3 mag bedragen en de goothoogte ervan niet meer dan 3m mag bedragen.
Artikel 16 Algemene Wijzigingsregels
16.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voorzover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
16.2 Belangenprocedure bij de algemene wijzigingsregels
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 17 in acht te worden genomen.
Artikel 17 Algemene Procedureregels
17.1 Procedure wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen voornemens zijn gebruikt te maken van de wijzigingsbevoegdheid voor zover naar dit artikel wordt verwezen.
17.2 Procedureregels
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn gebruik te maken van een wijziging als bedoeld in 17.1 gelden hiervoor de volgende procedureregels.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 Overgangsregels
18.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip vanwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
18.2 Omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 18.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 18.1 met maximaal 10%.
18.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 18.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
18.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
18.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
18.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in 18.4 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
18.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 18.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
18.8 Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer personen, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Artikel 19 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Snelfietsroute F58 - deel West.
Aldus vastgelegd in de ______________
De griffier, De voorzitter,
Bijlage 1
Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2
Bijlage 3
Bijlage 1
Bijlage 2
Bijlage 3
Bijlage 4
Memo natuurcompensatie aanleg snelfietsroute Roosendaal - Bergen op Zoom
Bijlage 5
Bijlage 6
Rapportage boom effect analyse
Bijlage 7
Rapportage snelfietsroute F58 te Roosendaal
Bijlage 8
Ruimtelijke onderbouwing Plantagebaan 58
Bijlage 9
Verkennend (water)bodemonderzoek
Bijlage 10
Voortoets stikstofdepositie snelfietsroute Roosendaal - Bergen op Zoom