Kop van Schouwen
Bestemmingsplan - gemeente Schouwen-Duiveland
Vastgesteld op 27-06-2013 - deels onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Kop van Schouwen van de gemeente Schouwen-Duiveland.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1676.00040BpAbg-va03 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aan- of uitbouw:
een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een woning dat door haar indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt ten behoeve van de woning.
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 aanduidingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.
1.7 aaneengebouwd:
blokken van meer dan twee aaneengebouwde (recreatie)woningen.
1.8 achtererf bij een hoofdgebouw:
gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterzijde van het hoofdgebouw gelegen erfgrens.
1.9 achtergevel:
het meest achterwaarts gelegen deel van een gebouw.
1.10 achtergevellijn:
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een hoofdgebouw tot aan de bouwperceelsgrenzen.
1.11 afgewerkt bouwterrein:
de gemiddelde hoogte van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, omringende grond; bij hellende terreinen: het hoogste punt van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, omringende grond.
1.12 afhaalrestaurant:
een horecabedrijf dat zich richt op het verstrekken van maaltijden, dranken en/of kleine etenswaren voor consumptie elders al dan niet met het daarnaast afzonderlijk verstrekken van dranken of kleine etenswaren voor directe consumptie ter plaatse.
1.13 agrarisch hulp- en nevenbedrijf:
een agrarisch bedrijf dat mede is gericht op het verlenen van diensten ten behoeve van andere agrarische bedrijven.
1.14 agrarisch loonbedrijf:
een bedrijf dat uitsluitend of grotendeels is gericht op het verlenen van diensten ten behoeve van agrarische bedrijven.
1.15 archeologische deskundige:
de provinciaal archeoloog van Zeeland, de Rijksarcheoloog van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed of een ander deskundig archeologisch adviesbureau.
1.16 archeologische waarde:
de in het kader van dit plan aan het gebied toegekende waarde gekenmerkt door voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen direct onder het aardoppervlak.
1.17 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.18 bebouwingspercentage:
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een maatvoeringsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.19 bed & breakfast:
een nevenactiviteit in een bestaande woning waar logies wordt verstrekt en waar eventueel afzonderlijke maaltijden worden verstrekt aan gasten.
1.20 bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
1.21 bedrijfsmatig gebruik van de woning:
het gebruik van (een gedeelte van) een woning en/of daarbij behouden aanbouw of bijgebouw voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijk bedrijvigheid in tegenstelling tot een aan-huis-gebonden-beroep gericht op consumentenverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk, waarvan de omvang zodanig is dat de woonfunctie behouden blijft en waarvoor geen meldings- of vergunningsplicht op grond van het Inrichtingen- en of Vergunningenbesluit milieubeheer geldt.
1.22 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouwof op een terrein, welke slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van ) een persoon,
- wiens huisvesting daar noodzakelijk is gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, of
- waarvan het hoofdinkomen afkomstig is van een bedrijf waarvan de bedrijfsactiviteiten gelet op de bestemming van de grond ter plaatse structureel worden uitgeoefend.
1.23 beheersplan:
een plan dat gericht is op het beheer, het onderhoud, instandhouding en herstel dan wel versterking van de gewenste landschaps- en/of natuurwaarden in een gebied.
1.24 beroepsmatig gebruik van de woning:
het gebruik van (een gedeelte van) een woning en/of daarbij behorende aanbouw of bijgebouw voor een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, haarverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende aan- of bijgebouw met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
1.25 bestaand:
ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.26 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.27 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.28 bijgebouw:
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.29 bordes (sta) caravan:
verhoogd platform met afdak en maximaal 2 wanden voor de ingang van een (sta)caravan bereikbaar via een aantal treden of een trap.
1.30 bordes (woning):
verhoogd platform voor de ingang van een gebouw bereikbaar via een aantal treden of een trap.
1.31 bouwaanduidingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het bebouwen van deze gronden.
1.32 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.33 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.34 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.35 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.36 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.37 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.38 bruto-standplaatsgrootte:
De totale oppervlakte van een kampeerterrein, inclusief landschappelijke inpassing, gedeeld door het totaal aantal standplaatsen.
1.39 cafetaria/snackbar:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van ter plaatse bereide kleine etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak-alcoholische dranken voor consumptie elders dan ter plaatse en niet-alcoholische dranken voor directe consumptie en consumptie elders dan ter plaatse.
1.40 café:
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleinere etenswaren.
1.41 campinghotel:
een voorziening op een camping dat gericht is op het verstrekken van logies (per nacht), waarbij de gasten van de camping en het campinghotel gebruik maken van gezamenlijke voorzieningen, zoals horeca, zwembad, kampwinkel etc.
1.42 centrale bedrijfsmatige exploitatie:
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een gezamenlijk beheer en exploitatie van recreatiewoningen, kampeerterreinen en kampeermiddelen, gericht op het bieden van (permanent wisselende) recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden.
1.43 dagrecreatie:
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting uitdrukkelijk is uitgesloten.
1.44 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.45 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen waaronder zijn begrepen reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, bankfilialen schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en seksinrichting.
1.46 duinvoet:
de scheidingslijn tussen strand en duinen zijnde de hoogtelijn in meters ten opzichte van NAP.
1.47 erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
1.48 erfgrens:
de grens van het erf.
1.49 escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersonen die bedrijfsmatig ,of van omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend.
1.50 extensieve dagrecreatie:
kleinschalige extensieve recreatieve activiteiten gericht op de beleving van de Kop van Schouwen, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, kanoën, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
1.51 fietstunnel:
een ongelijkvloerse fietsverbinding onder een weg, die deel uitmaakt van een fietspad.
1.52 gastenverblijf:
een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw welke ten dienste staat van een woning en welke uitsluitend gebruikt wordt om logies te bieden aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben.
1.53 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.54 geluidgevoelig object:
woningen alsmede andere geluidsgevoelige gebouwen of geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder (Wgh) en artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder (Bgh).
1.55 geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder (Stbl. 1981, 533) rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
1.56 gevellijn:
denkbeeldige lijn die strak langs de gevel van een gebouw loopt tot aan de bouwperceelsgrenzen, dan wel de aangeduide lijn.
1.57 grondgebonden agrarisch bedrijf:
- a. akkerbouw, fruitteelt-, en overig tuinbouwbedrijf waaronder bloem- en boomkwekerij: een bedrijf dat zich toelegt op het telen of veredelen van gewassen in of op de open grond (de teelt onder afdekmateriaal en in tijdelijke kweektunnels daarbij begrepen);
- b. veeteeltbedrijf: een bedrijf dat zich toelegt op het houden van melkvee en/of overig vee waarvoor in de bedrijfsvoering weidegang essentieel is.
1.58 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
1.59 horecabedrijf:
een bedrijf gericht op het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereidde en al dan niet ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaren en/of het verstrekken van logies en/of het exploiteren van zaalaccomodaties.
1.60 horecaterrasoverkapping:
een terrasoverkapping bestaande uit een frame met twee of meer staanders en een ligger waaraan een zogenaamd uitval- of knikarmscherm is bevestigd.
1.61 hotel/motel:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht), maaltijden en dranken ter plaatse en zaalverhuur voor congressen.
1.62 hoveniersbedrijf:
een bedrijf, gericht op het ontwerp, de aanleg, het onderhoud en de renovatie van tuinen.
1.63 Inrichtingen- en vergunningenbesluit van de Wet milieubeheer:
het Inrichtingen- en vergunningenbesluit van de Wet milieubeheer, zoals dat luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.64 kampeerhuisje:
een op een standplaats gelegen eenvoudig gebouw met een oppervlakte van maximaal 75 m² en een hoogte van maximaal 5,50 meter, mits sprake is van een beperkte inhoud tot 250 m³, bestemd voor recreatief nachtverblijf voor personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.65 kampeermiddel:
tenten, tentwagen, kampeerhuisjes of -lodges, caravans, campers, (sta)caravans of hiermee gelijk te stellen mobiele onderkomens op kampeerterreinen bestemd voor recreatief nachtverblijf, waarbij gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.66 kampeerterrein:
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en/of kampeerhuisjes ten behoeve van recreatief nachtverblijf, waaronder begrepen dienstgebouwen en andere voorzieningen ten dienste van het kamperen.
1.67 kantoor(ruimte):
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig/bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee naar aard gelijk te stellen gebied.
1.68 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen:
Voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport en spel (waarbij overnachting uitdrukkelijk is uitgesloten) zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
1.69 kwaliteitseis:
eisen voor kampeerterreinen ten aanzien van de bescherming van natuur- en landschapswaarden zoals bepaald in bijlage 10 behorende bij deze regels.
1.70 kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.
1.71 landschapsdeskundige:
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake aanwezige landschapswaarden.
1.72 logeergebouw:
een gebouw bestemd voor verblijfsrecreatie door meerdere personen in groepsverband.
1.73 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociale-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen.
1.74 mantelzorg:
alle vormen van langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voorvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Bij de mogelijk hiervoor benodigde extra woonruimte dient er sprake te zijn van bewoning door één huishouden.
1.75 milieudeskundige:
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake milieu.
1.76 NED:
Nieuwe Economische Drager: een niet agrarische nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf, of een vervolgfunctie bij een voormalig agrarisch bedrijf (VAB).
1.77 NEN:
Door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.78 netto-standplaatsgrootte:
De effectieve, vrije standplaatsruimte per kampeerplaats, gemeten zonder beplantingen, wegen, (schouw)paden, sport- en spelvoorzieningen en parkeergelegenheid.
1.79 nevenactiviteit:
niet-agrarische activiteiten die in ruimtelijk opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een (voormalig) agrarisch bouwvlak.
1.80 nutsvoorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.
1.81 ondergeschikte functie:
functie waarvoor maximaal 15% van de vloeroppervlakte als zodanig mag worden gebruikt.
1.82 ondersteunende detailhandel:
gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair gericht op de verkoop van goederen, maar slechts ter ondersteuning is van de hoofdactiviteit.
1.83 ondersteunende horeca:
gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair gericht is op het verstrekken van consumptieve goederen, maar slechts ter ondersteuning is van de hoofdactiviteit. Deze consumptieve gelegenheid richt zich op het verstrekken van eetwaren voor directe consumptie ter plaatse met daarnaast het afzonderlijk verstrekken van dranken voor directe consumptie ter plaatse. Horecagelegenheden bij sportkantines en clubhuizen vallen hier niet onder.
1.84 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en optioneel een wand.
1.85 passend in straat- en bebouwingsbeeld:
- a. een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
- b. een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling;
- c. een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georienteerd is;
- d. de cultuurhistorische samenhang van de omgeving.
1.86 peil:
- a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk grenst aan de weg: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. bij ligging in het water: de gemiddelde hoogte van de aangrenzende oevers;
- c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afwerkte bouwterrein, ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan.
1.87 pension:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met een maximum van 25 slaapplaatsen, met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten.
1.88 perifere detailhandel:
detailhandel met een bovenlokale functie, waarvoor vanwege de aard en de omvang van het gevoerde assortiment en de dagelijkse bevoorrading een groot bedrijfsvloeroppervlak en/of een goede (auto)bereikbaarheid nodig is, zoals gespecialiseerde detailhandel in auto's, motoren, keukens, badkamers, boten, caravans, landbouwwerktuigen, tuinbenodigdheden, bouwmaterialen of meubels. Supermarkten en warenhuizen daaronder niet begrepen.
1.89 permanente bewoning:
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
1.90 permanente teeltondersteunende voorzieningen:
boog- en gaaskassen, overkappingsconstructies en stellingen als teeltondersteunende voorzieningen.
1.91 plaatsgebonden risico:
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is.
1.92 plaatsgebonden risicocontour:
de risicocontour 10-6/jaar volgende de artikelen 6, 7 en 8 lid 1 en 2 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geeft aan waar een bepaalde effectkans van één op een miljoen is op een incident met één of meer dodelijke slachtoffers.
1.93 privé-sanitair:
een sanitaire unit (voorzien van douche, toilet en wastafel) slechts voor gebruik door de huurder van een standplaats, waarbij de unit gedurende het gehele jaar op een standplaats aanwezig is.
1.94 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.95 raamprostitutie:
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué/prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.96 recreatief nachtverblijf:
recreatie, niet zijnde permanente bewoning, in ruimten welke zijn bestemd voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, kampeerhuisje, logeergebouw, pension of kampeermiddel, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.97 recreatief gebruik (Duinpolder e.o.):
recreatief nachtverblijf door een persoon of huishouden, zoals aangewezen in 43.8.
1.98 recreatiewoning:
een gebouw, geen woonkeet en geen (sta)caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bestemd is voor recreatief nachtverblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.99 restaurant:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
1.100 risicocontour:
contour rondom een risicovolle inrichting die de zone begrenst waar het plaatsgebonden risico, zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), gelijk is aan of groter is dan 10-6 per jaar.
1.101 risicovolle inrichting:
een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
1.102 ruimtelijke kwaliteitswinst:
ruimtelijke meerwaarde die bestaat uit de inrichting van het erf, landschaps- en/of natuurontwikkeling, herstel of herkenbaar maken van de cultuurhistorische waarden of het vergroten van de toegankelijkheid van het gebied ten behoeve van extensieve recreatie.
1.103 sanitair:
- a. prive-sanitair: een sanitaire unit (voorzien van douche, toilet en wastafel) slechts voor gebruik door de huurder van een standplaats, waarbij de unit gedurende het gehele jaar op of bij een standplaats aanwezig is;
- b. centrale sanitair: een sanitaire unit (voorzien van douche, toilet en wastafel) voor gebruik door meerdere huurders van een standplaatsen, waarbij de unit voor een ieder toegankelijk is.
1.104 seksautomatenhal:
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en/of live-shows van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven.
1.105 seksbioscoop/-theater:
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin vertoningen van erotische en/of pornografische aard worden gegeven.
1.106 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.107 Staat van Bedrijfsactiviteiten:
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
1.108 Staat van Horeca-activiteiten:
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
1.109 stacaravan:
een kampeermiddel uit één niet-samengesteld geheel, die in zijn geheel zelfstandig (over de weg) vervoerd kan worden met een maximale oppervlakte van 55m2 en maximaal 5 meter hoog, gemeten vanaf het afgewerkt bouwterrein.
1.110 standplaats:
het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in één of meerdere kampeermiddelen of een kampeerhuisje, waarbij de standplaatsen voor kampeermiddelen nader zijn te onderscheiden in:
- a. permanente standplaats:
een standplaats bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel of een kampeerhuisje en twee bijzettentjes van maximaal acht vierkante meter, dat gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
- b. niet-permanente standplaats:
een standplaats bestemd voor het plaatsen van één of meerdere kampeermiddelen, niet zijnde een stacaravan, gedurende het zomer- en/of winterseizoen. nader te onderscheiden in:
- één kampeermiddel met maximaal twee bijzettentjes van maximaal acht vierkante meter of
- maximaal drie tentjes van maximaal acht vierkante meter.
1.111 stedenbouwkundige:
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake stedenbouw.
1.112 straatprostitutie:
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.113 teeltondersteunende voorziening:
bouwwerken ten behoeve van de bescherming van de teeltgewassen en/of de voorkweek van voor het eigen bedrijf benodigd plantenmateriaal en/of de voorkoming van de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten.
1.114 trekkerhut(plus):
een eenvoudig gebouw bestaande uit één ruimte, zonder verdieping met een oppervlakte van maximaal 20 vierkante meter en een bouwhoogte van 3,50 meter.
1.115 tuincentrum:
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten en andere siergewassen en in samenhang daarmee de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschappen, tuinmeubilair en tuingrond, alsmede voor aanverwante artikelen ten behoeve van dierenverzorging en lifestyle.
1.116 twee-aaneen:
blok van twee aaneen gebouwde hoofdgebouwen die door middel van één gemeenschappelijke wand met elkaar zijn verbonden.
1.117 uitponden:
het verkaveld verkopen of in erfpacht uitgeven van standplaatsen op recreatieterreinen aan derden.
1.118 vab:
voormalige agrarisch bedrijf, waarbij alle bedrijfsmatige activiteitten zijn gestaakt en de voormalige bedrijfswoning voor wonen wordt gebruikt.
1.119 verblijfsrecreatie:
recreatie in ruimten die zijn bestemd of opgericht voor recreeatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie, logeergebouw, pension, kampeermiddel of kampeerhuisje, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.120 verblijfsrecreatieve voorzieningen:
voorzieningen, geen verblijfseenheden zijnde, ten behoeve van de verblijfsrecreatie.
1.121 verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
1.122 volkstuin:
een perceel grond dat wordt gebruikt voor dagrecreatief verblijven, alsmede voor het niet bedrijfsmatig kweken van groenten, fruit of bloemen.
1.123 voorgevel van een hoofdgebouw:
het meest naar de weg zijde gekeerde deel van een hoofdgebouw.
1.124 voorgevellijn:
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de bouwperceelsgrenzen.
1.125 vrijstaand:
een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander gebouw.
1.126 webwinkel:
detailhandel zonder showroom en zonder afhaalmogelijkheden ter plaatse.
1.127 weg:
voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad inclusief de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die weg behorende paden en bermen of zijkanten.
1.128 weidegang:
het bieden van gelegenheid voor dieren om buiten te lopen, op een substantiële oppervlakte landbouwgrond, waarbij een deel van de voerbehoefte voor de dieren buiten wordt verzameld en waarbij meer dan 50% van de betreffende landbouwgrond is begroeid.
1.129 winterkamperen:
het gebruik van kampeermiddelen voor recreatief nachtverblijf in de periode van 16 november tot 1 maart.
1.130 winterseizoen:
de jaarlijkse periode van 16 november tot 1 maart van enig jaar.
1.131 winterstalling:
het stallen van kampeermiddelen in de open lucht op een aparte plaats op het kampeerterrein, zodanig dat daarin geen recreatief nachtverblijf kan plaatsvinden, in het winterseizoen.
1.132 woning:
een hoofdgebouw dat dient voor de huisvestiging van één afzonderlijk huishouden.
1.133 Wro:
de Wet ruimtelijke ordening, zoals die luidde ten tijden van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.134 zijerf bij een hoofdgebouw:
gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan die zijde van het hoofdgebouw gelegen erfgrens.
1.135 zijgevel:
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of achtergevel is.
1.136 zijgevellijn:
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een hoofdgebouw tot aan de bouwperceelsgrenzen.
1.137 zomerseizoen:
de jaarlijkse periode van 1 maart tot en met 15 november van enig jaar.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de afstand:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.3 de bouwhoogte van een antenne-installatie:
- a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
- b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de breedte, lengte en diepte van een bouwwerk:
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.6 de brutovloeroppervlakte:
de brutovloeroppervlakte volgens NEN 2580.
2.7 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.8 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.9 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.10 de vloeroppervlakte:
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de bedrijfsvoering van aan grondgebonden agrarische bedrijven;
- b. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets-, wandel- en ruiterpaden en voorzieningen;
tevens voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - randzone': een randzone;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' een minicamping met ten hoogste het aantal standplaatsen, zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal permanente standplaatsen' dan wel 'maximum totaal aantal standplaatsen';
- e. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': een recreatiewoning;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud van cultuurhistorische waarde;
- g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, natuurvriendelijke oevers, water, laad- en losvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
3.3 Nadere eisen
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud en herstel van de aan de gronden eigen natuur- en landschapswaarden en/of cultuurhistorische waarden;
- b. de bedrijfsvoering van aan grondgebonden agrarische bedrijven;
- c. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets-, wandel- en ruiterpaden en voorzieningen;
tevens voor:
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - randzone': een randzone;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuur': een schuur;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping': een minicamping met ten hoogste het aantal standplaatsen, zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal permanente standplaatsen' dan wel 'maximum totaal aantal standplaatsen';
- g. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein': evenementen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud van cultuurhistorische waarde;
- i. het hobbymatig houden van dieren ten dienste van de naastgelegen bestemming Wonen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal': het behoud, de bescherming en het herstel van een houtwal of houtsingel;
- k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, natuurvriendelijke oevers, water, laad- en losvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
4.3 Nadere eisen
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier': een hoveniersbedrijf;
- b. vernietigd;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - drinkwaterwinning pompstation': een drinkwaterpompstation;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': een caravanstalling;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - electrotechnische industrie': electrotechnische industrie;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
- g. verhardingen, parkeervoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming, waaronder begrepen energievoorzieningen.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.3 Nadere eisen
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Bedrijventerrein
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten tot en met milieucategorie 3.2 voor zover die voorkomen op de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - BT, zoals weergegeven in bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten - BT;
en tevens voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag en bouwmaterialenhandel': opslag en bouwmaterialenhandel;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag en gemeentewerkplaats': opslag en een gemeentewerkplaats;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transport en groothandel in afval': een transportbedrijf met groothandel in afval met een maximale verwerking van 14.999 ton per jaar;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - taxibedrijf': een taxibedrijf;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - tuincentrum en hoveniersbedrijf': een tuincentrum en hoveniersbedrijf;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwmarkt' een bouwmarkt;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'garage': een garagebedrijf;
- i. verhardingen, parkeervoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming, waaronder begrepen energievoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de aanduidingen en de volgende regels:
6.3 Nadere eisen
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. risicovolle inrichtingen;
- b. opslag van gevaarlijke stoffen, voor zover deze voorkomen in Bijlage 3 Lijst vangevaarlijke stoffen;
- c. horeca, met uitzondering van het uitoefenen van ondergeschikte horeca;
- d. detailhandel, met uitzondering van het uitoefenen van ondergeschikte detailhandel bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten;
- e. zelfstandige kantoren, met uitzondering van het uitoefenen van kantoren ten dienste van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten;
- f. het inrichten en/of gebruiken van een gebouw als zelfstandige woonruimte;
- g. het inrichten en/of gebruiken van een gebouw als gastenverblijf;
- h. het inrichten en/of gebruiken van een gebouw als woonruimte ten behoeve van het bieden of ontvangen van mantelzorg.
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. lid 6.1 voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is genoemd, zoals opgenomen in Bijlage 5 Staat vanBedrijfsactiviteiten - BT, mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met een krachtens lid 6.1 ter plaatse toegelaten categorie bedrijfsactiviteiten;
- b. bij het verlenen van afwijking als bedoeld in lid 6.6, lid a, dient een milieudeskundige te worden gehoord, met betrekking tot de vraag of aan de in de desbetreffende artikelen genoemde criteria voor het afwijken is voldaan.
6.7 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten - BT, zoals weergegeven in Bijlage 5 Staat vanBedrijfsactiviteiten - BT wijzigen in die zin, dat bedrijfsactiviteiten kunnen worden toegevoegd dan wel worden verwijderd indien en voor zover een wijziging van de belasting van de desbetreffende typen van bedrijven op het milieu als gevolg van technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geeft.
Artikel 7 Detailhandel
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum': een tuincentrum;
- b. ter plaaste van de aanduiding 'supermarkt': een supermarkt;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - caravan- en campingshop': een caravan- en campingshop;
- d. wegen, parkeervoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
7.3 Nadere eisen
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. opslag van goederen waaronder vuurwerk en andere gevaarlijke stoffen, voor zover deze voorkomen in Bijlage 3 Lijst van gevaarlijke stoffen;
- b. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, standplaats voor kampeermiddelen;
- c. het inrichten en/of gebruiken van een gebouw als zelfstandige woonruimte;
- d. het inrichten en/of gebruiken van een gebouw als gastenverblijf;
- e. het inrichten en/of gebruiken van een gebouw als woonruimte ten behoeve van het bieden of ontvangen van mantelzorg.
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. plantsoenen;
- b. bermstroken, bermsloten;
- c. water, taluds, oevers en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm': geluidwerende voorzieningen;
- e. verhardingen, parkeervoorzieningen, paden, speelvoorzieningen, straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, geluidwerende voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 9 Groen - Landschappelijk
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Landschappelijk' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
- a. het behoud en/of herstel en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en de ontwikkeling van potentiële natuurlijke en landschappelijke waarden;
- b. landschappelijke afscherming van recreatieterreinen door opgaande beplanting van voornamelijk streekeigen soorten en voor geluidwerende voorzieningen, een grondwal inbegrepen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal': het behoud, de bescherming en het herstel van een houtwal of houtsingel;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud van cultuurhistorische waarde;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - uitbreiding natuur': gronden waarop natuurontwikkeling is voorzien;
- f. water, taluds, oevers en waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 9.1 bedoelde bestemming worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2 meter bedragen, met uitzondering van de bouwhoogte van openbare nutsvoorzieningen die ten hoogste 3,50 meter mogen bedragen.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, standplaats voor kampeermiddelen.
9.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.6 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - uitbreiding natuur' wijzigen in de bestemming Natuur, zonder bouwvlak, met dien verstande dat de wijziging slechts wordt toegepast als de gronden gebruiksvrij zijn verworven door de natuurbeheerder.
Artikel 10 Horeca
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven voor zover die voorkomen in categorie 1 en 2, zoals opgenomen in Bijlage 6 Staat van Horeca-activiteiten;
en tevens voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel': een hotel;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - cafetaria': een cafetaria;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'congrescentrum': een congrescentrum;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - pension': een pension
- g. wegen, parkeervoorzieningen, terrassen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
10.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
10.3 Nadere eisen
10.4 Afwijken van de bouwregels
10.5 Specifieke gebruiksregels
10.6 Afwijken van de gebruiksregels
10.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 11 Maatschappelijk
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. educatieve, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en hieraan gelieerde kantoren, zorgwoonvormen ten behoeve van sociaal-medische voorzieningen;
- b. voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;
- c. ondersteunende- en/of horeca-activiteiten uitsluitend ten dienste van deze maatschappelijke voorzieningen;
- d. wegen, parkeervoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
11.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
11.3 Nadere eisen
11.4 Afwijken van de bouwregels
11.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. opslag van goederen;
- b. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, standplaats voor kampeermiddelen;
- c. het inrichten en/of gebruiken van een gebouw als zelfstandige woonruimte;
- d. het inrichten en/of gebruiken van een gebouw als gastenverblijf;
- e. het inrichten en/of gebruiken van een gebouw als woonruimte ten behoeve van het bieden of ontvangen van mantelzorg.
Artikel 12 Natuur
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
en tevens voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - informatiecentrum': een informatie- en educatief centrum;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zweefvliegterrein': een zweefvliegterrein met ondergeschikte horeca in de categorie 1b, zoals opgenomen in Bijlage 6 Staat van Horeca-activiteiten;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - propaantank': een propaantank ten dienste van de aangrenzende bestemmingen Recreatie - Strand en Horeca;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud van cultuurhistorische waarde;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal': het behoud, de bescherming en het herstel van een houtwal of houtsingel;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': een bijgebouw ten behoeve van de nabijgelegen bestemming Wonen;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zweefvliegterrein met groepsaccomodatie': recreatief nachtverblijf ten behoeve van het zweefvliegterrein;
- j. bunkers;
- k. ontsluitingspaden, calamiteitenontsluitingen alsmede voorzieningen ten behoeve van hulpdiensten;
- l. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets, en wandel- en ruiterpaden en voorzieningen;
- m. water, beplanting, taluds, oevers en waterhuishoudkundige voorzieningen, educatieve voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, stand-, of ligplaats voor kampeermiddelen, voer- en vaartuigen.
12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Voor het slopen van bunkers, alsmede bouwwerken gelegen binnen de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is een omgevingsvergunning vereist. Alvorens de omgevingsvergunning kan worden verleend, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de welstand- en monumentencommissie.
12.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatieve voorzieningen;
- b. ondergeschikte horeca;
- c. speelvoorzieningen;
- d. wegen, parkeerruimte, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
13.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, standplaats van kampeermiddelen;
- b. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als winterstalling voor of standplaats van kampeermiddelen;
- c. het uitoefenen van verblijfsrecreatie.
Artikel 14 Recreatie - Gemengd
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatieve voorzieningen;
- b. outdooractiviteiten;
en tevens voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': een horecabedrijf in de categorie 1 dan wel 2, zoals opgenomen in Bijlage 6 Staat van Horeca-activiteiten;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan': een golfbaan;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': een kantoor;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' een minicamping met ten hoogste het aantal standplaatsen, zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal permanente standplaatsen' dan wel 'maximum totaal aantal standplaatsen';
- g. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': opslag van goederen, met uitzondering van vuurwerk en andere voor de omgeving gevaarlijke stoffen, voor zover deze voorkomen in de bij deze regels behorende Bijlage 3 Lijst van gevaarlijke stoffen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud van cultuurhistorische waarde;
- i. wegen, parkeerruimte, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
14.3 Nadere eisen
14.4 Afwijken van de bouwregels
14.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. opslag van gevaarlijke stoffen, voor zover deze voorkomen in Bijlage 3 Lijst vangevaarlijke stoffen;
- b. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, of standplaats van kampeermiddelen, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' dan wel 'opslag';
- c. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als winterstalling voor en standplaats van kampeermiddelen;
- d. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor permanente bewoning.;
- e. het uitoefenen van verblijfsrecreatie behoudens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping'.
14.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 15 Recreatie - Kampeerterrein
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. recreatie in kampeermiddelen en gebouwen welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverbijf door personen die hun hoofdblijf elders hebben;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-1': een kampeerterrein die voldoet aan de regels uit de kwaliteitseis-1;
- c. vernietigd;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-3': een kampeerterrein die voldoet aan de regels uit de kwaliteitseis-3;
en tevens voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden': het behoud, herstel en ontwikkeling van de natuur en het landschap;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - campinghotel': een campinghotel met maximaal 12 appartementen voor recreatief nachtverblijf;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': een recreatiewoning;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logeergebouw': een logeergebouw;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - bedrijfwoning met gastenverblijf': een bedrijfswoning met gastenverblijf;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dienstverlening en beheer': dienstverlening, zwembaden en overige voorzieningen ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'wellness': een schoonheidscentrum met bijbehorende wellness- en fitnessfaciliteiten;
- m. ondersteunende detailhandel ten behoeve van het recreatiebedrijf tot een vloeroppervlakte van ten hoogste 150 m2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' detailhandel is toegestaan waarvan de vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 550 m2, tenzij op de gronden de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte; vvo (m2)' is gelegen, dan is het vloeroppervlak, zoals met de aanduiding aangegeven, toegestaan voor detailhandel;
- n. ondersteunende horeca ten behoeve van het recreatiebedrijf in de categorie 1a dan wel 1b van de Staat van Horeca-activiteiten, zoals bedoeld in bijlage 6 Staat vanHoreca-activiteiten, tot een vloeroppervlakte van 350 m2 (exclusief terras), met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - maximum oppervlakte horeca 1' het vloeroppervlak ten hoogste 1.415 m2 mag bedragen;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - maximum oppervlakte horeca 2' het vloeroppervlak ten hoogste 515 m2 mag bedragen;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie': een zend- en ontvangstinstallatie ten behoeve van telecommunicatie;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - personeelsverblijf': een verblijf voor de tijdelijke huisvesting van op het bedrijf werkzaam zijnde recreatie personeel met een maximum van 14 slaapplaatsen;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'theater': een theater;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud van cultuurhistorische waarde;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - duinbeken': het behoud, versterken en ontwikkelen van aanwezige cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden als gevolg van een duinbeek;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal': het behoud, de bescherming en het herstel van een houtwal of houtsingel;
- u. ter plaatse de van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend voor parkeren;
- v. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, sanitairvoorzieningen, nutsvoorzieningen parkeervoorzieningen en (ontsluitings)wegen, spel-, sport- en speelvoorzieningen en landschappelijke inpassing;
- w. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, voorzieningen voor beheer en onderhoud en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming, zoals verblijven voor de tijdelijke huisvesting van het op het bedrijf werkzaam zijnde recreatie personeel en seizoenwerkers.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Specifieke gebruiksregels
15.5 Afwijken van de gebruiksregels
15.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 16 Recreatie - Recreatiewoning
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in gebouwen welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf door personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
en tevens voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dienstverlening en beheer': dienstverlening, zwembaden en overige voorzieningen ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logeergebouw': een logeergebouw;
- e. ondersteunende detailhandel ten behoeve van het recreatiebedrijf tot een vloeroppervlakte van ten hoogste 150 m2;
- f. ondersteunende horeca ten behoeve van het recreatiebedrijf in de categorie 1a dan wel 1b van de Staat van Horeca-activiteiten, zoals bedoeld in bijlage 6 Staat vanHoreca-activiteiten, tot een vloeroppervlakte van 350 m2;
- g. groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en (ontsluitings)wegen, spel-, sport- en speelvoorzieningen, kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
16.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Specifieke gebruiksregels
16.5 Afwijken van de gebruiksregels
16.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 17 Recreatie - Strand
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Strand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatie op het strand;
en tevens voor:
- b. behoud en ontwikkeling van natuurwaarden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - reddingspost (1-4)': een reddingspost;
- d. openbaar toegankelijke voorzieningen en bijbehorende opslagruimten;
- e. toiletten, douche- en kleedruimten;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen (1-14)': een seizoens- dan wel een jaarrondpaviljoen met bijbehorende opslagruimten en terrassen en met horeca in de categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten, zoals opgenomen in bijlage 6 Staat van Horeca-activiteiten;
- g. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
- h. groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
17.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
17.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan met het oog op het waterkeringsbelang en natuurbelangen nadere eisen stellen ten aanzien van:
- a. de afstanden van een strandpaviljoen en reddingspost tot de duinvoet;
- b. minimale afstand tussen strandpaviljoens en reddingsposten onderling;
- c. minimale afstand tot strand- en paalhoofden en stenen bermen;
- d. de constructie van het paviljoen en reddingspost;
- e. de verlichting van het strandpaviljoen en reddingspost;
- f. de fundering en in geval van paalfundering aan de paaldiepte en de minimale paalafstand;
- g. de hoogte van de onderkant van de vloer van een strandpaviljoen en reddingspost ten opzichte van het strand in verband met zandsuppletie op het strand.
17.4 Afwijken van de bouwregels
17.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het bieden van vergaderzaal- en feestzaalaccommodaties is niet toegestaan, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen (1-14)', daar is het bieden van een vergaderruime- en feestzaal als nevenactiviteit toegestaan behoudens een discotheek of nachtclub;
- b. detailhandel, met uitzondering van strandgerelateerde ondersteunende detailhandel als nevenactiviteit, voor zover het verkoopvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 25 m2;
- c. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en / of bouwwerken als seksinrichting of voor straatprostitutie;
- d. nachtverblijf, met uitzonering van nachtverblijf in paviljoens en reddingsposten ter beveiliging ervan.
17.6 Afwijken van de gebruiksregels
17.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 18 Recreatie - Verblijfsrecreatie
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in gebouwen welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf door personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
- b. ondergeschikte horeca ten dienste van de bestemming in de categorie 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten, zoals opgenomen in bijlage Staat van Horeca-activiteiten;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logeergebouw': een logeergebouw;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': een recreatiewoning;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' een minicamping met ten hoogste het aantal standplaatsen, zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal permanente standplaatsen' dan wel 'maximum totaal aantal standplaatsen';
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud van cultuurhistorische waarde;
- h. bij deze bestemming behorende voorzieningen wegen, parkeerruimte, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
18.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
18.3 Nadere eisen
18.4 Afwijken van de bouwregels
18.5 Specifieke gebruiksregels
18.6 Afwijken van de gebruiksregels
18.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 19 Sport
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sport;
- b. dagrecreatie;
en tevens voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld': sportvelden;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'manege': een manege;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum': een sportcentrum;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondentrainingsveld': een hondensportterrein;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' een minicamping met ten hoogste het aantal standplaatsen, zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal permanente standplaatsen' dan wel 'maximum totaal aantal standplaatsen';
- h. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
- i. ondersteunende detailhandels- en/of horeca activiteiten uitsluitend ten dienste van de bestemming;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - uitbreiding natuur': gronden waarop natuurontwikkeling is voorzien;
- k. wegen, verhardingen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, beplanting, water, waterhuishoudundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
19.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
19.3 Nadere eisen
19.4 Afwijken van de bouwregels
19.5 Specifieke gebruiksregels
19.6 Afwijken van de gebruiksregels
19.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 20 Verkeer
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten met een profiel van 1x2 rijstroken;
- b. voet- en fietspaden;
- c. parkeerterreinen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'terras': een horecaterras ten behoeve van de aangrenzende bestemming;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud van cultuurhistorische waarde;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'houtwal': het behoud, de bescherming en het herstel van een houtwal of houtsingel;
- g. groenvoorzieningen;
- h. speelvoorzieningen;
- i. straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, taluds, oevers, bruggen, fietstunnels en andere voorzieningen ten behoeve van de bestemming.
20.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
20.3 Nadere eisen
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, stand-, of ligplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 21 Water
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterpartijen en (primaire) waterlopen;
- b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- c. singels en taluds;
- d. bermstroken en oevers;
- e. bruggen en steigers;
- f. ondergeschikte groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
21.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 21.1 bedoelde bestemming bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter.
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, stand-, of ligplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 22 Wonen
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de huisvesting van een huishouden in een woning;
en tevens voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats': een standplaats ten behoeve van een woonwagen;
- c. specifieke vorm van recreatie - gastenverblijf: gastenverblijf;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - pension': een pension;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': een kantoor;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': een recreatie woning;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuur': een landbouwschuur;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarische bedrijf': een voormalige agrarische bedrijf;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nieuwe economische drager': activiteiten zoals opgenomen in bijlage Bijlage 1 Overzicht nieuweeconomische dragers;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden': het behoud, herstel en ontwikkeling van het landschapswaarden en de natuurwaarden;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minicamping' een minicamping met ten hoogste het aantal standplaatsen, zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal permanente standplaatsen' dan wel 'maximum totaal aantal standplaatsen';
- l. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - stacaravan': een stacaravan voor recreatief nachtverblijf;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'atelier': een atelier;
- n. ter plaats evan de aanduiding 'geluidscherm': een geluidwerende voorziening;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud van cultuurhistorische waarde;
- p. hobbymatig houden van dieren;
- q. wegen, parkeervoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
22.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
22.3 Nadere eisen
22.4 Afwijken van de bouwregels
22.5 Specifieke gebruiksregels
22.6 Afwijken van de gebruiksregels
22.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 23 Recreatie - Uit Te Werken
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een kampeerterrein;
- b. een bedrijfswoning per recreatiebedrijf;
- c. landschappelijke inpassing;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, groen-, parkeer-, nutsvoorzieningen, tuinen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en wegen.
23.2 Uitwerkingsregels
Het bevoegd gezag werkt de in lid 23.1 bedoelde bestemming nader uit, met inachtneming van de volgende uitwerkingsregels:
- a. de artikelen 15 en 9 zijn van overeenkomstige toepassing, voor de overige functies, genoemd onder 23.1 wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bepalingen uit dit bestemmingsplan;
- b. de bestemming Recreatie - Kampeerterrein wordt aan de gronden toegekend ten behoeve van kwaliteitsverbetering van de bestaande recreatiebedrijven voorzover gelegen in dit plan;
- c. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van het dienstverlening, beheer en onderhoud mag niet meer bedragen dan 4 meter;
- d. de afstand tussen standplaatsen en/of dienstgebouwen tot de woningen van derden bedraagt ten minste 50 meter;
- e. de afstand van parkeerterreinen tot de woning van derden bedraagt ten minste 30 meter;
- f. rondom het kampeerterrein wordt voorzien in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter of van ten minste 5 meter plus een met streekeigen beplanting beplante aarden wal van ten minste 2 meter hoog, gemeten vanaf het maaiveld;
- g. in afwijking van het bepaalde onder f is geen beplanting voorgeschreven tussen twee kampeerterreinen;
- h. de lichtuittstraling naar de omgeving dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk, hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goedgekeurd lichtplan overlegd;
- i. het aantal standplaatsen mag niet meer bedragen dan 33 per hectare;
- j. aansluiting op de openbare weg vindt plaats via één centrale verkeersontsluiting;
- k. voldaan wordt aan de bepalingen op grond van de Wet Geluidhinder;
- l. uitwerking leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer;
- m. indien het verhard oppervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vraagt het bevoegd gezag hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens het plan uit te werken;
- n. uitwerking vindt slechts plaats als:
- 1. voor de landschappelijke inpassing een beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
- 2. als realisatie, beheer en onderhoud van de landschappelijke inpassing zijn verzekerd;
- o. alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de milieudeskundige.
23.3 Bouwregels
Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een in werking getreden uitwerkingsplan en met inachtneming van de in dat plan opgenomen regels.
23.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 23.3, indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en gebruik, alsmede naar zijn afmetingen en zijn plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzage gelegd ontwerp.
Artikel 24 Leiding - Riool
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een hoofdrioolpersleiding respectievelijk een hoofdafvalwaterriool en de daarbij behorende beschermingszone.
24.2 Bouwregels
Op deze gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de desbetreffende hoofdtransportleiding.
24.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 24.2 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge ter plaatse aangewezen andere bestemmingen, mits door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding en vooraf advies is ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 25 Leiding - Water
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een hoofdwaterleiding en de daarbij behorende beschermingszone.
25.2 Bouwregels
Op deze gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de desbetreffende hoofdtransportleiding.
25.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 25.2 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge ter plaatse aangewezen andere bestemmingen, mits door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding en vooraf advies is ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Waarde - Aardkunde
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Aardkunde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming en veiligstelling van het aardkundig waardevolle reliëf en de geologisch waardevolle opbouw van de bodem.
26.2 Bouwregels
Op deze gronden is het niet toegestaan buiten het bouwvlak te bouwen.
26.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 26.2 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge ter plaatse aangewezen andere bestemmingen, mits is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk, waarvoor omgevingsvergunning wordt gevraagd, niet zal leiden tot een verstoring van de aardkundige waarden.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Waarde - Archeologie - 1
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
27.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
27.3 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1', als bedoeld in lid 27.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, nadat de aanwijzing als beschermd rijksmonument op grond van de Monumentenwet 1988 is ingetrokken.
Artikel 28 Waarde - Archeologie - 2
28.1 Bestemmingsomschrijving
28.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
28.3 Afwijken van de bouwregels
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
28.6 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2', als bedoeld in lid 28.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 29 Waarde - Archeologie - 3
29.1 Bestemmingsomschrijving
29.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
29.3 Afwijken van de bouwregels
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
29.6 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3', als bedoeld in lid 29.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 30 Waarde - Archeologie - 4
30.1 Bestemmingsomschrijving
30.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
30.3 Afwijken van de bouwregels
30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
30.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
30.6 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 4', als bedoeld in lid 30.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 31 Waarde - Archeologie - 5
31.1 Bestemmingsomschrijving
31.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
31.3 Afwijken van de bouwregels
31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
31.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
31.6 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 5', als bedoeld in lid 31.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 32 Waarde - Archeologie - 6
32.1 Bestemmingsomschrijving
32.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
32.3 Afwijken van de bouwregels
32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
32.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
32.6 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 6', als bedoeld in lid 32.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 33 Waarde - Archeologie - 7
33.1 Bestemmingsomschrijving
33.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
33.3 Afwijken van de bouwregels
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
33.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
33.6 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 7', als bedoeld in lid 33.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 34 Waarde - Beschermde Dijk
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beschermde dijk' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor behoud en/of herstel van van binnendijken en de daaraan eigen landschappelijke, cultuurhistorische en / of natuurwaarden.
34.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 34.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 meter;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
34.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 35 Waterstaat - Waterkering
35.1 Bestemmingsomschrijving
35.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
35.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 35.2.1 ten behoeve van het bouwen van hogere bouwwerken, met inachtneming van het volgende:
- a. vergunning wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- b. vergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de waterkering door bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad;
- c. alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de waterkering.
Artikel 36 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
36.1 Bestemmingsomschrijving
36.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
36.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.2.1 ten behoeve van het bouwen van hogere bouwwerken, met inachtneming van het volgende:
- a. vergunning wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- b. vergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de waterkering en het vaarwater door bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad;
- c. alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de waterkering en het vaarwater.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 37 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 38 Algemene Bouwregels
38.1 bestaande afstanden en maten
38.2 cultuurhistorische waarden
Artikel 39 Algemene Aanduidingsregels
39.1 geluidzone - industrie
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij:
- a. het aantal woningen niet toeneemt;
- b. een hogere waarde is vastgesteld en gebouwd wordt met inachtneming van die hogere waarde.
39.2 milieuzone - waterwingebied
39.3 vrijwaringszone - molenbiotoop
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' ten aanzien van de bebouwing de volgende regels:
- a. binnen een afstand van 100 meter van het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een hoogte die meer bedraagt dan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek;
- b. binnen een afstand van 100 tot 400 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een hoogte die meer bedraagt dan 1/100 van de afstand van het bouwwerk tot het middelpunt van de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek;
- c. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid onder a en b, indien:
- 1. de vrije windvang of het zicht op de molen al is beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing;
- 2. toepassing van de in dit lid onder a bedoelde afstands- en/of hoogtematen de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden;
- d. indien op grond van hoofdstuk 2 een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a en b, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van hoofdstuk 2.
39.4 attentiegebied EHS
Artikel 40 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor:
- a. het overschrijden van de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens, zomede van de ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelsgrens bepaalde minimumafstand door:
- 1. erkers, balkons en bordessen tot maximaal 1 meter;
- 2. ingangspartijen tot maximaal 2 meter, mits de bebouwde oppervlakte maximaal 6 m² en de bouwhoogte maximaal 3 meter zal bedragen;
Deze regel is van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze niet leiden tot wijziging van bestemmingen;
- b. het oprichten van antennes en masten tot een bouwhoogte van 15 meter.
Artikel 41 Algemene Wijzigingsregels
41.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artkel 3.6 Wro, het plan wijzigen ten behoeve van:
- a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van geringe afmetingen ten dienste van het openbaar nut met een oppervlakte van maximaal 15 m² en een bouwhoogte van maximaal 3,50 meter;
- b. het overschrijden van de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens, zomede van de ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelsgrens bepaalde minimumafstand door:
- 1. erkers, balkons en bordessen tot maximaal 1 meter;
- 2. ingangspartijen tot maximaal 2 meter, mits de bebouwde oppervlakte maximaal 6 m² en de bouwhoogte maximaal 3 meter zal bedragen;
Deze regel is van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze leiden tot wijziging van bestemmingen;
- c. geringe afwijkingen, die in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van de bestemmingsgrens met maximaal 5 meter toelaatbaar.
41.2 Wonen
Het bevoegd gezag is bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de woningen met de aanduiding 'bedrijfswoning' alsmede recreatiewoningen met de aanduiding 'recreatiewoning' binnen de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande dat:
- a. de oppervlak van de bestemming niet wordt vergroot;
- b. de milieuplanologische haalbaarheid is aangetoond.
41.3 Recreatiewoningen
Het bevoegd gezag is bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de grenzen van de bestemmingen 'Recreatie- Recreatiewoning', Verkeer' en 'Groen' te verleggen ten behoeve van de herstructurering van het terrein, met dien verstande dat:
- a. wijziging wordt slechts toegepast als zorggedragen wordt voor ruimtelijke kwaliteitswinst of er is sprake van ruimtelijke kwaliteitwinst;
- b. het aantal recreatiewoningen niet worden vermeerderd;
- c. de regels van de artikelen 8, 16 en 20 onverminderd van toepassing blijven;
- d. wijziging wordt slechts toegepast als voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
- e. wijziging vindt slechts plaats als:
- 1. voor de landschappelijke inpassing een beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
- 2. als realisatie, beheer en onderhoud van de landschappelijke inpassing zijn verzekerd.
41.4 Terassen
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, het plan wijzigen en een nieuw horecaterras toestaan, danwel een bestaand terras verplaatsen door de aanduiding 'terras' toe te voegen dan wel te verplaatsen, met in achtneming van het volgende:
- a. het terras gelegen is binnen (het verlengde van) de perceelsgrenzen van de inrichting waar het terras bij hoort;
- b. de afstand van het terras tot de rijbaan ten minste 1,5 meter is;
- c. er op een trottoir een loopstrook resteert van ten minste 2 meter;
- d. op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening een terrasvergunning kan worden verleend;
- e. de volgende bouwregels in acht worden genomen:
- 1. de bouwhoogte van een horecaterrasscherm bedraagt maximaal 1,50 meter;
- 2. de bouwhoogte van een horecaterrasoverkapping bedraagt maximaal 4 meter, waarbij de uitvalschermen onder een hellingshoek van 200 gemonteerd dienen te worden;
- 3. de hoogte van parasols bedraagt maximaal 5 meter;
Van het bepaalde onder a, b en c kan worden afgeweken wanneer de inrichting of het gebruik van de openbare ruimte ter plaatse hier aanleiding toe geeft.
41.5 Uitbreiding kampeerterrein
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, het plan wijzigen en:
- I. de gronden met de bestemming Recreatie - Kampeerterrein met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-1' al dan niet samen met de bestemming Agrarisch dan wel Agrarisch met waarden wijzigen naar de bestemmingen Recreatie -Kampeerterrein, Natuur dan wel Groen - Landschappelijk;
- II. de gronden met de bestemming Recreatie - Kampeerterrein met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-1' en de aanduiding 'wro - zone - wijzigingsgebied-2' wijzigen naar de bestemmingen Recreatie - Kampeerterrein, Natuur dan wel Groen - Landschappelijk;
- III. het maximum aantal standplaatsen, zoals bedoeld in artikel 15.4 wijzigen ten behoeve van de kwaliteitsverbetering van een kampeerterrein en het behoud en de versterking van de landschappelijke en/of ecologische waarden op dat bedrijf;
een en ander met inachtneming van het volgende:
- a. wijziging niet is toegestaan op gronden die tevens zijn aangewezen als 'attentiegebiedEHS';
- b. de totale oppervlakte van het betreffende kampeerterrein, na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid en inclusief de natuur- en landschapsbouw, niet meer mag bedragen dan 5 hectare;
- c. de gronden aansluitend op de gronden waarop de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-1' reeds vigeert, dan wel zich beperkt tot de gronden aangewezen als 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' daar waar grenzend aan een camping een wijzigingsgebied is aangewezen;
- d. rondom het kampeerterrein wordt voorzien in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter of van ten minste 5 meter plus een met streekeigen beplanting beplante aarden wal van ten minste 2 meter hoog, gemeten vanaf het maaiveld;
- e. wijziging vindt slechts plaats als:
- 1. voor de landschappelijke inpassing een beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
- 2. als realisatie, beheer en onderhoud van de landschappelijke inpassing zijn verzekerd;
- f. in aanvulling op de bepaling onder e mag wijziging van de gronden aangewezen als 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' slechts plaatsvinden als voorzien wordt in herstel van de openheid van het landschap;
- g. bestaande natuurgebieden niet kunnen worden aangewend voor de versterking van de landschappelijke waarden op de camping en/of de realisatie van natuur- en landschapsontwikkeling;
- h. de maximaal aantal standplaatsen, zoals genoemd in 15.4 worden verhoogd met ten hoogste:
- 1. het met de aanduiding 'uitbreiding aantallen variant 1' aangegeven maximaal aantal indien de landschappelijke waarden op de camping worden versterkt, zoals beschreven in Bijlage 7 Planologische randvoorwaarden terreinen met aanduiding'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-1' onder 2 (variant 1)
- 2. het met de aanduiding 'uitbreiding aantallen variant 2' aangegeven maximaal aantal indien zowel de landschappelijke als ecologische waarden op de camping dan wel directe aangrenzend, door middel van natuur- en landschapsontwikkeling worden versterkt, zoals beschreven in Bijlage 7 Planologische randvoorwaardenterreinen met aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-1' onder 3 (variant 2), met dien verstande dat op de gronden aangewezen als 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' dat aantal maximaal 27 mag zijn;
- i. op de gronden zonder aanduiding 'uitbreiding aantallen variant 1' en 'uitbreiding aantallen variant 2', dan wel 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' geen uitbreiding is toegestaan;
- j. de gronden waarop de natuur- en landschapsontwikkeling plaatsvindt, zoals bedoeld in Bijlage 7 Planologische randvoorwaarden terreinen met aanduiding 'specifieke vormvan recreatie - kwaliteitseis-1' onder 3 wordt gewijzigd in de bestemming Natuur;
- k. de uitbreiding van het aantal standplaatsen vindt uitsluitend plaats in de vorm van niet-permanente standplaatsen, met dien verstande dat voor het kampeerterrein waar de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - afwijkende regeling uitbreiding kampeerterrein' is opgenomen de standplaatsen permanent mogen zijn;
- l. de onderlinge afstand van kampeermiddelen bedraagt tenminste 20 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - afwijkende regeling uitbreiding kampeerterrein' de onderlinge afstand ten minste 10 meter dient te zijn;
- m. de afstand van een standplaats tot een woning van derden bedraagt ten minste 50 meter;
- n. in afwijking van het bepaalde onder m is een kortere afstand toegestaan indien uit onderzoek blijkt dat een goed woon- en leefklimaat is verzekerd;
- o. als zodanig wordt bestemd dat de lichtuittstraling naar de omgeving dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk, hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goedgekeurd lichtplan overlegd;
- p. wijziging leidt niet tot een nadelige effecten voor de natuurwaarden op de betreffende gronden en de omgeving;
- q. 20% van de gronden behorende bij, dan wel deel uitmakende van, het kampeerterrein worden in gebruik genomen dan wel uitgevoerd voor:
- 1. agrarische doeleinden in de vorm van landbouw bij 50 standplaatsen of minder;
- 2. natuurontwikkeling bij meer dan 50 standplaatsen met een maximum van 60 standplaatsen;
- r. wijziging niet plaatsvindt binnen een afstand van 50 meter tot een perceel met fruitteelt en daardoor een milieuhygienisch onaanvaardbare situatie ontstaat;
- s. wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer;
- t. indien het verhard oppervlak toeneemt of kan toenemen met 1.000 m² of meer, vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de waterbeheerder alvorens de wijziging toe te passen;
- u. het aantal parkeerplaatsen ten minste 120% van het aantal standplaatsen bedraagt, met dien verstande dat ten minste 20% hiervan zal worden gesitueerd op een centrale parkeerplaats nabij de ingang van het kampeerterrein;
- v. de bestemming Recreatie - Kampeerterrein met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-1' al dan niet samen met de bestemming Agrarisch dan wel Agrarisch met waarden wordt vervangen door de bestemming Recreatie - Kampeerterrein;
- w. de bestemming Recreatie - Kampeerterrein met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-1' en de aanduiding 'wro - zone - wijzigingsgebied 2' wordt vervangen door de bestemming Recreatie - Kampeerterrein.
41.6 Afwegingskader
De wijziging als bedoeld in 41.1, 41.3 en 41.4 kan slechts worden toegepast, mits:
- a. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
- b. dit niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
- c. met een onderzoek is aangetoond dat de aanwezige ecologische en natuurwaarden niet onevenredig worden geschaad;
- d. met akoestisch onderzoek is aangetoond dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
- e. voorafgaand aan de ontwikkeling in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gevoerd met het waterschap.
Artikel 42 Overige Regels
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 43 Overgangsrecht
43.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
43.2 Afwijking
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van lid 43.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 43.1 met maximaal 10%.
43.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 43.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
43.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
43.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 43.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
43.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 43.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
43.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 43.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
43.8 Persoonsgebonden overgangsrecht
- a. in afwijking van het gestelde onder 43.4 is het gebruik in de kolom 'gebruik' in Bijlage 9Persoonsgebonden overgangsrecht, uitsluitend door de personen zoals genoemd in de kolom 'personen' in Bijlage 9 Persoonsgebonden overgangsrecht, toegestaan op het perceel, zoals genoemd in de kolom 'adres' dan wel 'kadastraal perceel' in Bijlage 9Persoonsgebonden overgangsrecht en op de verbeelding aangeduid als 'Persoonsgebonden overgangsrecht - 1-60' zoals ook genoemd in de kolom 'code' in Bijlage 9 Persoonsgebonden overgangsrecht;
- b. In afwijking van het gestelde in 43.8 onder a, mag het gebruik ook worden uitgeoefend door familieleden in de 2e graad van de persoon zoals genoemd in de kolom 'personen' in Bijlage 9 Persoonsgebonden overgangsrecht,
- c. het persoonsgebonden overgangsrecht, zoals verwoord in 43.8 onder a, eindigt zodra de genoemde persoon komt te overlijden dan wel dat hij het eigendom van het betreffende perceel vervreemd.
Artikel 44 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Kop van Schouwen.
Bijlage 1 Overzicht Nieuwe Economische Dragers
Bijlage 1 Overzicht nieuwe economische dragers
Bijlage 2 Positieve Lijst Ned's
Bijlage 2 Positieve lijst NED's
Bijlage 3 Lijst Van Gevaarlijke Stoffen
Bijlage 3 Lijst van gevaarlijke stoffen
Bijlage 4 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - B
Bijlage 4 Staat van Bedrijfsactiviteiten - B
Bijlage 5 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Bt
Bijlage 5 Staat van Bedrijfsactiviteiten - BT
Bijlage 6 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 6 Staat van Horeca-activiteiten
Bijlage 7 Planologische Randvoorwaarden Terreinen Met Aanduiding 'Specifieke Vorm Van Recreatie - Kwaliteitseis-1'
Bijlage 8 Cafetariamodel Strandpaviljoens
Bijlage 8 Cafetariamodel strandpaviljoens
Bijlage 9 Persoonsgebonden Overgangsrecht
Bijlage 9 Persoonsgebonden overgangsrecht
Bijlage 10 Kwaliteitseisen
Bijlage 1 Vigerende Bestemmingsplannen
Bijlage 1 Vigerende bestemmingsplannen
Bijlage 2 Beleidskader
Bijlage 3 Overzicht Ontwikkelingen
Bijlage 3 Overzicht ontwikkelingen
Bijlage 4 Monumenten En Cultuurhistorisch Waardevolle Boerderijen
Bijlage 4 Monumenten en cultuurhistorisch waardevolle boerderijen
Bijlage 5 Onderzoek Verkeersbewegingen De Duinhoeve
Bijlage 5 Onderzoek verkeersbewegingen De Duinhoeve
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Hogeweg 28-30
Bijlage 6 Akoestisch onderzoek Hogeweg 28-30
Bijlage 7 Aanvullend Akoestisch Onderzoek Hogeweg 28-30
Bijlage 7 Aanvullend akoestisch onderzoek Hogeweg 28-30
Bijlage 8 Bodemonderzoek Kloosterweg 51a
Bijlage 8 Bodemonderzoek Kloosterweg 51a
Bijlage 9 Natuurtoets Kloosterweg 51a
Bijlage 9 Natuurtoets Kloosterweg 51a
Bijlage 10 Natuurtoets Strandpaviljoen Strandloper
Bijlage 10 Natuurtoets strandpaviljoen Strandloper
Bijlage 11 Voortoets Bestemmingsplan Kop Van Schouwen
Bijlage 11 Voortoets bestemmingsplan Kop van Schouwen
Bijlage 12 Notitie Keuzen T.a.v. Regeling Bestemmingsplan Kop Van Schouwen
Bijlage 12 Notitie keuzen t.a.v. regeling bestemmingsplan Kop van Schouwen
Bijlage 13 Antwoordnotitie Inspraak En Overleg Voorontwerpbestemmingsplan Kop Van Schouwen
Bijlage 13 Antwoordnotitie inspraak en overleg voorontwerpbestemmingsplan Kop van Schouwen