KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Agrarisch
Artikel 3 Agrarisch - Waarden
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Bedrijventerrein
Artikel 6 Groen
Artikel 7 Groen - Landschappelijk
Artikel 8 Horeca
Artikel 9 Maatschappelijk
Artikel 10 Natuur
Artikel 11 Recreatie - Kampeerterrein
Artikel 12 Recreatie - Recreatiewoning
Artikel 13 Recreatie - Strand
Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 15 Sport
Artikel 16 Verkeer
Artikel 17 Wonen
Artikel 18 Leiding - Riool
Artikel 19 Waarde - Archeologie - 3
Artikel 20 Waarde - Archeologie - 6
Artikel 21 Waarde - Archeologie - 7
Artikel 22 Waterstaat - Waterkering
3 Algemene Regels
Artikel 23 Regels En Verbeelding Moederplan
Artikel 24 Bijlagen
Artikel 25 Anti-dubbeltelregel
Artikel 26 Algemene Bouwregels
Artikel 27 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 28 Algemene Gebruiksregels
Artikel 29 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 30 Overige Regels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 31 Overgangsrecht
Artikel 32 Slotregel
Bijlagen
Bijlage 1 Kwaliteitseisen
Bijlage 2 Beplantingsplan Parkeerterrein Meelfabriek
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Doel
1.3 Ligging En Plangrenzen
1.4 Geldende Bestemmingsregeling
1.5 Leeswijzer
2 Planbeschrijving
2.1 Inleiding
2.2 Aanpassingen Specifieke Locaties
2.3 Aanpassingen Regels
3 Planologische Afweging
3.1 Inleiding
4 Milieu- En Duurzaamheidskader
4.1 Inleiding
4.2 Houden Van Dieren
4.3 Hoogenboomlaan 34 Renesse
5 Juridische Aspecten
5.1 Toelichting Op Bestemmingsplanregeling
5.2 Handhaving
6 Economische Uitvoerbaarheid
6.1 Inleiding
6.2 Toepassing Grondexploitatiewet
6.3 Conclusie
7 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
7.1 Inleiding
7.2 Resultaten Ter Inzage Legging Voorontwerpbestemmingsplan
7.3 Resultaten Ter Inzage Legging Ontwerpbestemmingsplan
Bijlagen
Bijlage 1 Natuurtoets 1e Herziening Kop Van Schouwen
Bijlage 2 Oplegnotitie Wet Natuurbescherming 1e Herzieining Kop Van Schouwen
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing Hogezoom 72 Burgh-haamstede
Bijlage 4 Foto Hooiopslag Hogezoom 74
Bijlage 5 Brief Hogezoom 74 Hooiopslag
Bijlage 6 Antwoordnotitie Voorontwerp
Bijlage 7 Antwoordnotitie Ontwerp

1e herziening Kop van Schouwen

Bestemmingsplan - gemeente Schouwen-Duiveland

Vastgesteld op 22-05-2019 - geheel onherroepelijk in werking

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 1e herziening Kop van Schouwen met identificatienummer NL.IMRO.1676.00125BphKS-VA05 van de gemeente Schouwen-Duiveland.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 moederplan

het bestemmingsplan "Kop van Schouwen", zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 27 juni 2013 zoals vervalt in het GML bestand NL.IMRO.1676.00040BpAbg-va03.

1.4 dagrecreatie

Artikel 1.43 van het moederplan komt als volgt te luiden:

'1.43 dagrecreatie:

activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel (met uitzondering van casino's ), toerisme en educatie, waarbij geen sprake is van overnachting.'

1.5 grondgebonden agrarisch bedrijf

Artikel 1.57 van het moederplan komt als volgt te luiden:

'1.57 grondgebonden agrarisch bedrijf:

akkerbouw, fruitteelt- en overig tuinbouwbedrijf waaronder bloem- en boomkwekerijen: een bedrijf dat zich toelegt op het telen of veredelen van gewassen in of op de open grond (de teelt onder afdekmateriaal en in tijdelijke kweektunnels daarbij inbegrepen).'

1.6 hobbymatig houden van vee

Aan artikel 1 van het moederplan wordt de volgende begripsbepaling toegevoegd:

'hobbymatig houden van vee:

het houden van vee met minder dan de volgende aantallen dieren:

  • 10 schapen,
  • 5 paarden/pony's,
  • 10 geiten,
  • 25 stuks pluimvee,
  • 25 konijnen,
  • 10 overige landbouwhuisdieren.'

1.7 paardenpension

Aan artikel 1 van het moederplan wordt de volgende begripsbepaling toegevoegd:

'paardenpension:

een bedrijf dat zich richt op het tegen betaling stallen van paarden van derden, waarbij tevens de gelegenheid wordt gegeven om gebruik te maken van de daarbij horende voorzieningen'

2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Agrarisch

2.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. Aan artikel 3.1, onder a, van het moederplan wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ' en voor het hobbymatig houden van vee;';
  2. b. Aan artikel 3.1 wordt onder vernummering van onderdeel g naar onderdeel h, een nieuw onderdeel h toegevoegd: 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenpension' is een paardenpension toegestaan voor maximaal 12 paarden.'

2.2 Algemeen

Aan artikel 3.2.1. wordt een nieuw onderdeel e toegevoegd: 'e. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - schuur zijn schuren toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 500 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 meter'.

2.3 Bouwregels

Artikel 3.2.2, onder d, van het moederplan komt te vervallen.

2.4 Afwijken van de bouwregels

Artikel 3.4.2 en artikel 3.4.4 van het moederplan komen te vervallen.

2.5 Specifieke gebruiksregels

2.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

aan het bepaalde in artikel 3.7.3 van het moederplan wordt na de zinsnede 'geen aantoonbaar onevenredige aantasting van de in de omgeving aanwezige milieuhygiënische waarden' toegevoegd: 'en van de volksgezondheid'.

2.7 Afwegingskader wijzigingsbevoegdheid

Artikel 3.8.10 (afwegingskader) van het moederplan wordt als volgt gewijzigd:

  • aan het bepaalde in lid 3.8.10, onder c, wordt toegevoegd: 'met dien verstande dat dit niet geldt voor de bepalingen in 3.8.3 en 3.8.7';
  • aan het bepaalde in lid 3.8.10, onder d, wordt toegevoegd: 'met dien verstande dat dit niet geldt voor de bepalingen in 3.8.2, 3.8.3, 3.8.6 en 3.8.7';
  • aan het bepaalde in lid 3.8.10, onder e, wordt toegevoegd: 'met dien verstande dat dit niet geldt voor de bepalingen in 3.8.3.'

Artikel 3 Agrarisch - Waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

Aan artikel 4.1, onder b, van het moederplan wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ' en voor het hobbymatig houden van vee'.

3.2 Afwijkingsbevoegdheid bouwwerken geen gebouw zijnde

Het bepaalde in artikel 4.4.1, onder b, van het moederplan vervalt.

3.3 Specifieke gebruiksregels

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het bepaalde in artikel 4.7.2, onder d, van het moederplan vervalt;
  2. b. aan het bepaalde in artikel 4.7.3 van het moederplan wordt na de zinsnede 'geen aantoonbaar onevenredige aantasting van de in de omgeving aanwezige milieuhygiënische waarden' toegevoegd: 'en van de volksgezondheid'.

3.5 Afwegingskader wijzigingsbevoegdheid

Aan het bepaald in artikel 4.8.5, onder c en onder d, van het moederplan wordt toegevoegd: 'met dien verstande dat dit niet geldt voor de wijziging bedoeld in 4.8.3';

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. Artikel 5.1 onder b, van het moederplan komt als volgt te luiden: 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - meelfabriek': een meelfabriek als bedoeld in de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering uit 2009', onder SBI-2008 code 1061.2 ';
  2. b. aan artikel 5.1 wordt onder vernummering van onderdeel g naar onderdeel h een nieuw onderdeel g toegevoegd, luidende: 'g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein ten behoeve van het in hetzelfde bestemmingsvlak gelegen bedrijf'.

4.2 Bouwregels

Aan artikel 5.2.1. van het moederplan wordt een nieuw onderdeel e toegevoegd, luidende: 'e. in afwijking van het bepaalde in onderdeel c, mag op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - meelfabriek' het op de verbeelding opgenomen bebouwingspercentage worden overschreden tot een maximum bebouwingspercentage van 75%, uitsluitend indien deze gebouwen en overkappingen worden opgericht ten behoeve van opslagdoeleinden ten behoeve van een meelfabriek.'

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Wijzigingsbevoegdheid

Aan artikel 5.7 van het moederplan wordt een nieuw lid 5.7.3 toegevoegd, luidende:

'Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de specifieke aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - meelfabriek' te verwijderen, indien de betreffende bedrijfsactiviteiten gedurende één jaar zijn beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteiten op korte termijn worden voortgezet.'

Artikel 5 Bedrijventerrein

Aan het bepaalde in artikel 6.5, onder c, van het moederplan wordt toegevoegd: 'bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten'.

Artikel 6 Groen

Op de voor Groen bestemde gronden zijn de regels zoals opgenomen in artikel 8 van het moederplan van toepassing.

Artikel 7 Groen - Landschappelijk

7.1 Bestemmingsomschrijving

Aan het bepaalde in artikel 9.1 van het moederplan wordt onder vernummering van onderdeel f naar onderdeel g, een nieuw onderdeel f ingevoegd:

f. ter plaatse van de aanduiding 'grondwal': een grondwal als afschermende voorziening langs een kampeerterrein met een minimum hoogte zoals aangegeven met de aanduiding 'minimum hoogte (m)';

7.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het bepaalde in artikel 9.5.2, onder d, van het moederplan vervalt;
  2. b. aan het bepaalde in artikel 9.5.3 van het moederplan wordt de volgende zin toegevoegd: 'Een omgevingsvergunning ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'grondwal' wordt tevens slechts verleend indien de afschermende werking die de grondwal vervult gezien het gebruik van de aangrenzende gronden als kampeerterrein niet substantieel wordt aangetast.'

Artikel 8 Horeca

8.1 Bestemmingsomschrijving

Artikel 10.1 van het moederplan wordt geheel vervangen door het volgende:

'De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijven voor zover die voorkomen in categorie 1 en 2, zoals opgenomen in Bijlage 6 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel': uitsluitend een hotel;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - cafetaria': uitsluitend een cafetaria;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'congrescentrum': uitsluitend een congrescentrum';

en tevens voor:

  1. e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
  2. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - pension': een pension;
  3. g. hierbij horende ondergeschikte voorzieningen zoals wegen, parkeervoorzieningen, terrassen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.'

8.2 Strijdig gebruik

Artikel 10.5.1 onder a, van het moederplan wordt geheel vervangen door het volgende:

'buitenopslag van goederen'.

Artikel 9 Maatschappelijk

Aan artikel 11.5 van het moederplan worden na onderdeel e de volgende onderdelen toegevoegd:

f. buitenopslag van goederen;

g. crematoria;

h. dierenasiels en dierenpensions.

Artikel 10 Natuur

Aan het bepaalde in artikel 12.6 van het moederplan wordt na de laatste zin de volgende zin toegevoegd: 'Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien het behoud en herstel van (een deel van) het bouwwerk om bouwkundige en veiligheidsredenen niet langer mogelijk is.'

Artikel 11 Recreatie - Kampeerterrein

11.1 Bestemmingsomschrijving

Het bepaalde in artikel 15.1, onder b, c en d, van het moederplan komt te vervallen, onder vernummering van de overige onderdelen van het artikel.

11.2 Algemene bouwregels

  1. a. Aan artikel 15.2.1, onder b, van het moederplan wordt een onderdeel 4 toegevoegd, luidende: 'de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van dienstverlening en beheer bedraagt ten hoogste 3% van de oppervlakte van de gronden met de bestemmingen Recreatie - Kampeerterrein en Groen - Landschappelijk, voor zover deze bij het betreffende recreatiebedrijf horen';
  2. b. de tabel zoals opgenomen in artikel 15.2.1, onder c, van het moederplan wordt voor de volgende categorieën gebouwen onderdelen als volgt gewijzigd:
    Gebouw Oppervlakte (m²) Inhoud (m³) Goothoogte (m) Bouwhoogte (m)
    12 vrijstaande bijgebouwen bij recreatiewoning 13 m² - - 3,5 m
    14 overige gebouwen ten behoeve van het onderhoud en beheer buiten het bouwvlak 40 m² (gezamenlijke oppervlakte aan overige gebouwen) - 4 m 8 m
  3. c. aan artikel 15.2.1, onder f, wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ', indien geen aanduidingsvlak is opgenomen, bedraagt het aantal maximaal 0';
  4. d. aan artikel 15.2.1, onder g, wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ', indien geen aanduidingsvlak is opgenomen, bedraagt het aantal maximaal 0';
  5. e. aan artikel 15.2.1, onder h, wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ', indien geen aanduidingsvlak is opgenomen, bedraagt het aantal maximaal 0';
  6. f. artikel 15.2.1, onder j, komt als volgt te luiden: 'op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-2A' dient de afstand tussen kampeermiddelen ten minste 20 meter te bedragen';

11.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Aan artikel 15.4.1, onder a, wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ', indien geen aanduidingsvlak is opgenomen, bedraagt het aantal maximaal 0';
  2. b. aan artikel 15.4.1, onder b, wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ', indien geen aanduidingsvlak is opgenomen, bedraagt het aantal maximaal 0';
  3. c. aan artikel 15.4.1, onder c, wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ', indien geen aanduidingsvlak is opgenomen, bedraagt het aantal maximaal 0';
  4. d. aan artikel 15.4.1 wordt onder vernummering van de overige onderdelen, een nieuw onderdeel d ingevoegd, luidende: 'Op de gronden ter plaatse van de aanduiding:
    1. 1. 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-1',
    2. 2. 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-2',
    3. 3. 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-2A',
    4. 4. 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-2A-1',
    5. 5. 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-2A-2',
    6. 6. 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-2A-3', en
    7. 7. 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-3',

is een kampeerterrein uitsluitend toegestaan indien voldaan wordt aan de kwaliteitseisen die gesteld worden aan de betreffende gronden, zoals opgenomen in Bijlage 10 (Kwaliteitseisen)';

  1. e. aan het bepaalde in artikel 15.4.1, onder d, van het moederplan wordt de volgende zinsnede toegevoegd: 'tenzij op de verbeelding de aanduiding 'centraal bedrijfsmatige exploitatie uitgesloten' is opgenomen; de middels de figuur 'relatie' verbonden kampeerterreinen vormen samen één kampeerterrein die centraal bedrijfsmatig geëxploiteerd wordt';
  2. f. aan artikel 15.4.1 onder l, aanhef, wordt na de zinsnede 'met de aanduiding 'maximum aantal winterstalling' ' het volgende ingevoegd: 'dan wel de aanduiding 'aantal';
  3. g. in het bepaalde in artikel 15.4.1, onder m, van het moederplan wordt de volgende zinsnede verwijderd: 'hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goedgekeurd lichtplan overlegd'.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Aan artikel 15.6.1, onder a, van het moederplan wordt na de zinsnede 'houtgewassen te verwijderen, rooien of vellen' het volgende toegevoegd: ' en aanwezige dijken en taluds te vergraven of ontgraven'.
  2. b. het bepaalde in artikel 15.6.2, onder d en onder e, van het moederplan vervalt.

11.5 Wijzigingsbevoegdheid

11.6 Vervanging bijlage 10 moederplan: Kwaliteitseisen

Bijlage 10 van het moederplan (Kwaliteitseisen) wordt geheel vervangen door de bij deze regels opgenomen bijlage 1 Kwaliteitseisen.

Artikel 12 Recreatie - Recreatiewoning

12.1 Bouwregels hoofdgebouwen

In de tabel zoals opgenomen in artikel 16.2.2, onder c, van het moederplan wordt in de kolom 'Gebouw' de benaming van de categorie 'overige bedrijfsgebouwen' gewijzigd in 'overige bedrijfsgebouwen ten behoeve van het onderhoud en beheer buiten het bouwvlak' en tevens wordt in de kolom oppervlakte achter de maatvoering toegevoegd: '(gezamenlijke oppervlakte aan overige bedrijfsgebouwen)'.

12.2 Bouwregels aan- en uitbouwen en bijgebouwen

  1. a. Artikel 16.2.3, onder a, van het moederplan wordt geheel vervangen door het volgende: 'per recreatiewoning is ten hoogste één vrijstaand bijgebouw toegestaan van ten hoogste 13 m²';
  2. b. aan artikel 16.2.3 wordt een nieuw onderdeel e toegevoegd, luidende: 'per bedrijfswoning bedraagt de oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen maximaal 40 m²'.

12.3 Specifieke gebruiksregels

Aan artikel 16.4.1, onder c, van het moederplan wordt aan onderdeel 2 de volgende zinsnede toegevoegd: ', tenzij middels de aanduiding 'maximum oppervlakte (bvo) (m²)' een grotere maat is opgenomen'.

Artikel 13 Recreatie - Strand

13.1 Bouwregels

Artikel 17.2.4 van het moederplan wordt geheel vervangen door het volgende:

'17.2.4 Oppervlakten

  1. a. de totale vloeroppervlakte van een strandpaviljoen met bijbehorende opslagruimte en exclusief een trap en/of gebouwde opgang naar het strandpaviljoen bedraagt:
    1. 1. ten minste 225 m²;
    2. 2. ten hoogste 450 m², tenzij op de verbeelding door middel van een andere maatvoering een grotere maximale oppervlakte is opgenomen;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a, bedraagt de oppervlakte van het strandpaviljoen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 4', ten hoogste 600 m²;
  3. c. in afwijking van het bepaalde onder a, bedraagt de oppervlakte van het strandpaviljoen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 13', ten hoogste 1.000 m²'
  4. d. de totale vloeroppervlakte van een reddingspost met bijbehorende opslagruimte en exclusief een trap en/of gebouwde opgang naar de reddingspost ten hoogste 100 m²;
  5. e. de oppervlakte van een bij een reddingspost behorende opslagruimte bedraagt ten hoogste 15 m²;
  6. f. de oppervlakte van de binnenruimte en de oppervlakte van het gebouwde terras is voor beide minimaal 1/3 en maximaal 2/3 van de totale bebouwde oppervlakte, exclusief de oppervlakte van het strandterras;
  7. g. de oppervlakte van een bij een strandpaviljoen behorende opslagruimte bedraagt ten hoogste 15 m²;
  8. h. de oppervlakte van de gebouwen als bedoeld in lid 17.1, onder e, bedraagt ten hoogste 100 m² per strandpaviljoen tot maximaal 25% van de oppervlakte van het betreffende strandpaviljoen;
  9. i. de oppervlakte van een strandterras bedraagt ten hoogste 50% van de gezamenlijke oppervlakte van het gebouw en het gebouwde terras tot een maximum van 225 m².'

13.2 Specifieke gebruiksregels

Aan artikel 17.5 van het moederplan wordt een nieuw onderdeel e toegevoegd, luidende: 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 13', bedraagt de maximale vloeroppervlakte ten behoeve van de horeca als bedoeld in lid 17.1, onder f, ten hoogste 750 m² en de maximale vloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel in surfartikelen en van een surfschool ten hoogste 250 m².'

Artikel 14 Recreatie - Verblijfsrecreatie

14.1 Bouwregels hoofdgebouwen

  1. a. Artikel 18.2.2, onder a, van het moederplan wordt geheel vervangen door het volgende: 'recreatiewoningen, inclusief aanbouwen, uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen worden uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gebouwd.';
  2. b. artikel 18.2.2, onder f, van het moederplan wordt geheel vervangen door het volgende: 'de inhoud van een bedrijfswoning, inclusief aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 750 m³'.

14.2 Bouwregels aan- en uitbouwen en bijgebouwen

  1. a. aan artikel 18.2.3 van het moederplan wordt een nieuw onderdeel c toegevoegd, luidende: 'per recreatiewoning is ten hoogste één vrijstaand bijgebouw toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 13 m²';
  2. b. aan artikel 18.2.3 van het moederplan wordt een nieuw onderdeel d toegevoegd, luidende: 'per bedrijfswoning bedraagt de oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen maximaal 40 m²'.

Artikel 15 Sport

15.1 Bouwregels hoofdgebouwen

Artikel 19.2.2, onder f, van het moederplan wordt geheel vervangen door het volgende: 'de inhoud van een bedrijfswoning, inclusief aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 750 m³'.

15.2 Bouwregels aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Aan artikel 19.2.3 van het moederplan wordt een nieuw onderdeel c toegevoegd, luidende: 'per bedrijfswoning bedraagt de oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen maximaal 40 m²'.

15.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Artikel 19.2.4, onder b, onderdeel 2, van het moederplan wordt geheel vervangen door het volgende: 'ballenvangers ten behoeve van de sportbeoefening, die ten hoogste 20 meter mogen bedragen;'

15.4 Afwijken van de bouwregels

Artikel 19.4.1 van het moederplan wordt geheel vervangen door het volgende:

'Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.4, onderdeel b, met inachtneming van het volgende:

  1. a. lichtmasten ten behoeve van de sportbeoefening, tot een hoogte van maximaal 15 meter. Indien de afstand van de lichtmasten tot de gevel van de dichtstbijzijnde woningen en/of andere licht- en geluidgevoelige functies zoals (recreatie)woningen, kampeerterreinen en mantelzorgwoningen minder dan 30 meter bedraagt, moet worden aangetoond dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat voor de betreffende functies;
  2. b. overig bouwwerken geen gebouwen zijnde tot een hoogte van maximaal 10 meter, met uitzondering van overkappingen.'

Artikel 16 Verkeer

Op de voor Verkeer bestemde gronden zijn de regels zoals opgenomen in artikel 20 van het moederplan van toepassing.

Artikel 17 Wonen

17.1 Bouwregels algemeen

  1. a. Artikel 22.2.1, onder a, onderdeel 2°, van het moederplan wordt geheel vervangen door het volgende: 'aan- en uitbouwen en bijgebouwen, uitsluitend bij een woning of woonwagenstandplaats';
  2. b. Artikel 22.2.1, onder b, c en d, van het moederplan vervallen.

17.2 Bouwregels aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Aan artikel 22.2.3, onder a, van het moederplan wordt aan de opsomming het volgende toegevoegd:

6. de totale bebouwde oppervlakte (inclusief overkappingen) van het zij- en achtererf, voor zover gelegen buiten het bouwaanduidingsvlak als bedoeld in lid 22.2.2, onder b, bedraagt ten hoogste 50% met een maximum van 40 m²;

7. in afwijking van het bepaalde onder nummer 6. van dit lid mag ter plaatse van de bouwaanduiding 'bijgebouw' het bouwvlak volledig worden bebouwd met bijgebouwen;

8. in aanvulling op het bepaalde onder nummer 6. van dit lid mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur- beheer en onderhoud' een bijgebouw met een oppervlakte van maximaal 50 m² worden gebouwd;

17.3 Strijdig gebruik

Aan het bepaalde in artikel 22.5.1, onder d, van het moederplan wordt toegevoegd: ',met uitzondering van aan- of uitbouwen of vrijstaande bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - gastenverblijf';

17.4 Bed & Breakfast

Na artikel 22.5.2 van het moederplan wordt een nieuw lid 22.5.3 toegevoegd, luidende:

'Het aanbieden van bed & breakfast in een woning is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. a. bed & breakfast mag uit maximaal vijf slaapplaatsen bestaan;
  2. b. de woning dient bewoond te zijn door de hoofdbewoner(s);
  3. c. de woning is geschikt voor permanente bewoning;
  4. d. er mag geen onevenredige verkeers- of parkeeroverlast ontstaan voor de omgeving;
  5. e. er mogen alleen terughoudende reclame-uitingen geplaatst worden, neonreclame is niet toegestaan.'

Artikel 18 Leiding - Riool

Op de voor Leiding - Riool bestemde gronden zijn de regels zoals opgenomen in artikel 24 van het moederplan van toepassing.

Artikel 19 Waarde - Archeologie - 3

Op de voor Waarde - Archeologie - 3 bestemde gronden zijn de regels zoals opgenomen in artikel 29 van het moederplan van toepassing.

Artikel 20 Waarde - Archeologie - 6

Op de voor Waarde - Archeologie - 6 bestemde gronden zijn de regels zoals opgenomen in artikel 32 van het moederplan van toepassing.

Artikel 21 Waarde - Archeologie - 7

Op de voor Waarde - Archeologie - 7 bestemde gronden zijn de regels zoals opgenomen in artikel 33 van het moederplan van toepassing.

Artikel 22 Waterstaat - Waterkering

Op de voor Waterstaat - Waterkering bestemde gronden zijn de regels zoals opgenomen in artikel 35 van het moederplan van toepassing.

3 Algemene Regels

Artikel 23 Regels En Verbeelding Moederplan

  1. a. Dit plan wijzigt op onderdelen de verbeelding van het bestemmingsplan "Kop van Schouwen", zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 27 juni 2013 zoals vervat in het GML bestand NL.IMRO.1676.00040BpAbg-va03;
  2. b. de regels van het bestemmingsplan "Kop van Schouwen", zoals vervat in het GML bestand NL.IMRO.1676.00040BpAbg-va03 zijn van overeenkomstige toepassing op de in dit plan begrepen gronden, tenzij in de regels van dit plan wijzigingen zijn aangebracht;
  3. c. voor zover in het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" wordt gesproken over 'bestaand' wordt onder 'de inwerkingtreding van het plan', in dit plan verstaan: 'de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 1e herziening Kop van Schouwen met identificatienummer NL.IMRO.1676.00125BphKS-VA05.

Artikel 24 Bijlagen

24.1 Bijlage 2: positieve lijst NED's

In Bijlage 2 van het moederplan (positieve lijst NED's) wordt in de kolom 'functie', de volgende functie verwijderd: 'Veehandelbedrijf'.

24.2 Bijlage 10: Kwaliteitseisen

Bijlage 10 uit het moederplan (Kwaliteitseisen) wordt geheel vervangen door bijlage 1 Kwaliteitseisen zoals opgenomen bij de regels van dit plan.

Artikel 25 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 26 Algemene Bouwregels

26.1 Parkeren en laad- en losruimte

Aan artikel 38 van het moederplan wordt een nieuw lid 38.3 toegevoegd luidende:

38.3 Parkeren en laad- en losruimte

Een omgevingsvergunning voor het bouwen of verbouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien ten behoeve van de betreffende functie voldoende parkeergelegenheid voor auto's worden gerealiseerd en indien in de aanvraag is aangetoond dat voldoende ruimte aanwezig is voor het laden of lossen van goederen in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het gebouw hoort. Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid indien voldaan wordt aan de parkeerkencijfers van de CROW publicatie nr. 317 "Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie".

26.2 Ruimte tussen bouwwerken

Aan artikel 38 van het moederplan wordt een nieuw lid 38.4 toegevoegd luidende:

38.4 Ruimte tussen bouwwerken

De zijdelingse begrenzing van een bouwwerk moet ten opzichte van de zijdelingse grens van het erf zodanig zijn gelegen dat tussen dat bouwwerk en de op het aangrenzende erf aanwezige bebouwing geen tussenruimten ontstaan die:

  1. a. vanaf de hoogte van het erf tot 2,2 meter daarboven minder dan 1 meter breed zijn;
  2. b. niet toegankelijk zijn.

26.3 Afwijkingsbevoegdheid Parkeren en Ruimte tussen bouwwerken

Aan artikel 38 van het moederplan wordt een nieuw lid 38.5 toegevoegd luidende:

38.5 Afwijkingsbevoegdheid Parkeren en Ruimte tussen bouwwerken

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 26.1 indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren leidt of voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien;
  2. b. lid 26.2 indien voldoende mogelijkheid aanwezig is voor reiniging en onderhoud van de vrij te laten ruimte.

Artikel 27 Algemene Aanduidingsregels

27.1 geluidzone - industrie

Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone-industrie' zijn de regels zoals opgenomen in artikel 39.1 van het moederplan van toepassing.

Artikel 28 Algemene Gebruiksregels

28.1 Verbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming(en).

28.2 Strijdig gebruik

Als een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, geldt in ieder geval het gebruik van gronden en bouwwerken:

  1. a. ten behoeve van een seksinrichting of straatprostitutie;
  2. b. voor de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, schroot- en afbraak- en bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, tenzij dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  3. c. voor de opslag en het be- en verwerken van explosieve stoffen;
  4. d. als woonwagenstandplaats.

Artikel 29 Algemene Wijzigingsregels

Artikel 41.5 van het moederplan komt als volgt te luiden:

'41.5 Uitbreiding kampeerterrein

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de gronden met de bestemming Recreatie - Kampeerterrein met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-1' al dan niet samen met de bestemming Agrarisch dan wel Agrarisch - Waarden wijzigen naar de bestemmingen Recreatie - Kampeerterrein met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-2' dan wel 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-2A', Natuur dan wel Groen - Landschappelijk;

één en ander met inachtneming van het volgende:

  1. a. wijziging niet is toegestaan op gronden die tevens zijn aangewezen als 'attentiegebied';
  2. b. per kampeerterrein met de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' is de volgende uitbreiding van het aantal standplaatsen maximaal toelaatbaar:
    kolom 1 kolom 2
    naam kampeerterrein adres kampeerterrein max. aantal uit te breiden standplaatsen met randvoorwaarden 1 en 2 max. aantal uit te breiden standplaatsen met randvoorwaarden 1 en 3
    Meidoornhoeve Hogezoom 101, Renesse 5 11
    De Pionier Hogezoom 114, Renesse 10 20
    Kooman-Van Loon Hogezoom 116, Renesse 1 2
  3. c. de totale oppervlakte van het betreffende kampeerterrein, na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid en inclusief de natuur- en landschapsbouw, niet meer mag bedragen dan 5 hectare;
  4. d. wijziging vindt slechts plaats als:
    1. 1. rondom het kampeerterrein wordt voorzien in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter of van ten minste 5 meter plus een met streekeigen beplanting beplante aarden wal van ten minste 2 meter hoog, gemeten vanaf het maaiveld;
    2. 2. een plan voor de natuur- en landschapsontwikkelingen en een beheersplan is opgesteld dat voldoet aan het bepaalde in onderdeel 1 en 2 uit bijlage 7, indien gebruik wordt gemaakt van de uitbreidingsmogelijkheid genoemd in kolom 1 van de tabel in onderdeel b van dit lid;
    3. 3. een plan voor de natuur- en landschapsontwikkelingen en een beheersplan is opgesteld dat voldoet aan het bepaalde in onderdeel 1 en 3 uit bijlage 7, indien gebruik wordt gemaakt van de uitbreidingsmogelijkheid genoemd in kolom 2 van de tabel in onderdeel b van dit lid;
    4. 4. als realisatie, beheer en onderhoud van de landschappelijke inpassing zijn verzekerd;
  5. e. bestaande natuurgebieden niet kunnen worden aangewend voor de versterking van de landschappelijke waarden op de camping en/of de realisatie van natuur- en landschapsontwikkeling;
  6. f. de uitbreiding van het aantal standplaatsen vindt uitsluitend plaats in de vorm van niet-permanente standplaatsen;
  7. g. de gronden waarop de natuur- en landschapsontwikkeling plaatsvindt, zoals bedoeld in Bijlage 7 Planologische randvoorwaarden terreinen met aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-kwaliteitseis-1', onder 3 wordt gewijzigd in de bestemming Natuur;
  8. h. op de gronden waarop de uitbreiding van het aantal standplaatsen plaatsvindt, worden voorzien in de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-2A', de overige gronden worden voorzien in de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kwaliteitseis-2';
  9. i. de onderlinge afstand van kampeermiddelen bedraagt tenminste 20 meter, met dien verstande dat deze afstandsmaat alleen geldt voor die standplaatsen die onderdeel zijn van de uitbreiding van het aantal standplaatsen;
  10. j. de afstand van een standplaats tot een woning van derden bedraagt ten minste 50 meter, tenzij uit onderzoek blijkt dat een goed woon- en leefklimaat is verzekerd bij een kortere afstand;
  11. k. als zodanig wordt bestemd dat de lichtuitstraling naar de omgeving dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk, hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goedgekeurd lichtplan overlegd;
  12. l. wijziging leidt niet tot een nadelige effecten voor de natuurwaarden op de betreffende gronden en de omgeving;
  13. m. 20% van de gronden behorende bij, dan wel deel uitmakende van, het kampeerterrein worden in gebruik genomen dan wel uitgevoerd voor:
    1. 1. agrarische doeleinden in de vorm van landbouw bij 50 standplaatsen of minder;
    2. 2. natuurontwikkeling bij meer dan 50 standplaatsen met een maximum van 60 standplaatsen;
  14. n. wijziging niet plaatsvindt binnen een afstand van 50 meter tot een perceel met fruitteelt en daardoor een milieuhygiënisch onaanvaardbare situatie ontstaat;
  15. o. wijziging leidt niet tot onevenredige gevolgen voor het waterbeheer;
  16. p. het aantal parkeerplaatsen ten minste 120% van het aantal standplaatsen bedraagt, met dien verstande dat ten minste 20% hiervan zal worden gesitueerd op een centrale parkeerplaats nabij de ingang van het kampeerterrein;

Artikel 30 Overige Regels

30.1 Wettelijke regelingen

Wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 31 Overgangsrecht

31.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 31.1, onder a, een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 2%;
  3. c. lid 31.1, onder a, is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

31.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 31.2, onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in lid 31.2, onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. lid 31.2, onder a, is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 32 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 1e herziening Kop van Schouwen.

Bijlagen

Bijlage 1 Kwaliteitseisen

Bijlage 2 Beplantingsplan Parkeerterrein Meelfabriek

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 27 juni 2013 is het bestemmingsplan 'Kop van Schouwen' vastgesteld. Het bestemmingsplan is op 24 december 2014, na uitspraak van de Raad van State, onherroepelijk geworden. De Raad van State heeft het besluit van 27 juni 2013 vernietigd voor zover het de volgende plandelen betreft:

  1. a. Het plandeel met de bestemming 'Agrarisch met waarden” dat ziet op het perceel aan de Vertonsweg 10 te Burgh-Haamstede;
  2. b. Alle plandelen met de bestemming “Recreatie – Kampeerterrein” uitsluitend voor zover daaraan de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – kwaliteitseis-2 (sr-ke2) is toegekend;
  3. c. Het plandeel met de bestemming “Groen” dat betrekking heeft op de gronden langs het bedrijfsterrein van de meelfabriek aan de Hoogenboomlaan 34 in Renesse;
  4. d. Het plandeel met de bestemming “Bedrijf” dat betrekking heeft op het bedrijfsterrein van de meelfabriek aan de Hoogenboomlaan 34 in Renesse;
  5. e. De plandelen met de bestemming “Natuur” met de aanduiding "persoonsgebonden overgangsrecht 1-60” voor zover het de percelen betreft van de eigenaren die beroep hebben ingesteld bij de Raad van State.

Het hierboven genoemde onderdeel e maakt geen onderdeel uit van het onderliggende bestemmingsplan. Dit onderdeel doorloopt een apart proces die uiteindelijk in een apart bestemmingsplan wordt verwerkt. Tot slot is er na de vaststelling van het bestemmingsplan geconstateerd dat er nog enkele aanpassingen in de regels en verbeelding nodig zijn.

1.2 Doel

Met de herziening van het bestemmingsplan “Kop van Schouwen” wil de gemeente Schouwen-Duiveland bereiken dat het bestemmingsplan vervolg geeft aan de uitspraak van de Raad van State en is uit onderzoek gebleken dat het wenselijk is het bestemmingsplan (de regels) op een aantal punten te verbeteren.

1.3 Ligging En Plangrenzen

Het plangebied omvat de Kop van Schouwen met uitzondering van de Kernen Burgh-Haamstede, Nieuw-Haamstede en Renesse. Uitsluitend de plandelen die zijn vernietigd door de Raad van State of waar ambtshalve aanpassing nodig is zijn op de verbeelding van de 1e herziening aangepast. Voor de overige plandelen op de verbeelding geldt het moederplan "Kop van Schouwen". De begrenzing van het plangebied wordt gevormd door de gehele Kop van Schouwen met uitzondering van de kernen Renesse, Burgh-Haamstede en Nieuw-Haamstede. Op onderstaande kaart is het plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1676.00125BphKS-VA05_0001.png"

1.4 Geldende Bestemmingsregeling

Voor de gronden die binnen het bestemmingsplangebied 1e herziening Kop van Schouwen vallen, wordt de bestaande bestemmingsregeling herzien. Daarmee vervallen de voor het plangebied geldende bestemmingsplannen. Het gaat om de volgende plannen:

Naam plan Vervalt geheel of gedeeltelijk
Kop van Schouwen Gedeeltelijk
Hoogenboomlaan Geheel
Partiële herziening Fruitgaardbedrijven Geheel
Buitengebied West Geheel

1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2, 3 en 4 worden achtereenvolgens het beleidskader, het planologisch kader en het milieu- en duurzaamheidskader beschreven. In hoofdstuk 5 wordt de visie op het plangebied toegelicht. Daarna volgt hoofdstuk 6 met daarin de juridische aspecten en hoofdstuk 7 met een onderbouwing van de economische uitvoerbaarheid. De toelichting van dit bestemmingsplan wordt afgesloten met een hoofdstuk over de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

2 Planbeschrijving

2.1 Inleiding

In dit bestemmingsplan worden een aantal locaties specifiek herzien. De aanpassingen worden hieronder per locatie kort beschreven. Eventueel benodigde onderzoeken zijn als bijlage bij de toelichting gevoegd. Naast de specifieke locaties zijn er na de vaststelling van het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" ook omgevingsvergunningen verleend. Deze omgevingsvergunningen zijn inmiddels onherroepelijk. Wanneer de omgevingsvergunning gevolgen heeft voor de verbeelding is dat in dit bestemmingsplan aangepast.

2.2 Aanpassingen Specifieke Locaties

“Recreatie – Kampeerterrein” met aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – kwaliteitseis-2 (sr-ke2)

In de uitspraak van 24 december 2014 van de Raad van State het bestemmingsplan voor het onderdeel “Recreatie – Kampeerterrein” met aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – kwaliteitseis-2 (sr-ke2) vernietigd. De reden hiervan is dat in de regels niet is opgenomen dat de 20 meter-eis alleen voor nieuwe standplaatsen geldt waarbij gebruik is gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 41.5 van het bestemmingsplan "Kop van Schouwen".

Voor een goede regeling is ook aanpassing van de verbeelding nodig. In de 1e herziening wordt voor de kampeerbedrijven die zijn uitgebreid middels de wijzigingsbevoegdheid de aanduiding 'kwaliteitseis 2a' opgenomen. Binnen deze aanduiding is in de regels opgenomen dat de afstand tussen de kampeermiddelen minimaal 20 meter moet bedragen. De aanpassing is in overeenstemming met de uitspraak van de Raad van State.

Strandpaviljoens

In de afgelopen jaren zijn er verschillende wijzigingsplannen en omgevingsvergunningen verleend voor het vergroten van een strandpaviljoen. In het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" zijn de wijzigingsplannen en de omgevingsvergunning niet goed verwerkt. In deze 1e herziening wordt op de verbeelding de maximale toegestane oppervlakte opgenomen met als peildatum de vaststelling van de 1e herziening door de gemeenteraad op d.d. 1 juni 2017

Het blijft mogelijk om met de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in bestemmingsplan "Kop van Schouwen" een grotere oppervlakte (tot een maximum van 750m² bebouwd) te realiseren. Hier zijn echter wel voorwaarden aan verbonden.

Hoogenboomlaan 29 Renesse

De eigenaar van het perceel Hoogenboomlaan 29 in Renesse heeft verzocht om de bestemming van de toegangsweg tot zijn perceel te wijzigen. De toegangsweg is namelijk gelegen buiten het Natura2000-gebied. In het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" heeft de toegangsweg de bestemming 'Natuur'. De toegangsweg is tevens opgenomen in het Natuur Netwerk Zeeland (voormalig EHS) en heeft daarin de aanduiding Bestaande natuur. Op grond van artikel 2.12, lid 1 van de Ruimtelijke Verordening Provincie Zeeland moeten gronden met de aanduiding 'Bestaande natuur' primair de bestemming 'Natuur' krijgen. Bestaande gebruik mag wel positief bestemd worden.

In dit bestemmingsplan heeft de toegangsweg de bestemming 'Natuur' met de nadere aanduiding 'weg'.

Hoogenboomlaan 34 in Renesse

Op dit perceel zijn de gronden met de bestemmingen 'Bedrijf' en 'Groen' vernietigd door de uitspraak van de Raad van State. In de 1e herziening wordt de planologische regeling voor dit perceel herstelt. Dit wil zeggen dat ter plaatse van de landschappelijke inpassing de bestemming 'Groen-Landschappelijk' wordt opgenomen. De bestemming 'Bedrijf' wordt weer op het perceel opgenomen. Het maximale bebouwingspercentage wordt verlaagd. Uit de Natuurtoets blijkt dat het bebouwingspercentage van 75% geen significant negatieve effecten op het natuurgebied heeft.

Ook voor het achterterrein wordt de bestemming 'Bedrijf' weer opgenomen. Net als in het moederplan "Kop van Schouwen" is op dit gedeelte geen bouwvlak opgenomen.

Hogezoom 101 Renesse

In het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" zijn op het perceel twee recreatiewoningen aangeduid. Daarnaast is aan een loods de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' toegekend. Er is toestemming verleend voor drie recreatiewoningen. Daarnaast is de desbetreffende loods in 2005 gebouwd, de oude is daarvoor gesloopt. De loods bezit dus geen cultuurhistorische waarden.

In de 1e herziening worden de aanduidingen voor de recreatiewoningen aangepast zodat er planologisch drie recreatiewoningen zijn toegestaan. Daarnaast wordt de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' verwijderd.

Laone 37 Renesse

Sinds 2012 is deze camping bezig met een kwaliteitverbeteringsplan voor de herinrichting van de camping. Het kwaliteitverbeteringsplan was al opgenomen en verwerkt in het bestemmingsplan "Kop van Schouwen". Na de vaststelling zijn er echter nog wijzigingen in het plan gemaakt waardoor ook het bestemmingsplan moet worden aangepast. In oktober 2015 zijn de benodigde vergunningen en toestemmingen verleend waardoor het bestemmingsplan kan worden aangepast.

Op de verbeelding wordt ter plaatse van de landschappelijke inpassing aan de noordzijde de aanduiding 'grondwal' opgenomen. Daarnaast wordt de breedte van de landschappelijke inpassing aangepast naar 6 meter.

Halve Maan 4 Burgh-Haamstede

In het bestemmingsplan Kop van Schouwen zijn op dit perceel abusievelijk 16 standplaatsen toegestaan waarvan 8 permanent. In het voorheen geldende bestemmingsplan "Partiële herziening fruitgaardregeling" zijn er op dit perceel maximaal 8 standplaatsen toegestaan die allemaal permanent gebruikt mogen worden.

In dit bestemmingsplan wordt deze fout hersteld en krijgt het perceel de aanduiding 'maximum totaal aantal standplaatsen' met de waarde 8. En de aanduiding 'maximum aantal permanente plaatsen' met de waarde 8 wordt toegevoegd.

Lagezoom 7 Burgh-Haamstede

Het kadastrale perceel WTS H1141 is gelegen in het bestemmingsplan "Hogezoom - Burgh-Haamstede/Renesse" en heeft hierin de bestemming 'Wonen'. De eigenaren hebben verzocht om de bestemming van het kadastrale perceel te wijzigen naar de bestemming 'Groen-Landschappelijk'.

In dit bestemmingsplan wordt het kadastrale perceel WTS H1141 in het bestemmingsplan opgenomen en krijgt het de bestemming 'Groen-Landschappelijk'.

Vertonsweg 2 Burgh-Haamstede

Bij de vaststelling van het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" is abusievelijk het goed gekeurde kwaliteitsverbeteringsplan niet goed verwerkt. In dit bestemmingsplan worden deze fouten hersteld. Het gaat bijvoorbeeld om het onderbreken van de bestemming 'Groen-Landschappelijk' met de bestemming 'Recreatie-Kampeerterrein'.

Vertonsweg 9 Burgh-Haamstede

Op dit perceel is in het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" maximaal 1 standplaats toegestaan. In het bestemmingsplan is abusievelijk niet aangegeven of het een permanente of niet-permanente standplaats betreft. In voorheen geldende bestemmingsplan "Partiële herziening fruitgaardregeling" is er op dit perceel 1 permanente standplaats toegestaan.

In dit bestemmingsplan wordt op het perceel de aanduiding 'maximum aantal permanente plaatsen' met de waarde 1 toegevoegd.

Vertonsweg 10 Burgh-Haamstede

Op dit perceel zijn de gronden met de bestemming "Agrarisch met waarden" vernietigd door de uitspraak van de Raad van State. In deze 1e herziening wordt voor de voormalige fruitschuur de bestemming "Wonen" met een bouwvlak en de aanduiding 'Gastenverblijf' opgenomen. Voor het overige wordt de bestemming "Agrarisch met waarden" weer opgenomen. De aanpassing is in overeenstemming met de uitspraak van de Raad van State.

Hogezoom 72 Burgh-Haamstede

Op 25 november 2015 hebben wij een verzoek (dossiernummer: 2015 2095)ontvangen voor het verplaatsen van een woning. De verplaatsing van de woning is meegenomen in deze 1e herziening.

Op dit moment is de bestaande woning op korte afstand van het bouwbedrijf gelegen. De woning wordt verplaatst zodat de minimale afstand tot het bouwbedrijf minimaal 50 meter bedraagt. Het bouwvlak van de bestaande woning wordt in deze 1e herziening verwijderd. Voor de nieuwe locatie wordt een bouwvlak met aanduidingvlak toegevoegd. Er is op deze manier sprake van een afronding van het bestaande lint waardoor er een goede overgang van lintbebouwing naar het open landschap ontstaat.

Voor deze ontwikkeling is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. In Bijlage 3 is deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen.

Hogezoom 74 Burgh-Haamstede

In de 1e herziening is het bouwvlak binnen de agrarische bestemming voor het perceel Hogezoom 74 te Burgh-Haamstede verruimd zodat het mogelijk is bestaande illegale bebouwing te legaliseren. De verruiming van het bouwvlak is het resultaat van gesprekken tussen de eigenaar en de gemeente. De illegale bebouwing binnen dit verruimde bouwvlak betreft een hooiopslag (zie correspondentie met de eigenaar van het perceel Hogezoom 74 zoals opgenomen in Bijlage 5. Een foto is opgenomen in Bijlage4.) De ruimtelijke impact van een hooiopslag is nihil en is daarom passend gemaakt in de 1e herziening. Op de verbeelding is de aanduiding paardenpension opgenomen waardoor het mogelijk is om 12 paarden te houden op de locatie.

Kraaijensteinweg 69 en 69a Burgh-Haamstede

In het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" is voor deze woningen de bouwaanduiding 'vrijstaand' opgenomen. Op 21 november 1995 is een bouwvergunning verleend waaruit blijkt dat er op het adres twee woningen aanwezig zijn.

In dit bestemmingsplan wordt de bouwaanduiding 'vrijstaand' vervangen door de bouwaanduiding 'twee-aaneen'. Tevens wordt het bouwvlak aangepast.

Steenweg 16 en Westerseweg 7 Burgh-Haamstede

Camping Duinoord bestaat uit twee terreinen op circa 400 meter van elkaar gelegen. In het geldende bestemmingsplan ontbreekt de planologische verbindingen tussen de twee terreinen. Abusievelijk is op de locatie Westerweg de aanduiding 'dienstverlening en beheer' niet opgenomen. In deze 1e herziening wordt dit alsnog opgenomen. Daarnaast wordt de planologische regeling voor beide terreinen in overeenstemming gebracht met het kwaliteitsverbeteringsplan.

Helleweg 2 Noordwelle

In het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" zijn op dit perceel maximaal 20 permanente standplaatsen toegestaan. In de feitelijke situatie zijn er 14 permanente standplaatsen aanwezig. In de afgelopen jaren is er geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om meer standplaatsen op het perceel te realiseren. Daarnaast is het fysiek en op grond van het beleid voor verblijfsrecreatie, standplaatsen, landschappelijke inpassing en brandveiligheid niet mogelijk om de extra standplaatsen in de toekomst te realiseren. Om deze redenen wordt in de 1e herziening het totaal aantal permanente standplaatsen verlaagd naar 14.

2.3 Aanpassingen Regels

In de regels zijn een aantal fouten uit het moederplan 'Kop van Schouwen' aangepast. Het overgrote deel van de aanpassingen zijn ondergeschikt. De aanpassingen die niet ondergeschikt zijn of nadere toelichting nodig hebben worden hieronder kort besproken.

Aanpassing moederplan 'Kop van Schouwen' Regeling in 1e herziening
In artikel 15.2.1. is geen beperking opgenomen voor de oppervlakte van overige gebouwen buiten het bouwvlak. In de 1e herziening wordt opgenomen dat de oppervlakte totaal 40m² mag bedragen.
In artikel 15.2.1. j en artikel 41.5 i is een afstandseis van 20 meter opgenomen. De 20 meter eis geldt alleen voor nieuwe kampeermiddelen die worden gerealiseerd door middel van een wijzigingsbevoegdheid In de bijlage 'kwaliteitseisen' wordt opgenomen dat de 20 meter eis alleen geldt voor nieuwe kampeermiddelen. Tevens wordt in de regels een goede verwijzing naar de bijlage opgenomen.
In artikel 15.4.1. is opgenomen dat er een aanduidingsvlak is opgenomen voor bijvoorbeeld winterkamperen en kampeerhuisjes. Er is niet opgenomen dat wanneer het aanduidingsvlak niet is opgenomen het maximum aantal 0 bedraagt. Hoewel het moederplan goed wordt toegepast is een verduidelijking nodig. In de 1e herziening wordt opgenomen dat wanneer geen aanduidingsvlak is opgenomen het maximum aantal 0 bedraagt.
In artikel 17.2.4. is de maximale oppervlakte van strandpaviljoens opgenomen. Op de verbeelding van de 1e herziening wordt voor de oppervlakte van de strandpaviljoens die groter zijn dan 450m² een maatvoering opgenomen. In de 1e herziening wordt een verwijzing naar de maatvoering op de verbeelding opgenomen.

3 Planologische Afweging

3.1 Inleiding

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te krijgen te bieden in de relevante beleidsmatige-, planologische- en milieu aspecten. Als een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, moet worden aangetoond dat dit haalbaar de eerder genoemde aspecten.

De herziening van het bestemmingsplan is met name gericht op correcties van het moederplan en op het verwerken van een aantal verleende omgevingsvergunningen. De bestaande ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied wijzigt daarom niet inhoudelijk. Nader onderzoek naar de beleidsmatige- en planologische aspecten is daarom niet noodzakelijk. Hiervoor wordt verwezen naar het bestemmingsplan "Kop van Schouwen".

Voor de gevallen waar vanuit de milieu aspecten wel nader onderzoek nodig is, wordt dit behandeld in hoofdstuk 4 Milieu- en duurzaamheidskader.

4 Milieu- En Duurzaamheidskader

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden alle relevante milieuaspecten behandeld die van toepassing zijn op het plangebied. Hierbij worden de milieueffecten beschreven per specifieke locatie, voor zover relevant.

4.2 Houden Van Dieren

Binnen het plangebied worden op geen aantal locaties paarden gehouden. Zoals privé als in de vorm van een pensionstalling. Het plangebied is voor ruiters zeer attractief en door zowel bewoners als door de aanwezige toeristen wordt er dan ook veelvuldig gebruik gemaakt van de aanwezig ruiter- en menpaden. In het geldende bestemmingsplan “Kop van Schouwen” is het hobbymatige houden van paarden toegestaan binnen de bestemmingen wonen, agrarisch en agrarisch met waarden. Het aantal paarden dat gehouden mag worden is echter niet gemaximaliseerd. Het maximaliseren is wenselijk om de volgende redenen:

  • Een groot deel van het plangebied is aangewezen als verzuringsgevoelig gebied op grond van de Wet ammoniak en veehouderij incl. de bijbehorende 250-meter zone. Binnen dit gebied en de bijbehorende zone is het oprichten van een inrichting voor o.a. het houden van paarden niet mogelijk. In het Activiteitenbesluit is opgenomen dat deze bepaling niet geldt als er minder dan 5 paarden worden gehouden. Binnen dit bestemmingsplan is het maximaal aantal te houden paarden dan ook gesteld op minder dan 5. In deze omvang wordt de activiteit gezien als een hobbymatige activiteit die geen onderdeel uitmaakt van een agrarische bedrijfsvoering.
  • De Kop van Schouwen is een gebied met veel stikstofgevoelige habitattypes en weinig stikstofruimte. Het houden van paarden zo dicht bij of zelfs in het Natura2000-gebied heeft direct gevolgen op de beschikbare ontwikkelingsruimte in de PAS. Omdat in eerste instantie de beschikbare ruimte wordt gereserveerd voor bestaande bedrijven wordt ervoor gekozen het aantal te houden paarden te maximaliseren.

In het huidige bestemmingsplan is het mogelijk om binnen de agrarische bestemming een grondgebonden veehouderij te starten. Middels dit bestemmingsplan wordt geregeld dat het oprichten van een veehouderij nabij het Natura2000-gebied niet rechtstreeks is toegestaan. Dit om te voorkomen dat de beschikbare ruimte in het kader van de PAS wordt gebruikt voor nieuwvestiging. De kans bestaat dat voor uitbreiding van bestaande bedrijven dan geen ruimte meer is. In de herziening van het Omgevingsplan 2012-2018 heeft de provincie ook aangegeven de beschikbare ruimte in eerste instantie aan bestaande veehouderijbedrijven te willen uitgeven.

4.3 Hoogenboomlaan 34 Renesse

Aan de Hoogenboomlaan 34 is het bedrijf Krijger Molenaars gevestigd. Dit bedrijf heeft nu de bestemming Bedrijf (bestemmingsplan Hoogenboomlaan). In dit bestemmingsplan is opnieuw de bestemming Bedrijf toegekend (maximaal milieu categorie 2), met de specifieke aanduiding 'meelfabriek'

In het geldende plan is een bebouwingspercentage van 100% opgenomen voor het gehele bedrijfsperceel. In dit bestemmingsplan is het bebouwingspercentage teruggebracht naar 75% voor het perceel aan de rechter- en achterzijde. In de bestaande, feitelijke situatie, is reeds 60% van dit perceel bebouwd. Er is dus nog een toename mogelijk van 15%. Hiervoor is in het bestemmingsplan bepaald dat het alleen mag gaan om opslagruimte. Uitbreiding van de oppervlakte voor productieactiviteiten is dus niet mogelijk. Om de effecten van de uitbreidingsmogelijkheden op de omliggende natura2000-gebieden in beeld te brengen is een voortoets uitgevoerd. In Bijlage 1 Natuurtoets 1e herziening Kop vanSchouwen hebben wij de Natuurtoets toegevoegd. Uit de voortoets blijkt dat geen sprake is van significant negatieve gevolgen voor het Natura2000-gebied Kop van Schouwen.

Voor de overige onderdelen van het bedrijfsperceel is een wijziging in bebouwingspercentage niet relevant. In de feitelijke situatie zijn deze delen van het perceel al voor 100% bebouwd danwel is geen extra bebouwing mogelijk.

Tevens is de woning aan de Hoogenboomlaan 32 bestemd als bedrijfswoning. Dit is in overeenstemming met het feitelijk gebruik. Het woon- en leefklimaat ter plaatse wijzigt voor het aspect geluid niet. Immers de geluidszone die in het bestemmingsplan is opgenomen blijft ongewijzigd. De woning is niet getoetst aan de richtafstanden volgens de handreiking Bedrijven en milieuzonering. In het bestemmingsplan Kop van Schouwen is gemotiveerd hoe om wordt gegaan met bedrijfswoningen. In dit plan wordt hierbij aangesloten. Er is sprake van een goed woon- en leefklimaat ter plaatste van de bedrijfswoning Hoogenboomlaan 32.

Deze wijziging is niet genoemd in bijlage I onder C en/of D van het Besluit m.e.r. Er hoeft geen (vormvrije) m.e.r- beoordeling te worden gedaan danwel een MER te worden opgesteld.

4.5 Overige punten

Verlichting

In het moederplan is in artikel 19 de mogelijkheid opgenomen om lichtmasten te plaatsen binnen de bestemming sport met een hoogte van 20 meter. Ten opzichte van een aantal bestemmingen, zoals wonen, is dit een ongewenste ontwikkeling. Om deze reden is in de regels opgenomen dat verlichting maximaal 15 meter hoog mag zijn en dat de afstand tot woningen minimaal 30 meter moet bedragen. Door deze regel wordt voorkomen dat zowel de lichthinder als het verlengd gebruik van de sportvoorzieningen het woon- en leefklimaat van omliggende woonbestemmingen aantast.

5 Juridische Aspecten

5.1 Toelichting Op Bestemmingsplanregeling

Dit bestemmingsplan herziet onderdelen van het bestemmingsplan Kop van Schouwen (hierna: het moederplan). Het plangebied omvat het gehele grondgebied van het moederplan. Op de verbeelding is op een aantal plaatsen een nieuwe bestemming opgenomen, soms is alleen een aanduiding toegevoegd of juist verwijderd.

In de regels van deze eerste herziening zijn de regels van het moederplan op onderdelen gewijzigd. Soms wijzigt alleen van een bepaling alleen een gedeelte van een zin, soms is de tekst van een bepaling geheel gewijzigd.

Voor de gronden die onderdeel zijn het bestemmingsplan, blijven de regels van het moederplan gelden, met inachtneming van de wijzigingen die zijn aangebracht in de regels van deze eerste herziening (zier artikel 23 van de regels).

5.2 Handhaving

5.2.1 Handhaving en bestemmingsplannen

Handhaving van regelgeving vraagt om geactualiseerde regels. Door de actualisering van de bestemmingsplannen worden de bestaande ruimtelijke kaders aangegeven en worden daarmee tevens de grenzen bepaald waarbinnen planologische ontwikkelingen mogelijk zijn.

De regels van het bestemmingsplan leggen een ruimtelijke relevante norm vast, met dikwijls een daar aan gekoppelde afwijkingsmogelijkheid, die het bestuur de mogelijkheid geeft in te spelen op de dynamiek van de samenleving. Op die wijze wordt ook de gelegenheid geboden een belangenafweging te maken van de individuele belangen ten opzichte van het algemeen belang.

De term handhaving wordt vaak beperkt uitgelegd als uitsluitend het toepassen van handhavingsinstrumenten, zoals de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. Deze vorm van handhaving is overwegend repressief van aard. Handhaving bestaat echter ook uit het geven van voorlichting en het houden van toezicht op een goede uitvoering. Dit is de preventieve invalshoek. In de meest optimale situatie zou sanctionering niet nodig moeten zijn.

Handhaving van bestemmingsplannen en ruimtelijke regelgeving is steeds meer in de belangstellingkomen te staan van bestuurlijk Nederland. Door het plaatsvinden van enkele ingrijpende incidenten is de handhaving van wet- en regelgeving in een stroomversnelling gekomen. In toenemende mate spreken burgers de gemeente aan op het handhaven van de (eigen) regels.

De rechter spreekt zich nadrukkelijk uit over het handhaven van de regelgeving en neemt daartoe in beginsel een plicht tot handhaving aan. Dit houdt in dat, gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift of regel het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moet maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.

5.2.2 Handhavingsbeleid gemeente

Binnen de gemeente Schouwen-Duiveland wordt er zo veel mogelijk planmatig gehandhaafd. Hiertoe wordt jaarlijks een handhavingsprogramma vastgesteld. Daarnaast is er ook de nodige ruimte om te kunnen handhaven op incidenten en klachten.

In principe dient tegen alle geconstateerde overtredingen te worden opgetreden. De zogenaamde beginselplicht tot handhaving. Het vaststellen van prioriteiten is echter onvermijdelijk. Als belangrijke handhavingsdoelen kunnen genoemd worden: het tegengaan van het bouwen zonder vergunning en het optreden daar waar sprake is van afwijking van reeds verleende vergunningen. Ook in de gevallen waar de veiligheid in het geding is en/of aantasting van het milieu plaatsvindt, dient prioriteit te worden gegeven aan de handhaving. Het tegengaan van strijdig gebruik van gronden en/of gebouwen is eveneens een belangrijke doelstelling. Als nevengeschikte doelen van de handhaving kunnen worden genoemd: het ongedaan maken van de gevolgen van een overtreding of een daarmee behaald voordeel.

5.2.3 Handhaving onrechtmatig gebruik van recreatiewoningen

Recreatieverblijven worden veelvuldig onrechtmatig gebruikt. Van onrechtmatig gebruik is sprake wanneer het gebruik in strijd is met de bestemmingsvoorschriften van de recreatieve bestemming. Hierbij gaat het niet om de duur van het strijdig gebruik, maar om de strijdigheid van de activiteit met de geldende planvoorschriften. Zo is het permanent (laten) bewonen van een recreatieverblijf en het recreatieverblijf (laten) gebruiken ten behoeve van het huisvesten van (buitenlandse) werknemers in strijd met de bestemmingsvoorschriften van de recreatieve bestemming. Het onrechtmatig gebruik van recreatieverblijven wordt binnen de gemeente Schouwen-Duiveland als een knelpunt ervaren.

Om het oneigenlijk gebruik van recreatieverblijven terug te dringen, heeft de gemeenteraad van de gemeente Schouwen-Duiveland in 2003 de uitvoeringsnota "Verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen" vastgesteld. In deze nota worden de uitgangspunten voor het handhavings- en gedoogbeleid met betrekking tot de permanente bewoning van recreatieverblijven aangegeven. De gemeenteraad heeft toen besloten dat aan alle permanente bewoners van een recreatiewoning op de peildatum 28 mei 2003, ongeacht de duur van de permanente bewoning, een gedoogbeschikking wordt verstrekt. De bewijslast voor de bewoners om aan te tonen dat zij voor de peildatum reeds woonachtig waren in de recreatiewoning, is in 2004 nader uitgewerkt.

Gedoogbeschikkingen werden slechts afgegeven wanneer zeker was dat de permanente bewoning eindig is. Om zeker te stellen dat de gedoogsituatie slechts van tijdelijke aard is, werden alleen objectgebonden gedoogbeschikkingen afgegeven in combinatie met persoonsgebondenheid. Zodra de bewoners overlijden, verhuizen of wanneer de woning is verkocht, vervalt de gedoogbeschikking. Met deze constructie wordt bereikt dat aan het onrechtmatig gebruik een einde komt.

5.2.4 Uitvoering handhaving

De uitvoering van het handhavingsbeleid is vastgelegd in de hiertoe relevante handhavingsprotocollen, het handhavingsplan en het daaruit voortvloeiende jaarprogramma. Daar waar een overtreding wordt geconstateerd en legalisatie niet mogelijk is, moet in eerste instantie toepassing worden gegeven aan de bestuursrechtelijke handhaving om tot herstel van de rechtsorde te komen. Het proces van bestuursrechtelijke handhaving is vastgelegd in een stappenplan, waarin de verschillende stadia van de besluitvorming en procedures tot uitdrukking komen.

Naast de bestuursrechtelijke mogelijkheden van handhaving wordt een taak gezien voor de strafrechtelijke handhaving. De uitvoering en voortgang van de handhaving wordt jaarlijks vastgelegd in een verslag, dat bestuurlijk wordt vastgesteld.

6 Economische Uitvoerbaarheid

6.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de economische uitvoerbaarheid beschreven. Indien het bestemmingsplan voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente moet de financieel-economische uitvoerbaarheid hiervan worden aangetoond. Er wordt nader ingegaan op de grondexploitatie, de koppeling met het exploitatieplan en eventuele inschatting tegemoetkoming in planschade.

6.2 Toepassing Grondexploitatiewet

De Wet ruimtelijke ordening maakt het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal bouwactiviteiten wanneer de bouw planologisch mogelijk wordt gemaakt in een bestemmingsplan, een wijziging van een bestemmingsplan, een projectbesluit of een projectafwijkingsbesluit. De bouwplannen waarbij een exploitatieplan verplicht is staan in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening:

  • de bouw van een of meer woningen;
  • de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen;
  • de uitbreiding van een hoofdgebouw met ten minste 1.000 m² of met een of meer woningen;
  • de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd;
  • de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor detailhandel, dienstverlening, kantoor of horecadoeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies tenminste 1.000 m² bedraagt;
  • de bouw van kassen met een oppervlakte van ten minste 1.000 m².

Bovendien is een exploitatieplan nodig als locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningcategorieën) gesteld moeten worden en/of het bepalen van een tijdvak of fasering noodzakelijk is.

Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de kosten van grondexploitatie anderszins verzekerd is én er geen fasering of tijdvak behoeft te worden vastgelegd én geen locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningbouwcategorieën) hoeven te worden vastgesteld. Tevens is wettelijk geregeld dat voor onbenutte bouwruimte die al opgenomen was in een bestemmingsplan dat nog op basis van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening was opgesteld en vastgesteld en bij de herziening van dat bestemmingsplan na 1 juli 2008 geen andere bestemmingsregeling is vastgesteld, geen exploitatieplan hoeft te worden vastgesteld.

Door als gemeente alle gronden en opstallen in eigendom te hebben, zelf de grondexploitatie te voeren en de bouwgrond uiteindelijk bouwrijp tegen een marktconforme prijs te leveren wordt ook voldaan aan de eis van verplichte kostenverhaal. De kosten van grondexploitatie worden in dat geval verhaald via de gronduitgifteprijs.

6.3 Conclusie

Onderhavig bestemmingsplan betreft een beheersplan waarin de bestaande situatie is vastgelegd. Slechts enkele nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen vinden plaats; het kostenverhaal hiervoor is anterieur verzekerd. Een exploitatieplan is dan ook niet benodigd, waardoor de economische uitvoerbaarheid van het plan is gewaarborgd.

7 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

7.1 Inleiding

Gedurende de voorbereiding van bestemmingsplannen wordt het plan één of meerdere keren ter inzage gelegd. Tijdens de periode van ter inzage legging kunnen bewoners, bedrijven, dorps- en stadsraden en andere geïnteresseerden of belanghebbenden reageren op het plan. In dezelfde periode wordt ook overleg gevoerd met andere overheden over het plan. De resultaten van de ter inzage legging kunnen leiden tot aanpassingen, verbeteringen of wijzigingen van het plan. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de resultaten zijn van deze maatschappelijke consultaties.

7.2 Resultaten Ter Inzage Legging Voorontwerpbestemmingsplan

Tijdens de ter inzage legging zijn er 11 inspraakreacties en is er 1 vooroverlegreactie ingediend. Ook zijn er ambtelijke opmerkingen op het plan gemaakt. Een volledig overzicht van deze reacties en de bijbehorende beantwoording door het college vindt u in Bijlage 6 Antwoordnotitie voorontwerp.

7.3 Resultaten Ter Inzage Legging Ontwerpbestemmingsplan

Tijdens de ter inzage legging zijn 8 zienswijzen ingediend. Ook zijn er ambtelijke opmerkingen op het plan gemaakt. Een volledig overzicht van deze reacties en de bijbehorende beantwoording door de gemeenteraad vindt u in Bijlage 7 Antwoordnotitie ontwerp

Het vaststellingsbesluit van de gemeenteraad is opgenomen in .

Bijlagen

Bijlage 1 Natuurtoets 1e Herziening Kop Van Schouwen

Bijlage 2 Oplegnotitie Wet Natuurbescherming 1e Herzieining Kop Van Schouwen

Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing Hogezoom 72 Burgh-haamstede

Bijlage 4 Foto Hooiopslag Hogezoom 74

Bijlage 5 Brief Hogezoom 74 Hooiopslag

Bijlage 6 Antwoordnotitie Voorontwerp

Bijlage 7 Antwoordnotitie Ontwerp