Strand Renesse Oost 3
Wijzigingsplan - Gemeente Schouwen-Duiveland
Vastgesteld op 29-06-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Strand Renesse Oost 3 met identificatienummer NL.IMRO.1676.00360BpwRE757438-VA01 van de gemeente Schouwen-Duiveland.
1.2 wijzigingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Artikel 2 Bestemmingsplan Kop Van Schouwen Van Toepassing
De regels en de op de verbeelding opgenomen bestemmingen, aanduidingen, bouwvlakken, aanduigdingen en maatvoeringen behorende bij het bestemmingsplan Kop van Schouwen met identificatienummer NL.IMRO.1676.00040BpAbg-va03 en bij de 1e herziening van het bestemmingsplan Kop van Schouwen met identificatienummer NL.IMRO.1676.00125BphKS-VA05 zijn van toepassing, met dien verstande dat:
- a. in afwijking van artikel 17.2.4, onder a, van de regels van het bestemmingsplan Kop van Schouwen de gezamenlijke totale vloeroppervlakte van het gebouw, het gebouwde terras, het strandterras en opslagvoorzieningen, exclusief een trap en / of gebouwde opgang naar het strandpaviljoen, ten hoogste 900 m² bedraagt met in achtneming van de volgende verdeling:
- 1. het totale vloeroppervlakte gebouw bedraagt ten minste 225 m² en ten hoogste 500 m²;
- 2. de oppervlakte gebouwd terras bedraagt ten minste 250 m² en ten hoogste 525 m²;
- 3. de oppervlakte strandterras bedraagt ten minste 150 m² en ten hoogste 425 m²;
- 4. de oppervlakte van een bij een strandpaviljoen behorende opslagruimte bedraagt ten hoogste 15 m².
- b. het uitbreiden én het gebruik van een strandpaviljoen voor zover de totale vloeroppervlakte van het strandpaviljoen met bijbehorende opslagruimte en exclusief trap en/of gebouwde opgang meer bedraagt dan 450 m², is uitsluitend toegestaan indien
- 1. de lichtuitstraling naar de omgeving zoveel als technisch mogelijk is wordt beperkt, hiertoe dient een door het bevoegd gezag goed te keuren verlichtingsplan te worden overlegd;
- 2. plan voor verhoging voorzieningen niveau zoals opgenomen in Bijlage 1 is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
4.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 4.1, onder a, een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 2%;
- c. lid 4.1, onder a, is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 4.2, onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in lid 4.2, onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. lid 4.2, onder a, is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 5 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Strand Renesse Oost 3.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Strandclub de Horizon heeft het voornemen om het bestaande strandpaviljoen te vervangen door een nieuw en modern strandpaviljoen. Het huidige paviljoen voldoet niet meer an de eisen en wensen van de ondernemer en bezoekers. Zo is er gebrek aan opslagruimte waardoor er 6 keer per week bevoorraad moet worden en is het te klein om de vraag aan te kunnen.
Volgens de planregels van het geldende bestemmingsplan "Kop van Schouwen" is een oppervlakte van 450 m² toegestaan voor een strandpaviljoen. Het beoogde paviljoen past niet binnen het maximaal toegestane oppervlakte dat is toegestaan. In het bestemmingsplan 'Kop van Schouwen' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het vergroten van de oppervlakte. Voorliggend wijzigingsplan geeft uitvoering aan deze bevoegdheid.
1.2 Locatie
De locatie omvat de gronden rondom het strandpaviljoen met adres Strand Renesse-Oost 3 te Renesse, bij duinovergang Kijkduin.
Figuur 1.2.1 Locatie bestaande en beoogde paviljoen (rood omkaderd) (bron: OpenStreetMap )
Figuur 1.2.2 Huidige situatie (bron: Rho Adviseurs)
1.3 Geldende Bestemmingsregeling
Op het plangebied is het bestemmingsplangebied (1e herziening) Kop van Schouwen van toepassing. Hierin hebben de gronden de bestemming 'Recreatie – Strand' met de dubbelbestemmingen ‘Waterstaat – Waterkering’ en ‘Waarde – Archeologie 6’.
Figuur 1.3.1 Uitsnede geldend bestemmingsplan (1e herziening) Kop van Schouwen.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de beschrijving van de wijziging en de toetsing aan de wijzigingsbevoegdheden. Hoofdstuk 3 omvat een korte toets aan de beleidskaders en hoofdstuk 4 een korte toets aan de relevante milieutechnische aspecten. Hoofdstuk 5 omvat de juridische planbeschrijving. Hoofdstuk 6 gaat in op de maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit wijzigingsplan.
Hoofdstuk 2 Beoogde Ontwikkeling
2.1 Beoogde Ontwikkeling
Het project betreft het vervangen van het bestaande paviljoen de Horizon voor een nieuw paviljoen. Het beoogde paviljoen komt zo'n 20 meter ten oosten van het bestaande paviljoen te liggen, binnen het bestaande bouwvlak met aanduiding 'strandpaviljoen'.
Het paviljoen krijgt een binnenruimte van circa 500m² en terrasruimte van 250m², daarnaast worden twee strandterrassen (zonder bebouwing) mogelijk met een oppervlakte van 61,5m² en 88 m². Het paviljoen krijgt naast een restaurantgedeelte ook een cafetaria en winkeltje, openbare toiletten en een speelruimte. Er is voldoende bergruimte en koelruimte aanwezig om voorraad voor een aantal dagen te kunnen opslaan. Het paviljoen wordt rolstoeltoegankelijk.
Figuur 2.1 Gevelaanzicht terraszijde (bron: Den Hollande Bouwadvies en ontwerp)
Figuur 2.2 Plattegrond (bron: Den Hollande Bouwadvies en ontwerp)
2.2 Toepassing Wijzigingsbevoegheid Bestemmingsplan Kop Van Schouwen
Het strandpaviljoen De Horizon is op de verbeelding aangeduid als 'specifieke vorm van horeca strandpaviljoen 11'. In het bestemmingsplan is onder artikel 17.7.1 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het vergroten van de oppervlakte.
Hierna wordt aangegeven hoe aan de wijzigingsvoorwaarden uit artikel 17.7.1 wordt voldaan.
Wijzigingsvoorwaarde | Beantwoording | |
a. | de wijziging niet is toegestaan op de gronden aangeduid als 'specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 4' | Deze aanduiding is hier niet van toepassing |
b. | de gezamenlijke totale vloeroppervlakte van het gebouw, het gebouwde terras, het strandterras en opslagvoorzieningen, exclusief een trap en / of gebouwde opgang naar het strandpaviljoen, bedraagt ten hoogste 900 m²met in achtneming van de volgende verdeling: 1. het totale vloeroppervlakte gebouw bedraagt ten minste 225 m² en ten hoogste 500 m²; 2. de oppervlakte gebouwd terras bedraagt ten minste 250 m² en ten hoogste 525 m²; 3. de oppervlakte strandterras bedraagt ten minste 150 m² en ten hoogste 425 m²; 4. de oppervlakte van een bij een strandpaviljoen behorende opslagruimte bedraagt ten hoogste 15 m²; | het gebouw heeft een oppervlakte van 495 m², het gebouwde terras 250 m² en daarnaast is er een strandterras met een gezamenlijk oppervlak van 150 m². Hiermee wordt aan de voorwaarde voldaan. |
c. | het plan mag uitsluitend worden gewijzigd indien met de vergroting van het strandpaviljoen een aanzienlijke verhoging van het openbare verzorgings-, voorzieningen- en kwaliteitsniveau gerealiseerd wordt; | Er worden diverse voorziengen gerealiseerd. Zo worden zelfreinigende openbare en vrij toegankelijke toiletten, tevens een gehandicaptentoilet, gemaakt. Ook wordt het paviljoen rolstoeltoegankelijk en wordt een verhard pad aangelegd vanaf de duinovergang tot het paviljoen dat verlicht zal worden en worden douches aangelegd. Ook wordt een babyverzorgingsruimte, kinderspeelruimte in het paviljoen gemaakt. Daarnaast worden voorzieningen als Wifi en een weestration aangelegd en toegankelijk. |
d. | burgemeester en wethouders vragen schriftelijk advies van de beheerder(s) van de waterstaatkundige functie alvorens de wijziging toe te passen; | Het waterschap is geïnformeerd over de plannen en heeft in het kader van de omgevingsvergunning voor bouwen een aantal aandachtspunten en voorwaarden meegegeven voor de bouw, demontabele karakter van de bebouwing, verharding en locatie van het paviljoen. Daarnaast zijn eisen gesteld ten behoeve van de ontwikkeling van de duinen. Met dee voorwaarden wordt rekening gehouden bij de aanvraag omgevingsvergunning. Voor de wijziging van het bestemmingsplan zijn daar geen belemmeringen uit gebleken. |
e. | de lichtuitstraling naar de omgeving dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk, hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goedgekeurd lichtplan overlegd; | De lichtuitstraling wordt zoveel mogelijk beperkt. Er is een lichtplan opgesteld waarin is onderzocht wat de lichtuitstraling zal zijn. Dit beperkt zich tot de direct aangrenze gronden. Het lichtplan is opgenomen in bijlage 5 en 6. Dit is ook als voorwaardelijke verplichting opgenomen in Artikel 2 van de regels bij dit wijzigingsplan. |
f. | wanneer door de wijziging het bouwvolume met meer dan 400 m3 wordt vergroot, dient zorggedragen te worden voor ruimtelijke kwaliteitswinst of er dient sprake te zijn van ruimtelijke kwaliteitswinst | Momenteel is een paviljoen met een oppervlakte van 450 m² toegestaan, met een gebouw van maximaal 300 m². De goothoogte bedraagt maximaal 3,5 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter. Het nieuwe paviljoen heeft een inhoud van circa 2.250 m³ en neemt dus met meer dan 400 m³ toe. Momenteel is er een verouderd paviljoen aanwezig. Dat zal gesloopt worden. Daarnaast zal de oude verharding weggenomen worden. De plaats hiervan komt een modern paviljoen met een verhard pad dat tevens rolstoel toegankelijk en verlicht is. |
g. | wijziging slechts plaats als: 1. voor de ruimtelijke kwaliteitswinst een beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag; 2. als realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitswinst zijn verzekerd. | Met gemeente worden privaatrecteijk afspraken gemaakt over de invulling van de realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitswinst. De vernieuwing van een modern paviljoen ter vervanging van het bestaande, verouderde paviljoen zorgt ervoor dat er meer en betere voorzieningen op het strand aanwezig zullen zijn. Door investeringen in de paden wordt de toegankelijkheid voor mindervaliden vergroot, wat aansluit op de rolstoeltoegankelijkheid van het paviljoen. Daarnaast zal het nieuwe paviljoen duurzaam worden. Doordat het paviljoen beter wordt toegerust, kan ook op dagen met minder mooi weer van het strand worden genoten. |
De wijzigings als bedoeld in 17.7.1 kan slechts worden verleend, mits:
- a. wordt voldaan aan het beoordelingskader zoals opgenomen in Bijlage 8 Cafetariamodel strandpaviljoens;
Hieraan wordt voldaan, zie bijlage 1, zie hiervoor ook paragraaf 3.2.2 - b. de aanwezige waarden niet onevenredig worden geschaad;
In het plangebied zijn geen cultuurhistorische of archeologische waarden aanwezig. De natuurwaarden worden niet onevenredig geschaad zie ook onder d. - c. dit niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
Op naastgelegen percelen is met name strand en een ander paviljoen aanwezig. De gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden hiervan worden niet aangetast door de vergroting van het paviljoen. - d. met een onderzoek is aangetoond dat de aanwezige ecologische en natuurwaarden niet onevenredig worden geschaad;
Er is een natuurtoets opgesteld, een stikstofonderzoek uitgevoerd en een quickscan ecologie gedaanwaarin dit wordt aangetoond. Zie hiervoor Hoofdstuk 4 - e. voorafgaand aan de ontwikkeling in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gevoerd met het waterschap.
Er is contact gelegd met het waterschap over de beoogde ontwikkeling. De reactie van het waterschap wordt in dit plan verwerkt.
Conclusie
Het wijzigingsplan voor vergroting van het strandpaviljoen naar 750 m² voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheid. Zo is aangetoond dat er sprake is van verhoging van het openbare verzorgings-, voorzieningen- en kwaliteitsniveau. Het verzoek is getoetst aan het beoordelingskader zoals opgenomen in bijlage 8 Cafetariamodel strandpaviljoens.
Er is geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
De uitbreiding van het strandpaviljoen heeft geen gevolgen voor de ecologische en natuurwaarden. Met een natuuronderzoek is aangetoond dat de aanwezige ecologische en natuurwaarden niet onevenredig worden geschaad.
Hoofdstuk 3 Beleidskader
De gemeente Schouwen-Duiveland heeft te maken met geldende beleidskaders van diverse overheden. Deze kaders zijn van invloed op de inhoud van een wijzigingsplan. Het gemeentelijke ruimtelijke beleid, zoals vastgelegd in dit wijzigingsplan, dient zich te bewegen binnen de marges van deze beleidskaders. In dit hoofdstuk worden de voor dit plan relevante beleidskaders en de wijze waarop deze in dit plan hun grondslag vinden, beschreven.
3.1 Provinciaal Beleid
Het initiatief raakt aan verschillende provinciale beleidskaders, waaronder Omgevingsvisie Zeeland en de Omgevingsverordening Zeeland 2018.
3.1.1 Omgevingsvisie Zeeland
De Zeeuwse Omgevingsvisie is een strategische langetermijnvisie voor Zeeland en beschrijft de uitdagingen voor de periode tot 2050, de Zeeuwse ambities voor 2050 en tussendoelen voor 2030.
De Zeeuwse Omgevingsvisie beschrijft vier Zeeuwse Ambities voor 2050:
- Uitstekend wonen, werken en leven in Zeeland;
- Balans in de grote wateren en het landelijk gebied;
- Een duurzame en innovatieve economie;
- Klimaatbestendig en CO2-neutraal Zeeland;
In de Omgevingsvisie is geen nieuw beleid opgenomen voor wat betreft het gebruik van de stranden.
3.1.2 Omgevingsverordening Zeeland 2018
De door Provinciale Staten vastgestelde Omgevingsverordening is een uitwerking van de omgevingswaarden en bevat provinciale regels over de fysieke leefomgeving die voor iedereen gelden.
Strandzonering
Ten aanzien van bestaande paviljoens is opgenomen dat uitbreiding van bestaande recreatieve bebouwing toegelaten is wanneer het oppervlak van een strandpaviljoen ten hoogste 1.000 m² bedraagt (Artikel 2.12 ). Met de beoogde uitbreiding wordt het oppervlak hoogstens 750m², er wordt dan ook aan deze voorwaarde voldaan.
Bestaande natuur
Het plangebied heeft in de omgevingsverordening deels de aanduiding Bestaande natuur. Figuur 3.1.1 laat zien dat het nieuwe paviljoen grotendeels buiten het Natuurnetwerk komen te liggen. Het te slopen paviljoen ligt geheel binnen dit netwerk. Per saldo wordt het ruimtebeslag binnen het Natuurnetwerk iets kleiner. In het dynamische, winderige strandmilieu zal de locatie van het gesloopte paviljoen reeds snel onherkenbaar opgaan in het omliggende zandstrand. Als gevolg van de ontwikkeling zijn dan ook geen negatieve effecten te verwachten op de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNZ.
Figuur 3.1.1 Projectie ontwerp nieuwe paviljoen (rood) en oude paviljoen (blauw) op de kaart Bestaande Natuur uit de Omgevingsverordening Zeeland 2018
Lanschap
Ook is het plangebied onderdeel van de gebieden die in de omgevingsverordening aangewezen zijn op de kaart Landschappen, landscahpselelmenten en cultuurhistorische elementen. Het plangebied behoord tot de Deltawateren, duin-en strandladschappen en de gebieden bhoreden tot het Natuurnetwerk Zeeland. In artikel 2.28 van de Omgevingsverordening (beschermd landschap) zijn regels opgenomen voor dergelijke gebieden. Hier geldt dat in een bestemmingsplan geen bestemmingen mogen worden aangewezen of regels mogen worden gesteld die, ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan, mogelijk maken dat de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gronden of elementen significant worden aangetast.
Ook mogen de bestemming en de regeling niet leiden tot een significante vermindering van de oppervlakte van de gronden of tot een significante aantasting van de samenhang tussen de gronden of elementen.
Het beoogde nieuwe paviljoen wordt gebouwd binnen het bouwvlak uit het geldende bestemmingsplan ter vervanging van het bestaande paviljoen. Het oppervlakte bebouwing neemt toe met maximaal 300 m². Hierdoor ontstaat er geen signigicante vermindering van het oppervlakte van de gronden of een significante aantasting van de samenhang tussen de gronden of elementen.
3.2 Gemeentelijke Beleid
3.2.1 Zonering en ontwikkelingskader strand 2012
In de beleidsnota wordt aan de strandzonering een ontwikkelingskader gekoppeld en wordt per strandovergang bepaalt welke activiteiten gewenst zijn. Het strand bij duinovergang Kijkduin (waar het bestaande paviljoen is gevestigd) is een familiestrand met bijbehorende mogelijkheden. Er zijn op basis van de bestaande situatie twee paviljoens toegestaan. In het bestemmingsplan is een bouwvlak en aanduiding ‘strandpaviljoen’ opgenomen. Verder zijn bij duinovergang Kijkduin per strandpaviljoen 15 strandcabines toegestaan.
Het beleid biedt ook de mogelijkheid voor een openbaar toegankelijke voorziening (op strandniveau). Deze moet binnen het verzorgingsgebied van een strandpaviljoen worden gerealiseerd en mag maximaal 1/4e van de oppervlakte van het strandpaviljoen (dat op de fundering boven het strand staan) bedragen, met een maximum van 100 m². De maximale oppervlakte is in te vullen met maximaal 4 units van 25 m² en mag niet onder het paviljoen zijn geplaatst. Hiervan is in de beoogde ontwikkeling geen sprake.
3.2.2 Cafetariamodel strandpaviljoens
Met het cafetariamodel wordt beoogd om het openbaar toegankelijke voorzieningenniveau op het strand te verhogen. In ruil hiervoor mag de oppervlakte van paviljoens worden vergroot.
Bovenop de in de basis toegestane oppervlakte van 450m² kan tot 450 m² extra oppervlakte worden vergund, indien het openbaar toegankelijke voorzieningenniveau binnen en buiten het verzorgingsgebied van een paviljoen substantieel wordt vergroot. Dit betekent dat een paviljoen een maximale oppervlakte van 900 m² kan bereiken (inclusief strandterras van 150 m² ). Het verzorgingsgebied is het gebied rondom het strandpaviljoen, gemeten 150 meter rechts en 150 meter links, of (voor zover van toepassing) tot aan de helft van de afstand tot het naastgelegen paviljoen, en richting zee tot aan de vloedlijn, steeds gemeten vanuit het hart van het strandpaviljoen. Vergroting is alleen mogelijk wanneer hiervoor wordt gecompenseerd. In het cafetariamodel is bepaald hoeveel vierkante meter gerekend mag worden per openbare voorziening. In bijlage 1 is weergegeven hoe voor onderliggend paviljoen wordt voldaan aan het cafetariamodel. Met de bijdragen in het voorzieningenniveau kan 501 m² extra bebouwing mogelijk worden gemaakt ten opzichte van de geldende regeling. Dat betekent dat voldaan wordt aan de compensatieopgave om de 450 m² extra mogelijk te maken.
Hoofdstuk 4 Milieu- En Duurzaamheidskader
Aanvullend op de wijzigingsvoorwaarden, als genoemd in paragraaf 2.2, moet worden getoetst aan een aantal wettelijk verplichte omgevingsaspecten om een goede ruimtelijke ordening te waarborgen. Deze toetsing ziet, in overeenstemming met de wijzigingsvoorwaarden, uitsluitend op de vergroting van de bebouwing van het strandpaviljoen. De toetsing van de relevante omgevingsaspecten is opgenomen in tabel 4.1.
Tabel 4.1 Toetsing omgevingsaspecten
criterium | toetsing | |
a. | Bodem | Het feitelijke gebruik als recreatief strand met horeca verandert niet. Doormiddel van dit wijzigingsplan vindt enkel een vergroting van het oppervlakte bebouwing plaats. Daarnaast staat het paviljoen op palen. Het aspect bodem is niet aan de orde. |
b. | Externe veiligheid | Binnen de gemeente Schouwen-Duiveland zijn de autowegen N57 en N59 en de vaarroute Krammersluizen / Zijpe aangewezen als transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in het Basisnet. N57 en N59 liggen op een zodanig grote afstand, wat betekent dat de invloedsgebieden niet over het plangebied reiken. De vaarroute Krammersluizen / Zijpe ligt op een zodanige afstand dat de invloedsgebieden ook niet over het plangebied reiken. Het thema buisleidingen is niet van toepassing op dit plangebied Het aspect externe veiligheid staat daarom de uitvoering van het plan niet in de weg. |
c. | Ecologie | Gebiedsbescherming De ontwikkeling is gelegen nabij het Natuurnetwerk Nederland zowel als Natura 2000-gebieden Voordelta en Kop van Schouwen. Vanwege de ligging van het plangebied in Natura 2000-gebied, zijn de effecten op dit Natura 2000-gebied niet uit te sluiten. Voor de realisatie van het strandpaviljoen is een natuurtoets uitgevoerd, zie bijlage 2. Uit deze notitie blijkt dat de ontwikkeling geen effecten heeft op de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN. Ook significant negatieve effecten op de Natura 2000-gebieden kunnen worden uitgesloten. Stikstof Voor zowel de aanlegfase, sloopfase als de nieuwe gebruiksfase is voor de stikstofdepositie een verschilberekening gemaakt ten opzichte van de referentiesituatie, zie bijlage 4. Uit de verschilberekening blijkt dat er geen sprake is van rekenresultaten hoger dan 0,00 mol/ha/j op stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden. Soortenbescherming Daarnaast is tevens onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van beschermde soorten (bijlage 3). Uit het onderzoek blijkt dat het plangebied geschikt foerageergebied voor de rugstreeppad biedt. Verblijfplaatsen van de rugstreeppad worden niet verwacht. In het projectgebied is tevens geschikt foerageergebied voor vleermuizen aanwezig. Overige beschermde functies of beschermde soorten worden niet in het projectgebied verwacht. Wanneer de werkzaamheden worden uitgevoerd buiten de actieve periode van de rugstreeppad vindt er geen verstoring van individuen van de rugstreeppad plaats. Wanneer er geen gebruik wordt gemaakt van aanvullende verlichting wordt verstoring van foeragerende vleermuizen voorkomen. Er is geen aanvullend onderzoek nodig naar beschermde soorten en functies. |
d. | Archeologie en cultuurhistorie | Op de cultuurhistorische waardenkaart is te zien dat er in de nabije omgeving geen historische objecten zijn gelegen. De beoogde wijziging vormt dan ook geen belemmering voor cultuurhistorische waarden. Voor het plangebied blijft de geldende dubbelbestemming voor archeologie van kracht. Indien ten tijde van de werkzaamheden bodemingrepen plaatsvinden groter dan 2.500 m2 en dieper dan 50 cm, is archeologisch onderzoek noodzakelijk. Echter zal het paviljoen op palen worden gebouwd en is archeologisch onderzoek naar verwachting dan ook niet noodzakelijk. |
e. | Water | De ontwikkeling vindt buitendijks plaats en zal op palen staan. Er is contact met het waterschap over de bouw van het paviljoen op deze locatie. Het nieuwe paviljoen komt binnen het bestaande bouwvlak. Voor wat betreft riolering wordt aangesloten op de bestaande voorzieningen. Het aspect water staat de ontwikkeling niet in de weg. |
f. | Milieu - omliggende functies | Het nieuwe paviljoen valt onder milieucategorie 1 met een richtafstand van 10 meter. De dichtstbijzijnde milieugevoelige functies (wonen, verblijfsrecreatie) liggen op grote afstand. Ook de cabines en overige voorzieningen zijn op grote afstand gelegen van milieugevoelige functies. Er wordt voldaan aan de richtafstand. Een goed woon- en leefklimaat is gewaarborgd |
g. | Verkeer en parkeren | Het verkeersaspect staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg, omdat er qua verkeersstroom weinig zal veranderen. In de huidige situatie komt het overgrote deel van de bezoekers vanuit naastgelegen recreatieparken. Daarnaast wordt het paviljoen bezocht door strandbezoekers. Bezoekers komen niet specifiek voor het paviljoen, maar voor een dagje strand of strandwandeling in combinatie met een bezoek aan een horeca gelegenheid. De toekomstige ontwikkeling is een modernisatieslag van het paviljoen en zal hetzelfde publiek bedienen. Met de uitbreiding kan het paviljoen de vraag van reeds op het strand aanwezige publiek bedienen, daar waar het nu regelmatig vol zit. Daarnaast is reeds een groot paviljoen aanwezig dat ook achter dezelfde duinovergang ligt. Hierdoor kiezen bezoekers er nu al voor om op deze locatie naar het strand te gaan als combinatiebezoek met de aanwezige horeca. De vergroting van het bestaande paviljoen brengt daar geen verandering in. Ook worden geen extra parkeerplaatsen mogelijk gemaakt, met dezelfde reden. Er kunnen dus ook niet meer bezoekers op drukke dagen parkeren en er zal dus ook geen extra verkeer zijn op deze dagen. Het is dan ook niet aannemelijk dat er meer verkeer gegenereerd zal worden door de realisatie van het vernieuwde paviljoen. |
h. | Luchtkwaliteit | Het verkeersaspect staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg, omdat er qua verkeersstroom weinig zal veranderen. In de huidige situatie komt het overgrote deel van de bezoekers vanuit naastgelegen recreatieparken. Daarnaast wordt het paviljoen bezocht door strandbezoekers. Bezoekers komen niet specifiek voor het paviljoen, maar voor een dagje strand of strandwandeling in combinatie met een bezoek aan een horeca gelegenheid. De toekomstige ontwikkeling is een modernisatieslag van het paviljoen en zal hetzelfde publiek bedienen. Met de uitbreiding kan het paviljoen de vraag van reeds op het strand aanwezige publiek bedienen, daar waar het nu regelmatig vol zit. Daarnaast is reeds een groot paviljoen aanwezig dat ook achter dezelfde duinovergang ligt. Hierdoor kiezen bezoekers er nu al voor om op deze locatie naar het strand te gaan als combinatiebezoek met de aanwezige horeca. De vergroting van het bestaande paviljoen brengt daar geen verandering in. Ook worden geen extra parkeerplaatsen mogelijk gemaakt, met dezelfde reden. Er kunnen dus ook niet meer bezoekers op drukke dagen parkeren en er zaldus ook geen extra verkeer zijn op deze dagen. Daardoor is het niet aannemelijk dat er meer verkeer gegenereerd zal worden door de realisatie van het vernieuwde paviljoen. |
i. | Geluid, wegverkeerslawaai en inrichtingslawaai | Het nieuwe paviljoen en de verschillende voorzieningen betreffen geen gevoelige bestemmingen op grond van de Wgh. Verder liggen er geen gevoelige bestemmingen in de omgeving van het plangbied. Geconcludeerd kan worden dat de beoogde functiewijziging niet zal leiden tot een onaanvaardbaar akoestisch klimaat ter plaatse van het plangebied en omliggende (recreatie)woningen. |
j. | M.e.r. | De ontwikkeling is op basis van aard en omvang niet (rechtstreeks) mer-plichting. Ook is geen passende beoordeling nodig in het kader van de Wet natuurbescherming. De ontwikkeling wordt niet genoemd in bijlage I onder C en/of D van het Besluit m.e.r. Er hoeft geen (vormvrije) m.e.r. beoordeling te worden gedaan. |
k. | Duurzaamheid/ kringloop en energie | In de nieuwe situatie wordt duurzaam gebouwd. De te nemen duurzame maatregelen zijn een speerpunt van de ontwikkeling en zijn onder meer: - de gebouw wordt gasloos verwarmd en er wordt gasloos gekookt - er komen zonnepanelen om in eigen energiebehoefte te kunnen voorzien. -Duurzaamheid wordt ook nagestreefd in het materialenpaspoort van de bebouwing en de wijze van bouwen (ten minste deels prefab, teneinde zware bouwactiviteiten op het strand te voorkomen). |
Hoofdstuk 5 Juridische Aspecten
Dit bestemmingsplan is een zogenaamd wijzigingsplan. In het bestemmingsplan Kop van Schouwen is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders om het plan te wijzigen, mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden.
In de hoofdstuk 1 van de regels wordt voornamelijk verwezen naar de relevante regels van het 'moederplan' Kop van Schouwen. Op een aantal punten zijn deze regels aangevuld, gelet op de voorwaarden voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheid.
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Het ontwerp-wijzigingsplan heeft vanaf 1 mei 2023 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen naar voren gebracht. Het plan is ook niet meer gewijzigd n.a.v. ambtshalve aanpassingen.
Na vaststelling wordt het wijzigingsplan voor de tweede maal zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden tegen het vaststellingsbesluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien geen beroep wordt ingesteld, is het plan na deze beroepstermijn onherroepelijk en treedt het plan in werking.
Bijlage 1 Plan Verhoging Voorzieningenniveau
Bijlage 1 Plan verhoging voorzieningenniveau
Bijlage 1 Plan Verhoging Voorzieningenniveau
Bijlage 1 Plan verhoging voorzieningenniveau