KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Esdorpenlandschap
Artikel 4 Agrarisch - Imkerij
Artikel 5 Agrarisch - Opslag
Artikel 6 Agrarisch - Paardenhouderij
Artikel 7 Agrarisch - Paardenhouderij 1
Artikel 8 Agrarisch - Radiotelescoop
Artikel 9 Agrarisch - Veenontginningenlandschap
Artikel 10 Bedrijf
Artikel 11 Bedrijf - Agrarisch Loonbedrijf
Artikel 12 Bedrijf - Agrarisch Loonbedrijf 1
Artikel 13 Bedrijf - Autohandel
Artikel 14 Bedrijf - Delfstof-/energiewinning
Artikel 15 Bedrijf - Gasdrukmeet- En Regelstation
Artikel 16 Bedrijf - Graanoverslagstation
Artikel 17 Bedrijf - Milieustation
Artikel 18 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 19 Bedrijf - Rioolwaterzuivering
Artikel 20 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen Met Lpg
Artikel 21 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen Zonder Lpg
Artikel 22 Bedrijf - Zandwinning
Artikel 23 Bos - Compensatiegronden
Artikel 24 Bos - Landgoed
Artikel 25 Bos - Natuurbegraafplaats Urnenveld
Artikel 26 Cultuur En Ontspanning - Historie
Artikel 27 Cultuur En Ontspanning - Sauna
Artikel 28 Cultuur En Ontspanning - Seksinrichting
Artikel 29 Detailhandel
Artikel 30 Gemengd - 1
Artikel 31 Gemengd - 2
Artikel 32 Gemengd - 3
Artikel 33 Gemengd - 4
Artikel 34 Gemengd - 5
Artikel 35 Groen
Artikel 36 Groen - Afschermende Beplanting
Artikel 37 Horeca
Artikel 38 Maatschappelijk
Artikel 39 Maatschappelijk - Begraafplaats
Artikel 40 Maatschappelijk - Dierenpension
Artikel 41 Maatschappelijk - Jeugdopvang 1
Artikel 42 Maatschappelijk - Jeugdopvang 2
Artikel 43 Maatschappelijk - Landgoed
Artikel 44 Maatschappelijk - Paardenkliniek
Artikel 45 Maatschappelijk - Schaapskooi
Artikel 46 Maatschappelijk - Zorgboerderij
Artikel 47 Natuur
Artikel 48 Natuur - Compensatiegronden
Artikel 49 Natuur - Doeleinden Van Landschaps- En Natuurbouw
Artikel 50 Natuur - Landgoed
Artikel 51 Recreatie - 1
Artikel 52 Recreatie - 2
Artikel 53 Recreatie - 3
Artikel 54 Recreatie - 4
Artikel 55 Recreatie - 5
Artikel 56 Recreatie - Dagrecreatie Outdoor
Artikel 57 Recreatie - Dagrecreatie Themapark
Artikel 58 Recreatie - Dagrecreatie Visvijver
Artikel 59 Recreatie - Recreatiewoningen
Artikel 60 Recreatie - Volkstuin
Artikel 61 Sport - Golfbaan
Artikel 62 Sport - Sportvelden
Artikel 63 Sport - Zwembad
Artikel 64 Verkeer
Artikel 65 Verkeer - Fietspaden
Artikel 66 Verkeer - Parkeerterrein
Artikel 67 Water
Artikel 68 Wonen
Artikel 69 Wonen - Landgoed
Artikel 70 Wonen - Voormalig Boerderijpand
Artikel 71 Wonen - Woonleefgemeenschap
Artikel 72 Leiding - Gas
Artikel 73 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 74 Leiding - Water
Artikel 75 Waarde - Archeologie 1
Artikel 76 Waarde - Archeologie 2
Artikel 77 Waarde - Archeologie 3
Artikel 78 Waarde - Archeologie 4
Artikel 79 Waarde - Archeologie 5
Artikel 80 Waarde - Archeologie 6
Artikel 81 Waarde - Archeologie 7
Artikel 82 Waarde - Beschermwaardig Houtopstand
Artikel 83 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 84 Waarde - Landschap
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 85 Anti-dubbeltelregel
Artikel 86 Algemene Bouwregels
Artikel 87 Algemene Gebruiksregels
Artikel 88 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 89 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 90 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 91 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 92 Overgangsrecht
Artikel 93 Slotregel
Bijlage 1 Specifieke Toetsingscriteria Ondergeschikte Tweede Tak Of Deeltijdfunctie
Bijlage 2 Algemene Bedrijvenlijst
Bijlage 3 Bedrijvenlijst Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten
Bijlage 4 Molenbiotopen
Bijlage 5 Eldersloo 5 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 6 Beleidsnotitie Kleinschalige Bedrijvigheid
Bijlage 7 Tjassenwijk 2 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 8 Streek 17 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 9 Julianalaan 9 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 10 Gasselterboerveenschemond 4 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 11 Beleidsadvieskaart Archeologie
Bijlage 12 Julianalaan 5 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 13 Schoonloërstraat 49 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 14 Oppervlakte Intensieve Veehouderij
Bijlage 1 Nota Van Uitgangspunten Bestemmingsplan Buitengebied
Bijlage 2 Planmer
Bijlage 3 Notitie 'Landschappelijke Kernkwaliteiten En Inrichtingsprincipes Buitengebied Aa En Hunze'
Bijlage 4 Beleidsadvieskaart Archeologie
Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid - Risicoanalyse
Bijlage 6 Brandweeradvies
Bijlage 7 Inventarisatie Karakteristieke Panden En Objecten
Bijlage 8 Motivering Karakteristieke Bouwwerken
Bijlage 9 Overzicht Waardevolle Landschapselementen En Beschermenswaardige Houtopstanden
Bijlage 10 Reactienota Overleg En Inspraak

buitengebied

Bestemmingsplan - Gemeente Aa en Hunze

Vastgesteld op 29-09-2016 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 het plan:

het bestemmingsplan 'Buitengebied' als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1680.BUITENGEBIED-VB01 van de gemeente Aa en Hunze;

1.2 het bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 aan-huis-verbonden beroep:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, uitgezonderd prostitutie, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend door gebruiker, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, al dan niet in combinatie met volledig bedrijfseigen mestbewerking/-verwerking en mestraffinage;

1.7 agrarische bedrijfskavel:

een op de verbeelding weergegeven aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing ten behoeve van een agrarisch bedrijf is toegelaten;

1.8 agrarisch loonbedrijf:

een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven, al dan niet in combinatie met grondverzetwerkzaamheden;

1.9 ander bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw, geen bijbehorend bouwwerk en geen overkapping zijnde;

1.10 archeologisch monument:

terreinen welke van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde en die daarom op grond van de Monumentenwet worden beschermd;

1.11 archeologisch onderzoek:

het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, en/of aan de hand van veldonderzoek;

1.12 archeologische verwachting:

het vermoeden over het voorkomen van archeologische waarden in een gebied;

1.13 archeologische waarden:

waarden die aan een terrein en/of gebied zijn toegekend vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;

1.14 bassin:

een mest- of waterbak voor de opslag van mest of water ten behoeve van agrarische en glastuinbouwactiviteiten;

1.15 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;

1.16 bedrijf:

het bedrijfsmatig vervaardigen en/of bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen en/of het leveren van diensten;

1.17 bedrijfsgebouw:

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.18 bedrijfsmatige exploitatie:

het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig complexmatig beheer/exploitatie, dat in de logiesverblijven recreatieve (nacht-) verblijfsmogelijkheden geboden worden;

1.19 bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf, een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, inclusief opslag- en administratieruimten;

1.20 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

  • agrarische bedrijfswoning: een bedrijfswoning waarin tevens (naast de agrariër) de rustende boer en familieleden tot de tweede graad woonachtig mogen zijn;

1.21 bestaand:

ten aanzien van de legaal aanwezige en vergunde bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik:

  • bestaand ten tijde van het inwerkingtreden van het bestemmingsplan;

1.22 bestaande ammoniakemissie:

ammoniakemissie als gevolg van de feitelijk en legaal aanwezige veestapel op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan. Onder bestaande ammoniakemissie wordt voorts gerekend de ammoniakemissie afkomstig uit een nog niet gerealiseerd stalsysteem, indien daarvoor ten tijde van de vaststelling van het plan sprake was van een volledig onherroepelijk vergunde situatie. Van een volledig onherroepelijk vergunde situatie is in ieder geval sprake indien ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan beschikt werd over een vergunning als bedoeld in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998;

1.23 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.24 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.25 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of overkapping;

1.26 blaastunnel:

een luchtzak gevuld met lucht en warmte, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;

1.27 boerderijpand:

het gebouw behorende tot het voormalige agrarische bedrijf, waarin oorspronkelijk het woongedeelte en het bedrijfsgedeelte was ondergebracht en dat oorspronkelijk als het hoofdgebouw van het agrarisch bedrijf is gebouwd;

1.28 boomteelt:

de teelt van boomkwekerijgewassen;

1.29 boomkwekerijbedrijf:

een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die specifiek is gericht op het telen van bomen, struiken en aanverwante gewassen;

1.30 bosbouw:

het geheel van bedrijfsmatig handelen en van activiteiten gericht op de instandhouding en ontwikkeling van bestaande respectievelijk nieuwe bossen ten behoeve van (de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu en recreatie;

1.31 bouwblok:

een aaneengesloten gebied binnen een agrarische bedrijfskavel waarbinnen bouwwerken ten behoeve van een agrarisch bedrijf geconcentreerd worden opgericht;

1.32 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.33 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.34 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.35 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.36 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en andere bouwwerken zijn toegelaten;

1.37 bouwvoor:

de bovenste, veel bewerkte en vaak met humus materiaal verrijkte laag van de grond;

1.38 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.39 cultuurhistorische waarden:

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;

1.40 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten behoeve van verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.41 erotisch getinte vermaaksfunctie:

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.42 evenement:

elke voor publiek buiten de daartoe ingerichte inrichtingen toegankelijke festiviteit, grootschalige sportwedstrijd, auto- of motorcrosswedstrijd, optocht, georganiseerd vuurwerk en alle overige tot vermaak en recreatie bedoelde activiteiten, met uitzondering van markten als bedoeld in de Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen en betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

1.43 (extensief) dagrecreatief medegebruik:

een (extensief) dagrecreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, het gebruik van een vissteiger of een picknickplaats of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik;

1.44 fruitteelt:

de teelt of het kweken van fruit aan houtige gewassen;

1.45 gemengd agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf waar twee verschillende vormen van landbouw worden uitgeoefend, te weten een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering en een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;

1.46 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.47 gebruiksgerichte paardenhouderij:

een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het africhten, het opleiden en het trainen, alsmede het opvangen en stallen van paarden en/of pony's in de vorm van een paardenpension, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.48 geluidsbelasting:

de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;

1.49 geluidsgevoelige objecten:

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;

1.50 geluidsgevoelige functies:

in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;

1.51 geluidszoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;

1.52 geomorfologische waarden:

de waarden van de gronden vanwege de ontstaansgeschiedenis van de vormen van het aardoppervlak, welke waarden worden bepaald door de herkenbaarheid van de vormen;

1.53 glastuinbouwbedrijf:

een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het telen van gewassen, waarbij de productie in kassen plaatsvindt;

1.54 groepsaccommodatie:

een groepsverblijf met meer dan tien slaapplaatsen, niet zijnde een vast of mobiel kampeermiddel, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd door groepen als kort verblijf, inclusief ondergeschikte lichte horeca;

1.55 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:

een agrarische bedrijfsvoering, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, op de wijze van een melkrundveehouderijbedrijf, een melkgeitenhouderijbedrijf, een schapenhouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, een vollegronds tuinbouwbedrijf, een productiegericht paardenhouderijbedrijf, en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijven;

1.56 hogere grenswaarde:

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;

1.57 hoofdgebouw:

een gebouw, dat gelet op de bestemming, als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.58 horecabedrijf en/of -instelling:

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.59 horecagelegenheid:

een ruimte waarin de bedrijfsuitoefening is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van maaltijden, eenvoudige etenswaren en dranken;

1.60 houtteelt:

de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de meldings- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet, zoals die gold op het moment van onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan;

1.61 huishouden:

een zelfstandig(e) dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree;

1.62 inpassingsplan:

een plan waarin inzichtelijk wordt gemaakt op welke wijze een ontwikkeling wordt ingepast op het betreffende perceel en in relatie tot de omgeving. Bij het opstellen en beoordelen van inpassingsplannen zal de bijlage 'Landschappelijke kernkwaliteiten en inrichtingsprincipes buitengebied Aa en Hunze' van de toelichting uitgangspunt zijn;

1.63 intensief kwekerijbedrijf:

een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, zoals een paddenstoelenkwekerij, een wormen- en/of madenkwekerij, een viskwekerij, een witlofkwekerij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen gebruik van daglicht;

1.64 intensief veehouderijbedrijf:

een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het houden van dieren, zoals een rundveemesterij (exclusief vetweiderij), een varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij, of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen weidegang;

1.65 kampeermiddel:

een mobiel en/of vast kampeermiddel dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.66 kampeerterrein:

terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

1.67 kap:

een dak met een zekere helling;

1.68 karakteristiek bouwwerk:

een bouwwerk met zodanige kenmerken of een zodanige verschijningsvorm, dat het een positieve invloed heeft op de waarden in de omgeving, of typerend en gezichtsbepalend is voor een zekere historische tijdsperiode;

1.69 kas:

een bouwwerk, niet zijnde een tunnelkas of een naar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerk, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groente, vruchten, bloemen, bomen, struiken of planten;

1.70 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, geen detailhandel zijnde en prostitutie, zoals genoemd in bijlage 3 bij deze regels;

1.71 kleinschalige duurzame energiewinning:

energie die gewonnen wordt uit kleinschalige perceelsgebonden bronnen, niet zijnde windturbines of zonnepaneelvelden, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, water, aard- en omgevingswarmte;

1.72 kleinschalig kampeerterrein:

een kampeerterrein ten behoeve van het plaatsen van een beperkt aantal kampeermiddelen, uitgezonderd stacaravans, gedurende een beperkte periode in het jaar;

1.73 kunstveld:

locatie waar kunstobjecten worden geschapen en geëxposeerd;

1.74 kwekerijbedrijf:

een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die specifiek is gericht op het telen van bomen, struiken, (tuin)planten en aanverwante gewassen, zoals een boomkwekerijbedrijf, een sierteeltbedrijf, een fruitteeltbedrijf en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven;

1.75 kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

1.76 landgoed:

geheel of gedeeltelijk met bossen of andere houtopstanden bezette onroerende zaak - daaronder begrepen die waarop een buitenplaats of andere, bij het karakter van het landgoed passende opstallen voorkomen - voorzover het blijven voortbestaan van die onroerende zaak in zijn karakteristieke verschijningsvorm voor het behoud van het natuurschoon wenselijk is;

1.77 landschappelijke waarden:

de cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap. Bij de afweging van het begrip landschappelijke waarden zal bijlage 'Landschappelijke kernkwaliteiten en inrichtingsprincipes buitengebied Aa en Hunze' van de toelichting steeds onderdeel van het toetsingskader zijn;

1.78 lawaaisporten:

schietsporten, auto- en motorcross, modelvliegen, en naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen sporten;

1.79 logies en ontbijt:

een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, (veelal) kortdurende, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend logies en ontbijt, die deel uitmaakt van het hoofdgebouw/bedrijfswoning (inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken) en of is gevestigd in een (van de) vrijstaand(e) bijbehorende bouwwerk(en) en wordt gerund door de bewoner van het betreffende perceel;

1.80 maatschappelijke voorzieningen:

educatieve, religieuze, sociaal-culturele, medische en sociaal-medische voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van opvang van mensen en dieren én voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;

1.81 manege-activiteiten:

bedrijfsactiviteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur of het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen);

1.82 mantelzorg:

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;

1.83 mest- en/of organische (bij)productvergisting:

het onder gecontroleerde omstandigheden (volledig afgesloten van lucht) afbreken van organische verbindingen door bacteriën waarbij methaangas vrijkomt;

1.84 mestbewerking:

de behandeling van dierlijke mest zonder noemenswaardige veranderingen aan het product, zoals mengen, roeren, homogeniseren en verwijderen van vreemde objecten zoals plastic folie en hoeven;

1.85 mestopslag:

een werk of een bouwwerk ten behoeve van de opslag van mest;

1.86 mestverwerking:

de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals scheiding, bezinking, toevoeging van additieven, vergisting, beluchting, droging, compostering indamping, vergassing en verbranding;

1.87 mobiel kampeermiddel:

een tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan of enig ander onderkomen op een kampeerterrein;

1.88 molenbeschermingszone:

aangewezen gebied waarbinnen het zicht op de molen en de vrije windtoetreding beschermd worden;

1.89 natuurlijke waarden:

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied (bij de afweging van het begrip natuurlijke waarden zullen de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet steeds onderdeel van het toetsingskader zijn);

1.90 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:

een agrarische bedrijfsvoering op de wijze van een intensief veehouderijbedrijf of een intensief kwekerijbedrijf;

1.91 normaal agrarisch gebruik:

het regulier gebruik, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor het agrarisch gebruik van de gronden, waartoe in ieder geval wordt gerekend grondbewerkingen tot een diepte van 30 cm onder maaiveld en niet bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van de verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor;

1.92 normaal bosbeheer:

het onderhoud en beheer, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goede instandhouding van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden van de bosgebieden;

1.93 normaal natuurbeheer:

het onderhoud en beheer, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goede instandhouding van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de natuurgebieden;

1.94 normaal onderhoud:

het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;

1.95 ondergeschikte lichte horeca:

horeca die ondergeschikt en in hoofdzaak ten dienste staat van en gerelateerd is aan de bestemming en tot doel heeft het verstrekken van kleine etenswaren en dranken. Tot ondergeschikte horeca worden mede gerekend mobiele horecastands, drankautomaten, en dergelijke;

1.96 opgaande meerjarige teelt:

de meerjarige teelt van opgaande sierbeplanting als heesters en struiken, het kweken van fruit aan houtige gewassen en naar de aard daarmee gelijk te stellen vormen van opgaande teelt van meerjarige gewassen;

1.97 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;

1.98 paardrijbak:

een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;

1.99 peil:

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld;
  3. c. indien in, op of over het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);

1.100 permanente bewoning:

de bewoning van een recreatiewoning als hoofdverblijf;

1.101 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie al dan niet in combinatie met de verkoop van streekeigen goederen;

1.102 productiegerichte paardenhouderij:

een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, waarbij al dan niet in ondergeschikte mate het africhten en de handel van paarden plaatsvindt;

1.103 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;

1.104 prostitutiebedrijf:

een gebouw, voer- of vaartuig, dan wel enig gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk bestemd, dan wel in gebruik voor het daar uitoefenen van prostitutie;

1.105 recreatieappartement:

het geheel van bijbehorende vertrekken als afzonderlijk gemeubileerde woongelegenheid, bedoeld voor verblijfsrecreatie, als onderdeel van een (andere) hoofdfunctie;

1.106 recreatieve bewoning:

de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;

1.107 recreatiewinkel:

een winkel op een recreatieterrein, waarin de bedrijfsuitoefening is gericht op detailhandel in hoofdzaak ten dienste van dat recreatieterrein;

1.108 recreatiewoning:

een gebouw, geen woonkeet en geen caravan zijnde, bestemd om uitsluitend door een persoon, een gezin of een daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond;

1.109 relatie:

een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven delen van een agrarische bedrijfskavel of een bestemmingsvlak met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één agrarische bedrijfskavel of bestemmingsvlak;

1.110 risicogevoelig bouwwerk cq. object

een bouwwerk c.q. object, waaronder terreinen, die bestemd zijn voor het regelmatig verblijf van mensen, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag;

1.111 risicovolle inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.112 schuilstal:

een vrij in het open veld staande stalling, die wordt gebruikt voor het bieden van schuilgelegenheid voor vee, waarbij in geringe mate opslag van agrarische producten plaatsvindt;

1.113 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een sekstheater, een seksautomatenhal, of een parenclub, of een daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.114 sierteelt:

de teelt van opgaande sierbeplanting als heesters en struiken;

1.115 silo:

een ander bouwwerk ten behoeve van opslagdoeleinden;

1.116 tunnelkas:

elke constructie van hout, metaal of ander materiaal, welke met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt en dient als teeltondersteuning voor bedekte teelten;

1.117 vast kampeermiddel:

een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijfsmiddel ten behoeve van recreatief nachtverblijf op een kampeerterrein, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond (plaatsgebonden) en daardoor als bouwwerk is aan te merken;

1.118 vollegronds tuinbouwbedrijf:

een grondgebonden agrarisch bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het telen van tuinbouwgewassen in de volle grond;

1.119 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de feitelijke indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;

1.120 voorkeurgrenswaarde:

de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;

1.121 vuurwerkbedrijf:

een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op de vervaardiging of assemblage of de handel in vuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;

1.122 windmolen:

een bouwwerk ten behoeve van de opwekking van windenergie;

1.123 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.124 woonhuis:

een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

1.125 zorgboerderij:

een zorgfunctie als hoofdtak waarbij de sociaal-medische opvang van personen, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn, gecombineerd wordt met agrarische activiteiten, in die zin dat de personen behulpzaam zijn bij de agrarische of natuurbeherende activiteiten.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een ander bouwwerk, een bijbehorend bouwwerk of een overkapping, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bouwonderdelen zoals goten, dakoverstekken en in dakoverstekken geïntegreerde goten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen met een minimale oversteek van 75 cm worden in de oppervlakte meeberekend;

2.6 de bouwhoogte van een molen/windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de molen/windturbine;

2.7 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen, trappenhuizen, gangen en overige dienstruimten;

2.8 de onderlinge afstand

de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot enig punt van een ander gebouw;

2.9 bouwen op de erf- of perceelgrens

bij bouwen op de erf- of perceelgrens wordt een bouwwerk gemeten aan de kant waar het aansluitend afgewerkt terrein het hoogste is.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch - Esdorpenlandschap

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Esdorpenlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het (bedrijfsmatig) agrarisch grondgebruik;
  2. b. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf';
  3. c. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf' in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor:
    1. 1. de verkoop van productiegebonden en niet-productiegebonden producten in vorm van bij andere kwekerijen en bedrijven aangekochte tuinplanten, bomen, struiken, producten voor grondverbetering en verkoop van strooizout, in combinatie met loonwerk en af en toe loonwerkactiviteiten voor ander agrarisch bedrijven en gladheidsbestrijding, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
    2. 2. een paardenhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';
    3. 3. een dierenartspraktijk, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenartspraktijk';
  4. d. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden en een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel gemengd agrarisch bedrijf';
  5. e. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering op de wijze van een kwekerijbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel kwekerijbedrijf' in combinatie met:
    1. 1. de verkoop van productiegebonden en aan de fruitteelt aanverwante producten in combinatie met het nuttigen van niet-alcoholische dranken, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel 1';
  6. f. het wonen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse van een agrarische bedrijfskavel;
  7. g. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke, geomorfologische en cultuurhistorische waarden;
  8. h. doeleinden van natuurontwikkeling en agrarisch natuurbeheer;
  9. i. extensief dagrecreatief medegebruik van bestaande infrastructuur en voorzieningen;
  10. j. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van kleine natuur- en landschapselementen;
  11. k. bosgebieden tot een aaneengesloten omvang van 1 hectare;
  12. l. bestaande schuilstallen;
  13. m. fruitteelt, ter plaatse van de aanduiding 'fruitteelt';
  14. n. een ijsbaan met een daarbijbehorend gebouw binnen het ter plaatse aangegeven bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
  15. o. een paardenrenbaan, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenrenbaan';
  16. p. opslag, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  17. q. kuilplaten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kuilplaten';
  18. r. verkoop van motorvoertuigen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verkoop motorvoertuigen';

met daaraan ondergeschikt:

  1. s. nutsvoorzieningen;
  2. t. kleinschalige duurzame energiewinning;
  3. u. wegen, paden en overige oppervlakteverhardingen;
  4. v. beken, plassen, poelen, vennen, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen al dan niet mede bestemd voor waterberging;
  5. w. kaden met een waterkerende functie;
  6. x. een kleinschalig kampeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen';
  7. y. volledig bedrijfseigen mestbewerking en mestverwerking;

met de daarbijbehorende:

  1. z. bedrijfsgebouwen en overkappingen;
  2. aa. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en logies en ontbijt en/of mantelzorg;
  3. ab. tuinen, erven en terreinen ter plaatse van een bedrijfskavel;
  4. ac. gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van sanitaire voorzieningen voor de eigen gasten van een kleinschalig kampeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen';
  5. ad. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

3.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

3.3 Nadere eisen

Er kunnen nadere eisen worden gesteld aan de situering van de gebouwen binnen het bouwvlak en de landschappelijke inpassing daarvan ten behoeve van een goede aansluiting bij het landschappelijk karakteristiek, een evenwichtig bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de natuurwaarden.

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de plaatsing van een mestvergistingsinstallatie of een daarmee gelijk te stellen bouwwerk;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor niet-agrarische bedrijvigheid anders dan bij het wonen toegestane beroepen en bedrijven en de specifiek daarvoor aangeduide bedrijven dan wel waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  3. c. het opslaan van mest, hooibalen en/of andere agrarische producten buiten de agrarische bedrijfskavel, met uitzondering van tijdelijke opslag van landbouwproducten (maximaal zes maanden per jaar), tenzij in de bestaande situatie opslag buiten de agrarische bedrijfskavel is gesitueerd, in welk geval de opslag van mest, hooibalen en/of andere agrarische producten op de bestaande locatie is toegestaan;
  4. d. het opslaan van mest, hooibalen en/of andere agrarische producten binnen de agrarische bedrijfskavel voor zover het gronden betreft die gelegen zijn voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het dichtst bij de weg gelegen bedrijfsgebouw, tenzij in de bestaande situatie opslag voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het dichtst bij de weg gelegen bedrijfsgebouw is gesitueerd, in welk geval de opslag op de bestaande locatie is toegestaan;
  5. e. het opslaan van niet-agrarische producten, auto's, caravans en boten anders dan in gebouwen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verkoop motorvoertuigen', in welk geval 8 motorvoertuigen tegelijk mogen worden gestald;
  6. f. het gebruik van spoelplaatsen ten behoeve van de bollenteelt buiten de bouwvlakken;
  7. g. het plaatsen van tunnelkassen, blaastunnels, en naar de aard daarmee gelijk te stellen objecten anders dan bedoeld in lid 3.2.1 onder b;
  8. h. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en/of de aanleg van wegen en paden anders dan ten behoeve van het agrarisch gebruik (buiten het bouwblok) of de bereikbaarheid van bebouwde percelen;
  9. i. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van niet-grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel gemengd agrarisch bedrijf' of 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel niet-grondgebonden agrarisch bedrijf';
  10. j. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één bedrijfswoning ontstaat, tenzij de gronden zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - tweede bedrijfswoning' in welk geval twee bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  11. k. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan:
    1. 1. waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
    2. 2. genoemd in 3.1, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel op het perceel niet meer mag bedragen dan 270 m² en waarbij buiten deze oppervlakte uitsluitend in de maanden november en december van ieder jaar de verkoop van kerstbomen is toegestaan;
    3. 3. de verkoop van motorvoertuigen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verkoop motorvoertuigen', in welk geval 8 motorvoertuigen tegelijk mogen worden gestald ter verkoop;
  12. l. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan:
    1. 1. waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
    2. 2. een kleinschalig kampeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen';
    3. 3. logies en ontbijt, waarbij ten hoogste twee kamers voor ten hoogste vier personen worden ingericht in de bedrijfswoning en/of de aangebouwde bijbehorende bouwwerken tot een gebruiksoppervlakte van ten hoogste 50 m²;
  13. m. het gebruik van gronden voor het kamperen buiten de periode van 15 maart tot 1 november van ieder kalenderjaar, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen';
  14. n. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning, een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  15. o. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  16. p. het gebruik van gronden ten behoeve van de sierteelt, fruitteelt, boomteelt, houtteelt, of overige opgaande meerjarige teeltvormen hoger dan 1,50 m, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'fruitteelt', in welk geval de gronden mogen worden gebruikt voor fruitteelt, of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opgaande meerjarige teeltvormen';
  17. q. het diepploegen, mengwoelen of anderszins onomkeerbaar wijzigen van de bodemstructuur, ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' en 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4';
  18. r. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  19. s. het gebruik van de gronden ten behoeve van containerteelt anders dan bij een boomteeltbedrijf, voorzover:
    1. 1. de gronden niet aansluitend zijn gelegen aan het bouwvlak van het betreffende boomteeltbedrijf met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel kwekerijbedrijf';
    2. 2. de oppervlakte van de gronden ten behoeve van de containerteelt per boomkwekerijbedrijf meer bedraagt dan 1.5 hectare;
  20. t. het gebruik van een tweede bouwlaag of meer voor het houden van dieren, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  21. u. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een hoveniersbedrijf, een vakantiewoning, dagrecreatie, vergaderingen en seminars, logies en ontbijt met een gezamenlijke oppervlakte die meer bedraagt dan de bestaande gezamenlijke oppervlakte.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch - Imkerij

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Imkerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een imkerij al dan niet in combinatie met ondergeschikte en productiegebonden detailhandel en educatieve voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. terreinen;
  2. f. andere bouwwerken;

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Agrarisch - Opslag

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Opslag' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het opslaan van agrarisch materieel;

met de daarbijbehorende:

  1. b. gebouwen en overkappingen;
  2. c. terreinen;
  3. d. andere bouwwerken.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Agrarisch - Paardenhouderij

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van gebruiksgerichte paardenhouderijen, al dan niet in ondergeschikte mate en in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering of ondergeschikte manegeactiviteiten;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;
  4. e. een recreatieappartement, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatieappartement';
  5. f. een theeschenkerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - theeschenkerij';

met de daarbijbehorende:

  1. g. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en logies en ontbijt en/of mantelzorg;
  2. h. tuinen, erven en terreinen;
  3. i. andere bouwwerken waaronder paardrijbakken, tredmolens en naar de aard daarmee gelijk te stellen andere bouwwerken.

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

6.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte manegeactiviteiten, indien gedurende de paardrijlessen gebruik wordt gemaakt van meer dan vijf paarden of pony's;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan:
    1. 1. waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
    2. 2. logies en ontbijt, waarbij ten hoogste twee kamers voor ten hoogste vier personen worden ingericht in de bedrijfswoning en/of de aangebouwde bijbehorende bouwwerken tot een gebruiksoppervlakte van ten hoogste 50 m²;
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatieappartement', in welk geval ten hoogste 1 recreatieappartement is toegestaan;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 7 Agrarisch - Paardenhouderij 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Paardenhouderij 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een paardenhouderij (zowel productiegericht als gebruiksgericht) met in hoofdzaak trainings- en verblijfsaccommodatie voor het mennen van paarden, met de daarbij behorende bebouwing, alsmede:
  2. b. een bedrijfswoning;
  3. c. recreatiewoningen, ondergeschikt en uitsluitend ten dienste van de paardenhouderij;
  4. d. horeca, ondergeschikt en uitsluitend ten dienste van de paardenhouderij;
  5. e. verblijfsrecreatie, ondergeschikt en uitsluitend ten dienste van de paardenhouderij;

met de/het daarbij behorende:

  1. f. groenvoorzieningen;
  2. g. nutsvoorzieningen;
  3. h. parkeervoorzieningen;
  4. i. paardrijbakken, tredmolens en naar de aard daarmee gelijk te stellen andere bouwwerken;
  5. j. water.

Ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' dient, met uitsluiting van andere locaties, de toegang naar respectievelijk de paardenhouderij en de bedrijfswoning te worden gesitueerd.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken ten behoeve van:

  • een goede landschappelijke inpassing;
  • de milieusituatie;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de recreatiewoningen voor permanente bewoning.

7.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' de bouw van nog eens drie recreatiewoningen wordt toegestaan met in totaal een oppervlakte van maximaal 250 m² en met toepassing van de bouwregels als genoemd in lid 7.2.3 met dien verstande dat de behoefte aan de recreatiewoningen vanuit de bedrijfsvoering kan worden aangetoond, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 8 Agrarisch - Radiotelescoop

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Radiotelescoop' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een LOFAR-radiotelescoop;
  2. b. het behoud en het herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden;
  3. c. het agrarisch grondgebruik;
  4. d. extensief dagrecreatief medegebruik;
  5. e. het behoud en de bescherming van mogelijk aanwezige archeologische waarden.

met de daarbijbehorende:

  1. f. andere bouwwerken.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van het landschapsbeeld nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken met een grotere verticaal oppervlak van 4 m2 en een bouwhoogte hoger dan 1,5 m of de vormgeving van erfafscheidingen (open hekwerken).

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 9 Agrarisch - Veenontginningenlandschap

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Veenontginningenlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het agrarisch grondgebruik;
  2. b. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf';
  3. c. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf' in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor:
    1. 1. een manege, ter plaatse van de aanduiding 'manege';
    2. 2. een hoveniersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'hovenier';
    3. 3. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
    4. 4. een groepsaccommodatie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
    5. 5. een hoveniersbedrijf, een vakantiewoning, dagrecreatie, vergaderingen en seminars, logies en ontbijt, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
    6. 6. loonwerkzaamheden, ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf';
  4. d. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden en een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel gemengd agrarisch bedrijf';
  5. e. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering met in ondergeschikte mate ruimte voor grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarische bedrijfskavel niet-grondgebonden agrarisch bedrijf';
  6. f. het wonen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse van een agrarische bedrijfskavel;
  7. g. bestaande schuilstallen;
  8. h. een veldschuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur';
  9. i. opslag, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  10. j. een activiteitenterrein ten behoeve van dagrecreatieve doeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - activiteitenterrein';

met daaraan ondergeschikt:

  1. k. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke, geomorfologische en cultuurhistorische waarden van het veenontginningenlandschap;
  2. l. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van kleine natuur- en landschapselementen;
  3. m. doeleinden van natuurontwikkeling en agrarisch natuurbeheer;
  4. n. een mestvergistingsinstallatie in combinatie met kantoorruimte, een weegbrug en bijbehorende silo's, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestvergister';
  5. o. cultuurgrond;
  6. p. nutsvoorzieningen;
  7. q. kleinschalige duurzame energiewinning;
  8. r. extensief dagrecreatief medegebruik van bestaande infrastructuur en voorzieningen;
  9. s. wegen, paden en overige oppervlakteverhardingen;
  10. t. beken, plassen, poelen, vennen, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen al dan niet mede bestemd voor waterberging;
  11. u. kaden met een waterkerende functie;
  12. v. volledig bedrijfseigen mestbewerking en mestverwerking;
  13. w. een kleinschalig kampeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen';

met de daarbijbehorende:

  1. x. bedrijfsgebouwen en overkappingen;
  2. y. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en logies en ontbijt en/of mantelzorg;
  3. z. tuinen, erven en terreinen ter plaatse van een bedrijfskavel;
  4. aa. gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van sanitaire voorzieningen voor de eigen gasten van een kleinschalig kampeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen';
  5. ab. andere bouwwerken.

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

9.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

9.3 Nadere eisen

Er kunnen nadere eisen worden gesteld aan de situering van de gebouwen binnen het bouwvlak en de landschappelijke inpassing daarvan ten behoeve van een goede aansluiting bij het landschappelijk karakteristiek, een evenwichtig bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de natuurwaarden.

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.5 Specifieke gebruiksregels

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

9.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 10 Bedrijf

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van bedrijven, welke zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, alsmede:
    1. 1. een houtbewerkingsbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtbewerking';
    2. 2. verkoop, onderhoud en onderdelenverkoop van cabrio's met in ondergeschikte mate ruimte voor plaatwerk, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verkoop, onderhoud en onderdelenverkoop van cabrio's';
  2. b. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een boomverzorgingsbedrijf met opslag, verwerking en drogen van houtsnippers en tak- en stamhout, de stalling van werkmaterieel, mobiele houtkachels en containers, alsmede een wasplaats ten behoeve van het eigen materieel, waarbij de milieucategorie naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met categorie 2 bedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - boomverzorgingsbedrijf', waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag houtsnippers' uitsluitend de opslag van houtsnippers is toegelaten;
  3. c. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van bedrijven, welke zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, in combinatie met en met in ondergeschikte mate ruimte voor:
    1. 1. een houthandel, niet zijnde geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - houthandel';
    2. 2. detailhandel in bloemen en planten met bijbehorende accessoires, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. e. wegen en paden;
  3. f. water;

met de daarbijbehorende:

  1. g. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. h. tuinen, erven en terreinen;
  3. i. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

10.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

10.3 Afwijken van de bouwregels

10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijvigheid anders dan genoemd in lid 10.1;
  2. b. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  3. c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  4. d. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één bedrijfswoning ontstaat, tenzij de gronden zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - twee woningen' in welk geval twee bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  5. e. het opslaan van producten, materialen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen zaken en/of het stallen van auto's, caravans en boten anders dan in gebouwen, tenzij het om bij het bedrijf zelf behorende opslag gaat, in welk geval opslag buiten de gebouwen is toegelaten, mits de opslag plaatsvindt achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfsgebouwen en in ieder geval niet plaatsvindt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen en opslag';
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  7. g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel dan wel detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - houthandel' en 'detailhandel';
  8. h. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  9. i. het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - boomverzorgingsbedrijf " ten behoeve van een boomverzorgingsbedrijf zonder de aanleg en instandhouding van een scherm met een minimale hoogte van 3,00 m overeenkomstig het geluidrapport I&BR001D01 van 15-08-2016.

10.5 Afwijken van de gebruiksregels

10.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 11 Bedrijf - Agrarisch Loonbedrijf

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Agrarisch loonbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een agrarisch loonbedrijf, al dan niet in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. f. tuinen, erven en terreinen;
  3. g. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

11.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  5. e. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel.

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

11.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

11.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 12 Bedrijf - Agrarisch Loonbedrijf 1

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Agrarisch loonbedrijf 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een loonwerkbedrijf;


met de daarbij behorende:

  1. b. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. c. (ontsluitings)wegen en paden;
  3. d. parkeervoorzieningen;
  4. e. groenvoorzieningen en water;
  5. f. tuinen, erven en terreinen;


met dien verstande dat:

ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', uitsluitend een toegangsweg met bijbehorende voorzieningen, zoals bermen en beplanting, ten dienste van het loonwerkbedrijf is toegestaan.

12.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

12.3 Afwijken van de bouwregels

12.4 Specifieke gebruiksregels

12.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 13 Bedrijf - Autohandel

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf - Autohandel’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van de handel in auto-onderdelen en -accessoires, verhuur-, bouwnijverheid- en installatiebedrijven welke wat betreft geur, stof, geluid en gevaar zijn vermeld in, dan wel vergelijkbaar zijn met bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 2;


met daarbij behorende:

  1. b. groenvoorzieningen;
  2. c. nutsvoorzieningen;
  3. d. parkeervoorzieningen;
  4. e. terreinen;
  5. f. water;
  6. g. andere bouwwerken.


In lid 13.1 onder a is (detail)handel uitsluitend begrepen voorzover deze is aan te merken als rechtstreeks voortvloeiend uit de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf.


In de bestemming zijn inrichtingen als bedoeld in artikel 40 juncto artikel 1 van de Wet geluidhinder en risicovolle inrichtingen niet begrepen.


De toelaatbaarheid van de in lid 13.1 onder a bedoelde bedrijven met het oog op het woon- en leefklimaat wordt bepaald aan de hand van de bij de regels behorende Bijlage 2.

13.2 Bouwregels

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:

  • een goede landschappelijke inpassing;
  • de milieusituatie;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

13.4 Afwijken van de bouwregels

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijvigheid anders dan genoemd in lid 13.1.

13.6 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheid, worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.5 voor de vestiging van bedrijven genoemd in een hogere categorie en bedrijven die wat betreft geur, stof, geluid en gevaar daarmee kunnen worden gelijkgesteld.


Bij een verzoek om afwijking wordt nagegaan of het betreffende bedrijf naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woningen, al dan niet onder te stellen voorwaarden wat betreft geur, stof, geluid en gevaar kan worden gelijkgesteld met bedrijven welke wel zijn genoemd in de betreffende categorieën uit Bijlage 2.

Artikel 14 Bedrijf - Delfstof-/energiewinning

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Delfstof-/energiewinning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. terreinen ten behoeve van delfstoffenonderzoek, -winning en behandeling, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. ontsluitingswegen en verhardingen;
  2. c. nutsvoorzieningen;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. gebouwen en overkappingen;
  2. f. terreinen;
  3. g. andere bouwwerken.

14.2 Bouwregels

Artikel 15 Bedrijf - Gasdrukmeet- En Regelstation

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Gasdrukmeet- en regelstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de aanleg en instandhouding van een gasdrukmeet- en regelstation;
  2. b. ondergrondse en bovengrondse leidingen en toebehoren;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen, paden, parkeervoorzieningen, lichtvoorzieningen, erf- en terreinafscheidingen en groen.

15.2 Bouwregels

Artikel 16 Bedrijf - Graanoverslagstation

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Graanoverslagstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van de op- en overslag van graanproducten en bedrijfsactiviteiten ten behoeve van de landbouwmechanisatie en de reparatie van tractors en tuinmachines, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energieopwekking;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. f. tuinen, erven en terreinen;
  3. g. andere bouwwerken.

16.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

16.3 Afwijken van de bouwregels

16.4 Specifieke gebruiksregels

16.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 17 Bedrijf - Milieustation

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Milieustation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. terreinen ten behoeve van een milieustation, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. c. gebouwen en overkappingen;
  2. d. wegen en paden;
  3. e. beplanting en bebossing;
  4. f. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  5. g. andere bouwwerken.

17.2 Bouwregels

Artikel 18 Bedrijf - Nutsvoorziening

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. terreinen ten behoeve van de energievoorziening, waterregulering, en naar de aard daarmee gelijk te stellen nutsvoorzieningen, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. c. gebouwen en overkappingen;
  2. d. wegen en paden;
  3. e. beplanting en bebossing;
  4. f. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  5. g. andere bouwwerken waaronder sluizen.

18.2 Bouwregels

Artikel 19 Bedrijf - Rioolwaterzuivering

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Rioolwaterzuivering' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. terreinen ten behoeve van een rioolwaterzuiveringsinstallatie, niet zijnde een geluidzoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
  2. b. het op- en overslaan van grond, ter plaatse van de aanduiding 'gronddepot';

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. d. gebouwen en overkappingen;
  2. e. wegen en paden;
  3. f. beplanting en bebossing;
  4. g. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  5. h. andere bouwwerken.

19.2 Bouwregels

19.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 20 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen Met Lpg

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verkooppunten van motorbrandstoffen, met de daarbij behorende gebouwen en overkappingen ten behoeve van autoreparatie, autoverhuur, autowasplaats en detailhandel in de bij een verkooppunt behorende accessoires en benodigdheden voor motorvoertuigen, alsmede de bij een verkooppunt gebruikelijke voedings- en genotmiddelen, kranten, tijdschriften, snijbloemen, en dergelijke;
  2. b. een vulpunt lpg, ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';

met de daarbijbehorende:

  1. c. terreinen;
  2. d. wegen en paden;
  3. e. andere bouwwerken.

20.2 Bouwregels

Artikel 21 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen Zonder Lpg

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verkooppunten van motorbrandstoffen zonder lpg, met de daarbij behorende gebouwen en overkappingen ten behoeve van detailhandel in de bij een verkooppunt behorende accessoires en benodigdheden voor motorvoertuigen, alsmede de bij een verkooppunt gebruikelijke voedings- en genotmiddelen, kranten, tijdschriften, snijbloemen, en dergelijke;

met de daarbijbehorende:

  1. b. terreinen;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. andere bouwwerken.

21.2 Bouwregels

Artikel 22 Bedrijf - Zandwinning

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Zandwinning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de winning en de opslag van zand, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
  2. b. water;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. d. voorzieningen ten behoeve van dagrecreatief medegebruik;

met de daarbijbehorende:

  1. e. taluds;
  2. f. wegen en paden;
  3. g. parkeervoorzieningen;
  4. h. sloten, plassen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen en -partijen;
  5. i. beplanting en bebossing;
  6. j. andere bouwwerken.

22.2 Bouwregels

22.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden ten behoeve van de opslag van baggerspecie en puin.

Artikel 23 Bos - Compensatiegronden

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos - Compensatiegronden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de aanleg en het behoud van bos;
  2. b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden;
  3. c. behoud, herstel en bescherming van houtopstanden;
  4. d. waterhuishoudkundige doeleinden.

23.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd.

23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 24 Bos - Landgoed

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bos - Landgoed’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. behoud, herstel en ontwikkeling van het bos voor natuur, landschap en houtteelt;
  2. b. het behoud of herstel van de op deze gronden voorkomende, dan wel daaraan eigen natuurwaarden, ecologische waarden, landschappelijke waarden en cultuurhistorische waarden (lanen);
  3. c. on- en halfverharde paden en watergangen en -plassen;
  4. d. een hoogzit en overige voorzieningen ten behoeve van de faunaobservatie en –beheer;
  5. e. dagrecreatie; Het doel 'dagrecreatie' is beperkt tot het gebruik van de bestaande dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van voet-, fiets- en ruiterpaden, picknickplaatsen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen en de inrichting van voet- en fietspaden;
  6. f. gebouwen ten behoeve van:
    1. 1. opslag, beheer en onderhoud, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bos - opslag 1' en 'specifieke vorm van bos - opslag 2’;
    2. 2. landgoedwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - landgoedwoning’;
    3. 3. recreatieve overnachtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - logiesverstrekking’;
  7. g. waterlopen en waterpartijen;
  8. h. natuurbegraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bos - natuurbegraafplaats’
  9. i. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’;
  10. j. belvedère, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bos - belvedère';

met de daarbij behorende:

  1. k. groenvoorzieningen;
  2. l. nutsvoorzieningen;
  3. m. tuinen, erven en terreinen;
  4. n. andere bouwwerken.

24.2 Bouwregels

24.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 24.2 voor zover het betreft de maximum bouwhoogte en de maximum goothoogte, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%.

24.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van gebouwen voor (recreatieve) bewoning, met uitzondering van:
    1. 1. gebouwen met de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - logiesverstrekking‘;
    2. 2. gebouwen met de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - landgoedwoning’.

24.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 25 Bos - Natuurbegraafplaats Urnenveld

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bos - Natuurbegraafplaats urnenveld’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bos en bebossing;
  2. b. een natuurbegraafplaats in de vorm van een urnenveld voor maximaal 1000 urnengraven;
  3. c. dagrecreatief medegebruik;
  4. d. voet- en rijwielpaden;
  5. e. waterlopen;

waarbij het behoud, het herstel en de instandhouding van de landschappelijke en natuurlijke waarden wordt nagestreefd.

25.2 Bouwregels

25.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het begraven door middel van kistbegravingen en andersoortige vormen van begraven, anders dan het begraven in door middel van urn(en).

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 26 Cultuur En Ontspanning - Historie

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning - Historie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. hunebedden;
  2. b. het behoud van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van de hunebedden.

met de daarbijbehorende:

  1. c. terreinen;
  2. d. andere bouwwerken.

26.2 Bouwregels

Artikel 27 Cultuur En Ontspanning - Sauna

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning - Sauna' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een sauna al dan niet in combinatie met persoonlijke verzorging en ondergeschikte lichte horeca;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. f. tuinen, erven en terreinen;
  3. g. andere bouwwerken;

27.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

27.3 Afwijken van de bouwregels

27.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  3. c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan:
    1. 1. waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
    2. 2. logies en ontbijt, waarbij ten hoogste twee kamers voor ten hoogste vier personen worden ingericht in de bedrijfswoning en/of de aangebouwde bijbehorende bouwwerken tot een gebruiksoppervlakte van ten hoogste 50 m²;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden anders dan ondergeschikte lichte horeca;
  7. g. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

27.5 Afwijken van de gebruiksregels

27.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 28 Cultuur En Ontspanning - Seksinrichting

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning - Seksinrichting' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een seksinrichting annex nachtclub in combinatie met horeca ten dienste van de seksinrichting annex nachtclub;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. f. tuinen, erven en terreinen:
  3. g. parkeervoorzieningen;
  4. h. andere bouwwerken.

28.2 Bouwregels

28.3 Afwijken van de bouwregels

28.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  6. f. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

28.5 Afwijken van de gebruiksregels

28.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 29 Detailhandel

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van detailhandelsbedrijven;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. f. tuinen, erven en terreinen;
  3. g. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

29.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

29.3 Afwijken van de bouwregels

29.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  5. e. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

29.5 Afwijken van de gebruiksregels

29.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

29.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 30 Gemengd - 1

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen, al dan niet in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  2. b. cultuur en ontspanning in de vorm van een theater/concertzaal;
  3. c. ondergeschikte horeca;
  4. d. bed & breakfast;
  5. e. dienstverlening;
  6. f. het behoud, herstel en de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. g. wegen en paden;
  2. h. parkeervoorzieningen;
  3. i. water;

met de daarbijbehorende:

  1. j. tuinen, erven en terreinen;
  2. k. andere bouwwerken.

30.2 Bouwregels

30.3 Afwijken van de bouwregels

30.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de gebouwen binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, anders dan ondergeschikte horeca;
  3. c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  4. d. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan bed & breakfast in de bedrijfswoning met een maximum van 4 kamers en een maximum van 10 personen;
  6. f. het gebruik van gronden ten behoeve van het parkeren, indien het meer dan 10 parkeerplaatsen betreft;
  7. g. het gebruik van bouwwerken ten behoeve van zaalverhuur.

30.5 Afwijken van de gebruiksregels

30.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 31 Gemengd - 2

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf, logiesverstrekking en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
  2. b. ondersteunende horeca;
  3. c. kleinschalige museale activiteiten;
  4. d. kleinschalige bedrijfsruimten voor opleidingen/trainingen;
  5. e. ondergeschikte en productiegebonden detailhandel;
  6. f. bedrijfsgerelateerde evenementen;
  7. g. bijbehorende bouwwerken;

waarbij ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd;


met daaraan ondergeschikt:

  1. h. nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding ‘nutsvoorziening’;
  2. i. parkeervoorzieningen;
  3. j. groenvoorzieningen;
  4. k. speelvoorzieningen;
  5. l. paden;
  6. m. water;


met daarbij behorende:

  1. n. tuinen en erven;
  2. o. andere bouwwerken.


De hoofdontsluiting van het terrein bevindt zich ter plaatse van de aanduiding ‘ontsluiting’.

In de bestemming is een ‘sier- en/of showtuin’ begrepen.

31.2 Bouwregels

31.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van:

  1. a. een goede woonsituatie;
  2. b. de sociale veiligheid;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

31.4 Afwijken van de bouwregels

31.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor (recreatieve) bewoning;
  2. b. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  3. c. het gebruik van woonhuizen in combinatie met een bedrijf anders dan een aan huis verbonden beroep of bedrijf of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of bedrijf of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zodanig dat:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak meer bedraagt dan 70% van het gebruiksvloeroppervlak van de gebouwen op een bouwperceel;
    2. 2. degene die het beroep of bedrijf uitoefent geen hoofdbewoner van de woning is;
    3. 3. er detailhandel plaatsvindt anders dan de verkoop van producten die een relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit worden vervaardigd en/of waarbij de verkoopvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40 m²;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  5. e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan logiesverstrekking waarbij de bed and breakfastaccommodatie geen grotere capaciteit heeft dan voor tien personen;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een evenement, zodanig dat:
    1. 1. het aantal evenementen per jaar meer dan vijf bedraagt;
    2. 2. er meerdaagse evenementen plaatsvinden.

31.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 32 Gemengd - 3

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een woonhuis ten behoeve van het wonen;
  2. b. gebouwen ten behoeve van de zorg;
  3. c. agrarische activiteiten;
  4. d. horeca, ondergeschikt en uitsluitend ten dienste van de bestemming (waaronder een theeschenkerij);
  5. e. verblijfsrecreatie, ondergeschikt en uitsluitend ten dienste van de bestemming;
  6. f. toeristisch recreatieve voorzieningen;
  7. g. maatschappelijke voorzieningen,

met de daarbij behorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met elkaar.


met daaraan ondergeschikt:

  1. h. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. i. parkeervoorzieningen;
  3. j. wegen en paden;
  4. k. water;


met de daarbijbehorende:

  1. l. tuinen, erven en terreinen;
  2. m. paardrijdbakken, tredmolens en naar de aard daarmee gelijk te stellen andere bouwwerken;
  3. n. andere bouwwerken.

32.2 Bouwregels

32.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van:

  1. a. een goede landschappelijke inpassing;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

32.4 Afwijken van de bouwregels

32.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan ondergeschikt en uitsluitend ten dienste van de bestemming;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van logies en ontbijt, waarvoor geldt dat ten hoogste twee kamers voor ten hoogste vier personen worden ingericht in de bedrijfswoning en/of de aangebouwde bijbehorende bouwwerken tot een gebruiksoppervlakte van ten hoogste 50 m² en er geen kooktoestel in de kamers wordt aangebracht;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, anders dan ondergeschikt en uitsluitend ten dienste van de bestemming;
  7. g. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak;
  8. h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte manegeactiviteiten, indien gedurende de paardrijlessen gebruik wordt gemaakt van meer dan vijf paarden of pony's;
  9. i. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel.

32.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 33 Gemengd - 4

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen, al dan niet in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  2. b. cultuur en ontspanning in de vorm van een theater/concertzaal en het geven of laten geven van cursussen en lezingen;
  3. c. ondergeschikte lichte horeca;
  4. d. bed & breakfast;
  5. e. dienstverlening;
  6. f. het behoud, herstel en de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. g. wegen en paden;
  2. h. parkeervoorzieningen;
  3. i. water;

met de daarbijbehorende:

  1. j. tuinen, erven en terreinen;
  2. k. andere bouwwerken.

33.2 Bouwregels

33.3 Afwijken van de bouwregels

33.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de gebouwen binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, anders dan ondergeschikte lichte horeca;
  3. c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  4. d. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan bed & breakfast in de bedrijfswoning met een maximum van 4 kamers en een maximum van 10 personen;
  6. f. het gebruik van bouwwerken ten behoeve van zaalverhuur.

33.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 34 Gemengd - 5

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in combinatie met verblijfsrecreatieve voorzieningen, sociaal - culturele doeleinden, dagrecreatieve voorzieningen en ondergeschikte lichte horeca;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;
  4. e. een kleinschalig kampeerterrein met ten hoogste twee trekkershutten en twee stacaravans en camperplaatsen;
  5. f. een paardrijbak;

met de daarbijbehorende:

  1. g. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. h. tuinen, erven en terreinen;
  3. i. gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van sanitaire voorzieningen voor de eigen gasten van een kleinschalig kampeerterrein;
  4. j. parkeervoorziening;
  5. k. andere bouwwerken;

34.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

34.3 Afwijken van de bouwregels

34.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het kamperen;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, indien de gezamenlijke horecavloeroppervlakte groter is dan 100 m², tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte maximaal is toegestaan;
  7. g. het gebruik van gronden voor het kamperen buiten de periode van 15 maart tot 1 november van ieder kalenderjaar met uitzondering van het plaatsen van campers die het gehele jaar door mogen worden geplaatst;
  8. h. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

34.5 Afwijken van de gebruiksregels

34.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 35 Groen

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dorpsvelden, structuurbepalende groenstroken, en naar de aard daarmee gelijk te stellen groenvoorzieningen;
  2. b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden van de groengebieden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. het extensief agrarisch medegebruik;
  2. d. dagrecreatieve voorzieningen;
  3. e. sport- en speelvoorzieningen;
  4. f. waterlopen;
  5. g. paden;
  6. h. nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. i. andere bouwwerken.

35.2 Bouwregels

35.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  2. b. het dempen van waterlopen;
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;
  4. d. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende andere bouwwerken.

35.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 36 Groen - Afschermende Beplanting

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Afschermende beplanting' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. afschermende erfbeplanting;
  2. b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de afschermende erfbeplanting;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. nutsvoorzieningen;
  2. d. paden;
  3. e. tuinen en erven;
  4. f. waterlopen;

met de daarbijbehorende:

  1. g. andere bouwwerken.

36.2 Bouwregels

36.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het verwijderen, vernielen en/of aantasten van de afschermende erfbeplanting anders dan ten behoeve van het normale onderhoud.

36.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 37 Horeca

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van horecabedrijven, in de vorm van cafés, restaurants, hotels en/of pensions, dan wel een combinatie daarvan;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. f. parkeervoorzieningen;
  3. g. een parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  4. h. tuinen, erven en terreinen;
  5. i. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

37.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

37.3 Afwijken van de bouwregels

37.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van een bedrijfswoning ten behoeve van recreatieappartementen of een groepsaccommodatie;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken als zelfstandig partycentrum, zalencentrum en/of een naar de aard daarmee gelijk te stellen horeca-activiteit;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kampeerterrein;
  7. g. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  8. h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;
  9. i. het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' anders dan als parkeerterrein.

37.5 Afwijken van de gebruiksregels

37.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

37.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 38 Maatschappelijk

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een maatschappelijke voorziening;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. agrarische opslagdoeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - agrarische opslag';
  2. c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  3. d. wegen en paden;
  4. e. water;

met de daarbijbehorende:

  1. f. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. g. tuinen, erven en terreinen:
  3. h. andere bouwwerken.

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

38.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

38.3 Afwijken van de bouwregels

38.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel en horeca;
  3. c. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  5. e. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  6. f. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

38.5 Afwijken van de gebruiksregels

38.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 39 Maatschappelijk - Begraafplaats

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een begraafplaats;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. c. gebouwen en overkappingen ten behoeve van stalling en onderhoud;
  2. d. wegen en paden;
  3. e. beplanting en bebossing;
  4. f. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  5. g. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

39.2 Bouwregels

39.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 40 Maatschappelijk - Dierenpension

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Dierenpension' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een dierenpension, al dan niet in combinatie met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. f. tuinen, erven en terreinen;
  3. g. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

40.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

40.3 Afwijken van de bouwregels

40.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  5. e. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel.

40.5 Afwijken van de gebruiksregels

40.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

40.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 41 Maatschappelijk - Jeugdopvang 1

41.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Jeugdopvang 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van de opvang van jeugd;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. f. tuinen, erven en terreinen;
  3. g. andere bouwwerken.

41.2 Bouwregels

41.3 Afwijken van de bouwregels

41.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  5. e. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel.

41.5 Afwijken van de gebruiksregels

41.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 42 Maatschappelijk - Jeugdopvang 2

42.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Jeugdopvang 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. medische en sociale instellingen;

alsmede voor:

  1. b. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  2. c. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbij behorende:

  1. d. wegen en paden;
  2. e. parkeervoorzieningen;
  3. f. groenvoorzieningen en water;
  4. g. sport- en recreatievoorzieningen;
  5. h. tuinen en erven;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

42.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

42.3 Afwijken van de bouwregels

42.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het verharden van meer dan 7000 m² van de onbebouwde gronden;
  2. b. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

42.5 Afwijken van de gebruiksregels

42.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 43 Maatschappelijk - Landgoed

43.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk - Landgoed’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van:
    1. 1. levensbeschouwelijke doeleinden;
    2. 2. uitvaartcentra;
    3. 3. sociaal-culturele doeleinden;
    4. 4. educatieve en informatieve doeleinden;
    5. 5. religieuze doeleinden;
    6. 6. museale doeleinden;
    7. 7. recreatieve overnachtingsdoeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logiesverstrekking';
    8. 8. landgoedwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - landgoedwoning’;

met de daarbij behorende:

  1. b. groenvoorzieningen;
  2. c. nutsvoorzieningen;
  3. d. on- en halfverharde wegen en paden;
  4. e. water;
  5. f. terreinen, tuinen en erven;
  6. g. kleinschalige duurzame energiewinning;
  7. h. andere bouwwerken.


4.2 Bouwregels

43.2 Bouwregels

43.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 43.2.1 onder d en e voor zover het betreft de maximum bouwhoogte en de maximum goothoogte, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%.

43.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gebouwen voor (recreatieve) bewoning, met uitzondering van gebouwen met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logiesverstrekking', mits:
    1. 1. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van logiesverstrekking niet meer bedraagt dan 50 m²;
    2. 2. er maximaal twee kamers ten behoeve van logiesverstrekking zijn;
    3. 3. de kamers voor maximaal vier personen tegelijk ten behoeve van logiesverstrekking zijn.

Artikel 44 Maatschappelijk - Paardenkliniek

44.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Paardenkliniek' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een paardenkliniek;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. evenementen binnen de bedrijfsgebouwen;
  3. d. wegen en paden;
  4. e. water;

met de daarbijbehorende:

  1. f. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. g. tuinen, erven en terreinen;
  3. h. parkeervoorzieningen;
  4. i. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

44.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

44.3 Afwijken van de bouwregels

44.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, indien de gezamenlijke horecavloeroppervlakte groter is dan 100 m²;
  7. g. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor niet-agrarische bedrijvigheid anders dan maneges en bij het wonen toegestane beroepen en bedrijven en waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

44.5 Afwijken van de gebruiksregels

44.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

44.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 45 Maatschappelijk - Schaapskooi

45.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Schaapskooi' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een schaapskooi met bijbehorende activiteitenruimte, zoals een wolatelier, en informatiecentrum, al dan niet in combinatie met educatieve doeleinden, ondergeschikte daghoreca en ondergeschikte detailhandel;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;
  4. e. parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. f. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. g. tuinen, erven en terreinen;
  3. h. andere bouwwerken.

45.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

45.3 Afwijken van de bouwregels

45.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
        1. a. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
        2. b. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
        1. a. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken;
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel en horeca anders dan genoemd in 45.1.

45.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 46 Maatschappelijk - Zorgboerderij

46.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Zorgboerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van een zorgboerderij, al dan niet in combinatie met wooneenheden en/of een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;

met de daarbijbehorende:

  1. e. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. f. tuinen, erven en terreinen;
  3. g. andere bouwwerken.

46.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

46.3 Afwijken van de bouwregels

46.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
        1. a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
        2. b. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
        1. a. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan productiegebonden detailhandel.

46.5 Afwijken van de gebruiksregels

46.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 47 Natuur

47.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en de landschappelijke waarden van de natuur- en bosgebieden;
  2. b. beken, plassen, poelen, vennen, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen al dan niet mede bestemd voor waterberging;
  3. c. de winning van organisch materiaal ten behoeve van biobrandstof en/of compostering;
  4. d. schuren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuur';
  5. e. bosbeheer en houtproductie;
  6. f. natuurkampeerterreinen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - natuurkampeerterrein';
  7. g. een begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. het extensief agrarisch medegebruik;
  2. i. het extensief dagrecreatief medegebruik en educatief medegebruik van bestaande infrastructuur en voorzieningen;
  3. j. kaden met een waterkerende functie;
  4. k. wegen en paden;
  5. l. parkeervoorzieningen;
  6. m. nutsvoorzieningen;
  7. n. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. o. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

47.2 Bouwregels

47.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  2. b. het scheuren, het omzetten en/of anderszins ingrijpend wijzigen van gronden ten behoeve van een permanent ander gebruik;
  3. c. het gebruik van gronden ten behoeve van een natuurkampeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - natuurkampeerterrein' voor:
    1. 1. het plaatsen en geplaatst houden van vaste kampeermiddelen;
    2. 2. het verwijderen van afschermende beplanting, anders dan in de vorm van normaal onderhoud;
    3. 3. het plaatsen van auto's bij de kampeermiddelen;
    4. 4. het per kampeermiddel gedurende een langere periode overnachten dan 28 nachten;
    5. 5. het plaatsen van meer dan 30 kampeermiddelen per hectare;
    6. 6. het plaatsen van meer dan 90 kampeermiddelen per natuurkampeerterrein .
  4. d. het bebossen van de gronden;
  5. e. het dempen van beken, plassen, poelen, vennen, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen;
  6. f. het geheel of gedeeltelijk verharden van zandwegen en/of zandpaden;
  7. g. het inrichten van gronden ten behoeve van de uitoefening van lawaaisporten;
  8. h. het inrichten van gronden zodanig dat de bestaande landschappelijke kenmerken wezenlijk worden veranderd en/of de waterhuishouding buiten de betreffende natuurgronden onevenredig wordt geschaad.

47.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 48 Natuur - Compensatiegronden

48.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Compensatiegronden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden;
  2. b. waterhuishoudkundige doeleinden.

48.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd.

48.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 49 Natuur - Doeleinden Van Landschaps- En Natuurbouw

49.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Doeleinden van landschaps- en natuurbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de opbouw, het behoud en/of het herstel van de aan de gronden eigen landschappelijke en natuurlijke waarden;

met de daarbij benodigde:

  1. b. andere bouwwerken en andere werken.

49.2 Bouwregels

45.2.1 Gebouwen en overkappingen

49.3 Specifieke gebruiksregels

49.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

49.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in die zin dat fiets-, voet- en ruiterpaden en eenvoudige dagrecreatieve voorzieningen met een maximum oppervlakte van 250 m² worden aangelegd.

Artikel 50 Natuur - Landgoed

50.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Natuur - Landgoed’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud of herstel van de op deze gronden voorkomende landschappelijke, ecologische en natuurwaarden;
  2. b. het herstel of behoud van de op de gronden voorkomende terreintypen, zoals heide, heideschraalgrasland en bloemrijkgrasland
  3. c. on- en halfverharde paden;
  4. d. dagrecreatie; Het doel 'dagrecreatie' is beperkt tot het gebruik van de bestaande dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van voet-, fiets-, en ruiterpaden, picknickplaatsen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen en de inrichting van voet- en fietspaden;
  5. e. een natuurbegraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - natuurbegraafplaats';
  6. f. water.

50.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mag niet worden gebouwd.

50.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 51 Recreatie - 1

51.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. standplaatsen voor mobiele en vaste kampeermiddelen;
  2. b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van onderhoud, beheer, dagverblijf, een recreatiewinkel, ondergeschikte horeca en sanitaire voorzieningen;
  3. c. bergingen bij vaste kampeermiddelen;
  4. d. het behoud van de natuurlijke waarden van de gronden;
  5. e. het behoud en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden, waaronder de terreinafschermende beplanting;
  6. f. een ijsbaan, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
  7. g. parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. i. kinderopvang, ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf';
  3. j. horeca, ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  4. k. een gebruiksgerichte paardenhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';

met de daarbijbehorende:

  1. l. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. m. bedrijfsgebouwen en overkappingen, alsmede gebouwen ten behoeve van onderhoud en sanitaire voorzieningen, ten behoeve van de verblijfsrecreatie in de vorm van groepsaccommodaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen verblijfsrecreatieve voorzieningen al dan niet in combinatie met sociaal - culturele doeleinden, dagrecreatieve voorzieningen en ondergeschikte horeca , ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
  3. n. tuinen, erven en terreinen;
  4. o. sport- en speelterreinen;
  5. p. parkeervoorzieningen;
  6. q. beplanting en bebossing;
  7. r. wegen en paden;
  8. s. water;
  9. t. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

51.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

51.3 Specifieke nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken ten behoeve van een concentratie en bundeling van bouwwerken genoemd in lid 51.1 onder b en k.

51.4 Afwijken van de bouwregels

51.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van kampeermiddelen en bouwwerken, met uitzondering van de bedrijfswoning en aan- en uitbouwen bij de bedrijfswoning, voor permanente bewoning;
  2. b. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning voor bewoning;
  5. e. het gebruik van een bedrijfswoning, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, ten behoeve van recreatieappartementen of een groepsaccommodatie, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie', in welk geval een groepsaccommodatie is toegelaten;
  6. f. het gebruik van bouwwerken voor ondergeschikte horeca indien de oppervlakte meer bedraagt dat 1% van het bestemmingsvlak, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte maximaal is toegestaan;
  7. g. het verwijderen van terrein afschermende beplanting, anders dan in de vorm van normaal onderhoud;
  8. h. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een recreatiewinkel indien de brutovloeroppervlakte per recreatiewinkel meer bedraagt dan 500 m², tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte maximaal is toegestaan;
  9. i. het gebruik van gronden en bouwwerken voor het plaatsen van bouwwerken en kampeermiddelen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bouwwerken en kampeermiddelen';
  10. j. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  11. k. het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' voor een ander gebruik dan parkeren.

51.6 Afwijken van de gebruiksregels

51.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

51.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 52 Recreatie - 2

52.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. mobiele kampeermiddelen;
  2. b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van onderhoud, beheer en dienstverlening en sanitaire voorzieningen;
  3. c. het behoud van de natuurlijke waarden van de gronden;
  4. d. het behoud en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden, waaronder de terreinafschermende beplanting;
  5. e. het agrarisch gebruik, ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch';

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. g. terreinen;
  2. h. beplanting en bebossing;
  3. i. wegen en paden;
  4. j. parkeervoorzieningen;
  5. k. water;
  6. l. andere bouwwerken;

ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', uitsluitend een toegangsweg met bijbehorende voorzieningen, zoals bermen en beplanting, ten dienste van het recreatieterrein is toegestaan.

52.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

52.3 Afwijken van de bouwregels

52.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden als standplaats voor vaste kampeermiddelen;
  2. b. het gebruik van gebouwen ten behoeve van onderhoud, beheer en dienstverlening en sanitaire voorzieningen voor (recreatieve) bewoning;
  3. c. het gebruik van gebouwen ten behoeve van een groepsaccommodatie;
  4. d. het verwijderen van terrein afschermende beplanting, anders dan in de vorm van normaal onderhoud;
  5. e. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

52.5 Afwijken van de gebruiksregels

52.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 53 Recreatie - 3

53.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatiewoningen, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, voor de bedrijfsmatige exploitatie;
  2. b. vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij recreatiewoningen;
  3. c. gebouwen en overkappingen ten behoeve van onderhoud, beheer, dagverblijf, een recreatiewinkel, ondergeschikte horeca en sanitaire voorzieningen;
  4. d. standplaatsen voor vaste en mobiele kampeermiddelen;
  5. e. bergingen bij vaste kampeermiddelen;
  6. f. het behoud van de natuurlijke waarden van de gronden;
  7. g. het behoud en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden, waaronder de terreinafschermende beplanting;

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. i. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. j. tuinen, erven en terreinen;
  3. k. sport- en speelterreinen;
  4. l. parkeervoorzieningen;
  5. m. beplanting en bebossing;
  6. n. wegen en paden;
  7. o. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  8. p. andere bouwwerken.

53.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

53.3 Afwijken van de bouwregels

53.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gebouwen en kampeermiddelen, met uitzondering van bedrijfswoningen voor permanente bewoning;
  2. b. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning voor bewoning;
  5. e. het gebruik van een bedrijfswoning, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, ten behoeve van een groepsaccommodatie;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken anders dan ten behoeve van een bedrijfsmatige exploitatie;
  7. g. het gebruik van bouwwerken voor ondergeschikte horeca indien de oppervlakte meer bedraagt dat 1% van het bestemmingsvlak, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte maximaal is toegestaan;
  8. h. het verwijderen van terrein afschermende beplanting, anders dan in de vorm van normaal onderhoud;
  9. i. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een recreatiewinkel indien de brutovloeroppervlakte per recreatiewinkel meer bedraagt dan 500 m², tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte maximaal is toegestaan;
  10. j. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

53.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 54 Recreatie - 4

54.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatiewoningen, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
  2. b. recreatiewoningen, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, al dan niet in gebruik voor permanente bewoning, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - permanente bewoning toegestaan';
  3. c. vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij recreatiewoningen;
  4. d. gebouwen en overkappingen ten behoeve van onderhoud, beheer, dagverblijf, een recreatiewinkel, ondergeschikte horeca en sanitaire voorzieningen;
  5. e. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het landschappelijk waardevolle karakter van het recreatieterrein;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. g. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. h. tuinen, erven en terreinen;
  3. i. parkeervoorzieningen;
  4. j. beplanting en bebossing;
  5. k. wegen en paden;
  6. l. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  7. m. andere bouwwerken.

54.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

54.3 Afwijken van de bouwregels

54.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gebouwen, met uitzondering van recreatiewoningen genoemd in lid 54.1 onder b en bedrijfswoningen, voor permanente bewoning;
  2. b. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning voor bewoning;
  5. e. het gebruik van een bedrijfswoning, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, ten behoeve van een groepsaccommodatie;
  6. f. het gebruik van bouwwerken voor ondergeschikte horeca indien de oppervlakte meer bedraagt dat 1% van het bestemmingsvlak, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte maximaal is toegestaan;
  7. g. het verwijderen van terrein afschermende beplanting, anders dan in de vorm van normaal onderhoud;
  8. h. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een recreatiewinkel indien de brutovloeroppervlakte per recreatiewinkel meer bedraagt dan 500 m², tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte maximaal is toegestaan.
  9. i. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  10. j. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

54.5 Afwijken van de gebruiksregels

54.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

54.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - permanente bewoning toegestaan' wordt verwijderd, indien vast is komen te staan dat het gebruik voor permanente bewoning van de recreatiewoning op dat adres na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar onderbroken is of is geweest.

Artikel 55 Recreatie - 5

55.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen, alsmede gebouwen ten behoeve van onderhoud en sanitaire voorzieningen, ten behoeve van de verblijfsrecreatie in de vorm van groepsaccommodaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen verblijfsrecreatieve voorzieningen al dan niet in combinatie met sociaal - culturele doeleinden, dagrecreatieve voorzieningen en ondergeschikte horeca;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. c. wegen en paden;
  3. d. water;
  4. e. een kleinschalig kampeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen';

met de daarbijbehorende:

  1. f. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. g. tuinen, erven en terreinen;
  3. h. gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van sanitaire voorzieningen voor de eigen gasten van een kleinschalig kampeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen';
  4. i. parkeervoorzieningen;
  5. j. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

55.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

55.3 Afwijken van de bouwregels

55.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het kamperen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen', in welk geval in de periode van 15 maart tot 1 november van ieder kalenderjaar mag worden gekampeerd;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, indien de gezamenlijke horecavloeroppervlakte groter is dan 100 m², tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte maximaal is toegestaan;
  7. g. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

55.5 Afwijken van de gebruiksregels

55.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

55.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 56 Recreatie - Dagrecreatie Outdoor

56.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie outdoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. outdoor gerelateerde activiteiten, zoals een klimpark;
  2. b. het behoud en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden;
  3. c. een zwem- annex recreatieplas met bijbehorende oevers;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. e. paden;
  3. f. water;

met de daarbijbehorende:

  1. g. gebouwen en overkappingen ten behoeve van horeca, detailhandel en sanitaire voorzieningen uitsluitend ten dienste van de dagrecreatie;
  2. h. andere bouwwerken.

56.2 Bouwregels

56.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca en detailhandel, anders dan op een wijze uitsluitend ten behoeve van de ter plaatse uitgeoefende dagrecreatieve activiteiten;
  2. b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden.

56.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 57 Recreatie - Dagrecreatie Themapark

57.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie themapark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van verblijfsrecreatie en dagrecreatie, waaronder recreatiewoningen, inclusief bijbehorende bouwwerken, dierenverblijven voor vogels en kleinvee, een restaurant en een winkel;
  2. b. het behoud van bomen ter plaatse van de aanduiding 'bos';

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. d. wegen en paden;
  3. e. water;

met de daarbijbehorende:

  1. f. bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of mantelzorg;
  2. g. tuinen, erven en terreinen;
  3. h. andere bouwwerken.

57.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

57.3 Afwijken van de bouwregels

57.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan genoemd in lid 57.1;
  2. b. het gebruik van gebouwen voor een restaurant en een winkel met een gezamenlijk vloeroppervlak van meer dan 100 m²;
  3. c. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  5. e. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  6. f. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken;
  7. g. het verharden van gronden ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'.

57.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 58 Recreatie - Dagrecreatie Visvijver

58.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie visvijver' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een visvijver;
  2. b. het behoud en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. d. paden;

met de daarbijbehorende:

  1. e. andere bouwwerken.

58.2 Bouwregels

58.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden en detailhandel;
  2. b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden.

Artikel 59 Recreatie - Recreatiewoningen

59.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatiewoningen, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
  2. b. recreatiewoningen, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, al dan niet in gebruik voor permanente bewoning, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - permanente bewoning toegestaan'
  3. c. vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een recreatiewoning;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. e. wegen en paden;
  3. f. water;

met de daarbijbehorende:

  1. g. tuinen, erven en terreinen;
  2. h. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

59.2 Bouwregels

59.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor permanente bewoning, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - permanente bewoning toegestaan';
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning.

59.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

59.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - permanente bewoning toegestaan' wordt verwijderd, indien vast is komen te staan dat het gebruik voor permanente bewoning van de recreatiewoning op dat adres na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar onderbroken is of is geweest.

Artikel 60 Recreatie - Volkstuin

60.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. volkstuinen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. c. gebouwen en overkappingen;
  2. d. parkeerterrein;
  3. e. terreinen;
  4. f. paden;
  5. g. water;
  6. h. andere bouwwerken.

60.2 Bouwregels

60.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van bouwwerken ten behoeve van bewoning.

Artikel 61 Sport - Golfbaan

61.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Golfbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een golfbaan;
  2. b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. d. gebouwen en overkappingen ten behoeve van de golfbaan;
  2. e. parkeervoorzieningen;
  3. f. beplanting en bebossing;
  4. g. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  5. h. andere bouwwerken.

61.2 Bouwregels

61.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, anders dan in de vorm van een horecagelegenheid ten behoeve van de ter plaatse uitgeoefende sportactiviteiten.

61.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 62 Sport - Sportvelden

62.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Sportvelden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvelden ten behoeve van doeleinden van sport, spel en ontspanning en scouting;
  2. b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. d. gebouwen, waaronder overkappingen;
  2. e. terreinen;
  3. f. parkeervoorzieningen;
  4. g. beplanting en bebossing;
  5. h. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  6. i. andere bouwwerken.

62.2 Bouwregels

62.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, anders dan in de vorm van een horecagelegenheid ten behoeve van de ter plaatse uitgeoefende sportactiviteiten.

62.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 63 Sport - Zwembad

63.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Zwembad' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een zwembad;
  2. b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. d. gebouwen en overkappingen;
  2. e. terreinen;
  3. f. parkeervoorzieningen;
  4. g. beplanting en bebossing;
  5. h. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  6. i. andere bouwwerken.

63.2 Bouwregels

63.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca anders dan in ondergeschikte mate ten dienste van het zwembad.

63.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 64 Verkeer

64.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (ontsluitings)wegen;
  2. b. voet-, fiets- en zandpaden;
  3. c. bruggen, viaducten, dammen, faunapassages en/of duikers;
  4. d. sloten, bermen en beplanting;
  5. e. parkeervoorzieningen;
  6. f. dagrecreatief medegebruik;
  7. g. de winning van organisch materiaal ten behoeve van biobrandstof en/of compostering;

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende;

  1. i. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

met dien verstande dat:

    1. 1. behoudens verbeteringen met het oog op de verkeersveiligheid en/of vermindering van geluidsoverlast het wegprofiel wat betreft de ligging, de breedte van rijbanen en het aantal rijstroken gehandhaafd blijft;
    2. 2. in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen zoals bermbeplanting, bushaltes en dergelijke zijn begrepen.

64.2 Bouwregels

64.3 Afwijken van de bouwregels

64.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 65 Verkeer - Fietspaden

65.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Fietspaden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. fiets- en voetpaden;
  2. b. kaden en dijken;
  3. c. bruggen, dammen, faunapassages en/of duikers;
  4. d. sloten, bermen en beplanting;
  5. e. dagrecreatief medegebruik;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  1. g. andere bouwwerken.

65.2 Bouwregels

Artikel 66 Verkeer - Parkeerterrein

66.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een parkeerterrein;
  2. b. een transferium, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - transferium';

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. d. paden;
  3. e. water;

met de daarbijbehorende:

  1. f. andere bouwwerken.

66.2 Bouwregels

66.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden en detailhandel, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - transferium', in welk geval horecadoeleinden en detailhandel gerelateerd aan de bestemming verkeer is toegestaan;
  2. b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden.

Artikel 67 Water

67.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kanalen, beken, sloten, vaarten, en daarmee gelijk te stellen waterlopen ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging, de beroeps- en recreatievaart en het behoud van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  2. b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en de landschappelijke waarden;

met de daarbijbehorende:

  1. c. kaden, dijken en oeverstroken;
  2. d. bruggen, dammen en duikers;
  3. e. sluizen en stuwen;
  4. f. paden;
  5. g. dagrecreatief medegebruik;
  6. h. kleinschalige duurzame energiewinning;
  7. i. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

67.2 Bouwregels

67.3 Afwijken van de bouwregels

67.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden als ligplaats of aanleggelegenheid voor vaartuigen en/of woonschepen, woonarken of casco's (caissons) die tot woonschip of woonark kunnen worden omgebouwd.

67.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 68 Wonen

68.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonhuizen en bijbehorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor ruimten voor:
    1. 1. een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zoals genoemd in bijlage 6, logies en ontbijt en/of mantelzorg;
    2. 2. een kwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
    3. 3. een tennisbaan, ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan';
    4. 4. een theeschenkerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - theeschenkerij';
  2. b. woonhuizen op de wijze van plattelandswoningen en bijbehorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zoals genoemd in bijlage 6, logies en ontbijt en/of mantelzorg, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning';

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. d. wegen en paden;
  3. e. water;

met de daarbijbehorende:

  1. f. tuinen, erven en terreinen;
  2. g. andere bouwwerken.

68.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

68.3 Afwijken van de bouwregels

68.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een hoofdgebouw en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in het hoofdgebouw uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan:
    1. 1. waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
    2. 2. logies en ontbijt, waarbij ten hoogste twee kamers voor ten hoogste vier personen worden ingericht in de hoofdgebouw en/of de aangebouwde bijbehorende bouwwerken tot een gebruiksoppervlakte van ten hoogste 50 m²;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
  7. g. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
  8. h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten;
  9. i. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de in lid 68.1 onder a specifieke aangeduide bedrijvigheid indien de gezamenlijke vloeroppervlakte meer dan 100 m² bedraagt, tenzij de bestaande gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande gezamenlijke oppervlakte geldt.

68.5 Afwijken van de gebruiksregels

68.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 69 Wonen - Landgoed

69.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een woonhuis met allure en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van het woonhuis, al dan niet in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en logies en ontbijt, mantelzorg, sociaal-culturele doeleinden, hoveniersactiviteiten en/of grondgebonden agrarisch grondgebruik;
  2. b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, cultuurhistorische, archeologische en natuurlijke waarden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. d. agrarisch medegebruik;
  3. e. dagrecreatief medegebruik;

met de daarbijbehorende:

  1. f. tuinen, erven en terreinen;
  2. g. wegen en paden;
  3. h. parkeervoorzieningen
  4. i. beplanting en bebossing;
  5. j. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  6. k. andere bouwwerken;

waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd.

69.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

69.3 Afwijken van de bouwregels

69.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een hoofdgebouw en/of een bijbehorend bouwwerk voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief de bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak;
    2. 2. het beroeps-/bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. degene die de activiteiten in het hoofdgebouw uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    4. 4. er detailhandel plaatsvindt;
    5. 5. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  3. c. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan:
    1. 1. waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
    2. 2. logies en ontbijt, waarbij ten hoogste twee kamers voor ten hoogste vier personen worden ingericht in de hoofdgebouw en/of de aangebouwde bijbehorende bouwwerken tot een gebruiksoppervlakte van ten hoogste 50 m²;
  5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;
  6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten;
  7. g. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak al dan niet met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend.

69.5 Afwijken van de gebruiksregels

69.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

69.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 70 Wonen - Voormalig Boerderijpand

70.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Voormalig boerderijpand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonhuizen in de vorm van voormalige boerderijpanden en bijbehorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor ruimten voor:
    1. 1. een aan-huis-verbonden beroep en/of een bedrijfsmatige activiteit zoals die is genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
    2. 2. begeleid wonen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - zorgwonen';
    3. 3. logies en ontbijt;
    4. 4. mantelzorg;
    5. 5. opslag, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
    6. 6. een transportbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf';
    7. 7. een groepsaccommodatie met camping, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie en camping';
    8. 8. een kleinschalig dierenpension, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenpension';
    9. 9. een rietdekkersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf';
    10. 10. ondergeschikte lichte horeca in de vorm van een theetuin, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - theeschenkerij';
    11. 11. ondergeschikte lichte horeca in de vorm van verkoop van ijs en koffie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ijs- en koffieverkooppunt';
    12. 12. recreatieappartementen, ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - recreatieappartement', 'specifieke vorm van recreatie - recreatieappartement 2' en 'specifieke vorm van recreatie - recreatieappartement 3';
    13. 13. een paardenfokkerij, ter plaatse van de aanduiding 'paardenfokkerij';
  2. b. het behoud en het herstel van de waardevolle hoofdvormen van de voormalige boerderijpanden, waarbij, indien de gronden op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden wordt nagestreefd;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. d. wegen en paden;
  3. e. water;
  4. f. een paardrijbak, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardrijbak';

met de daarbijbehorende:

  1. g. trekkershutten/stacaravans en toiletgebouw, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie en camping';
  2. h. tuinen, erven en terreinen;
  3. i. andere bouwwerken.

70.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

70.3 Afwijken van de bouwregels

70.4 Specifieke gebruiksregels

70.5 Afwijken van de gebruiksregels

70.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

70.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 71 Wonen - Woonleefgemeenschap

71.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonleefgemeenschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een woonleefgemeenschap, het houden van sociaal, maatschappelijke, educatieve, levensbeschouwelijke (groeps)activiteiten met bijbehorende groepsaccommodatie/ gemeenschapsruimte, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of zorg;
  2. b. cultuurgrond;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  2. d. wegen en paden;
  3. e. water;

met de daarbijbehorende:

  1. f. tuinen, erven en terreinen;
  2. g. andere bouwwerken.

71.2 Bouwregels

71.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gedeelten van een gebouw voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    1. 1. het beroep of het bedrijf niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 100 m²;
    3. 3. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    4. 4. detailhandel plaatsvindt anders dan productiegebonden detailhandel;
  2. b. het gebruik van een woonhuis voor meer dan twee woningen;
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel
  5. e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  6. f. het gebruik van de groepsaccommodatie/gemeenschapsruimte voor meer dan 25 slaapplaatsen.

Artikel 72 Leiding - Gas

72.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. hoofdgastransportleidingen en NAM-leidingen en afsluiterschema's;

met de daarbijbehorende:

  1. b. veiligheidszone;
  2. c. andere bouwwerken.

72.2 Regels vanwege samenvallende bestemmingen

Al hetgeen in deze regels omtrent de andere daar voorkomende bestemming(en) binnen het gebied met de bestemming 'Leiding – Gas' is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien en het voor zover zulks, gehoord de beheerder van de leiding(en), verenigbaar is met het belang van de leiding(en).

72.3 Bouwregels

72.4 Afwijken van de bouwregels

72.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het permanent opslaan van goederen;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken als risicogevoelig object binnen een ter plaatse aangegeven veiligheidszone.

72.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 73 Leiding - Hoogspanningsverbinding

73.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. een bovengrondse hoogspanningsleiding;

met de daarbijbehorende:

  1. b. veiligheidszones;
  2. c. andere bouwwerken.

73.2 Bouwregels

73.3 Afwijken van de bouwregels

73.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken als risicogevoelig object binnen een ter plaatse aangegeven veiligheidszone.

73.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 74 Leiding - Water

74.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. hoofdwaterleidingen;

met de daarbijbehorende:

  1. b. andere bouwwerken.

74.2 Bouwregels

74.3 Afwijken van de bouwregels

74.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 75 Waarde - Archeologie 1

75.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • de bescherming van archeologische monumenten en de daarbij behorende bufferzones.

75.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken is een omgevingsvergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij Burgemeester en Wethouders van de gemeente Aa en Hunze te worden ingediend.

75.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Voor het aanleggen van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, is een omgevingsvergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente Aa en Hunze te worden ingediend.

Artikel 76 Waarde - Archeologie 2

76.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden, AMK-terreinen, overige terreinen: celtic fields en offervennen, met uitzondering van de AMK-terreinen die vallen onder de benaming 'historische kernen' en de daarbijbehorende bufferzones, zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden.

76.2 Bouwregels

76.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
    1. 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, behalve:
      • indien deze werkzaamheden in het kader van onderzoek naar mogelijke (pre)historische vindplaatsen wordt uitgevoerd;
      • voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bestaande bouwvoor;
      • voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd op gronden gelegen binnen de artikelen 3 en 9;
      • voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor;
    2. 2. bodem verlagen of afgraven (ook voor het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist;
    3. 3. het graven en/of baggeren van sloten, vaarten en andere watergangen;
    4. 4. het aanbrengen van drainage;
    5. 5. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    6. 6. het aanplanten dan wel verwijderen van bomen of een houtig gewas.
  2. b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    1. 1. het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. het normale agrarische gebruik betreffen;
    3. 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
    4. 4. waardoor de bodem niet wordt geroerd;
    5. 5. ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van waarde - grondbewerkingen' worden uitgevoerd tot een diepte van ten hoogste 60 cm.
  3. c. De in sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden wat moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in sub d moet overleggen, met dien verstande dat het overleggen van een rapport niet nodig is als naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld.
  4. d. Bij aanvraag voor een vergunning in terrein dat op de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart als provinciaal archeologisch belang is aangemerkt, voeren burgemeester en wethouders in een zo vroeg mogelijk stadium overleg met de provinciaal archeoloog.
  5. e. De in sub a genoemde vergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
    1. 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
    2. 2. in voldoende mate is aangegeven op welke zijde de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
  6. f. Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend, moet het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  7. g. Indien uit het in sub c genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
    1. 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
    3. 3. een verplichting het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen.

Artikel 77 Waarde - Archeologie 3

77.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden, terreinen van hoge archeologische waarde, zijnde: historische kernen en verwachtingszones met hoge verwachting: aanwezigheid vindplaats, en de daarbij behorende bufferzones zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden.

77.2 Algemene regel

Indien er sprake is van de activiteit bouwen waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid 77.3.1 genoemde uitzondering en er tevens sprake is van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid 77.4 sub b genoemde uitzondering, maar waarbij de bodem voor de activiteiten gezamenlijk wordt geroerd over een oppervlakte groter dan de genoemde uitzondering, dan geldt alsnog dat alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, door de aanvrager een rapport dient te worden overgelegd, zoals genoemd in lid 77.3.1 en 77.4 sub d.

77.3 Bouwregels

77.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
    1. 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, behalve:
      • indien deze werkzaamheden in het kader van onderzoek naar mogelijke (pre)historische vindplaatsen wordt uitgevoerd;
      • voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bestaande bouwvoor;
      • voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd op gronden gelegen binnen de artikel 3 en 9;
      • voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor;
    2. 2. bodem verlagen of afgraven (ook voor het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist;
    3. 3. het graven en/of baggeren van sloten, vaarten en andere watergangen;
    4. 4. het aanbrengen van drainage;
    5. 5. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    6. 6. het aanplanten dan wel verwijderen van bomen of een houtig gewas.
  2. b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
    1. 1. waarbij de bodem over een oppervlakte van minder dan 100 m² wordt geroerd;
    2. 2. die het normale onderhoud betreffen;
    3. 3. die het normale agrarische gebruik betreffen;
    4. 4. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
  3. c. De in sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden wat moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in sub a moet overleggen, met dien verstande dat het overleggen van een rapport niet nodig is als naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld.
  4. d. Bij aanvraag voor een vergunning in terrein dat op de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart als provinciaal archeologisch belang is aangemerkt, voeren burgemeester en wethouders in een zo vroeg mogelijk stadium overleg met de provinciaal archeoloog.
  5. e. De in sub a genoemde vergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
    1. 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
    2. 2. in voldoende mate is aangegeven op welke zijde de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
  6. f. Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend, moet het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  7. g. Indien uit het in sub d genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
    1. 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
    3. 3. een verplichting het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen.

Artikel 78 Waarde - Archeologie 4

78.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden, verwachtingszones met hoge verwachting: natuurlijke laagten o.a. pingo's, dekzandkop in beekdal, aanwezigheid voorden of historisch element, bufferzone rond AMK terrein, zijn bestemd voor het behoud en de bescherming van de gronden met een archeologische verwachtingswaarde.

78.2 Bouwregels

78.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
    1. 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, behalve:
      • indien deze werkzaamheden in het kader van onderzoek naar mogelijke (pre)historische vindplaatsen wordt uitgevoerd;
      • voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bestaande bouwvoor;
      • voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd op gronden gelegen binnen de artikel 3 en 9;
      • voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor;
      • het aanbrengen van drainage;
    2. 2. bodem verlagen of afgraven (ook voor het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist;
    3. 3. het aanbrengen van drainage;
    4. 4. het graven en/of baggeren van sloten, vaarten en andere watergangen;
    5. 5. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    6. 6. het aanplanten dan wel verwijderen van bomen of een houtig gewas.
  2. b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
    1. 1. die het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. het normale agrarische gebruik betreffen;
    3. 3. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
    4. 4. waarbij de bodem niet wordt geroerd.
  3. c. De in sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden wat moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in sub d moet overleggen, met dien verstande dat het overleggen van een rapport niet nodig is als naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld.
  4. d. Bij aanvraag voor een vergunning in terrein dat op de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart als provinciaal archeologisch belang is aangemerkt, voeren burgemeester en wethouders in een zo vroeg mogelijk stadium overleg met de provinciaal archeoloog.
  5. e. De in sub a genoemde vergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
    1. 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
    2. 2. in voldoende mate is aangegeven op welke zijde de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
  6. f. Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend, moet het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  7. g. Indien uit het in sub d genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
    1. 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
    3. 3. een verplichting het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen.

Artikel 79 Waarde - Archeologie 5

79.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden, verwachtingszones met hoge verwachting: beekdal, hoge verwachting algemeen, waardevolle essen, zijn bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden en de bescherming van waardevolle essen.

79.2 Algemene regel

Indien er sprake is van de activiteit bouwen waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid 79.3.1 genoemde uitzondering en er tevens sprake is van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid 79.4 sub c genoemde uitzondering, maar waarbij de bodem voor de activiteiten gezamenlijk wordt geroerd over een oppervlakte groter dan de genoemde uitzondering, dan geldt alsnog dat alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, door de aanvrager een rapport dient te worden overgelegd, zoals genoemd in lid 79.3.1 en 79.4 sub d.

79.3 Bouwregels

79.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
    1. 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, behalve:
      • indien deze werkzaamheden in het kader van onderzoek naar mogelijke (pre)historische vindplaatsen wordt uitgevoerd;
      • voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bestaande bouwvoor;
      • voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd op gronden gelegen binnen de artikel 3 en 9;
      • voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor;
      • het aanbrengen van drainage, waarbij deze uitzondering niet geldt voor essen, zoals aangegeven op de in bijlage Bijlage 11 opgenomen beleidsadvieskaart;
    2. 2. bodem verlagen of afgraven (ook voor het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist;
    3. 3. het aanbrengen van drainage op essen;
    4. 4. het graven en/of baggeren van sloten, vaarten en andere watergangen;
    5. 5. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    6. 6. het aanplanten dan wel verwijderen van bomen of een houtig gewas.
  2. b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
    1. 1. waarbij de bodem over een oppervlakte van minder dan 500 m² wordt geroerd, waarbij in geval van aanleggen van drainage het niet gaat om de direct te verstoren m² maar om de oppervlakte van het te draineren gebied;
    2. 2. die het normale onderhoud betreffen;
    3. 3. die het normale agrarische gebruik betreffen;
    4. 4. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
  3. c. De in sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden wat moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in sub d moet overleggen, met dien verstande dat het overleggen van een rapport niet nodig is als naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld.
  4. d. Bij aanvraag voor een vergunning in terrein dat op de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart als provinciaal archeologisch belang is aangemerkt, voeren burgemeester en wethouders in een zo vroeg mogelijk stadium overleg met de provinciaal archeoloog.
  5. e. De in sub a genoemde vergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
    1. 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
    2. 2. in voldoende mate is aangegeven op welke zijde de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
  6. f. Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend, moet het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  7. g. Indien uit het in sub d genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
    1. 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
    3. 3. een verplichting het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen.

Artikel 80 Waarde - Archeologie 6

80.1 Omschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden, verwachtingszones met hoge verwachting op aanwezigheid celtic fields, en voor verwachtingszones met middelhoge verwachting: beekdal, middelhoge verwachting algemeen, zijn bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden.

61.8.2 Algemene regel

80.2 Algemene regel

Indien er sprake is van de activiteit bouwen waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid 80.3.1 genoemde uitzondering en er tevens sprake is van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid 80.4 sub c genoemde uitzondering, maar waarbij de bodem voor de activiteiten gezamenlijk wordt geroerd over een oppervlakte groter dan de genoemde uitzondering, dan geldt alsnog dat alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, door de aanvrager een rapport dient te worden overgelegd, zoals genoemd in lid 80.3.1 en 80.4 sub d.

80.3 Bouwregels

80.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
    1. 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, behalve:
      • indien deze werkzaamheden in het kader van onderzoek naar mogelijke (pre)historische vindplaatsen wordt uitgevoerd;
      • voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd ter plaatse van een bestaande bouwvoor;
      • voor werkzaamheden waarbij de bodem niet dieper dan 30 cm wordt geroerd op gronden gelegen binnen de artikel 3 en 9;
      • voor niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het verbeteren van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot ten hoogste 10 cm onder de bouwvoor;
      • het aanbrengen van drainage;
    2. 2. bodem verlagen of afgraven (ook voor het verwijderen van bestaande funderingen) van gronden waarvoor geen ontgrondingenvergunning is vereist;
    3. 3. het graven en/of baggeren van sloten, vaarten en andere watergangen;
    4. 4. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    5. 5. het aanplanten dan wel verwijderen van bomen of een houtig gewas.
  2. b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
    1. 1. waarbij de bodem over een oppervlakte van minder dan 1000 m² wordt geroerd;
    2. 2. die het normale onderhoud betreffen;
    3. 3. die het normale agrarische gebruik betreffen;
    4. 4. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
  3. c. De in sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden wat moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in sub d moet overleggen, met dien verstande dat het overleggen van een rapport niet nodig is als naar oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld.
  4. d. Bij aanvraag voor een vergunning in terrein dat op de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart als provinciaal archeologisch belang is aangemerkt, voeren burgemeester en wethouders in een zo vroeg mogelijk stadium overleg met de provinciaal archeoloog.
  5. e. De in sub a genoemde vergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
    1. 1. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
    2. 2. in voldoende mate is aangegeven op welke zijde de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
  6. f. Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend, moet het bevoegd gezag ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies inwinnen bij een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  7. g. Indien uit het in sub d genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
    1. 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
    3. 3. een verplichting het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen.

Artikel 81 Waarde - Archeologie 7

81.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden

81.2 Algemene regel

Indien er sprake is van de activiteit bouwen waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid 81.3.1 genoemde uitzondering en er tevens sprake is van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarbij de bodem wordt geroerd over een oppervlakte kleiner dan de in lid 81.4.2 genoemde uitzondering, maar waarbij de bodem voor de activiteiten gezamenlijk wordt geroerd over een oppervlakte groter dan de genoemde uitzondering, dan geldt alsnog dat alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, door de aanvrager een rapport dient te worden overgelegd, zoals genoemd in lid 81.3.1 en 81.4.3.

81.3 Bouwregels

81.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 82 Waarde - Beschermwaardig Houtopstand

82.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermwaardig houtopstand' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijk, natuurlijke en/of cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen, waaronder de beschermenswaardige houtopstanden.

82.2 Bouwregels

82.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het aanbrengen en/of veroorzaken van veranderingen in de waarden van de waardevolle landschapselementen, tenzij:
    1. 1. voortvloeiend uit een aangetoonde verkeerskundig onveilige situatie; er is sprake van ernstige ongevallen die primair te wijten zijn aan de locatie;
    2. 2. voortvloeiend uit belangrijke infrastructurele werken van maatschappelijk belang; werken die aantoonbaar positief van invloed zijn op de economie.

Artikel 83 Waarde - Cultuurhistorie

83.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • het behoud en de bescherming van de archeologisch en cultuurhistorisch waardevolle essen.

83.2 Bouwregels

83.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het aanbrengen en/of veroorzaken van veranderingen in de hoogte van een es, zoals die bestond ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan, als gevolg van het gebruik van de gronden.

83.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 84 Waarde - Landschap

84.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijk en waterhuishoudkundig waardevolle beekdalen.

84.2 Bouwregels

84.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het aanbrengen en/of veroorzaken van veranderingen in de laagtes van een beekdal, zoals die bestonden ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan, als gevolg van het gebruik van de gronden.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 85 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Een eenmaal als bedrijfswoning gerealiseerd bouwwerk blijft bij de toepassing van deze regels aangemerkt als bedrijfswoning.

Artikel 86 Algemene Bouwregels

De bouwgrenzen mogen in afwijking van de gebiedsbestemmingen en de overige bestemmingen in deze regels uitsluitend worden overschreden door:

  1. a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m;
  2. b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 m.

Artikel 87 Algemene Gebruiksregels

87.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, tenzij het gronden betreft waar een kampeerterrein voor klein kamperen is toegestaan, dan wel de gronden zijn voorzien van een specifieke aanduiding gericht op het toestaan van kampeermiddelen, dan wel de gronden zijn voorzien van de bestemming 'Recreatie -1', 'Recreatie - 2', 'Recreatie - 3' of 'Recreatie - 4'
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de bestemming 'Cultuur en ontspanning- Seksinrichting';
  3. c. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  4. d. het storten van puin en afvalstoffen;
  5. e. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
  6. f. het gebruik van de gronden voor het plaatsen en/of aanbrengen van niet-perceelsgebonden handelsreclame en of reclame voor ideële doeleinden of overtuigingen;
  7. g. het gebruik van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de huisvesting van vee indien en voor zover de bestaande ammoniakemissie vanaf het betreffende agrarische bedrijf toeneemt;
  8. h. het gebruik van gronden ten behoeve van zonne-akkers.

87.2 Afwijking van de gebruiksregels

Artikel 88 Algemene Aanduidingsregels

88.1 geluidzone - industrie

88.2 milieuzone - waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied

88.3 veiligheidszone - bedrijf / gasbehandelingsinstallatie

88.4 veiligheidszone - bedrijven beperkt kwetsbare objecten

88.5 veiligheidszone - bedrijven kwetsbare objecten

88.6 veiligheidszone - Bevi

88.7 veiligheidszone - hoogspanningsleiding

88.8 veiligheidszone - lpg

88.9 veiligheidszone - weg

88.10 Vrijwaringszone - (energie-)infrastructuur

88.11 vrijwaringszone - molenbiotoop

88.12 vrijwaringszone - radiotelescoop 1 en 2

Artikel 89 Algemene Afwijkingsregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bij recht in de regels gegeven afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlakte- en inhoudsmaten, tot ten hoogste 10% van die afmetingen en percentages;

Artikel 90 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  1. a. de aanduiding 'karakteristiek' wordt verwijderd, mits:
    1. 1. er sprake is van een calamiteit als gevolg waarvan de karakteristieke waarden onherstelbaar teloor zijn gegaan;
    2. 2. de karakteristieke waarden in zodanige mate zijn aangetast, dat instandhouding daarvan redelijkerwijs niet langer gevraagd kan worden;
  1. b. de aanduiding 'antennemast' wordt aangebracht ten behoeve van de plaatsing van zend-, ontvangst- en antennemasten, mits:
    1. 1. de gronden ter plaatse worden voorzien van de aanduiding 'antennemast';
    2. 2. de antenne niet geplaatst kan worden op een bestaand hoog bouwwerk, zoals een hoogspanningsmast, een reclamemast, een torensilo, of een daarmee gelijk te stellen hoog bouwwerk;
    3. 3. de antenne niet geplaatst kan worden op een bedrijventerrein;
    4. 4. de antenne vervolgens geplaatst moet worden in aansluiting op grote infrastructuurlijnen;
    5. 5. de mast radiografisch noodzakelijk is;
    6. 6. de bouwhoogte van een mast ten hoogste 45,00 m zal bedragen;
    7. 7. het aantal masten binnen de gemeente niet meer mag bedragen dan strikt noodzakelijk is voor de realisatie van een adequaat dekkend netwerk van voldoende capaciteit;
    8. 8. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  1. c. de aanduiding 'parkeerterrein' wordt aangebracht en/of verwijderd, mits:
    1. 1. deze wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast om het verkeer uit de natuurgebieden te weren en op te vangen aan de randen van de natuurgebieden al dan niet in combinatie met het verwijderen van de aanduiding, indien een bestaand parkeerterrein aan het gebruik als parkeerterrein wordt onttrokken;
    2. 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  1. d. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Verkeer' dan wel de bestemming 'Verkeer' wordt gewijzigd in enige bestemming, mits:
    1. 1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor incidentele verbredingen, bochtafsnijdingen, e.d. van wegen en paden;
    2. 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 64 dan wel de bestemming waarin wordt gewijzigd van overeenkomstige toepassing zijn;
  1. e. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Verkeer - Fietspaden' dan wel de bestemming 'Verkeer - Fietspaden' wordt gewijzigd in enige bestemming, mits:
    1. 1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor het verwijderen en/of verleggen van bestaande fietspaden ten behoeve van de verbetering van natuurwaarden vanuit beheerinrichting, incidentele verbredingen, bochtafsnijdingen, e.d. van paden;
    2. 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 65 dan wel de bestemming waarin wordt gewijzigd van overeenkomstige toepassing zijn;
  1. f. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Water' dan wel de bestemming 'Water' wordt gewijzigd in enige bestemming, mits:
    1. 1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor de incidentele aanleg van opvaarten, verbredingen van waterlopen ten behoeve van waterberging en/of de aanleg van natuurvriendelijke oevers, bochtafsnijdingen, kleine verleggingen, e.d. van vaarwegen c.a.;
    2. 2. met een inpassingsplan wordt aangetoond dat de ontwikkeling op een zorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast;
    3. 3. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 67 dan wel de bestemming waarin wordt gewijzigd van overeenkomstige toepassing zijn;
  1. g. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Water', mits:
    1. 1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de realisatie van natuurvriendelijke oevers;
    2. 2. met een inpassingsplan wordt aangetoond dat de ontwikkeling op een zorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast;
    3. 3. met de inrichting wordt voldaan aan het maatregelenpakket dat op basis van de Kaderrichtlijn Water is opgesteld ter verbetering van de waterkwaliteit;
    4. 4. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 67 van overeenkomstige toepassing zijn;
  1. h. de bestemming 'Agrarisch - Esdorpenlandschap' en/of de bestemming 'Agrarisch -Veenontginningenlandschap' wordt gewijzigd in de bestemming 'Natuur', mits:
    1. 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 47 van overeenkomstige toepassing zijn;
    2. 2. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4';
    3. 3. de wijzigingsbevoegdheid niet eerder wordt toegepast dan nadat de betreffende gronden voor de daadwerkelijke natuurontwikkeling zijn verworven of aangewezen;
    4. 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de geomorfologische en cultuurhistorische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    5. 5. de wijziging uitsluitend wordt toegepast op basis van een inrichtingsplan dat in elk geval inzicht geeft in de bodemingrepen, de gevolgen voor de waterhuishouding en het toekomstig landschapsbeeld. De omzetting en inrichting van de in het wijzigingsplan begrepen gronden moet in overeenstemming met het bij het wijzigingsplan behorende en gewaarmerkte inrichtingsplan plaats vinden;
    6. 6. er voor het toepassing geven aan de wijzigingsbevoegdheid een planschade overeenkomst is gesloten.

Artikel 91 Overige Regels

91.1 Aanvullende werking welstandscriteria

De ter plaatse en in de regels geboden ruimte ten aanzien van de situering en de maatvoering van bouwwerken kan nader worden ingevuld door de welstandscriteria.

91.2 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van de milieusituatie, de landschappelijke waarden, de natuurlijke waarden, de geomorfologische waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, zodanig dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de genoemde criteria.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 92 Overgangsrecht

92.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

92.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijn 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

92.3 Persoonsgebonden overgangsrecht

In afwijking van lid 92.2 sub a en b mag het bestaande gebruik van recreatiewoningen ten behoeve van permanente bewoning worden voorgezet door personen die beschikken over een persoonsgebonden beschikking, tenzij de betreffende personen de recreatiewoning niet meer voor permanente bewoning gebruiken en zich laten uitschrijven uit de gemeentelijk basisadministratie.

Artikel 93 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het

Bestemmingsplan 'Buitengebied'

van de gemeente Aa en Hunze,

Behorend bij het besluit van 29 september 2016.

===

Bijlage 1 Specifieke Toetsingscriteria Ondergeschikte Tweede Tak Of Deeltijdfunctie

Activiteit Specifieke criteria bij toepassing van de afwijking in artikel 3 lid 3.6.2 en artikel 9 lid 9.6.2
Verkoop en ambachtelijke bewerking en verwerking van eigen en streekeigen producten Het gaat hier om producten als jam, sap, zuivel, wijn, ijs, brood e.d. gemaakt van de agrarische producten geteeld in de nabije omgeving. Het mag niet gaan om grootschalige productie. Detailhandel is in beperkte mate mogelijk.
De producten moeten een relatie hebben met het landelijk gebied. De bedrijfsvloeroppervlakte voor de bewerking en verwerking mag maximaal 350 m², inclusief de overige nevenfuncties, bedragen, waarbinnen de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van de detailhandel maximaal 50 m² mag bedragen. De activiteiten dienen binnen de gebouwen plaats te vinden.
Koelhuizen Er zijn uitsluitend koelhuizen (waarmee niet een extra geventileerde schuur is bedoeld) toegestaan, die functioneren ten behoeve van het agrarisch bedrijf waarbij het koelhuis wordt geplaatst, waarbij tevens opslag is toegestaan voor meerdere bedrijven binnen een straal van 1 km. Bij grotere omvang van de koeling moeten de koelhuizen op een bedrijventerrein worden gevestigd, omdat het dan zal functioneren voor meerdere bedrijven en de verkeersaantrekkende werking niet aanvaardbaar is in het buitengebied.
De oppervlakte van een koelhuis mag maximaal 200 m² bedragen. Wanneer het koelhuis bedoeld is voor de opslag voor meerdere bedrijven in de directe nabijheid (straal 1 km) en bij verwerking van de agrarische producten mag de oppervlakte maximaal 350 m², inclusief de overige nevenfuncties, bedragen.
Agrarische kinderopvang Het moet gaan om de vestiging van een kleinschalige kinderopvang, die een relatie heeft met het agrarisch bedrijf, het gebruiksgericht paardenhouderijbedrijf of de manege. De oppervlakte van de kinderopvang zal ten hoogste 350 m², inclusief de overige nevenfuncties, bedragen.
Agrarische dienstverlenende bedrijvigheid, en andere agrarische aanverwante bedrijvigheid Er moet een relatie zijn met het bijbehorende agrarisch bedrijf, het gebruiksgericht paardenhouderijbedrijf of de manege. Er mag ten hoogste 350 m², inclusief de overige nevenfuncties, worden gebruikt ten behoeve van de ondergeschikte tak of deeltijdfunctie.
Gebruiksgerichte paardenhouderij Er moet een relatie zijn met het bijbehorende agrarisch bedrijf, het gebruiksgericht paardenhouderijbedrijf of de manege. Er mag ten hoogste 500 m², inclusief de overige nevenfuncties, worden gebruikt ten behoeve van de paardenhouderij.
Verhuur van fietsen en kano's, en daarmee vergelijkbare kleinschalige recreatieproducten De bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van de verhuuractiviteiten mag maximaal 350 m², inclusief de overige nevenfuncties, bedragen. De opslag van de fietsen, kano's, en daarmee vergelijkbare kleinschalige recreatieproducten mag niet buiten gebouwen plaatsvinden.
Kinderboerderij Bij deze activiteiten moet sprake zijn van het houden van verschillende soorten dieren (inheems en uitheems) anders dan voor de productie. Er dient gelegenheid voor bezichtiging te worden geboden. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 350 m², inclusief de overige nevenfuncties.
Niet-agrarische bedrijvigheid als bedoeld in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichten en/of voorwerkbedrijven De bedrijvigheid mag, met uitzondering van de opslagruimtes, geen grotere bedrijfsvloeroppervlakte hebben dan 350 m², inclusief de overige nevenfuncties, . Er mag geen opslag van goederen buiten de gebouwen plaatshebben.
Kamperen bij de boer Het kampeerterrein moet binnen dan wel direct aansluitend aan de agrarische bedrijfskavel worden gerealiseerd, waarbij sprake is van een agrarisch bedrijf met een omvang van minimaal 20 nge's, dan wel in voorkomend geval direct aansluitend aan het bestemmingsvlak met de bestemming Recreatie - 5. De omvang van het kampeerterrein bedraagt maximaal 0,5 hectare. De afstand van het kampeerterrein tot de erfgrens van een naastgelegen woonhuis of een ander agrarisch bedrijf moet minimaal 50 m bedragen. De kampeermiddelen worden geplaatst in de periode van 15 maart tot 1 november van elk jaar. Vaste kampeermiddelen zijn niet toegestaan. Bij beëindiging van het agrarisch bedrijf of bij het krimpen tot beneden de omvang van 20 nge's moet het klein kamperen eveneens binnen vijf jaar zijn beëindigd.
Boerengolf Ten behoeve van het boerengolf dienen alle voorzieningen, met uitzondering van de golfbaan zelf, op de agrarische bedrijfskavel ondergebracht te worden. Op de agrarische bedrijfskavel moet voldoende parkeergelegenheid aanwezig zijn. Het boerengolf moet nadrukkelijk aan de natuurlijke waarden worden getoetst, wat mogelijk ertoe kan leiden dat het boerengolf gedurende bepaalde perioden van het jaar in bepaalde gebieden niet mag worden uitgeoefend vanwege aanwezige natuurlijke waarden. Het algemeen belang van de natuurwaarden wordt een zwaarder gewicht toegekend dan het individuele belang van de agrariër die boerengolf als neventak aan het bedrijf toevoegt. Bij boerengolf mogen eveneens de bijbehorende landbouwgronden worden gebruikt.

Bijlage 2 Algemene Bedrijvenlijst

Bijlage 2 Algemene bedrijvenlijst

Bijlage 3 Bedrijvenlijst Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten

Lijst met toelaatbare vormen van bedrijvigheid bij een woning.


(op basis van indeling hoofdgroepen basiszoneringslijst VNG)

(maximaal milieucategorie 2)


Bedrijvigheid voor kleding c.a.

- ambachtelijke kledingfabricage of -reparatie


Grafische bedrijvigheid

- binderij

- grafisch ontwerp/adviesbureau


Overige bedrijvigheid

- ambachtelijke speelgoedmakerij

- ambachtelijke productie van souvenirs


Reparatiebedrijven voor gebruiksgoederen

- ambachtelijke schoenen- en klompenfabricage of -reparatie

Reparatiebedrijven

- reparateurs uurwerken, goud- en zilversmeden, elektrische gebruiksgoederen, muziekinstrumenten


Wegvervoer

- taxibedrijf


Zakelijke dienstverlening,

- niet zijnde de vrije c.q. aan-huis-verbonden beroepen

- kantoren (vloeroppervlakte: < 100 m²)


Sociaal-culturele activiteiten

- ateliers, galerieën en/of musea voor kunst en nijverheid of het geven van workshops


Overige dienstverlenende bedrijven

- schoorsteenveger

- glazenwasser

- schoonmaker

- stoppage / oppersinr.

- kappers- en schoonheidsspecialistes


Museale activiteiten:

- Galerie/atelier

En naar de aard daarmee gelijk te stellen kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.

Bijlage 4 Molenbiotopen

Bijlage 4 Molenbiotopen

Bijlage 5 Eldersloo 5 Landschappelijke Inpassing

Bijlage 5 Eldersloo 5 landschappelijke inpassing

Bijlage 6 Beleidsnotitie Kleinschalige Bedrijvigheid

Bijlage 6 Beleidsnotitie Kleinschalige bedrijvigheid

Bijlage 7 Tjassenwijk 2 Landschappelijke Inpassing

Bijlage 7 Tjassenwijk 2 landschappelijke inpassing

Bijlage 8 Streek 17 Landschappelijke Inpassing

Bijlage 8 Streek 17 landschappelijke inpassing

Bijlage 9 Julianalaan 9 Landschappelijke Inpassing

Bijlage 9 Julianalaan 9 landschappelijke inpassing

Bijlage 10 Gasselterboerveenschemond 4 Landschappelijke Inpassing

Bijlage 10 Gasselterboerveenschemond 4 landschappelijke inpassing

Bijlage 11 Beleidsadvieskaart Archeologie

Bijlage 11 Beleidsadvieskaart archeologie

Bijlage 12 Julianalaan 5 Landschappelijke Inpassing

Bijlage 12 Julianalaan 5 landschappelijke inpassing

Bijlage 13 Schoonloërstraat 49 Landschappelijke Inpassing

Bijlage 13 Schoonloërstraat 49 landschappelijke inpassing

Bijlage 14 Oppervlakte Intensieve Veehouderij

Bijlage 14 Oppervlakte intensieve veehouderij

Bijlage 1 Nota Van Uitgangspunten Bestemmingsplan Buitengebied

Bijlage 1 Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

Bijlage 2 Planmer

Bijlage 2 PlanMER

Bijlage 3 Notitie 'Landschappelijke Kernkwaliteiten En Inrichtingsprincipes Buitengebied Aa En Hunze'

Bijlage 3 Notitie 'Landschappelijke kernkwaliteiten en inrichtingsprincipes Buitengebied Aa en Hunze'

Bijlage 4 Beleidsadvieskaart Archeologie

Bijlage 4 Beleidsadvieskaart Archeologie

Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid - Risicoanalyse

Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid - Risicoanalyse

Bijlage 6 Brandweeradvies

Bijlage 6 Brandweeradvies

Bijlage 7 Inventarisatie Karakteristieke Panden En Objecten

Bijlage 7 Inventarisatie karakteristieke panden en objecten

Bijlage 8 Motivering Karakteristieke Bouwwerken

Bijlage 8 Motivering karakteristieke bouwwerken

Bijlage 9 Overzicht Waardevolle Landschapselementen En Beschermenswaardige Houtopstanden

Bijlage 9 Overzicht waardevolle landschapselementen en beschermenswaardige houtopstanden

Bijlage 10 Reactienota Overleg En Inspraak

Bijlage 10 Reactienota Overleg en Inspraak